De bouw centraal in de politiek
Memorandum van de Confederatie Bouw aan de politieke partijen
Parlementsverkiezingen van 25 mei 2014
Inhoudstafel De bouw centraal in de politiek.......................................................................................... 5 I. Opnieuw de voorwaarden voor gezonde concurrentie scheppen........................................ 5 II. Het concurrentievermogen van de ondernemingen opkrikken.......................................... 8 III. Investeringen bevorderen...........................................................................................11 IV. Kmo’s beter begeleiden..............................................................................................14 V. Kwaliteit verdedigen..................................................................................................16 Confederatie Bouw, woordvoerder van de hele bouwsector ..................................................18
Verantwoordelijk Uitgever: Robert de Mûelenaere Depotnummer: D/2014/0570/1 Copyright: gedeeltelijke of integrale reproductie moet vooraf worden toegestaan en moet verplicht de vermelding bevatten van de “bron Confederatie Bouw”. Voor meer informatie
[email protected]
3
De bouw centraal in de politiek
4
Net zoals de rest van de economie is de bouw getroffen door de financieel-economische crisis van eind 2008, waarvan de gevolgen vandaag nog altijd doorwerken. Toch heeft de bouw de gevolgen van de crisis beter doorstaan dan andere sectoren. Dit is te danken aan de eigenheid van de sector, maar ook aan het gevoerde herstelbeleid. Deze slagkracht is de afgelopen twee jaar afgenomen. De bouw kreeg te kampen met een teruglopende vraag, een weinig rooskleurige economische omgeving, een verzwakkende financiële draagkracht van de opdrachtgevers en de alsmaar sterkere – en doorgaans oneerlijke – concurrentie van buitenlandse ondernemingen op de Belgische bouwmarkt. Ondanks de daling van de productie en van de werkgelegenheid - met respectievelijk 2,1% en 1,3% sinds het begin van het jaar 2012 - geloven de aannemers in de toekomst van hun beroep en blijven zij zich vastberaden inzetten voor het ontwikkelen van hun activiteiten. De bouwsector blijft een van de belangrijke economische actoren in het land met een grote toegevoegde waarde. De bouw verschaft werkgelegenheid aan nagenoeg 280.000 personen in België en zelfs aan circa 500.000 personen als rekening wordt gehouden met de afgeleide werkgelegenheid in de aanverwante sectoren. In totaal hangt meer dan 13% van de werkgelegenheid in de privésector af van de bouwactiviteit.
De bouw in de Belgische economie Totaal
Bouw
Aandeel Bouw
2 979 500
214 900
7,2%
747 200
63 000
8,4%
3 726 700
277 900
7,5%
Werkgevers
218 167
28 730
13,2%
Bedrijven zonder personeel
585 684
69 273
11,8%
Totaal
803 851
98 003
12,2%
82,8
4,9
5,9%
11 647
2 057
17,7%
Werkgelegenheid (privésector)
1
Werknemers Zelfstandigen en helpers Totaal Ondernemingen
2
Toegevoegde waarde
1
(BBP exclusief belastingen in miljarden euro’s) Falingen
3
Bronnen: FOD Economie, RSZ en INR, en eigen berekeningen 1
Gegevens 3de kwartaal 2013
2
Gegevens 1ste kwartaal 2013
3
December 2012 - november 2013
De bouw is een essentiële sector van de nationale economie en een belangrijk instrument voor de economische ontwikkeling van het land en de welvaart van de bewoners. De bouw biedt antwoorden op individuele en collectieve behoeften en speelt daardoor een centrale rol bij de meest verscheiden uitdagingen in een veranderende maatschappij. De bouw moet ook in de politiek centraal staan. Dit is in elk geval wat de Confederatie wenst te bereiken door dit memorandum aan de volgende regering te bezorgen. Ze hoopt dan ook dat de regering rekening houdt met de vele aandachtspunten zodat onze bouwbedrijven werkgelegenheid, toegevoegde waarde en welvaart kunnen blijven creëren.
De bouw centraal in de politiek
5
Prioriteiten voor de volgende regering
I. Opnieuw de voorwaarden voor gezonde concurrentie scheppen De uitvoering van het Europese principe van de vrijheid van dienstverlening veroorzaakt ernstige concurrentieproblemen op de Belgische bouwmarkt. Het is nadelig voor de activiteit en de werkgelegenheid in onze Belgische ondernemingen. Detachering van werknemers leidt tot oneerlijke concurrentie en vaak zelfs tot sociale fraude. De vrijheid van dienstverlening moet beter geregeld worden in het Belgische recht om te zorgen voor een gezondere concurrentie tussen nationale en buitenlandse ondernemingen. Dit is een nationale doelstelling die evenwel geen afbreuk mag doen aan de principes van het Europese recht en de fundamentele vrijheden gewaarborgd door de verdragen van de Unie. Deze doelstelling moet worden gehaald door het voeren van drie soorten afzonderlijke en cumulatieve acties: • De versterking van het Belgische rechtskader; • Opdrachtgevers responsabiliseren; • Een aangepast controlebeleid.
6
1. De versterking van het Belgische rechtskader Onze nationale reglementering is in bepaalde opzichten slecht aangepast aan de strijd tegen de oneerlijke concurrentie van grensoverschrijdende arbeid op de bouwmarkt. Met naleving van het Europese recht moet het Belgische rechtskader worden versterkt, hetzij door de toepassing van bepaalde maatregelen te verruimen, hetzij door nieuwe bepalingen in te voegen om onaanvaardbare concurrentieverstoringen beter te bestrijden. De volgende aanpassingen zouden in de reglementering moeten worden aangebracht: • Op het gebied van de erkenning van aannemers: het is belangrijk een verplichting in te voeren voor elke onderaannemer in de keten van aannemersbedrijven om erkend te zijn in de klasse en de categorieën of ondercategorieën van werken die overeenstemmen met de waarde en de aard van de hun toevertrouwde werken. • Inzake relaties tussen bedrijven: er moet studiewerk verricht worden over de wijze waarop in het Burgerlijk Wetboek een principe kan worden ingevoerd ter beperking van het aantal onderaannemers dat is toegestaan voor dezelfde activiteit in dezelfde werkketting. • Inzake handelspraktijken: een nieuw strafbaar feit moet worden ingevoegd in de reglementering op de marktpraktijken. Dit strafbare feit bestaat in het aanvaarden van een abnormaal lage prijs, gedefinieerd als de prijs die alleen kan worden gerechtvaardigd met ontduiking van de sociale of fiscale reglementering. • Op het gebied van hoofdelijke aansprakelijkheid: het is belangrijk de bijkomende hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale schulden (art. 30bis) en fiscale schulden ook te laten opklimmen tot bij de opdrachtgever.
