De NWF-regeling Een toelichting op de regeling van de Stichting Nederlands Wielrennersfonds
Januari 2011
Stichting Nederland Wielrennersfonds Harderwijkweg 5 2803 PW Gouda Tel: 0182 – 571171 Fax: 0182 - 532732 www.nwf.nu
1. Inleiding .................................................................................................... 3 2. Uw overbruggingsuitkering .................................................................... 4 2.1 De premie ............................................................................................. 4 2.2 De uitkering .......................................................................................... 4 2.3 Beleggingen en rendement .................................................................. 5 2.4 Uitkering bij overlijden .......................................................................... 5 3. Uw oudedagsuitkering ............................................................................ 6 3.1 De premie ............................................................................................. 6 3.2 De uitkering .......................................................................................... 6 3.3 Jaarlijkse rendement ............................................................................ 6 4. De partner- en wezenuitkering ................................................................ 8 4.1 Premie partner- en wezenuitkering ...................................................... 8 4.2 De hoogte van de partneruitkering ....................................................... 8 4.3 De hoogte van de wezenuitkering ........................................................ 9 5. Diverse onderwerpen ............................................................................ 10 5.1 KNWU-beroepsrennerslicentie .......................................................... 10 5.2 Echtscheiding ..................................................................................... 10 5.3 Definitie partner/kind .......................................................................... 10 6. Veel gestelde vragen ............................................................................. 11 Bijlage 1: Tabellen ..................................................................................... 12
2
1. Inleiding Als beroepswielrenner zet u alles op alles om uw doel te bereiken. Dat kost u al uw tijd en energie. De periode ná uw wielercarrière lijkt dan nog ver weg. De Stichting Nederlands Wielrennersfonds (het NWF) helpt u tijdens uw wielerloopbaan een goede financiële basis op te bouwen voor de periode erná. Het NWF voert voor u een overbruggingsregeling en een oudedagsregeling uit. U betaalt hiervoor jaarlijks een premie tijdens uw carrière. De twee regelingen bestaan uit de volgende onderdelen: Inkomen voor uzelf: 1. Na afloop van uw wielercarrière ontvangt u gedurende een bepaalde periode elke maand een overbruggingsuitkering van het NWF. 2. Vanaf leeftijd 65 ontvangt u een levenslang inkomen van een verzekeraar (let op: alleen als u aan het eind van uw carrière hiervoor een koopsom stort; hiervoor dient u aan een aantal voorwaarden te voldoen). Inkomen voor uw nabestaanden 1 3. Als u komt te overlijden tijdens uw actieve wielercarrière, ontvangt uw partner een levenslang inkomen van een verzekeraar. Uw kind(eren) ontvangen een inkomen tot ze de leeftijd van 21 jaar bereiken. 4. Als u komt te overlijden na afloop van uw carrière geldt hetzelfde als hiervoor (let op: alleen als u aan het eind van uw carrière hiervoor een koopsom stort). Deelname aan het NWF is door de KNWU verplicht gesteld voor alle beroepswielrenners die in het bezit zijn of willen komen van een Nederlandse beroepsrennerslicentie. Deze brochure geeft u alleen algemene informatie over de NWF-regelingen. Uitgebreide informatie treft u verder aan in het uitkeringsreglement. Aan deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend; het uitkeringsreglement is altijd bindend. Indien u vragen heeft, aarzel dan niet contact op te nemen met het NWF. Wij zijn er voor ú! Het NWF-bestuur
