“Cradle to Cradle”
1 Inhoud 1
Inhoud ................................................................................................................................................... 1
2
Cradle to Cradle als nieuwe industriële revolutie ............................................................................ 1 2.1
Van eco-efficiëntie naar eco-effectiviteit ............................................................................................ 2
2.2
Naar gesloten materiaalkringlopen .................................................................................................... 3
3
De basisregels van Cradle to Cradle ................................................................................................. 4 3.1
Afval is Voedsel ................................................................................................................................. 4
3.1.1
Twee kringlopen .................................................................................................................................... 4
3.1.2
UP-cyclen en DOWN-cyclen.................................................................................................................. 5
3.1.3
Reverse logistics .................................................................................................................................... 6
3.1.4
Elke stof in vraag gesteld ....................................................................................................................... 6
3.1.5
Van product naar dienst ......................................................................................................................... 6
3.2
Respect voor diversiteit ..................................................................................................................... 6
3.3
Zon is energiebron ............................................................................................................................. 7
4
Vijf stappen naar eco-effectiviteit ...................................................................................................... 7
5
Cradle to Cradle certificering ............................................................................................................. 9
6
Potentiële actiepunten ...................................................................................................................... 10
7
Interessante links .............................................................................................................................. 10
2 Cradle to Cradle als nieuwe industriële revolutie De kern van het Cradle to Cradle principe ligt in het concept “afval is voedsel”. Alle gebruikte materialen zouden na hun leven in het ene product, nuttig kunnen worden ingezet in een ander product. Hierbij zou geen kwaliteitsverlies mogen zijn en alle restproducten moeten hergebruikt kunnen worden of milieuneutraal zijn. Deze kringloop is dan compleet.... en afval is voedsel. Een initiatief van:
Met steun van:
blz 1/10
“Cradle to Cradle”
Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling waarbij de huidige generatie in haar noden voorziet, zonder de mogelijkheden daartoe voor de volgende generatie te beperken. Het Cradle to Cradle (C2C) principe gaat verder en wil voorzien in onze eigen noden, maar ook de toekomstige generaties van meer mogelijkheden voorzien. Het motto daarbij is probeer goed te zijn in plaats van minder slecht! Cradle to Cradle is een nieuw businessmodel met als streefdoel: producten zo te ontwerpen dat ze van begin tot eind veilig en herbruikbaar zijn. Niet alleen het ontwerp, maar ook het op de markt brengen, het terugnemen na gebruik en het zinvol hergebruiken maken de cirkel rond. Dat vraagt om een geheel nieuwe samenwerking tussen leverancier, producent, gebruiker en verwerker. Een intensieve samenwerking tussen deze partijen is nodig om tot betere producten te komen. Cradle to Cradle is bijgevolg een strategie voor product- en procesinnovatie waarin het sluiten van materiaalkringlopen centraal staat. Het is de uitdaging om producten te ontwikkelen die veilig en gezond zijn voor mens en milieu, en die bovendien na gebruik volledig tot waardevolle grondstoffen te ontmantelen zijn of juist afbreekbaar zijn in de biosfeer. Grondleggers van de Cradle to Cradle filosofie zijn Michael Braungart en William McDonough. Velen zijn ervan overtuigd dat Cradle to Cradle zal leiden tot een nieuwe industriële revolutie. "De industrie moet ecosystemen - het biologische metabolisme van de natuur - beschermen en verrijken. Tegelijkertijd moet zij een veilig, productief technisch metabolisme in stand houden voor hoogwaardig gebruik en de circulatie van minerale, synthetische en andere materialen." Bron: MBDC (McDonough Braungart Design Chemistry)
2.1 Van eco-efficiëntie naar eco-effectiviteit Eco-efficiëntie is de eco-effectiviteit voorbij. Duurzaamheid bereik je niet door eco-efficiëntie (“being less bad”), maar door eco-effectiviteit. We gaan wat we doen in vraag stellen, niet optimaliseren van wat we doen. Vb van het steeds performanter en energiezuiniger maken van wagens op benzine naar de ontwikkeling van hybride wagens. Die duurzame effectiviteit bereik je niet door oude technologieën in te zetten. Dit vereist een nieuwe benadering van hoe wij consumeren en produceren. En dit is het uitgangspunt van de C2C benadering. Zuiniger met energie en grondstoffen omspringen, minder
DMI/ jul 2011
blz 2/10
“Cradle to Cradle”
vervuilen zijn eco-efficiënte maatregelen die indien een product evenwel slecht ontworpen is slechts beperkt corrigerend zullen werken. Eco-efficiëntie betekent dus “minder slecht” zijn, maar daarom nog niet goed. Hoewel zeker nuttig, is eco-efficiëntie op langere termijn geen duurzame oplossing en dienen we te evolueren naar eco-effectiviteit waarbij we ons de vraag stellen of we de juiste dingen optimaliseren.