2. Opdrachtgevers responsabiliseren De prijs van de dienst is een bepalend element om een opdrachtgever te doen ingaan op een werkaanbod. Deze beoordeling is normaal in een economisch circuit dat openstaat voor de concurrentie van verschillende actoren op de markt. In bepaalde gevallen wordt de prijs echter het enige gunningscriterium voor een opdracht, zonder dat de opdrachtgever aandacht besteedt aan de regelmatigheid van de ingediende offerte of aan de kwaliteit van de dienstverlenende onderneming. Bij abnormaal lage prijzen draagt een dergelijke aanpak ontegensprekelijk bij tot het vervalsen van de concurrentie en tot het veroorzaken van misbruik- en fraudegevallen. De opdrachtgevers, zowel uit de publieke of de privésector, moeten ertoe worden aangezet, indien nodig met begeleidende reglementaire maatregelen, om na te kijken of de bedrijven waarop ze een beroep doen in orde zijn en de inhoud van de prijsoffertes die ze binnenkrijgen aandachtig te onderzoeken. Het volgende moet worden ontwikkeld: • Op het gebied van overheidsopdrachten: de procedure om abnormaal lage prijzen te controleren moet worden versterkt, gesystematiseerd en geformaliseerd. De aanbestedende overheid moet verplicht worden omstandig te motiveren dat de offerteprijs die zij wil aanvaarden regelmatig is. • Bij privéopdrachten van opdrachtgevers die geen particulier zijn: een prijscontroleprocedure moet worden gevolgd bij het onderzoeken van de offertes, zodat de opdrachtgever in staat gesteld wordt zich te vergewissen van de regelmatigheid van de prijs. • Bij privéwerken voor rekening van particulieren: de toekenning van belastingverminderingen, het verlaagde btw-tarief en diverse premies aan particuliere opdrachtgevers dient gekoppeld te worden aan het bewijs dat de opdrachtgever vooraf heeft gecontroleerd dat het bedrijf in orde is met de vestigingsregeling en geen sociale en fiscale schulden heeft (attestenmechanisme).
3. Ontwikkeling van een aangepast controlebeleid De wettelijke detacheringsregeling past in het kader van het Europese beginsel van vrijheid van dienstverlening, waarvan zij de concrete uitvoering vanuit sociaalrechtelijk standpunt verzekert. Als dusdanig kan deze regeling niet betwist worden als zij wordt toegepast met naleving van de betreffende Europese en nationale regels. De ervaring heeft echter geleerd dat buitenlandse spelers vele misbruiken begaan onder het mom van de detacheringsregeling. Het is dan ook duidelijk dat het gericht controleren van gevallen van detachering beter moet, zowel kwalitatief als kwantitatief. Er wordt daarom voorgesteld volgende maatregelen en regelingen aan te nemen: • Identificatie van de werknemers op bouwplaatsen: de invoering van een wettelijke ‘visuele’ identificatieplicht voor werknemers (dragen van een bouwbadge) zou de transparantie van de werkzaamheden moeten verhogen en de controle van de betrokkenen moeten vergemakkelijken. De bouwbadge zal tegelijkertijd erkend moeten worden als middel om de aanwezigheid te registreren op bouwplaatsen die onder de wettelijke registratieverplichting vallen.
I. Opnieuw de voorwaarden voor gezonde concurrentie scheppen
7
• Meer toezien op de veiligheid: er moet daadwerkelijk gecontroleerd worden of buitenlandse ondernemingen de nationale veiligheidsnormen naleven. Veiligheidscoördinatoren en opdrachtgevers moeten warm gemaakt worden voor hun verantwoordelijkheden op dit gebied. • Fiscale regels meer daadwerkelijk controleren: er moet meer toezicht komen op de naleving van de fiscale verplichtingen van buitenlandse dienstverleners, meer bepaald op het gebied van btw in de relaties tussen onderaannemers. • Permanente bestrijding van misbruiken van de sociale statuten: het nieuwe arsenaal aan wettelijke maatregelen ter bestrijding van schijnzelfstandigen (met sectorale criteria) is al meer dan een jaar aangenomen. Nu is het belangrijk ervoor te zorgen dat deze regeling in de praktijk en op grote schaal wordt toegepast.
Addendum: een studie over nieuwe principes De Confederatie meent dat grondig studiewerk moet worden verricht om te kijken of sommige principes en regels die nu gelden bij de betaling van patronale bijdragen voor de sociale zekerheid kunnen worden gewijzigd om zo betere concurrentievoorwaarden te scheppen. Het Europese principe van betaling van sociale bijdragen in het land van oorsprong bij tijdelijke prestaties in een andere lidstaat (detachering) kan in sommige gevallen een element vormen dat het spel van de mededinging vervalst. Daarenboven levert de toepassing van dit principe problemen inzake controle op en kan zij leiden tot gevallen van sociale fraude. Studiewerk kan deze problemen beter in kaart brengen en bepalen welke aanpassingen aan de huidige regels kunnen worden voorgesteld of welke andere regels kunnen worden toegepast.
I. Opnieuw de voorwaarden voor gezonde concurrentie scheppen
8
Prioriteiten voor de volgende regering
II. Het concurrentievermogen van de ondernemingen opkrikken Belgische ondernemingen worden benadeeld door de hoge loonkosten, door een gebrek aan flexibiliteit in de arbeidsorganisatie en door moeilijkheden om voldoende geschoolde arbeidskrachten aan te werven. Al deze elementen tasten het concurrentievermogen van onze ondernemingen aan ten opzichte van bedrijven uit andere landen, in het bijzonder uit de buurlanden. De volgende regering moet structureel werk maken van het opkrikken van het concurrentievermogen van onze economie door de handicaps van de bedrijven weg te werken of te beperken. Dit beleid moet stoelen op volgende acties: • • • •
Verlagen van de lasten op de factor arbeid; Beheersen van de loonkostenontwikkeling; Bestrijding van zwartwerk; Versoepeling van de arbeidsorganisatie.
