3 Gasinstallatie* –Grondbeginselen
3 Gasinstallatie* Grondbeginselen Gebruik van aardgas Gasinstallaties worden normaal gesproken gebouwd met behulp van metalen leidingsystemen. De desbetreffende nationale voorschriften zijn in belangrijke mate bepalend voor het installatieproces. De onderstaande informatie is gebaseerd op de technische voorschriften in Duitsland en moet worden beschouwd als een aanbeveling, voorzover deze niet in strijd is met nationale voorschriften. In Duitsland gebruikt ruim 40% van de huisverwarming aardgas als brandstof, meer dan 75% van nieuwbouw wordt voorzien van een aardgasverwarming. Naast aardgasverwarming met een centrale drinkwaterverwarming is ook koken op gas of het drogen van de was met gas zeker niets nieuws. Toch blijft het nog nodig de consument te informeren over de veelzijdigheid van aardgas en op aardgas werkende huishoudelijk apparaten. Nieuwe, verder Op gas werkende huishoudelijke apparatuur
CV Terrasverwarmer
Gasfornuis
Vaatwasser
Grill
Sauna
Wasdroger Haard
Afb. G — 1
ontwikkelde gasapparaten zoals wasdrogers, haarden en warmtestralers of terrasbarbecues breiden het aanbod aan huishoudelijke toepassingen continu uit.
171
Technische handleiding metalen leidingsystemen – 3de editie
Viega systeemfilosofie Eisen aan een ‚innovatieve gasleidinginstallatie’ in woonobjecten
■■ Technisch perfecte en economische installatie ■■ Korte montagetijden ■■ Brandveilige gasleidingen kunnen ook in ontoegankelijke gedeeltes worden weggewerkt
■■ Zonder aanvullende veiligheidsinrichtingen ■■ De persfittingen voldoen aan de GASTEC QA keuringseis ■■ Persfittingen moeten met alle buistypen die voor de gasinstallatie zijn toegelaten, verbonden kunnen worden Woning met volledige aardgasvoeding
Afb. G — 2
Huisinvoerbuis Gasmeter met meteraansluitplaat 3 Etageverdeler 4 Gasketel 5 Gas-wasdroger
172
Gasfornuis Gas-inbouwaansluiting 8 Gaskachel/-haard
1
6
2
7 9
Gas-buitenaansluiting met gasgrill
3 Gasinstallatie* –Grondbeginselen
Eisen voor gasaansluitingen Nationale voorschriften die het gebruik van dit soort apparaataansluitingen beperken of verbieden, moeten in acht worden genomen Om gasapparaten als gasovens, wasdrogers, terrasbranders en terrasgrills te gebruiken moeten gasaansluitingen worden geïnstalleerd. De volgende eisen worden aan gasaansluitingen gesteld:
■■ De apparaataansluiting moet een flexibele gasslang hebben met een snelkoppeling die zo vaak als nodig kan worden vastgemaakt en losgehaald zonder dat dit een gevaar voor de gebruiker oplevert.
■■ Zij moet aan alle veiligheidsnormen voldoen. ■■ Het ontwerp moet overeenkomen met dat van elektrische stopcontacten. Hierbij zijn bouwoplossingen nodig die ervoor zorgen dat aan de veiligheidsnormen wordt voldaan. Mogelijke gevaren en veiligheidsmaatregelen
■■ Gaslekkage door gescheurde of beschadigde slang — bewaking met behulp van een gasstroomregelaar
■■ Onbevoegde manipulatie van de gasaansluitingseenheid — Veiligheid via meertraps of afsluitbare fittingen
■■ Gaslekkage in geval van brand — Veiligheid via TAE (thermische afsluitinrichting)
■■ Ondeugdelijke installatie van apparaten — Veiligheidsinsteeknippel op het gasapparaat De ingebouwde en zichtbare gasaansluitingen van Viega en de flexibele gasaansluitslangen voldoen aan elk van deze eisen.
