De OR in de bedrijfstak Bouw Met actuele zaken aan de slag
FNV Bouw bestaat uit FNV Afbouw & Onderhoud, FNV Bouw & Infra, FNV Meubel & Hout en FNV Woondiensten en neemt deel aan FNV Waterbouw
3
1. De OR, een partij die meetelt!
Inhoud
‘Bonden en ondernemingsraad schakelen adviseurs in bij reorganisatie.’ ‘Ondernemingsraad maakt afspraken over inzet van flex-werkers .’ ‘Kritische kanttekeningen ondernemingsraad bij overname.’ ‘Werktijden op agenda ondernemingsraden.’ ‘OR denkt mee over terugdringen faalkosten’. ‘Communicatie in bedrijf verbeterd door inzet OR’ ‘Vertrouwen opgezegd in directie door de ondernemingsraad’
Berichten in de media over de activiteiten en de mening van de Ondernemingsraad (OR) zijn tegenwoordig geen uitzondering meer. De OR spreekt als vertegenwoordiger van de werknemers een belangrijk woordje mee binnen de bedrijven. Als er iets aan de hand is in een onderneming wordt ook graag de mening van de OR gevraagd. OR-en houden zich bezig met alle onderdelen van het ondernemingsbeleid. Concrete zaken rond reorganisatie, arbeidsomstandigheden, competentiemanagement, werkgelegenheid, flexibilisering en beoordeling zijn punten die de werknemers direct aangaan. Kortom, de OR is een partij die meedoet en meetelt!
bladzijde
1. De OR, een partij die meetelt!
1
2. Wanneer is de OR verplicht?
2
3. Gereedschap OR • Bevoegdheden
3 3
4. Resultaten
5
5. Faciliteiten
6
6. Rechtsbescherming
6
7. Steun van de bond
7
8. Ondernemingsraad en vakbond: samenwerking!
8
9. Waarom in de OR?
9
10. De sectoren in de bouwnijverheid
10
11. Voordelen OR-werk
12
12. De cao’s
13
13. Adressen
14
14. Informatie
15
De OR in de bedrijfstak Bouw | 1
2. Wanneer is de OR verplicht? De ondernemer behoort de OR in te stellen maar de beginstappen kunnen vanuit het personeel of de vakbonden komen. De OR bestaat sinds de jaren vijftig en is sinds 1979 een zelfstandig orgaan. De OR-leden worden gekozen uit en door de mensen die in de onderneming werken en bestaat dus alleen uit werknemers. Daarvoor worden verkiezingen gehouden. Net als bij bijvoorbeeld een gemeenteraad. De vakbond stelt leden uit het bedrijf die dit willen, kandidaat. Ook kunnen werknemers, die geen lid zijn van een vakbond (ook wel ongeorganiseerden genoemd) eigen kandidaten voordragen. Daarvoor moeten ongeorganiseerden wel handtekeningen ophalen want je zit er namens de werknemers. Meestal vinden er elke drie jaar nieuwe verkiezingen plaats. De OR kan daar ook twee of vier jaar van maken. FNV Bouw vindt 2 jaar, zeker voor nieuwkomers, tamelijk kort. Na twee jaar ben je ingewerkt en kun je goed meedraaien. Na de verkiezingen benoemt de OR vervolgens een van zijn leden tot voorzitter van de raad, een ander tot secretaris, stelt OR-commissies in met taken voor elk OR-lid en gaat aan de slag.
2 | De OR in de bedrijfstak Bouw
DE OR EEN OR IS VERPLICHT in ondernemingen met 50 of meer werknemers.
3. Gereedschap OR De OR overlegt namens de werknemers met de bedrijfsleiding over zaken die belangrijk zijn voor de werknemers. De OR bevordert dat de belangen van werknemers in het ondernemingsbeleid worden meegenomen. Daartoe volgt de OR het beleid van de onderneming kritisch en probeert het te beïnvloeden. Ook over het algemeen bedrijfsbeleid wordt steeds vaker meegedacht. Om dit werk te kunnen doen heeft de OR een aantal instrumenten, de wettelijke bevoegdheden.