9
1. Verlagen van de lasten op de factor arbeid Om de sociale lasten voor bedrijven doelgericht te verlagen, moet men verschillende benaderingen tegelijk volgen. Het debat moet dus gaan over een alternatieve financiering van de sociale zekerheid, over een vermindering van de overheidsuitgaven én over de middelen om de effectieve arbeidsduur in de bouwsector te verhogen. • Alternatieve financiering van de sociale zekerheid: dankzij het zoeken en in kaart brengen van alternatieve financieringsbronnen voor de sociale zekerheid kunnen de sociale lasten van de bedrijven sterk worden verlaagd. De alternatieve financiering zou moeten gebeuren met bijdragen die evenwichtig over de verschillende inkomenscategorieën worden gespreid. Nuttige inspiratie kan worden gevonden in de voorstellen die het VBO zal doen. • Minder sociale uitgaven: om de bedrijfslasten naar beneden te krijgen, is het ook noodzakelijk de uitgaven in al de stelsels van de sociale zekerheid in de hand te houden en de sociale dekking realistisch te houden met aandacht voor de prioritaire behoeften. In deze context moet het tijdskrediet fundamenteel worden herzien, onder meer door het af te schaffen voor afwezigheden die niet te maken hebben met dringende maatschappelijke behoeften. • Een verlenging van de effectief gepresteerde arbeidstijd: de arbeidstijd die effectief in de bouw gepresteerd wordt, is gemiddeld veel korter dan de normale arbeidstijd (38 u. op jaarbasis). Een verlenging van de effectief gepresteerde arbeidstijd is een middel om de loonkosten te verminderen op voorwaarde dat de lasten op de bijkomende arbeidstijd worden geneutraliseerd. Dit kan door een forfaitarisering van de sociale lasten, waarvan het principe en de toepassingsmodaliteiten aandachtig moeten worden onderzocht in overleg met de bouwsector.
2. Beheersen van de loonkostenontwikkeling Uit internationale vergelijkingen blijkt dat de Belgische loonkosten de hoogste zijn van de eurozone. Deze vaststelling geldt voor alle bedrijfssectoren, ook voor de bouwsector. Andere zorgwekkende vaststelling: de Belgische loonkosten blijven sneller evolueren dan de gemiddelde loonkosten van de drie buurlanden, ondanks het loonnormmechanisme in de wet van 1996 op de vrijwaring van het concurrentievermogen en de bevordering van de werkgelegenheid. Tegen deze achtergrond is het onontbeerlijk een strikt beleid te voeren dat de loonhandicap van de Belgische bedrijven ten opzichte van de bedrijven uit de buurlanden moet verminderen en de loonkostenontwikkeling in België in de hand moet houden. Dit beleid moet meer bepaald stoelen op de volgende twee acties: • Een herziening van de wettelijke loonnormregeling (wet van 1996): de werking van de loonnorm moet worden herzien om een maximaal preventief effect te bevorderen, waarbij gewaarborgd wordt dat de kosten in België nooit meer zullen stijgen dan in de drie referentielanden. De volgende regering wordt verzocht opnieuw te debatteren over de tekst van het voorontwerp van wet aangenomen in 2012, dat tijdens de huidige legislatuur niet tot een goed einde kon worden gebracht. • Een neutralisering van de kosten die voortvloeien uit het eenheidsstatuut: voor de extra kosten voor de sectoren die met veel arbeiders werken moeten compensatiemaatregelen worden getroffen om de verdere eenmaking van het arbeiders- en bediendestatuut voor de ondernemingen kostenneutraal te maken.
3. Bestrijding van zwartwerk Een efficiënt beleid ter bestrijding van zwartwerk moet het mogelijk maken fraudegevallen beter op te sporen en het aantal ervan aanzienlijk te verminderen. Dit zal leiden tot betere mededingingsvoorwaarden op de bouwmarkt en tot meer overheidsinkomsten. Bijzonder veel aandacht moet worden besteed aan de volgende aspecten van dit beleid: • Voldoende financiering: de inspecties moeten kunnen beschikken over de nodige menselijke en technische middelen voor fraudebestrijding. De volgende regering moet dan ook voldoende financiële middelen inzetten om haar beleid ter bestrijding van zwartwerk uit te voeren. • De efficiëntie van de controles: de focus moet liggen op preventie en op de toepassing van knipperlichtprocedures waarmee risicosituaties kunnen worden opgespoord. Dit kan door maximaal databanken te raadplegen en door informatie afkomstig uit verschillende bronnen te vergelijken. • Aangepaste sancties: de controle moet gericht zijn op het aan het licht brengen van zwartwerk en sociale fraude en niet op het vaststellen van vergissingen of vergetelheden bij het vervullen van allerhande formaliteiten. De verschillende inspectiekorpsen moeten een aangepast sanctiebeleid ook toepassen. In dezelfde zin is het belangrijk de voorgestelde wettelijke sanctieregeling (boetes) te wijzigen bij overtredingen van de bepalingen inzake de aanwezigheidsregistratie op bouwplaatsen. • Fiscale aansporing: het invoeren van fiscale voordelen voor de uitvoering van bouw- of renovatiewerken zal ontegensprekelijk een positief effect hebben op de vermindering van het zwartwerk bij particulieren.
II. Het concurrentievermogen van de ondernemingen opkrikken
10
4. Versoepeling van de arbeidsorganisatie De reglementering omvat voldoende bepalingen waarmee een soepele arbeidsorganisatie in ondernemingen kan worden ingevoerd. Deze bepalingen kunnen echter niet direct in de ondernemingen worden toegepast. De meeste moeten vooraf onderhandeld worden met de vakbonden. Daardoor kunnen maar weinig ondernemingen in de praktijk een beroep doen op een flexibele arbeidsorganisatie die correct aan hun behoeften voldoet. Het is broodnodig dat de volgende regering zich over deze voor de ondernemingen cruciale kwestie buigt en voorstellen doet om de betrokken reglementeringen aan te passen om zo de flexibiliteit (minstens gedeeltelijk) direct toepasselijk te maken in de ondernemingen.
II. Het concurrentievermogen van de ondernemingen opkrikken
11
Prioriteiten voor de volgende regering
III. Investeringen bevorderen
Het jaarlijkse gemiddelde percentage overheidsinvesteringen in België (1,7% van het BBP) is al meer dan 25 jaar veel lager dan het Europese gemiddelde (circa 3%). De mobiliteitsbehoeften en tal van andere behoeften blijven echter maar toenemen. Wat de privé-investeringen betreft, is het beleid ter ondersteuning van de woningbouw en de energiebesparende woningrenovaties duidelijk onvoldoende. De volgende regering moet met deze vaststellingen rekening houden en een investeringsbeleid uitstippelen dat voldoende krachtig is, zowel voor overheidsinvesteringen, waarvan het peil moet worden gebracht op dat van het Europese gemiddelde, als voor de ondersteuning van privéinvesteringen, vooral in de woningsector. De hierna volgende maatregelen kunnen het investeringsbeleid op een efficiënte manier ondersteunen: • Inzake overheidsinvesteringen: • Het aannemen van een jaarlijkse norm voor investeringen in het land; • Het aanpakken van de mobiliteitsbehoeften, onder meer via het spoor; • Het verbeteren van het rechtskader voor overheidsinvesteringen. • Inzake privé-investeringen: • De ontwikkeling van een fiscaal beleid op maat van de woonbehoeften; • Het nemen van initiatieven om hypothecair krediet te ondersteunen.
