Companion Photo
Gebruiksaanwijzing software
- Gebruikerslicentie Software LEES DE AAN DEZE LICENTIE VERBONDEN VOORWAARDEN AANDACHTIG DOOR. DOOR OP DE ONDERSTAANDE KNOP "ACCEPTEREN" TE KLIKKEN, VERKLAART U DAT U ONZE VOORWAARDEN HEBT GELEZEN EN BEGREPEN EN DAT U HIERMEE AKKOORD GAAT. Wanneer u niet akkoord gaat met de aan deze licentie verbonden voorwaarden, verzoeken wij u de cd-rom samen met de verpakking en de andere artikelen terug te bezorgen aan uw leverancier. De aanschafprijs wordt u dan terugbetaald. Er vindt geen terugbetaling plaats voor producten waarvan de originele cd-rom of andere onderdelen ontbreken. Er vindt eveneens geen terugbetaling plaats indien het verzoek daartoe wordt gedaan na verloop van tien (10) dagen na de datum van levering. De datum op uw factuur geldt hiervoor als bewijs. DEFINITIE Met het woord "software" wordt in deze gebruikerslicentie alle programma's en de bijbehorende documentatie voor het bedienen van de printer bedoeld. LICENTIE - Deze licentie geeft u het recht de software te gebruiken op een PC die verbonden is met een printer. U mag de software slechts op één PC gebruiken. Het is niet toegestaan het gebruiksrecht van deze software aan derden te verlenen. - Het is toegestaan een reservekopie van de software te maken. - Deze licentie is niet exclusief en niet overdraagbaar. EIGENDOM De fabrikant of zijn leveranciers behouden het eigendomsrecht van de software. U wordt slechts eigenaar van de cdrom van de software. Het is niet toegestaan de software of de documentatie te wijzigen, aan te passen, te decompileren, te vertalen, te verhuren of te verkopen. Het is evenmin toegestaan producten te maken die van de software of de documentatie zijn afgeleid. Alle niet uitdrukkelijk verleende rechten zijn voorbehouden aan de fabrikant of zijn leveranciers. DUUR Deze licentie blijft van kracht tot haar beëindiging. U kunt deze licentie beëindigen door de software met de documentatie evenals alle kopieën hiervan te vernietigen. Deze licentie wordt automatisch beëindigd wanneer u de voorwaarden ervan niet in acht neemt. In geval van beëindiging bent u verplicht alle kopieën van de software en de documentatie te vernietigen. GARANTIE De software wordt geleverd in de huidige versie, zonder enige uitdrukkelijke of inhoudelijke garantie. Er wordt ook geen enkele garantie gegeven voor enige vorm van commerciële aanpassing en geschiktheid voor bijzonder gebruik. Alle risico's met betrekking tot de resultaten of de prestaties van de software worden gedragen door de koper. Wanneer de software niet of niet juist functioneert, zijn de reparatie- of herstelkosten voor rekening van de koper. De licentiehouder heeft echter de volgende garantie: Bij normaal gebruik en functioneren wordt de cd-rom met de software gegarandeerd tegen materiaal- en fabricagefouten, en wel gedurende een periode van negentig (90) dagen na de datum van levering. De datum op uw factuur geldt hiervoor als bewijs. Wanneer de cd-rom beschadigd raakt ten gevolge van een ongeval of een verkeerd gebruik, valt vervanging ervan niet onder de garantie. AANSPRAKELIJKHEID De enige verantwoordelijkheid van uw leverancier en uw enige rechtsmiddel is de vervanging van elke cd-rom die niet voldoet aan de gegeven garantie en die u samen met een kopie van uw factuur retourneert. Noch de fabrikant, noch wie dan ook die betrokken is bij het maken, het uitvoeren, het op de markt brengen of de levering van deze software kan verantwoordelijk gesteld worden voor directe, indirecte of immateriële schade zoals (deze opsomming is niet uitputtend) verlies van gegevens, tijdverlies, exploitatieverlies, inkomstenderving of verlies van klanten ten gevolge van het gebruik van dergelijke software of de onmogelijkheid dergelijke software te gebruiken. VERBETERING De fabrikant zoekt voortdurend naar verbetering van haar producten en behoudt zich het recht voor de software zonder voorafgaande kennisgeving te verder te ontwikkelen. Indien een vernieuwde versie wordt uitgebracht, geeft uw gebruiksrecht u geen recht op gratis bijgewerkte versies. TOEPASBAAR RECHT Deze licentie valt onder het Franse recht. Elk geschil dat voortkomt uit de interpretatie of de uitvoering van deze licentie, wordt onderworpen aan het oordeel van de rechtbanken van Parijs.
