Cover Page
The handle http://hdl.handle.net/1887/20438 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Esch, Cornelia Marianne van Title: Gedragsdeskundigen in strafzaken Issue Date: 2012-03-21
1 2 3
De volledige versie is op te vragen bij
[email protected] Van dezelfde soort delicten is sprake binnen de verdeling zoals die gehanteerd is bij 0.12 gedeeltelijke bekentenis is iedere bekentenis die een delict impliceert
0.04 Welke gedragsdeskundige heeft in deze zaak gerapporteerd? 1. psychiater 2. psycholoog 3. psychiater en psycholoog 4. anders, nl
0.03 Welke officier van justitie heeft deze zaak ttz behandeld?
0.02 Welke rechters hebben deze zaak ttz behandeld?
0.01 Arrondissement waar de behandeling van de strafzaak heeft plaatsgevonden 1. Amsterdam 2. Arnhem 3. Assen 4. Breda 5. Dordrecht 6. ’s Hertogenbosch 7. anders nl,
Algemene informatie
(voor monodisciplinair psychiatrisch en psychologisch onderzoek en voor multidisciplinair onderzoek zijn inhoudelijk dezelfde vragen gesteld. In plaats van ‘minstens één van de gedragsdeskundigen’ wordt bij psychiatrisch resp. psychologisch onderzoek, de psychiater resp. de psycholoog genoemd.)
CHECKLIST (verkorte versie)1
BIJLAGE:
0.11 Bekent betrokkene tlg feit(en)? 1. nee 2. ja 3. gedeeltelijk3
0.10 Is betrokkene recidivist? 1. nee 2. ja, t.a.v. dezelfde soort delicten2 3. ja, t.a.v. andersoortige delicten
0.07 geslacht: man/vrouw 0.08 nationaliteit: 0.09 etnische achtergrond .
0.06 Wat is de leeftijd van verdachte tijdens het uitbrengen van het eerste gedragsdeskundig onderzoek? jaar
Kenmerken verdachte
datum rapport datum zitting
0.05 Welke NIFP-psychiater heeft geadviseerd betrokkene te doen onderzoeken t.b.v. Pro Justitiaonderzoek?
11.03 Heeft de o.v.j. inschakeling van een gedragsdeskundige gevorderd bij de rechtercommissaris? 1 nee ja, voor onderzoek en rapportage ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise ja, voor optreden ttz ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise ja, voor iets anders, nl n.v.t (geen bemoeienis o.v.j.)
11.02 Heeft de o.v.j. ambtshalve een gedragsdeskundige ingeschakeld? nee ja, in het kader van onderzoek en rapportage ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise ja, voor optreden ttz ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise ja, voor iets anders, nl n.v.t (geen bemoeienis o.v.j.)
11.01 Heeft de o.v.j. bemoeienis gehad met de inschakeling van een gedragsdeskundige? 1. nee (ga naar 11.11) 2. ja
11.0 Inschakelingsbemoeienis van de officier van justitie
11. Beslissingsgedrag met betrekking tot het inschakelen van de gedragsdeskundige
0.12 W elke feiten worden aan verdachte tenlastegelegd? (m.a.m) (alleen primair tlg feit) 1. brandstichting (art 157 Sr) 2. valsheid in geschriften (art 225 Sr) 3. misdrijven tegen zeden(art 239 t/m 245 Sr) 4. misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid (art 274 t/m 286 Sr.) 5. misdrijven tegen het leven gericht (art. 287 t/m 295 Sr) 6. mishandeling (art 300 t/m 306 Sr.) 7. veroorzaken van de dood of van lichamelijk letsel door schuld (art. 307 t/m 309 Sr) 8. diefstal (art. 310 t/m 316 Sr.) 9. afpersing en afdreiging (art 317 t/m 325 Sr) 10. bedrog (art.326 t/m 339 Sr.) 11. vernieling en beschadiging (art. 350 t/m 354 Sr) 12. anders
11.07 Heeft de o.v.j. andersoortige bemoeienis gehad met mogelijke inschakeling van een gedragsdeskundige?
1. nee 2. ja, nl 3. n.v.t (geen bemoeienis o.v.j.)
11.06 Heeft de o.v.j. het NIFP om advies of bemiddeling gevraagd over de inschakeling van een gedragsdeskundige? (m.a.m.) 1. nee 2. ja, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis o.v.j.)
11.05 Heeft de o.v.j. een gedragsdeskundige ingeschakeld na een verwijzing ter terechtzitting? 1. nee 2. ja, voor onderzoek en rapportagew 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen sprake van verwijzing) 8. n.v.t (geen bemoeienis o.v.j.)
11.04 Heeft de o.v.j. inschakeling van een gedragsdeskundige gevorderd bij de rechter ter terechtzitting? 1. nee ja, voor onderzoek en rapportage ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise ja, voor optreden ttz ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise ja, voor iets anders, nl n.v.t (geen bemoeienis o.v.j.)
Bijlage: Checklist
535
1. nee (ga naar 11.21) 2. ja
1. nee 2. ja, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis r-c)
1. nee (vordering afgewezen) 2. ja, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis r-c) 8. n.v.t (nooit een vordering geweest)
1. nee (verzoek afgewezen) 2. ja, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis r-c) 8. n.v.t (nooit een verzoek geweest)
11.11 H eeft de r-c bemoeienis gehad met de inschakeling van een gedragsdeskundige?
11.12 Heeft de r-c ambtshalve een gedragsdeskundige ingeschakeld?
11.13 H eeft de r-c een gedragsdeskundige ingeschakeld op vordering van de officier van justitie?
11.14 H eeft de r-c een gedragsdeskundige ingeschakeld na een verzoek daartoe door verdachte of diens raadsman?
11.1 Inschakelingsbemoeienis van de rechter-commissaris
1. nee 2. ja, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis r-c) 1. nee 2. ja, nl 3. n.v.t (geen bemoeienis r-c)
11.16 Heeft de r-c het NIFP om advies of bemiddeling gevraagd over de inschakeling van een gedragsdeskundige? (m.a.m.) 11.17 Heeft de r-c andersoortige bemoeienis gehad met mogelijke inschakeling van een gedragsdeskundige?
1. nee (ga naar 11.31) 2. ja
1. nee 2. ja, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis rechter ttz)
11.21 Heeft de rechter ttz bemoeienis gehad met inschakeling van een gedragsdeskundige? 11.22 Heeft de rechter ttz op eigen initiatief de beslissing genomen tot inschakeling van een gedragsdeskundige?
11.2 Inschakelingsbemoeienis van de rechter ter terechtzitting
1. nee 2. ja, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen sprake van verwijzing) 8. n.v.t (geen bemoeienis r-c)
11.15 Heeft de r-c een gedragsdeskundige ingeschakeld na een verwijzing door de rechter ter terechtzitting?
536 Gedragsdeskundigen in strafzaken
1. nee 2. ja, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contraexpertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis rechter ttz)
1. nee 2. ja, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contraexpertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis rechter ttz)
1. nee (verzoek afgewezen) 2. ja, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contraexpertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (nooit zo’n verzoek geweest) 8. n.v.t (geen bemoeienis rechter ttz)
1. nee (vordering afgewezen) 2. ja, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contraexpertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (nooit zo’n vordering geweest) 8. n.v.t (geen bemoeienis rechter ttz)
11.23 H eeft de rechter ttz de zaak verwezen naar de rechter-commissaris voor inschakeling van een gedragsdeskundige?
11.24 H eeft de rechter ttz de zaak in handen gesteld van de officier van justitie voor inschakeling van een gedragsdeskundige? (m.a.m.)
11.25 H eeft de rechter ttz een gedragsdeskundige ingeschakeld na een verzoek daartoe door verdachte of diens raadsman?
11.26 H eeft de rechter ttz een gedragsdeskundige ingeschakeld na een vordering daartoe van de officier van justitie?
1. nee 2. ja, nl 3. n.v.t (geen bemoeienis rechter ttz)
11.28 Heeft de rechter ttz andersoortige bemoeienis gehad met mogelijke inschakeling van een gedragsdeskundige?
1. nee (ga naar 11.41) 2. ja
1. nee 2. ja, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis verdachte/raadsman)
11.31 Heeft de verdachte of diens raadsman bemoeienis gehad met de inschakeling van een gedragsdeskundige? 11.32 Heeft de verdachte of diens raadsman zelf een gedragsdeskundige ingeschakeld?
11.3 Bemoeienis van verdachte/raadsman met de inschakeling van een gedrags deskundige
1. nee 2. ja, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis rechter ttz)
11.27 Heeft de rechter ttz het NIFP om advies of bemiddeling gevraagd bij de inschakeling van een gedragsdeskundige?
Bijlage: Checklist
537
1. nee 2. ja, nl 3. n.v.t (geen bemoeienis reclassering)
11.45 Heeft de reclassering andersoortige bemoeienis gehad met mogelijke inschakeling van een gedragsdeskundige?
11.41 H eeft de reclassering bemoeienis gehad met de inschakeling van een gedragsdeskundige?
1. nee (ga naar 11.51) 2. ja
11.4 Bemoeienis van de reclassering met de inschakeling van een gedragsdeskundige
1. nee 2. ja, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis reclassering)
11.44 Heeft de reclassering de rechter ter terechtzitting geadviseerd over de inschakeling van een gedragsdeskundige?
1. nee 2. ja, nl 3. n.v.t (geen bemoeienis verdachte/raadsman)
11.35 H eeft de verdachte of diens raadsman andersoortige bemoeienis gehad met mogelijke inschakeling van een gedragsdeskundige?
1. nee 2. ja, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis reclassering)
11.43 Heeft de reclassering de rechtercommissaris geadviseerd over de inschakeling van een gedragsdeskundige?
1. nee 2. ja, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis verdachte/raadsman)
1. nee 2. ja, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis reclassering)
11.34 H eeft de raadsman/ verdachte om inschakeling van een gedragsdeskundige verzocht bij de rechter ter terechtzitting?
11.42 Heeft de reclassering de officier van justitie geadviseerd over de inschakeling van een gedragsdeskundige?
1. nee 2. ja, voor onderzoek en rapportage 3. ja, voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 4. ja, voor optreden ttz 5. ja, voor optreden ttz in het kader van contra-expertise 6. ja, voor iets anders, nl 7. n.v.t (geen bemoeienis verdachte/raadsman)
11.33 H eeft de raadsman/ verdachte om inschakeling van een gedragsdeskundige verzocht bij de rechter-commissaris?
538 Gedragsdeskundigen in strafzaken
1. nee (ga naar 11.58) 2. ja
1. onderzoek en rapportage 2. onderzoek en rapportage in het kader van contraexpertise 3. optreden ttz 4. optreden ttz in het kader van contra-expertise 5. iets anders, nl 6. n.v.t (geen advisering door NIFP)
1. het al dan niet aangewezen zijn van gedragsdeskundig onderzoek 2. rapportagemodaliteit 3. keuze van de perso(o)n(en) van de in te schakelen gedragsdeskundige(n) 4. speciale aandachtspunten bij onderzoek en rapportage 5. anders, nl 6. n.v.t (geen advisering door NIFP)
1. telefonisch 2. schriftelijk 3. mondeling (face to face) 4. e-mail 5. anders, nl 6. n.v.t (geen advisering door NIFP)
1. eigen onderzoek van de verdachte 2. bestudering van het strafdossier 3. bestudering van het persoonsdossier 4. bestudering eerdere rapportage(s) NIFP 5. overleg met officier van justitie 6. overleg met rechter-commissaris 7. anders, nl 8. onbekend 9. n.v.t (geen advisering door NIFP zoals 11.5211.55) 10 n.v.t. (geen schriftelijk advies)
11.51 H eeft het NIFP in deze zaak adviseringsbemoeienis gehad met de inschakeling van een gedragsdeskundige?
11.52 W aarop heeft de advisering van het NIFP met de inschakeling van een gedragsdeskundige betrekking? (m.a.m.)
11.53 O ver welke onderwerpen heeft het NIFP geadviseerd bij de inschakeling van een gedragsdeskundige? (m.a.m.)
11.54 O p welke wijze is het advies door het NIFP uitgebracht? (m.a.m.)
11.55 O p welke bron heeft het NIFP haar schriftelijk uitgebracht advies blijkens het briefrapport gebaseerd? (m.a.m.)
11.5-6 Bemoeienis van het NIFP met de inschakeling van een gedragsdeskundige
1. nee (ga naar 11.64) 2. ja
1. onderzoek en rapportage 2. onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 3. optreden ttz 4. optreden ttz in het kader van contra-expertise 5. iets anders, nl 6. n.v.t (geen bemiddeling/delegatie) 1. bepalen van rapportagemodaliteit 2. keuze van de perso(o)n(en) van de in te schakelen gedragsdeskundige(n) 3. inschakelen van de deskundige(n) 4. aangeven van speciale aandachtspunten bij onderzoek en rapportage 5. iets anders, nl 6. n.v.t. (geen bemiddeling/delegatie)
11.58 Heeft het NIFP in deze zaak bemiddeld bij de inschakeling van een gedragsdeskundige na delegatie? 11.59 Waarop heeft de bemiddeling van het NIFP met de inschakeling van een gedragsdeskundige betrekking? (m.a.m.)
