“DE NALATENSCHAP VAN TWEE TEUTENFAMILIES UIT BORKEL EN SCHAFT”
Geraadpleegde bronnen: -onderzoek Familie Verweijen door W.G. Verweijen; -‘de nalatenschap van een Brabantse teut’ door heemkundekring H.N. Ouwerling te Deurne; -de Teuten, buitengaanders van de Kempen door W.H.Th. Knippenberg; -Het Kerkdorp Borkel en Schaft door pater Dominicus de Jong O.C.R.; -200 jaar familie van den Besselaar door Christ van den Besselaar; -privé archief van Albert Baken uit Deurne. Heemkundekring Weerderheem
36
Auteur:
Joop van Appeldorn
Uitgave van:
Heemkundekring Weerderheem
juni 2008
Weet u da t er heel lang geleden teuten woonden in Borkel en Sc haf t? Zeer waarschijnlijk niet, want tot op hed en was daar eigenlijk heel weinig van bekend. Pa ter Dominicus d e Jong heef t er in zijn besc hrijving van het Kerkdorp Borkel en Schaf t ui t 1951 heel kort aandacht aan geschonken. Fei telijke gegevens ontbraken echter tot op heden zoda t het hoe en wat van deze teuten slec hts bij een enkeling bekend i s. Naar aanleiding van het Periodiekske van oktober 2006, met als onderwerp ‘de begraafplaatsen van Borkel en Schaf t’, kwam ik in contac t met Albert Baken, een zoon van de voormalig burgemeester van Borkel en Schaf t. Toen bleek da t Albert over een onvoorstelbare scha t aan oude documenten besc hikt over die teuten en hij bood mij de gelegenheid daar kennis van te nemen. Albert Baken is een nazaa t van die teuten. Het heef t hem al tijd geboeid waar zijn voorvaderen mee bezig zi jn geweest en da t is dan ook de belangrijkste reden waarom hij al die mooie oude stukken zorgvuldig heef t bewaard. Ik heb verschillende keren Albert Baken in Deurne opgezocht en ik viel van de ene in de andere verbazing. Hij bezi t niet alleen oude documenten uit de 18e en 19e eeuw, hij beschikt ook nog over gebruiksvoorwerpen ui t die tijd, zaken die tot het dagelijkse ‘gereedsc hap’ van zijn voorvaderen behoorden. Bovendien is Albert een boeiend verteller, reden waarom ik iedere keer weer met volle teugen van mijn bezoekjes in Deurne heb genoten. Het hoe en het waarom en hoe de verschillende fa milielijntjes lopen, komt hierna allemaal uitgebreid nog aan de orde, we gaan echter eerst wat nader in op de ‘omgeving’. Een ex erci tie die, althans naar mijn mening, nodig is om alles in de jui ste contex t te kunnen plaa tsen. Borkel en Schaf t is een van de mooiste stukjes van onze gemeente, het is nog ec ht landelijk gebleven. En ook al roepen ze daar in die kleine kern dat er gebouwd moet worden, diep in hun hart willen ze eigenlijk niets liever dan dat ‘eigene’ van dat mooie Brabantse dorpje bewaren. Heemkundekring Weerderheem
2
In 1914 laat Theodorus Heuvels een mooi nieuw huis bouwen aan de Dorpsstraa t, een huis da t vandaag de dag nog steeds schuin tegenover de pastorie in Borkel in het hartje van het dorp staa t te schi tteren. Op de foto hierond er die in 1937 is gemaakt vanwege het 50-jarig huwelijksfeest van d e fa milie Heuvels-van Hout kunnen we de contouren van het mooie huis duidelijk herkennen.
Ook duidelijk uit deze foto blijkt da t de familie inmiddels voor de nodige nakomelingen heef t gezorgd! Met opa en oma erbij tel ik maar liefst 22 personen op deze foto, maar da t is in de jaren dertig niet ongewoon. Tot 1962 blijft het vermogen van d e fa milie Heuvels in geza menlijke handen van de families Baken en van Gastel. Dan beslui ten de families om over te gaan tot een openba re verkoping. Maar liefst vijf boerderijen en 62 ha land gaan in de verkoop, de fa milie Baken-Heuvels wordt ui teindelijk de eigenaar.
Heemkundekring Weerderheem
35
Daar ontstaa t een volgend probleem met de kerk. Op een gegeven moment gaa t het kerkbestuur graven rui men en de graven van diverse ‘Verweijens’ verdwijnen. Ook de grafstenen verdwijnen en worden gebruikt als ondergrond voor de potstal. En da t allemaal zonder de nabestaanden te kennen die echt in de veronderstelling leefden dat ze voor eeuwig een graf hadden gekocht! De grootste post van de begrafenis is overigens 102 pond was voor de somma van f. 153,= waar dat dan ook voor gebruikt mag zijn! De fa milie Heuvels woont in eerste instantie op Schaf t. We weten da t Albertus Heuvels ooi t (in 1778) een boerderij liet bouwen aan de Dorpstraa t tegenover de boerderij van Verweijen (AVW). Deze boerderij is in de loop der jaren drif tig verbouwd, origineel is nog de rechterzi jde met daarin het jaartal gemetseld. De stenen zijn echter inmiddels zodanig verweerd, dat het jaartal nog nauwelijks zichtbaar i s.
