De SKF Smeertestset TKGT 1
Gebruiksaanwijzing
Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften............................................................................................4 1.
Inleiding............................................................................................................5 1.1 Werkingsprincipe............................................................................................................ 5
2.
Inhoud..............................................................................................................6 2.1 Technische gegevens...................................................................................................... 8
3.
Analyseprotocol.................................................................................................9 3.1 Informatie verzamelen................................................................................................... 9 3.1.1 Toepassingsvoorwaarden..................................................................................10 3.1.2 Gebruikt vet.........................................................................................................10 3.2 Vetmonsters verzamelen.............................................................................................11 3.2.1 Materiaal ............................................................................................................11 3.2.2 Monsternemingsprocedure...............................................................................12 3.2.3 Aanbevelingen....................................................................................................13 3.3 Eerste visuele inspectie ..............................................................................................14 3.3.1 Voorbeelden........................................................................................................14 3.4 Consistentietest.............................................................................................................15 3.4.1 Werkingsprincipe................................................................................................16 3.4.2 Materiaal..............................................................................................................17 3.4.3 Testprocedure......................................................................................................17 3.4.4 Aanbevelingen....................................................................................................19 3.5 Olievloeitest...................................................................................................................21 3.5.1 Werkingsprincipe................................................................................................21 3.5.2 Materiaal..............................................................................................................22 3.5.3 Testprocedure......................................................................................................22 3.5.4 Aanbevelingen....................................................................................................26 3.6 Verontreinigingstest......................................................................................................27 3.6.1 Werkingsprincipe................................................................................................27 3.6.2 Materiaal..............................................................................................................27 3.6.3 Testprocedure......................................................................................................28 3.6.4 Aanbevelingen ...................................................................................................31 3.7 Rapportage....................................................................................................................32 3.7.1 Aanbevelingen....................................................................................................32
4.
Referenties......................................................................................................33 4.1 Houdbaarheidsperiode van het vet / Kwaliteit.........................................................34 4.2 Levensduur / trendanalyse van het vet.....................................................................35 4.3 Selectie van het vet......................................................................................................36 4.4 Verontreiniging..............................................................................................................37 4.5 Samenvatting................................................................................................................38
5.
Onderhoud......................................................................................................39 5.1 Reinigen.........................................................................................................................39 5.2 Reserveonderdelen.......................................................................................................39
2
SKF TKGT 1
6.
Bijlagen...........................................................................................................39 6.1 USB-verwarmer...........................................................................................................39 6.2 USB-adapter.................................................................................................................39 6.3 Microscoop.....................................................................................................................39
SKF TKGT 1
3
Veiligheidsvoorschriften • Lees altijd de bedieningshandleiding en neem deze in acht. • Stel de set niet bloot aan hoge vochtigheid en temperaturen van hoger dan 40°C en vermijd rechtstreeks contact met water. • Lees de gebruiksaanwijzing voor afzonderlijke onderdelen in de bijlagen (USB-verwarmer, USB-adapter, microscoop). • Lees de veiligheidsinformatiebladen voor de betreffende vetten. • Neem lokale voorschriften met betrekking tot het gebruik van smeermiddelen in acht. • Gebruik de set niet in de buurt van voedingsmiddelen en dranken. • Neem voor de monsterneming de veiligheidsvoorschriften voor machines en de lokale veiligheidsvoorschriften in acht. • Gebruik de bijgeleverde nitril, poedervrije wegwerphandschoenen om directe blootstelling van de huid aan vet te voorkomen. Langdurig contact met vetten kan allergische reacties van de huid veroorzaken.
4
SKF TKGT 1
1. Inleiding Vet wordt gebruikt voor smering van ca. 80% van alle lagers van rolelementen. Ca. 50% van alle vroegtijdige defecten aan lagers zijn te wijten aan slechte smering. Slechte smering omvat: • selectie van het verkeerde smeermiddel • verkeerde hoeveelheid smeermiddel (te veel en te weinig) • het verkeerd aanbrengen van smeermiddel (binnendringing van verontreinigende stoffen) • verkeerde smeerintervallen Bewaking van de toestand van de smering in het veld maakt snelle besluitvorming mogelijk. Een snelle diagnose van de toestand van het vet kan veel invloed hebben op de staat en de werking van het lager. De SKF Smeertestset TKGT 1 is speciaal ontwikkeld voor gebruik in het veld en biedt een volledige en snelle testmethode. De testen zijn eenvoudig uit te voeren en vereisen geen speciale training. In vergelijking met de meeste laboratoriumtesten vereist een analyse slechts een kleine monsterhoeveelheid van het vet (doorgaans slechts 0,5 gram), zodat de testen geschikt zijn voor de meeste lagermaten. Voor verdere vereenvoudiging van de procedures en verhoging van de veiligheid zijn bij de testmethoden geen schadelijke chemische stoffen nodig. Bewaking van de toestand van het vet is uiterst belangrijk. Door proactief gedrag kunnen acties worden ondernomen voordat de staat van de machine door slechte smering verder achteruitgaat als gevolg van verhoging van de lagertemperatuur of trillingsniveaus. Bewaking van de toestand van het vet biedt waardevolle informatie over de staat van de toepassing. Veranderingen in de eigenschappen van het vet kunnen worden bewaakt en gebruikt bij het bepalen van de houdbaarheid van het vet, de kwaliteit van het vet, de werking van het vet, het vaststellen van trends voor bepaling van de beste smeerintervallen en kleurveranderingen. Deze gebruiksaanwijzing bevat een aantal werkelijke toepassingen die de testresultaten tonen en rapportage van de toestand van het vet.
1.1 Werkingsprincipe De set dient voor eenvoudige controle van veel eigenschappen van het vet. Voor goede en effectieve resultaten moet de in deze gebruiksaanwijzing getoonde methode echter wel worden gevolgd. Hoofdstuk 3 geeft gedetailleerde informatie over de methode en de te volgen procedures.
