Cover Page
The handle http://hdl.handle.net/1887/23627 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hoss, Stefanie Title: Cingulum Militare : Studien zum römischen Soldatengürdel des 1. bis 3. Jh. n. Chr. Issue Date: 2014-02-11
409
NEDERLANDSE SAMENVATTING
Het doel van dit onderzoek is de analyse van een specifiek bestanddeel van de kleding en uitrusting van Romeinse soldaten: de militaire gordel. Die gordel was én een kledingstuk én - als zwaardgordel - een deel van de militaire uitrusting van de soldaat. De leren riem van de gordel was rijkelijk versierd met gedecoreerde metalen platen en kon worden dichtgemaakt met een toen nieuwe uitvinding, de gesp. Het meest opvallende onderdeel van de gordel in de 1e eeuw na Chr. was zonder twijfel de zogenaamde schort, een reeks met metaal versierde leren riemen met hangers, die aan de voorkant van de gordel naar beneden hingen. De zwaardgordel was het enige onderdeel van de uitrusting dat tegelijk deel van de kleding van de soldaat was. Romeinse soldaten droegen de zwaardgordel zowel als ze hun volle uitrusting droegen, als ook als zij in gewone kleren ('camp dress' genoemd) rondliepen. De militaire riem met het zwaard 'vertegenwoordigde’ dan symbolisch het geheel van de uitrusting van de soldaat. De militaire gordel had dus vooral een grote symbolische betekenis, hij was hét symbool van de beroepsgroep van de soldaten; wie een militaire gordel droeg was óf soldaat óf veteraan. De gordel kreeg deze status door zijn eenheid met het zwaard. Als het belangrijkste wapen van de Romeinse soldaat was het zwaard een soort ‘verlengstuk’ van de man, speciaal gemaakt of aangeschaft op de grootte en de kracht van zijn lichaam. Het succesvolle gebruik van het zwaard vergde agressie en moed, omdat je er alleen van dichtbij mee kon vechten. Als bijgevolg werd het zwaard de een symbool voor de eer van de krijger en daarmee natuurlijk ook een drager van decoratie. Vanwege veiligheid en functionaliteit droegen de soldaten het zwaard echter in een schede en was alleen het gevest zichtbaar. Maar zowel de schede als de riem waren verbonden met het zwaard, en beide hadden wel een zichtbare oppervlakte. Om deze reden werden die twee dus de belangrijkste dragers van de decoratie, die ertoe diende om de status van het zwaard te benadrukken. Daarnaast hebben de schede en de riem zelf geleidelijk ook een soortgelijke status verkregen. Dit proces van overdracht van betekenis vond gelijktijdig plaats met de transformatie van het Romeinse leger van een leger met burger-soldaten tot een leger met beroepsmilitairen in de late Republiek. Deze proces wordt door de hervormingen van Augustus afgerond. Om een zo volledig mogelijk beeld van de militaire gordel te krijgen, wordt het onderwerp vanuit een combinatie van uiteenlopende bronnen en methoden benaderd. De belangrijkste zijn de drie soorten antieke bronnen: Ten eerste de historische en epigrafische bronnen, ten tweede de afbeeldingen van militaire gordels en ten derde de archeologische vondsten van de afzonderlijke componenten. Om meer over de symbolische waarde en de sociale implicaties van de gordel te weten te komen, gebruikt de studie sociologische theorieën en antropologische vergelijkingen.