- INHOUDSOPGAVE - Gebruikerslicentie Software - .................................................................................... 2 - INHOUDSOPGAVE -................................................................................................. 1 1
Inleiding .................................................................................................................... 3 1.1 1.2 1.3
2
Installatie van het softwarepakket ......................................................................... 4 2.1 2.2 2.3
3
Het installatieprogramma uitvoeren .......................................................................................4 De computer opnieuw opstarten .............................................................................................8 De eindinstallatie van de printer uitvoeren.............................................................................8 2.3.1 Met het besturingsysteem Windows 98SE .................................................................8 2.3.2 Met het besturingsysteem Windows Millenium .......................................................11 2.3.3 Met het besturingsysteem Windows 2000 ................................................................11 2.3.4 Met het besturingsysteem Windows XP...................................................................11
Draadloos netwerk, enige uitleg:.......................................................................... 14 3.1 3.2
4
Typografische regels...............................................................................................................3 Onderdelen van het pakket .....................................................................................................3 Configuratievereisten..............................................................................................................3
Wat is een draadloos netwerk? .............................................................................................14 Configuraties voor een draadloos WIFI-netwerk .................................................................15
Installatie van een draadloze WIFI-verbinding voor uw printer ..................... 16 4.1
4.2
Installatie van de infrastructuurmodus (Toegangspunt) .......................................................16 4.1.1 Stap 1: De installatie starten .....................................................................................17 4.1.2 Stap 2: Installatie van de WIFI-parameters ..............................................................18 4.1.3 Stap 3: WIFI-beveiligingsinstallatie .........................................................................19 4.1.4 Stap 4: IP-instellingen...............................................................................................20 4.1.5 Stap 5: Selectie van de printer ..................................................................................21 4.1.6 Stap 6: Klaar voor gebruik........................................................................................23 4.1.7 Stap 7: Laatste scherm ..............................................................................................24 Installatie in Ad-Hoc modus (Peer-to-Peer) .........................................................................25 4.2.1 Stap 1: De installatie starten .....................................................................................25 4.2.2 Stap 2: Installatie van de WIFI-parameters ..............................................................26 4.2.3 Stap 3: WIFI-beveiligingsinstallatie .........................................................................27 4.2.4 Stap 4: IP-instellingen...............................................................................................28 4.2.5 Stap 5: Configuratie van de computer ......................................................................29 4.2.6 Stap 6: Selectie van de printer ..................................................................................31 4.2.7 Stap 7: Klaar voor gebruik........................................................................................33 4.2.8 Stap 8: Laatste scherm ..............................................................................................34
5
De software deïnstalleren...................................................................................... 35
6
De pagina indelen voor de afdrukopdracht(en) ................................................. 36 6.1
Het instelvenster voor de parameters onder Windows 98SE en Millennium.......................37 -1-
6.2
7
Het instelvenster voor de parameters onder Windows 2000 en XP .....................................37
Controle van de afdrukopdracht(en) en printerstatus ...................................... 38 7.1 7.2 7.3 7.4
Icoon informatiebalk.............................................................................................................38 Het venster "Printerstatus"....................................................................................................40 Controle van de afdrukopdracht(en).....................................................................................41 Printereigenschappen............................................................................................................42
8
Incidentmanagement ............................................................................................. 44
9
Printerinformatie raadplegen onder Windows 2000 en XP .............................. 45
10 Het lezen en schrijven van bestanden op de geheugenkaart ............................. 45 10.1 Firmware update ...................................................................................................................45
11 FAQ’s ...................................................................................................................... 47 11.1 11.2 11.3 11.4
Probleem #1 ..........................................................................................................................47 Probleem #2 ..........................................................................................................................47 Probleem #3 ..........................................................................................................................48 Probleem #4 ..........................................................................................................................48
-2-
1 Inleiding Het softwarepakket "Companion Suite Photo" bevat de onderdelen die u nodig hebt om uw printer aan te sluiten op uw PC en uw foto’s af te drukken.
