CONCEPT VERORDENING Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Kerkrade 2012
Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 1
Bijlage bij ontwerpbesluit nr. 12Rb044 voor de raadsvergadering d.d. 26 september 2012.
Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 2
Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 3
HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder:
a.
Wet Wet maatschappelijke ondersteuning.
b.
College College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade.
c.
Beperkingen Beperkingen: belemmeringen die een persoon ondervindt met het uitvoeren van activiteiten.
d.
Aanvraag Aanvraag: het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening.
e.
Belanghebbende Belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie om zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren te bevorderen en die voor zichzelf een aanmelding of een aanvraag doet of dit met behulp van een machtiging door een ander laat doen.
f.
Psychosociaal probleem Psychosociaal probleem: een situatie van verlies van zelfstandigheid en een belemmering tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen.
g.
Algemene voorziening Algemene voorziening: een voorziening die die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en door iedereen die daar behoefte aan heeft op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.
h.
Algemeen gebruikelijke voorziening Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening waarvan, gelet op de omstandigheden, aannemelijk is dat belanghebbende daarover, ook als hij of zij geen beperkingen had, zou (hebben kunnen) beschikken
i.
Individuele voorziening Individuele voorziening: een voorziening die individueel wordt aangeboden indien een algemene voorziening geen adequate oplossing biedt.
j.
Gebruikelijke zorg Gebruikelijke zorg: de zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor huisgenoten als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd.
k.
Voorziening in natura Voorziening in natura: een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of in huur of als persoonlijke dienstverlening.
l.
Persoonsgebonden budget (pgb) Persoonsgebonden budget: een geldbedrag, zoals bedoeld in artikel 6 en 6a van de wet, waarmee de belanghebbende een of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven
Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 4
en waarop de in deze verordening, het Besluit en het Besluit maatschappelijke ondersteuning te stellen regels van toepassing zijn.
m.
Financiële tegemoetkoming Financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening welke kan worden afgestemd op het inkomen van de belanghebbende, en waarop de in deze verordening, het Besluit en het Besluit maatschappelijke ondersteuning te stellen regels van toepassing zijn.
n.
Hoofdverblijf Hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de belanghebbende zijn vaste woon en verblijfplaats heeft of zal hebben en op welk adres hij in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat of zal staan. Indien de gehandicapte met een briefadres in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat of zal staan, gaat het om het feitelijk woonadres.
o.
Zelfredzaamheid Zelfredzaamheid: het lichamelijk, verstandelijk, geestelijk en financiële vermogen om zelf voorzieningen te treffen die deelname aan het normale maatschappelijke verkeer mogelijk maken.
p.
Maatschappelijke participatie Maatschappelijke participatie: normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning; het zich in en om de woning verplaatsen; het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen; het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven.
q. Eigen bijdrage Eigen bijdrage: een door het CAK vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget voor rekening van de belanghebbende komt. r. Eigen aandeel Eigen aandeel: een door het college vast te stellen eigen aandeel, dat bij de verstrekking van een financiële tegemoetkoming (zie m.) voor rekening van de belanghebbende komt.
s.
Huisgenoot Huisgenoot: iedere persoon met wie de belanghebbende duurzaam gemeenschappelijk een woning bewoont;
t.
Budgethouder: Budgethouder: een persoon aan wie ingevolge deze verordening een persoonsgebonden budget is toegekend en die aan het college verantwoording over de besteding van het persoonsgebonden budget verschuldigd is;
u.
Besluit Het door het college vastgestelde Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Kerkrade.
v.
Besluit maatschappelijke ondersteuning Het landelijke Besluit maatschappelijke ondersteuning (oorspronkelijke publicatie Staatsblad 2006, 450).
Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 5
HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE De te bereiken resultaten De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn: a. een schoon en leefbaar huis; b. wonen in een geschikt huis; c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding; e. het (thuis) kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren; f. zich verplaatsen in en om de woning; g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel; h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.
Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 6
HOOFDSTUK 3. HOE TE KOMEN TOT DE TE BEREIKEN RESULTATEN De aanvraag De aanvraag van een individuele voorziening moet in beginsel schriftelijk of elektronisch plaatsvinden. Voor de aanvraag van een voorziening stelt het college een formulier ter beschikking. Scheiding aanmelding en aanvraag 1. In de volgende gevallen is het in ieder geval van belang dat belanghebbende zich aanmeldt voor een gesprek, voordat hij een (officiële) aanvraag voor een individuele voorziening indient: a. de aanvraag is afkomstig van een belanghebbende die nog niet eerder een aanvraag in het kader van de wet heeft gedaan; b. de aanvraag is afkomstig van een belanghebbende die al eerder een gesprek heeft gevoerd maar waarbij sprake is van gewijzigde omstandigheden of gewijzigde te bereiken resultaten; c. de belanghebbende of het college verzoekt daarom. 2.
Indien belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen vervalt het gestelde in het eerste lid.
Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 7
HOOFDSTUK 4. BEOORDELING VAN DE TE BEREIKEN RESULTATEN
Paragraaf 1. Algemene regels Het maken van een afweging
1. Bij het beoordelen welke voorzieningen nodig en mogelijk zijn, gaat het college uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Met zo veel als nodig maatwerk wordt een optimaal resultaat behaald.
2. Het college betrekt bij zijn beoordeling omtrent de noodzaak een voorziening te verstrekken in ieder geval:
a. de vastgestelde beperkingen die belanghebbende ondervindt op één of meerdere resultaatsgebieden als genoemd in hoofdstuk 2; b. de eigen mogelijkheden om de beperkingen te compenseren; c. de beschikbaarheid van mantelzorg en overige hulp; d. de woon en gezinssituatie van belanghebbende en de verdere sociale structuur om de belanghebbende heen; e. de keuzes die belanghebbende maakt in het leven, waarbij verwacht mag worden dat hij keuzes maakt die maatschappelijk gezien passend en verantwoord zijn gelet op zijn individuele situatie.
3. Alle algemene en algemeen gebruikelijke voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn, worden eerst beoordeeld.
Paragraaf 2. De te bereiken resultaten – een schoon en leefbaar huis Een schoon en leefbaar huis 1. Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een huis dat schoon en leefbaar is. Dit geldt vooral voor de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten. 2. Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening getroffen worden voor het lichte en/of het zware huishoudelijke werk. Bij die individuele voorziening wordt onderscheid gemaakt tussen: a. HH1 (Eenvoudig schoonmaakwerk) b. HH2 (HH1 + Regie van het huishouden) 3. De individuele voorziening als bedoeld in lid 2 wordt niet verstrekt indien en voor zover de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die het huishoudelijke werk kunnen verrichten. Vorm De individuele voorziening als bedoeld in artikel 6 lid 2 wordt verstrekt a. in natura, of b. in de vorm van een persoonsgebonden budget. Omvang van de voorziening De omvang van de voorziening als bedoeld in artikel 6 wordt uitgedrukt in minuten .
Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 8
Omvang van het persoonsgebonden budget. De bedragen die per tijdseenheid , zoals genoemd in artikel 8, in de vorm van een persoonsgebonden budget worden verstrekt, worden door het college vastgesteld en opgenomen in het (gemeentelijk) Besluit en kunnen jaarlijks worden bijgesteld.
Paragraaf 3. De te bereiken resultaten Wonen in een geschikt huis Normaal gebruik kunnen maken van de woning 1. Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, berging, tuin of balkon.
2. Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen voor de door het college in het (gemeentelijk) Besluit nader te bepalen kosten ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid, veiligheid en bruikbaarheid van de woning. Indien de aanpassing van de huidige woning een door het college in het (gemeentelijk) Besluit vastgesteld bedrag te boven gaat, wordt het primaat van verhuizen toegepast. Dit houdt in dat: als de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een goedkoper geschikt te maken woning en die verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat, worden ten aanzien van de huidige woning geen individuele voorzieningen verstrekt, anders dan een eventuele verhuiskostenvergoeding en de aanpassingen aan de nieuwe woning. Vorm De individuele voorziening als bedoeld in artikel 10 lid 2 wordt verstrekt in: a. natura, of b. in de vorm van een persoonsgebonden budget, of c. in de vorm van financiële tegemoetkoming (bijvoorbeeld verhuiskostenvergoeding). Bezoekbaar maken 1. In afwijking van de in artikel 10 lid 1 gestelde voorwaarde dat de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de woning, kan een voorziening getroffen worden voor het bezoekbaar maken van één woonruimte indien de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft in een op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen erkende instelling. 2. De aanvraag voor het bezoekbaar maken wordt ingediend in de gemeente waar de aan te passen woning staat.