11.60 Op welke aspecten heeft de bemiddeling van het NIFP betrekking?
0-7 dagen 8-14 dagen 15 dagen-21 dagen meer dan drie weken, nl blijkt niet uit het dossier n.v.t (eigen initiatief NIFP-psychiater) n.v.t (geen advisering door NIFP)
tijdens inverzekeringstelling tijdens inbewaringstelling tijdens gevangenhouding na schorsing voorlopige hechtenis na aanhouding van de zaak ttz anders, nl n.v.t (geen advisering door NIFP)
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
11.57 Welke periode zit er tussen het verzoek om advisering bij de inschakeling van een gedragsdeskundige en de uitbrenging van het advies?
11.56 Tijdens welke fase van de procesgang is het NIFP ingeschakeld voor advisering of heeft het NIFP zelf het initiatief genomen om te adviseren over inschakeling van een gedragsdeskundige? (m.a.m.)
Bijlage: Checklist
539
1. onbekend 2. eigen onderzoek van de verdachte 3. bestudering van het strafdossier 4. bestudering van het persoonsdossier 5. bestudering eerdere rapportage(s) NIFP 6. overleg met officier van justitie 7. overleg met rechter-commissaris 8. iets anders, nl 9. n.v.t (geen bemiddeling/delegatie)
tijdens inverzekeringstelling tijdens inbewaringstelling tijdens gevangenhouding na schorsing voorlopige hechtenis na aanhouding van de zaak ttz anders, nl n.v.t (geen bemiddeling/delegatie)
0-7 dagen 8-14 dagen 15 dagen-21 dagen meer dan drie weken blijkt niet uit het dossier anders, nl n.v.t (eigen initiatief NIFP-psychiater) n.v.t (geen bemiddeling/delegatie) n.v.t (geen inschakeling)
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
1. nee 2. ja, nl 3. n.v.t (geen bemiddeling/delegatie)
11.61 O p welke bron heeft het NIFP haar bemiddeling gebaseerd? (m.a.m.)
11.62 T ijdens welke fase van de procesgang is het NIFP ingeschakeld om te bemiddelen bij inschakeling van een gedragsdeskundige? (m.a.m.)
11.63 W elke periode zit er tussen het verzoek om bemiddeling bij de inschakeling van een gedragsdeskundige en de inschakeling van de gedragsdeskundige? (m.a.m.)
11.64 H eeft het NIFP andersoortige bemoeienis gehad met mogelijke inschakeling van een gedragsdeskundige?
aantal opdrachten ......... .........
aantal opdrachten ......... .........
aantal formulieren ......... .........
aantal formulieren ......... .........
aantal formulieren ......... .........
aantal formulieren ......... .........
Bij multidisciplinair onderzoek en rapportage, worden in het algemeen twee opdrachten verstrekt; één aan een psychiater en één aan een psycholoog. Omdat bij het verstrekken van de opdracht gekeken wordt naar de rapportagemodaliteit wordt er in dit onderzoek
Bij een opdracht voor onderzoek en rapportage die monodisciplinair plaatsvindt, wordt één opdracht verstrekt aan één deskundige. Soms wordt aan de supervisor apart een opdracht verstrekt. Voor dit onderzoek wordt alleen gekeken naar de opdracht aan de onderzoeker. De opdracht aan de supervisor wordt niet meegenomen in dit onderzoek
11.77 onderzoek en rapportage 11.78 onderzoek en rapportage in kader contra-expertise
aantal opdrachten ......... .........
Hoeveel gedragsdeskundigen zijn in deze zaak ingeschakeld voor
11.75 optreden ttz 11.76 optreden ttz in kader contraexpertise
Hoeveel gedragsdeskundigen zijn in deze zaak opgeroepen voor
11.73 optreden ttz 11.74 optreden ttz in kader contraexpertise
aantal opdrachten ......... .........
Hoeveel opdrachten zijn in deze zaak verstrekt voor
11.71 onderzoek en rapportage 11.72 onderzoek en rapportage in kader contra-expertise
Hoeveel opdrachten zijn er in deze zaak verstrekt voor:
11.7 aantallen opdrachten en aantallen gedragsdeskundigen in deze zaak
540 Gedragsdeskundigen in strafzaken
1. onderzoek en rapportage 2. onderzoek en rapportage in het kader van contraexpertise 3. optreden ttz (ga naar 12A.20) 4. optreden ttz in het kader van contra-expertise (ga naar 12A.20) 1. monodisciplinair psychiatrisch 2. monodisciplinair psychologisch 3. multidisciplinair (psa + pso) 4. tripel 5. klinisch PBC 6. klinisch ggz 7. anders, namelijk 8. n.v.t (geen opdracht O & R) 1. voorstel officier van justitie 2. beslissing officier van justitie 3. voorstel r-c 4. beslissing r-c 5. voorstel rechter ttz 6. beslissing rechter ttz 7. voorstel NIFP 8. beslissing NIFP 9. voorstel raadsman/raadsvrouw 10. voorstel verdachte 11. anders, namelijk 12. n.v.t (geen opdracht O & R) 1. nee 2. ja, v.w.b herkomst, namelijk 3. ja, v.w.b inhoud, namelijk 4. n.v.t (geen opdracht O & R)
12A.01 Waarop heeft de verstrekte ‘opdracht‘ betrekking? (m.a.m.)
12A.02 Welke onderzoeksmodaliteit omvat de (eerste) opdracht voor onderzoek en rapportage (O & R)?
12A.03 Welke procesdeelnemer heeft op welke wijze bijgedragen tot de keuze voor de rapportagemodaliteit van de eerste opdracht voor O & R? (m.a.m.)
12A.04 Zijn er voorstellen gedaan of adviezen gegeven voor O & R omtrent rapportagemodaliteit die niet zijn gehonoreerd? (m.a.m.)
Hetzelfde geldt bij de tripelrapportages. Hoewel in het geval van tripelrapportage in het algemeen drie opdrachten voor onderzoek verstrekt zullen worden, namelijk voor milieu rapportage, psychiatrisch en psychologisch onderzoek, geeft de vorm van de rapportage de doorslag bij de keuze voor één opdracht. Hiervan is ook sprake als de tripelrapportage uit drie afzonderlijke rapportages bestaat.
De opdracht voor onderzoek en rapportage die klinisch plaatsvindt wordt opgevat als één opdracht, ook al wordt door verschillende disciplines een aandeel geleverd.
Voor iedere ingeschakelde gedragsdeskundige wordt een formulier ‘kenmerken van de gedragsdeskundige die daadwerkelijk is ingeschakeld’ ingevuld; dus zowel voor de supervisor als voor de gedragsdeskundige-onderzoeker, als voor de NIFP-psychiater die optreedt ttz.
Voor het optreden van gedragsdeskundigen ter terechtzitting wordt een opdrachtformulier ingevuld voor iedere gedragsdeskundige die opgeroepen is.
Ook voor de opdrachten die verstrekt worden voor onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise geldt dat voor het bepalen van het aantal opdrachten, gekeken wordt naar de rapportagemodaliteit. Per rapportagemodaliteit wordt één formulier ingevuld. Bij de opstelling van het vragenformulier is rekening gehouden met de wijziging van de opdracht.
Treedt er tijdens het traject van onderzoek en rapportage een wijziging op in de opdracht dan impliceert dit meestal een andere rapportagemodaliteit. Een wijziging in de opdracht voor onderzoek en rapportage zal in de praktijk veelal betekenen dat alsnog een tweede gedragsdeskundige wordt benoemd of dat alsnog besloten wordt tot klinische rapportage. Het formulier is zodanig opgesteld dat de oorspronkelijke en gewijzigde opdracht op één formulier vermeld zijn. Een aanvullende vraagstelling aan de gedragsdeskundige die benoemd is voor onderzoek en rapportage wordt gezien als behorend bij de (eerste) opdracht voor onderzoek en rapportage. Een aanvullende vraagstelling aan een reeds benoemde gedragsdeskundige wordt dus niet gerekend als nieuwe opdracht.
12A.0 Inhoudelijke kenmerken van de uiteindelijk verstrekte (nog te vervullen) opdracht(en)
vanuitgegaan dat er één opdracht wordt verstrekt, namelijk voor multidisciplinaire rapportage.
Bijlage: Checklist
541
1. nee (ga naar 12A.09) 2. ja 3. n.v.t (geen opdracht O & R)
1. officier van justitie 2. rechter-commissaris 3. rechter ter terechtzitting 4. NIFP 5. raadsman/-vrouw 6. reclassering 7. anders, nl 8. n.v.t (geen opdracht O & R) 9. n.v.t (geen vraagstelling)
1. nee 2. ja
1. overwegingen van rapporteur bij weigering van verdachte onderzocht te worden 2. persoonlijkheid van de verdachte 3. achtergronden delinquent gedrag 4. gebrekkige ontwikkeling tijdens tlg feit(en) 5. ziekelijke stoornis geestvermogens tijdens tlg feit(en)
12A.05 G aat die (eerste) onderzoeksopdracht voor O & R vergezeld van een of meer vraagstellingen?
12A.06 V an wie is de vraagstelling van de eerste onderzoeksopdracht voor O & R afkomstig?
12A.07 I s bij de (eerste) onderzoeksopdracht voor O & R gebruik gemaakt van de standaardvraagstelling van het Format van het NIFP?
12A.08 O p welke vraagstelling(en) heeft die (eerste) onderzoeksopdracht voor O & R betrekking? (m.a.m.)
1. ja, binnen 3 weken 2. ja, binnen 4 weken 3. ja, binnen 5 weken 4. ja, binnen 6 weken 5. ja, binnen 7 weken 6. anders, namelijk weken 7. nee 8. n.v.t (geen opdracht O & R) 1. nee (ga naar 12A.20) 2. ja 3. n.v.t (geen opdracht O & R)
12A.09 Is bij de benoeming van de gedragsdeskundige voor O & R aangegeven binnen welke termijn de rapportage moet zijn uitgebracht? 12A.10 Is de eerste onderzoeksopdracht voor O & R gewijzigd?
6. inzicht in maatschappelijke ongeoorloofdheid van tlg feit(en) 7. inzicht in de wederrechtelijkheid van tlg feit(en) 8. wilsvrijheid tijdens tlg feit(en) 9. causaal verband tussen stoornis en tlg feit(en) 10. toerekeningsvatbaarheid 11. recidivegevaar voor delicten 12. gevaar voortkomend uit stoornis voor zichzelf, anderen of de algemene veiligheid van personen en/of goederen 13. advies omtrent interventies ter voorkoming van recidive 14. advies omtrent straf 15. advies omtrent maatregel 16. juridisch kader van evt behandeladvies 17. praktische haalbaarheid evt behandeladvies 18. anders, namelijk 19. n.v.t (geen opdracht O & R) 20. n.v.t (geen vraagstelling)
542 Gedragsdeskundigen in strafzaken
1. officier van justitie 2. rechter-commissaris 3. NIFP 4. gedragsdeskundige eerste opdracht 5. raadsman/-vrouw 6. reclassering 7. verdachte 8. anders, nl 9. n.v.t (geen opdracht O & R) 10. n.v.t (geen wijziging)
1. multidisciplinair 2. tripel 3. klinisch PBC 4. klinisch ggz 5. anders, namelijk 6. n.v.t (geen opdracht O & R) 7. n.v.t (geen wijziging)
1. voorstel officier van justitie 2. beslissing officier van justitie 3. voorstel r-c 4. beslissing r-c 5. voorstel rechter ttz 6. beslissing rechter ttz 7. voorstel NIFP 8. beslissing NIFP 9. voorstel gedragsdeskundige eerste opdracht 10. voorstel raadsman/verdachte 11. anders, namelijk 12. n.v.t (geen opdracht O & R) 13. n.v.t (geen wijziging)
1. nee 2. ja, v.w.b herkomst, namelijk 3. ja, v.w.b inhoud, namelijk 4. n.v.t (geen opdracht O & R) 5. n.v.t (geen wijziging)
1. nee (ga naar 12A.20) 2. ja 3. n.v.t (geen opdracht O & R) 4. n.v.t (geen wijziging)
12A.11 V an wie is het initiatief tot wijziging van de eerste onderzoeksopdracht voor O & R afkomstig?
12A.12 W elke onderzoeksmodaliteit behelst de gewijzigde opdracht voor O & R?
12A.13 W elke procesdeelnemer heeft op welke wijze bijgedragen tot de keuze voor de rapportagemodaliteit van de gewijzigde opdracht voor O & R? (m.a.m.)
12A.14 Zijn er voorstellen gedaan of adviezen gegeven voor gewijzigde opdracht O & R die niet zijn gehonoreerd? (m.a.m.)
12A.15 G aat die gewijzigde onderzoeksopdracht voor O & R vergezeld van een of meer vraagstellingen?