Het is een ontwikkeling waar alle kleine kernen op een gegeven moment mee geconfronteerd worden. De jeugd moet ook in die kleine kern kunnen blijven wonen vinden we met z’n allen, maar als er al ergens een van die mooie stulpjes vri j komt, is de prijs zodanig dat die eigen jeugd dat nooi t van z’n leven kan opbrengen en dus … weten we allemaal wat er dan gebeurt. En jui st ook vanwege de waardevolle natuur die het zo cruciaal maakt om die kleine kern te behouden, mag er ook niet ec ht uitgebreid worden. Met andere woorden, de kleine kern zit ha rtsti kke klem en een echte oplossing is niet in zicht. Iedereen weet ongetwijfeld dat Borkel en Schaf t tot 1 mei 1934 een zelfstandige gemeente was. Vanaf die datum maakt het sa men met Dommelen en Valkenswaard deel uit van de gemeente ‘Valkenswaard’. Iedereen weet ook da t de inwoners van die kleinere gemeensc happen dit soort ‘sa menvoegingen’ in eerste instanti e ervaren als een vorm van annexatie, zij worden opgeslokt door de grote gemeente en het ‘eigene’ van de kleine dorpsgemeensc hap verdwijnt hoe dan ook, althans dat is de algemene verwachting. De praktijk is toc h iets meer genuanceerd. Regel ma tig spreek ik inwoners van Borkel en Schaf t en vaak kri jg ik dan toch een reac tie van
“wat hier de laatste jaren tot stand is gekomen, zou nooit gerealiseerd zijn als Borkel en Schaf t nog die kleine zelfstandige gemeente zou zijn geweest”. Bovendien ligt de kern van Borkel en Schaf t zover van het hartje van Valkenswaard, dat ze toc h hun ‘eigene’ heel aardig in stand kunnen houden. In eerste instantie pra ten we over twee kerkdorpen, “een groep bij
elkaar gelegen landelijke woningen met sociale betekenis en bepaalde kenmerken, gevormd rond de eigen kapel met schuurkerk of kerk”, aldus Domincus de Jong. Bij Keizerlijk decreet van 14 mei 1810 ontstaa t de nieuwe gemeente Borkel en Schaf t. Het dorp tel t dan nog geen 500 inwoners en de mensen leven van de landbouw, maar ook da t houd t bepaald niet over. Heemkundekring Weerderheem
34
Heemkundekring Weerderheem
3
Vier vijfde van de gemeente bestaa t ui t heide en lage vennen en de overige gronden zijn onvruchtbaar en vaak vanwege hun afstand naar de bebouwing, niet voor ontginning va tbaar. Het zal duidelijk zijn, veel welvaart kennen de inwoners van Borkel en Schaf t niet. In die tijd zien we rogge, boekweit, ha ver en aardappelen die op de ontgonnen gronden worden verbouwd. Het is moeilijk om er de kost te verdienen. De grond is sc hraal, de gezinnen zi jn groot en dus is er geen sprake van weelde. Daarbij komt da t de eerstgeborene in principe het recht kri jgt om de boerderij van vader voort te zetten en de overige kinderen moeten maar zien da t ze op een andere manier de kost gaan verdienen. TEUTEN Iedereen heef t er wel eens van gehoord, maar wie en wat waren d eze lieden nou eigenlijk? Het i s een bonte verza meling van handelslieden en ambachtslui die, over het algemeen, in de 18e en 19e eeuw rond trekken om hun waar te slijten. Opvallende bijzonderheid is hun organisa tievorm, het zijn zeer strikt georganiseerde groepen die in compagnievorm sa menwerken. Ze trekken door een groot d eel van Europa, we zien ze met hun koopwaar (op de rug) in Nederland, Dui tsland, Frankrijk, Luxemburg en sommigen trekken zelfs naar Denema rken. Het zijn op de eerste plaa ts ‘ondernemers’ en ondersc heiden zic h van rond trekkende leurders en marskra mers door hun organisa tievorm. Eerder is hiervoor het woord ‘compagnie’ al gevallen. Het gaa t dan om de wijze waarop de teuten sa menwerken. Het aantal deelnemers binnen een compagnie is gerela teerd aan de grootte van het afzetgebied. En dan gaat het niet alleen over het aantal hec ta ren da t een gebied groot is, maar ook om het aantal te bedienen klanten binnen da t gebied. Het is een soort van ongesc hreven wet da t de ‘compagnie’ binnen zijn eigen gebied blijft en da t binnen da t gebied ook geen ‘concurrerende’ compagnie ac tief zal zijn.
Heemkundekring Weerderheem
4
Zo is zoon Albert op een gegeven moment op zoektoc ht in de woning, en bepaald niet tevergeefs! In een alkoof ontdekt hij een ijzeren kluisje wat tot zijn verbazing niet is afgesloten. De bui t is bijzonder, hij vind t een paar zeer speciale buideltjes met een wel zeer speciale inhoud. Ze zitten na melijk barstenvol gouden tientjes! De buidel tjes mag Albert houden, de gouden tientjes mag hij bij opa Heuvels inleveren! De buideltjes bestaan ui t twee compa rti menten, beiden met een ring afgesloten. Zeer waarschijnlijk worden de buidel tjes achter de broekriem gestoken zoda t ze veilig opgeborgen zijn. De eerder aangehaalde rolverdeling tussen de beide zussen blijkt ook overduidelijk ui t de foto’s, althans uit de manier waarop de beide dames poseren! Als de dames overlijden regel t de familie de begrafenis met alles erop en eraan. De fa milie koopt in dat verband ook een graf en wel voor fl. 100,=.
Heemkundekring Weerderheem
33
De heer Baken is er dan nog niet op gekleed om bezoek te ontvangen. Hij staa t zich nog in zijn onderhemdje in de keuken te scheren en voel t zich door mi jnheer pastoor overvallen. Hij verzoekt mijnheer pastoor dan ook vriendelijk, als hij hem wil bezoeken, zich aan de voordeur te melden. De toon is dan ui teraa rd gezet! Even naar de broer en zusters van Theodorus, te weten naar Albertus, Maria Johanna en Maria Catharina Heuvel s. Ook zij komen terug van Lisse en gaan wonen in de boerderij Dorpsstraa t 74, tegenover de familie Baken en Heuvels.
De teuten handelen in versc hillende goederen. De belangrijkste handelswaar zijn linnen en wollen stoffen, koperen en tinnen gebruiksvoorwerpen, biggen, aardewerk, messen en zaden. Maar ook zijn er teuten die specifiek in ‘haar’ handelen. Deze handelaren ontstaan in de periode van Lodewijk XIV van Frankrijk als de mensen aan het hof pruiken dragen. De teut gaat bij de boeren op het pla tteland langs de deur om het haar van de jonge boerendochters op te kopen. Vervolgens gaat dan de ‘oogst’ naar de pruikenmakers. Deze rond trekkend e teuten gebruiken steevast een stuk gereed schap dat veel overeenkomsten heef t met onze huidige ‘Nordic Walking stokken’. Het heet dan de ‘gaanstok’. Nu zijn de stokken veelal van kunststof, in de tijd van de teuten zijn ze van eikenhout of mi spelaar. Het zijn twee holle helf ten die aan de onderkant worden sa mengeva t met een koperen voet en aan de bovenkant met een koperen beugel. Da t d e stokken hol zijn heef t duidelijk een func tie.