3. De woonvoorziening betreft slechts het bezoekbaar maken van de in lid 1 bedoelde woonruimte, met een door het college in het (gemeentelijk) Besluit vast te leggen maximumbedrag. 4. Onder bezoekbaar maken wordt uitsluitend verstaan het middels een voorziening bewerkstelligen dat de belanghebbende de woonruimte, de woonkamer en een toilet kan bereiken. Weigeringgronden 1. Het college weigert de voorziening als bedoeld in deze paragraaf indien: a. de noodzaak tot het treffen van de voorziening het gevolg is van een verhuizing waartoe, op grond van belemmeringen bij het normale gebruik van de woning, geen aanleiding bestond en er geen andere belangrijke reden aanwezig was; Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 9
b. de voorziening samenhangt met / betrekking heeft op een verhuizing naar de niet voor de beperkingen van belanghebbende op dat moment beschikbare meest geschikte woning, tenzij daarvoor tevoren schriftelijk toestemming is verleend door het college; c. de voorziening samenhangt met / betrekking heeft op een verhuizing vanuit of naar een woonruimte die niet geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden; d. de voorziening samenhangt met/betrekking heeft op een verhuizing naar een AWBZinstelling of een andere instelling gericht op het verstrekken van zorg; e. de ondervonden problemen bij het normale gebruik van de woning voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen. 2. Het college weigert een verhuiskostenvergoeding indien de belanghebbende voor het eerst zelfstandig gaat wonen. Uitsluitingen De bepalingen van deze paragraaf zijn niet van toepassing op: a. het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen en bij kamerverhuur; b. het treffen van voorzieningen in woongebouwen, die specifiek gericht zijn op mensen met een beperking en ouderen, voor zo ver het betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden.
Paragraaf 4. De te bereiken resultaten – beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften
1.
Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid etenswaren en drank, toiletartikelen en schoonmaakartikelen en zo nodig de bereiding van maaltijden.
2.
Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen en toiletartikelen, alsmede het bereiden en aanreiken van maaltijden.
3.
Het college weigert de individuele voorzieningen als bedoeld in lid 2 voor zover: a. de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die de boodschappen kunnen doen en/of de maaltijden kunnen bereiden, of b. de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening, als bedoeld in lid 2, die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat.
Vorm De individuele voorziening als bedoeld in artikel 15 lid 2 wordt verstrekt in: a. natura, of b. de vorm van een persoonsgebonden budget.
Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 10
Paragraaf 5. De te bereiken resultaten – beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding, bed en linnengoed
1.
Beschikken over kleding, bed en linnengoed Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het aanwezig zijn van schone, draagbare en doelmatige kleding en van schoon bed en linnengoed.
2.
Met het oog op het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding en schoon bed en linnengoed kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en strijken en opruimen van de dagelijkse was.
3.
De belanghebbende komt niet in aanmerking voor een individuele voorziening als bedoeld in lid 2 voor zover de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die de kleding of het bed en linnengoed kan wassen, drogen, strijken of opruimen.
Vorm De individuele voorziening als bedoeld in artikel 17 lid 2 wordt verstrekt in: a. natura, of b. de vorm van een persoonsgebonden budget.
Paragraaf 6. De te bereiken resultaten – Het (thuis) kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren
1.
Het (thuis) kunnen zorgen voor kinderen van het gezin Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de dagelijkse, noodzakelijke zorg voor in het huishouden aanwezige kinderen.
2.
Met het oog op het (thuis) kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het –tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen – vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.
3.
Het college weigert een individuele voorziening als bedoeld in lid 2 voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare voor tussen en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van de belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken resultaat.
Vorm De individuele voorziening als bedoeld in artikel 19 lid 2 wordt verstrekt in: a. natura, of b. de vorm van een persoonsgebonden budget.
Paragraaf 7. De te bereiken resultaten – zich verplaatsen in en om de woning
1.
Zich verplaatsen in en om de woning Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn om de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, de keuken en de sanitaire ruimten, de berging, de tuin of het balkon te kunnen bereiken en er zich zodanig te kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.
Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 11
2.
Met het oog op het zich verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen.
Vorm De individuele voorziening als bedoeld in artikel 21 lid 2 wordt verstrekt in: a. natura, of b. in de vorm van een persoonsgebonden budget, of c. de vorm van een financiële tegemoetkoming.