Inbouwontwerp gasaansluiting
Afb. G — 3
173
Technische handleiding metalen leidingsystemen – 3de editie
Systeemomschrijving Profipress G / Profipress G XL Reglementair gebruik De buiskoppelingssystemen Profipress G en Profipress G XL zijn goedgekeurd voor gassen conform DVGW-AB G 260 voor huishoudelijke toepassingen. De installatie moet worden uitgevoerd volgens DVGW G 600, TRGI 2008 en TRF 2012. Uitsluitend koperen buizen conform 1 NEN EN 1057 in combinatie met DVGW-AB-GW 392 mogen worden gebruikt. Toelatingen bestaan voor:
■■ aardgas to DVGW-G 260 ■■ gas en vloeibaar gas in gasfase voor huishoudelijk gebruik (butaan of propaan) Druk max. pmax = 5 bar Max. druk bij HTB-eisen pmax = 1 bar Bedrijfs- en omgevingstemperatuur max. Tmax = 70 ºC Het gebruik van Profipress G / -XL voor andere dan de beschreven toepassingen moet worden goedgekeurd door het Viega servicecenter.
1
Gelieve rekening te houden met de minimale buisdikten uit tabel G-1.
2
Sanpress Inox G moet worden gebruikt in vloeibaar-gasinstallaties in omgevingen met hoge thermische belasting (HTB), met een reactiedruk van het SAV (veiligheidsafsluitventiel) in de drukflowmeter > 1 bar.
Profipress G Persfittingen van koper Speciale fittingen, flenzen en armaturen uit brons
Afb. G — 4 174
3 Gasinstallatie* –Systeemomschrijving
Technische gegevens Koperen buizen volgens NEN EN 1057
Buizen
Van koper/brons
Persfittingen
Voortdurend gekeurd door materiaalkeuringsinstituut NRW
Kwaliteitscontrole
Gele stip aan beide kanten van de persmof
Markering
Geel HNBR-afdichtingselement
Afdichtingselement
Viega persmachines (zie hoofdstuk‚ Gereedschapsystemen’) Profipress G 12 – 54 mm Met persbek Profipress G XL 64,0 mm Met persring Profipress G DG-4550 AU 0070 Profipress G XL DG-8531 BR 0258
Persgereedschap GASTEC QA -goedkeuringsnummer
Te gebruiken koperen buizen in gasinstallaties buiten-Ø x minimale wanddikte da x s
Buizen
Rollen
Hard
Halfhard
Zacht
12 x 0,8
Ô
Ô
Ô
15 x 1,0
Ô
Ô
Ô
18 x 1,0
Ô
Ô
Ô
Ô
Ô
Ô
Ô
Ô
–
Ô
–
–
Ô
–
–
22 x 1,0 28 x 1,0 35 x 1,2
Profipress G
[mm]
42 x 1,2 54 x 1,5 64 x 2,0
XL
Ô
–
–
Ô
–
–
Koperen buizen Geschikt volgens NEN EN 1057
Tab. G — 1 Profipress G XL Persfittingen en draadovergangen
Afb. G — 5
175
Technische handleiding metalen leidingsystemen – 3de editie
Markering van persfittingen Profipress G en Profipress G XL-persverbindingen worden gemarkeerd
■■ Gas voor gasleidingen ■■ MOP 5 voor maximale werkdruk 5 bar ■■ GT / 1 voor hogere thermische belasting (HTB bij 1 bar bedrijfsdruk) ■■
keurmerk in Nederland (12 – 54 mm)
■■
keurmerk in Polen (12 – 54 mm)
Profipress G / XL-persfitting Als persfitting of met draadaansluiting De gele punt als kenmerk van de SC-Contur – de gele rechthoek voor het medium
Afb. G — 6
Voordelen van de systeemgroep
Duitse eisen aan onderdelen in gasinstallaties
176
■■ SC-Contur ■■ Persfittingen voor talrijke aansluitvarianten ■■ Persgereedschappen met accu of netvoeding HTB-eis (in duitsland verplicht) Het criterium voor de hogere thermische belastbaarheid (HTB) oriënteert zich op de ontstekingstemperatuur van aardgas in de lucht (ca. 640 °C). Om te voorkomen dat zich een explosief mengsel door onverbrand ontsnappend gas vormt, mag in geval van brand onder deze temperatuur op geen enkele plek in het gebouw gas in gevaarlijke hoeveelheden ontsnappen. De hieruit resulterende brandveiligheidseis van 650 °C gedurende 30 min. is beproefd en is een erkende norm in de techniek.