1
Voor definitie partner: zie 5.3
3
2. Uw overbruggingsuitkering Tijdens uw professionele wielercarrière draagt u een deel van uw inkomen als premie af aan het NWF. De door u betaalde premie wordt in uw eigen deelnemersfonds gestort. Het geld in uw deelnemersfonds wordt gedurende de gehele periode van deelnemerschap belegd. Op het moment dat u uw wielercarrière beëindigt, betaalt u (indien van toepassing) uit uw fonds een koopsom voor de oudedags- en nabestaandenuitkering. Het restant ontvangt u gedurende een bepaalde periode als overbruggingsuitkering in maandtermijnen. U heeft door deelname aan het NWF een belastingvoordeel. De fondspremie betaalt u namelijk uit uw bruto inkomen. U betaalt pas belasting over de uitkeringen die u t.z.t. ontvangt. Aangezien uw inkomen wordt uitgespreid over een langere periode, is de kans groot dat u hiermee belasting bespaart. Daar komt bij dat u over het saldo in uw deelnemerfonds geen belasting (box 3) hoeft te betalen. 2.1 De premie De hoogte van de (jaarlijkse) premie is afhankelijk van de fondspremiebasis. Deze bestaat uit uw inkomsten minus uw aftrekposten. De volgende inkomsten worden in aanmerking genomen: 1. Bruto-inkomsten uit dienstbetrekking; 2. Bruto-inkomsten uit criteriums en overige wedstrijden in binnen- en buitenland Vervolgens wordt als aftrekpost in aanmerking genomen het in het buitenland verdiende inkomen voor zover u hierover in Nederland bent vrijgesteld van Inkomstenbelasting. Dit zijn bijvoorbeeld inkomsten uit landen waarmee Nederland een zogenaamd ‘vrijstellingsverdrag ter voorkoming van dubbele belastinghefing’ heeft afgesloten. Wij raden u aan bij vragen hierover contact op te nemen met uw belastingadviseur. De premie wordt bepaald aan de hand van de tabel uit het reglement. In bijlage II staat deze tabel weergegeven. Als uw fondspremiebasis in een jaar meer bedraagt dan € 30.600, draagt u premie af aan het NWF. De premie die u betaalt, mag u (als negatief loon) verrekenen met uw belastbare inkomen in de IB-aangifte. Voorbeeld 1: Berekening fondspremie Stel: Uw inkomen uit uw dienstbetrekking bedraagt € 44.000. Daarnaast ontvangt u € 10.000 aan inkomsten uit diverse criteriums. Uw totale inkomen (= fondspremie-basis) is € 54.000. Conform de tabel in bijlage I bedraagt uw fondspremie: € 3.050 plus 20% van het meerdere boven € 50.900 = € 3.670. 2.2 De uitkering Meteen na afloop van uw professionele wielercarrière, vraagt u bij het NWF uw overbruggingsuitkering aan. U ontvangt vervolgens iedere maand een uitkering van het NWF. De duur van deze uitkering is afhankelijk van de hoogte van het saldo in uw overbruggingsfonds en wordt bepaald door middel van een tabel (zie bijlage I). In deze
4
tabel wordt uitgegaan van het fondssaldo ná betaling van de eventuele koopsom voor uw oudedagsuitkering (zie hoofdstuk 3). Indien uw saldo aan het einde van uw carrière minder bedraagt dan € 7.500 wordt het in één keer uitbetaald. De hoogte van uw uitkering is het resultaat van het delen van uw fondssaldo door het aantal maanden dat de uitkering duurt volgens de genoemde tabel. De uitkering wordt, indien het rendement dit mogelijk maakt, jaarlijks verhoogd (inflatiecorrectie) uit het gemaakte rendement. Over uw uitkeringen houdt het NWF loonbelasting en (sociale) premies in. Indien u in het buitenland woont en een uitkering ontvangt, is heffing van belasting en premies afhankelijk van het belastingverdrag tussen het land waarin u woont en Nederland. Als dit het geval is, kunt u het best even contact met het NWF opnemen. 