1. officier van justitie 2. rechter-commissaris 3. rechter ter terechtzitting 4. NIFP 5. raadsman/-vrouw 6. reclassering 7. anders, nl 8. n.v.t (geen opdracht O & R) 9. n.v.t (geen wijziging) 1. nee 2. ja 3. n.v.t
1. overwegingen van rapporteur bij weigering van verdachte onderzocht te worden 2. persoonlijkheid van de verdachte 3. achtergronden delinquent gedrag 4. gebrekkige ontwikkeling tijdens tlg feit(en) 5. ziekelijke stoornis geestvermogens tijdens tlg feit(en) 6. inzicht in maatschappelijke ongeoorloofdheid van tlg feit(en) 7. inzicht in de wederrechtelijkheid van tlg feit(en) 8. wilsvrijheid tijdens tlg feit(en) 9. causaal verband tussen stoornis en tlg feit(en) 10. toerekeningsvatbaarheid 11. recidivegevaar voor delicten 12. gevaar voortkomend uit stoornis voor zichzelf, anderen of de algemene veiligheid van personen en/of goederen 13. advies omtrent interventies ter voorkoming van recidive 14. advies omtrent straf 15. advies omtrent maatregel 16. juridisch kader van evt behandeladvies 17. praktische haalbaarheid evt behandeladvies 18. anders, namelijk 19. n.v.t (geen opdracht O & R) 20. n.v.t (geen vraagstelling)
12A.16 Van wie is de vraagstelling van de eerste onderzoeksopdracht voor O & R afkomstig?
12A.17 Is bij de gewijzigde onderzoeksopdracht voor O & R gebruik gemaakt van de standaardvraagstelling van het format van het NIFP? 12A.18 Op welke vraagstelling(en) heeft die gewijzigde onderzoeksopdracht voor O & R betrekking? (m.a.m.)
Bijlage: Checklist
543
1. nee 2. ja 3. n.v.t (niet opgeroepen)
1. rechter 2. officier van justitie 3. raadsman 4. verdachte 5. anders, namelijk 6. n.v.t (gd niet opgeroepen)
12A.20 I s de gedragsdeskundige die opgeroepen is om op te treden ttz verschenen?
12A.21 O p wiens verzoek is de gedragsdeskundige opgeroepen ttz? (m.a.m.)
......
1. onderzoek en rapportage 2. onderzoek en rapportage in het kader van contra-expertise 3. optreden ttz 4. optreden ttz in het kader van contra-expertise
1. supervisor 2. zelfstandig werkend gedragsdeskundige 3. gesuperviseerd door NIFP-psychiater 4. gesuperviseerd door NIFP-psycholoog 5. gesuperviseerd anders dan door NIFP, namelijk door .... 6. NIFP-psychiater-ttz 7. anders, namelijk
Aantal ingeschakelde gedragsdeskundigen
13A.01 I n het kader van wat voor ‘opdracht’ is deze gedragsdeskundige in de zaak betrokken?
13A.02 I n welke hoedanigheid is deze gedragsdeskundige betrokken in deze zaak?
13A.0 Kenmerken van de gedragsdeskundige die daadwerkelijk is ingeschakeld
1. ja, binnen 3 weken 2. ja, binnen 4 weken 3. ja, binnen 5 weken 4. ja, binnen 6 weken 5. ja, binnen 7 weken 6. anders, namelijk weken 7. nee 8. n.v.t (geen opdracht O & R) 9. n.v.t (geen wijziging)
12A.19 I s bij de benoeming van de gedragdeskundige bij de gewijzigde opdracht voor O & R aangegeven binnen welke termijn de rapportage moet zijn uitgebracht?
op persoonlijke titel niet uit adviesbureau op persoonlijke titel uit een adviesbureau klinisch vanuit dienstverband met PBC klinisch vanuit dienstverband met GGZ vanuit NIFP anders, nl
1. 2. 3. 4. 5. 6.
13A.07 Vanuit welk verband is deze gedragsdeskundige betrokken in deze zaak?
1. nee 2. ja, vwb persoon, nl 3. ja, vwb discipline, nl 4. n.v.t (er was geen voorstel)
13A.05 Zijn er voorstellen gedaan of adviezen gegeven voor inschakeling van een gedragsdeskundige die niet zijn gehonoreerd?
1. nee 2. nee, omdat de supervisor was beëdigd 3. ja, als vast gerechtelijk deskundige 4. ja, als deskundige gedurende een bepaalde periode 5. ja, als deskundige eenmalig voor deze zaak 6. ja, als deskundige 7. ja, als getuige-deskundige 8. anders, nl
1. voorstel o.v.j. 2. beslissing o.v.j. 3. voorstel r-c 4. beslissing r-c 5. voorstel rechter ttz 6. beslissing rechter ttz 7. voorstel NIFP 8. beslissing NIFP 9. voorstel raadsman/-vrouw 10. voorstel verdachte 11. anders, namelijk
13A.04 Welke procesdeelnemer heeft op welke wijze bijgedragen aan de keus voor de persoon van de ingeschakelde gedragsdeskundige? (m.a.m.)
13A.06 Is deze gedragsdeskundige voor deze ‘opdracht’ beëdigd?
1. psychiater 2. arts-assistent (psychiater i.o.) 3. psycholoog 4. anders, namelijk
13A.03 Welke discipline heeft deze gedragsdeskundige?
544 Gedragsdeskundigen in strafzaken
0-2 per jaar 3-5 per jaar 6-10 per jaar 11-20 per jaar 21-50 per jaar 51-100 per jaar meer dan 100 per jaar
minder dan 2 jaar minstens 2 maar nog geen 5 jaar minstens 5 maar nog geen 10 jaar 10 jaar of langer
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
1. 2. 3. 4.
1. nee 2. ja, als behandelaar 3. ja, in eigen praktijk 4. ja, bij een NIFP 5. ja, bij een RIAGG 6. ja, in een algemeen psychiatrisch ziekenhuis 7. ja, in een TBS-kliniek 8. ja, bij een universiteit 9. ja, anders, nl 10. onbekend 11. n.v.t
1. nee 2. onbekend bij NIFP 3. onbekend bij rechtbank 4. onbekend bij openbaar ministerie 5. ja 6. ja, beperkte registratie 7. ja, als gz-psycholoog 8. ja, specialistenregistratie (psychiater) 9. ja, als psychotherapeut 10. ja, anders, nl …..
1. nee 2. ja, bij het NIFP 3. ja, bij de rechter-commissaris 4. ja, bij het openbaar ministerie
13A.08 H oeveel onderzoeken ‘Pro Justitia’ in strafzaken verricht deze gedragsdeskundige gemiddeld per jaar?
13A.09 H oe lang is deze gedragsdeskundige werkzaam als onderzoeker in strafzaken?
13A.10 V erricht deze gedragsdeskundige andere gedragsdeskundige werkzaamheden? (m.a.m.)
13A.11 I s deze gedragsdeskundige BIG-geregistreerd? (m.a.m.)
13A.12 Zijn van deze registratie bewijsstukken overlegd? (m.a.m.)
13A.13 Welke forensische opleiding heeft deze ingeschakelde gedragsdeskundige genoten? (m.a.m.)
1. geen 2. volgt theoretische opleiding bij ‘Stichting Pro Justitia 3. heeft certificaat theoretische opleiding tot Pro Justitia rapporteur 4. heeft praktische opleiding gehad van gedragsdeskundige van het NIFP 5. is theoretische geschoold als ‘Pro Justitia’ rapporteur tijdens opleiding tot gedragsdeskundige 6. is praktisch geschoold als ‘Pro Justitia’ rapporteur tijdens opleiding tot gedragsdeskundige 7. onbekend bij het NIFP 8. onbekend bij de rechtbank 9. onbekend bij het openbaar ministerie 10. anders, namelijk
Bijlage: Checklist
545
.....
.....
aantal onderzoeken in deze zaak .....
1. nee (ga naar 23A.03) 2. ja, 3. blijkt niet uit rapport (ga naar 23A.03)
1. ...... keer 2. blijkt niet uit rapport 3. n.v.t (verdachte niet gesproken)
23A.01 Heeft minstens één gedragsdeskundige in het kader van dit onderzoek met verdachte gesproken?
23A.02 H oeveel keer is in het kader van dit onderzoek door minstens één gedragsdeskundige met verdachte gesproken?
Onderzoeksactiviteiten
23A.0 Proces inhoud onderzoek dat niet tot één gedragsdeskundige te herleiden is Wanneer over gedragsdeskundigen gesproken wordt dan worden hiermee alleen de onderzoekers bedoeld. De bijdrage van de supervisor(en) wordt apart vermeld.
In dit onderdeel worden alleen onderzoeksformulieren ingevuld voor de onderzoeker die het onderzoek daadwerkelijk heeft verricht. Dit betekent dat wanneer onder supervisie wordt gerapporteerd geen formulier voor de supervisor wordt ingevuld.
Rapportage die niet tot een gedragsdeskundige te herleiden is
Psychologisch onderzoek
Psychiatrisch onderzoek
Aantal onderzoeken in deze zaak:
Onderdeel 2
1. nee 2. ja 3. blijkt niet uit rapport 4. n.v.t
23A.06 Heeft minstens één gedragsdeskundige in het kader van dit onderzoek gebruik gemaakt van een tolk?
1. over alle tlg feit(en) 2. over ten minste sommige tlg feiten 3. over sommige tlg feiten wel, over andere niet 4. evt. justitiële voorgeschiedenis 5. biografie (algemeen) 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. evt. invloed van middelengebruik op tlg feit(en) 11. motivatie voor een (eventuele) behandeling 12. het mogelijk advies voor een specifieke behandeling/begeleiding 13. evt te adviseren straf 14. evt te adviseren maatregel 15. anders, nl 16. n.v.t (verdachte niet gesproken)
1. ....uur 2. blijkt niet uit rapport
23A.05 Hoeveel uur hebben de gedragsdeskundigen gezamenlijk geïnvesteerd in het onderzoek?
23A.07 Waarover heeft blijkens het rapport minstens één gedragsdeskundige in het kader van dit onderzoek met verdachte gesproken? (m.a.m.)
1. 2. 3. 4.
...... keer blijkt niet uit rapport n.v.t (geen supervisor) n.v.t (supervisor heeft verdachte niet gesproken)
1. nee (ga naar 23A.05) 2. ja 3. blijkt niet uit rapport (ga naar 23A.05) 4. n.v.t (geen supervisor)
23A.04 Hoeveel keer is door minstens één supervisor in het kader van dit onderzoek met verdachte gesproken?
23A.03 Heeft in het kader van dit onderzoek minstens één supervisor met verdachte gesproken?
546 Gedragsdeskundigen in strafzaken
1. nee 2. ja, proces-verbaal politie 3. ja, verhoor rechter-commissaris 4. ja, uittreksel justitieel documentatieregister 5. ja, briefrapport NIFP 6. ja, eerder uitgebrachte P.J. rapportage(s) 7. ja, reclasseringsrapportage(s) 8. ja, proces-verbaal terechtzitting 9. ja, anders, nl 10. blijkt niet uit rapport
1. hij heeft de tenlastelegging overgenomen in het rapport 2. hij geeft aan dat uit de stukken blijkt waar verdachte van verdacht wordt 3. hij geeft een opsomming van de geraadpleegde stukken 4. hij heeft een samenvatting gemaakt van het procesverbaal van politie 5. hij heeft een samenvatting gegeven uit het p.v. van verhoor bij de rechter-commissaris 6. hij heeft verdachte geconfronteerd met tegenstrijdigheden in diens verhaal bij onderzoeker en de processtukken 7. uit het rapport blijkt dat hij het verhaal van verdachte vergeleken heeft met de processtukken 8. in het rapport wordt verwezen naar het procesverbaal 9. anders, nl 10. blijkt niet uit het rapport
23A.08 H eeft minstens één gedragsdeskundige in het kader van dit onderzoek processtukken geraadpleegd? (m.a.m.)
23A.09 I n hoeverre heeft minstens één gedragsdeskundige bij zijn onderzoek gebruik gemaakt van de processtukken? (m.a.m.)
1. nee 2. ja 3. mbt sommige gegevens wel, mbt andere niet of mbt sommige referenten wel, mbt anderen niet 4. blijkt niet uit rapport 5. anders, nl. 6. n.v.t (geen gegevens verzameld) 1. nee 2. ja 3. mbt sommige gegevens wel, mbt andere niet of mbt sommige referenten wel, mbt anderen niet 4. blijkt niet uit rapport 5. anders, nl 6. n.v.t (geen gegevens verzameld) 1. verpleging P.I. 2. huisarts PI 3. psychiater P.I. 4. psycholoog P.I. 5. reclassering 6. anders, nl 7. blijkt niet uit rapport 8. n.v.t (geen gegevens verzameld)
23A.12 Heeft minstens één gedragsdeskundige hiervoor toestemming gekregen van verdachte?
23A.13 Van wie zijn deze gegevens afkomstig of welke referenten uit het penitentiaire veld heeft minstens één van de gedragsdeskundigen blijkens het rapport geraadpleegd? (m.a.m.)