2.2 Naar gesloten materiaalkringlopen De huidige methoden voor duurzame productontwikkeling, zoals o.a. een levenscyclusanalyse (LCA), richten zich op het beperken van de schadelijkheid van het product. Het product wordt hier gezien als de keten van ontstaan (winning van grondstoffen, productie), gebruik (energieverbruik en verbruik van hulpstoffen zoals waspoeder en benzine) en afdanking (hergebruik en stort). Het "minder slecht maken" van het product bestaat uit het kiezen van schonere grondstoffen, het zuiniger maken van het product in gebruik, en het optimaliseren voor recycling. Dit kan, ondanks wat de term “recycling” doet vermoeden, gezien worden als ontwerpen van wieg tot graf. De centrale gedachte van de Cradle to Cradle (wieg tot wieg) filosofie, is dat alle gebruikte materialen na hun leven in het ene product, nuttig kunnen worden ingezet in een ander product. Het eerste verschil met conventioneel hergebruik is dat er geen kwaliteitsverlies is, en geen restproducten die alsnog gestort worden. Alle afval in de kringloop is voedsel.
Figuur: De gesloten materiaalkringloop van de C2C handdoeken van Clarysse
DMI/ jul 2011
blz 3/10
“Cradle to Cradle”
3 De basisregels van Cradle to Cradle De drie basisregels van Cradle to Cradle principe zijn: 1. Afval = voedsel 2. Respect voor diversiteit 3. Zon is de energiebron Elk van deze basisregels bevatten verschillende kernelementen die we kunnen toepassen op zowel product als businessmodel.
3.1 Afval is Voedsel
Afval is voedsel is het grondbeginsel in de Cradle to Cradle principe. De natuur is hierbij uiteraard de grote inspiratiebron. Om 'afval is voedsel' te laten werken, moeten biologische en technische voedingsstoffen scheidbaar zijn, en elk in een eigen cyclus worden herverwerkt. In deze voortdurende kringloop zouden alle materialen en stoffen hun biologische en technische voedingswaarde moeten behouden. 3.1.1 Twee kringlopen Cradle to Cradle maakt een onderscheid tussen de biologische en de technologische cyclus. Het technologisch metabolisme (technosfeer) is een gesloten systeem waarbij waardevolle synthetische en minerale grondstoffen circuleren in een eindeloze cyclus van productie, terugname en hergebruik. Technologische producten worden na gebruik onderdeel of grondstof van een nieuw technologisch product. Een gekend voorbeeld hiervan is de stoel van Herman Miller, dit is een bureaustoel die uit non-biologisch afbreekbare materialen is gemaakt en die kunnen worden hergebruikt zonder dat het aan kwaliteit verliest. DMI/ jul 2011
blz 4/10
“Cradle to Cradle”
De biologische kringloop (bossfeer) is gebaseerd op het biologisch metabolisme uit de natuur waarbij afvalstoffen zullen composteren en dienen als voedsel. Een voorbeeld hiervan is de biologisch afbreekbare handdoek van Clarysse. In de praktijk komt dit op het volgende neer: alle producten die worden geproduceerd bestaan uit of biologisch afbreekbare materialen, of non-biologisch afbreekbare materialen, die in respectievelijk een biologische en een technische kringloop circuleren. De biologisch afbreekbare materialen dienen volledig te worden heropgenomen door de natuur en de non-biologisch afbreekbare materialen dienen volledig te worden hergebruikt bij het produceren van nieuwe producten. Opdat we de afvalstoffen in beide kringlopen goed kunnen hergebruiken dienen we hiermee in ons ontwerp rekening te houden. Belangrijk is ook dat we beide kringlopen voldoende gescheiden houden.