Bevoegdheden De OR heeft het recht om de ondernemer advies te geven over ingrijpende financieel-, juridisch-, economische en organisatorische besluiten. Bijvoorbeeld bij een reorganisatie, overname of verplaatsing van de onderneming. Het adviesrecht (artikel 25, WOR), over de zogenoemde “harde, tastbare kant” van het ondernemen, is bindend en dus te zien als een akkoord van de OR. Zonder dat akkoord in het advies van de OR mag een ondernemer zijn voorgenomen besluit tot bijvoorbeeld een reorganisatie niet uitvoeren. Daarnaast is er het instemmingsrecht (artikel 27, WOR). Dat is te zien als een “ja” van de OR en gaat meestal over de zogenoemde “zachte, menskant” van het ondernemen. Zonder instemming van de OR mag de ondernemer geen plannen doorvoeren op het gebied van sociaal beleid en personeelsbeleid of arbeidsomstandigheden. De OR heeft instemmingsrecht als het gaat om regelingen rond werktijden, roostervrije dagen, vakantieregeling, veiligheid en gezondheid van werknemers, opleidingen, het verzuimbeleid en andere regelingen. Veel zaken rond het instemmingsrecht raken onderwerpen uit de cao. Het instemmingsrecht is een zwaarder recht dan het adviesrecht. Het totale ondernemingsbeleid bevat, kort samengevat, dus eigenlijk twee kanten van dezelfde medaille. Ten eerste het beleid en alle regelingen rond het “menselijke kapitaal” de werknemers. Daar gaat het instemmingsrecht (artikel 27, WOR) over. Ten tweede het “economisch kapitaal”, alle bedrijfsmiddelen, en daar gaat het adviesrecht (artikel 25, WOR) over. Twee andere belangrijke bevoegdheden of rechten worden niet altijd gebruikt, maar zijn wel interessant. De OR kan zelf initiatieven (artikel 23, WOR) nemen en over actuele onderwerpen voorstellen doen. De OR vraagt de directie dan dit uit te werken. De directie mag een voorstel van de OR niet zomaar naast zich neerleggen. Een ander recht of taak is het stimuleringsrecht (artikel 28, WOR). Via dit recht stimuleert en controleert de OR de naleving van de cao en
De OR in de bedrijfstak Bouw | 3
arbeidsvoorwaarden en de voorschriften rond arbeidsomstandigheden en werktijden. Verder bevordert de OR het werkoverleg, zaken rond doelgroepen en milieuzorg. Dit wordt ook wel het zorgrecht van de OR genoemd. Om zijn werk goed te kunnen doen heeft de OR informatie nodig. Daarom is er het informatierecht (artikel 31, WOR) wat als basis gezien kan worden voor al het OR-werk. Zo moet de directie de financiële jaarcijfers en andere belangrijke economische informatie aan de OR geven. Ook over het sociaal beleid moeten gegevens worden verstrekt. Denk bijvoorbeeld aan de ziekteverzuimcijfers of de opleidingen. Al met al kunnen de hoofdbevoegdheden van de OR in schema als volgt worden gezien.
SCHEMA HOOFDBEVOEGDHEDEN 23 - 25 - 27 - 28 DE BIJZONDERE BEVOEGDHEDEN ART. 31 HET INFORMATIERECHT
4 | De OR in de bedrijfstak Bouw
4. Resultaten Ook al heeft de OR vergaande bevoegdheden, in de praktijk is het voor een OR niet altijd gemakkelijk om resultaten te boeken. In de meeste bedrijven zijn de OR-en echter wel in staat wat te bereiken voor de werknemers. Concrete resultaten liggen vaak op de volgende terreinen: werkomstandigheden in het bedrijf; zaken rond het personeelsbeleid; werktijden, vakantieregelingen en roostervrije dagen; de naleving van de cao en uitwerking van cao-artikelen; onkostenvergoedingen; communicatie en werkoverleg; faalkosten en fouten; riskante overname of fusie; loopbaanbeleid; reorganisaties. Veranderingen in de organisatie, flexibilisering en het inschakelen van flex-werkers (bijvoorbeeld ZZP-ers, uitzendkrachten of onderaannemers), de bedrijfscultuur, opleidingsbeleid en leeftijdsfasebewust personeelsbeleid zijn zaken die verder weg liggen. Ook het werken aan te hoge werkdruk levert niet direct zichtbare resultaten. Toch zijn dat wel belangrijke zaken voor de werknemers en voor de onderneming. Daar kan een OR zich ook mee bezig houden. De OR kan zelf ook zaken op de agenda van de Overlegvergadering plaatsen en hoeft niet af te wachten op onderwerpen die de directie wil aanpakken. Neem het initiatief. De pro-actieve OR vindt men beter dan de afwachtende (reagerende) OR.