2.3 Beleggingen en rendement Het saldo van uw deelnemersfonds wordt belegd. Deze beleggingen zijn samengevoegd met de beleggingen van het Contractspelersfonds KNVB (CFK). Door de omvang van de totale portefeuille (€600-700 miljoen) zijn de kosten voor vermogensbeheer beperkt. Het uitgangspunt van het beleggingsbeleid is het behalen van een redelijk rendement zonder daarbij grote risico’s te lopen. Dat betekent dat een groot deel van de portefeuille wordt belegd in vastrentende waarden (zoals obligaties) en slechts een beperkt deel in zakelijke waarden zoals aandelen en vastgoed. Het rendement van een boekjaar wordt bepaald na afloop van ieder beleggingsjaar. Het rendement wordt per 1 januari van elk jaar op uw deelnemersfonds bijgeschreven. . 2.4 Uitkering bij overlijden Als u een partner en/of kinderen heeft en u komt te overlijden vóórdat uw overbruggingsuitkering is ingegaan, wordt uw opgebouwde fondssaldo gebruikt ter financiering van de nabestaanden- en/of wezenuitkering (zie verder hoofdstuk 4). Als u een partner heeft en u komt te overlijden nadat uw overbruggingsuitkeringen 1 zijn ingegaan, gaat de lopende overbruggingsuitkering over op uw partner . Indien u op dat moment geen partner heeft, maar wel een kind(eren), wordt het opgebouwde fondssaldo in een keer uitgekeerd aan uw kind(eren). Als u, voor of na ingang van uw overbruggingsuitkering, komt te overlijden en u heeft geen partner of kind(eren), vervalt het saldo aan het NWF (in feite aan de overige deelnemers). Indien u de waarde van uw deelnemerfonds in dat geval wilt nalaten aan derden (bijvoorbeeld ouders) kunt u via het NWF een aparte verzekering afsluiten (Profsport-Overlijdensrisico-Verzekering).
5
3. Uw oudedagsuitkering Een deel van de premie, die u jaarlijks aan het NWF afdraagt, is bestemd voor uw oudedagsuitkering. Hiermee verzekert u zich van een jaarlijkse uitkering na uw 65e jaar. 3.1 De premie De hoogte van de premie is afhankelijk van de hoogte van uw (in te kopen) oudedagsuitkering. Op het moment dat u uw wielercarrière definitief beëindigt, bepaalt u de gewenste hoogte van uw oudedagsuitkering (zie 3.2). De hiervoor benodigde koopsom wordt op dat moment berekend. Deze koopsom wordt vervolgens betaald uit uw overbruggingsfonds. 3.2 De uitkering Uw oudedagsuitkering wordt vastgesteld op het moment dat u uw wielercarrière definitief heeft beëindigd. De hoogte van uw uitkering bedraagt één procent van de gemiddelde berekeningsgrondslag (=fondspremiebasis verminderd met € 14.000) over de laatste drie volle kalenderjaren, verminderd met de geldende ‘franchise’. Voorbeeld 2 laat zien hoe dat in zijn werk gaat. Op uw verzoek kan de hoogte van uw oudedagsuitkering ook worden gesteld op 1,5% of 2% per kalenderjaar. Tevens bestaat de mogelijkheid om maximaal 15% van uw fondssaldo aan te wenden voor uw oudedagsuitkering. Het NWF laat u door heldere berekeningen zien welke consequenties alle mogelijke keuzes voor u hebben. Indien uw (in te kopen) oudedagsuitkering op basis van de voorgaande regels minder zou bedragen dan € 2.800 per jaar, wordt er geen oudedagsuitkering voor u verzekerd. Uw overbruggingsfonds wordt dan volledig aangewend voor uw overbruggingsuitkering. (Let op: in dat geval wordt er ook geen partneruitkering en wezenuitkering verzekerd). De oudedagsuitkering gaat in op de eerste dag van de maand waarin u 65 jaar wordt. De uitkering vindt plaats tot en met de dag van uw overlijden. 3.3 Jaarlijkse rendement Bij de vaststelling van uw oudedagsuitkering is rekening gehouden met een jaarlijks rendement van 4% (indien u pensioen heeft aangekocht vanaf 1 januari 2008 is dit 3%). Indien het gerealiseerde rendement in enig jaar hoger ligt dan 4% resp. 3% (na aftrek van kosten) en er daardoor overrente beschikbaar is, kan het NWF-bestuur besluiten om de verzekerde uitkeringen te verhogen.