410
De inleiding zet het kader voor dit onderzoek uiteen en belicht de onderzoekgeschiedenis van het onderwerp. Ook geeft zij een overzicht van het concept en de opbouw van het onderzoek. Op de inleiding volgen vier hoofdstukken waarin de theoretische en methodologische achtergrond van dit proefschrift geïntroduceerd wordt. Deze hoofdstukken zijn in twee groepen opgedeeld: het tweede en derde hoofdstuk gaan over identiteit, het vierde en vijfde hoofdstuk behandelen de theoretische achtergrond van kleding als uitdrukking van identiteit. Het tweede hoofdstuk licht de sociologische basis toe om het fenomeen identiteit te begrijpen en zet de theorieën over de werking van identiteit in sociale groepen uiteen. Samengevat komt uit dit hoofdstuk naar voren, dat de persoonlijke identiteit van een individu uit verschillende sociale identiteiten bestaat. Deze worden gevormd door zich tegen andere sociale identiteiten af te zetten. Binnen een sociale groep worden er bepaalde normen en waarden alsmede bepaalde praktijken op na gehouden. Als een individu hiervan afwijkt, treden er verschillende technieken van sociale beïnvloeding in werking, om het individu van deze normen en waarden c.q. praktijken te overtuigen. Essentieel voor de vorming en de ervaring van de groep zijn uiterlijke kenmerken, waaraan de leden van de groep herkenbaar zijn. Deze kenmerken kunnen verschillende vormen hebben, maar modificaties van lichaam en kleding spelen hierbij een centrale rol. Een verdere, belangrijke conclusie is dat de met ‘smaak’ omschreven neiging om bepaalde goederen en praktijken de voorkeur te geven boven andere, aangedreven wordt door ‘peer pressure’ en bovendien door een mechanisme, dat door Bourdieu als ‘symbolische macht’ is omschreven. Het gaat hier om de sociale verwachting dat mensen met een bepaalde status ook gebruik maken van voorwerpen en/of kennis met een bijpassende status. Door het gebruik van deze voorwerpen of kennis geeft een individu te kennen dat hij tot een bepaalde klasse hoort. Dit geeft het individu macht over individuen van een lagere klasse. De theorieën over de militaire identiteit tonen aan dat deze vaak een dominerend bestanddeel van de sociale identiteit van een individu is. Dit is een gevolg van de lange periode van indoctrinatie tijdens de integratie in het leger. Deze periode bezit bovendien meestal een hoge intensiteit en alle factoren die een sociale identiteit versterken, worden door het leger ingezet: langdurige binding aan de groep, versterking van de groepscohesie door gemeenschappelijke ervaringen en doelen, identificatie met de groep door middel van gemeenschappelijke symbolen en kleding. De groepscohesie wordt versterkt door het soort werk dat meestal onder hoge druk plaatsvindt en zeer gevaarlijk is. Als een individu eenmaal is geïntegreerd in de gemeenschap van soldaten, blijft deze sociale identiteit vaak doorslaggevend voor het hele leven. Terwijl de verschillenden factoren door moderne legers bewust worden ingezet, is dit voor het Romeinse leger niet bekend. In het derde hoofdstuk worden historische bronnen gebruikt om de samenstelling en ontwikkeling van het Romeinse leger als sociale groep te beschrijven. Bovendien beschrijft dit hoofdstuk eveneens aan hand van historische bronnen de leefomstandigheden en normen en waarden van de soldaten. De bronnen tonen aan, dat
411