1.1 Typografische regels Deze handleiding gebruikt symbolen die de lezer helpen de geleverde informatie te verduidelijken. De lezer treft aldus de volgende symbolen aan: Symbool
Definitie
Belangrijk
De melding "Belangrijk" informeert de lezer dat hij zich aan de inhoud van de mededeling moet houden. Ingeval de lezer de mededeling niet opvolgt , kan dit een slecht gebruik van de software ten gevolge hebben.
Info!
De melding "Info!" geeft de lezer aanvullende informatie over een besproken onderwerp. De teksten die beginnen met het symbool
geven aan dat de lezer de
beschreven actie moet uitvoeren voordat hij naar de volgende actie overgaat. 1.
De genummerde lijsten introduceren een lijst met elementen in omgekeerde volgorde (voorbeeld: de stappen van een procedure).
1.2 Onderdelen van het pakket Een cd-rom met softwarepakket voor de installatie en de configuratie van Companion Photo en deze gebruiksaanwijzing.
1.3 Configuratievereisten De minimum vereisten voor uw PC zijn: o Windows 98SE /Millennium/2000 servicepakket 3 / XP o 64 Mb of meer voor Windows 98SE / Millenium, min. 256 Mb voor Windows 2000 service pack 3 / XP o Een vrije USB-poort, o Voor het gebruik van de printer in WIFI-modus, moet een WIFI-netwerk en WIFI-dongle zijn geïnstalleerd, o 150 MB vrije schijfruimte voor volledige installatie, o CD-ROM-station. o USB-kabel (niet geleverd).
-3-
2 Installatie van het softwarepakket Dit softwarepakket bevat bestanden voor USB-installatie en bestanden voor WIFI-installatie. -
* Voor een USB-installatie voert u uitsluitend de onder 3.1 beschreven procedure uit.
-
* Voor een WIFI-installatie voert u de procedures van de hoofdstukken 3.1. en 4 uit.
Info! Nadat u de fotoprinter Easy PE110 op uw PC hebt geïnstalleerd, verschijnt in het printervenster onder Windows de naam "A6 Photo Printer". Op sommige modellen van de A6 Photo Printer randapparaten stelt Companion Photo u in staat via uw PC direct bestanden te lezen en op te slaan op geheugenkaarten die in het apparaat gestoken worden. De software-installatie van Companion Photo bestaat uit drie fases: 1. het installatieprogramma uitvoeren, 2. de computer opnieuw opstarten, 3. de eindinstallatie van de printer.
2.1 Het installatieprogramma uitvoeren Plaats de cd-rom in de driver om de installatie op te starten. Indien de installatie niet automatisch start, klik dan twee keer op "setup.exe" bestand dat zich in de root van de cd-rom bevindt. Het volgende scherm verschijnt:
-4-
De Companion Photo software bestaat uit printerdrivers voor de A6 Photo printer. Selecteer de optie "Producten installeren". Het scherm "Producten installeren" verschijnt.
Info!
Het installatieprogramma biedt u eveneens de mogelijkheid om Acrobat Reader te installeren (niet verplicht, maar noodzakelijk om de hulpbestanden te lezen).
Dubbele klik op de knop Stuurprogramma "Companion Photo",
De installatie van de printerdriver begint.
-5-
Klik op "Volgende". Het licentiecontract verschijnt; lees dit aandachtig door:
Voordat u verdergaat met de installatie, dient u het licentiecontract te aanvaarden. Klik op "ACCEPTEREN". De bestanden van Companion Photo worden op uw harde schijf gekopieerd. U kunt de locatie zelf bepalen.
-6-
Maak gebruik van de knop "Bladeren" om een andere locatie te bepalen dan die in het venster wordt vermeld. Zo niet, bevestig dan deze stap door op de knop "Volgende" te klikken. Het scherm van de eindinstallatie verschijnt.
Klik op "Installeren" en de bestanden van Companion Photo worden op uw harde schijf gekopieerd.