6
Voorbeeld 2: Berekening oudedagsuitkering Stel: U bent aan het einde van uw wielercarrière 10 jaar als beroepsrenner actief geweest. In de laatste drie jaren bedroeg uw fondspremiebasis gemiddeld € 78.000. De gecorrigeerde fondspremiebasis is dan €78.000 -/- €14.000 = € 64.000. Deze grondslag wordt verminderd met de geldende franchise (per 1 januari 2011: € 12.898). Dit resulteert in een berekeningsgrondslag van € 51.102. Uw ouderdomsuitkering bedraagt jaarlijks: € 51.102 * 1% * 10 jaar: € 5.110.
7
4. De partner- en wezenuitkering Het is geruststellend om te weten dat uw partner en/of kinderen na uw overlijden zeker zijn van een inkomen. Via het NWF bestaat er dan ook voor uw partner¹ en/of kinderen een uitkering bij overlijden, te weten de partner- en wezenuitkering. Afhankelijk van het moment waarop u overlijdt (tijdens of na uw wielercarrière), geldt het volgende: 1. Overlijden tijdens de carrière Indien u overlijdt tijdens uw carrière zijn een partneruitkering en een wezenuitkering verzekerd bij Nationale-Nederlanden. 2. Overlijden na afloop van de carrière Indien u overlijdt na afloop van uw carrière zijn een partneruitkering en een wezenuitkering verzekerd bij Nationale-Nederlanden. Let op: dit geldt alleen als u op het moment van beëindigen van uw carrière een oudedagsuitkering i.c.m. een partner- en wezenuitkering heeft aangekocht bij Nationale-Nederlanden. Zie hoofdstuk 3. 4.1 Premie partner- en wezenuitkering Overlijdensverzekering tijdens carrière U betaalt jaarlijks, tot het moment dat uw overbruggingsuitkering ingaat, een (risico)premie. Deze premie wordt betaald uit uw overbruggingsfonds. Overlijdensverzekering na afloop van uw carrière Op het moment dat uw overbruggingsuitkering ingaat wordt de premie voor deze verzekering eenmalig betaald uit uw fonds. Dit gebeurt in combinatie met de aankoop van een oudedagsuitkering en alleen als u op dat moment een partner en/of kin(eren) heeft. 4.2 De hoogte van de partneruitkering De partneruitkering gaat in op de dag dat u komt te overlijden en eindigt op de dag van het overlijden van uw partner¹. Overlijden tijdens de carrière De hoogte van de partneruitkering is 50% van het verschil tussen uw fondspremiebasis en € 14.000, over het laatste volle kalenderjaar dat u als beroepsrenner deelnemer was. Deze partneruitkering is alleen van kracht als uw fondspremiebasis tenminste € 30.600 bedroeg. De partneruitkering bedraagt minimaal € 4.100 en maximaal € 32.000. Overlijden na afloop van de carrière De hoogte van de partneruitkering is 70% van de verzekerde oudedagsuitkering (zie hoofdstuk 3.1).
8
Voorbeeld 3: Overlijden tijdens carrière Stel: U komt te overlijden tijdens uw carrière. Uw fondspremiebasis over het laatste volledige kalenderjaar waarin u als wielrenner actief was € 55.000. De gecorrigeerde fondspremiebasis bedraagt € 55.000 minus € 14.000: € 41.000. De levenslange nabestaandenuitkering bedraagt jaarlijks: 50% * € 41.000 = € 20.500. De tijdelijke wezenuitkering bedraagt: 20% van € 20.500 = € 4.100.
Voorbeeld 4: Overlijden na afloop van de carrière (zie voorbeeld 2: oudedagsuitkering) Indien u komt te overlijden ontvangt uw partner jaarlijks 70% van de verzekerde oudedagsuitkering, te weten 70% van € 5.110 = € 3.577 per jaar. Uw kind(eren) ontvangen na uw overlijden ieder: 0,20% van € 3.577 = € 715 per jaar.