12
1. Verhoging van het peil van de overheidsinvesteringen Het gemiddelde percentage overheidsinvesteringen in België moet geleidelijk aan op het peil van het Europese gemiddelde worden gebracht. De federale regering moet impulsen geven en een voorbeeldrol vervullen op dit vlak. Investeringsbeslissingen vallen immers hoofdzakelijk onder de gewestelijke en lokale overheden. Drie acties moeten minstens worden gevoerd om het gewenste resultaat te bereiken.
1.1. Aannemen van een norm voor overheidsinvesteringen Dankzij het aannemen van een referentienorm inzake overheidsinvesteringen moeten we kunnen breken met het chronische tekort aan investeringen waaraan het land lijdt en moeten we de overheidsinvesteringen weer op gang krijgen als eerste motor van economische groei.
De investeringsnorm zou ideaal gezien op 3% van het BBP moeten worden vastgelegd en het aannemen ervan op nationaal vlak zou vooraf in een Europees kader moeten worden vastgesteld. Zodra de norm is aangenomen, zal het aan de federale regering en aan de gewestelijke overheden zijn om hun acties in het kader van de uitvoering van de genoemde norm te coördineren. 1.2. Het aanpakken van de mobiliteitsbehoeften De transportinfrastructuur, die vandaag tijdens de spits in ruime mate verzadigd is, moet worden verbeterd om te voldoen aan de mobiliteitsbehoeften die maar blijven toenemen.
Voor de federale overheid, bevoegd voor spoorinfrastructuur, moet de investeringsinspanning betrekking hebben op de ontwikkeling van het transportaanbod en op het positioneren van het spoor in een context van intermodaal vervoer. Twee prioritaire acties zijn hiervoor noodzakelijk: enerzijds moet het net beter preventief onderhouden worden zodat de schaderisico’s worden verminderd en anderzijds moet de transportcapaciteit van het spoor naar omhoog. Dit kan door het snel in gebruik nemen van het GEN, door het oplossen van problemen die voortvloeien uit bottlenecks (waaronder de noord-zuidverbinding in Brussel) en door het aanpassen van de infrastructuur aan de goederentrafiek en aan de relaties met de andere transportmodi. 1.3. Verbeteren van het rechtskader voor overheidsinvesteringen De reglementering inzake overheidsopdrachten werd recent grondig gewijzigd wat bepaalde aspecten betreft in uitvoering van Europese richtlijnen. Een nieuwe richtlijn werd bovendien op Europees vlak aangenomen en zal in de loop van de volgende maanden in Belgisch recht moeten worden omgezet.
De omzetting van de nieuwe richtlijn moet benut worden om diverse aspecten van de reglementering nog te verbeteren en het investeringsbeleid beter te ondersteunen. Volgende maatregelen kunnen ontegensprekelijk het rechtskader voor overheidsopdrachten versterken: • Het invoegen van specifieke bepalingen voor PPS-projecten: het gaat meer bepaald om het aannemen van een rechtskader op maat van PPS, zowel voor de procedures die voorafgaan aan het opstarten van het project (die te maken hebben met de evaluatie ervan) als voor de selectie- en gunningsprocedures. • De wijziging van de wet van 1939 op het beroep van architect: het principe van de onverenigbaarheid van het beroep van architect en dat van aannemer moet worden afgeschaft om de ontwikkeling van het bouwteam te bevorderen, een samenwerkingsvorm die bijzonder efficiënt is voor sommige soorten bouwprojecten. • Administratieve vereenvoudiging: de verplichting om dagelijkse lijsten bij te houden moet worden afgeschaft in alle gevallen waarbij een registratie van de aanwezigheden verplicht is op de bouwplaats. In de andere gevallen moet het bijhouden van de lijst vereenvoudigd worden. • De afschaffing van concurrentievervalsende regels: fiscale stelsels die gunstig zijn voor werken uitgevoerd door intercommunales of gemeentelijke nutsbedrijven moeten worden opgeheven zodat correcte concurrentievoorwaarden voor de bouwbedrijven in acht worden genomen.
III. Investeren bevorderen
13
2. Privé-investeringen in woningen steunen Ter aanvulling van de inspanningen die op gewestelijk vlak worden geleverd, moet de federale overheid een beleid voeren dat de mogelijkheid biedt privé-investeringen in de woningsector efficiënt te steunen. Hiertoe moet een tweeledige aanpak worden gevolgd:
2.1. Aannemen van een fiscaal beleid op maat van de woonbehoeften Het fiscaal beleid van de federale regering moet meer rekening houden met de essentiële woonuitdagingen voor de toekomst. Het gaat enerzijds om een aanpassing van de gebouwen aan hogere energieprestatienormen en anderzijds om het bouwen van een groot aantal nieuwbouwwoningen om te voldoen aan de woonbehoeften van een veranderende en groeiende bevolking.