-7-
2.2 De computer opnieuw opstarten Ten slotte wordt u gevraagd de computer opnieuw op te starten, nadat u de printerdriver heeft geïnstalleerd.
•
Klik op "Voltooien".
2.3 De eindinstallatie van de printer uitvoeren
Belangrijk
Nadat u de computer opnieuw heeft opgestart, kunt u de USB-kabel (niet meegeleverd) van uw printer op uw computer aansluiten. Vervolgens wordt uw printer door het besturingssysteem als nieuwe hardware gedetecteerd.
2.3.1 Met het besturingsysteem Windows 98SE Het volgende scherm verschijnt:
-8-
Klik op "Volgende". Een nieuw scherm verschijnt:
Selecteer de optie "Zoek naar het beste besturingsprogramma (aanbevolen)". Klik op "Volgende". Een nieuw scherm verschijnt:
Vink alle opties af (de printeronderdelen zijn door de Companion Photo software vooraf geïnstalleerd). Klik op "Volgende".
-9-
Een nieuw scherm verschijnt:
Windows 98SE heeft de vooraf geïnstalleerde printeronderdelen gesignaleerd. Klik op "Volgende".
- 10 -
Een nieuw scherm verschijnt:
Aan het einde van de printerinstallatie onder Windows 98SE. Klik op "Voltooien".
Info!
Afhankelijk van het model van uw printer kunnen nieuwe systemen of apparaten worden gedetecteerd wanneer u de hierboven beschreven installatieprocedure hebt uitgevoerd. In dat geval volgt u opnieuw de hierboven beschreven procedure.
2.3.2 Met het besturingsysteem Windows Millenium De printer wordt automatisch geïnstalleerd. De volgende melding zal verscheidene keren verschijnen:
2.3.3 Met het besturingsysteem Windows 2000 De printerdrivers zijn door de Companion Photo software vooraf geïnstalleerd. zal ze automatisch lokaliseren.
Windows 2000
2.3.4 Met het besturingsysteem Windows XP De printerdrives zijn door de Companion Photo software vooraf geïnstalleerd. ze automatisch lokaliseren.
Windows XP zal
- 11 -
Het volgende venster wordt alleen weergegeven als de Servicepack 2 van Windows XP is geïnstalleerd.
Selecteer "Nee, deze keer niet", Klik op "Volgende". Een nieuw scherm verschijnt:
Selecteer "De software automatisch installeren (aanbevolen)". Klik op "Volgende".
- 12 -
Een nieuw scherm verschijnt:
De eindinstallatie van uw printer is voltooid. Klik op "Voltooien".
- 13 -
3 Draadloos netwerk, enige uitleg: 3.1 Wat is een draadloos netwerk? Een draadloos lokaal netwerk (WLAN) of gewoonlijk WIFI genoemd, is een combinatie van twee of meerdere computers, printers en andere apparaten die onderling verbonden zijn door middel van radiogolven (hoogfrequente elektromagnetische golven). De informatie wordt via deze golven van het ene punt naar het andere overgebracht. Voor aansluiting op een draadloos netwerk moet uw computer of randapparatuur over een WIFI draadloos netwerkkaart beschikken. Uw fotoprinter maakt gebruik van een externe WIFI-dongle (draadloos netwerkkaart met radioverbinding). Er is geen kabelverbinding nodig tussen netwerkapparaten om te printen, hoewel een USB verbinding tijdelijk nodig kan zijn voor de installatie en configuratie.
Er zijn twee hoofdtechnieken voor draadloze communicatie: o Infrastructuurmodus (Toegangspunt) In een "infrastructuurnetwerk" communiceren verschillende apparaten (waaronder bijvoorbeeld uw fotoprinter) via een centraal toegangspunt. Dit toegangspunt fungeert als een centraal knooppunt (of toegangspoort) voor de onderlinge verbinding van draadloze (of bedrade) apparaten. Een toegangspunt is gewoonlijk een ADSL-modem met WIFI-functies of een randapparaat (router) dat u aansluit op uw ADSL-modem om de toegang tot Internet te delen met andere computers.
Toegangspunt s
Fotoprinter
o Ad-Hoc modus (Peer-to-Peer) In een "ad-hoc" netwerk communiceert uw fotoprinter rechtstreeks met uw computer. Deze modus is over het algemeen beperkt tot eenvoudige kleine draadloze netwerken.