Alle drie zijn vrijgezel en sa men bestieren ze daar het huishouden. De beide dames hebben daarbij een duidelijke rolverd eling, Maria Catharina is de ‘meid’ en Maria Johanna is de ‘mevrouw’. Als de laatste, Maria Catharina in 1931 komt te overlijden, komt de boerderij aan de Dorpstraa t leeg te staan. Het is dan een mooie speelplek voor de kinderen van burgemeester Baken die er regel ma tig vertoeven. Da t lijdt dan zo mee en dan tot bijzondere vondsten. Heemkundekring Weerderheem
32
Tussen die twee helf ten word t een kling of lemmer (een soort degen) geklemd waarmee de teuten in geval van nood zich kunnen verdedigen tegen rond trekkend tuig. Deze func tie is echter een bijkomstigheid, de stokken zijn op de eerste plaats bedoeld voor hetzelfde als onze huidige ‘Nordic Walking stokken’, namelijk om het lopen te vergemakkelijken. Tot nu toe hebben we steeds gesproken over één bepaalde soort teut, namelijk de rond trekkende teut. Ze gaan met hun koopwaar van deur tot deur. Ze zijn dan maanden onderweg en komen in de winter thuis om die ti jd bij hun gezin door te brengen. We kennen echter nog een ander soort, de zogenaa mde ‘sedentaire’ teuten of tewel ‘zittende’ teuten. Heemkundekring Weerderheem
5
Zij drijven hun handel ook ver van huis en haard, maar deze teuten hebben in d e regio waar ze handel drijven een, noem het maa r tweede vaste verblijfplaats. Ze hebben daar een winkel waar klanten hun waar kunnen kopen, maa r van waarui t de teuten ook weer klanten in de directe omgeving bezoeken. Tot deze groep behoren onze teuten ui t Borkel en Schaf t. Dan is er nog een derde groep, dat zijn de lubberaars, snijders of tewel lieden die zich bezig houden met castreren. Ook zij trekken rond en combineren hun werk vaak met de handel in vee. Een van onze Borkel en Schaf tse teuten handel t in tex tiel en houd t zich tevens bezig met het castreren van dieren.
Eerder hebben we al verschillende keren va stgesteld dat de fa milies zich als zeer godvruchtig gedragen.
We beginnen di t verhaal zo rond midden 18e eeuw en om alles in het juiste verband te kunnen plaatsen, is het goed om eerst even te kijken wat op dat moment d e posi tie van het Brabantse land binnen haar directe omgeving is. We maken daarvoor een uitstapje van Borkel en Schaf t naar de vaderlandse gesc hiedenis. Ik realiseer me dat di t mogelijk voor u een hele stap i s, maar we hebben die kennis nodig om de wetenswaardigheden rond onze hoofdpersonen goed te kunnen plaa tsen. Eigenlijk zou je gewoon heel si mpel de verschillende oorlogen ui t die tijd op een ri jtje kunnen zetten om een lijn te vinden voor ons edele Brabant. Oorlogen zijn aan de orde van de dag en daardoor veranderen grenzen idem di to snel. Rond 1400 kennen we nog één groot Hertogdom Brabant. Heel globaal zou je kunnen zeggen dat we dan praten over een groot deel van de huidige Provincie Noord Brabant en een deel van het huidige Vlaanderen. Het onderstaande kaartje geef t een indruk van de si tua tie rond die tijd.
Heemkundekring Weerderheem
Hij brengt di t goedje mee vanui t ‘Holland’ en het wondermiddel is goed voor iedere kwaal. Het recept i s altijd gehei m gebleven. Zeker is echter dat er onder andere zwavel in zit en dat heef t tot gevolg da t bij het urineren het gebruik van het goedje duidelijk is vast te stellen! Menige inwoner van Borkel en Schaf t heef t indertijd dankbaar gebruik gemaakt van de inhoud van het al tijd aanwezige flesje Haarlemmerolie.
6
Giften aan d e kerk zijn heel gebruikelijk en diverse leden van de families zijn lid van ‘broedersc happen’. Zo ook Theodorus Heuvels. Hij mag in 1882 toetreden tot het genootsc hap van de Heilige Kindsheid. Toch weten we ook dat er regel ma tig versc hil van mening is tussen enerzijds de kerkelijke overheid en anderzijds de fa milie Baken. Waarschijnlijk heef t het allemaal te maken met kleine onhebbelijkheden die opgeblazen worden tot grote hoogten. Zo is bijvoorbeeld bekend dat als pastoor Goyaarts zijn intrede doet in Borkel en Schaf t, hij zo her en der kennis gaat maken. Zo meent hij op een gegeven moment ook oud burgemeester Baken een bezoek te gaan brengen en zoals te doen gebruikelijk op een dorp, gaa t hij heel si mpel achterom. Heemkundekring Weerderheem
31
Albertus A. Verweijen 1725 Maria A.J. Bots 1734 1784
Adriaan A. Verweijen 1763 1837 Maria C. Melskens 1777 1851
Albertus Heuvels 1776 1897 Johanna M. Janssen 1779 1855
Theodors Heuvels 1811 1900 Lamberdina Verwijen 1817 1855
Maria C. * 1847 1931
In 1568 begint de tac htigjarige oorlog. Er is voortdurend strijd en de buit, in dit geval het noorden van het Hertogdom Brabant, valt tijd ens die tachtigjarige oorlog toe aan de calvinistisc he Republiek d er Zeven Provinciën, terwijl het zuidelijk deel katholiek en in Spaanse handen blijft.
Theodorus Heuvels 1740 Johanna M. v.d. Kruis (Kruijssen)
Anthonius Heuvels * 1814 1887
Maria J. * 1849 1927
Albertus * 1852 1923
Theodorus A. Heuvels 1854 1943 Maria C. van Hout 1863 1954
Lambardina Heuvels 1890 1973
Joseph Baken 1844 1931 Johanna Neutkens 1874 1933
Johan. A. Baken 1884 1963
Nog even terug naar Theodorus (1854), onze laatste teut. Tot zijn persoonlijke bezi ttingen behoort steeva st een flesje ‘Haarlemmerolie’.
