M200603
'De kassa's werkten niet meer' Economische schade van stroomstoringen in het MKB
Ruud Hoevenagel Zoetermeer, 22 mei 2006
Economische schade van stroomstoringen in het MKB Van de MKB-ondernemers die in 2005 een stroomstoring hebben meegemaakt, zegt 37% hierdoor bedrijfsschade te hebben ondervonden. Wanneer gekeken wordt naar alle MKB-ondernemers in Nederland gaat het om 11%. De ondervonden schade wordt door henzelf geschat op 549 euro per stroomstoring. Geaggregeerd over alle MKBbedrijven in Nederland resulteert dit in een gezamenlijke schadepost van 135 miljoen euro in 2005. Hiervan is 38% afkomstig van de groot- en detailhandel, 24% van de zakelijke dienstverlening en 19% van de industrie.
Haaksbergen In het laatste weekend van november 2005 knapte door hevige sneeuwval bij Haaksbergen een hoogspanningslijn van Essent. Ongeveer 12.000 huishoudens en bedrijven zaten 30 tot 60 uur zonder stroom. Volgens de Kamer van Koophandel, die optreedt als belangenbehartiger van de getroffen bedrijven, zijn er 130 bedrijven die in totaal 1,3 miljoen euro schade claimen bij Essent. Toch betaalt Essent de bedrijven in Haaksbergen niet uit. De netbeheerder baseert zich in de afwijzing op een onderzoek van KEMA. Dit onderzoeksbureau concludeerde dat de extreme weersomstandigheden de oorzaak zijn geweest van de stroomstoring en dat Essent niets te verwijten valt. Bedrijven moeten bij dit soort situaties zelf voor noodstroom zorgen, zo staat in de energiecontracten te lezen. Het blijft voor de getroffen bedrijven dan ook bij een eenmalige standaardcompen1 satie van 910 euro. Qua omvang is de stroomstoring in Haaksbergen nog uniek in Nederland. In ons land vinden wel veel kleine stroomstoringen plaats. In 2005 lag het aantal storingen in Ne2 derland op 16.701, terwijl het in 2004 ging om 16.436 storingen. Dit komt neer op gemiddeld 45 stroomstoringen per dag. De meeste storingen vinden plaats in het laagspanningsnet: 87%. Het gemiddelde aantal klanten dat hierdoor getroffen wordt is echter klein: 15. Het hoogspanningsnet had in 2004 43 storingen, maar het aantal getroffen klanten per storing was 14.392. In totaal hebben in 2004 ongeveer 2,3 miljoen huishoudens en bedrijven te maken gehad met een stroomstoring.
1
2
2
Gelukkig zijn er ook positieve gevolgen van stroomstoringen te onderkennen. Zo blijkt de stroomuitval in Haaksbergen een geboortegolfje tot gevolg te hebben. In het Leids Dagblad van 20 april 2006 stond te lezen: 'Een plaatselijke verloskundige kan er geen andere conclusie aan verbinden. Het geboortegolfje dat in augustus in het Overijsselse Haaksbergen aanstaande is, moet een direct gevolg zijn van de stroomstoring die het dorp eind november vorig jaar trof. Normaal zijn er in de zomermaand twee, hooguit drie bevallingen, maar dit jaar zijn in het weekend van 18 tot en met 20 augustus maar liefst acht Haaksbergse vrouwen uitgerekend.' De meest recente officiële cijfers hebben betrekking op het jaar 2004 en zijn te vinden in de publicatie Betrouwbaarheid van elektriciteitsnetten in Nederland in 2004 (KEMA, 2005). Door EnergieNed zijn recent in de media enkele cijfers over 2005 vermeld.
29% MKB ervaart stroomstoringen in 2005 …. 1
In de 22e meting van het MKB-Beleidspanel zijn aan de panelleden enkele vragen gesteld over het aantal stroomstoringen in 2005 waarmee men te maken heeft gehad en de geleden economische schade. Vervolgens is ingegaan op twee manieren om de bedrijfsafhankelijkheid van stroom te reduceren: de aanwezigheid van noodaggregaten en zich laten verzekeren tegen de economische schade van stroomstoringen. Aan de ondernemers in het MKB-Beleidspanel is allereerst gevraagd of zij in 2005 te maken hebben gehad met één of meer stroomstoringen. In figuur 1 is te zien dat een minderheid van de ondernemers in 2005 aangeeft te maken hebben gehad met één of 2 meer stroomstoringen: 29%. figuur 1
Aantal ondernemers die te maken hebben gehad met stroomstoringen in 2005: MKB (procentueel; herwogen)
100,0% 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% MKB
Noorden geen
Zuiden
Oosten
Overige Westen
Grote Steden
1 of meer
Bron: MKB-Beleidspanel, 2006.