3 Gasinstallatie* –Systeemomschrijving
Gasinstallaties Profipress G- en Profipress G XL-persfittingen kunnen in de volgende gasinstallaties worden gebruikt. Gasinstallaties conform DVGW-TRGI 2008
■■ Lage druk < 100 mbar, middendruk ≥ 100 mbar tot 1 bar ■■ Industriële, commerciële en procestechnische installaties met de desbetreffende DVGW-goedkeuring en technisch voorschrift bijv. DVGW-AB G 614, »Blootliggende buizen op bedrijfsterrein achter het
Afb. G — 7
overdrachtspunt«
■■ Vloeibaar-gasinstallaties conform TRF 2012 Voor vloeibaar-gasinstallaties in een omgeving met een eis van hogere thermische blootstelling (HTB) met een reactiedruk van het SAV >1 bar moet Sanpress Inox G worden gebruikt.
■■ Met vloeibaar-gastanks in het middendrukbereik met drukregelaar eerste niveau op de vloeibaar-gastank tot een toegestane bedrijfsdruk van PZ = 5 bar ■■ Met vloeibaar-gastank in het lagedrukbereik — met drukregelaar tweede niveau
■■ Met gastanks (gasflessen) < 14 kg — na de drukregelaar van kleine flessen
■■ Met gastanks (gasflessen) ≥ 14 kg — na de drukregelaar van grote flessen
177
Technische handleiding metalen leidingsystemen – 3de editie
Sanpress Inox G / Sanpress Inox G XL Reglementair gebruik De persfitting-leidingsystemen Sanpress Inox G en Sanpress Inox G XL zijn goedgekeurd voor gassen conform DVGW-AB G 260. De installatie moet worden uitgevoerd volgens DVGW-werkblad G 600, TRGI 2008 en TRF 2012. Uitsluitend Sanpress buizen van roestvast staal conform NEN EN 10088 en DVGW-werkblad GW 541 – materiaal 1.4401 mogen worden gebruikt. Goedkeuringen
■■ Gassen volgens DVGW G 260 ■■ Vloeibaar gas in de gasfase voor huishoudelijke en commerciële toepassingen. Maximale bedrijfs- en omgevingstemperatuur Sanpress Inox G / XL – MOP 5 / GT 5 ■■ Max. druk ■■ Max. druk bij HTB-eis
Tmax = 70 ºC pmax = 5 bar pmax = 5 bar
Het gebruik van Sanpress Inox G / -XL voor andere dan de beschreven toepassingen moet worden goedgekeurd door het Viega servicecenter. Sanpress Inox Gfittingen Met meer dan 250 artikelen is nagenoeg elke installatie- en verbindingsvariant mogelijk
Afb. G — 8
178
3 Gasinstallatie* –Systeemomschrijving
Technische gegevens Sanpress rvs-buizen zijn dunwandige en corrosiebestendige leidingen van roestvast staal. Materiaal nr. 1.4401 (X5 CrNiMo 17-12-2), met 2,3% molybdeen voor hogere duurzaamheid.