Heemkundekring Weerderheem
30
Da t noordelijk deel van het Hertogdom Brabant kunnen we zo ongeveer vergelijken met de huidige Provincie Noord Brabant. Deze sc heiding heef t grote gevolgen voor d e inwoners van onze provincie. Niet langer worden ze aangestuurd door het ri jke Antwerpen en het voorna me Brussel, maar het calvinisti sche Den Haag krijgt het hier voor het zeggen. Brabant is dan een soort ‘wingewest’ voor de Republiek der Nederlanden. Het is pure armoede, de zandgronden van de Kempen en de Peel zorgen slec hts voor een mini maal bestaan. Bovendien is Brabant in die tijd een doorlopend slagveld voor allerlei loslopende legerbendes die elkaar proberen de kop in te slaan, maar tussen de bedrijven door ook de bevolking afpersen en uitroken. Da t duurt allemaal tot zo rond 1796, men spreekt dan over de ‘Bataafse omwenteling’. Heemkundekring Weerderheem
7
Met steun van Nederlandse pa triotten trekken Franse troepen Brabant binnen. ‘Holland‘ is vervolgens voor de Fransen een fluitje van een cent, zonder slag of stoot veroveren ze ook di t gebied en de revolutionairen hebben het voor het zeggen. In de hele Republiek vieren ze feest, de mensen dansen overal rond de zogenaa mde ‘vrijheidsboom’, maar later zal blijken dat al die veranderingen voor het gewone volk nauwelijks tot verbetering leid t. Het blijf t onrustig in Brabant, vooral omda t in België een opstand uitbreekt. Franse mili tairen worden in Brabant ingekwartierd, ook in Borkel en Sc haft. De Brabantse gemeensc hap is daar niet blij mee, het kost de goegemeente geld, hoe je het ook wend t of keert. Een van onze hoofdpersonen krijgt ook met die inkwartiering te maken. Op de een of andere manier weet hij het zo te regelen da t hij geen gewone ‘manschappen’ krijgt toebedeeld, maa r zijn gasten zi jn heuse officieren. Hij krijgt wel een financiële vergoeding voor die huisvesting, een vetpot is het echter niet!
Het Franse bestuur heef t ook zijn goede kanten. Zo krijgen we dankzij het Franse bestuur een echte Burgerlijke Stand en ook zien we in 1832 het Kadaster op de agenda komen. Heemkundekring Weerderheem
8
Da t betekent, dat als in 1943 Theodorus Heuvels (1854) komt te overlijden, een einde komt aan de tak Heuvels. Bij een van de twee dochters komen we een bekende voornaa m tegen, namelijk La mberdina, genoemd naar haar grootmoeder. Zij trouwt in 1915 met Johan Baken, op dat moment (sinds 1911) burgemeester van Borkel en Schaf t. Hij is de zoon van Joseph Baken, burgemeester van Westerhoven. De tweede dochter, Johanna Heuvels trouwt met Joseph van Gastel en dat betekent da t uiteindelijk het vermogen van de ‘Heuvels’ bij zowel de familie Baken als de fa milie van Gastel terecht komt. Johan Baken en La mberdina Heuvels bouwen, met financiële steun van opa Heuvel s, een fraai huis op de hoek van de Dorpstraa t richting Malpie. Zij vormen een zeer vruchtbaar gezin, maar liefst twaalf nakomelingen tel t het gezin Baken. Na tuurlijk heef t burgemeester Baken een heel aardig inkomen, alhoewel het zeer zeker geen vetpot is. Zo’n groot gezin opvoeden en ze ook nog eens een keer la ten studeren vergt nogal wat financiële armslag. Zo staan er, na afloop van iedere vakantie, in huize Ba ken zeven koffers klaar voor de kinderen die elders studeren en het is vooral opa Heuvels die di t allemaal mogelijk maakt. Mocht u het allemaal niet meer kunnen volgen, dan volgt hier een plaatje waarbij zichtbaar word t hoe de versc hillende families bij elkaar komen.
Heemkundekring Weerderheem
29
Het zijn de dames Maria Catharina (1847), Maria Johanna (1849) en de jongens Albertus (1852) en opnieuw een Theodorus Adrianus (1854). Vader Theodorus (1811) gaa t sa men met oom Antonius en zijn vier kinderen verd er met de compagnie. Theodorus (1854) trouwt in 1887 met Ma ria van Hout, de zuster van Theodorus van Hout, die van 1875 tot 1911 burgemeester van Borkel en Schaft is. U ziet het, we blijven bepaald in ‘goede kringen’ verkeren. Theodorus (1854) is de laa tste teut. Sa men met zijn broer en beide zusters runt hij het bedrijf in Lisse tot ongeveer 1910. Ze vinden het dan mooi geweest en willen niet langer zo ver van hun fa milie verblijven. Juist da t laa tste gaa t een steed s grotere rol spelen en ook zijn tol eisen. Vader is ver weg en moeder moet de kinderen eigenlijk in haar eentje opvoeden.
kinderen. Twee zoons overlijden respec tievelijk in 1888 en 1891.