SKF TKGT 1
5
2. Inhoud
Monstername gereedschap
Verontreinigingstest
Consistentietest
CD met gebruiksaanwijzing, rapportsjabloon en schaalverdeling voor de consistentietest
Olievloeitest
6
SKF TKGT 1
Onderdelenlijst Artikelnummer
Aantal
Beschrijving
1
1
Monsternamespuit
2
1
Monsternamebuis
3
1
Permanente markeerstift
4
10
Monsterbakje
5
20
Wegwerphandschoenen
6
1
Set wegwerpspatels
7
1
250 mm spatel
8
1
150 mm spatel
9
1
Schaar
10
1
Behuizing
11
1
Gewicht
12
1
Mal
13
4
Glasplaatjes
14
1
USB-verwarmer
15
1
USB/220V/110V adapter
16
1
Pak vloeipapier
17
1
Liniaal
18
1
Microscoop
19
2
AAA LR03 lithiumbatterijen
20
1
CD
21
1
Draagkoffer
SKF TKGT 1
7
2.1 Technische gegevens Artikelnummer Artikel
Beschrijving
1
Monsternamespuit
Materiaal: polypropyleen
2
Monsternamebuis
Materiaal: PTFE, Lengte: ca. 1 meter
3
Permanente markeerstift
Kleur: zwart
4
Monsterbakje
Materiaal: polyethyleen
5
Wegwerphandschoenen
Materiaal: vetbestendig nitril (synthetisch rubber), poedervrij, Maat: XL, Kleur: blauw
6
Set wegwerpspatels
Materiaal: kunststof
7
250 mm spatel
Materiaal: roestvast staal
8
150 mm spatel
Materiaal: roestvast staal
9
Schaar
Materiaal: roestvast staal
10
Behuizing
Materiaal: aluminium
11
Gewicht
Materiaal: roestvast staal
12
Masker
Materiaal: plexiglas
13
Glasplaatjes
14
USB-verwarmer
Zie bijlage 6.1
15
USB/220V/110V adapter
Zie bijlage 6.2
16
Pak vloeipapier
50 vellen
17
Liniaal
Materiaal: aluminium, schaalverdeling 0,5 mm
18
Microscoop
Zie bijlage 6.3
19
AAA LR03 lithiumbatterijen
20
CD
21
Draagkoffer:
Afmetingen: 463 * 373 * 108 mm (18.2 * 14.7 * 4.25 in.)
Gewicht complete set: 2,5 kg
8
SKF TKGT 1
3. Analyseprotocol De onderstaande tabel geeft het voorgestelde protocol weer. De in ieder deel verzamelde informatie en verkregen testresultaten kunnen in het vanaf de CD af te drukken rapportagesjabloon worden genoteerd. 3.1 Informatie verzamelen
3.1.1 Toepassingsomstandigheden 3.1.2 Gebruikt vet
3.2 Monsters verzamelen
3.2.1 Materiaal 3.2.2 Monsternemingsprocedure 3.2.3 Aanbevelingen
3.3 Eerste visuele inspectie
3.3.1 Voorbeelden
3.4 Consistentietest
3.4.1 Werkingsprincipe 3.4.2 Materiaal 3.4.3 Testprocedure 3.4.4 Aanbevelingen
3.5 Olievloeitest
3.5.1 Werkingsprincipe 3.5.2 Materiaal 3.5.3 Testprocedure 3.5.4 Aanbevelingen
3.6 Verontreinigingstest
3.6.1 Werkingsprincipe 3.6.2 Materiaal 3.6.3 Testprocedure 3.6.4 Aanbevelingen
3.7 Rapportage
3.7.1 Aanbevelingen
+
3.1 Informatie verzamelen Het smeervermogen van het vet is direct afhankelijk van de eigenschappen van het vet zelf in combinatie met externe parameters. Het wordt sterk aanbevolen om zoveel mogelijk informatie over de toepassingsomstandigheid en het gebruikte type vet te verzamelen. De verzamelde informatie kan zeer nuttig zijn bij het interpreteren van de resultaten. Bijvoorbeeld: Het zachter worden van het vet kan worden veroorzaakt door overmatige trilling, verontreiniging van de olie, een te ver gevulde behuizing, enz. Kennis van de trillingsniveaus, aanwezigheid van een olie bij de applicatie of herziening van de hoeveelheid smeermiddel bij ieder smeerinterval kan de analyse vereenvoudigen.
SKF TKGT 1
9
3.1.1 Toepassingen Noteer de toepassingsomstandigheden. Deze omvat zaken als: • Soort toepassing (elektrische motor, breekwals, aspotten in de spoorwegindustrie, trilzeven, …) • Machinenummer of -code (Pomp 43) • Het laatste smeerinterval en de hoeveelheid smeermiddel (datum, hoeveelheid in grammen) • Smeerinterval (uren) • Benaming, type en maat van het lager (diepgroefkogellager 6210, …) • Bedrijfstemperatuur van het lager (70°C) • Belasting (C/P) • Snelheid (n.dm) • Omgevingsomstandigheden (temperatuur, verontreiniging, vocht, …) • Soort afdichting (mechanische afdichtingen, olieafdichtingen, …) • Levensduur van het lager in uren • Trillingen (overmatig, niveaus, …) • enz.
3.1.2 Gebruikt vet Noteer indien mogelijk de volledige gegevens over het gebruikte vet, zoals: • Naam, type, partij en merk van het vet • Zoek specificaties van het vet. Controleer de door de fabrikant gegeven NLGI-klasse of consistentiewaarde. • Neem indien mogelijk een monster van vers, ongebruikt vet uit hetzelfde blik of van dezelfde partij (zie paragraaf 3.2 voor monsternemingsprocedures). • Soms is het gebruikte vet niet geschikt voor de toepassing. U kunt de geschiktheid en de smeerintervallen online controleren*): - SKF LubeSelect http://www.skf.com/portal/skf/home/aptitudexchange - SKF LuBase http://www.skf.com/portal/skf/home/aptitudexchange
*)
Een abonnement kan vereist zijn voor toegang tot deze diensten.
Noteer alle verzamelde informatie in het in paragraaf 3.1: Toepassings- en smeervoorwaarden verschafte rapportagesjabloon. .
10
SKF TKGT 1
3.2. Vetmonstername Monsterneming van het vet is een belangrijke stap in de analyse. Voer deze stap zorgvuldig uit. De juiste instrumenten en werkwijzen verhogen de nauwkeurigheid van de testen. Opmerking:. - Het is niet altijd eenvoudig om een representatief vetmonster te verkrijgen. - Voor het uitvoeren van alle testen is slechts 0,5 gram vet nodig.
3.2.1.
Materiaal.
A
4
5
5
4 1 8
3
2
7
4
6
9
SKF TKGT 1
11
3.2.2 Monsternemingsprocedure 1. Controleer of de instrumenten schoon en in goede staat zijn. 2. Draag handschoenen. 3. Neem een monsterbakje. Noteer met de bijgeleverde pen de monsternemingsdatum en het machinenummer/de plaats van het lager op het monster of breng een unieke identificatie aan die naar het rapportagesjabloon verwijst. deksel bakje
Markeer zowel de deksel als het bakje om verkeerde combinaties te voorkomen (de hoeveelheid vet in de figuur bedraagt 0,5 gram).