1. a. b. c. d. e.
Weigeringgronden. Het college weigert de voorziening als bedoeld in deze paragraaf indien: de noodzaak tot het treffen van de voorziening het gevolg is van een verhuizing waartoe, op grond van belemmeringen bij het normale gebruik van de woning, geen aanleiding bestond en er geen andere belangrijke reden aanwezig was; de voorziening samenhangt met / betrekking heeft op een verhuizing naar de niet voor de beperkingen van belanghebbende op dat moment beschikbare meest geschikte woning, tenzij daarvoor tevoren schriftelijk toestemming is verleend door het college; de voorziening samenhangt met / betrekking heeft op een verhuizing vanuit of naar een woonruimte die niet geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden; de voorziening samenhangt met/betrekking heeft op een verhuizing naar een AWBZinstelling of een andere instelling gericht op het verstrekken van zorg; de ondervonden problemen bij het normale gebruik van de woning voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen.
2. Het college weigert een verhuiskostenvergoeding indien de belanghebbende voor het eerst zelfstandig gaat wonen. Uitsluitingen De bepalingen van deze paragraaf zijn niet van toepassing op: a. het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen en bij kamerverhuur; b. het treffen van voorzieningen in woongebouwen, die specifiek gericht zijn op mensen met een beperking en ouderen., voor zo ver het betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden..
Paragraaf 8. De te bereiken resultaten – zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel 1.
Zich verplaatsen per vervoermiddel Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van gewenste activiteiten, alles binnen de directe woon en leefomgeving.
2.
Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon en leefomgeving.
3.
Bij de te verstrekken voorziening als bedoeld in lid 2 wordt ten aanzien van de vervoersbehoefte ten behoeve van maatschappelijke deelname uitsluitend rekening gehouden met de verplaatsingen in de directe woon en leefomgeving in het kader van het leven van alledag.
Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 12
4.
De te verstrekken voorziening als bedoeld in lid 2 zal maatschappelijke deelname door middel van lokale verplaatsingen met tenminste een omvang per jaar van 1500 kilometer tot maximaal 2000 kilometer mogelijk maken.
Het recht op een voorziening voor het zich lokaal verplaatsen Een belanghebbende kan voor de in artikel 25 lid 2 vermelde voorzieningen in aanmerking komen indien aantoonbare beperkingen het gebruiken of bereiken van het openbaar vervoer onmogelijk maken. Het primaat van het collectief vervoer Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van collectief vraagafhankelijk vervoer van deur tot deur en dit leidt tot het te bereiken resultaat, wordt belanghebbende voor dit collectief vraagafhankelijk vervoer in aanmerking gebracht en niet voor andere individuele voorzieningen. Vorm
1. De individuele voorziening als bedoeld in artikel 25 lid 2 wordt verstrekt in: a. natura, of b. in de vorm van een persoonsgebonden budget, of c. in de vorm van een financiële tegemoetkoming (indien het vergoeding van vervoerskosten betreft). 2. In afwijking van lid 1 wordt het collectief vervoer alleen in natura verstrekt.
Paragraaf 9. De te bereiken resultaten – Contacten met medemensen en deelname aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten.
2. Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen en het deelnemen aan gewenste activiteiten. 3. Het college weigert de individuele voorziening als bedoeld in lid 2 voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een of meer aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties die in de individuele situatie van belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken resultaat.
4. Indien de individuele voorziening als bedoeld in lid 2 louter is bedoeld om te sporten, dan wordt een financiële tegemoetkoming verstrekt tot een door het college in het (gemeentelijk) Besluit vast te leggen maximumbedrag. Vorm
1. De individuele voorziening als bedoeld in artikel 29 lid 2 wordt verstrekt in: a. natura, of b. in de vorm van een persoonsgebonden budget, of c. in de vorm van een financiële tegemoetkoming (indien het vergoeding van vervoerskosten betreft). Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 13