Romeinse soldaten zichzelf als een ‘elite’ onder de gewone burgers zagen en ook zo door anderen werden beschouwd. Zij behoorden qua inkomen tot de middenklasse van het Romeinse Rijk en hadden een reeks speciale privileges, zoals bijvoorbeeld vrijstelling van belasting. Dat de Romeinse zichzelf als geprivilegieerd zagen, was de voedingsbodem voor het ontstaan van uiterlijke kenmerken van deze status, zoals de militaire gordel. Het leven van de individuele soldaat in het Romeinse leger werd gekenmerkt door de stapsgewijze promotie in de complexe interne rangenstructuur met de bijbehorende, soms zeer subtiele verschillen in status. Dit blijkt uit het feit dat op vele militaire grafstenen de hele loopbaan van de soldaten is opgesomd. Naast de diverse rangen noemen (of tonen) de soldaten ook hun militaire onderscheidingen, waarmee het belang dat de soldaten daaraan hechtten, duidelijk wordt. Dit is een teken van het competitieve karakter van het ‘soldaat-zijn’ in het Romeinse leger. Romeinse soldaten waren gedreven door een strijd om persoonlijke eer. Die kwam ook tot uiting in het uiterlijk, en naast militaire onderscheidingen ook in versierde wapens en uitrusting. Maar het belangrijkste kenmerk van een eervolle soldaat, dat hij al bij zijn indienststelling ontving, was de militaire gordel. In het vierde hoofdstuk worden de sociologische theorieën over kleding en mode als expressie van identiteit in het algemeen toegelicht en van identiteit en kleding in het leger in het bijzonder. Kleding is een essentieel medium om de identiteit van individuen en groepen te definiëren, construeren en communiceren. De ambivalentie van de verschillende sociale identiteiten van een individu leidde ertoe dat de kleding op een manier wordt samengesteld die tussen verschillende signalen fluctueert. Deze verschillende signalen kunnen elkaar versterken, aanvullen of juist zelfs met elkaar in tegenspraak zijn. De code van de mode is een onderdeel van de kledingcode, omdat mode zonder kleren (of andere modificaties van het lichaam) niet kan bestaan, maar kleding wel kan bestaan zonder mode. Kledingcodes zonder mode worden gebruikt als over een langdurige periode dezelfde denkbeelden over de algemeen aanvaarde sociale identiteit heersen, dit wordt ‘dracht’ genoemd. Mode is daarentegen een manifestatie van een doorlopend maatschappelijk proces van definitie en creatie van sociale identiteiten. Specifieke dresscodes benadrukken de identiteit van een groep en zijn een maatschappelijk effectieve uiting van de normen en waarden van die groep, zowel naar de buitenwereld als naar de leden van de groep zelf. Deze principes gelden voor alle complexe samenlevingen, waaronder ook de Romeinse. Hier moet alleen wel rekening worden gehouden met het feit dat de communicatie van nieuwe modes in de oudheid duidelijk langzamer verliep dan in de Nieuwe Tijd. Bovendien is van al het materiaal uit deze periode duidelijk minder overgeleverd dan uit latere periodes. Wij moeten dus voor de Romeinse periode niet uitgaan van modes die elk jaar (of zelfs vaker) wisselende. Het is waarschijnlijker dat de mode langzamer wisselde, misschien maar elke vijf tot tien jaar . Legers vertrouwden tot honderd jaar geleden zowel in tijden van vrede als ook ten tijde van strijd niet alleen op hun vaardigheden, maar ook op hun uiterlijk. Een bijzonder
412
indrukwekkende verschijning helpt een leger of een eenheid, maar ook de individuele soldaat, om de tegenstander onzeker te maken. Dit wordt bereikt door de psychologische link tussen een schitterend uiterlijk en de idee van succesvolle professionaliteit. Een indrukwekkend uiterlijk van ‘zijn’ leger verhoogt bovendien de status en prestige van een staat of heerser en van het individuele lid van dit leger. Daarbij zet men de kleding en uitrusting van als bijzonder krijgshaftig geziene groepen en volkeren in om van hun bijzonder angstaanjagende reputatie te profiteren. Een ander kenmerk van militaire kleding en uitrusting is de cultuur van gedenktekens. Bepaalde, eervolle gebeurtenissen in het leven van een individu of van een eenheid worden met