Buizen
Alle maten zijn van roestvast staal 1.4401
Persfittingen
Voortdurend gekeurd door materiaalkeuringsinstituut NRW
Kwaliteitscontrole
Gele rechthoek en gele stip op de persmof
Markering
Geel HNBR-afdichtingselement
Afdichtingselement
Viega persgereedschappen (zie hoofdstuk »Gereedschappen«) Sanpress Inox G 15 tot 54 mm Persbek Sanpress Inox G XL 64,0 tot 108,0 mm Persring
Persgereedschappen
Sanpress Inox G
DG-8531B00393
Sanpress Inox G XL
DG-8531BR0333
DVGWregistratienummer
Goedgekeurde rvs buizen da x s
Volume per strekkende meter buis
Gewicht per strekkende meter buis
[mm]
[liter / m]
[kg / m]
15 x 1,0
0,13
0,35
18 x 1,0
0,20
0,43
22 x 1,2
0,30
0,65
28 x 1,2
0,51
0,84
35 x 1,5
0,80
1,26
42 x 1,5
1,19
1,52
54 x 1,5
2,04
1,97
64,0 x 2,0
2,83
3,04
76,1 x 2,0
4,08
3,70
88,9 x 2,0
5,66
4,34
108,0 x 2,0
8,49
5,30
Materiaal persfitting
Roestvast staal
Tab. G — 2 Sanpress Inox G XL Persfittingen en flenzen
Afb. G — 9 179
Technische handleiding metalen leidingsystemen – 3de editie
Markeringen van de persfittingen Sanpress Inox G / XL-persfittingen worden gemarkeerd met
■■ Gas voor gasleidingsystemen, ■■ MOP 5 voor bedrijfsdruk 5 bar, ■■ GT/5 bij hogere thermische stabiliteit (HTB bij 5 bar) SC-Contur
Gemarkeerde insteekdiepte
Niet-geperste verbindingen worden opgemerkt tijdens lek- en druktests Tot 108,0 mm met markering voor gas
cilindrisch geleidingssysteem
dubbele persing
Afb. G — 10 Sanpress Inox G XL persfittingen
Gemarkeerde insteekdiepte
Afb. G — 11
Persfittingen met SC-Contur Sanpress Inox G-systeem wordt ook gemonteerd met het SC-Contur-systeem, herkenbaar aan de gele stip op de ril. Niet-geperste verbindingen kunnen tijdens druklektesten worden gezien, omdat het drukverlies op de manometer te zien is. Vloeibaar-gasinstallatie TRF 2012 Zie hoofdstuk Profipress G.
180
3 Gasinstallatie* –Systeemomschrijving
Montage Algemene montageregels voor gasleidingsystemen De volgende voorwaarden gelden voor het leggen van gasleidingen
■■ Gasleidingen moeten vrij worden gelegd ① met uitsparingen, ingebouwd zonder holle ruimte ② of in schachten of kanalen ③.
■■ Leidingen met een bedrijfsdruk van >100 mbar mogen niet in een inbouwinstallatie worden gebruikt.
■■ Zij moeten zodanig worden gelegd dat vocht, zowel druipwater als condenswater, van andere leidingen en onderdelen er niet op inwerkt.
■■ De afsluiters en afkoppelbare verbindingen moeten gemakkelijk toegankelijk zijn.
■■ Ze mogen niet worden ingebouwd in de afwerkvloer (zie volgende pagina).
Leidinginstallatie Volgens DVGW TRGI 2008
②
③
① Afb. G — 12
Installatievoorbeelden ① Met uitsparingen ② Zonder holle ruimte ③ In geventileerde kanalen Inbouwinstallaties ■■ Moeten spanningsvrij worden uitgevoerd. ■■ Moeten worden voorzien van een corrosiebescherming. ■■ De gasleidingen mogen niet bloot gesteld worden aan mechanische beschadigingen. ■■ Koperen buizen mogen niet met nitriet- of ammoniumhoudende stoffen worden verwerkt, rvs-buizen niet met chloridenhoudende stoffen.