Figuur uit presentatie van Sustenuto voor SUSPRO 3.1.2 UP-cyclen en DOWN-cyclen Lijkt C2C dan niet heel erg op recycling? Een belangrijk onderscheid tussen het hergebruik volgens de C2C principe en het traditionele recycleren is de kwaliteit van de gerecycleerde grondstof. Bij C2C spreken we van UP-cycling. Bij UP-cyclen is er sprake van een hoogwaardiger toepassing van het materiaal. De gerecycleerde grondstof is van een hogere kwaliteit of anders gezegd “environmental value” dan de oorspronkelijke grondstof. Bij het recyclen spreken we van DOWN-cyclen. Bijvoorbeeld bij het ontwerp van de reguliere plastic flessen is niet van tevoren rekening gehouden met hergebruik. Deze flessen zitten vol chemische stoffen - weekmakers en dergelijke - die er niet meer uit te krijgen zijn. Bijgevolg is dat ze bij de eerste ronde hergebruik zodanig in kwaliteit teruggelopen, dat je er niet opnieuw flessen van kunt maken. Maar wel bijvoorbeeld bloempotjes. Die op hun beurt nog een leven mee kunnen, waarna het plastic van de bloempot nog een derde leven kan leiden als paaltje langs de snelweg. Bij iedere stap loopt de kwaliteit van het materiaal echter verder terug.
DMI/ jul 2011
blz 5/10
“Cradle to Cradle”
3.1.3 Reverse logistics Het sluiten van de biologische en technologische kringlopen verandert de logistiek. Het wordt niet meer alleen distributie van product tot gebruiker maar ook het installeren van omgekeerde trajecten wat “reverse logistics” wordt genoemd. Een product hoeft na gebruik niet noodzakelijk tot bij de initiële producent te komen. Het product kan een (bio-)chip bevatten met informatie over de samenstelling waardoor de huidige “afvalverzamelaar” toekomstige “materiaalbeheerder” wordt. 3.1.4 Elke stof in vraag gesteld Stel elke stof die in het product voorkomt in vraag naar functie en veiligheid. Stoffen met mogelijke hinder voor mens en natuur moeten worden vervangen. Elk traject start met een grondige screening die de ganse keten van leveranciers betrekt. Dit traject is bijzonder diepgaand. Ketensamenwerking is noodzakelijk. 3.1.5 Van product naar dienst Het gebruik van een product verandert niet, de eigenaar wel. Daar waar consumenten vroeger eigenaar werden, wordt in het principe van een dienstproduct “het gebruik” gekocht. Hierbij koopt de consument niet het product, maar de dienst die het levert. Bijvoorbeeld 10.000 uur TV kijken. Het voordeel hiervan is dat het product nadat de consument het niet meer hoeft, naar de producent terug gaat die vervolgens de waardevolle materialen kan terugwinnen en daar nieuwe producten van kan maken. De producent blijft dus eigendom van zijn grondstoffen.