- 14 -
Uw fotoprinter ondersteunt zowel de infrastructuur- als de ad-hoc draadloze communicatiemodus.
Info!
Als u over een toegangspunt beschikt, wordt aanbevolen de installatieprocedure uit te voeren in infrastructuurmodus, in plaats van de installatieprocedure in ad-hoc-modus. De ad-hoc-modus is alleen mogelijk als Windows 2000 of XP op uw PC geïnstalleerd is.
3.2 Configuraties voor een draadloos WIFI-netwerk Alle apparaten van een draadloos netwerk moeten op dezelfde manier worden geconfigureerd om correct te functioneren. Indien u de fotoprinter op het draadloze netwerk aansluit, moet de fotoprinter als volgt worden geconfigureerd:
Belangrijk
- identieke netwerknaam (SSID), - identiek draadloos kanaal, - identieke, beveiligde, draadloze (indien gebruikt) WEPversleutelingscode, zoals de andere randapparaten van uw netwerk.
- 15 -
4 Installatie van een draadloze WIFI-verbinding voor uw printer Voorafgaand aan de installatie: 1. 2.
Voordat u een WIFI-printer installeert, moet u het Companion Photo softwarepakket installeren conform de procedure beschreven in paragraaf 3. Zorg ervoor: • dat de printer onder spanning staat. • Dat de WIFI-dongle op de printer is aangesloten. De twee lampjes naast de printersleutel moeten tijdens de configuratie van de WIFI-parameters knipperen.
4.1 Installatie van de infrastructuurmodus (Toegangspunt) Controleer of uw computer geconfigureerd is voor een WIFI-aansluiting (is uw PC via een draadloos netwerk WIFI aangesloten op uw toegangspunt?):
Indien de WIFI-aansluiting op uw computer is geconfigureerd: Zoek de configuratieparameters van uw WIFI-netwerk (door middel van de WIFIconfiguratiesoftware die op uw computer is geïnstalleerd) Noteer: - - de gegevens van het SSID-veld (netwerknaam), - - de waarde van de versleuteling (indien geconfigureerd): - het type Wep-versleuteling: 64 bits of 128 bits (WPA wordt niet ondersteund door de printer). Bewaar deze gegevens. U hebt ze later nodig wanneer u uw PC gaat configureren.
Belangrijk
Controleer of het netwerk dat u gebruikt is aangevinkt en het type op een correcte manier werd geïdentificeerd (Infrastructuurmodus). Voor meer informatie over het verkrijgen van deze gegevens, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van uw computer of WIFI-adapter.
- 16 -
Indien de WIFI-aansluiting nog niet op uw computer is geconfigureerd: Indien uw toegangspunt nog niet is geconfigureerd, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing onder toegangspunt om de SSID (netwerknaam), en indien nodig de waarden van de versleuteling, te configureren. Kopieer vervolgens dezelfde waarden in het WIFI-hulpprogramma van uw computer.
Belangrijk
Bewaar deze gegevens. U hebt ze later nodig wanneer u uw printer gaat configureren.
4.1.1 Stap 1: De installatie starten Selecteer in "Starten > Programma’s > Companion Photo" de optie "Installeer een WIFI printer". Het programma start en de volgende wizard verschijnt:
Sluit uw printer aan op uw PC met behulp van een USB-kabel (niet meegeleverd) en wacht tot Windows de printer gedetecteerd heeft. Klik op "Volgende" en ga naar stap 2.
Belangrijk
Indien de printer al in WIFI-modus op een computer geïnstalleerd is en u hem op een andere PC wilt installeren, laat u de parameters in stap 2 tot 4 ongewijzigd.
- 17 -
4.1.2 Stap 2: Installatie van de WIFI-parameters Dit scherm verschijnt (de vensters zijn slechts ter illustratie):
U moet de parameters als volgt selecteren: SSID: Noteer het SSID van uw toegangspunt (raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw toegangspunt om deze gegevens te verkrijgen).
Info!
Als er geen SSID in het toegangspunt is geconfigureerd, selecteer er dan één, WIFI_HOME bijvoorbeeld, en configureer deze in het toegangspunt. Noteer de waarden in het venster.