Een onderverdeling naar de zogenaamde Nielsen-regio's in Nederland laat zien dat MKB-ondernemers die in het westen, buiten de grote steden, gevestigd zijn, in 2005 de meeste stroomstoringen hebben ervaren: 34%.
… dit resulteert in 135 miljoen euro bedrijfsschade Ondernemers kunnen met hun bedrijf op verschillende manieren economische schade oplopen door stroomstoringen. Gedacht kan worden aan omzetverlies (klanten gaan weg), aan extra werk (herstel schade), aan materiële schade (producten die bederven), aan alarmsystemen die niet meer werken en aan extra investeringen om de stroomvoorziening in dit soort situaties te garanderen (aanschaf noodaggregaten). Of zoals één van
1
2
Het MKB-Beleidspanel loopt sinds 1999 en wordt drie keer per jaar telefonisch onder ongeveer 2.000 ondernemers in het MKB afgenomen. Een veelheid aan onderwerpen is in de 22 metingen aan de orde gekomen. Het panel wordt gefinancierd door het Ministerie van EZ. De gegeven antwoorden van de panelleden zijn herwogen op basis van het aantal werkzame personen en op basis van de sector waartoe het panellid behoort.
3
de panelleden in een toelichting aangaf: 'de kassa's werkten niet meer, en dan kan je 1 de winkel wel dichtdoen.' Van de MKB-ondernemers die een stroomstoring hebben meegemaakt in 2005, zegt 37% daarbij economische schade te hebben ondervonden. Wanneer gekeken wordt naar alle MKB-ondernemers in Nederland gaat het om 11%. Met andere woorden, één op de tien MKB'ers heeft in 2005 bedrijfsschade opgelopen doordat de stroom uitviel. In figuur 2 is de gemiddelde economische schade weergegeven - per stroomstoring van de bedrijven die te maken hebben gehad met één of meer stroomstoringen. De ondernemers die aangaven geen schade te hebben geleden, zijn bij het berekenen van de gemiddelde schade op 0 gezet. figuur 2
Gemiddelde economische schade per stroomstoring in het MKB in 2005 (euro; herwogen)
€ 1.500 € 1.400 € 1.274
€ 1.300 € 1.200 € 1.100 € 1.000 € 900 € 800
€ 665
€ 700 € 600
€ 558
€ 549
€ 542 € 474
€ 500 € 370
€ 400 € 300
€ 213
€ 200 € 86
€ 100
Overige dienstverlening
Zakelijke dienstverlening
Financiële dienstverlening
Vervoer
Logies
Handel
Bouw
Industrie
MKB
€0
Bron: MKB-Beleidspanel, 2006.
Uit figuur 2 blijkt dat de bedrijfsschade die ondernemers in het MKB in 2005 - per stroomstoring - hebben geleden, door henzelf wordt geschat op gemiddeld 549 euro. De schade verschilt duidelijk per sector: industriële ondernemers zeggen gemiddeld 1.274 euro schade te hebben geleden tegen 86 euro schade in de overige dienstverlening. Geaggregeerd over alle MKB-bedrijven in Nederland - hierbij rekening houdend met het feit dat de meerderheid van de ondernemers geen stroomstoring heeft ondervonden en daardoor ook geen bedrijfsschade heeft opgelopen - resulteert dit in een gezamenlijke schadepost voor het MKB in 2005 van 135 miljoen euro. Hiervan is 38% afkomstig van de groot- en detailhandel, 24% van de zakelijke dienstverlening en 19% van de industrie. Dit bedrag staat in schril contrast met de compensatiebetalingen die de netbeheerders volgens de wet moeten uitkeren. In totaal hebben de netbeheerders aan gedupeerde
1
4
In de bijlage staan de vragen vermeld uit het MKB-Beleidspanel.
huishoudens en bedrijven in 2002 2,4 miljoen euro uitgekeerd, in 2003 2,4 miljoen euro en in 2004 1,8 miljoen euro (jaarverslag DTe, 2004).