1. nee (ga naar 23A.14) 2. ja 3. blijkt niet uit rapport (ga naar 23A.14) 4. uit het rapport blijkt in ieder geval dat hij heeft overlegd met de reclassering 5. anders, nl
23A.11 Heeft minstens één gedragsdeskundige hiervoor toestemming gevraagd aan verdachte?
23A.10 Heeft minstens één gedragsdeskundige in het kader van dit onderzoek gebruik gemaakt van binnen het penitentiaire veld aanwezige heteroanamnestische gegevens die hij zelf heeft verzameld? (m.a.m.)
Bijlage: Checklist
547
1. nee (ga naar 23A.18) 2. ja 3. blijkt niet uit rapport (ga naar 23A.18) 4. uit het rapport blijkt in ieder geval dat.......
1. nee 2. ja 3. mbt sommige gegevens wel, mbt andere niet of mbt sommige referenten wel, mbt anderen niet 4. blijkt niet uit rapport 5. anders, nl 6. n.v.t (geen gegevens verzameld)
1. nee 2. ja 3. mbt sommige gegevens wel, mbt andere niet of voorstel: mbt sommige referenten wel, mbt anderen niet 4. blijkt niet uit rapport 5. anders, nl 6. n.v.t (geen gegevens verzameld)
1. partner 2. ouders 3. andere familieleden 4. huisgenoten 5. huisarts 6. medisch specialist 7. RIAGG 8. mederapporteur 9. anders, nl 10. blijkt niet uit rapport 11. n.v.t (geen gegevens verzameld)
23A.14 H eeft minstens één gedragsdeskundige in het kader van dit onderzoek gebruik gemaakt van buiten het penitentiaire veld aanwezige heteroanamnestische gegevens die hij zelf heeft verzameld? (m.a.m)
23A.15 H eeft minstens één gedragsdeskundige hiervoor toestemming gevraagd aan verdachte? (m.a.m.)
23A.16 H eeft minstens één gedragsdeskundige hiervoor toestemming gekregen van verdachte? (m.a.m.)
23A.17 V an wie zijn deze gegevens afkomstig of welke referenten van buiten het penitentiaire veld heeft minstens één van de gedragsdeskundigen blijkens het rapport geraadpleegd? (m.a.m.)
1. nee 2. ja, WAIS 3. ja, GIT 4. ja, Raven 5. ja, andere intelligentietest(s), namelijk 6. blijkt niet uit rapport 1. nee 2. ja, Bender 3. ja, Benton 4. ja, Bourdon Wiersma 5. ja, CFT 6. ja, Grassi 7. ja, Hooper 8. ja, Stroop test 9. ja, Verhaaltje vragen 10. ja, 15 woorden test 11. Andere organiciteitstest(s), namelijk 12. blijkt niet uit rapport 13. n.v.t. (geen testen afgenomen)
23A.21 Heeft minstens één gedragsdeskundige in het kader van dit onderzoek organiciteitstest(s) afgenomen?
1. nee 2. ja nl 3. blijkt niet uit rapport
23A.19 Heeft minstens één gedragsdeskundige in het kader van dit onderzoek ander medisch specialistisch onderzoek doen verrichten? 23A.20 Heeft minstens één gedragsdeskundige in het kader van dit onderzoek intelligentietest(s) afgenomen?
1. nee 2. ja 3. blijkt niet uit rapport
23A.18 Heeft minstens één gedragsdeskundige in het kader van dit onderzoek somatisch onderzoek verricht of doen verrichten?
548 Gedragsdeskundigen in strafzaken
1. nee 2. ja, ABV 3. ja, BDHID 4. ja, EPPS 5. ja, MMPI 2 6. ja, NPV 7. ja, NVM 8. ja, Seksualiteitsvragenlijsten 9. ja, andere gestandaardiseerde persoonlijkheidsvragenlijst(en) namelijk, 10. blijkt niet uit rapport
1. nee 2. ja, House Tree Person 3. ja, Thematic apperception test 4. ja, Zinnen aanvultest 5. ja, Rorschach 6. ja, ander projectief materiaal, namelijk 7. blijkt niet uit rapport
1. nee 2. sommige wel, andere niet 3. ja, integraal 4. ja, zij het niet integraal 5. anders, nl 6. n.v.t.
1. nee 2. ja 3. blijkt niet uit rapport 4. n.v.t (reclassering niet ingeschakeld)
1. nee 2. ja 3. blijkt niet uit rapport 4. n.v.t
23A.22 Heeft minstens één gedragsdeskundige in het kader van dit onderzoek gestandaardiseerde persoonlijkheidsvragenlijsten afgenomen?
23A.23 H eeft minstens één gedragsdeskundige in het kader van dit onderzoek projectiemateriaal gebruikt?
23A.24 W orden de testuitslagen in het rapport vermeld?
23A.25 H eeft minstens één gedragsdeskundige in het kader van dit onderzoek overleg gepleegd met de reclassering?
23A.26 H eeft minstens één gedragsdeskundige in het kader van dit onderzoek overleg gepleegd met het NIFP?
1. nee 2. ja, nl 3. blijkt niet uit rapport 1. nee 2. ja 3. zo nee, hoeveel tijd na benoeming was het rapport beschikbaar 4. blijkt niet uit het dossier 5. n.v.t. (geen termijn gesteld)
23A.30 Heeft minstens één gedragsdeskundige andere onderzoeksactiviteiten verricht? 23A.31 Is het rapport binnen de gestelde termijn uitgebracht?
1. nee 2. ja, onderzoek maatschappelijk werk 3. ja, onderzoek groepsleiding 4. ja, anders, nl 5. blijkt niet uit rapport
1. nee 2. ja 3. blijkt niet uit rapport 4. n.v.t (rapport niet besproken)
23A.28 Heeft minstens één gedragsdeskundige de verdachte gelegenheid gegeven tot het doen van voorstellen voor het aanbrengen van correcties? 23A.29 Heeft minstens één gedragsdeskundige andere bronnen geraadpleegd dan hierboven omschreven?
1. nee (ga naar 23A.29) 2. ja 3. blijkt niet uit rapport (ga naar 23A.29) 4. anders, nl
23A.27 Heeft minstens één gedragsdeskundige het rapport met verdachte besproken?
Bijlage: Checklist
549
aantal blz .......
O als vraag
O als vraag
O nee
O nee
O nee
33A.04 a anwezigheid van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens tijdens tlg feit(en)
33A.05 a anwezigheid van (andere) aspecten of kenmerken van gedragsdeskundige aard, niet zijnde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis geestvermogens tijdens tlg feit(en)
33A.06 inzicht in maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of inzicht in de wederrechtelijkheid van tlg feit(en)
O als vraag
O als vraag
O nee
33A.03 a anwezigheid van gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens tijdens tlg feit(en)
O als vraag
O nee
33A.02 d e persoonlijkheid van de verdachte
O als info
O als info
O als info
O als info
O als info
O als vraag en als info
O als vraag en als info
O als vraag en als info
O als vraag en als info
O als vraag en als info
Komen de volgende aspecten in de gedragsdeskundige rapportage expliciet aan de orde?
33A.01 W at is de omvang van de rapportage?
33A.0 Omvang rapportage, gestelde vragen en geboden informatie
33A.0 Inhoud rapportage die niet tot een gedragsdeskundige te herleiden is
O niet O niet
33A.15 juridisch kader van evt behandeladvies 33A.16 praktische haalbaarheid evt behandeladvies
1. nee 2. ja, nl
O niet
33A.14 advies omtrent maatregel
33A.17 Wordt er een vraag gesteld over een ander(e) aspect(en)?
O niet
O niet
33A.12 advies omtrent behandeling 33A.13 advies omtrent straf
O niet
O niet
O niet
O niet
O niet
33A.11 recidivegevaar
33A.10 toerekeningsvatbaarheid
33A.09 causaal verband tussen (andere) aspecten van gd aard, niet zijnde een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis en tlg feit(en)
33A.08 causaal verband tussen gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis en tlg feit(en)
33A.07 wilsvrijheid tijdens tlg feit(en)
O als vraag
O als vraag
O als vraag
O als vraag
O als vraag
O als vraag
O als vraag
O als vraag
O als vraag
O als vraag
O als info
O als info
O als info
O als info
O als info
O als info
O als info
O als info
O als info
O als info
O als vraag en als info
O als vraag en als info
O als vraag en als info
O als vraag en als info
O als vraag en als info
O als vraag en als info
O als vraag en als info
O als vraag en als info
O als vraag en als info
O als vraag en als info
550 Gedragsdeskundigen in strafzaken
1. 2. 3. 4.
33A.19 A ls niet alle vragen expliciet beantwoord worden, geeft de psycholoog dan aan waarom hij bepaalde vragen onbeantwoord laat? (m.a.m.)
1. verdachte ontkent tlg feit(en) 2. verdachte zegt geen herinnering te hebben aan tlg feit(en) 3. in het rapport staat verdachtes verhaal over de toedracht van tlg feit(en), nl 4. in het rapport staat verdachtes verhaal over de situatie voorafgaande aan tlg feit(en), nl 5. in het rapport staat verdachtes verhaal over de toedracht na tlg feit(en), nl 6. anders, nl 7. blijkt niet uit rapport 8. n.v.t (geen verslag gesprek tlg feit(en))
1. nee (ga naar 33A.31) 2. ja, nl 3. n.v.t (geen verslag gesprek tlg feit(en))
33A.21 W at is de uitkomst van het gesprek dat minstens één van de gedragsdeskundigen met verdachte heeft gehad over tlg feit(en)? (m.a.m.)
33A.22 G eeft minstens één van de gedragsdeskundigen expliciet substantiële4 discrepantie(s) aan tussen het gesprek over tlg feit(en) en de beschrijving van de toedracht van tlg feit(en) in de processtukken?
33A.20 Gesprek over tenlastegelegde feit(en)
nee, blijkt niet uit rapport Voor sommige vragen wel, voor andere niet omdat het onderzoek onvolledig is omdat verdachte zijn medewerking aan het onderzoek gedeeltelijk laat afweten 5. omdat verdachte tlg feit(en) ontkent 6. anders, nl 7. n.v.t (alle vragen beantwoord)(geen vragen vermeld in rapport)
1. nee 2. ja, nl
33A.18 G eeft de minstens één van de gedragsdeskundigen informatie over een ander(e) aspect(en)?
1. nee 2. ja, nl 3. n.v.t (geen verslag gesprek tlg feit(en)) 4. n.v.t (geen discrepantie(s) aangegeven)
1. nee 2. ja, nl 3. n.v.t (geen verslag gesprek tlg feit(en)) 4. n.v.t (geen discrepantie(s) aangegeven)
33A.31 Wat concludeert minstens één van de gedragsdeskundigen over de aanwezigheid van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens? (m.a.m.)
1. er wordt geen expliciete uitspraak over gedaan (ga naar 33A.33) 2. er is geen sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens 3. antisociale persoonlijkheidsstoornis 4. borderline persoonlijkheidsstoornis 5. narcistische persoonlijkheidsstoornis 6. afhankelijke persoonlijkheidsstoornis 7. theatrale persoonlijkheidsstoornis 8. ontwijkende persoonlijkheidsstoornis 9. paranoïde persoonlijkheidsstoornis 10. schizotypische persoonlijkheidsstoornis 11. schizoïde persoonlijkheidsstoornis 12. obsessieve compulsieve persoonlijkheidsstoornis 13. persoonlijkheidsstoornis NAO 14. zwakzinnigheid 15. anders, nl
33A.30 Diagnostiek; conclusie, vindplaats(en) bouwste(e)n(en)
33A.24 Geeft minstens één van de gedragsdeskundigen andere dan gedragsdeskundige verklaring(en) aan voor deze discrepantie(s)?
33A.23 Geeft minstens één van de gedragsdeskundigen gedragsdeskundige verklaring(en) aan voor deze discrepantie(s)?
Bijlage: Checklist
551
33A.34 Uit welke onderdelen van de rapportage worden expliciet bouwstenen aangedragen voor deze diagnose? (m.a.m.)
33A.35 Heeft minstens één van de gedragsdeskundigen (andere) aspecten of kenmerken van gedragsdeskundige aard gevonden – zonder dat gesproken wordt van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens - die mogelijkerwijs van invloed zijn geweest op de toerekeningsvatbaarheid tijdens tlg feit(en)?
1. uitspraak wordt niet onderbouwd 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek 12. psychologisch onderzoek 13. psychologisch testonderzoek 14. psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) 15. anders, nl 16. n.v.t (geen gebrekkige ontwikkeling)
1. er wordt geen expliciete uitspraak over gedaan (ga naar 33A.35) 2. er is geen sprake van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens 3. schizofrenie, paranoïde type 4. alcoholafhankelijkheid 5. gebruik van alcohol 6. afhankelijkheid van verschillende middelen 7. pedofilie 8. cannabisafhankelijkheid 9. psychotische stoornis NAO 10. cocaïne-afhankelijkheid 11. gedragsstoornis NAO 12. gebruik van cannabis 13. gedragsstoornis 14. misbruik van cocaïne 15. pervasieve ontwikkelingsstoornis NAO 16. dysthyme stoornis 17. aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit 18. posttraumatische stress-stoornis 19. anders, nl
33A.32 U it welke onderdelen van de rapportage worden expliciet bouwstenen aangedragen voor deze diagnose? (m.a.m.)