behulp van veranderingen van kleding en uitrusting herdacht. Binnen een eenheid helpen zulke tekens om de identiteit van de eenheid te versterken. Bij deze overwegingen is het belangrijk, dat de voorwaarden en omstandigheden voor het Romeinse leger sterk verschillen van die voor moderne legers. Zo zijn uit de Romeinse tijd geen uniformen bekend; die waren niet alleen onnodig, maar met de toen bekende productiemethodes en infrastructuur ook niet te realiseren. Tegelijkertijd gaan tot nu toe de meeste onderzoeken naar kleding in het leger over moderne legers en dus over uniformen. Om deze reden worden in dit hoofdstuk de kledingcode van het Romeinse leger vergeleken met een aantal voormoderne legers uit de 14e tot de 16e eeuw (landsknechten). Om de symboliek van de militaire gordel in vergelijking met de rest van de kleding beter te kunnen evalueren, beschrijft het vijfde hoofdstuk de kleding van de Romeinse soldaten, met behulp van historische bronnen en afbeeldingen. Die kleding bestond hoofdzakelijk uit een tunica, sandalen met schoenspijkers (caligae) en een lange, zware wollen mantel, plus de militaire gordel. Van deze kledingstukken waren noch de tunica noch de mantel typerend voor soldaten. Alleen de schoenen en de gordel van de Romeinse soldaten worden in de antieke bronnen als typerend voor soldaten genoemd. De militaire gordel met het zwaard eraan was het deel van de kleding dat een soldaat ook in alledaagse kleding (zonder wapens of uitrusting) buiten dienst als soldaat kenmerkte. In het volgende, zesde hoofdstuk komen de schriftelijke bronnen met betrekking tot de militaire gordel aan bod. Hiertoe behoren zowel de antieke auteurs als ook epigrafische bronnen en brieven, waarbij met name de laatste bijzonder waardevol zijn. De bronnen geven een schat aan informatie over het uiterlijk van de gordel, over zijn (betrekkelijke) geldwaarde en over het feit dat de gordels het eigendom van de soldaten zelf waren. Bovendien wordt door een reeks brieven uit Egypte duidelijk dat de gordel waarschijnlijk pas vanaf het midden van de 2e eeuw “cingulum militaris” werd genoemd. Waarschijnlijk was de naam in de 1e en aan het begin van de 2e eeuw “balteus”. De naam balteus wordt vanaf het midden van de 2e eeuw voor de schoudergordel gebruikt, die vanaf die tijd als zwaardgordel dienst deed. De gordel om het midden van de lijf van de soldaat wordt vanaf die tijd “cingulum militaris” genoemd en was het symbool van de soldatenstand. Dit onderzoek naar de correcte Latijnse naam toont hier dus voor het eerst aan dat de term “balteus” de naam voor de zwaardgordel is, terwijl de term “cingulum militaris” een gordel beschrijft die de drager als lid van de militia aanwijst. Onder
413
‘militia’ verstaan we hier de dienst voor de keizer, zowel als soldaat als ook als ambtenaar. Het zevende hoofdstuk analyseert de afbeeldingen van de militaire gordel aan de hand van een catalogus van bijna 300 monumenten. Het betreft vooral grafstenen, in opdracht gegeven door de soldaten zelf. Daarnaast passeren ook de grote triomfale reliëfs de revue, zoals de zuil van Trajanus. Slechts enkele afbeeldingen zijn standbeelden. Ook de substantieel kleinere groep van tweedimensionale afbeeldingen (mummieportretten, muurschilderingen en mozaïeken) is onderdeel van deze analyse. De afbeeldingen van de militaire gordel zijn zeer belangrijk voor de reconstructie van het uiterlijk van de gordel. Elke militaire gordel bestond namelijk uit diverse onderdelen – in ieder geval de leren riem, de beslagen, de gesp en de schedebevestiging. Hiervan zijn – een enkele uitzondering daargelaten - alleen de metalen onderdelen bewaard gebleven. Ze worden als archeologische vondsten meestal los van elkaar gevonden