4.3 De hoogte van de wezenuitkering De wezenuitkering gaat in op de dag dat u komt te overlijden en eindigt op de 21-jarige leeftijd van uw kind(eren). Overlijden tijdens carrière De hoogte van de wezenuitkering is 20% van de partneruitkering. De uitkering wordt verdubbeld zodra ook uw partner¹ is komen te overlijden en er geen nabestaandenuitkering meer wordt uitgekeerd. Overlijden na afloop van de carrière De hoogte van de wezenuitkering is 20% van de partneruitkering. De uitkering wordt verdubbeld zodra uw partner¹ ook is komen te overlijden en er geen nabestaandenuitkering meer wordt uitgekeerd.
9
5. Diverse onderwerpen 5.1 KNWU-beroepsrennerslicentie De NWF-regeling geldt voor alle beroepsrenners. Deelname aan de regeling is verplicht. Om in aanmerking te komen voor een beroepsrennerlicentie dient u te beschikken over een deelnemerscontract met het NWF (artikel 42, Reglement voor de Wielersport). U sluit met het NWF een deelnemerscontract. In dit contract worden de rechten en plichten vastgelegd. U wordt NWF-deelnemer nadat het deelnemerscontract is getekend. Het niet nakomen van het deelnemerscontract heeft gevolgen voor de verstrekking van de beroepsrennerslicentie voor het volgende jaar. 5.2 Echtscheiding Indien u gaat scheiden of uw geregistreerd partnerschap verbreekt, heeft uw expartner in principe recht op 50% van de totale waarde van alle bij/via het NWF opgebouwde rechten. Deze rechten bestaan uit de waarde van het deelnemersfonds en de waarde van de rechten die eventueel zijn ingekocht bij de verzekeraar. Indien u uw samenlevingscontract beëindigt, behoudt uw ex-partner alleen recht op de nabestaandenuitkering die (eventueel) is ingekocht bij een verzekeraar. In de praktijk kan dat alleen het geval zijn na afloop van uw carrière. Partijen kunnen overigens door middel van een convenant een afwijkende regeling treffen. 5.3 Definitie partner/kind Onder partner wordt verstaan: De persoon met u gehuwd bent of een geregistreerd partnerschap bent aangegaan, dan wel de persoon met wie u een samenlevingsovereenkomst heeft. Indien u een samenlevingsovereenkomst heeft, geldt dat: 1. u en de persoon met wie u samenwoont beiden ongehuwd zijn en geen geregistreerd partnerschap zijn aangegaan. 2. er sprake is van een relatie van twee personen die geen bloed- of aanverwante in de rechte lijn of tweede graad van de zijlijn van elkaar zijn. Onder kind wordt verstaan: 1. Uw wettige kind alsmede uw gewettigde, geadopteerde en erkende kind; 2. uw stief- en pleegkind, dat als uw eigen kind wordt onderhouden en opgevoed.