De verbintenis om de btw-tarieven (het normale en het verlaagde) niet te verhogen, is uiteraard een vereiste voor het voeren van een aangepast fiscaal beleid. Elke verhoging van de btw-tarieven zou immers het halen van de doelstellingen voor energierenovatie en de bouw van nieuwe woningen verhinderen of vertragen en zou de activiteit en de werkgelegenheid in de bouw benadelen. Daarnaast zijn nieuwe maatregelen nodig ter ondersteuning van het woonbeleid. Men kan de toepassing van het verlaagde btw-tarief (6%) uitbreiden en nieuwe fiscale voordelen invoeren in het kader van de personenbelasting. Concreet moeten volgende maatregelen worden overwogen: • Het toepassen van een verlaagd btw-tarief op nieuwbouwwoningen: deze maatregel moet als volgt worden uitgevoerd: • Enerzijds nationaal, door het begrip ‘sociaal beleid’ te verruimen waardoor een groter aantal woningen in aanmerking komt voor het verlaagde tarief van 6%. • Anderzijds Europees, door het afschaffen van de huidige beperking ‘sociale woning’ om de algemene toepassing van een verlaagd btw-tarief voor de bouw van elke nieuwbouwwoning mogelijk te maken. • Een verlaagd btw-tarief op alle vernieuwbouw van woningen: de maatregel, die vandaag alleen in bepaalde stedelijke gebieden kan worden toegepast, moet worden uitgebreid tot het hele land en ook voor de verkoop van woningen die worden opgetrokken na het slopen van een oud gebouw. • Het behoud van de woonbonus en opnieuw fiscale voordelen invoeren voor energiebesparende werken: deze maatregelen hebben hun nut en hun efficiëntie bewezen voor de ondersteuning van investeringen in vastgoed binnen aanvaardbare kostengrenzen. Aangezien dit onder de bevoegdheid van de gewestelijke overheden valt, verwijst de Confederatie voor de uitvoering van deze maatregelen naar de memoranda opgesteld door de gewestconfederaties. 2.2. Hypothecair krediet ondersteunen De verstrakking van de voorwaarden voor een hypothecaire lening (onder meer de grotere persoonlijke inbreng) levert voor heel wat kandidaat-leners problemen op. Deze verstrakking, die in de toekomst nog zal toenemen, kan leiden tot een verhoging van het aantal stopgezette bouwprojecten door kandidaat-leners.
Het is van wezenlijk belang dat de federale regering initiatieven neemt die er mee voor zorgen dat gezinnen blijvend toegang hebben tot een woonkrediet. Onder de wenselijke initiatieven stippen we meer bepaald de volgende twee acties aan: • Het aannemen van een aanbeveling die de impact van energieprestaties onderstreept: de kredietverstrekkers moeten rekening houden met de energiefactuur zodat het gemakkelijker wordt om de meerkosten van een energiezuinige woning of een energiebesparende renovatie te financieren. • Studiewerk over langlopende kredieten opstarten: het doel van het studiewerk is de optimale voorwaarden te bepalen om het langlopend krediet (meer dan 25 jaar) te kunnen behouden en zelfs te kunnen uitbreiden.
III. Investeren bevorderen
14
Prioriteiten voor de volgende regering
IV. Kmo’s beter begeleiden
Kleine ondernemingen worden met specifieke moeilijkheden en noden geconfronteerd. Zij hebben vaak een beperkte financiële draagkracht, een vrij klein personeelskader en krappe financiële marges. Het vrijwaren van het concurrentievermogen van kmo’s moet dan ook het voorwerp uitmaken van een apart beleid tijdens de volgende legislatuur dat rekening houdt met de specifieke moeilijkheden en noden van dit soort bedrijven. De te volgen aanpak is noodzakelijkerwijs multidisciplinair. De te nemen maatregelen en initiatieven vallen dus onder verschillende soorten acties in diverse domeinen, met als belangrijkste: • Een kostenbeheersingsbeleid; • Ondersteunen van de toegang tot krediet; • Vereenvoudiging van het administratieve beheer.
15
1. Een kostenbeheersingsbeleid Kleine ondernemingen zijn bijzonder gevoelig voor de evolutie van hun productiekosten. Zij hebben absoluut nood aan stabiele mechanismen waarmee zij deze evolutie beter in de hand kunnen houden. Bepaalde bestaande maatregelen, die op dit domein hun nut hebben bewezen, moeten in de toekomst worden behouden. We moeten echter een stap verdergaan en de maatregelen ter bevordering van het concurrentievermogen van de kleine ondernemingen aanvullen met nieuwe maatregelen. De volgende regering wordt verzocht de nodige initiatieven ter zake te nemen, waarbij de volgende prioritair zijn: • Behoud van het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting: deze maatregel is evenwichtig omdat de grote bedrijven, die aan een hoger tarief onderworpen zijn, een groter aantal aftrekposten genieten. • De voortzetting van de socialelastenverlagingsregeling voor de eerste 5 aanwervingen in de onderneming: de lastenverlagingsregeling biedt reële vooruitzichten voor de verhoging van de werkgelegenheid in startende ondernemingen. • Een herziening van het stelsel van aanslag voor de liquidatiebonus: de regeringsbeslissing uit 2013 om de belasting op de liquidatiebonus van de bedrijven te verhogen zal toekomstige ondernemers ontmoedigen, wat indruist tegen een ondersteuningsbeleid op maat van kleine bedrijven. Deze beslissing moet herzien worden. • Een verhoging van de plafonds voor fiscale vrijstelling gekoppeld aan de toename van de werkgelegenheid: het niet indexeren van het bedrag van de plafonds voor de toepassing van deze regeling heeft geleid tot de afschaffing van het voordeel voor de meeste bouwkmo’s. De plafonds moeten worden opgetrokken en een jaarlijkse indexeringsformule moet worden aangenomen.
2. Ondersteunen van de toegang tot krediet De financieel-economische crisis heeft geleid tot een verstrakking van de toegangsvoorwaarden voor het beroepskrediet, wat kmo’s opzadelt met extra moeilijkheden voor het financieren van hun activiteiten. De toegang van kleine ondernemingen tot krediet moet beter ondersteund worden en de regering heeft ontegensprekelijk een rol te spelen door geschikte initiatieven te nemen, onder meer op het vlak van de reglementering. De volgende regering zou de volgende maatregelen moeten nemen: • Het behoud van de specifieke notionele-interestregeling: deze regeling biedt kleine ondernemingen financieringsmogelijkheden die in de toekomst zeker behouden moeten blijven. • Het invoeren van informatieverplichtingen in de aanvraagprocedures voor krediet: de kredietverstrekkers moeten bij hun analyse van de kredietaanvragen de mogelijkheid integreren voor het bedrijf om van overheidsfinanciering te genieten wat een deel van het aangevraagde krediet kan dekken. Zij moeten ook verplicht worden het bedrijf volledig te informeren over de verhaalprocedures bij de kredietbemiddelaar als een kredietaanvraagdossier wordt geweigerd. • De cashflowproblemen van bedrijven verlichten: er moet een studie komen over diverse maatregelen die kunnen worden genomen om de financiële belasting van kleine ondernemingen te verlichten en ze de mogelijkheid te bieden extra marges te ‘recupereren’. Zo is bijvoorbeeld een snellere vrijgave van de aan de bedrijven opgelegde borgtochten bij het uitvoeren van privéwerken een nuttige maatregel om de belasting van ondernemingen te verlichten.