en met uitzondering van graf- en schatvondsten weten we niet, hoe ze op de gordel vastzaten en welke delen met elkaar in verbinding stonden. Gelukkig is met het aanzienlijke corpus van grafstenen van soldaten en triomfale reliëfs een grote groep afbeeldingen van soldaten met hun gordels beschikbaar, die ons in staat stelt de draagwijze en montage van de diverse metalen onderdelen op het leer met enige zekerheid te reconstrueren. Maar bij de reconstructie moet wel goed worden opgelet. Grafstenen en triomfale reliëfs hadden elk een eigen publiek en doel, waarmee rekening moet worden gehouden. Bovendien verschillen de afbeeldingen nogal van elkaar qua kwaliteit en nauwkeurigheid. Deze factoren moeten we in acht nemen om de betrouwbaarheid van de afbeeldingen met betrekking tot de militaire gordel goed te kunnen beoordelen. Als resultaat van de zojuist beschreven analyse kunnen we diverse draagwijzen van de gordel vaststellen. Volgens de afbeeldingen was de militaire gordel al vanaf de veertiger jaren van de 1e eeuw voor Chr. in gebruik. Hij was toen nog niet met metalen beslagen versierd, die zijn pas onder Tiberius gebruikelijk. Het leren stuk riem dat uit de gesp steekt, wordt in deze tijd in meerdere riemen gesneden. Ook dit onderdeel wordt vanaf de Tiberische periode van metalen versieringen (hangers) voorzien. Van de Tiberische tot de Flavische periodes worden twee gordels over een stoffen sjerp rond de buik gedragen. Aan deze gordels zit links de dolk en rechts het zwaard. Beide gordels zijn in ieder geval op de voorzijde van metalen beslagen voorzien. Aan de binnenkant van de lagere van de twee gordels zat de zogenoemde schort vast (genaaid). Het gaat waarschijnlijk om een stuk leer dat in riemen was gesneden en met nieten, beslagen en hangers was versierd. Vanaf de Flavische tijd wordt er nog maar één gordel gedragen, en de schort wordt van achter een keer om deze gordel heen geslagen, waarschijnlijk om hem in te korten. Dit zou een draagwijze kunnen zijn die uit het praktische gebruik tijdens het vechten is ontstaan, omdat de met metaal bezwaarde riemen van de schort tijdens het lopen zeer pijnlijk tussen de benen kunnen slaan. Dit maakt duidelijk dat de schort geen bescherming voor de onderbuik vormt, maar eerder een gevaar. De schort diende waarschijnlijk alleen als versiering, door zijn blinkend uiterlijk en rinkelend geluid was
414
hij in ieder geval zeer indrukwekkend. De schort raakt in de Antoninische periode in onbruik. Op afbeeldingen zien we dat vanaf de vroege 2e eeuw schoudergordels in zwang zijn. Deze manier om het zwaard te dragen wordt vanaf de grote veldtochten door Trajanus in Dacië gebruikelijk. De gordel rond het midden wordt nog steeds gedragen en met metalen beslagen versierd, maar het zwaard wordt aan de schoudergordel gedragen, die eveneens met metalen beslagen versierd is. In de 3e eeuw is de gordel met een gesp in vorm van een eenvoudige ring dominant. Bij deze gordel wordt de leren riem van beide kanten van achter door de ring gehaald en aan de voorkant met nieten vastgezet. In het hierop volgende hoofdstuk wordt de schaarse informatie over de leren onderdelen van de militaire gordel (riem en ‘schort’) verzameld. Behalve een riem van de ‘schort’ (uit de haven van Mainz) zijn er helaas tot nu toe geen stukken leer van de militaire gordel gevonden. Daarom bestaat dit hoofdstuk vooral uit algemene inzichten over de leerbewerking in de Romeinse periode en een analyse van de afbeeldingen met betrekking tot de kleur van het leer van de riem. In het negende hoofdstuk staan de verschillende technieken, van de fabricage en de decoratie van de metalen beslagen, gespen, nieten en hangers van de militaire gordel centraal. Ook is er aandacht