3.2 Respect voor diversiteit Naast de focus op materialen besteden Braungart en McDonough ook aandacht aan respect voor diversiteit als onderdeel van de Cradle to Cradle filosofie. De vitaliteit van een ecosysteem hangt af van de mate van diversiteit. Hoe hoger de diversiteit, hoe veerkrachtiger het ecosysteem. Om diversiteit in onze samenleving te bevorderen moet er zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van lokale grondstoffen, energie en culturele gebruiken. Er moet rekening gehouden worden met lokale omstandigheden. Het respecteren van diversiteit in ontwerp betekent niet alleen bedenken hoe een product wordt gemaakt, maar ook hoe het moet worden gebruikt en door wie. In een concept van Cradle to Cradle moet een product in de loop der tijd en ook ruimtelijk geschikt zijn voor veel toepassingen en veel gebruikers. In plaats van een esthetiek van “one size fits all” na te streven zouden bedrijven zich moeten gaan richten op massa maatwerk, door verpakkingen en producten aan te passen aan de lokale smaken en tradities zonder de integriteit van het product zelf aan te tasten. Vorm volgt evolutie, inspelen op behoeftes die evolueren, variëren. De mogelijkheden van het 3D laser printen zijn hier een mooi voorbeeld van.
DMI/ jul 2011
blz 6/10
“Cradle to Cradle”
De 3D printtechniek levert telkens een product af specifiek op maat van een bepaalde klant, zonder afvalstoffen en vaak ook lokaal geprint. Naast respect voor diversiteit moeten ook economische (zoals werkgelegenheid), sociologisch (zoals de betrokkenheid van de bevolking) en ecologische aspecten worden gerespecteerd.
3.3 Zon is de energiebron Slimmer omgaan met energie is een speerpunt van Cradle to Cradle. Het gebruik van natuurlijke en lokaal beschikbare energie, zoals de zon en de wind. Lokaal opgewekte zonne-energie speelt hierbij een hoofdrol.
4 Vijf stappen naar eco-effectiviteit Hoe zet u de eerste stappen naar een C2Cproduct, C2C bedrijf? Het is niet altijd mogelijk als bedrijf reeds lang gevestigde manieren van werken, ontwerpen en besluitvorming in één keer volledig af te schaffen. Het is daarom goed om in stappen tot eco-effectiviteit te komen. In hun boek vermelden Braungart & McDonough de onderstaande vijf stappen naar eco-effectiviteit: Stap 1. Maak je 'vrij van' de bekende boosdoeners Zorg dat je toxische stoffen meteen uitbant en vervangt door minder schadelijke producten. Kijk ook naar het gebruik van hulpstoffen bij productie en naar verpakkingsmateriaal. U dient hiervoor wel over de nodige informatie van uw leveranciers te beschikken. Het prijsgeven van deze informatie kan gevoelig liggen. Stap 2. Opbouwen materiaalkennis product, wees goed geïnformeerd Bouw kennis op over materialen die belangrijk zijn voor het product. Denk hierbij niet alleen aan de (samenstelling van ) materialen maar ook aan: de plaats van herkomst, de vervoerstrajecten, het energieverbruik van de productie, de emissies, de hulpstoffen, het waterverbruik. Creëer een voorkeurlijst van die materialen. Stap 3. Het opstellen van een 'passieve stoffen'-lijst Vanaf deze stap wordt ontwerpen pas echt eco-effectief. We gaan verder dan de beschikbare informatie over de samenstelling van een bepaald product. De samenstelling van een product wordt geanalyseerd en stoffen worden verdeeld in lijsten. De eerste stap in de redesign van het product is het zo veel mogelijk uitbannen van de stoffen op de X-lijst (lijst met de meest problematische stoffen die urgent verwijderd dienen te worden) en de grijze lijst (eveneens problematische stoffen, maar niet urgent nodig te verwijderen). Deze stoffen moeten worden DMI/ jul 2011
blz 7/10
“Cradle to Cradle”
vervangen door alternatieven uit de P-lijst (positieve lijst, voorkeurlijst). Dit alles in het kader van het huidige productieproces. Hiermee zijn de investeringen op korte termijn niet te hoog en worden quick wins behaald. Deze stap is het begin van echte verandering. Het inventarisatieproces kan prikkelen tot echte creativiteit. Het kan de ontwikkeling stimuleren van nieuwe producten die de problemen voorkomt die aan de oude vastzaten. Stap 4. Het activeren van de positieve lijst Bij deze stap begint het herontwerp pas echt. Het vanaf het begin tot het einde ontwerpen van een product dat voedsel kan worden voor de biologische of technische kringloop. De bureaustoelen van “Steelcase” en “Herman Miller” zijn een goed voorbeeld hiervan. De materialen van de stoelen staan op de P-lijst en ze zijn zo ontworpen dat alle onderdelen te scheiden zijn in de oorspronkelijke materialen. Door een uitgekiend retoursysteem zorgen deze bedrijven ervoor dat de afgedankte stoel in de technische kringloop blijft.