3. Vereenvoudiging van het administratieve beheer De administratieve rompslomp benadeelt bedrijven en kan in sommige gevallen de goede werking en de groei van kleine entiteiten belemmeren. De ontwikkeling van een structureel beleid voor administratieve vereenvoudiging is dus een noodzaak, met bijzondere aandacht voor de volgende punten: • De voortzetting van de uitvoering van het federale actieplan voor administratieve vereenvoudiging: dit plan, dat de regering in april 2012 goedkeurde, omvat een aantal maatregelen die tot doel hebben de administratieve rompslomp van bedrijven te verminderen, in het bijzonder die van kmo’s en met minstens 30%. De volgende regering moet deze doelstelling behouden en voortzetten. • Kleine ondernemingen vlotter toegang geven tot overheidsopdrachten: de administratieve formaliteiten die in de regelgeving inzake overheidsopdrachten worden opgelegd, zijn bijzonder talrijk, duur en ingewikkeld. Sommige ervan zouden gemakkelijk kunnen worden afgeschaft zonder minderwaarde voor de aanbestedende overheden. Een vereenvoudiging zou voor kleine ondernemingen een middel zijn om vlotter toegang te krijgen tot overheidsopdrachten. • Een aangepast beheer van de kwesties betreffende arbeidsveiligheid: zonder afbreuk te doen aan het organiseren van risicopreventie voor ongevallen kunnen een aantal maatregelen worden genomen om de administratieve belasting van kleine ondernemingen te verlichten, zoals de afschaffing van de verplichting om een jaarverslag op te stellen voor de interne preventiedienst of de vereenvoudiging van de veiligheidscoördinatieprocedures voor kleine werken.
IV. Kmo’s beter begeleiden
16
Prioriteiten voor de volgende regering
V. Kwaliteit verdedigen
De overheid dient een belangrijke rol te spelen bij het erkennen en promoten van kwaliteitsvolle prestaties van ondernemingen, niet enkel als waarborg voor de consument maar ook als middel waarmee de ondernemingen zich op de markt kunnen onderscheiden. De volgende regering wordt verzocht van het bevorderen van kwaliteit een van de krachtlijnen te maken van het beleid dat zij tijdens de volgende legislatuur zal voeren. Bij de te nemen initiatieven moet bijzonder veel aandacht worden besteed aan het volgende: • Het verbeteren van bepaalde reglementeringen; • Het uitbouwen van allerhande informatiekanalen; • Het organiseren van overleg met de sector.
17
1. Verbeteren van bepaalde reglementeringen Een aantal bepalingen of procedures in het kader van de reglementering inzake overheidsopdrachten moeten worden aangepast om beter rekening te houden met de globale kwaliteitsaanpak in de prestaties van de bedrijven. We vermelden meer in het bijzonder volgende procedures: • Het actualiseren van de criteria voor erkenning van de aannemers: de correcte werking van de erkenningsreglementering zal op middellange termijn worden aangetast door het uitblijven van een correct stelsel om de bedragen van de verschillende criteria te indexeren. De volgende regering wordt verzocht de technische voorstellen uit te voeren die de Confederatie recent heeft gedaan om de criteria in de toekomst te actualiseren. • De invoering van een systeem om bestekken vooraf door te lichten: dankzij een doorlichtsysteem zal het mogelijk zijn fouten of slordigheden te voorkomen die vandaag in te veel bestekken worden vastgesteld. • Het herinvoeren van een advies- en verzoeningscomité: het hoog comité van toezicht moet worden hersteld in zijn advies- en verzoeningsfunctie die het in het verleden tot ieders tevredenheid uitoefende. De interventie ervan, hoofdzakelijk tijdens de uitvoeringsfase van de werken, had een positief effect op de kwaliteit van de prestaties van de bedrijven en de relaties tussen partijen.
2. Allerhande informatiekanalen ontwikkelen De aannemer die kwaliteit levert moet zijn vakkennis in de schijnwerpers kunnen zetten bij de klanten en moet bekendheid kunnen verwerven als een referentiebedrijf. Daarvoor moet de aannemer kunnen beschikken over middelen die de kwaliteit van zijn werk bewijzen. De overheid dient hier een rol te spelen door aangepaste informatiekanalen te ontwikkelen, onder meer op basis van volgende voorstellen: • De tool Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) verbeteren: de gegevens in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) geven niet altijd uitsluitsel of een onderneming aan de vereiste ondernemersvaardigheden voldoet. Het is dus belangrijk de tool efficiënter te maken zodat de persoon die consulteert juist en volledig geïnformeerd wordt over de draagwijdte van de gegevens die in de KBO staan. • Het Construction Quality-label promoten: de overheid moet proberen dit sectorale label bekendheid te laten verwerven en te promoten. Het biedt aan consumenten, in een sterk concurrentiële sector met een steeds grotere nadruk op innovatie en duurzaam bouwen, waarborgen over de ernst en de kwaliteit van de bedrijven waarop zij een beroep doen.
3. Overleggen met de sector De ontwikkeling en uitvoering van nieuwe reglementeringen over de relatie tussen bouwbedrijven en opdrachtgevers moet het voorwerp uitmaken van grondig voorafgaand overleg met de sector. Een dergelijke aanpak is van belang voor alle partijen. De regering wordt dan ook verzocht een dergelijk overleg te organiseren, in het bijzonder in de volgende dossiers: • De uitvoering van boek VI van het Wetboek van Economisch Recht: diverse bepalingen van dit boek VI leiden tot nieuwe verplichtingen voor de bedrijven in het kader van de consumentenbescherming. Modeldocumenten die te gebruiken zijn in de relaties tussen bedrijven en hun klanten zouden opgesteld moeten worden door de sector en zouden goedgekeurd moeten worden door de administratie. • De uitvoering van de nieuwe wetgeving over de buitengerechtelijke beslechting van geschillen in consumentenzaken (boek XVI van het Wetboek van Economisch Recht): het verwachte overleg moet, enerzijds, ernaar streven het vrijwillige karakter van deze procedures voor de beslechting van geschillen te laten erkennen en, anderzijds, erop toe te zien dat de huidige verzoeningscommissie van de bouwsector erkend kan worden als een instantie voor het beslechten van geschillen. • Elk initiatief dat ertoe strekt een verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor aannemers in te voeren: het gaat erom in deze context grondig en tegensprekelijk studiewerk te verrichten over de objectieve redenen voor een eventuele behoefte aan verplichte verzekering, over de werkingsmodaliteiten van een dergelijke verzekering en over de eventuele alternatieven voor een verzekeringsplicht.