4a Gebruik als het lager toegankelijk is roestvrijstalen spatels - De beste plaatsen voor het nemen van monsters zijn op de kooibalken, op de loopbanen of vlak naast de rollenset. Stop het vetmonster direct in het gemarkeerde monsterbakje en vul dit niet maximaal. 0,5 gram is voldoende voor één analyse. Neem als het monster later wordt gebruikt, bijvoorbeeld voor trendanalyse, een groter monster. 4b Gebruik als het lager niet toegankelijk is de buis (afgesneden op 10-15 cm) en een injectiespuit om het vet via de behuizing op te zuigen door de smeernippels te verwijderen. Verwijder in geval van monsterneming via de vetafvoergaten hard geworden en vervuild vet alvorens het monster te nemen. Bij draailagers kunt u de inspectieschroef verwijderen en de buis inbrengen om een monster te nemen. Pompvet. Vul 4-5 cm van de buis met vet en stop deze in het monsterbakje voor analyse. Zorg dat een halve centimeter van de buis schoon blijft voor het terugpompen van het monster in het bakje! Het vet mag de injectiespuit niet bereiken. Deze monsters zijn minder representatief dan de monsters die direct uit het lager worden genomen, maar ze zijn wel bruikbaar voor het opsporen van problemen.
Buis in het monsterbakje
Vul het in paragraaf 3.2: Monstername verschafte rapportagesjabloon in.
12
SKF TKGT 1
3.2.3 Aanbevelingen • Neem indien mogelijk een extra monster van vers en ongebruikt vet. Zorg dat u het monster op een schone manier uit het oorspronkelijke vetblik of vetpatroon haalt. • Kijk bij een gedemonteerde behuizing of een toegankelijk lager voorafgaande aan de monsterneming waar het vet zich bevindt. Kijk naar het vulniveau en naar kleurverschillen. Neem monsters van de meest uiteenliggende kleuren. • Met de bijgeleverd roestvaststalen spatels kunt u vet uit de afdichtingen halen. • Neem geen monsters te dicht bij het vulpunt. • Kijk naar het vet bij het vulpunt – Verschilt het vet erg veel van het vet in het lager? • Gebruik geen houten spatels (de door de houtvezels opgezogen olie kan de resultaten beïnvloeden of houtvezels kunnen het vet verontreinigen). • Meng geen vetten van verschillende lagers en/of behuizingen in hetzelfde bakje! • Gebruik geen transparante bakje. Gebruik de bijgeleverde bakje. • Kijk naar het gebied rondom de machines – zaken als verkeerde vetpatronen, het verkeerde type smeermiddel en dergelijke kunnen fouten aanduiden. • Neem voor een trendanalyse het monster altijd op dezelfde plaats. • Neem indien mogelijk foto’s van de toepassing. Voorbeeld van slechte monsternemingsmethoden
Slechte markering
Defect monsterbakje
Transparant bakje
Ongeschikt
Ongeschikt
Te veel vet
SKF TKGT 1
13
3.3 Eerste visuele inspectie Voer na het nemen van het monster allereerst een visuele inspectie uit. Dit geeft een eerste indicatie van de toestand van het vet. Gebruik als referentie monsters van ongebruikt, vers vet. Onderstaand volgen enige aspecten van het vet die in beschouwing kunnen worden genomen: • Het vet moet er glanzend, olieachtig uitzien. Zo niet, dan is de basisolie waarschijnlijk verbruikt. • Door een hoge lagertemperatuur (oxidatie, carbonisatie) of vaste verontreinigingsdeeltjes kan het vet donkerder worden. Merk op dat sommige vetsoorten van oorsprong zwart zijn, zoals vetsoorten die MoS2 of grafiet bevatten. • Verandering van geur is vaak een gevolg van oxidatie. • Verschillende aspecten betreffende kleur, transparantie, geur kunnen worden veroorzaakt door het mengen van smeermiddelen of door smeermiddelen die niet geschikt zijn voor het materiaal van omliggende machineonderdelen, bijvoorbeeld een messing kooi. • De algemene structuur van het vet kan een indicatie geven van de gebruiksomstandigheden van het lager. Doorgaans mag de structuur van een vet tijdens gebruik zeer weinig veranderen. Het vet moet glad zijn en geen gruis of klontjes bevatten. Aanwezigheid hiervan kan op verontreiniging van het vet duiden. • Noteer al deze veranderingen. Opmerking: Als het vet zwart wordt, hoeft dit niet per definitie te betekenen dat het vet niet goed is.
Vul het in paragraaf 3.3: Eerste visuele inspectie verschafte rapportagesjabloon in. 3.3.1 Voorbeelden
Donkerder worden
14
Verschillende aspecten betreffende kleur – verontreiniging van het vet
Droogheid - extreem geval
SKF TKGT 1
3.4 Consistentietest Consistentie van het vet is een belangrijke vetparameter die de hardheid van het vet bepaalt. De keuze voor een bepaalde consistentie voor een bepaalde toepassing is afhankelijk van vele gebruiksomstandigheden, zoals temperatuur, snelheid, asuitlijning, pompbaarheid, enz. Bijvoorbeeld: • Verticaal geplaatste assen vereisen harde vetten • Lage bedrijfstemperaturen vereisen in het algemeen vetten met een lage consistentie • enz. Vetconsistentie wordt geclassificeerd volgens een door het NLGI (National Lubricating Grease Institute) ontwikkelde schaal. Deze schaal is gebaseerd op de mate van penetratie in het vet van een standaardkegel bij een temperatuur van 25°C gedurende 5 seconden. Het vet is bewerkt met 60 slagen in een vetbewerker. De diepte van de penetratie wordt gemeten op een schaal van 10-1 mm. Bij de zachtere vetten kan de kegel verder in het vet doordringen en dit levert een hoger penetratiegetal op. De testmethode is in overeenstemming met ISO 2137. NLGI-nummer
ASTM penetratie na bewerking met 60 slagen (10-1 mm)
Uiterlijk bij kamertemperatuur
000
445-475
Zeer vloeibaar
00
400-430
Vloeibaar
0
355-385
Half vloeibaar
1
310-340
Zeer zacht
2
265-295
Zacht
3
220-250
Middelhard
4
175-205
Hard
5
130-160
Zeer hard
6
85-115
Extreem hard
Opmerking: Vetten voor toepassingen in lagers hebben doorgaans een NLGI-waarde tussen 1 en 3.