De OR in de bedrijfstak Bouw | 5
5. Faciliteiten Het werk in de OR kost tijd. Bovendien zijn er hulpmiddelen nodig om het OR-werk goed te kunnen doen. Denk aan vergaderruimte, telefoon, papier, fax, een computer (e-mail en internet), kopieermogelijkheden of administratieve ondersteuning. De werkgever moet volgens de wet zorgen voor alle faciliteiten die de OR nodig heeft om zijn werk goed te kunnen doen. Alle (redelijke) kosten zijn voor rekening van de ondernemer. De OR-leden kunnen in werktijd vergaderen, uiteraard met behoud van loon. Ook voor andere werkzaamheden krijgt u een bepaald aantal uren vrijaf. Bijvoorbeeld om met de achterban of met iemand van de vakbond of adviseur te overleggen. Daarnaast heeft de OR het recht om op kosten van de onderneming deskundigen van buiten de onderneming in te schakelen. Een financieel specialist bijvoorbeeld die behulpzaam is bij het beoordelen van de financiële stukken of een OR-adviseur die de OR kan bijstaan bij een reorganisatie of nieuw beoordelingssysteem. OR-leden hebben ook recht op minimaal vijf dagen scholing per jaar, in werktijd. En als u in een OR-commissie zit drie dagen extra. De kosten voor scholing komen ten laste van de ondernemer (zie voor de rechten omtrent faciliteiten de artikelen 14 t/m 22 van de WOR).
6. Rechtsbescherming Om te voorkomen dat u door uw OR-werk in de knel komt, is er wettelijke bescherming (artikel 21, WOR). Als OR-lid, maar ook al op het moment dat u zich kandidaat stelt voor de OR, mag u niet benadeeld worden in uw positie in het bedrijf. De werkgever kan kandidaten en ex-OR-leden doorgaans alleen met toestemming van de kantonrechter ontslaan. Voor OR-leden geldt zelfs een ontslagverbod, waarop slechts een enkele uitzondering (bijvoorbeeld inkrimping) mogelijk is. Het kan ook zijn dat u hinder ondervindt in uw gewone werk, door de leiding anders wordt behandeld of moeilijk naar vergaderingen kunt. Ook dat is aan de orde te stellen en op te lossen.