2. In afwijking van lid 1 wordt het collectief vervoer alleen in natura verstrekt.
Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 14
HOOFDSTUK 5. VERSTREKKINGSVORMEN, EIGEN BIJDRAGE EN EIGEN AANDEEL Paragraaf 1. Verstrekking van voorzieningen Overwegende bezwaren Het college legt in het (gemeentelijk) Besluit vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt. Paragraaf 2. Verstrekking als persoonsgebonden budget (pgb) Bepalingen Op het persoonsgebonden budget, zoals genoemd in artikelen 6 lid 1 en 6a van de wet, zijn de volgende bepalingen van toepassing: 1. a. een persoonsgebonden budget wordt alleen verstrekt ten aanzien van individuele voorzieningen; b. de bedragen voor een persoonsgebonden budget voor een materiële voorziening worden bepaald als tegenwaarde van de voorziening die de aanvrager op dat moment ontvangen zou hebben als de voorziening in natura zou zijn verstrekt. c. de wijze waarop het persoonsgebonden budget wordt vastgesteld wordt door het college vastgelegd in het (gemeentelijk) Besluit;
2.
Het college kan controleren of het verstrekte persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is, volgens de voorschriften zoals door het college in het (gemeentelijk) Besluit opgenomen.
3.
Indien een belanghebbende met een persoonsgebonden budget een voorziening in eigendom heeft verworven, en hij de voorziening binnen de afschrijvingstermijn van de voorziening, zoals door het college vastgesteld in het (gemeentelijk) Besluit, niet meer gebruikt, omdat deze niet verwijtbaar meer adequaat is, kan de waarde van de desbetreffende voorziening worden verrekend met een eventueel nieuw toe te kennen persoonsgebonden budget. De waarde van de voorziening is gebaseerd op de door het college in het (gemeentelijk) Besluit vastgestelde afschrijvingssystematiek.
4.
Verrekening zoals bedoeld in lid 3 vindt niet plaats, indien de belanghebbende de desbetreffende voorziening binnen een redelijke termijn aan de gemeente schenkt.
Paragraaf 3. Eigen bijdrage en eigen aandeel
1.
Eigen bijdrage en eigen aandeel Bij het verstrekken van individuele voorzieningen in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget is de belanghebbende een eigen bijdrage verschuldigd en bij het verstrekken van individuele voorzieningen in de vorm van financiële tegemoetkoming is de belanghebbende een eigen aandeel verschuldigd. Het college legt in het (gemeentelijk) Besluit de de criteria voor berekening van deze eigen bijdrage en eigen aandeel vast.
Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 15
HOOFDSTUK 6. PROCEDURELE BEPALINGEN ROND ONDERZOEK, ADVIES EN BESLUITVORMING, INTREKKING EN TERUGVORDERING
1.
Voorwaarden en weigeringgronden Een voorziening kan worden toegekend indien: a. deze langdurig noodzakelijk is om de beperkingen op het gebied van het voeren van het huishouden, het verplaatsen in en om de woning, het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en/of bij het ontmoeten van medemensen en op basis daarvan sociale verbanden aangaan op te heffen of te verminderen, en b. deze als de goedkoopst compenserende voorziening aan te merken is, en c. deze in overwegende mate op het individu is gericht, en d. geen algemene weigeringgronden als bedoeld in lid 2 of specifieke weigeringgronden als geformuleerd bij de artikelen die betrekking hebben op de te bereiken resultaten van toepassing zijn.
2.
Het college weigert een voorziening: a. indien de voorziening voor een persoon als de belanghebbende algemeen gebruikelijk is. b. indien de belanghebbende niet woonachtig is in de gemeente Kerkrade. c. voor zover de aangevraagde voorzieningen betrekking hebben op een hoger niveau dan het uitrustingsniveau voor sociale woningbouw. d. voor zover er aan de zijde van de belanghebbende geen sprake is van aantoonbare meerkosten in vergelijking met de situatie voorafgaand aan het optreden van de beperkingen waarvoor de voorziening wordt aangevraagd. e. voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan het moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of deze voorziening noodzakelijk was en als goedkoopst compenserend aan te merken valt. Deze weigeringgrond kan niet worden gehanteerd indien het college uitdrukkelijk schriftelijk toestemming heeft gegeven tot het maken van de kosten voorafgaand aan het moment van beschikken. f. indien een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze verordening, dan wel krachtens voorafgaande Verordeningen Wet maatschappelijke ondersteuning en Verordeningen voorzieningen gehandicapten is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening, zoals door het college vastgesteld in het (gemeentelijk) Besluit, nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of versterkte voorziening verloren is gegaan of niet langer adequaat is door omstandigheden die niet aan de belanghebbende zijn toe te rekenen.
3.