33A.33 W at concludeert minstens één van de gedragsdeskundigen over de aanwezigheid van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens? (m.a.m.)
1. er wordt geen expliciete uitspraak over gedaan (ga naar 33A.41) 2. ja, maar als irrelevant voor toerekeningsvatbaarheid bestempeld 3. ja, als mogelijk gerelateerd aan toerekeningsvatbaarheid 4. ja, nl
1. uitspraak wordt niet onderbouwd 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek 12. psychologisch onderzoek 13. psychologisch testonderzoek 14. psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) 15. anders, nl 16. n.v.t (geen ziekelijke stoornis)
552 Gedragsdeskundigen in strafzaken
1. uitspraak wordt niet onderbouwd 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek 12. psychologisch onderzoek 13. psychologisch testonderzoek 14. psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) 15. anders, namelijk 16. n.v.t (geen (andere) aspecten of kenmerken van gd aard)
33A.41 W at concludeert minstens één van de gedragsdeskundigen over verdachtes inzicht in de maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of in de wederrechtelijkheid van tlg feit(en)
1. rapport geeft geen expliciete informatie (ga naar 33A.51) 2. verdachte had geen inzicht in de maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of in de wederrechtelijkheid van tlg feit(en) 3. verdachte had beperkt inzicht in de maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of in de wederrechtelijkheid van tlg feit(en) 4. verdachte had inzicht in de maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of in de wederrechtelijkheid van tlg feit(en) 5. verdachte had inzicht in maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of in de wederrechtelijkheid bij sommige, maar niet bij alle tlg feit(en) 6. anders, nl 7. n.v.t (niet als vraag aan de orde)
33A.40 Inzicht in maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of in de wederrechtelijkheid conclusie, vindplaats(en) bouwste(n)en
33A.36 U it welke onderdelen van de rapportage worden expliciet bouwstenen aangedragen voor deze (andere) aspecten of kenmerken van gedragsdeskundige aard? (m.a.m.) 1. uitspraak wordt niet onderbouwd 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek 12. psychologisch onderzoek 13. psychologisch testonderzoek 14. diagnostische overwegingen 15. psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) 16. anders, nl 17. n.v.t (rapport geeft geen info over inzicht in maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of in de wederrechtelijkheid) 1. geen 2. aanwezigheid van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens 3. aanwezigheid van ziekelijke stoornis van de geestvermogens 4. aanwezigheid van (andere) aspecten of kenmerken van gedragsdeskundige aard 5. ernst van de ziekelijke stoornis 6. ernst van de gebrekkige ontwikkeling 7. ernst van de (andere) aspecten of kenmerken van gedragsdeskundige aard 8. aanwezigheid van causaal verband tussen gevonden stoornis(sen) en tlg feit(en) 9. middelengebruik 10. verslaving 11. anders, nl 12. n.v.t (geen info over inzicht) 13. n.v.t (anders)
33A.42 Uit welke onderdelen van de rapportage worden expliciet bouwstenen aangedragen voor de uitspraak over het inzicht in de maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of in de wederrechtelijkheid van tlg feit(en)? (m.a.m.)
33A.43 Welke bouwstenen draagt minstens één van de gedragsdeskundigen expliciet aan voor zijn uitspraak over het inzicht in de maatschappelijke ongeoorloofdheid en/of in de wederrechtelijkheid van tlg feit(en)? (m.a.m.)
Bijlage: Checklist
553
1. rapport geeft geen expliciete informatie (ga naar 33A.61) 2. verdachte was niet in staat zijn wil in vrijheid te bepalen 3. verdachte was sterk verminderd in staat zijn wil in vrijheid te bepalen 4. verdachte was verminderd in staat zijn wil in vrijheid te bepalen 5. verdachte was enigszins verminderd in staat zijn wil in vrijheid te bepalen 6. verdachte was in staat zijn wil in vrijheid te bepalen 7. verdachte was voor sommige feiten wel in staat zijn wil in vrijheid te bepalen, voor andere verminderd of niet 8. anders, nl
1. uitspraak wordt niet onderbouwd 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek 12. psychologisch onderzoek 13. psychologisch testonderzoek 14. diagnostische overwegingen 15. forensisch psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) 16. anders, nl 17. n.v.t (geen info over wilsvrijheid)
33A.51 W at concludeert minstens één van de gedragsdeskundigen over de wilsvrijheid tijdens tlg feit(en)
33A.52 U it welke onderdelen van de rapportage worden expliciet bouwstenen aangedragen voor de uitspraak over de wilsvrijheid tijdens tlg feit(en)? (m.a.m.)
33A.50 Wilsvrijheid tijdens tlg feiten, conclusie, vindplaats(en) bouwste(n)en 1. geen 2. aanwezigheid van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens 3. aanwezigheid van ziekelijke stoornis van de geestvermogens 4. aanwezigheid van (andere) aspecten of kenmerken van gedragsdeskundige aard 5. ernst van de ziekelijke stoornis 6. ernst van de gebrekkige ontwikkeling 7. ernst van de (andere) aspecten of kenmerken van gedragsdeskundige aard 8. aanwezigheid van causaal verband tussen gevonden stoornis(sen) en tlg feit(en) 9. middelengebruik 10. verslaving 11. aanwezig zijn van een beperking in keuzemogelijkheden op grond van de gevonden stoornis(sen) 12. beschrijving van beperking(en) in keuzemogelijkheden 13. anders, nl 14. n.v.t (geen info over wilsvrijheid) 15. n.v.t (anders)
33A.61 Wat concludeert minstens één van de gedragsdeskundigen over het bestaan van een causaal verband tussen de gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens en tlg feit(en)?
1. rapport geeft geen expliciete informatie over een causaal verband 2. geen causaal verband 3. er is een causaal verband 4. voor sommige tlg feit(en) bestaat een causaal verband, voor andere niet 5. anders, nl 6. n.v.t (geen gebrekkige ontwikkeling)
33A.60 C ausaal verband tussen stoornis(sen) en tlg feit(en), conclusie, vindplaats(en) bouwste(n)en
33A.53 Welke bouwstenen draagt minstens één van de gedragsdeskundigen expliciet aan voor zijn uitspraak over de wilsvrijheid tijdens tlg feit(en)? (m.a.m.)
554 Gedragsdeskundigen in strafzaken
O............
33A.64 H oe wordt dit causaal verband (deze causale verbanden) met de tlg feit(en) beschreven?
er vindt geen beschrijving plaats n.v.t (geen causaal verband)
1. rapport geeft geen expliciete informatie over een causaal verband 2. geen causaal verband 3. er is een causaal verband 4. voor sommige tlg feit(en) bestaat een causaal verband, voor andere niet 5. anders, nl 6. n.v.t (geen (andere) aspecten of kenmerken van gedragsdeskundige aard, niet zijnde gebrekkige ontwikkeling/ziekelijke stoornis)
33A.63 W at concludeert minstens één van de gedragsdeskundigen over een mogelijk causaal verband tussen (andere) aspecten of kenmerken van gedragsdeskundige aard – niet zijnde een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens - en tlg feit(en)?
O O
1. rapport geeft geen expliciete informatie over een causaal verband 2. geen causaal verband 3. er is een causaal verband 4. voor sommige tlg feit(en) bestaat een causaal verband, voor andere niet 5. anders, nl 6. n.v.t (geen ziekelijke stoornis)
33A.62 W at concludeert minstens één van de gedragsdeskundigen over het bestaan van een causaal verband tussen de ziekelijke stoornis en tlg feit(en)?
1. beschrijving wordt niet onderbouwd met gegevens uit de rapportage 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek 12. psychologisch onderzoek 13. psychologisch testonderzoek 14. diagnostische overwegingen 15. forensisch psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) 16. anders, nl 17. n.v.t (rapport geeft geen info over causaliteit) 18. n.v.t (geen causaal verband)
1. nee, er is maar één tlg feit (ga naar 33A.73) 2. nee, ze betreffen alleen het primair tlg feit(ga naar 33A.73) 3. nee, ze betreffen alleen het subsidiair of tertiair tlg feit 4. nee, ze betreffen slechts één van een aantal cumulatief tlg feit(en) 5. ja 6. onduidelijk hoeveel tlg feiten ze betreffen (ga naar 33A.73) 7. n.v.t (geen conclusies toer.vatbaarheid) 8. n.v.t (geen primair/subs tll) 1. nee 2. ja, nl 3. n.v.t (geen conclusies toer.vatbaarheid) 4. n.v.t (conclusies betreffen slechts toer.vatbaarheid voor één tlg feit)
33A.71 Betreffen de conclusies van minstens één van de gedragsdeskundigen mbt tot de mate van toerekeningsvatbaarheid meerdere tlg feit(en)?
33A.72 Verschillen die conclusies?
33A.70 Toerekeningsvatbaarheid, conclusie, vindplaats(en) bouwste(n)en
33A.65 Uit welke onderdelen van de rapportage worden expliciet bouwstenen aangedragen voor die conclusie(s) van causaliteit? (m.a.m.)
Bijlage: Checklist
555
Feit 1 is het enige of eerste tenlastegelegde feit of alle tenlastegelegde feiten. i.e.z.: in engere zin
1. uitspraak wordt niet onderbouwd 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek i.e.z.6 12. psychologisch testonderzoek 13. (ander) psychologisch onderzoek i.e.z. 14. diagnostische overwegingen 15. forensisch psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) 16. de beschrijving van de causaliteit tussen stoornis(sen) en tlg feit(en) 17. anders, nl 18. n.v.t (geen conclusie mbt tot toer.vatbaarheid)
33A.74 U it welke onderdelen van de rapportage draagt minstens één van de gedragsdeskundigen expliciet bouwstenen aan voor de conclusie ten aanzien van de mate van toerekeningsvatbaarheid voor alle tlg feiten of tav feit 1? (m.a.m.)
5 6
1. toerekeningsvatbaar 2. enigszins verminderd toerekeningsvatbaar 3. verminderd toerekeningsvatbaar 4. sterk verminderd toerekeningsvatbaar 5. ontoerekeningsvatbaar 6. anders, nl 7. n.v.t (geen conclusie toer.vatbaarheid)
33A.73 W at concludeert minstens één van de gedragsdeskundigen over de mate van toerekeningsvatbaarheid voor alle tlg feiten of tav feit 15?
Feit 2 is het tweede feit waarover de psychiater zich uitlaat voor wat betreft de mate van toereke
1. toerekeningsvatbaar 2. enigszins verminderd toerekeningsvatbaar 3. verminderd toerekeningsvatbaar 4. sterk verminderd toerekeningsvatbaar 5. ontoerekeningsvatbaar 6. anders, nl 7. n.v.t (1 tlg feit) (ga naar 33A.91) 8. n.v.t (geen info toer.vatbaarheid) (ga naar 33A.91) 9. n.v.t (geen verschillende conclusies) (ga naar 33A.91) 10. n.v.t (geen cumulatieve tll) (ga naar 33A.91) 11. n.v.t (anders) (ga naar 33A.91) 33A.76 Wat concludeert minstens één van de gedragsdeskundigen over de mate van toerekeningsvatbaarheid voor feit 27?
7
1. geen 2. aanwezigheid van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens 3. aanwezigheid van ziekelijke stoornis van de geestvermogens 4. aanwezigheid van (andere) aspecten of kenmerken van gedragsdeskundige aard 5. ernst van de ziekelijke stoornis 6. ernst van de gebrekkige ontwikkeling 7. ernst van de (andere) aspecten of kenmerken van gedragsdeskundige aard 8. aanwezigheid van causaal verband tussen gevonden stoornis(sen) en tlg feit(en) 9. middelengebruik 10. verslaving 11. aanwezig zijn van een beperking in keuzemogelijkheden op grond van de gevonden stoornis(sen) 12. beschrijving van beperking(en) in keuzemogelijkheden 13. anders, nl 14. n.v.t (geen info toer.vatbaarheid) 15. n.v.t (geen verschillende conclusies) 16. n.v.t (geen cumulatieve tll) 17. n.v.t (anders)
33A.75 Welke bouwstenen draagt minstens één van de gedragsdeskundigen expliciet aan voor zijn conclusie tav de mate van toerekeningsvatbaarheid voor alle tlg feit(en) of voor feit 1? (m.a.m)
556 Gedragsdeskundigen in strafzaken
1. uitspraak wordt niet onderbouwd 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek i.e.z. 12. psychologisch testonderzoek 13. (ander) psychologisch onderzoek i.e.z. 14. diagnostische overwegingen 15. forensisch psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) 16. de beschrijving van de causaliteit tussen stoornis(sen) en tlg feit(en) 17. anders, nl 18. n.v.t (geen info toer.vatbaarheid) 19. n.v.t (geen verschillende conclusies) 20. n.v.t (geen cumulatieve tll) 21. n.v.t (anders)
1. geen 2. aanwezigheid van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens 3. aanwezigheid van ziekelijke stoornis van de geestvermogens 4. aanwezigheid van (andere) aspecten of kenmerken van gedragsdeskundige aard 5. ernst van de ziekelijke stoornis 6. ernst van de gebrekkige ontwikkeling 7. ernst van de (andere) aspecten of kenmerken van gedragsdeskundige aard 8. aanwezigheid van causaal verband tussen gevonden stoornis(sen) en tlg feit(en) 9. middelengebruik 10. verslaving 11. aanwezig zijn van een beperking in keuzemogelijkheden op grond van de gevonden stoornis(sen)
33A.77 U it welke onderdelen van de rapportage draagt minstens één van de gedragsdeskundigen expliciet bouwstenen aan voor de conclusie ten aanzien van de mate van toerekeningsvatbaarheid voor feit 2? (m.a.m.)