vrij
Heemkundekring Weerderheem
Financieel is het dan waarschijnlijk ook niet meer nodig en waarom zou je dan nog langer in zo’n moeilijke omstandigheden blijven voortsukkelen. Het echtpaar Heuvelsvan Hout kri jgt vi er snel na hun geboorte
28
Vooral voor Brabant is belangrijk da t er ec hte godsdienstvrijheid komt. Wa t niet verandert, is de armoede die toc h vooral in Brabant heerst. Nog steeds leef t het grootste deel van de Brabantse bevolking, en zeker die van Borkel en Schaf t, van de karige landbouw en dat verandert niet door welke regering dan ook. In die tijd, zo vanaf de eerste helf t van de 18e eeuw tot begin 20e eeuw, leven de teuten waar we het hier over hebben. De grote armoede geef t voor velen aanleiding om hun heil elders te zoeken. En zo zijn we, na deze ui tgebreide inleiding, aangeland bij de hoofdpersonen ui t ons verhaal. Ze ervaren hun vertrek dan als een soort van ‘emigreren’. Ze trekken naar ‘Holland’ en in die tijd zijn dat hele reizen waar al snel een paar dagen mee zijn gemoeid. FAMILIE VERWEIJEN We beginnen bij d e fa milie Verweijen, een ec hte Borkel en Schaf tse familie. Ze wonen, voor zover onze kennis reikt, ‘op de Schaft’ en ons verhaal begint zo rond 1650 met Ada m Verweijen. Volgens de overlevering i s hij de eerste teut, maar omtrent zijn handel en wandel is ons verder niets bekend . Zeer waarschijnlijk zijn die eerste teuten uit de fa milie Verweijen werkzaam in Dui tsland. De Verweijen’s waar we ook echt documenten van hebben gezien, sta mmen ui t eind 18e eeuw. Het gaat dan om Ad riaan Alberti Verweijen, geboren in 1763 en getrouwd met Maria Ca tharina Mel skens, afkomstig van Bergeijk. Het gezin Verweijen tel t veertien kinderen, waarvan er meerd eren d eel ui tmaken van de ‘compagnie’. Het zi jn ‘sedentaire’ teuten en ze hebben dus een va ste ‘standplaa ts’. Heemkundekring Weerderheem
9
Daar verblijven ze zo’n acht maanden per jaar, tijdens de wintermaanden keren ze terug naar huis in Borkel en Schaf t. Het is een zwaar leven, acht maanden lang verstoken van de familie om ‘in den vreemden’ de kost te verdienen. Da t het echt loont, wordt later duidelijk als we zien dat de teutenfa milies tot de meer ‘gefortuneerden’ van het dorp behoren. Het is in die tijd veelal gebruikelijk, en vaak ook in de bepalingen van de ‘compagnie’ opgenomen, dat de teuten ongehuwd zijn. Dat is op zich ook niet zo vreemd als we bedenken da t ze al op zeer jeugdige leef tijd (zo tussen de 13 en 17 jaar, op pad worden gestuurd. De Verweijen’s d rijven hun handel in Den Haag en in Voorburg. Ze hebben daar een hui s met winkel en trekken van daarui t door de regio. Ze verkopen linnen en aanverwante zaken, afkomstig ui t Brugge en Gent. De ‘handel’ komt met de boot in Rotterda m aan en de heren halen hun goed daar op. Om te kunnen slagen als ‘ teut’ in het Hollandse land moet de man of vrouw aan drie voorwaarden voldoen. Op de eerste plaats moeten ze ‘hoog Hollands’ praten. Brabants dialect accepteren ze in die regio niet en dus gaan de kandidaat-teuten, voor ze naar Holland afreizen, driftig op de taal studeren. De tweede voorwaarde is het leveren van absoluut goede kwalitei t stoffen, waardoor de klant vertrouwen in de handel krijgt. De derde voorwaarde heef t daar zijdelings ook mee te maken, namelijk het verstrekken van krediet. Het is in die tijd bij de teuten gebruikelijk da t de klant niet contant en dus niet direc t bij levering betaalt. Neen, de klant krijgt krediet en kan zic h eerst nadrukkelijk overtuigen van de kwalitei t en pas bij een volgende levering vind t vereffening van de openstaande schuld plaats. Da t blijkt overduidelijk uit de boekjes die de teuten in die tijd bijhouden. In die boekjes staan alle leveringen keurig op naam aangetekend en tevens zien we tot op de cent nauwkeurig wanneer wat betaald is. Sommige afnemers doen er wel heel lang over om hun sc huld te voldoen, maar da t i s niet per d efinitie Heemkundekring Weerderheem
10
Ik vertaal dit als een soort vergunning om buiten kermi ssen en markten met een ‘pak’ manufac turen in gemeenten van de 6e rang langs de deuren te mogen gaan. Voor we naar de volgend e genera tie overstappen, toc h nog even terug naar het overlijden van Antonius Heuvels. We zien da t ook voor de familie Heuvels de verbondenheid met de kerk belangrijk is. Di t is slec hts één voorbeeld, dit soort giften aan de kerk komen steed s weer terug. Theodorus Heuvels i s een echte ‘opsc hrijver’. Hij legt alles vast, al thans dat wat de belastingdienst mag zien en weten. Hij blijkt ook een wijs man te zijn, hi j heef t voor elke kwaal een oplossing.
Inmiddels staa t de volgende genera tie klaar om de zaken over te nemen. De kinderen van Theodorus (1811) nemen de ‘handel’ over. Heemkundekring Weerderheem
27
iets dat tot die tijd behoort, ook nu kennen we nog hele volksta mmen die op die manier hun schulden voldoen. Als voorbeeld nemen we Jan Weijers uit Vogelzang. Hij koopt tricot en boezeroengoed en neemt er de tijd voor om te betalen. We weten zeker dat Adriaan Verweijen (17631837) in het Haagse werkzaa m is geweest. We weten ook da t vervolgens verschillende van zijn kinderen in wisselende sa menstelling, de compagnie in Den Haag en Voorburg voortzetten. Het zijn de zonen Albert (1798), Chrisi taan (1799), Johann (1816) en de dochters Maria Anna (1803), Maria Ca tharina (1808), Dorothea (1810), La mberdina (1817).
Voor het geval u het niet helemaal goed kunt ontci jferen: “ aan Antonius Heuvels, wonende te Lisse, Vierkant N° 308 wordt een ‘patent’ afgegeven als: Inlands Kramer met Manufacturen met een pak in Gemeenten van de 6e rang buiten kermissen of markten, verkoopwaarden f 25,=.” Heemkundekring Weerderheem
26
We weten da t zo precies omda t de kinderen Verweijen om de drie weken een brief naar huis sc hrijven om na tuurlijk te vertellen hoe ze het maken, maar toc h vooral om aan pa te laten weten hoe het met de ‘negotie’, oftewel de handel gaat. Die brieven uit de periode 1830 t/ m 1838 zijn bewaard gebleven en hebben ons veel geleerd over hoe d eze mensen in die tijd leven. Zo leren we dat Den Haag in die tijd bepaald niet om de hoek ligt. Da t blijkt onder andere als Dorothea met haar brief van 23 mei 1833 aankondigt even tussendoor naar hui s te komen.