voor de verschillende mogelijkheden waarop de productie van deze items georganiseerd kan zijn geweest, zoals we dat uit historische en archeologische bronnen hebben kunnen opmaken Het daarop volgende hoofdstuk geeft een overzicht van hoe de typen van de metalen onderdelen van de militaire gordel zich hebben ontwikkeld en hoe die typen chronologisch en regionaal verdeeld waren. In deze uitvoerige analyse en discussie wordt de typologie, datering en verspreiding uit de catalogus gebruikt. Deze bevat een verzameling van 3655 stuks metalen onderdelen van de gordel uit het hele Romeinse Rijk en daarbuiten. Bovendien worden de in de andere hoofdstukken gewonnen resultaten met betrekking tot het uiterlijk en de draagwijze van de gordel hier ook gebruikt. Op die manier wordt geprobeerd een zo omvattend mogelijk beeld van het uiterlijk en de draagwijze net als de ontwikkeling van de metalen onderdelen van de militaire gordel te schetsen. Tot de nieuwe resultaten van deze analyse kan gerekend worden dat de gesp waarschijnlijk een Gallische uitvinding is, die eerst door Gallische krijgers werd gedragen en later door de Romeinen is overgenomen. Het moment waarop de Romeinen deze praktische sluiting overnamen, lijkt samen te vallen met de verovering van Gallië. In een vergelijkbaar geval uit de 3e eeuw nemen de Romeinen een andere vorm van gesp, de ringgesp, over van de Sassaniden. Omdat ook andere kenmerkende delen van de gordeldracht door de Romeinse soldaten tijdens grote en langdurige oorlogen zijn overgenomen van de vijand, lijkt het hier om een overname als teken van eer te gaan. Van de vijand afgepakte gordels worden gedragen als teken van het succes van een bijzonder succesvol soldaat en later ook overgenomen door de andere soldaten.
415
Het elfde en laatste hoofdstuk bevat de conclusies uit het onderzoek. Hier wordt ingegaan op de zichtbare, hoorbare en tastbare kenmerken van de diverse gordels. Ook de invloed van de militaire gordel op de fysieke houding van de soldaten en de manier van dragen en trekken van het zwaard komen aan bod. De hoofdprincipes van de versiering van de gordel met metalen beslagen worde geanalyseerd, alsmede de ontwikkeling van verschillende modes in deze versieringen. Bovendien worden modellen voor de manier, waarop deze modes zich door verschillende eenheden verspreidden voorgesteld. Ook wordt het idee van de uniformiteit van de gordels van individuele eenheden besproken, alsmede de verschillen tussen de verschillende takken van het Romeinse leger (infanterie, cavalerie, marine). Een ander resultaat waar in dit hoofdstuk aandacht voor is, is dat er een verband is tussen hoe kostbaar het materiaal van de decoraties van de militaire gordel was, en de rang van de drager ervan. De kostbaarheid van de kleding en persoonlijke uitrusting was in de zeer gestructureerde Romeinse samenleving zeer belangrijk. Zo was zilver bijvoorbeeld een materiaal dat alleen aan de twee betere klassen (senatoren en ridders) was toebedeeld. De soldaten behoorden weliswaar niet tot deze klassen, maar negeerden deze sociale regel en gebruikten zilver om de rang in hun ‘eigen’ maatschappij te kenmerken. Diverse vondsten doen het waarschijnlijk lijken dat militaire gordels met zilveren beslagen aan centurionen waren voorbehouden. Dit is in de 1e eeuw nog niet zichtbaar, maar wel vanaf het midden van de 2e eeuw, omdat vanaf deze periode het aantal inhumatiegraven met militaire riemen met zilveren beslagen toeneemt. Die manier van zichtbaar maken van de rang door middel van de kostbaarheid van het materiaal lijkt sterk op de manier waarop in de late Oudheid ook de kruisboog-fibulae als teken van rang zijn gebruikt. Gezien de sterke symboliek van kleren en kostbare materialen