33A.78 W elke bouwstenen draagt minstens één van de gedragsdeskundigen expliciet aan voor zijn conclusie tav de mate van toerekeningsvatbaarheid voor feit 2? (m.a.m)
Feit 3 is het derde feit waarover de psychiater zich uitlaat voor wat betreft de mate van toerekeningsvatbaarheid.
1. uitspraak wordt niet onderbouwd 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek i.e.z. 12. psychologisch testonderzoek 13. (ander) psychologisch onderzoek i.e.z. 14. diagnostische overwegingen 15. forensisch psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) 16. de beschrijving van de causaliteit tussen stoornis(sen) en tlg feit(en) 17. anders, nl 18. n.v.t (geen info toer.vatbaarheid) 19. n.v.t (geen verschillende conclusies) 20. n.v.t (geen cumulatieve tll) 21. n.v.t (anders) 33A.80 Uit welke onderdelen van de rapportage draagt minstens één van de gedragsdeskundigen expliciet bouwstenen aan voor de conclusie ten aanzien van de mate van toerekeningsvatbaarheid voor feit 3? (m.a.m.)
8
1. toerekeningsvatbaar 2. enigszins verminderd toerekeningsvatbaar 3. verminderd toerekeningsvatbaar 4. sterk verminderd toerekeningsvatbaar 5. ontoerekeningsvatbaar 6. anders, nl 7. n.v.t (geen info toer.vatbaarheid) 8. n.v.t (geen verschillende conclusies) 9. n.v.t (geen cumulatieve tll) 10. n.v.t (anders)
33A.79 Wat concludeert minstens één van de gedragsdeskundigen over de mate van toerekeningsvatbaarheid voor feit 38?
12. beschrijving van beperking(en) in keuzemogelijkheden 13. anders, nl 14. n.v.t (geen info toer.vatbaarheid) 15. n.v.t (geen verschillende conclusies) 16. n.v.t (geen cumulatieve tll) 17. n.v.t (anders)
Bijlage: Checklist
557
1. geen 2. aanwezigheid van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens 3. aanwezigheid van ziekelijke stoornis van de geestvermogens 4. aanwezigheid van (andere) aspecten of kenmerken van gedragsdeskundige aard 5. ernst van de ziekelijke stoornis 6. ernst van de gebrekkige ontwikkeling 7. ernst van de (andere) aspecten of kenmerken van gedragsdeskundige aard 8. aanwezigheid van causaal verband tussen gevonden stoornis(sen) en tlg feit(en) 9. middelengebruik 10. verslaving 11. aanwezig zijn van een beperking in keuzemogelijkheden op grond van de gevonden stoornis(sen) 12. beschrijving van beperking(en) in keuzemogelijkheden 13. anders, nl 14. n.v.t (geen info toer.vatbaarheid) 15. n.v.t (geen verschillende conclusies) 16. n.v.t (geen cumulatieve tll) 17. n.v.t (anders)
1. nee 2. ja, nl 3. n.v.t (minder dan 4 tlg feiten) 4. n.v.t (geen info toer.vatbaarheid) 5. n.v.t (geen verschillende conclusies) 6. n.v.t (geen cumulatieve tll) 7. n.v.t (anders)
33A.81 W elke bouwstenen draagt minstens één van de gedragsdeskundigen expliciet aan voor zijn conclusie ten aanzien van de mate van toerekeningsvatbaarheid voor feit 3? (m.a.m)
33A.82 H eeft minstens één van de gedragsdeskundigen zich met betrekking tot nog meer feiten uitgelaten over de mate van toerekeningsvatbaarheid?
1. nee, geen sprake van middelengebruik (ga naar 33A.111) 2. ja 3. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij (ga naar 33A.111) 4. bij sommige feiten wel, bij andere niet 5. anders, nl..... 1. nee, geen invloed bij tlg feit(en) 2. bij sommige feiten wel, bij andere niet 3. ja 4. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij 5. n.v.t. (geen middelengebruik) 6. anders, nl.....
1. bij minstens 1 feit minder dan 24 uur voorafgaande aan tlg feit(en) 2. bij minstens 1 feit meer dan 24 uur voorafgaande aan tlg feit(en) 3. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij 4. anders, nl 5. n.v.t (geen middelengebruik) 6. n.v.t (geen invloed)
33A.91 Is volgens minstens één van de gedragsdeskundigen in de dag(en) voorafgaande aan tlg feit(en)sprake geweest van middelengebruik? 33A.92 Is volgens minstens één van de gedragsdeskundigen middelengebruik (mogelijk) van invloed is geweest bij tlg feit(en)? 33A.93 Op welk moment voorafgaande aan tlg feit(en) heeft verdachte volgens minstens één van de gedragsdeskundigen middelen gebruikt? (m.a.m.)
33A.90 Middelengebruik
558 Gedragsdeskundigen in strafzaken
1. alcohol, nl 2. heroïne, nl 3. morfine, nl 4. opiaten overig, nl 5. cocaïne, nl 6. amfetamine, nl 7. lsd, nl 8. XTC, nl 9. benzodiazepinen, nl 10. anders, nl 11. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij 12. onbekend welk middel 13. n.v.t (geen middelengebruik)
1. nee 2. nee, er is sprake van incidenteel middelengebruik 3. ja 4. anders, nl 5. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij 6. n.v.t (geen middelengebruik)
1. nee, geen samenhang middelen/stoornis(sen) 2. ja, middelengebruik als zelfmedicatie 3. ja, middelengebruik is (onderdeel van) de ziekelijke stoornis 4. ja, middelengebruik is (onderdeel van) de gebrekkige ontwikkeling 5. ja, middelengebruik gebruik veroorzaakt ziekelijke stoornis 6. ja, middelengebruik is het gevolg van ziekelijke stoornis 7. ja, middelengebruik is het gevolg van gebrekkige ontwikkeling 8. ja, anders, nl 9. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij 10. n.v.t (geen middelengebruik) 11. n.v.t (geen stoornis/gebrek)
33A.94 W elke middelen heeft verdachte voorafgaande aan tlg feit(en) gebruikt en in welke hoeveelheid? (m.a.m.)
33A.95 I s verdachte volgens minstens één van de gedragsdeskundigen verslaafd?
33A.96 I s er volgens minstens één van de gedragsdeskundigen een samenhang tussen middelengebruik cq de eventuele verslaving en eventuele (gediagnosticeerde) stoornissen? (m.a.m.)
1. nee (ga naar 33A.99) 2. bij sommige feiten wel, bij andere niet 3. ja 4. de gedragsdeskundigen aan dat onderwerp voorbij 5. n.v.t (geen middelengebruik tijdens tlg feit(en) (ga naar 33A.99)
1. nee 2. ja, vergroot de toerekeningsvatbaarheid bij alle tlg feit(en) 3. ja, vermindert de toerekeningsvatbaarheid bij alle tlg feit(en) 4. vergroot bij sommige feit(en) toer.vatbheid, vermindert bij andere feit(en) toer.vatb.heid 5. ja, anders nl .... 6. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij 7. n.v.t (geen middelengebruik tijdens tlg feit(en) 1. nee 2. ja, middelengebruik/evt. verslaving vergroot de kans op recidive 3. ja, middelengebruik/evt.verslaving op zich heeft geen invloed op recidivegevaar 4. ja, anders, nl 5. de gedragsdeskundigen gaan aan dit onderwerp voorbij 6. n.v.t (geen middelengebruik tijdens tlg feit(en)
33A.99 Is volgens minstens één van de gedragsdeskundigen middelengebruik cq de eventuele verslaving, van invloed op de mate van toerekeningsvatbaarheid bij tlg feit(en)? 33A.100 Is volgens minstens één van de gedragsdeskundigen middelengebruik cq de eventuele verslaving van invloed op het recidivegevaar?
33A.98 Wordt dat causale 1. nee verband door min- 2. ja, nl ....... 3. n.v.t (geen middelengebruik tijdens tlg feit(en) stens één van de gedragsdeskundigen toegelicht?
33A.97 Is er volgens minstens één van de gedragsdeskundigen een causaal verband tussen middelengebruik cq de eventuele verslaving en tlg feit(en)?
Bijlage: Checklist
559
geen recidivegevaar (ga naar 33A.113) recidivegevaar, niet gespecificeerd recidivegevaar voor dezelfde soort delicten recidivegevaar voor andersoortige delicten recidivegevaar voor dezelfde en andersoortige delicten 6. onduidelijke uitspraak (ga naar 33A.113) 7. de gedragsdeskundigen gaat aan dat onderwerp voorbij (ga naar 33A.115) 8. anders, nl
1. 2. 3. 4. 5. 6.
1. geen expliciete bouwstenen aangedragen 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek 12. psychologisch onderzoek 13. psychologisch testonderzoek 14. diagnostische overwegingen 15. forensisch psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) 16. uit de beschrijving van de causaliteit tussen stoornis en tlg feit(en) 17. uit het gebruik van risicotaxatielijsten 18. anders, nl 19. n.v.t (geen recidivegevaar)
33A.112 W at concludeert minstens één van de gedragsdeskundigen over de omvang van recidivegevaar tav delicten?
33A.113 U it welke onderdelen van de rapportage draagt minstens één van de gedragsdeskundigen expliciet bouwstenen aan voor de uitspraak over recidivegevaar tav delicten? (m.a.m.)
groot recidivegevaar recidivegevaar is aanwezig gering recidivegevaar omvang recidivegevaar varieert anders, nl n.v.t (geen recidivegevaar)
1. 2. 3. 4. 5.
33A.111 Wat concludeert minstens één van de gedragsdeskundigen over recidivegevaar tav delicten?
33A.110 Recidivegevaar en ander soort gevaar, conclusie, vindplaats(en) bouwste(n)en 1. geen bouwstenen aangedragen 2. delictverleden 3. ziekelijke stoornis geestvermogens 4. gebrekkige ontwikkeling geestvermogens 5. (andere) aspecten of kenmerken van gedragsdeskundige aard 6. psychiatrisch GGZ verleden 7. medicatietrouw 8. culturele achtergrond 9. sociaal netwerk 10. relatieproblemen 11. werkervaringen en mogelijkheden 12. stoornissen in agressieregulatie 13. middelengebruik 14. verslavingsproblematiek 15. de uitkomst van risicotaxatielijsten 16. anders, nl 17. n.v.t (geen recidivegevaar) 1. nee, hij zegt dat dat niet zo is (ga naar 33A.121) 2. ja 3. zij gaan aan dat onderwerp voorbij 4. anders, nl .....
1. nee 2. ja, gevaar voor verdachte zelf 3. ja, gevaar voor anderen 4. ja, gevaar voor de algemene veiligheid van personen 5. ja, gevaar voor de algemene veiligheid van goederen 6. anders, nl 7. n.v.t (geen gevaar ogv stoornis)
33A.114 Op welke bouwstenen baseert minstens één van de gedragsdeskundigen zijn uitspraak omtrent recidivegevaar tav delicten? (m.a.m.)
33A.115 Concludeert minstens één van de gedragsdeskundigen dat verdachte op grond van zijn stoornis gevaarlijk is voor zichzelf, voor anderen, of voor de algemene veiligheid van personen en/of goederen? 33A.116 Geeft minstens één van de gedragsdeskundigen aan waarop het gevaar dat verdachte vormt op grond van zijn stoornis betrekking heeft? (m.a.m.)
560 Gedragsdeskundigen in strafzaken
1. geen expliciete bouwstenen aangedragen 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek 12. psychologisch onderzoek 13. psychologisch testonderzoek 14. diagnostische overwegingen 15. forensisch psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) 16. uit de beschrijving van de causaliteit tussen stoornis en tlg feit(en) 17. uit het gebruik van risicotaxatielijsten 18. anders, nl 19. n.v.t (geen gevaar ogv stoornis)
1. nee 2. delictverleden 3. ziekelijke stoornis geestvermogens 4. gebrekkige ontwikkeling geestvermogens 5. (andere) aspecten of kenmerken van gedragsdeskundige aard 6. psychiatrisch GGZ verleden 7. medicatietrouw 8. culturele achtergrond 9. sociaal netwerk 10. relatieproblemen 11. werkervaringen en mogelijkheden
33A.118 U it welke onderdelen van de rapportage draagt minstens één van de gedragsdeskundigen expliciet bouwstenen aan voor de uitspraak omtrent dit gevaar? (m.a.m.)