V. Kwaliteit verdedigen
18
De Confederatie Bouw, spreekbuis van de sector
De Confederatie vertegenwoordigt 15.000 aannemers die actief zijn in bouw-, energie- en milieuactiviteiten. Zij verdedigt hun belangen zowel op lokaal, regionaal, federaal, Europees als op internationaal niveau, samen met haar gewestconfederaties, haar lokale confederaties en haar beroepsfederaties. De Confederatie heeft een sterke reputatie als belangenverdediger, dienstverlener, maar ook als informatieplatform en uitgever van bouwspecifieke publicaties. Zij is de uitgever van het maandblad BOUWBEDRIJF en de wekelijkse nieuwsbrief Bouwbedrijf e-News met betrouwbare en nuttige informatie voor de bouwprofessionals. Haar maandelijkse ‘BouwBarometer’ en haar thema-jaarverslagen met analyses van de conjunctuur en de perspectieven illustreren de centrale plaats van de bouw als motor van de economie en hefboom van economische groei en sociale welvaart.
19
Confederatie Bouw Lombardstraat 34-42 - 1000 Brussel T: 02 545 56 00
[email protected] www.confederatiebouw.be www.ikzoekeenvakman.be www.openwervendag.be www.formalis.be
Gewestconfederaties Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) Lombardstraat 34-42 - 1000 Brussel T: 02 545 57 49
[email protected] www.vcb.be
In Vlaams-Brabant
Confederatie Bouw BRUSSEL VLAAMS-BRABANT Exploitatiezetel Vlaams-Brabant Dreefstraat 8 - 3001 Heverlee T: 016 22 40 84
[email protected] www.confederatiebouw.be/brusselvlaamsbrabant In de provincie Limburg
Confederatie Bouw LIMBURG Prins Bisschopssingel 34 A - 3500 Hasselt T: 011 30 10 30
[email protected] www.confederatiebouw.be/limburg In de provincie Oost-Vlaanderen
Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad (CBB-H) Lombardstraat 34-42 - 1000 Brussel T: 02 545 58 29
[email protected] www.cbbh.be Confédération Construction Wallonne (CCW) Rue du Lombard 34-42 - 1000 Bruxelles T: 02 545 56 68
[email protected] www.ccw.be
Lokale Confederaties Bouw In de provincie Antwerpen
Confederatie Bouw ANTWERPEN T. Van Rijswijckplaats 7 bus 2 - 2000 Antwerpen T: 03 203 44 00
[email protected] www.confederatiebouw.be/antwerpen
Confederatie Bouw OOST-VLAANDEREN Maatschappelijke en administratieve zetel: Tramstraat 59 - 9052 Zwijnaarde
[email protected] www.confederatiebouw.be/oostvlaanderen − Kantoor GENT Tramstraat 59 - 9052 Zwijnaarde T: 09 244 45 00 − Kantoor OUDENAARDE Markt 41 - 9700 Oudenaarde T: 055 31 34 64 − Kantoor AALST Kareelstraat 138/1 - 9300 Aalst T: 053 21 18 76 − Kantoor DENDERMONDE Noordlaan 21 – 9200 Dendermonde T: 052 22 20 12
Confederatie Bouw KEMPEN Parklaan 44 - 2300 Turnhout T: 014 42 00 71
[email protected] www.confederatiebouw.be/kempen
Confederatie Bouw WAASLAND Kleine Laan 29 - 9100 Sint-Niklaas T: 03 760 15 80
[email protected] www.confederatiebouw.be/waasland
In Brussel
In de provincie West-Vlaanderen
Confederatie Bouw BRUSSEL VLAAMS-BRABANT Exploitatiezetel Brussel Aarlenstraat 92 - 1040 Brussel T: 02 230 14 20
[email protected] www.confederatiebouw.be/brusselvlaamsbrabant
Confederatie Bouw WEST-VLAANDEREN Maatschappelijke en administratieve zetel: Kortrijksestraat 389 A - 8500 Kortrijk
[email protected] www.confederatiebouw.be/westvlaanderen
lijst van de adressen
20
− Kantoor BRUGGE Spoorwegstraat 48A - 8200 Brugge T: 050 47 13 50 − Kantoor KORTRIJK Kortrijksestraat 389 A - 8500 Kortrijk T: 056 26 81 50 − Kantoor OOSTENDE Zandvoordeschorredijkstraat 289 - 8400 Oostende T: 059 51 65 90 In Waals-Brabant
Confédération Construction BRABANT WALLON Rue des Croix du Feu 5 - 1420 Braine-l’Alleud T: 02 384 35 52
[email protected] www.confederationconstruction.be/brabantwallon In de provincie Henegouwen
Confédération Construction HAINAUT Rue de la Réunion 2 - 7000 Mons T: 065 35 42 38
[email protected] www.confederationconstruction.be − Confédération Construction Hainaut - CHARLEROI Boulevard Audent 25 - 6000 Charleroi T: 071 20 91 80
[email protected] www.confederationconstruction.be/charleroi − Confédération Construction Hainaut - LE ROEULX Faubourg de Binche 33 - 7070 Le Roeulx T: 064 33 69 08
[email protected] www.confederationconstruction.be/leroeulx − Confédération Construction en Hainaut – MONS-ATH Rue de la Réunion 2 - 7000 Mons T: 065 35 42 38
[email protected] www.confederationconstruction.be/mons − Confédération Construction - HAINAUT OCCIDENTAL Espace Wallonie Picarde Rue du Follet 10/101 - 7540 Kain (Tournai) T: 069 68 77 10
[email protected] www.confederationconstruction.be/tournai
lijst van de adressen
In de provincie Luik
Chambre de la Construction de LIÈGE Galerie de la Sauvenière 5 - 4000 Liège T: 04 232 42 70
[email protected] www.ccl.be Confédération Construction de l’arrondissement de VERVIERS Rue du Palais 25-27 - 4800 Verviers T: 087 29 10 60
[email protected] www.confederationconstruction.be/verviers In de provincie Luxemburg
Confédération Construction - Chambre Patronale Province de LUXEMBOURG Rue Fleurie 2 - 6800 Libramont-Chevigny T: 061 23 07 70
[email protected] www.confederationconstruction.be/luxembourg In de provincie Namen
Confédération Construction NAMUR Avenue Prince de Liège 91/13 - 5100 Jambes T: 081 20 68 30
[email protected] www.construction-namur.be