Netwerktype: "Infrastructuur" gebruikt voor een "toegangspunt". Kanaal: Noteer het kanaalnummer van uw toegangspunt (raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw toegangspunt om deze gegevens te verkrijgen). Noteer de waarden in het venster. Wanneer u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op "Volgende" .
- 18 -
4.1.3 Stap 3: WIFI-beveiligingsinstallatie Dit scherm verschijnt (de vensters zijn slechts ter illustratie):
De wizard geeft de instellingen van de opgevraagde WIFI-beveiliging weer, Indien u deze instellingen ongewijzigd wenst te laten, klikt u op "Volgende". In het andere geval, selecteer de verschillende velden: Encryptietype: "WEP" WEP type:
"64 bits" of "128 bits"
Nummer encryptiesleutel:
"1" zoals op het scherm
Formaat codeersleutels:
"Ascii" of "Hex"
Encryptiesleutel 1 waarde:
Noteer het nummer van de versleutelingscode dat uw draadloze netwerk nodig heeft.
Deze gegevens moeten dezelfde zijn als die van uw toegangspunt. Controleer of de beveiligingsinstellingen overeenkomen met de configuratie van uw draadloze netwerk. Indien u niet weet hoe u de beveiligingsparameters moet instellen, zet u de instelling van "Encryptietype" op "Geen"; de beveiliging is dan uitgeschakeld.
Belangrijk
Indien uw beveiligingsinstellingen niet juist zijn, is het mogelijk dat u uw fotoprinter niet kunt gebruiken. Houd er rekening mee dat de versleutelingfuncties van WPA niet door de fotoprinter ondersteund worden. Als ze zijn geactiveerd in uw draadloze netwerk, moet u deze functies uitschakelen om uw fotoprinter in uw draadloze netwerk te kunnen gebruiken.
Wanneer u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op "Volgende". - 19 -
4.1.4 Stap 4: IP-instellingen De wizard toont de actieve IP-instellingen van uw printer.
Info!
Wij raden u aan met de Auto IP configuratie te beginnen (afhankelijk van de configuratie van uw netwerk is deze automatische configuratie mogelijk of niet).
4.1.4.1 Auto IP configuratiemodus Selecteer de verschillende vensters: o IP-configuratie-modus: "Auto IP" o Hostnaam 1: kies de naam die u aan de printer wilt toekennen, bijvoorbeeld: "MijnFotoPrinter" •
Ga verder met stap 5.
4.1.4.2 "Handmatige" IP-configuratie (Deskundige gebruikers) U moet de verschillende IP-waarden kiezen; selecteer de volgende velden: o IP-configuratie-modus: "Handmatig" o In de takenbalk van Windows, klikt u op "Starten > Uitvoeren" en typ: "CMD" • Er wordt een zwart Windowsvenster zichtbaar. • Typ "IPCONFIG" en druk op de toets "Enter" van uw toetsenbord. • De volgende tekst wordt weergegeven: Connection-specific DNS Suffix. : IP Address. . . . . . . . . . . : 10.204.131.238 Subnet Mask . . . . . . . . . . : 255.255.255.0 Default gateway . . . . . . . . : 10.204.131.1
- 20 -
Info!
De hierboven vernoemde waarden (10.204.131.238, 255.255.255.0 en 10.204.131.1) gelden uitsluitend als voorbeeld: Dit zijn niet de gegevens die op uw PC getoond worden. Als er in dit venster "Network card disconnected" staat: moet u controleren of de WIFI-parameters van uw PC overeenkomen met de WIFI-parameters van uw toegangspunt.
Keer terug naar het "Add-Wireless Printer" venster en voer de volgende gegevens in: o IP adres: Kies een IP-adres dat lijkt op uw PC-adres maar niet hetzelfde is. In ons voorbeeld is het IP-adres 10.204.131.238. Het IP-adres 10.204.131.239 wordt aan onze printer toegekend en wij brengen deze waarde over in het veld "IP adres". o Subnetmasker: Kies in dit veld de exacte weergegeven waarde in het zwarte Windowsvenster. In ons voorbeeld is het 255.255.255.0. o Standaard gateway: Kies in dit veld de exacte weergegeven waarde in het zwarte Windowsvenster. In ons voorbeeld is het 10.204.131.1. o Hostnaam: Voer de naam in die u aan de printer wilt toekennen, bijvoorbeeld: "MijnFotoPrinter". Ga verder met stap 5.