6 | De OR in de bedrijfstak Bouw
7. Steun van de bond FNV Bouw ondersteunt de OR-leden die door de bond kandidaat zijn gesteld in hun OR-werk.
Wat kunt u als OR-lid van FNV Bouw verwachten? U kunt een beroep doen op de regiobestuurders van FNV Bouw die u bij kwesties in uw bedrijf, over adviesaanvragen en instemmingsverzoeken kunnen adviseren en doorverwijzen. Ook heeft FNV Bouw een OR-telefoon (het AIP, advies- en informatiepunt) waar via telefonisch- en emailcontact antwoord op vragen wordt verkregen. Verder is er het bureau OR Advies waar u (betaalde) ondersteuning krijgt van deskundige adviseurs. U kunt ook bellen met FNV Formaat, waar deskundige opleiders een cursus met u kunnen afspreken. U krijgt schriftelijke informatie door middel van: - het Handboek Medezeggenschap, dat informatie geeft over een veelheid van onderwerpen als medezeggenschap en de arbeidsverhoudingen, reorganisatie, arbeidsvoorwaarden, ziekteverzuim, werktijden, arbeidsomstandigheden en sociaal- en personeelsbeleid; - brochures over verschillende onderwerpen als naleving van de cao, reorganisatie, ziekteverzuim of arbeidsomstandigheden, werkkosten en diverse zaken rond medezeggenschap; - bulletins over het verloop van de cao-onderhandelingen. U krijgt de mogelijkheid kennis en ervaring uit te wisselen met kaderleden van andere OR-en in vergelijkbare ondernemingen. De bond heeft daarvoor in elke regio en per sector regionale kadergroepen. Deze kadergroepen bestaan uit kaderleden uit verschillende bedrijven. Deze komen meestal drie tot vier keer per jaar bij elkaar en bespreken bijvoorbeeld wat er in de bedrijven aan de hand is en hoe zaken kunnen worden aangepakt. Verder kunnen er ook concernbijeenkomsten georganiseerd worden door de regiobestuurder die contactpersoon is voor desbetreffend concern. FNV Bouw organiseert studiedagen en cursussen waaraan u kunt deelnemen. Dat gebeurt meestal vanuit de regio maar er zijn ook enkele landelijke bijeenkomsten vanuit het hoofdkantoor, bijvoorbeeld OR-werkconferenties. Er zijn ook OR-platforms bij FNV Bouw. Hier komt u leden van andere OR-en tegen, kunt u ervaringen en meningen uitwisselen of aan een actueel onderwerp uit de sector werken. Informeer bij uw regiobestuurder over data, onderwerpen en deelname.
WEBSITE VEEL INFORMATIE is ook op de website van FNV Bouw te bekijken. www.fnvbouw.nl/medezeggenschap
De OR in de bedrijfstak Bouw | 7
8. Ondernemingsraad en vakbond: samenwerking! FNV Bouw wil OR-leden graag ondersteunen door middel van goede dienstverlening. Want, de bond en de OR hebben elkaar nodig. Samenwerking, taakverdeling en respect voor elkaar is belangrijk om medezeggenschap tot resultaten te laten leiden. En om in de arbeidsverhoudingen goed te kunnen opereren. FNV Bouw kan zaken regelen door afspraken te maken in de cao of door het overheidsbeleid te beïnvloeden. In de cao staan echter ook een aantal globale regelingen. De OR kan in overleg met de werkgever zorgen voor de uitwerking van die regelingen voor het eigen bedrijf. Er kan bijvoorbeeld in de cao wel worden afgesproken hoeveel ATVdagen er zijn, maar niet hoe de werknemers in het bedrijf die kunnen opnemen. Dat wordt per bedrijf afgesproken en daarbij speelt de OR een belangrijke rol. Met de toenemende decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden, zoals dat zo mooi heet, kan de OR een grotere taak krijgen bij het verder invullen van arbeidsvoorwaarden op ondernemingsniveau. Dat gaat een stap verder dan ATV-dagen en handelt bijvoorbeeld over allerlei vormen van verlof, bijsparen, opleidingen, onkostenvergoedingen en leeftijdsbewust personeelsbeleid. Nieuwe onderwerpen en een nieuwe taak bij moderne cao’s. De laatste jaren worden OR-en meer geconfronteerd met overnames, fusies en reorganisaties. Bij een fusie bijvoorbeeld is van belang dat OR-en deskundige ondersteuning inschakelen. Vakbondsbestuurders, (centrale) OR-en en adviseurs zouden meer moeten samenwerken om volwaardig mee te doen in de adviesprocedure rond de fusie en de veranderingen in het bedrijf of concern daarna. Je krijgt dan beter informatie los over het “boekenonderzoek” en de bedrijven en werkmaatschappijen van beide holdings, concerns of corporaties. Daarnaast kan dit “driepartijenoverleg” de onderhandelingen, het advies en afspraken over latere bedrijfsveranderingen beter op elkaar afstemmen.
LET OP! IN SOMMIGE CAO’S zijn aanvullende afspraken gemaakt over medezeggenschap. Bijvoorbeeld over extra bevoegdheden voor de OR. VOOR INFORMATIE over die aanvullende
De vakbonden en de OR kunnen hierbij dus proberen onderling tot goede afspraken en werkverdeling te komen. Samenwerken is de beste manier om de belangen van de werknemers in het bedrijf te behartigen, en de richting van het bedrijf mede vorm te geven.
8 | De OR in de bedrijfstak Bouw
afspraken kunt u het Handboek Medezeggenschap van FNV Bouw raadplegen. Of u kunt contact opnemen met de bond.