SKF TKGT 1
15
Zodra een bepaalde consistentie voor een bepaalde toepassing is geselecteerd, mag deze tijdens het aanbevolen smeerinterval of de opslagtijd niet veranderen. Dit heeft te maken met de mechanische stabiliteit van het vet. Er is een aantal mogelijke oorzaken voor verandering van de consistentie: Zachter worden (lagere NLGI-waarde) van het vet kan worden veroorzaakt door: • Vet met een te zachte consistentie of slechte mechanische stabiliteit gebruikt in een toepassing met trillingen. • Het lagerhuis te ver gevuld voor de toegepaste snelheid. Dit leidt tot kolken en overmatig afschuiven van het vet. • Te hoge temperatuur voor het gebruikte vet. • Draaiende buitenring van de toepassing te ver gevuld en/of ongeschikt ontwerp van de behuizing. • Water in het vet. • Olielekkage vanuit naastliggende systemen. • Menging van niet te combineren vetten. • Houdbaarheidsdatum overschreden. Harder worden (hogere NLGI-waarde) van het vet kan worden veroorzaakt door: • Het vet heeft basisolie verloren door overschrijding van het smeerinterval (zie olievloeitest) of door verdamping als gevolg van constant gebruik bij een hoge temperatuur/slechte vetkwaliteit als de veranderingen snel plaatsvinden. • Bepaalde vetten kunnen harder worden na uitgebreide mechanische bewerking. • Menging van niet te combineren vetten. • Een groot aantal vaste verontreinigingsdeeltjes (bijvoorbeeld gecarboniseerde deeltjes). • Houdbaarheidsdatum overschreden.
3.4.1 Werkingsprincipe In het veld is het nagenoeg onmogelijk om de consistentie te bepalen met behulp van de ISO 2137 methode. In plaats daarvan biedt de smeertestset een geschikte methode voor uitvoering van deze test in het veld. Een vaste hoeveelheid vet wordt gedurende 15 seconden door middel van het gewicht tussen twee glasplaatjes verspreid. Door de aldus verkregen vetvlek met de geijkte schaalverdeling te vergelijken, kan de consistentie van het vet worden vastgesteld
6TfXRWc $bTR^]ST]
6[Pb_[PPcYTb
ETc\^]bcTab
3XP\TcTa
.
16
SKF TKGT 1
3.4.2.Materiaal
Voorbereidingen voorafgaande aan de test: • Druk de geijkte schaalverdeling met de juiste printerinstellingen af. Niet aanpassen aan het papierformaat! Ter controle of de afdruk correct is, moet de buitendiameter van de behuizing gelijk zijn aan de op de geijkte schaalverdeling getrokken cirkel. • Vetmonsters moeten een temperatuur tussen 15°C en 30°C hebben. • Tel de 15 seconden af met een polshorloge of een stopwatch (niet bijgeleverd).
B
NLGI Grade 000 12
11 10
13
5
00 0
4 1
3 2
3.4.3.Testprocedure
1. Controleer of alle onderdelen schoon zijn. 2. Draag handschoenen. 3. Plaats het gewicht in de behuizing.
5. Plaats de mal bovenop het glasplaatje.
4. Plaats één glasplaatje bovenop het gewicht.
6. Neem het te analyseren vetmonster met een wegwerpspatel uit het monsterbakje.
7. Plaats het vet in de mal. Controleer of het gat volledig gevuld is met vet en veeg overtollig vet aan de bovenkant weg.
SKF TKGT 1
17
8 Verwijder de mal voorzichtig. Het vet moet op het glasplaatje achterblijven.
9 Verwijder het glasplaatje (met vet) en het gewicht uit de behuizing.
10. Zet de behuizing op de geijkte schaal, plaats het glasplaatje met de kant met het vet naar boven gericht in de behuizing (het vet mag niet op de papierkant komen!) – Lijn de vetvlek uit met het midden van de schaal.
11. Neem het gewicht en het tweede glasplaatje samen met het glasplaatje onder het gewicht op en laat het voorzichtig op de behuizing zakken. Het gewicht mag het vet niet raken!
18
SKF TKGT 1
12. Wacht 15 seconden.
13 Verwijder het gewicht voorzichtig uit de behuizing.
14 Lees het consistentiegetal af door te kijken welke zone zich onder de vetvlek bevindt. Bepaal de NLGI-klasse aan de hand van de kleurencode.
Vul het in paragraaf 3.4: Consistentietest verschafte rapportagesjabloon in. Opmerking: Bewaar het monster voor test D! 3.4.4 Aanbevelingen Het is een goede gewoonte om zowel een monster van gebruikt als van vers/ongebruikt vet van hetzelfde type te testen. Door de aldus verkregen twee vetvlekken te vergelijken, kunnen verschillen in hardheid binnen dezelfde NLGI-klasse worden waargenomen.
vers gebruikt
SKF TKGT 1
vers gebruikt
19
Roer bij gebruik van monsters van vers vet deze voorafgaande aan de test gedurende 30 seconden met een spatel. Bij het testen van gebruikte monsters kan het zijn dat de verkregen vlek niet echt rond is. Dit kan verschillende redenen hebben, zoals niet-homogeniteit van het monster en/of verontreinigingsdeeltjes die verspreiding in sommige richtingen verhinderen. Neem in dit geval het gemiddelde.
Classificeer als een vlek precies tussen twee klassen valt het vet bijvoorbeeld als een NLGI klasse 1-2.
NLGI 1-2
Herinnering: De test is bedoeld voor uitvoering bij 15-30°C. Bij een afwijkende temperatuur wordt de NLGI-classificatie voor deze temperatuur gegeven.
20
SKF TKGT 1
3.5. Olievloeitest Een vet bestaat voor 60-95% uit basisolie. Als de basisolie in een vet constant uitvloeit (hoewel het vloeien in de loop van de tijd wel steeds trager wordt), droogt het vet uit. De tijdschaal voor dit proces is afhankelijk van een aantal factoren, zoals de bedrijfstemperatuur. Dit proces wordt veroudering genoemd. Basisolie in vetten heeft een bepaalde kinematische viscositeit die wordt uitgedrukt in mm2/s of Cst. Hoge temperaturen kunnen oxidatie bevorderen en zo de kinematische viscositeit verhogen. De hoeveelheid en viscositeit van de basisolie mag binnen het aanbevolen smeerinterval niet aanzienlijk veranderen. Er is een aantal mogelijke oorzaken voor verandering van de vloeiingseigenschappen van de olie: Minder vloeiing (gebruikt vet ten opzichte van vers vet) kan het gevolg zijn van: • Verlies van basisolie (meestal in combinatie met verhoogde consistentie) • Oxidatie van de basisolie wat leidt tot verhoging van de viscositeit van de basisolie als gevolg van te hoge temperaturen • Groot aantal harde deeltjes • Menging van vetten Een hogere vloeiing kan het gevolg zijn van: • Het vet kan de basisolie door intensieve afschuiving of trillingen niet binnen de structuur houden (geldt in het bijzonder voor afgeschoven polyureumvetten) • Verontreiniging door olie vanuit naastliggende systemen • Menging van vetten • Vet met slechte mechanische stabiliteit.