33A.119 G eeft minstens één van de gedragsdeskundigen bouwstenen aan waarop hij zijn uitspraak omtrent dit gevaar baseert? (m.a.m)
nee (ga naar 33A.121) ja, nl n.v.t (geen gevaar ogv stoornis) anders, nl
1. 2. 3. 4.
33A.117 G eeft minstens één van de gedragsdeskundigen aan waaruit het gevaar inhoudelijk bestaat?
1. nee (ga naar 33A.128) 2. ja, opname in APZ, FPA of FPK 3. ja, dagklinische behandeling GGZ 4. ja, dagklinische behandeling TBS-kliniek 5. ja, poliklinische behandeling GGZ 6. ja, poliklinische behandeling TBS-kliniek 7. ja, ambulante behandeling GGZ 8. ja, opname in TBS-kliniek 9. ja, opname in verslavingskliniek 10. ja, reclasseringsbegeleiding in detentie 11. ja, reclasseringsbegeleiding na detentie 12. reclasseringsbegeleiding in het algemeen 13. ja, anders, nl ..... 1. uitspraak wordt niet onderbouwd 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek 12. psychologisch onderzoek 13. psychologisch testonderzoek 14. diagnostische overwegingen 15. forensisch psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) 16. uit de beschrijving van de causaliteit 17. anders, nl ..... 18. n.v.t (geen behandeladvies)
33A.121 Adviseert minstens één van de gedragsdeskundigen een behandeling? (m.a.m.)
33A.122 Uit welke onderdelen van de rapportage worden expliciet bouwstenen aangedragen voor dit advies? (m.a.m.)
33A.120 Advies, vindplaats(en), bouwste(n)en
12. stoornissen in agressieregulatie 13. middelengebruik 14. verslavingsproblematiek 15. de uitkomst van de risicotaxatielijsten 16. anders, namelijk 17. n.v.t (geen gevaar ogv stoornis)
Bijlage: Checklist
561
1. verdachte is niet gemotiveerd 2. verdachte is ten tijde van het onderzoek gemotiveerd voor behandeling maar er zijn twijfels bij de motivatie op langere termijn 3. verdachte is gemotiveerd 4. anders, nl 5. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij 6. n.v.t (geen behandeladvies)
33A.129 Wat stelt minstens één van de gedragsdeskundigen over de motivatie van verdachte voor een eventuele behandeling?
1. de praktische uitvoerbaarheid van andere opties is niet getoetst 2. de mogelijkheden van de uitvoerbaarheid worden nog onderzocht 3. de geadviseerde instantie(s) hebben zich bereid verklaard de voorgestelde behandeling uit te voeren 4. de uitvoerbaarheid wordt onderzocht door de reclassering 5. anders, nl ..... 6. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij 7. n.v.t (geen behandeladvies) 8. n.v.t (geen andere opties overwogen)
33A.125 W at stelt minstens één van de gedragsdeskundigen tav toetsing van de praktische uitvoerbaarheid van andere opties voor de voorgestelde behandeling?
1. het advies is niet (mede) gericht op het voorkomen van strafbare feiten 2. het advies is (mede) gericht op het voorkomen van strafbare feiten 3. anders, nl ..... 4. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij 5. n.v.t (geen behandeladvies) 1. onbehandelbaar 2. slecht/moeilijk behandelbaar 3. redelijk behandelbaar 4. goed behandelbaar 5. anders, nl ..... 6. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij 7. n.v.t (geen behandeladvies)
33A.127 Wat stelt minstens één van de gedragsdeskundigen over het behandeladvies en het voorkomen van recidive van strafbare feiten?
1. er zijn geen andere opties overwogen 2. er zijn andere opties overwogen, nl .. 3. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij (ga naar 33A.127) 4. n.v.t (geen behandeladvies)
33A.124 W at stelt minstens één van de gedragsdeskundigen tav overwegingen van andere opties voor de voorgestelde behandeling? 33A.128 Wat stelt minstens één van de gedragsdeskundigen over de behandelbaarheid van verdachte?
33A.126 Welke voor-, respectievelijk nadelen worden door minstens één van de gedragsdeskundigen bij de verschillende opties van het behandeladvies gegeven?
1. hij heeft de praktische uitvoerbaarheid niet getoetst 2. de uitvoerbaarheid wordt nog onderzocht door minstens één van de gedragsdeskundigen 3. de uitvoerbaarheid wordt nog onderzocht door de reclassering 4. de geadviseerde instantie heeft zich bereid verklaard de voorgestelde behandeling uit te voeren 5. anders, nl ..... 6. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij 7. n.v.t (geen behandeladvies)
33A.123 W at stelt minstens één van de gedragsdeskundigen tav de toetsing van de praktische uitvoerbaarheid van het behandeladvies? (m.a.m.)
562 Gedragsdeskundigen in strafzaken
1. 2. 3. 4.
nee (ga naar 33A.132) ja, opname in een inrichting ter verpleging ja, opname in verslavingskliniek ja, behandeling door een in de uitspraak aan te wijzen deskundige 5. ja, inname van door een behandelend arts voorgeschreven geneesmiddelen 6. ja, zullen gedogen dat voorgeschreven geneesmiddelen door behandelend arts worden toegediend 7. ja, reclasseringsbegeleiding 8. ja andere voorwaarden het gedrag van de veroordeelde betreffende, nl 9. anders, nl 10. n.v.t (geen behandeling geadviseerd)
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
bereidheid is optimaal bereidheid is tot op zekere hoogte aanwezig bereidheid is in bepaalde opzichten aanwezig bereidheid is op sommige momenten aanwezig bereidheid is niet of nauwelijks aanwezig anders, nl ..... de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij 8. n.v.t (geen advies behandeling als (bijzondere) voorwaarde)
1. vrijwillig kader 2. bijzondere voorwaarde bij (deels) voorwaardelijke straf 3. last tot plaatsing in psychiatrisch ziekenhuis (art. 37 W.v.Sr.) 4. TBS met verpleging 5. TBS met voorwaarde(n) 6. anders, nl ..... 7. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij 8. n.v.t (geen behandeladvies)
33A.130 A dviseert minstens één van de gedragsdeskundigen tot een behandeling onder voorwaarde(n)? (m.a.m.)
33A.131 W at stelt minstens één van de gedragsdeskundigen over de evt. bereidheid van verdachte de geadviseerde voorwaarde(n) na te leven?
33A.132 W elk juridisch kader stelt minstens één van de gedragsdeskundigen voor waarbinnen de geadviseerde behandeling geëffectueerd kan worden?
1. uitspraak wordt niet onderbouwd 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek 12. psychologisch onderzoek 13. psychologisch testonderzoek 14. diagnostische overwegingen 15. forensisch psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) 16. uit de beschrijving van de causaliteit tussen stoornis en tlg feit(en) 17. anders, nl 18. n.v.t (geen advies juridisch kader) 1. vrijwillig kader 2. bijzondere voorwaarde bij (deels) voorwaardelijke straf 3. last tot plaatsing in psychiatrisch ziekenhuis (art. 37 W.v.Sr.) 4. TBS met verpleging 5. TBS met voorwaarde(n) 6. de gedragsdeskundigen laten zich niet uit over andere opties tav het juridisch kader 7. anders, nl 8. geen 9. n.v.t (geen behandeladvies) 10. n.v.t (geen juridisch kader aangegeven)
33A.133 Uit welke onderdelen van de rapportage worden expliciet bouwstenen aangedragen voor het juridisch kader van dit advies? (m.a.m.)
33A.134 Welke andere optie(s) noemt minstens één van de gedragsdeskundigen voor het juridisch kader van het advies? (m.a.m.)
Bijlage: Checklist
563
1. nee, er wordt alleen een maatregel geadviseerd 2. geheel voorw. gs 3. deels voorw. gs, deels onvoorw. gs 4. onvoorw. gs 5. taakstraf 6. leerstraf 7. elektronisch toezicht 8. men gaat aan dit onderwerp voorbij 9. anders, nl 10. n.v.t (last tot plaatsing, ontoervatb.)
1. nee 2. ja, gevangenisstraf 3. ja, taakstraf 4. ja, elektronisch toezicht 5. anders, nl 6. n.v.t
33A.138 A dviseert minstens één van de gedragsdeskundigen van een bepaalde straf af te zien? (m.a.m.)
1. andere optie(s) worden juridisch niet haalbaar geacht 2. sommige optie(s) worden wel, andere worden niet haalbaar geacht 3. andere optie(s) worden juridisch haalbaar geacht 4. men laat zich niet uit over juridische haalbaarheid van andere optie(s) 5. anders, nl 6. n.v.t (geen juridisch kader aangegeven) 7. n.v.t (geen andere opties aangegeven)
33A.137 A dviseert minstens één van de gedragsdeskundigen een bepaalde straf op te leggen? (m.a.m.)
33A.136 W elke voor-, respectievelijk nadelen worden door minstens één van de gedragsdeskundigen bij de verschillende opties van het juridisch kader gegeven?
33A.135 W at stelt minstens één van de gedragsdeskundigen tav de haalbaarheid van andere opties voor het juridisch kader? 1. uitspraak wordt niet onderbouwd 2. gesprek over tlg feit(en) 3. processtukken 4. biografie (algemene levensloop) 5. evt. justitiële voorgeschiedenis 6. evt. somatische voorgeschiedenis 7. evt. psychiatrische voorgeschiedenis 8. evt. psychologische voorgeschiedenis 9. evt. middelengebruik (alcohol, drugs, medicijnen) 10. hetero-anamnese 11. psychiatrisch onderzoek 12. psychologisch onderzoek 13. psychologisch testonderzoek 14. diagnostische overwegingen 15. forensisch psychiatrische en/of psychologische beschouwing(en) uit de beschrijving van de causaliteit tussen stoornis en tlg feit(en) 16. anders, nl 17. n.v.t (geen strafadvies) 1. nee 2. ja, detentiegeschiktheid 3. ja, detentieongeschiktheid 4. anders, nl ..... 5. n.v.t (geen strafadvies) 1. het advies is niet (mede) gericht op het voorkomen van strafbare feiten 2. het advies is (mede) gericht op het voorkomen van strafbare feiten 3. anders, nl ..... 4. men gaat aan dat onderwerp voorbij 5. n.v.t (geen strafadvies)
33A.139 Uit welke onderdelen van de rapportage draagt minstens één van de gedragsdeskundigen expliciet bouwstenen aan voor het strafadvies? (m.a.m.)
33A.140 Draagt minstens één van de gedragsdeskundigen bouwstenen aan voor het strafadvies? 33A.141 Wat stelt minstens één van de gedragsdeskundigen over het strafadvies en het voorkomen van recidive van strafbare feiten?
564 Gedragsdeskundigen in strafzaken
1. nee 2. ja, nl .....
1. er is geen overleg geweest (ga naar 33A.153) 2. er heeft overleg plaatsgevonden 3. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij 4. n.v.t (geen reclassering ingeschakeld) (ga naar 33A.162)
1. behandeladvies 2. juridisch kader behandeladvies 3. instelling die behandeling moet uitvoeren 4. uitvoerbaarheid behandeladvies 5. uitvoerbaarheid juridisch kader behandeladvies 6. strafadvies 7. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij 8. anders, nl ..... 9. n.v.t (geen overleg reclassering)
1. nee (ga naar 33A.155) 2. ja 3. n.v.t (geen verslag reclassering)
33A.151 W at stelt minstens één van de gedragsdeskundigen over overleg met de reclassering?
33A.152 O ver welke onderwerpen heeft minstens één van de gedragsdeskundigen overlegd met de reclassering? (m.a.m.)
33A.153 V erwijst minstens één van de gedragsdeskundigen expliciet naar het verslag van de reclassering?
33A.150 Rol van andere procesdeelnemers bij rapportage
33A.142 G eeft het rapport informatie over andere aspecten?
eens O
33A.160 strafadvies
eens O
33A.158 setting waarin behandeling dient plaats te vinden
eens O
eens O
33A.157 uitvoerbaarheid behandel advies
33A.159 uitvoerbaarheid juridisch kader behandeladvies
eens O
eens O
33A.156 juridisch kader behandel advies
33A.155 behandeladvies
oneens O
oneens O
oneens O
oneens O
oneens O
oneens O
blijkt niet O
blijkt niet O
blijkt niet O
blijkt niet O
blijkt niet O
blijkt niet O
n.v.t O
n.v.t O
n.v.t O
n.v.t O
n.v.t O
n.v.t O
33A.154 Naar welke 1. reclasseringsverslag in het algemeen onderdelen van 2. milieuonderzoek het reclasserings- 3. hetero-anamnese verslag verwijst 4. anders, nl ..... minstens één 5. n.v.t (geen verwijzing reclasseringsverslag) van de gedragsdeskundigen expliciet? (m.a.m.) Wat stelt minstens één van de gedragsdeskundigen over de uitkomst van het overleg met de reclassering over de volgende aspecten?