Info!
De instelling "Hostnaam 2" is de printernaam die door het systeem automatisch is geconfigureerd en aan uw printer in uw draadloze netwerk wordt toegewezen. Deze instelling wordt door uw computer gebruikt voor het configureren van uw fotoprinter (zie het volgende hoofdstuk: Selectie van de printer).
4.1.5 Stap 5: Selectie van de printer De printer kan in deze stap enkele mechanische bewegingen uitvoeren om te herstarten. De wizard gaat automatisch op zoek naar de WIFI-printers in het draadloze netwerk en geeft de Netbiosnaam met IP-adres van de gedetecteerde WIFI-printers weer. Kies de printer die u wenst te installeren, en klik dan op "Volgende".
- 21 -
Belangrijk
Indien uw netwerk voorzien is van een firewall, is het mogelijk dat hierdoor de detectie van de printer niet goed verloopt. U moet dan de instellingen van het netwerk zo wijzigen dat de TCP-poortnr. 1001 toegankelijk blijft tijdens de installatieprocedure. Indien u niet weet hoe u deze parameters moet aanpassen, kunt u de firewall uitschakelen voor de duur van de installatieprocedure. Verder moet, gedurende het normale gebruik van de printer, TCP-poortnr. 9100 toegankelijk zijn. Zorg dus dat de instellingen van uw firewall dit mogelijk maken.
Indien de printer die u wilt installeren niet in de lijst voorkomt, kunt u hem handmatig selecteren door te klikken op "Niet in de lijst". Het volgende dialoogvenster verschijnt:
Om aan te geven welke printer aangesloten moet worden moet u het IP-adres of de Netbiosnaam van de printer in het edit-vakje invoeren. Dynamische IP-toewijzing: Afhankelijk van de configuratie van uw netwerk, kan het IP-adres van het netwerkelement (PC’s, WIFI- printers, enz.) bij elke start van uw computer veranderen, met als gevolg dat u uw printer elke keer opnieuw moet configureren.
Info!
Om dit te voorkomen, verdient het aanbeveling om de Netbiosnaam te gebruiken in plaats van het IP- adres. De Netbiosnaam van uw printer is vermeld in het onderste deel van het venster van "Stap 4: IP-instellingen", in het edit-vakje "Host-naam 1" of "Host-naam 2". U kunt dan op "Test" klikken om te zien of de printer goed toegankelijk is.
- 22 -
Wanneer u deze instellingen uitgevoerd hebt, klikt u op "OK" en de nieuwe printer wordt opgenomen in de printerlijst:
U kunt nu uw printer selecteren en klikken op "Volgende".
Belangrijk
Als Stap 5 niet lukt, klikt u op "Vorige" om terug te keren naar het scherm "IPinstellingen" en selecteer de "Handmatige IP-instellingen" modus.
4.1.6 Stap 6: Klaar voor gebruik Een dialoogvenster met de verschillende installatieparameters wordt zichtbaar:
U kunt nu klikken op "Volgende" om de eindinstallatie te starten.
- 23 -
4.1.7 Stap 7: Laatste scherm De installatie is uitgevoerd; dit laatste scherm geeft aan of de installatie goed is verlopen.
Klik op "Voltooien". Om de detectie en het gebruik door andere computers van de WIFI- printer te garanderen, moet deze installatie op elke extra computer worden uitgevoerd.
Info!
Als u de printer in handmatige IP-modus installeert, moet u erop letten dat de PC's niet hetzelfde IP-adres hebben (Voorbeeld: Als PC1 het IP-adres 192.168.0.2 heeft, dan kunt u het IP-adres 192.168.0.3 voor een andere PC gebruiken).
- 24 -
4.2 Installatie in Ad-Hoc modus (Peer-to-Peer) 4.2.1 Stap 1: De installatie starten Selecteer in "Starten > Programma’s > Companion Photo" de optie "Installeer een WIFI-printer". Het programma start en de volgende wizard verschijnt:
Sluit uw printer aan op uw PC met behulp van een USB-kabel en wacht tot Windows de printer gedetecteerd heeft Klik op "Volgende" en ga naar stap 2.