Figuur: kringloop van kantoostoel Herman Miller Stap 5. Opnieuw uitvinden We doen nu meer dan ontwerpen voor de biologische en technische kringlopen. Vind het product opnieuw uit. Herformuleer de ontweropdracht zodat alle stoffen in de kringlopen blijft en een meerwaarde gecreëerd wordt voor de omgeving. Een ontwerpopdracht voor een auto zou in deze context geherformuleerd kunnen worden van “ontwerp een auto” in “ontwerp een voedend voertuig”. Deze auto zou een positieve uitstoot moeten produceren die voedzaam is voor de natuur of industrie. Deze laatste stap heeft geen absoluut eindpunt en de resulaten kunnen een totaal ander product opleveren dan het product dat men in de beginfase voor ogen stond. Het is een uitdaging om in deze stap werkelijk “out of the box” te gaan denken.
DMI/ jul 2011
blz 8/10
“Cradle to Cradle”
5 Cradle to Cradle certificering
Cradle to Cradle certificering biedt bedrijven de mogelijkheid om op een betrouwbare en tastbare manier hun duurzame ontwerpinspanningen te meten en te communiceren naar klanten. De Cradle to Cradle certificering is een vierlaagse benadering die bestaat uit een Basic, Silver, Gold en Platinum niveau om constante verbetering van het cradle to cradle traject te visualiseren. Het certificeringsprogramma is van toepassing op materialen, deelassemblages en kant-en-klare producten. De Cradle tot Cradle certificering bevat eisen voor: -
Product/materiaal transpantie: veilige eigenschappen van materialen voor mens en milieu Product/materiaal hergebuik Gebruik van hernieuwbare energie Watergebruik tijdens het fabricageproces Sociale eerlijkheid en bedrijfsethiek
Certificatieproces:
Meer informatie mbt de certificering vindt u in de SUSPRO labelgids en op de website van MBDC (www.mbdc.com)
DMI/ jul 2011
blz 9/10
“Cradle to Cradle”
6 Potentiële actiepunten
Bekijk de mogelijkheid om toxische stoffen te bannen uit uw producten Bouw kennis op van herkomst, samenstelling, … van materialen die worden toegepast in uw producten Maak oplijstingen van de diverse gebruikte materialen in X-lijst, grijze lijst en P-lijst Onderzoek de mogelijkheid van een terugnamesysteem Ontwerp een product volgens het Cradle to Cradle principe, dat voedsel kan worden in de technische of biologische kringloop
7 Interessante links www.mbdc.com www.epea.com www.cradle2cradle.nl www.c2cplatform.be
Bronnen: Boek “Cradle to Cradle, afval is voedsel”(2002), van William McDonough en Michael Braungart Handboek “Een gids voor duurzaam ontwerpen” (2011), van Edward Mouw Presentatie “Cradle to Cradle” (2011), van Dirk Le Roy voor SUSPRO sessie (16/06/2011) Websites: www.mbdc.com, www.cradle2cradle.nl, www.c2cplatform.be, www.duurzaamondernemen.nl
DMI/ jul 2011
blz 10/10