6. Veel gestelde vragen 6.1 Is deelname aan de NWF-regeling verplicht? Ja, voor iedere beroepswielrenner die in het bezit is of wil komen van een beroepsrennerlicentie van de KNWU. 6.2 Moet het fondssaldo worden opgegeven in de jaarlijkse belastingaangifte? Neen, het saldo van het deelnemerfonds hoeft niet in Box 3 te worden aangegeven. De waarde van het fonds wordt dus niet betrokken in de vermogensrendementsheffing (IB). 6.3 Kan het fondssaldo in één keer c.q. tussentijds worden uitgekeerd? Neen, de overbruggingsregeling is bedoeld om u, na uw wielercarrière, een periodieke uitkering te verstrekken. Het fondssaldo kan niet in één keer of tussentijds worden uitgekeerd. Het fondssaldo c.q. de overbruggingsuitkeringen kan/kunnen niet worden afgekocht of als zekerheid worden gesteld. 6.4 Kan ik na mijn wielercarrière wachten met het aanvragen van mijn overbruggingsuitkering? Neen, u dient direct na het beëindigen van uw wielercarrière de uitkering aan te vragen. Indien u een loongerelateerde uitkering ontvangt en u de NWF-uitkering wilt uitstellen, kunt u hiertoe een verzoek doen. 6.5 Waarom is het van belang dat wijziging van burgerlijke staat en/of gezinssamenstelling aan het NWF worden doorgegeven? Voor de verzekering van een uitkering bij overlijden is van belang dat u wijzigingen zoals huwelijk, geboorte en echtscheiding zo spoedig mogelijk doorgeeft aan het NWF. Tevens is het belangrijk dat u het NWF informeert over adreswijzigingen. 6.6 Waar kan ik informatie aanvragen over de Profsport-Overlijdensrisicoverzekering? Indien u behoefte heeft aan meer informatie over de Profsport-OverlijdensrisicoVerzekering (POV) kunt u contact opnemen met het NWF. 6.7 Hoe weet ik welk bedrag ik krijg op mijn 65-jarige leeftijd? Uw aanspraken staan weergegeven op het verzekeringsbewijs van Nationale Nederlanden. 6.8 Waar kan ik terecht voor nadere informatie? Voor vragen over een van de regelingen van het NWF kunt u contact opnemen met het NWF: 0182-571171 Hoewel de informatie uit deze brochure met de grootst mogelijke zorg is samengesteld, kunnen aan de tekst geen rechten worden ontleend. De tekst van het officiële reglement en de statuten van de Stichting zijn bepalend.
11
Bijlage 1: Tabellen Fondspremiebasis minder dan € 30.600 € 30.600,00 of meer, doch minder dan € 36.100,00
Fondspremie nihil € 830,00 plus 5% van het meerdere boven € 30.600,00
€ 36.100,00 of meer, doch minder dan € 41.600,00
€ 1.105,00 plus 10% van het meerdere boven € 36.100,00
€ 41.600,00 of meer, doch minder dan € 50.900,00
€ 1.655,00 plus 15% van het meerdere boven € 41.600,00
€ 50.900,00 of meer, doch minder dan € 69.300,00
€ 3.055,00 plus 20% van het meerdere boven € 50.900,00
€ 69.300,00 of meer, doch minder dan € 87.800,00
€ 6.730,00 plus 25% van het meerdere boven € 69.300,00
€ 87.800,00 of meer, doch minder dan € 106.200,00
€ 11.355,00 plus 30% van het meerdere boven € 87.800,00
€ 106.200,00 of meer, doch minder dan € 124.700,00
€ 16.875,00 plus 40% van het meerdere boven € 106.200,00
€ 124.700,00 of meer
€ 24.275,00 plus 50% van het meerdere boven € 124.700,00
Looptijd overbruggingsuitkering Overbruggingsfonds minder dan € 7.500,00 € 7.500,00 tot € 9.100,00 € 9.100,00 tot € 27.600,00 € 27.600,00 tot € 37.000,00 € 37.000,00 tot € 55.300,00 € 55.300,00 tot € 73.800,00 € 73.800,00 tot € 92.300,00 € 92.300,00 tot € 138.400,00 € 138.400,00 tot € 184.600,00 € 184.600,00 tot € 276.700,00 € 276.700,00 tot € 369.000,00 € 369.000,00 tot € 461.300,00 € 461.300,00 tot € 553.600,00 € 553.600,00 tot € 645.700,00 € 645.700,00 tot € 738.000,00 € 738.000,00 tot € 830.300,00 € 830.300,00 tot € 922.600,00 € 922.600,00 tot € 1.107.000,00 € 1.107.000,00 of meer
Aantal maanden 1 24 36 48 60 72 84 96 108 120 132 144 156 168 180 192 204 216 240
12