9. Waarom in de OR? Het OR-werk is een taak die tijd en energie kost, u doet dit vrijwillig maar wel in werktijd. En het is zeker niet altijd gemakkelijk. Aan de andere kant kan het u ook veel opleveren. U kunt er veel van leren. Die kennis en ervaring kunt u gebruiken in uw gewone werk. En, het biedt perspectief voor andere taken en functies.
HET OR-WERK DIENT 3 DOELEN • DE ONDERNEMING wordt door de inzet van de OR een goede, duurzame onderneming waar goed met het menselijk kapitaal, de werknemers
Als OR-lid krijgt u goed zicht op wat er in de onderneming speelt. U kunt de belangen van uw collega’s onder de aandacht van de directie brengen. Zo heeft u zelf invloed op zaken die volgens u beter kunnen. Daarnaast krijgt u de kans bestuurlijke ervaring op te doen en u heeft recht op scholing. OR-leden worden ook voor een aantal uren vrijgesteld voor het or-werk. Dat betekent dus meer afwisseling in het dagelijks werk.
wordt omgegaan. • TEN TWEEDE behartigt u de belangen van de werknemers. • TEN DERDE kunt u veel van het ORwerk leren. U ontwikkelt in de OR competenties die ook elders in uw werk of daarbuiten (vrijwilligerswerk) zijn in te zetten.
De OR in de bedrijfstak Bouw | 9
10. De sectoren in de bouwnijverheid De bedrijfstak bouwnijverheid is in te delen in vijf sectoren.
1.
Sector Bouw en Infra
4.
Ten eerste is er de sector Bouw en Infra, de wereld van de (hoofd) aannemers in de Burgerlijke en Utiliteitsbouw en de Grond-, Wegen Waterbouw. Kortom de sector bouw die varieert van onderaannemers, kleine bouwbedrijven, middelgrote bouwbedrijven tot bouwconcerns. Men maakt woningen, kantoren, (openbare) gebouwen en wegen.
2.
Ten vierde is er de sector Woondiensten; die van de woningcorporaties, die veelal het beheer en onderhoud regelen in de (sociale) huursector van de woningmarkt. Met de liberalisering en commercialisering van de woningmarkt zijn er ook steeds meer afdelingen projectontwikkeling of vastgoed BV’s ontstaan en wordt de tak koopwoningen en verkoop steeds groter. In Nederland zijn anno 2011 ruim 400 woningcorporaties met zo’n 40.000 werknemers. Woningcorporaties zijn meer kantoororganisaties geworden; veel werk qua (grootschalig) onderhoud is uitbesteed. Er zijn veel verschillende soorten corporaties, van groot tot klein, op het platteland en in een grote stad. De ene corporatie richt zich louter op de maatschappelijke taak van sociale verhuur en de andere is meer een projectontwikkelaar die het meest in het nieuws komt met het ontwikkelen en verkopen van dure appartementenblokken. Of een mix daarvan.
Sector Afbouw en Onderhoud Ten tweede is er de sector Afbouw en Onderhoud. Dat is de wereld van de schilders, de stukadoors, de vloerenleggers en de onderhoudsbedrijven. Kortweg de sector Afbouw en Onderhoud.
3.
Sector Meubel- en Houtindustrie Ten derde is er de sector Meubel- en Houtindustrie (MHI). Hier gaat het om de meubel- en de timmerindustrie en de houthandel. Het is voor een groot deel toelevering voor de sector bouw. Neem bijvoorbeeld de trappen, kozijnen, deuren, enzovoorts. De sector MHI levert ook aan het grootwinkelbedrijf en de winkels; dan gaat het bijvoorbeeld om keukens, meubels, bedden, enzovoorts.
10 | De OR in de bedrijfstak Bouw
Sector Woondiensten
5.
Sector Waterbouw Ten vijfde is er de sector Waterbouw, de internationale wereld van de baggeraars en de bemanning van de schepen in deze sector. Voor een klein deel vindt het werk in Nederland plaats maar het merendeel werkt wereldwijd.