3.5.1.Werkingsprincipe Een vaste hoeveelheid vet wordt op een stukje van het bijgeleverde vloeipapier gelegd. Door dit papier gedurende twee uur te verwarmen, komt de basisolie vrij uit het vet en veroorzaakt een olievlek op het papier. Door de diameter van de aldus gevormde vlek te meten, het vloeigebied te berekenen en deze met het gebied van een monster van ongebruikt, vers vet te vergelijken, kan de verandering in de vloeiingseigenschappen worden vastgesteld.
E[^TXVTQXTS
!dda eTafPa\T]
SKF TKGT 1
21
3.5.2.Materiaal Voorbereidingen voorafgaande aan de test: • Hiervoor is een rekenmachine vereist (niet bij de set inbegrepen). • Controleer voordat u deze test gaat uitvoeren de gebruiksaanwijzing van de USB-verwarmer en de USB-adapter. • Gebruik uitsluitend het bijgeleverde vloeipapier.
C
12
14
1 2 3 4 5 6 7 8 9
15
17
16 15
3.5.3.Testprocedure 1 Controleer of alle onderdelen schoon zijn. 2 Draag handschoenen. 3 Sluit de geleverde USB-verwarmer direct op een computer aan of maak gebruik van de geleverde universele USB-adapter voor aansluiting op de hoofdvoeding. Wacht tot de temperatuur op ca. 55°C – 65°C is gestabiliseerd.
4 Breng met behulp van de mal monstervet op het vloeipapier aan. Het gat moet volledig met vet zijn gevuld. Veeg het overtollige vet weg en verwijder de mal zorgvuldig.
22
SKF TKGT 1
5 Plaats het vloeipapier met het vetmonster gedurende twee uur bovenop de verwarmer. Houd het papier aan de rand vast en zorg dat u de verwarmer niet aanraakt.
6 De basisolie verspreidt zich in het papier. Verwijder na twee uur (hiervoor kunt u de tijdklok van de verwarmer gebruiken) voorzichtig het vloeipapier en verwijder het vet hiervan.
7 De aldus verkregen vlek is iets ovaal van vorm. Dit komt door de richting van de papiervezels. Meet voor grotere nauwkeurigheid de kleinste en de grootste diameter met de liniaal (millimeters) en bereken de gemiddelde waarde hiervan.
SKF TKGT 1
23
8 Bereken met behulp van de onderstaande formule het voor een vergelijkbare cirkel vermelde vloeigebied:
S Vers
is het vloeigebied van het monster van vers, ongebruikt vet
SGebruikt
is het vloeigebied van het monster van gebruikt vet
DAvVers
is de gemiddelde diameterwaarde (in mm) van de twee in 7 gemeten afmetingen voor het monster van vers, ongebruikt vet
DAvGebruikt
is de gemiddelde diameterwaarde (in mm) van de twee in 7 gemeten afmetingen voor het monster van gebruikt vet.
S....... 0.785 D 2 Gem.... ..... 100
9 Herhaal de procedure met het tweede monster (het monster van het gebruikte vet indien het monster van het verse vet als eerste is getest of andersom). 10 Bereken het vloeiverschil als een percentage van het monster van vers vet.
%
Diff Diff % staat voor het verschil in vloeigebied tussen de monsters Opmerking: van het gebruikte en het verse vet.
% Diff 100
SGebruikt S Vers S Vers
• Bij een negatief resultaat is er minder vloeiing. • Bij een positief resultaat is er meer vloeiing.
Vul het in paragraaf 3.5: Olievloeitest verschafte rapportagesjabloon in.
24
SKF TKGT 1
Bijvoorbeeld: Gemeten afmetingen na het testen van het monster van vers, ongebruikt vet zijn: 28 mm en 29 mm,
DGemVers 28.5mm Dit leidt tot
S Vers 0.785 28.52 100 560mm 2 Gemeten afmetingen na het testen van het monster van het gebruikte vet zijn: 22 mm en 23 mm,
DGemGebruikt 22.5mm Dit leidt tot
SGebruikt 0.785 22.52 100 319mm 2 Berekening van het vloeiverschil leidt tot:
% Diff 100
319 560 43% 560
Een negatief resultaat betekent dat het gebruikte vet 43% minder vloeit dan vers, ongebruikt vet.
SKF TKGT 1
25
3.5.4 Aanbevelingen Noteer direct na het uitvoeren van de test met een monster van vers, ongebruikt vet de waarde voor later. Voor verdere analyse hoeven alleen de testen met de monsters van gebruikt vet te worden uitgevoerd. Zorg dat het verse monster en het gebruikte monster binnen hetzelfde temperatuurgebied worden verwarmd (+/- 5 °C zal het resultaat nauwelijks beïnvloeden). Voer de test uit bij kamertemperatuur tussen 15°C en 30°C. Bij een lagere of hogere temperatuur kan het voorkomen dat de verwarmer de testtemperatuur niet bereikt. Bij uitvoering van de test in een winderige omgeving kan de USB-verwarmer de testtemperatuur mogelijk niet bereiken. Ernstige verontreiniging kan in bepaalde gevallen de vloeiing van de olie blokkeren. In dit geval zal het resultaat een consequent verschil laten zien, terwijl het vet nog steeds olieachtig lijkt. Dit kan gebeuren als het genomen monster een mengsel is van gebruikt vet en tijdens een smeerbeurt toegevoegd vet.
26
SKF TKGT 1
3.6. Verontreinigingstest Het vet mag geen verontreinigende stoffen bevatten. Verontreinigde vetten zullen de werking van het lager verminderen en kunnen de levensduur aanzienlijk verkorten. Verontreiniging kan van uiteenlopende aard zijn: • Verontreiniging van buitenaf, veroorzaakt door slechte afdichting, vervuilde vetpistolen, slechte montage van lagers Deze soort verontreiniging kan verschillende vormen hebben (zand, water, stof, vezels, stoom...) • Verontreiniging door smeermiddelen (olie vanuit naastliggende systemen of toevoeging van verkeerd vet) • Verontreiniging doordat het einde van de levensduur van het vet is bereikt. Vorming van gecarboniseerde deeltjes aan de oppervlakken die wrijving veroorzaken • Slijtage van het lagermateriaal
3.6.1.Werkingsprincipe • De mate, hoeveelheid, vorm en aard van deze verontreinigingen geven een indicatie betreffende de juiste werking van het lager. • Na uitvoering van de consistentietest kan het tussen de twee glasplaatjes verspreide vet met een microscoop worden geïnspecteerd.