13% MKB heeft een noodaggregaat Ondernemers in het MKB kunnen eigenlijk maar op één manier hun afhankelijkheid van stroom verminderen, namelijk door noodaggregaten aan te schaffen die bij een eventuele stroomstoring geactiveerd kunnen worden. Immers, aansprakelijkheid van de netbeheerder ten opzichte van zakelijke verbruikers is uitgesloten, tenzij er sprake is van grove schuld. Dat is vastgelegd in de algemene leveringsvoorwaarden van netbeheerders. Onder de Elektriciteitswet 1998 heeft de netbeheerder een inspanningsverplichting, geen resultaatverplichting. figuur 3
Penetratiegraad van noodaggregaten in het MKB (procentueel; herwogen)
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10
aanwezig
binnen 2 jaar
Overige dienstverlening
Zakelijke dienstverlening
Financiële dienstverlening
Vervoer
Logies
Handel
Bouw
Industrie
MKB
0
afwezig
Bron: MKB-Beleidspanel, 2006.
Figuur 3 geeft de penetratiegraad van noodaggregaten in het MKB weer. Anno 2006 beschikt 13% van de ondernemers in het MKB over een noodaggregaat en is 4% van de ondernemers van plan om een dergelijk apparaat binnen twee jaar aan te schaffen. De overgrote meerderheid van de ondernemers in het MKB heeft zich dus nog niet gewapend tegen een eventuele stroomstoring. Wanneer gekeken wordt naar de verschillende sectoren in het MKB, blijken in de bouw en het vervoer de meeste noodaggregaten voor te komen. In de overige sectoren ligt de penetratiegraad rond de 10%. Nadere analyse laat zien dat de grootte van het bedrijf positief gecorreleerd is met de aanwezigheid van een noodaggregaat: 17% voor bedrijven met 2 tot 5 werkzame personen en 25% voor bedrijven met 50 tot 100 werkzame personen. Van de MKB-ondernemers die in 2005 te maken hebben gehad met één of meer stroomstoringen beschikt 20% over een noodaggregaat (of is van plan dit binnen twee jaar aan te schaffen), terwijl dit percentage voor de overige ondernemers op 16% ligt. Het verschil is statistisch significant (en gaat ook op wanneer de bouwsector en het vervoer buiten de analyse worden gehouden). Met andere woorden: het lijkt erop dat on-
5
dernemers min of meer 'wakkergeschud' moeten worden om tot aanschaf van een noodaggregaat over te gaan.
17% MKB heeft zich verzekerd Ondernemers kunnen zich verzekeren tegen de bedrijfsschade die een stroomstoring met zich mee kan brengen. Zo bieden energieleverancier Nuon en Centraal Beheer Achmea MKB-ondernemers die klant van Nuon zijn een zogenaamde stroomschadeverzekering aan. Met de verzekering krijgt een ondernemer vanaf 6,50 euro premie per maand na twee uur storing een vast bedrag per uur uitgekeerd. Dit kan oplopen tot 500 euro per uur stroomuitval, ongeacht de daadwerkelijke schade. figuur 4
Aantal ondernemers dat is verzekerd tegen stroomstoringen (procentueel; herwogen)
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10
verzekerd
gaat zich verzekeren
Overige dienstverlening
Zakelijke dienstverlening
Financiële dienstverlening
Vervoer
Logies
Handel
Bouw
Industrie
MKB
0
niet verzekerd
Bron: MKB-Beleidspanel, 2006.
Uit figuur 4 blijkt dat 11% van alle MKB-ondernemers aangeeft zich te hebben verzekerd tegen de nadelige gevolgen van een stroomstoring, en 6% zegt dat binnen twee jaar van plan te zijn. Wat opvalt, is het relatief hoge percentage ondernemers die werkzaam zijn in de logiessector en zich hebben verzekerd tegen een stroomstoring: 25%. In de bouw is daarentegen slechts 2% verzekerd. Deze verschillen zijn een logisch gevolg van de verschillen in bedrijfsprocessen in deze sectoren.
78% MKB niet gewapend tegen stroomuitval Wanneer de gegevens over de aanwezigheid van een noodaggregaat gecombineerd worden met de gegevens over het verzekerd zijn tegen de economische gevolgen van een stroomstoring, dan blijkt 78% van de MKB-ondernemers op dit moment noch het één noch het ander te hebben geregeld. Deze ondernemers hebben zich dus niet gewapend tegen de mogelijkheid dat een stroomstoring hun bedrijf treft.
6
figuur 5
Aantal ondernemers die gewapend zijn tegen stroomuitval (procentueel; herwogen)
100 90 80 70 60 50 40
33
30 22
23
26
23
23
21 17
20
12 10
gewapend
Overige dienstverlening
Zakelijke dienstverlening
Financiële dienstverlening
Vervoer
Logies
Handel
Bouw
Industrie
MKB
0
niets gedaan
Bron: MKB-Beleidspanel, 2006.