Bijlage: Checklist
565
1. diagnostiek 2. causaal verband tussen stoornis en delict 3. mate van toerekeningsvatbaarheid 4. behandeladvies 5. juridisch kader behandeladvies 6. instelling die behandeling moet uitvoeren 7. uitvoerbaarheid behandeladvies 8. uitvoerbaarheid juridisch kader behandeladvies 9. strafadvies 10. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij 11. anders, nl ... 12. n.v.t (geen overleg psycholoog)
1. nee (ga naar 33A.166) 2. ja 3. n.v.t
33A.163 O ver welke onderwerpen heeft minstens één van de gedragsdeskundigen met de psycholoog (mederapporteur) overlegd? (m.a.m)
33A.164 V erwijst minstens één van de gedragsdeskundigen expliciet naar het rapport van de psycholoog (mederapporteur)?
n.v.t O
1. er is geen overleg geweest (ga naar 33A.164) 2. er heeft overleg plaatsgevonden 3. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij 4. n.v.t (monodisciplinair onderzoek) (ga naar 33A.164)
blijkt niet O
33A.162 W at stelt minstens één van de gedragsdeskundigen over overleg met de psycholoog (mederapporteur)?
oneens O
eens O
33A.161 andere aspecten, namelijk
1. psychologisch rapport in het algemeen 2. gesprek over tlg feit(en) 3. biografie 4. psychologisch testonderzoek 5. psychologisch onderzoek i.e.z. 6. psychologische beschouwing(en) 7. beschrijving causaal verband tussen stoornis en delict 8. conclusie over mate van toerekeningsvatbaarheid 9. conclusie over behandeladvies 10. conclusie over juridisch kader behandeladvies 11. uitvoerbaarheid behandeladvies 12. anders, nl ..... 13. n.v.t (geen verwijzing verslag )
eens O eens O eens O eens O eens O eens O eens O
33A.166 diagnostiek 33A.167 causaal verband tussen stoornis en delict 33A.168 toerekeningsvatbaarheid 33A.169 behandeladvies 33A.170 juridisch kader behandeladvies 33A.171 uitvoerbaarheid behandeladvies 33A.172 setting waarin behandeling dient plaats te vinden
oneens O
oneens O
oneens O
oneens O
oneens O
oneens O
oneens O
blijkt niet O
blijkt niet O
blijkt niet O
blijkt niet O
blijkt niet O
blijkt niet O
blijkt niet O
n.v.t O
n.v.t O
n.v.t O
n.v.t O
n.v.t O
n.v.t O
n.v.t O
Wat stelt minstens één van de gedragsdeskundigen over de uitkomst van het overleg met de psycholoog (mederapporteur) over de volgende aspecten?
33A.165 Naar welke onderdelen van het rapport van de psycholoog (mederapporteur) verwijst minstens één van de gedragsdeskundigen expliciet? (m.a.m.)
566 Gedragsdeskundigen in strafzaken
1. er is geen overleg geweest met anderen (ga naar 41.01) 2. er heeft overleg plaatsgevonden, nl met ..... 3. psychiater gaat aan dat onderwerp voorbij (ga naar 41.01)
1. diagnostiek 2. causaal verband tussen stoornis en delict 3. mate van toerekeningsvatbaarheid 4. behandeladvies 5. juridisch kader behandeladvies 6. instelling die behandeling moet uitvoeren 7. uitvoerbaarheid behandeladvies 8. uitvoerbaarheid juridisch kader behandeladvies 9. strafadvies 10. de gedragsdeskundigen gaan aan dat onderwerp voorbij 11. anders, nl ..... 12. n.v.t (geen overleg met anderen)
33A.176 W at stelt minstens één van de gedragsdeskundigen over overleg met anderen dan reclassering en psycholoog (mederapporteur)?
33A.177 O ver welke onderwerpen heeft de psychiater met anderen dan reclassering en psycholoog overlegd? (m.a.m)
oneens O
blijkt niet O
n.v.t O
n.v.t O
eens O
blijkt niet O
33A.175 andere aspecten, nl
oneens O
n.v.t O
eens O
blijkt niet O
33A.174 strafadvies
oneens O
eens O
33A.173 uitvoerbaarheid juridisch kader behandeladvies 1. volledige vrijspraak 2. ontslag van rvv, wegens niet strafbaarheid feit 3. ontslag van rvv vanwege ontoerekeningsvatbaarheid 4. ontslag van rvv vanwege andere schulduitsluitingsgrond nl. .... 5. veroordeling 6. anders, nl. 1. toerekeningsvatbaar 2. enigszins verminderd toerekeningsvatbaar 3. verminderd toerekeningsvatbaar 4. sterk verminderd toerekeningsvatbaar 5. ontoerekeningsvatbaar 6. blijkt niet uit vonnis 7. anders, nl. 1. nee 2. ja, geheel onvoorw. gevangenisstraf 3. ja, geheel voorw. gevangenisstraf 4. ja, gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf 5. ja, taakstraf 6. ja, leerstraf 7. anders, nl. 1. nee 2. ja, last tot plaatsing in psych. zh 3. ja, TBS met voorwaarden 4. ja, TBS met verpleging 5. ja, reclasseringsbegeleiding als bijz. voorwaarde bij voorw. straf. 6. ja, training als alternatieve sanctie 7. anders, nl ..
41.01 Tot welke beslissing komt de rechtbank? (m.a.m)
41.02 Tot welke beslissing komt de rechtbank mbt de toerekeningsvatbaarheid? (m.a.m)
41.03 Behelst het vonnis oplegging van een straf? (m.a.m)
41.04 Behelst het vonnis oplegging van een strafrechtelijke maatregel tot behandeling, of reclasseringsbegeleiding als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf, of een training in het kader van een alternatieve sanctie?
41.0 De neerslag van de rapportage(s) in het vonnis
Bijlage: Checklist
567
1. nee 2. ja, dagklinische behandeling GGZ 3. ja, dagklinische behandeling TBS-kliniek 4. ja, poliklinische behandeling GGZ 5. ja, poliklinische behandeling TBS-kliniek 6. ja, ambulante behandeling GGZ 7. ja, opname in TBS-kliniek 8. ja, opname in verslavingskliniek 9. ja, opname in een inrichting ter verpleging 10. ja, behandeling door een in de uitspraak aangewezen deskundige 11. ja, inname van door een behandelend arts voorgeschreven geneesmiddelen 12. ja, zullen gedogen dat voorgeschreven geneesmiddelen door behandelend arts worden toegediend 13. training 14. behandeling RIAGG 15. ja, anders, nl 16. n.v.t (geen behandeling opgelegd) 17. n.v.t. (last tot plaatsing in pz) 18. n.v.t. (TBS met verpleging)
1. nee 2. ja 3. n.v.t
1. ambulante behandeling 2. klinische behandeling 3. anders, nl. 4. n.v.t.
1. nee 2. ja, nl ....
41.05 B ehelst het vonnis een nadere inhoud van die opgelegde behandeling?
41.06 Wordt de beslissing over een eventuele behandeling overgelaten aan de reclassering?
41.07 W at is blijkens het vonnis de inhoud van die eventuele behandeling?
41.08 W orden in het vonnis aanbevelingen gedaan voor behandeling of begeleiding?
568 Gedragsdeskundigen in strafzaken
O
gezamenlijke GD CE O
O
O
O
O
O
niet genoemd
O
O
O
O
O
O
O
O O
O
O
O
O
O
andere sug12
O
O
O
O
O
O
andere 35013
O
O
O
O
O
O
strafsoort en strafmaat14
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
behandeling
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
recl. begeleiding
letterlijk geciteerd en/of geparafraseerd
9 CE betekent contra-expertise 10 GD betekent gedragsdeskundigen 11 (on-)toer.v.b.h.:ontoerekeningsvatbaarheid 12 andere sug: andere schulduitsluitingsgrond 13 andere 350: andere artikel 350 Sv. kwesties (kwesties van bewezenverklaring versus vrijspraak, rechtvaardigingsgronden, niet strafbaarheid feit) 14 exclusief voorwaardelijke respectievelijk onvoorwaardelijk 15 besl.: beslissing dat een bepaalde behandeling zal worden opgelegd.
O
gezamenlijke GD CE
O
O
O
psycholoog CE
gezamenlijke GD
O
O
O
O
psychiater CE
psycholoog
O
O
(on-) toer. vbh.11
psychiater
n.v.t.
Welke rapportages worden inhoudelijk gebruikt voor onderbouwing van welke beslissing? (m.a.m.) jur. kader besl.15
slechts verwijzing of vermelding
(n.v.t.= er is geen onderzoek verricht door psychiater, psycholoog respectievelijk gezamenlijke GD)
O
O
psycholoog
gezamenlijke GD10
O
psychiater CE9
psycholoog CE
O
O
psychiater
niet van toepassing
41.09 I n hoeverre komt de gedragsdeskundige rapportage (in zijn totaliteit dan wel één of meer onderdelen) expliciet aan de orde in het vonnis?
Bijlage: Checklist
569
1. beslissing inzake overmacht 2. beslissing inzake noodweer 3. beslissing inzake noodweerexces 4. anders, nl. 5. n.v.t.
O
O
O
O
O
psychiater CE
psycholoog
psycholoog CE
gezamenlijke GD
gezamenlijke GD CE
O
O
O
O
O
O
diagnostiek16
O
O
O
O
O
O
causaliteit
O
O
O
O
O
O
mate toer. v.b.h17
O
O
O
O
O
O
jur.k. beh. adv.19
O
O
O
O
O
O
inh. beh. adv.20
O
O
O
O
O
O
recl. begel.21
2. n.v.t. (geen causaliteit genoemd in vonnis)
1.
O
O
O
O
O
O
recidive delicten18
O
O
O
O
O
O
strafadv.22
O
O
O
O
O
O
anders nl.
16 Wil sprake zijn van diagnostiek dan moet de diagnose met name genoemd worden. Het feit dat gesproken wordt van gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis is onvoldoende om van diagnostiek te spreken. 17 mate van toerekeningsvatbaarheid 18 recidivegevaar t.a.v. delicten 19 juridisch kader behandeladvies 20 inhoudelijk behandeladvies 21 reclasseringsbegeleiding 22 strafadvies (alleen strafsoort en eventueel strafmaat, exclusief voorwaardelijk/onvoorwaardelijk)
41.13 O p welke wijze komt de causaliteit aan de orde in het vonnis?
O
psychiater
n.v.t.
41.12 W elke onderdelen van rapportage(s) komen aan de orde in het vonnis, al dan niet ter onderbouwing van de rechterlijke beslissing? (m.a.m.)
41.11 V oor zover in 41.10 is aangegeven dat beslissingen m.b.t. strafbaarheid van verdachte (anders dan vanwege ontoerekeningsvatbaarheid) zijn onderbouwd, welke beslissing betreft dit dan?
570 Gedragsdeskundigen in strafzaken
1. in het geheel niet 2. in zoverre dat het genoemd wordt in het vonnis 3. In zoverre dat er inhoudelijk gebruik van gemaakt wordt in het vonnis 4. niet van toepassing (geen briefrapport NIFP)
8. n.v.t. (geen verwijzing naar rapportage)
1. in het geheel niet 2. de rechtbank neemt één of meer conclusies van de deskundige(n) over en maakt die tot de hare23 3. de rechtbank neemt één of meer conclusie(s) van de ene deskundige over en maakt die tot de hare en die van de andere niet 4. de rechtbank lijkt het eens met één of meer conclusies van de deskundige(n), maar verklaart dat niet expliciet 5. de rechtbank lijkt het eens met de conclusie(s) van de ene deskundige en met die van de andere niet maar verklaart dat niet expliciet 6. de rechtbank is het met geen van de conclusies van de deskundige(n) eens 7. anders, nl.
23 Onder deze formulering vallen ook andere formuleringen die een gelijke strekking hebben, zoals de rechtbank deelt de conclusies van de deskundige(n) of de rechtbank neemt de conclusies van de deskundige(n) over etc.
Ad 41.02 Tot welke beslissing komt de rechtbank mbt de toerekeningsvatbaarheid. De rechtbank doet altijd een uitspraak over de strafbaarheid van de verdachte. Veelal wordt hiervoor de standaardmotivering gebruikt “Er zijn geen feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is strafbaar”. Hieruit kan men afleiden dat de rechtbank beslist dat de verdachte toerekeningsvatbaar is. In het gedeelte van het vonnis waarin de motivering van de straf-(fen) of maatregel plaatsvindt, is vaak een nuancering van de toerekeningsvatbaarheid te vinden die gebaseerd is op het rapport van de gedragsdeskundige(n). Indien dit het geval is, wordt 41.02 beantwoord op grond van de informatie die in dit onderdeel van het vonnis te vinden is.
41.16 I n hoeverre maakt de rechtbank blijkens het vonnis gebruik van het briefrapport van het NIFP?
41.15 I n hoeverre is er (verder) sprake van overeenstemming respectievelijk afwijking tussen het oordeel van de gedragsdeskundige(n) en het vonnis?
41.14 I n hoeverre en met welke woorden neemt de rechtbank expliciet conclusies en of adviezen van de gedragsdeskundigen over?
Bijlage: Checklist
571