3.6.2.Materiaal Voorbereidingen voorafgaande aan de test: • Plaats batterijen in de microscoop. • Gebruik een monster dat reeds bij test B tussen de twee plaatjes is geperst.
D 18
SKF TKGT 1
19
27
3.6.3 Testprocedure 1 Controleer of alle onderdelen schoon zijn. 2 Draag handschoenen. 3 Plaats na uitvoering van de consistentietest het gewicht terug in de behuizing. Gebruik een witte achtergrond (of een lichte kleur). Opmerking: het vetmonster bevindt zich nog steeds tussen de twee glasplaatjes.
4 Druk het gewicht zodanig op de plaatjes, dat het vet zich verder kan verspreiden en verwijder vervolgens het gewicht. De vetlaag wordt heel dun (ca. 100 micrometer).
5 Zoek met het blote oog naar deeltjes, niet-homogeniteit, transparantieverschillen, gruis, klontjes enz. Dit is de eerste visuele inspectie. Vergelijk als een monster van vers vet beschikbaar is beide monsters.
28
SKF TKGT 1
Verontreiniging door smeermiddelen Gecarboniseerde Smering deeltjes
vers
gebruikt
Olieverontreiniging Donker worden tijdens gebruik 6 Schakel het licht in, plaats de microscoop boven de glasplaatjes en kijk door de lens. Glinsterende deeltjes kunnen op metaal en dus op hardheid duiden.
Verontreiniging door metaal
Oxidatiedeeltjes
SKF TKGT 1
Samenklontering van bindmiddel
29
7 Het kan nuttig zijn deze deeltjes te draaien, zodat u ze in verschillende posities kunt bekijken. Druk hiervoor de microscoop op de glasplaatjes terwijl u de microscoop draait. Hierdoor draait het plaatje dat in contact staat met de microscoop, terwijl het tweede plaatje blijft stilstaan. Hierdoor ontstaat een schuifbeweging in het vetmonster, waardoor de deeltjes gaan bewegen en draaien.
U ziet glinsteringen!
Zwart deeltje (bijvoorbeeld door U ziet glinsteringen tijdens het draaien! oxidatie, afdichtingen, enz.)
Vul het in paragraaf 3.6: Verontreinigingstest verschafte rapportagesjabloon in.
30
SKF TKGT 1
3.6.4.Aanbevelingen. Bekijk voordat u met de microscoop gaat werken de glasplaatjes. Het menselijke oog kan deeltjes van 40 micron waarnemen en dit zijn al grote verontreinigingsdeeltjes. Bij de zwakke vergroting beslaat het waarnemingsvenster ca. 2 mm en bij de sterke vergroting 1 mm. Dit geeft een idee van de ware grootte van de verontreinigingsdeeltjes.
Monster van vers vet opzettelijk verontreinigd met verontreinigingsdeeltjes van bekende afmetingen
50 micron 1 mm
Kijk naar glinsteringen. Door het draaien van de deeltjes kunnen krassen op de glasplaatjes ontstaan. Vervang zo nu en dan de glasplaatjes.
SKF TKGT 1
31
3.7 Rapportage Gebruik van het rapportagesjabloon: • Druk het rapportagesjabloon vanaf de CD af. •
Het rapportagesjabloon bestaat uit twee pagina’s: - De eerste pagina betreft de toepassingsomstandigheden en het gebruikte smeermiddel en het deel SKF LubeSelect. Zodra dit deel is gevuld met gegevens, mag het niet meer worden gewijzigd, tenzij de bedrijfsomstandigheden van de machine aanzienlijk veranderen. - De tweede pagina betreft het genomen monster, de testen en de interpretatie hiervan. Gebruik deze pagina iedere keer bij het testen van een nieuw monster. - Het machinenummer en de plaats van het lager staan op beide pagina’s om traceerbaarheid te garanderen als het rapportagesjabloon op twee aparte vellen wordt afgedrukt.
De in het rapportagesjabloon in te vullen delen zijn overeenkomstig de uitleg genummerd. Lees de uitleg voordat u het rapportsjabloon gaat invullen • Zie na het invullen van de informatie en het uitvoeren van de testen de gebruiksaanwijzing (in het bijzonder hoofdstuk 4. Referenties en het begin van paragrafen 3.4, 3.5 en 3.6) voor interpretatie van de verkregen resultaten.
3.7.1 Aanbevelingen • Belangrijk: Gebruik de samenvatting aan het einde van hoofdstuk 4. Door hier een punt op te plaatsen (afhankelijk van de verkregen resultaten), kan een evaluatie van hoe kritiek het monster is met de referenties worden vergeleken. • Bij bewaking/trendbepaling van een toepassing in de loop van de tijd zal de eerste pagina van het rapportagesjabloon waarschijnlijk ongewijzigd blijven. Als deze pagina eenmaal is ingevuld, hoeft alleen de tweede pagina te worden afgedrukt.
32
SKF TKGT 1
4. Referenties In dit hoofdstuk worden vier verschillende referenties gegeven die verwijzen naar de mogelijke analyses die met de set kunnen worden uitgevoerd. Voor een beter begrip wordt in de referenties alleen de belangrijkste informatie gegeven. Via de gebruikte kleurencode kunt u de voorbeelden in de samenvatting aan het einde van dit hoofdstuk vinden. 4.1
Houdbaarheidsperiode van het vet
4.2
Levensduur / trendanalyse van het vet
4.3
Selectie van het vet
4.4
Verontreiniging van het vet
SKF TKGT 1
33
4.1 Houdbaarheidsperiode van het vet / Kwaliteit Toepassings- en smeervoorwaarden: • 2 onder goede opslagomstandigheden opgeslagen vetsoorten • Na 3 jaar uit de blikken genomen monsters Gebruikte vetten: • Vet A – Lithium / PAO - NLGI 2; • Vet B – Aluminiumcomplex / PAO-Ester - NLGI 1 Aard van de analyse: X Houdbaarheidsperiode / Kwaliteit
Routinecontrole
Beschadiging
Werking van het vet
Trendanalyse
Vet vervangen
Verwachte verontreiniging
Overige redenen ..........................................................