Heemkundekring Weerderheem
11
Ze vertrekt donderdagmorgen 30 mei 1833 vanui t Delf t met de stoomboot richting Den Bosch. Daar zal ze vervolgens de volgende ochtend de postwagen richting Eind hoven nemen om diezelfde dag ’s avonds thuis te zi jn. Er zijn in die tijd nog nauwelijks verharde wegen en de stoomboot is er dan nog niet zo lang. De eerste ec hte stoomboot i s een vinding van de Amerikaan Robert Ful ton waarmee hij in 1807 van Albany naar New York vaart. De ontwikkeling in Nederland komt eigenlijk pas ec ht zo rond 1855 op gang als er in totaal 20 stoomboten in gebruik zijn. De boot die Dorothea in 1833 gebruikt is dus echt een ‘voorloper’! Opvallend in de brieven is da t we regel ma tig de naam ‘Bots’ zien vermeld, en wel met versc hillende voorna men. Zeer vermoedelijk zijn dit verre fa milieleden die ook in de handel actief zi jn. We komen nog meer bekende na men in de brieven tegen en krijgen op deze manier een goed beeld hoe onder andere het transport in die tijd verloopt. Zo hebben de kinderen in 1834 een paardenhaarma tras gekocht en vier el zwart laken dat op transport moet naar Borkel en Schaf t. Via de adressering kunnen we precies zien hoe da t transport verloopt. De goederen gaan met de stoomboot van Delft naar Den Bosc h waar ze afgegeven worden op de vismarkt bij mej. Wed. Erme om vervolgens door Christiaan van den Besselaar van Den Bosch naar Borkel en Schaf t te worden vervoerd. Christiaan van den Besselaar heef t dan in Valkenswaard een transportbedrijf, ze gaan onder andere wekelijks met paard en wagen vice versa naar Luik en Den Bosch.
Heemkundekring Weerderheem
12
Iedere regel kent zijn uitzondering. Zo verblijft Antonius Heuvels (1814) van 1827 tot 1880 in Lisse. Missc hien komt di t vanwege het fei t dat hi j altijd vrijgezel is gebleven waardoor in zijn geval thui s geen vrouw en kinderen achterbleven. Het gaa t ui teindelijk niet goed met Antonius, hij komt in 1880 in een gesticht in Den Bosc h terec ht. In 1887 overlijd t hij daar en op 30 januari 1887 word t hij op de begraafplaats in Orthen begraven. Zijn broer, neven en nichten verzorgen hem de laatste jaren. Ook regel t de familie zijn financiën. Da t gebeurt op een ogenschi jnlijk bijzondere manier. Theodorus houd t daar aantekening van en als ik dat boekje zie, krullen mijn tenen en gaan mijn gedachten, of ik dat nou leuk vind of niet, terug naar de ti jd dat ik als belastingcontroleur de kost verdiende! Ik heb inmiddels begrepen da t de fa milie een en ander netjes met de belastingdienst in het reine heef t gebracht! We komen Antonius Heuvels nog één keer tegen en wel via een ‘patentregt’, een soort belasting die de gemeente Lisse hef t wegens het rondgaan met manufac turen. Heemkundekring Weerderheem
25
De nieuwkomers gaan al op zeer jeugdige leef tijd d eel gaan uitmaken van de compagnie. Ze beginnen als ‘leerling’, dat duurt zo’n zes jaar waarna ze tot ‘meester’ promoveren. Dan mogen ze, binnen de compagnie, min of meer zelfstandig gaan handelen. In de regel doen ze dat niet langer dan een jaar of twintig. Dan zijn ze ‘binnen’ en gaan ze rentenieren. De teuten zijn ec ht ‘vermogend’ en zeker als twee teutenfa milies door een huwelijk ook nog eens verbonden raken, komt er het nodige bij elkaar. Ze laten dat ‘vermogen’ niet dood voor de kast liggen, de families investeren in boerderijen, landerijen en goud. Vervolgens gaan ze ook nog eens als een soort ‘bankier’ fungeren door geld uit te lenen. Echte banken zijn er dan namelijk nog niet. Al die transac ties staan in de boekjes van de familie en stipt houden ze in die boekjes bij wie wel of niet op ti jd de rente betaalt. De fa milies nemen een bijzondere plaa ts in binnen de gemeenschap van Borkel en Schaf t. Je zou met het grootste gemak kunnen spreken van een zekere ‘macht’ die de fa milies hebben.
Heemkundekring Weerderheem
24
In dit verband past nog een ander voorbeeld. Op 17 juni 1834 schrijf t Albert Verweijen vanui t Den Haag een brief aan zijn ouders in Borkel en Schaf t.
Hij ondertekent de brief met: “Uw dienaar en zoon Albert Verweijen”, en de aanhef luidt: “Waarde vader en moeder”. Hij heef t het goed geregeld, althans da t blijkt uit de volgende passage uit de brief:
“Ik ben voornemens om op donderdag den 26 dezes met de stoomboot van hier te vertrekken en denk dan vrijdags bij u te zijn. Gilson heef t mij laatst gepresenteerd om met zijn chalais te Eindhoven af te komen halen en nu heb ik hem over 8 dagen eenen brief geschreven dat ik dat aanbod aanneem en hem geschreven dat mijn opkomst te Eindhoven is bij van der Ven in het Wapen van Rotterdam op de Markt.” In die tijd kent Valkenswaard een tweetal ‘Gilsons’, de een is Roc hus Gilson, koopman en eerste en enig raadslid wiens roots niet in Valkenswaard liggen en de ander i s Loui s Gilson, de opric hter van de sociëtei t Eensgezindheid. Van beiden zou ik me kunnen voorstellen da t ze met d e nodige sier in een mooi rijtuig door het dorp rijden!