Uit figuur 5 blijkt dat de logiessector zich het best gewapend heeft tegen de mogelijke negatieve gevolgen van een stroomstoring. Wanneer de twee groepen MKB-ondernemers (gewapend versus niets gedaan) afgezet worden tegen de grootte van het bedrijf zien we dat 22% van de bedrijven zonder personeel zich verzekerd heeft of beschikt over een noodaggregaat, tegen 47% van de MKB-bedrijven met 50 of meer werknemers in dienst. Ook het feit dat men in 2005 te maken heeft gehad met een stroomstoring is significant positief gecorreleerd met het treffen van maatregelen om de mogelijke overlast te verzachten.
De verwachte schade stroomstoring van 5 uur: € 1250 Aan de ondernemers die aangaven dat hun bedrijf in 2005 door geen enkele stroomstoring was getroffen, en aan de ondernemers die aangaven in 2005 geen economische schade te hebben ondervonden van één of meer stroomstoringen, is tot slot een fictief voorbeeld voorgelegd, namelijk: een mogelijke stroomstoring die 5 uur duurt, en overdag op een werkdag plaatsvindt. Gevraagd werd of men verwachtte in een dergelijke situatie schade te zullen ondervinden met het bedrijf. Van de ondervraagde MKB-ondernemers verwacht 62% in een dergelijk geval economische schade op te lopen. Wanneer gekeken wordt naar de verschillende sectoren, blijkt dat ondernemers in de bouw en in het vervoer het meest optimistisch zijn: in de bouw denkt 39% schade op te lopen en in het vervoer 50%. De ondernemers in de overige dienstverlening (78%), handel (74%), industrie (73%) en horeca (71%) zijn duidelijk minder optimistisch gestemd.
7
figuur 6
Gemiddeld verwachte bedrijfsschade van een 5 uur durende stroomstoring, overdag, doordeweeks (5%-trimmed gemiddelden, herwogen)
€ 3.000
€ 2.500 € 2.250 € 2.000
€ 1.857 € 1.648
€ 1.500 € 1.259
€ 1.254 € 1.126 € 1.000
€ 856 € 514
€ 464
€ 500
hypothetische schade
Overige dienstverlening
Zakelijke dienstverlening
Financiële dienstverlening
Vervoer
Logies
Handel
Bouw
Industrie
MKB
€0
gerealiseerde schade
Bron: MKB-Beleidspanel, 2006.
In figuur 6 is de gemiddelde verwachte bedrijfsschade weergegeven van een hypothetische stroomstoring van 5 uur doordeweeks en overdag. De ondernemers die aangaven in een dergelijke hypothetische situatie geen schade te ondervinden zijn bij de bereke1 ning op 0 gezet. Uit figuur 6 komt naar voren dat de verwachting ten aanzien van de mogelijke schade van een stroomstoring van 5 uur gemiddeld in het MKB op iets meer dan 1250 euro ligt. De ondernemers in de industrie, handel en financiële dienstverlening zijn het meest negatief gestemd. In de bouw en de overige dienstverlening wordt de schade geraamd op ongeveer 500 euro. Deze bedragen zijn een stuk hoger dan de geleden schade in 2005. In de figuur zijn hiertoe per sector de kolommen afkomstig uit figuur 2 ernaast gezet. Nu zijn beide gemiddelde bedragen niet één-op-één vergelijkbaar. In figuur 6 gaat het om de schade van een stroomstoring van minimaal 5 uur, doordeweeks, overdag, terwijl de bedragen in figuur 2 een samenvoeging zijn van allerlei stroomstoringen, kort en lang door elkaar.
Hypothetisch maatschappelijk verlies: 230 miljoen euro Het hypothetische tijdstip van een 5 uur durende stroomstoring is niet zomaar gekozen. Immers, netbeheerders zijn in een dergelijk geval verplicht om gedupeerde bedrijven 910 euro compensatie uit te keren. Met andere woorden: wanneer het (doem)scenario in de vraagstelling werkelijkheid wordt: (stel) alle MKB-bedrijven in Nederland krijgen in
1
8
De gemiddelde bedragen in figuur 6 zijn zogenaamde 5%-trimmed gemiddelden. Dit houdt in dat bij de berekening van de gemiddelde schade de hoogste en de laagste 5% opgegeven waarden erbuiten zijn gelaten. Het gemiddelde bedrag wordt hierdoor robuuster van aard. Deze procedure wordt vaak toegepast bij vragen over hypothetische bedragen omdat veel ondernemers hiermee moeilijkheden hebben en daardoor soms heel hoge of lage bedragen laten noteren.
de tweede helft van 2006 te maken met een 5 uur durende stroomstoring, doordeweeks en overdag, en uitgaande van de gemiddelde bedragen uit figuur 6, zou deze situatie leiden tot een maatschappelijk verlies van 230 miljoen euro: 711 miljoen verwachte schade minus 481 miljoen compensatiebetalingen van de netbeheerders.