Testen Monster Vers, ongebruikt: Vet A Opgeslagen Vet A
Vers, ongebruikt: Vet B Opgeslagen Vet B
Eerste visuele inspectie (3.3)
Consistentietest (3.4)
Olievloeitest (3.5)
NLGI-klasse Wit
2
DAvVers : 44 mm SVers : 1441 mm2
Olielaag bovenop vetmassa. Voorafgaande aan de monsterneming wordt het vet in het blik geroerd.
Na het roeren NLGI-klasse 2 Verschil in NLGI: 0
DAvGebruikt : 44 mm SGebruikt : 1441 mm2 %Diff : 0
NLGI-klasse Wit
1
DAvVers : 40 mm SVers : 1177 mm2
Olielaag bovenop vetmassa. Voorafgaande aan de monsterneming wordt het vet in het blik geroerd.
Na het roeren NLGI-klasse 00 Verschil in NLGI: -2
DAvGebruikt : 40 mm SGebruikt : 1177 mm2 %Diff : 0
Verontreinigingstest (3.6)
Nee
Nee
Interpretatie Vet A:
- Mechanische eigenschappen na het roeren ongewijzigd
Vet B:
- Mechanische eigenschappen gewijzigd (zachter)
Volgens specificaties
Buiten de specificaties
34
SKF TKGT 1
4.2 Levensduur / trendanalyse van het vet Toepassings- en smeervoorwaarden: • Middelgrote elektrische motor • Vier monsters met drie intervallen van 2 maanden genomen. Grease used: • Polyurea / Mineral - NLGI 2.5 Aard van de analyse:
Houdbaarheidsperiode / Kwaliteit
Routinecontrole
Beschadiging
Werking van het vet
X
Trendanalyse
Vet vervangen
Verwachte verontreiniging
Overige redenen ..........................................................
Testen
1 2 3 4 Monster Vers, ongebruikt: 1
Eerste visuele inspectie (3.3)
Frisse, blauwe kleur
Monster: 2. (2 maanden)
NLGI class:
DAvVers : 29 mm SVers : 581 mm2
2.5
Iets donkerder, olieachtig
Sterk donkerder, olieachtig
NLGI class: 3 Verschil in NLGI: +0.5
Monster: 4 (6 maanden)
Olievloeitest (3.5)
NLGI class: 2.5 Verschil in NLGI: 0
Monster: 3 (4 maanden)
Consistentietest (3.4)
Ernstig donkerder, weinig olie (plakkering, droog)
NLGI class: 3.5 Verschil in NLGI: +1
DAvGebruikt : 28 mm SGebruikt : 537 mm2 %Diff : -8 DAvGebruikt : 27.5 mm SGebruikt : 515 mm2 %Diff : -11.5 DAvGebruikt : 22 mm SGebruikt : 301 mm2 %Diff : -48
Verontreinigingstest (3.6)
Weinig deeltjes. Veel gecarboniseerde deeltjes. Kleine afmetingen. Weinig deeltjes. Veel gecarboniseerde deeltjes. Kleine afmetingen. Veel grote gecarboniseerde deeltjes.
Interpretatie Monster 2: Monster 3: Monster 4:
- Monster in goede staat - Monster in goede staat - Gevorderde verslechtering van het vet
Herzie het smeerinterval
4.3 Selectie van het vet SKF TKGT 1
35
Toepassings- en smeervoorwaarden: • Lager van de hoofdas van een windturbine • Snelheid: 2390 rpm, n.dm=200 000 • Belasting C/P: 31 - Laag • Temperatuur zelf veroorzaakt (80-90°C) • Hoeveelheid smeermiddel: 20 gram • Monsterneming vanuit de kooi Twee vetten getest (dezelfde looptijd): • A - Lithium/Mineraal EP NLGI 2 • B- Lithium/PAO NLGI 2 Aard van de analyse: Houdbaarheidsperiode / Kwaliteit
Routinecontrole
Beschadiging
Werking van het vet
Trendanalyse
Vet vervangen
Verwachte verontreiniging X
Overige redenen ..........................................................
Testen Monster
Vers, ongebruikt: A Gebruikt: A
Vers, ongebruikt: B
Eerste visuele inspectie (3.3)
Bruin
Donkerder, veel gecarboniseerde deeltjes, sterke geur, olieachtig.
Wit
Gebruikt: B
Donkerder, olieachtig
Consistentietest (3.4)
Olievloeitest (3.5)
NLGI class:
DAvVers : 29 mm SVers : 581 mm2
2 NLGI class: 3 Verschil in NLGI: +1 NLGI class: 2
NLGI class: 2.5 Verschil in NLGI: +0.5
Verontreinigingstest (3.6)
DAvGebruikt : 23 mm SGebruikt : 336 mm2 %Diff : -42 DAvVers : 44 mm SVers : 1441 mm2
Ja – Veel grote gecarboniseerde deeltjes – Enkele kleine metaalachtige deeltjes
DAvGebruikt : 40 mm SGebruikt : 1177 mm2 %Diff : -18
Ja, maar beperkt en zeer fijn. Verspreid
Interpretatie Monster A: Monster B:
Gevorderde verslechtering van het vet Monster in goede staat
4.4 Verontreiniging
36
SKF TKGT 1
Toepassings- en smeervoorwaarden: • Lager van de hoofdas van een windturbine • Groot formaat tonlager • Hoge belasting, lage snelheid, stilstand • 2 monsters (1 & 2) genomen in twee verschillende windturbineparken – Monsterneming vanuit de behuizing. Vet in beide toepassingen gebruikt (gelijksoortig vet): • Lithium/Mineraal – NLGI 1 Aard van de analyse:
Houdbaarheidsperiode / Kwaliteit
Routinecontrole
Beschadiging
Werking van het vet
Trendanalyse
Vet vervangen
Verwachte verontreiniging
Overige redenen ..........................................................
X Testen Monster
Eerste visuele inspectie (3.3)
Consistentietest (3.4)
Olievloeitest (3.5)
Vers, ongebruikt:
Bruin
NLGI class: 1
DAvVers : 40 mm SVers : 1177 mm2
NLGI class: 0.5 Verschil in NLGI: -0.5
DAvGebruikt : 40 mm SGebruikt : 1177 mm2 %Diff : 0 DAvGebruikt : 44.5 mm SGebruikt : 1476 mm2 %Diff : +25
Monster: Windturbine park 1
Bruin, olieachtig
Monster: Windturbine park 2
Donkerder, olieachtig
NLGI class: 000 Verschil in NLGI: -3
Verontreinigingstest (3.6)
Zeer weinig deeltjes met kleine afmetingen
Veel grote deeltjes
Interpretatie Monster 1:
- Monster in goede staat.