FNV Bouw sluit voor de vijf sectoren 18 sector-cao’s af voor in totaal, ruw geschat, zo’n 300.000 werknemers. Vanwege de toenemende flexibilisering is er steeds minder vast personeel en werken er steeds meer (buitenlandse) uitzendkrachten, zzp-ers, tijdelijk personeel op in- en uitleenbasis. Het valt ook op dat de verhouding UTA-personeel en bouwpersoneel verandert. Lag dat voorheen op 1 op 3, is het momenteel meer 1 op 1 en is de tendens dat het vast personeel steeds meer uit UTA-werknemers gaat bestaan. Bouwplaatspersoneel is steeds meer in dienst van andere bedrijven of wordt via de flexibele schil ingehuurd. Ook personeel uit andere sectoren komt de bouwnijverheid binnen, bijvoorbeeld werknemers die onder de schoonmaak-cao vallen. Het spreekt voor zich dat er in en rond de bouwnijverheid nog veel meer andere werknemers werkzaam zijn maar die vallen onder andere bedrijfstakken en/of andere cao’s. Zij zijn niet bij de hoofdaannemer in dienst maar bij nevenaannemers, fabrikanten, toeleveranciers als installatiebedrijven, de steen- en cementindustrie, enzovoorts. Je kunt dit ook zien als fragmentarisering, vlucht uit de cao en verkleining van het bestand van gewone, vaste werknemers. De flexibele schillen in de bedrijven van de bouwnijverheid worden tegenwoordig steeds groter. Andere kenmerken hebben ook invloed op het wel of niet slagen van goed OR-werk. En voor het opbouwen en onderhouden een netwerk. De sector bouw wordt wel een “rondreizend circus” genoemd; bouwplaats personeel werkt verspreid door de regio of in het land en op verschillende projecten. Of langs de weg. Men ziet de collega’s weinig. Het is kenmerkend voor de sector bouw dat er een grote afstand is tussen het personeel op de bouwplaats en het personeel op kantoor. Dit geldt ook voor de uitvoering en het midden- en hoger kader in een bouwonderneming. Een en ander heeft tot gevolg dat zowel kantoorpersoneel als midden- en hoger kader weinig in de OR zitting hebben en er ook weinig contacten zijn.
LASTIGE CONTEXT Het is een “lastige context” met soms
Een derde, hiermee samenhangend punt is, dat de OR niet goed geworteld lijkt te zijn in het bedrijf; de OR beweegt zich te weinig in de organisatie. In bouwkundige termen gesproken lijkt de medezeggenschap onvoldoende ‘verankerd’. Men komt elkaar alleen op kantoor tegen voor het Overleg.
tegenwerkende directeur/eigenaren. Vooral in kleine bedrijven voelt menig OR zich als “ongewenst”. Al met al een bedrijfstak met bijzondere sectoren waar medezeggenschap
Een vierde kenmerk, van geheel andere aard is, dat de sectoren waar FNV Bouw zich voor inzet heel divers zijn. Er zijn grote en kleine organisaties, moderne en traditionele. Er zijn typische bouwbedrijven, maar ook toeleveranciers (zoals timmerfabrieken) en bedrijven die meer als (moderne) kantoororganisaties uitzien (zoals woningcorporaties). Door deze genoemde organisatie-economische kenmerken is het in de sectoren van de bouwnijverheid niet altijd even eenvoudig om medezeggenschap uit te oefenen.
verschillende vormen aanneemt. Soms moet dat van de grond worden opgebouwd of is de directeur niet gewend aan een OR. Aan de andere kant loopt de medezeggenschap al jaren goed en er zijn ondernemingen waar de medezeggenschap een volledig onderdeel is van de normale besluitvorming en bedrijfscultuur.
De OR in de bedrijfstak Bouw | 11
11. Voordelen OR-werk Hoewel een OR wettelijk verplicht is, zijn er soms bezwaren tegen het instellen van een OR. Het kost tijd en geld en het levert te weinig op. Maar medezeggenschap heeft ook voordelen en kan ook geld opleveren. Hieronder staan enkele argumenten die u in de discussie over de OR of PVT kunt gebruiken. Gebruik die argumenten die voor uw onderneming het meest interessant zijn. Maak de argumenten concreet met behulp van een voorbeeld.