9
De vragenlijst (bijlage) Vraag 1: Heeft uw vestiging vorig jaar - in 2005 - te maken gehad met stroomstoringen? 1: 2: 3: 4:
ja nee weet niet wil niet zeggen
(Als Vraag 1 is groter dan 1 dan door naar Vraag 8) Vraag 2: Hoe vaak heeft uw vestiging in 2005 te maken gehad met een stroomstoring? 1: 2: 3: 4: 5: 6:
één keer twee keer drie of vier keer meer dan vier keer weet niet wil niet zeggen
Vraag 3: Heeft de vestiging door deze stroomstoring(en) economische schade opgelopen? [Denk hierbij aan omzetverlies, klanten die wegblijven, bedorven producten, etc.] 1: 2: 3: 4:
ja nee weet niet wil niet zeggen
(Als Vraag 3 is groter dan 1 dan door naar Vraag 8) Vraag 4: Kunt u een schatting geven van de geleden economische schade? [Het gaat om ALLE stroomstoringen samen in 2005 van ALLEEN deze vestiging.] Vraag 5: Om u te helpen noem ik een aantal categorieën. Kunt u aangeven in welke categorie de geleden economische schade valt? 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 9: 10: 11: 12: 13: 14:
10
minder dan 100 euro 100 tot 500 euro 500 tot 1.000 euro 1.000 tot 2.500 euro 2.500 tot 5.000 euro 5.000 tot 7.500 euro 7.500 tot 10.000 euro 10.000 tot 20.000 euro 20.000 tot 40.000 euro 40.000 tot 75.000 euro 75.000 tot 100.000 euro 100.000 tot 500.000 euro 500.000 euro of meer weet (echt) niet
Vraag 6: Heeft u een financiële vergoeding gekregen voor de geleden economische schade? 1: 2: 3: 4:
ja nee weet niet wil niet zeggen
Vraag 7: Van welke instantie heeft u een financiële vergoeding gekregen? Vraag 8: Stel dat uw vestiging de komende maand te maken krijgt met een stroomstoring die 5 uur duurt, en overdag, doordeweeks plaatsvindt: loopt uw vestiging dan economische schade op? [Enq.: Denk hierbij aan omzetverlies, klanten die wegblijven, bedorven producten, etc.] 1: 2: 3: 4:
ja nee weet niet wil niet zeggen
(Als Vraag 8 is groter dan 1 dan door naar Vraag 11) Vraag 9: Kunt u een schatting geven van de mogelijke economische schade die dan zou optreden? [Het gaat om een stroomstoring van 5 uur, overdag, doordeweeks in deze vestiging.] Vraag 10: Om u te helpen noem ik een aantal categorieën. Kunt u aangeven in welke categorie de geleden economische schade zou vallen? 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 9: 10: 11: 12: 13: 14: 15:
minder dan 100 euro 100 tot 500 euro 500 tot 1.000 euro 1.000 tot 2.500 euro 2.500 tot 5.000 euro 5.000 tot 7.500 euro 7.500 tot 10.000 euro 10.000 tot 20.000 euro 20.000 tot 40.000 euro 40.000 tot 75.000 euro 75.000 tot 100.000 euro 100.000 tot 500.000 euro 500.000 euro of meer weet (echt) niet wil niet zeggen
Vraag 11: Zou u bereid zijn een hogere prijs voor elektriciteit te betalen, als u daardoor in de komende jaren meer stroomzekerheid krijgt? [Met andere woorden: men betaalt het energiebedrijf meer geld voor de garantie dat er geen stroomstoringen meer plaatsvinden.] 1: ja 2: nee
11
3: weet niet 4: wil niet zeggen Vraag 12: Is uw bedrijf verzekerd tegen de economische bedrijfsgevolgen van stroomstoringen? 1: 2: 3: 4:
ja nee weet niet wil niet zeggen
Vraag 13: Als de mogelijkheid er zou zijn, zou u zich dan gaan verzekeren tegen de economische bedrijfsgevolgen van stroomstoringen? 1: 2: 3: 4:
ja nee weet niet wil niet zeggen
Vraag 14: Beschikt uw vestiging over een noodaggregaat dat gebruikt kan worden bij stroomstoringen? 1: 2: 3: 4:
ja nee weet niet wil niet zeggen
Vraag 15: Bent u van plan om binnen twee jaar een noodaggregaat aan te schaffen? 1: 2: 3: 4:
12
ja nee weet niet wil niet zeggen