Beroepsfederaties – Ruwbouw RUWBOUW & ALGEMENE AANNEMERS − Algemene Aannemers FABA – Federatie van Algemene Bouwaannemers Lombardstraat 42 – 1000 Brussel T: 02 511 65 95
[email protected] www.faba.be
− Spoorwegwerken UASW – Unie van Aannemers van Spoorwegwerken Lombardstraat 42 – 1000 Brussel T: 02 511 65 95
[email protected] www.uasw.be − Beton FedBeton Vorstlaan 68 (1ste verdieping) – 1170 Brussel T: 02 735 01 93
[email protected] www.fedbeton.be
21
− Woningbouw Federatie van Ontwikkelaars-Woningbouwers Lombardstraat 42 – 1000 Brussel T: 02 511 65 95
[email protected] www.confederatiebouw.be − Industriebouw UAIB - Unie van aannemers van Industriebouw Lombardstraat 42 – 1000 Brussel T: 02/511 65 95
[email protected]
Federatie der BAGGERWERKEN Grootveldlaan 148 - 1150 Brussel T: 02 771 63 69
[email protected] www.confederatiebouw.be VBA - Vereniging der Belgische Aannemers van GROTE BOUWWERKEN Grootveldlaan 148 –1150 Brussel T: 02 771 00 44
[email protected] www.adeb-vba.be BFAW - Belgische Federatie van Aannemers van WEGENWERKEN Grootveldlaan 148 - 1150 Brussel T: 02 771 20 84
[email protected] www.confederatiebouw.be/bfaw − VlaweBo - Vlaamse Wegenbouwers Grootveldlaan 148 - 1150 Brussel T: 02 771 20 84
[email protected] www.confederatiebouw.be/vlawebo − BFAW - Brussel Grootveldlaan 148 - 1150 Brussel T: 02 771 20 84
[email protected] www.confederatiebouw.be − FWEV - Fédération Wallonne des Entrepreneurs de Travaux de Voirie Avenue Grandchamp 148 - 1150 Bruxelles T: 02 771 20 84
[email protected] www.confederationconstruction.be/fwev
COBESTA - Confederatie Bouw - Vereniging Betonstaalverwerkende Bedrijven Lombardstraat 34-42 - 1000 Brussel T: 02 545 56 54
[email protected]
Beroepsfederaties - Voltooiing Afwerking
BEVAD - Belgische Vereniging van Aannemers van DICHTINGSWERKEN Lombardstraat 34-42 - 1000 Brussel T: 02 545 57 10
[email protected] www.confederatiebouw.be/bevad Confederatie Bouw - Aannemers van GLASWERKEN Lombardstraat 34-42 - 1000 Brussel T: 02 545 57 57
[email protected] www.confederatiebouw.be/glaswerken Confederatie Bouw - Belgische SCHILDERS Lombardstraat 34-42 - 1000 Brussel T: 02 545 57 57
[email protected] www.confederatiebouw.be/belgischeschilders − Confederatie Bouw - Vlaamse Schilders Lombardstraat 34-42 - 1000 Brussel T: 02 545 57 57 www.confederatiebouw.be/vlaamseschilders − Confederatie Bouw - Brusselse Schilders Aarlenstraat 92 - 1040 Brussel T: 02 230 14 20 − Confédération Construction - Peintres Wallons C/° Monsieur Edmond Parent Avenue Edmond Leburton 26 - 4300 Waremme T: 019 33 06 44 Confederatie Bouw - Vlaamse SCHRIJNWERKERS Lombardstraat 34-42 - 1000 Brussel T: 02 545 57 05
[email protected] www.confederatiebouw.be/vlaamseschrijnwerkers − BEWAP
[email protected] − Dé Parketplaatsers
[email protected] www.deparketplaatsers.be
lijst van de adressen
22
− INTERIO - Beroepsvereniging voor Interieurbedrijven
[email protected] − UPEK - Unie van professioneel erkende Keukeninstallateurs
[email protected] Confederatie Bouw - Brusselse SCHRIJNWERKERS Lombardstraat 34-42 - 1000 Brussel T: 02 545 57 10
[email protected] FWMB - Fédération Wallonne des Entr. Gén. MENUISIERS Belges Avenue Prince de Liège 91 Boîte 6 (1er étage) - 5100 Jambes T: 081 20 69 22
[email protected] www.menuisiers.com − BEWAP
[email protected] − Les Parqueteurs
[email protected] www.lesparqueteurs.be
Complementaire Voltooiing
FEDECOM - Koninklijke Federatie der COMPLEMENTAIRE ONDERNEMINGEN van het Bouwbedrijf Lombardstraat 34-42 - 1000 Brussel T: 02 545 57 58
[email protected] www.confederatiebouw.be/fedecom FeCaMo - Belgische Federatie der Aannemers van TEGEL- EN MOZAIEKWERKEN Lombardstraat 34-42 - 1000 Brussel T: 02 545 57 58
[email protected] www.confederatiebouw.be/fecamo Belgische Federatie van Aannemers van NATUURSTEENbewerking Lombardstraat 34-42 - 1000 Brussel T: 02 545 57 58
[email protected] www.confederatiebouw.be/natuursteen Speciale Technieken
− UPEC - Union professionnelle des Assembliers de la Cuisine équipée
[email protected] NaVAP - Koninklijk Nationaal Verbond Aannemers van PLAFONNEERwerk Lombardstraat 34-42 - 1000 Brussel T: 02 545 57 10
[email protected] www.confederatiebouw.be/plafonneerders Confederatie Bouw DAK Lombardstraat 34-42 - 1000 Brussel T: 02 545 57 98
[email protected] www.cct-cbd.be
lijst van de adressen
ICS - Belgische Unie van Installateurs CENTRALE VERWARMING, SANITAIR, Klimaatregeling en Aanverwante Beroepen Lombardstraat 34-42 - 1000 Brussel T: 02 520 73 00
[email protected] www.ubbu-ics.be FEDELEC - Nationale Federatie van ELEKTROTECHNISCHE Ondernemers J. Chantraineplantsoen 1 - 3070 Kortenberg T: 02 757 65 12
[email protected] www.fedelec.be
Een partner die weegt
Als partner van ruim 15.000 bouwbedrijven legt de Confederatie Bouw gewicht in de schaal. Een partner die weegt op de besluitvorming en op het sectoroverleg. Een ijzersterke partner in dienstverlening. Met pertinente informatie, relevant advies en opleidingen op maat.
www.confederatiebouw.be
confederationconstruction.be - produbatiment.be - formalis.be journeechantiersouverts.be - onlinemarcheconstruction.be - forumconstruction.be
Rue du Lombard, 34-42, 1000 Bruxelles
[email protected] Editeur responsable : Robert de Mûelenaere