Heemkundekring Weerderheem
13
Vermoedelijk zijn de zoons Verweijen degenen die het vak van ‘teut’ uitoefenen en dus dagelijks op pad gaan. De dochters passen op de winkel en doen vermoedelijk ‘het huishouden’. In een akte komen we namelijk bij een van de jongeda mes als beroep: ‘dienstbode’ tegen en dat versterkt die gedac hte. Twee van de hiervoor genoemd e dochters overlijden al op zeer jeugdige leeftijd . Maria Anna overlijdt in Delft als ze 22 jaar is en Ma ria Catharina overlijd t in Den Haag op 19-jarige leef tijd. Beide jongeda mes zijn begraven te Sc hipluiden. Het gaa t goed met de teuten, de ‘negotie’ loopt voortreffelijk en de familie Verweijen zi t er warmpjes bij. Ook di t blijkt ui t de bri even die de kinderen iedere dri e weken naar Borkel en Sc haf t sturen. Een voorbeeld ui t de brief van 23 mei 1833: “Met de negotie als volgt: op
zaterdag den 4 mei die week ontvangen f. 186 gulden, den 11 mei die week f. 321 gulden, den 18 mei die week f. 450 gulden, tot heden deze week f. 160 gulden en te Voorburg gaat het met de kooplui ook goed.” In die ti jd zijn da t hele bedragen! Het beroep van ‘teut’ oefenen ze niet al te lang uit. Na een jaar of twintig keren de meesten terug op het oude nest en gaan dan verder door het leven als ‘rentenier’. Via de overlijdensakte van Ma ria Ca tha rina Verweijen weten we dat het winkelpand in Den Haag gevestigd was in het huis S. 238. Navraag bij het Stadsarc hief in Den Haag leert da t dit pand in een van de betere wijken van Den Haag was gelegen en wel in de omgeving van wat nu het Westeinde heet. In die jaren is deze weg de belangrijkste toegangsweg vanui t het Westland naar de stad en een belangrijke winkelstraa t. ‘Op de Schaf t’ vinden we nog steeds iets terug ui t die oude glorietijd. Het huis AVW aan de Schaf terdijk Heemkundekring Weerderheem
14
Voor het ma ken van de versc hillende middel tjes gebruikt Theodorus een vijzel. Een hulpmiddel dat ook bij de apothekers in die tijd in gebruik is. Alleen werkt hij kennelijk nogal met grote hoeveel heden, want op de vijzel die deel uitmaakt van de nalatensc hap van de familie Heuvels, is een soort ex tra hoge kraag gemaakt. Eerder zagen we da t Theodorus Heuvels in 1846 in het huwelijk treed t met La mberdina Verweijen, die op haar beurt weer deel uitmaakt van de teutenfa milie Verweijen. Zo komen dus twee teutenfa milies sa men. Hun huwelijks is geen lang leven beschoren, in 1855 komt La mberdina al te overlijden. Ze heef t slechts een kort ziekbed. Theodorus is dan uiteraard op reis in de omgeving van Lisse. De brief waarmee hi j kennis krijgt van de kri tieke gezondheid van zijn vrouw, doet er twee dagen over voor hij in Lisse aankomt. Uiteraard neemt Theodorus de eerste de beste boot, maar ook die reis duurt weer twee dagen. Hij komt in Borkel aan op het moment da t de begrafenisstoet op weg is naar het kerkhof. De kist gaat op zijn verzoek nog een keer open zoda t hij alsnog afsc heid van zijn vrouw kan nemen. Opnieuw blijkt da t het leven van de teuten bepaald niet over rozen gaa t. Een nieuwe generatie teuten staa t ec hter al weer klaar. Theodorus Heuvels en La mberdina Heuvels-Verweijen kri jgen vijf kinderen. Een van die kinderen overlijd t vrij snel na de geboorte. De andere vier gaan allemaal deel uitmaken van de compagnie. Het zijn Ma ria Catharina, geboren 1847, Maria Johanna, geboren 1849, Albertus, geboren 1852 en tot slot weer een Theodorus, geboren 1854. Heemkundekring Weerderheem
23
Theodorus maakt ook zijn eigen geneesmiddelen die hij gebruikt bij het castreren. Ook de sa menstelling daarvan vinden we in zijn boekjes terug. Wa t te denken van di t zalfje!
Heemkundekring Weerderheem
22
is ooit (omstreeks 1745) daar neergezet door Ada m Verweijen, een van de eerste teuten van de familie Verweijen. Uiteraard is het pand regel ma tig gerestaureerd, maar gelukkig vinden we in en rond het pand nog steeds elementen terug ui t die lang vervlogen tijd . Een van de latere pachters van het pand is Pietje van de Bogaard. La ter kri jgt hij de gelegenheid het pand te kopen en die kans laat hij niet voorbij gaan. Een antiquair is de volgende eigenaa r. Hij gaat het hele pand volledig restaureren, steen voor steen laat hij het pand opnieuw opbouwen en mede daardoor is het pand nog steeds prominent aanwezig op de Schaf t. De fa milie Verweijen is op de eerste plaats bijzonder zakelijk, maar wat we ook kunnen va ststellen is dat de fa milie ook als zeer godvruchtig door het leven gaat. Steeds komen we schenkingen aan de kerk tegen met als tegenpresta ti e: ‘Heilige Missen’. Maar daar blijft het niet bij, de bijdragen aan mijnheer pastoor gaan veel verder. Heemkundekring Weerderheem
15
Zo zien we in 1889 da t d e fa milie Verweijen fl. 3000,= schenkt om twee klokken te kunnen kopen voor de nieuwe klokkentoren. Vele ja ren heef t Borkel en Sc haf t de klokken kunnen horen, in 1943 houd t di t helaas op als de Dui tsers de klokken nodig menen te hebben voor oorlogsdoeleinden en ze ui t de klokkentoren halen. Da t mi jnheer pastoor in die tijd voorui t kan, blijkt overduidelijk ui t het verhaal hiervoor. Het is een bijvoegsel aan het testa ment van een van de dochters Verweijen. De man zi t vol wijsheden en het mooie is da t hi j het allemaal opschrijf t om het op die manier voor het nageslacht te bewaren!
Steeds weer opnieuw ontvangt hij geld van een van de kinderen Verweijen om daar ‘Heilige Missen’ voor te doen. Di t is overigens slechts één voorbeeld van de vrijgevigheid van de ‘Verweijens’, dit soort schenkingen komt regel ma tig voor. De Verweijen’s slui ten zich ook aan bij versc hillende kerkelijke organisa ti es die zich verenigen in een ‘broedersc hap’. Het aansluiten bij een dergelijk broederschap brengt bepaalde verplichtingen mee, iets waar de fa milie zich voor de volle honderd procent voor inzet.