Monster 2:
- Vet aanzienlijk zachter geworden
SKF TKGT 1
Controleer op mogelijke bronnen van olieverontreiniging. Controleer de afdichting en controleer op lekkage.
37
38 Monster voor verontreiniging 1
ETabRWX[^[XTe[^TXcTbc3XUU
Monster voor verontreiniging 2
Houdbaarheidsperiode B
- 1.5
-1
Monster voor levensduur van het vet / Trendanalyse 2
BP\T]ePccX]V
+ 50%
+ 25%
Monster voor levensduur van het vet / Trendanalyse 4 Monster voor selectie van het vet A
+1
ETabRWX[X]=;68
+ 1.5
Monster voor levensduur van het vet / Trendanalyse 3
Monster voor selectie van het vet B
Houdbaarheidsperiode A
- 25%
- 50%
4.5 Samenvatting
SKF TKGT 1
5. Onderhoud 5.1 Reinigen • Zorg dat de onderdelen altijd schoon zijn, in het bijzonder de glasplaatjes en de monsternemingsinstrumenten. Gebruik een geschikt reinigingsmiddel (bijvoorbeeld Loctite 7070). • Reinig de glasplaatjes eerst met een tissue om het meeste vet te verwijderen.
5.2 Reserveonderdelen Een reserveonderdelenset is verkrijgbaar met benaming TKGT 1-RK1, tevens is er een zet van monsterbakjes verkrijgbaar met de benaming TKGT 1-RK2 (50 stuks). Beschrijving
Hoeveelheid / Maat
Artikelnr. . (zie hoofdstuk 2. Inhoud)
Monsterbuis
2 meter
2
Monsterbakjes
20
4
Handschoenen
20 paar
5
Wegwerpspatels
2 sets
6
Masker
1
12
Pak vloeipapier
1
16
6. Bijlagen Deze CD-ROM bevat de volgende gebruiksaanwijzingen in PDF-format:
6.1 USB-verwarmer 6.2 USB-adapter 6.3 Microscoop
SKF TKGT 1
39
SKF Consistency Test Scale - TKGT 1
NLGI Grade
000 00 0 1 2 3 4 5
000 00 0 1 2 3 4 5
Printing tip: For correct scaled print always select Page Scaling: None
SKF Maintenance Products MP5366-2 · 2009/11 · © SKF 2009
® SKF is a registered trademark of the SKF Group
The contents of this publication are the copyright of the publisher and may not be reproduced (even extracts) unless permission is granted. Every care has been taken to ensure the accuracy of the information contained in this publication but no liability can be accepted for any loss or damage whether direct, indirect or consequential arising out of the use of the information contained herein.
Date: ........ /......... /.........
SKF Grease Test Kit TKGT 1 - Report Template Application & lubrication conditions (Refer to chapter 3.1 in the instructions for use) Application type: Machine number (bearing position):
With W33 design N/A
Bearing type and designation:
°C °F
Bearing operating temperature:
Ambient temperature: n.dm value:
Rotational speed n (r/min):
Sealing type:
Ambient conditions:
dm= 0.5*(d+D) d: Inner bore diameter, mm D: Outer ring outside diameter, mm
unknown C: Basic dynamic load rating, kN P: Equivalent dynamic bearing load, kN
Load (C/P):
Special conditions:
°C °F
Vertical shaft Vibrations
Outer ring rotation Standing still
Oscillating movements Shock loads
Others (decribe): ............................................................................................................................... Mechanical seals Shields
Labyrinth seals
Oil seals
Sealed for life
Other (decribe): ................................................................................................................................ Dry Contaminants
Humid
Dirty/dusty
Other (describe): ...................................................................................
Current lubrication conditions Grease in use (name): Basic specifications:
unknown NLGI Class:
Relubrication interval (hours):
unknown
Relubrication method:
Manual
Thickener type: Relubrication quantity (grams):
Automatic lubricator
Base oil type:
unknown
Centralized lubrication system
Other (describe): ..................................................................................................................................
Recommendation given by SKF LubeSelect (http://www.skf.com/portal/skf/home/aptitudexchange) Grease (name): Relubrication interval (hours): Notes:
Quantity (grams)
........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ...........................................................................................................................................................................
Machine number (bearing position):
Nature of analysis:
Shelf life/Quality Grease performance Contamination expected
Routine control Trend analysis
Damage Change of grease
Other reasons: .........................................................................................................
Collecting sample (Refer to chapter 3.2 in the instructions for use) Sample name: Date of sampling: Date of last relubrication: Sample location:
Bearing
Bearing raceways
Bearing cage
Seal
Housing
Other:: ..........................................................................
Between roller elements
unknown
Bearing operating time (hours):
Testing (Refer to chapters 3.3 to 3.6 in the instructions for use) Sample
First visual inspection (3.3)
Consistency test (3.4)
Oil bleeding test (3.5)
Fresh unused (name):
NLGI class:
.......................
.......................................... SFresh : …….........mm2
Used (name):
NLGI class:
.......................
.......................................... SUsed : ….......…..mm2
Changes:
NLGI difference:
Contamination test (3.6)
DAvFresh : .........…mm
DAvUsed : …..........mm
%Diff :.........................
..........................................
Interpretation (Refer to chapter 3.7 & 4 in the instructions for use)
.................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................... Inspector /Technician:
The contents of this publication are the copyright of the publisher and may not be reproduced (even extracts) unless prior written permission is granted. Every care has been taken to ensure the accuracy of the information contained in this publication but no liability can be accepted for any loss or damage whether direct, indirect or consequential arising out of use of the information contained herein.
SKF Maintenance Products MP5366E-1 · 2009/11 · © SKF 2009 ® SKF is a registered trademark of the SKF Group
www.mapro.skf.com www.skf.com/lubrication
De inhoud van deze publicatie is auteursrechtelijk beschermd en mag niet worden overgenomen (zelfs niet gedeeltelijk) tenzij schriftelijk toestemming is gegeven. Elke zorgvuldigheid is genomen om de nauwkeurigheid van de informatie in deze publicatie te verzekeren maar geen aansprakelijkheid kan voor om het even welke verlies of schade worden aanvaard die direct, indirect of volgend uit het gebruik van informatie uit deze publicatie volgt.
SKF Maintenance Products
© SKF 2009/11
www.mapro.skf.com www.skf.com/mount MP5366E ® SKF is a registered trademark of the SKF Group