in de Romeinse maatschappij en de sterke hiërarchie in het Romeinse leger, lijkt het alleen logisch dat de kostbaarheid van het materiaal voor de decoratie van de militaire gordel de rang van de soldaat weerspiegelt. Het lijkt waarschijnlijk dat dit al vanaf de Augusteïsche periode gebruikelijk was. Gewone soldaten, tot de rang van centurio, droegen dan vermoedelijk gordels met beslagen van brons, dat misschien met een laagje tin was versierd om op zilver te lijken, en centurionen droegen gordels met echt zilveren beslagen. Naast de verschillen in rang lijken een aantal speciale eenheden in de 3e eeuw zich ook met behulp van bijzondere beslagen aan de gordel te onderscheiden van de rest van het Romeinse leger. Een voorbeeld hiervan zijn de beneficarii. Dit was een speciale eenheid van soldaten die door hun eenheid gedetacheerd waren, om administratieve taken voor de gouverneur van de provincie te vervullen, of die als een soort politie-agenten langs belangrijke wegen waren gestationeerd. Sommige beslagen en hangers uit de 3e eeuw tonen het typische symbool van deze eenheden, een soort versierde speerpunt. Andere decoraties uit de 3e eeuw, die aan de hangers werden gedragen, zijn kleine bogen, die enorm op de toen gebruikelijke bogen lijken. Het lijkt waarschijnlijk dat zij door een eenheid van boogschutters zijn gedragen, ook al is dit niet te bewijzen. Beide voorbeelden tonen aan, dat voor de individuele soldaat zijn legereenheid minstens zo belangrijk was voor de identificatie als de beroepsgroep van soldaten in het algemeen. Terwijl het uit het oogpunt van de moderne waarnemer lijkt als of de decoratie van de gordels uit een enkele periode in het hele Romeinse Rijk bijna uniform zijn, is dit
416
bedrieglijk. De decoraties leken wel op elkaar, maar waren niet uniform. Op die manier had elke individuele soldaat de mogelijkheid om met verschillende decoraties te variëren terwijl de toeschouwer toch elke drager kon identificeren als een soldaat. Dit systeem van “gelijk maar niet uniform” werkte op dezelfde manier als de jeugdgroepen in de 20e eeuw die zich “gelijk” kleden, zoals Rockers, Mods, Punkers, Goths, enz. Ieder lid van deze groepen is individueel gekleed, maar is nog steeds herkenbaar als behorend tot de groep, door de herhaling van bepaalde elementen. Een andere overeenkomst met moderne jeugdgroepen is, dat zowel hun kleding als ook de decoratie van de militaire gordel in de Romeinse tijd door de mode worden beïnvloed. Binnen de sociale groep van Romeinse soldaten heeft de algemene mode zeker ook een rol gespeeld, maar de beslissende factoren lijken interne processen te zijn geweest, die door de theorieën van Bourdieu over ‘habitus’ en smaak het beste worden beschreven. Ten slotte wordt de sociale betekenis van de militaire gordel voor de groepsidentiteit van de soldaten benaderd. Zo als boven al genoemd was de militaire gordel hét statussymbool voor de hele beroepsgroep. De sociale gemeenschap van de soldaten verschilde duidelijk van de rest van de Romeinse samenleving in normen en waarden, ervaringen en verwachtingen. Dit vindt uitdrukking in hun kleding, en met name in de militaire gordel. Met dit symbool waren zij herkenbaar als leden van de militaire gemeenschap, zowel in hun eigen ogen als in de ogen van de rest van de wereld. In zijn functie en symboliek is de militaire gordel vergelijkbaar met de toga. De toga was in de Romeinse maatschappij alleen aan volwassen mannelijke burgers toegestaan en daardoor ook het symbool voor het burgerschap. Zowel de toga als ook de militaire gordel zijn dus voorbeelden van 'emblematische' kleding, die een duidelijke boodschap over de identiteit en identificatie van de drager aan de toeschouwer overdragen.