Voordelen voor de onderneming
Voordelen voor de werknemers
De OR is een klankbord voor de plannen van de directie op bijvoorbeeld praktische haalbaarheid. Dat scheelt later geld. De OR denkt mee over toekomstige ontwikkelingen. De OR signaleert problemen en zwakke plekken in de onderneming. De OR brengt de ondernemer op de hoogte wat er leeft in de onderneming (doorgeefluik). De OR levert een bijdrage aan de verbetering van de interne communicatie. De OR vergroot de betrokkenheid van het personeel bij de onderneming en maakt gebruik van de kennis en inzichten van het personeel. De OR zorgt voor een goede afweging tussen ondernemingsbelangen en werknemersbelangen. Met de OR kan de ondernemer raamafspraken in de cao invullen. Het instellen van een OR is wettelijk verplicht. De onderneming leeft de wet na en kan zich daarmee promoten. Aan de andere kant heeft de onderneming dan minder “last” van de wetgever, werknemers en de vakbonden.
De OR praat mee over de plannen van de directie. De OR beïnvloedt toekomstige ontwikkelingen. De OR kaart problemen aan die er onder het personeel leven, en kan voorstellen doen voor mogelijke oplossingen. Een ondernemer kan niet zomaar besluiten nemen; op veel punten is daar eerst toestemming van de OR voor nodig. De OR brengt de werkgever op de hoogte van wat er leeft in de onderneming en probeert op basis hiervan het beleid te beïnvloeden. De OR verbetert de interne communicatie. De OR kan belangrijke zaken die onder het personeel leven meenemen naar het overleg. Via de OR luistert de ondernemer beter naar het personeel en neemt hun inbreng wellicht serieuzer. De OR zorgt voor een goede afweging tussen werknemersbelangen en ondernemingsbelangen. Het naar de directie overbrengen van Arboknelpunten kan bijvoorbeeld ongevallen voorkomen. De OR kan, als de cao dat toelaat, raamafspraken in de cao op een voor de werknemers goede manier invullen. Ook heeft de OR een controlerende en stimulerende taak bij het naleven van de cao (art 28, WOR) en andere arbeidsvoorwaarden.
12 | De OR in de bedrijfstak Bouw
12. De cao’s Sector afbouw Cao Afbouw Cao Natuursteenbedrijf Cao Schilders-, afwerkings- en glaszetbedrijf
Sector bouw Cao Cao Cao Cao
Bitumineuze en kunststof dakbedekking Bouwnijverheid Mortel- en morteltransportondernemingen Railinfrastructuur
Sector meubel- en houtindustrie Cao Cao Cao Cao Cao Cao Cao Cao
Houthandel Houtverwerkende industrie Hiswa (Jachtbouw) Meubelindustrie en meubileringsbedrijven Orgelbouwbedrijf Parketvloerondernemingen Tentoonstellingsbedrijven Timmerindustrie
Sector waterbouw Cao Waterbouw Cao Natte grindbaggerbedrijf
Sector woningcorporaties Cao Woondiensten.