181
Technische handleiding metalen leidingsystemen – 3de editie
Installatie en bevestiging van leidingen Gasleidingen mogen niet aan andere leidingen worden bevestigd of als steun voor andere leidingen dienen. Gasleidingen mogen met onbrandbare buishouders (bijvoorbeeld metalen buisklemmen) en gangbare bevestigingspluggen (kunststofpluggen) aan onderdelen met voldoende weerstand worden bevestigd als de buisverbinding een overeenkomstige mechanische, axiale stevigheid (lengtekracht) heeft, zie DVGW-TRGI 2008 5.3.7 Tab. 8. Profipress G / XL- en Sanpress Inox G / XL-verbindingen zijn niet-afkoppelbare, vaste en veilige persverbindingen. Profipress G- en Sanpress Inox Gpersfittingen Verbindingen met aanzienlijke lengtekracht
Afb. G — 13
DN –
Bevestigingsafstand
[mm]
[m]
Profipress G
Sanpress Inox G
12 x 0,8
–
1,25
12 x 1,0
–
1,25
15 x 1,0
15 x 1,0
1,25
18 x 1,0
18 x 1,0
1,50
20
22 x 1,0
22 x 1,2
2,00
28 x 1,0
–
2,25
32 40 50
28 x 1,5 35 x 1,2 35 x 1,5
28 x 1,2 – 35 x 1,5
Standaard
– 15
25
2,25 2,75 2,75
42 x 1,2
–
3,00
42 x 1,5
42 x 1,5
3,00
54 x 1,5
54 x 1,5
3,50
54 x 2,0
–
3,50
–
64,0 x 2,0
65
XL
64,0 x 2,0
4,00
–
76,1 x 2,0
4,25
80
–
88,9 x 2,0
100
–
108,0 x 2,0
Tab. G — 3
182
Øbuiten x wanddikte
Standaard
Richtwaarden voor horizontaal gelegde buizen
XL
4,75 5,00
3 Gasinstallatie* –Systeemomschrijving
Leggen van gasleidingen in de vloer Gasleidingen mogen niet (ook niet ten dele) in de afwerkvloer worden gelegd. Toegestane legmethodes
■■ op de ruwe vloer binnen een egalisatielaag of contactgeluidsisolatie ■■ gedeeltelijk in een uitsparing in de ruwe vloer en gedeeltelijk binnen een egalisatielaag of contactgeluidsisolatie (s. Fig. G — 14)
■■ volledig in een uitsparing in de ruwe vloer (s. Fig. G — 15). Gasleidingen die onder de afwerkvloer worden gelegd, moeten worden beschermd tegen corrosie. DVGW-TRGI 2008, punt 3.3.8.5: »Eisen voor in de grond gelegde leidingsystemen« 3
1
2
3
1
4
Gasleideidingen in een vloerconstructie
2
vloeropbouwhoogte
vloeropbouwhoogte
ruwe vloer ruwe vloer
5 6
6
5
Afb. G — 14
① Afwerkvloer ② Folie ③ Contactgeluidsisolatie
Afb. G — 15
⑥ Egalisatielaag ⑤ Uitsparing ④ Gasleiding
Corrosiebescherming Vrij gelegde leidingen in ruimtes hebben in normale situaties geen uitwendige corrosiebescherming nodig. Uitzonderingen
■■ In ruimtes met agressieve bouwmaterialen; bijv. koperen buizen in gedeeltes met nitriet- of ammoniumhoudende bouwmaterialen of roestvaststalen buizen in chloorhoudende omgevingen.
■■ In een agressieve atmosfeer. ■■ Wanneer ze binnen een uitsparing in de vloer, de egalisatielaag of de contactgeluidsisolatie worden gelegd, moeten ze worden behandeld als in de grond gelegde leidingsystemen volgens DVGW-TRGI 2008, punt 5.3.7.8.4 Eisen volgens DVGW-TRGI 2008, punt 5.2.7 Een naderhand aangebrachte corrosiebescherming moet worden uitgevoerd met corrosiewerende banden warmtekrimpkousen.
■■ Voor koperen en roestvaststalen buizen met blootstellingsklasse A (niet-corrosieve vloer) of B (corrosieve vloer).
■■ Voor fittingen, buisverbindingen en gietstukken met blootstellingsklasse A en B, krimpmateriaal klasse C 183