Lid 2 onderdeel b is niet van toepassing indien: a. de aanvraag het bezoekbaar maken van een woning, als bedoeld in artikel 12, betreft, en b. de belanghebbende een woning in de gemeente Kerkrade heeft gehuurd of gekocht en hij deze woning niet eerder kan betrekken dan nadat die woning is aangepast.
4.
Het college verleent de voorzieningen als bedoeld in de artikelen 10 lid 2 en 21 lid 2, indien ze betrekking hebben op een woonwagen, indien: a. de technische levensduur van de woonwagen nog minimaal vijf jaar is; én b. de standplaats niet binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt; én c. de woonwagen ten tijde van de indiening van de aanvraag op een binnen de gemeente Kerkrade formeel als zodanig aangemerkte standplaats stond.
5.
Het college verleent slechts een persoonsgebonden budget voor de voorzieningen als bedoeld in de artikelen 10 lid 2 en 21 lid 2 ten behoeve van een binnenschip indien die voorzieningen betrekking hebben op het voor de schipper, de bemanning en hun gezinsleden
Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 16
bestemde gedeelte van het verblijf als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel V, van het Binnenschepenbesluit (Stb. 1987, 466), van een binnenschip, dat: a. in het register, bedoeld in artikel 783 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek als zodanig te boek is gesteld op de wijze omschreven in de maatregel te boek gestelde schepen 1992; én bedrijfsmatig wordt gebruikt, hetzij voor het vervoer van goederen, daarbij blijkens de meetbrief bedoeld in het metingbesluit binnenvaartuigen 1978 een laadvermogen van tenminste 15 ton hebbend, of voor het vervoer van meer dan 12 personen buiten de in de aanhef bedoelde personen.
6.
1.
De specifieke voorwaarden en weigeringgronden als geformuleerd bij de artikelen die betrekking hebben op de te bereiken resultaten zijn onverkort van toepassing. Advisering Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op een voorziening, de belanghebbende of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten: a. Op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen. b. Op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken.
2.
Het college vraagt een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies indien: a. het handelt om een aanvraag een persoon betreffend die nog niet eerder een aanvraag in het kader van deze verordening heeft ingediend en waarbij de medische situatie onduidelijk is. . b. de gevraagde voorziening om medische redenen wordt afgewezen; c. het college dat voor het overige gewenst vindt.
3.
Bij de advisering zoals genoemd in het tweede lid wordt door de adviseur gebruik gemaakt van de systematiek zoals neergelegd in de International Classification of Functioning, Disability and Health, de ICF classificatie.
Relatie met de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. De aanvraag dient te worden ingediend bij de gemeente of bij het sociaal wijkteam, waar aanvragen voor voorzieningen inzake de wet alsook aanvragen zorg inzake de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten kunnen worden ingediend. . Samenhangende afstemming. Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de belanghebbende, laat het college onderzoek verrichten naar de situatie van de belanghebbende. Wijzigingen in situatie De verkrijger van een toegewezen voorziening is verplicht aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
1.
Intrekking en herziening Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken of herzien indien: a. niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens de Wet, het (landelijk) Besluit Maatschappelijke Ondersteuning of deze verordening,;
Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 17
b. op grond van gegevens beschikt is en gebleken is dat de gegevens zodanig onjuist waren, dat, als de juiste gegevens bekend geweest waren, een andere beslissing zou zijn genomen. 2.
1.
Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het middel waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden. Terugvordering en verrekening Indien het besluit tot toekenning van het recht op een voorziening is ingetrokken of herzien kan het college op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget terugvorderen.
2.
Ingeval het besluit tot toekenning van het recht op een in eigendom of in natura (bruikleen) verstrekte voorziening is ingetrokken kan het college deze voorziening terugvorderen indien de voorziening is toegekend op grond van zodanig onjuiste gegevens dat, als de juiste gegevens bekend geweest waren, een andere beslissing zou zijn genomen.
3.
De in artikel 4.8 Besluit maatschappelijke ondersteuning genoemde bevoegdheid wordt gedelegeerd aan het college, inclusief de bevoegdheid tot het stellen van nadere regels terzake.
Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 18
HOOFDSTUK 7. SLOTBEPALINGEN Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Indexering Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze Verordening berustende (gemeentelijk) Besluit geldende bedragen verhogen of verlagen. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2012 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Kerkrade 2009, vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 22 april 2009. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Kerkrade 2012.
Concept Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Kerkrade 19