Dergelijke middel tjes zijn, als ik me niet vergis, vandaag de dag ook nog wel eens in zwang, bijvoorbeeld om een ka ter te verd rijven! Heemkundekring Weerderheem
16
Heemkundekring Weerderheem
21
Dierena rtsen verwijzen regel ma tig naar hem als het om moeilijke ingrepen gaa t. Zo weten we bijvoorbeeld dat regel ma tig paarden van transportondernemer Chr. van den Besselaar, op advies van zijn dierenarts door Heuvels zi jn behandeld. Paarden zijn in die tijd erg belangrijk, vooral rustige paarden! Zij zijn onmisbaar in de wereld van het transport. Het is heel belangrijk da t zo’n paard niet bij de eerste de beste merri e die hij onderweg in een weitje ziet staan, er met zijn vrac ht of passagiers aan de haal gaa t. Een manier om zo’n paard rustig en dus betrouwbaar te la ten functioneren is het castreren van het paard. In een van zijn boekjes beschrijf t Theodorus zijn handelingen bij het castreren breedui t. Da t boekje zou zo maar een op een passen in een medische encyclopedie voor dierenartsen. Ik heb lang getwijfeld over de vraag of ik die teksten hier zou plaa tsen, maar ui teindelijk heb ik er toch voor gekozen me te beperken tot enkele aardige aantekeningen die Theodorus tussen de vaak bloederige beschrijvingen van het castreren maakt. Zo weet hij ond er andere te melden dat de verwijderde ‘ballen’ van een hengst nog een heel aardige nevenfunc tie kunnen hebben!
Heemkundekring Weerderheem
20
Tot zover de fa milie Verweijen, zo omstreeks 1880 houd t het teutenbestaan van de fa milie op. Van de veerti en kinderen sterven er enkele al op zeer jonge leef tijd, de overigen gaan naar het verre ‘Holland’ om daar zaken te doen en keren op een gegeven moment weer terug naar Borkel en Schaf t. Opvallend is dat al die kinderen ongehuwd blijven. Op één na, we hebben het dan over La mberdina Verweijen (1817-1855). Zij leert in ‘Holland’ Doris Heuvels kennen die ook van Borkel en Schaft komt, ook in Holland als ‘teut’ de kost verdient en zij trouwen in 1846. FAMILIE HEUVELS Zo komen dus twee teutenfa milies bij elkaar. Ook in financiële zin kun je van een sa mensmel ting spreken. De ‘Verweijens’ laten allemaal een testa ment opma ken. Standaard in zo’n testa ment i s de kanttekening da t een deel van hun vermogen naar de langstl evende broer en/of zus gaa t, maar ook zien we steed s weer da t een belangrijk deel van het vermogen naar de kinderen van de dan inmiddels al overleden zus La mberdina Heuvels-Verweijen gaat. Op die manier komt het vermogen van de teuten Verweijen successievelijk bij de fa milie Heuvels terecht. Even de fa milie Heuvels op een rijtje zetten. Ook hier durven we weer met vrij grote zekerheid te stellen da t deze fa milie zich al eind 17e, begin 18e eeuw met de teutenhandel bezig houd t. We besc hikken echter pas echt over gegevens van rond de tweede helft van de 18e eeuw. We komen dan Albertus Heuvel s tegen. Hi j is geboren in 1776 en trouwt in 1810 met Johanna Maria Jansen, geboren in 1779. Albert is teut en werkt vanaf 1792 in Lisse. Hij i s dan nog maar zestien jaar jong en treed t toe tot de compagnie van zi jn vader. Di e jonge leef tijd is heel normaal, we komen al kinderen tegen die met hun derti en jaar deel gaan uitmaken van de compagnie.
Heemkundekring Weerderheem
17
De foto hiernaast is uniek, het zijn Albert Heuvels en zijn vrouw Johanna. Deze laatste is in 1855 overleden en dus moet die foto vόόr dat jaar zijn gemaakt. Omstreeks 1850 is de techniek van de glasplaat ontdekt en die tec hniek maakt in die tijd deze foto mogelijk!
rond Lisse zijn gegroepeerd en daarmee word t duidelijk hoe het gebied van de compagnie is afgebakend. Wa t is d e ‘handel’? Het beste kunnen we dat duidelijk maken door zo maar een bladzijde uit de ‘boekhouding’ zoals hiervoor te la ten zien.
Uit het huwelijk van Albertus Heuvels en Johanna Janssen worden drie kinderen geboren. Eén dochter en twee zoons. De zoons zijn Theodorus (1811) en Antonius (1814) en beiden gaan al op zeer jeugdige leef tijd (13 jaar) naar Lisse om zic h daar bij pa in de compagnie te bekwamen in het vak van teut. Uit boekjes die we in de nalatensc hap hebben aangetroffen kunnen we een vrij aardig beeld krijgen van wat de teuten zoal verhandelen. Een dergelijk boekje, bijgehouden door Theodorus Heuvel s laat ons ook zien waar de klanten zoal wonen. Gemeenten als Vogelzang, Koekoek, Woesduin, Sassen, Zantvoortlaan en Hillegom zijn plaa tsjes die allemaal
Heemkundekring Weerderheem
18
De ‘handel’ van d e heren komt, zoals we hiervoor al zagen, veelal met de boot aan in Rotterda m. Da t neemt niet weg da t de heren ook regel ma tig op pad gaan richting wat we nu België noemen en wel richting Brugge en Gent. Die streek staa t bekend vanwege de vlaskwekerijen en daar gaa t met na me Theodorus regel ma tig op bezoek om inkopen te doen. Volgens de overlevering komt hij in die streek in contac t met ‘lubberaars’, oftewel met castreurs en leert hij in het ‘vlaanderenland’ dit vak. Op zich lijkt het een wat vreemd e combinati e van teut met castreur, maar we zien dat meer in die tijd. Theodorus Heuvels is bepaald geen knoeier, hij krijgt breed erkenning in het vak. Heemkundekring Weerderheem
19