De OR in de bedrijfstak Bouw | 13
13. Adressen FNV Bouw FNV Bouw hoofdkantoor Houttuinlaan 3, 3447 GM Woerden Postbus 520, 3440 AM Woerden TELEFOON 088 575 70 25 E-MAIL
[email protected] Regiokantoren FNV Bouw FNV Bouw regio Noord L. Springerlaan 23, 9727 KB Groningen Postbus 11025, 9700 CA Groningen TELEFOON 088 575 75 00 E-MAIL
[email protected] fnvbouw.net/noord FNV Bouw regio Oost Gotlandstraat 2b, 7418 AZ Deventer Postbus 68, 7400 AB Deventer TELEFOON 088 575 76 50 E-MAIL
[email protected] fnvbouw.net/oost FNV Bouw regio Zuidoost Schepenlaan 6, 6002 EE Weert Postbus 10248, 6000 GE Weert TELEFOON 088 575 75 50 E-MAIL
[email protected] fnvbouw.net/zuidoost FNV Bouw regio Zuidwest Pegasusweg 200, 3067 KX Rotterdam Postbus 8692, 3009 AR Rotterdam TELEFOON 088 575 76 00 E-MAIL
[email protected] fnvbouw.net/zuidwest FNV Bouw regio Noordwest Houttuinlaan 3, 3447 GM Woerden Postbus 102, 3440 AC Woerden TELEFOON 088 575 77 00 E-MAIL
[email protected] fnvbouw.net/noordwest
14 | De OR in de bedrijfstak Bouw
Andere adressen GBIO (Gemeenschappelijk Begeleidings Instituut Ondernemingsraden) Catharijnesingel 56, 3511 GE Utrecht Postbus 19306, 3501 DH Utrecht TELEFOON 030 231 88 00 E-MAIL
[email protected] Bedrijfscommissie Markt 1 Bezuidenhoutseweg 60, 2594 AW Den Haag Postbus 90405, 2509 LK Den Haag TELEFOON 070 349 95 61 Federatie Nederlandse Vakbeweging FNV Postbus 8456 1005 AL Amsterdam TELEFOON 020 581 63 00 E-MAIL
[email protected] FNV Formaat Postbus 565 3440 AW Woerden E-MAIL
[email protected] Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam Prinsengracht 436 1017 KE Amsterdam TELEFOON 020 541 34 32 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Anna van Hannoverstraat 4 2595 BJ Den Haag TELEFOON 070 333 44 44 SER (Sociaal-Economische Raad) Bezuidenhoutseweg 60 2594 AW Den Haag Postbus 90405 2509 LK Den Haag TELEFOON 070 349 94 99
14. Informatie Zie voor meer informatie over de Ondernemingsraad (OR) en Personeelsvertegenwoordiging (PVT) onderstaande boeken en websites.
Boeken en vakbladen “Handboek Medezeggenschap FNV Bouw”, een gereedschapskist voor or en pvt in de Bouw- en Houtnijverheid, Kluwer, Alphen aan den Rijn, 2009. “De OR in 153 vragen & antwoorden”, Wanne van den Bijllaardt, e.a., uitgeverij Thema, Zaltbommel, 2007. “Inzicht in de Ondernemingsraad”, een toelichting bij de Wet op de Ondernemingsraden, Mr. F.W.H. Vink en Dr. H. van het Kaar, Sdu uitgevers, Den Haag 2011, 22e druk. ‘Voorbeeldreglement Ondernemingsraden”, SER, februari 2011, Den Haag. “Leidraad Personeelsvertegenwoordiging”, SER, februari 2011, Den Haag “Praktijkblad Ondernemingsraad”, Reed Business bv.
Internet www.fnvbouw.nl/medezeggenschap www.gbio.nl www. bedrijfscommissie.nl www.ser.nl www.minszw.nl www.nvmedezeggenschap.eu www.or-online.nl www.advokatenkollektief.nl www.ornet.nl www.fnvbouw.net/noordwest www.fnvbouw.net/noord www.fnvbouw.net/zuidwest www.fnvbouw.net/oost www.fnvbouw.net/zuidoost
De OR in de bedrijfstak Bouw | 15
COLOFON Dit is een uitgave van Stichting FNV Pers in opdracht van FNV Bouw, Afdeling Algemene Belangenbehartiging (ABB) | Postbus 520, 3440 AM Woerden | T 088 575 57 000 | www.fnvbouw.nl | Prepress Studio FNV Bouw | Druk Macula, Waddinxveen | Foto omslag © Chris Pennarts | Oplage 5.000 | Bestellen Dit artikel is te bestellen (bestelnummer: B0040) bij de afdeling Inkoop & Voorraadbeheer FNV Bouw T 088 575 57 247 | Woerden, juli 2011 | 11234
16 | De OR in de bedrijfstak Bouw
www.fnvbouw.nl
Deel 3 van een serie over medezeggenschap
2 | Werkkosten en werknemers
1.
Zin in medezeggenschap?
2.
Aan de slag met OR/PVT-verkiezingen
3.
De OR in de bedrijfstak bouw
4.
De PVT bij kleine bedrijven
5.
Medezeggenschap bij woningcorporaties
6.
Vakbondswerk in de onderneming
7.
Werkkosten en werknemers
8.
Aan de slag met OR-platforms