Info!
Indien de printer al in WIFI-modus geïnstalleerd is op een computer en u hem op een andere PC wilt installeren, laat u de parameters in stap 2 tot 4 ongewijzigd.
- 25 -
4.2.2 Stap 2: Installatie van de WIFI-parameters Dit scherm verschijnt (de vensters zijn slechts ter illustratie):
U moet de parameters als volgt selecteren: o
o o
SSID: Selecteer een SSID (WIFI_HOME bijvoorbeeld) Noteer de waarden in het venster. Netwerktype: Selecteer "Ad-Hoc", de configuratie "Peer-to-peer". Kanaal: Selecteer uw kanaalnummer (kanaal 7 bijvoorbeeld) Noteer de waarden in het venster.
Info!
Noteer tevens deze waarden. U hebt ze later nodig wanneer u uw PC configureert.
Wanneer u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op "Volgende".
- 26 -
4.2.3 Stap 3: WIFI-beveiligingsinstallatie Dit scherm verschijnt (de vensters zijn slechts ter illustratie):
De wizard toont de huidige WIFI-beveiligingsinstellingen. Indien u besluit deze parameters ongewijzigd te laten, klikt u op "Volgende". In het andere geval, selecteert u de verschillende velden: o Encryptietype: "WEP" o WEP type: "64 bits" of "128 bits" o Nummer encryptiesleutel: "1" zoals op het scherm o Formaat codeersleutels: "Ascii" of "Hex" o Encryptiesleutel 1 waarde: Noteer het nummer van de versleutelingscode dat uw draadloze netwerk nodig heeft. •
U moet nu kiezen of u de verbinding met uw PC wilt versleutelen. Indien dit het geval is, selecteer: o Encryptietype: WEP o WEP type: "64 bits" of "128 bits" o Formaat codeersleutels: "Ascii" of "Hex" o Encryptiesleutel 1 waarde: 64 bits-versleuteling: Als u het hexadecimale formaat kiest, moet u 10 tekens invoeren. Deze kunnen zijn: 0,1,3….,9,a,b,c,d,e,f. • Voorbeeld: 0f2b45a789 128 bits-versleuteling: Als u het hexadecimale formaat kiest, moet u 26 tekens invoeren. Deze kunnen zijn: 0,1,3….,9,a,b,c,d,e,f. • Voorbeeld: 12b45a7890123456789d123f56
- 27 -
Controleer of de beveiligingsinstellingen overeenkomen met de configuratie van uw draadloze netwerk. Indien u niet weet hoe u de beveiligingsparameters moet instellen, zet u de instelling van "Encryptietype" op "Geen"; de beveiliging is dan uitgeschakeld.
Belangrijk
Indien uw beveiligingsinstellingen niet juist zijn, is het mogelijk dat u uw fotoprinter niet kunt gebruiken. Houd er rekening mee dat de versleutelingfuncties van WPA niet door de fotoprinter ondersteund worden. Als ze zijn geactiveerd in uw draadloze netwerk, moet u deze functies uitschakelen om uw fotoprinter in uw draadloze netwerk te kunnen gebruiken.
Wanneer u de gewenste wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op "Volgende". 4.2.4 Stap 4: IP-instellingen De wizard toont de actieve IP-instellingen van uw printer.
Info!
Wij raden u aan met de Auto IP configuratie te beginnen (afhankelijk van de configuratie van uw netwerk is deze automatische configuratie mogelijk of niet).
- 28 -
4.2.4.1 Auto IP configuratiemodus Selecteer de verschillende vensters: o IP-configuratie-modus: "Auto IP" o Hostnaam 1: kies de naam die u aan de printer wilt toekennen, bijvoorbeeld: "MijnFotoPrinter" Ga verder met stap 5.
Info!
Als Stap 5 niet lukt, klikt u op "Vorige" om terug te keren naar het scherm "IP instellingen" en selecteer de "Handmatige IP instellingen" modus.
4.2.4.2 "Handmatige" IP-configuratie (Deskundige gebruikers) U moet de IP-gegevens invoeren. U kunt de IP-waarden op de volgende manier toewijzen: Voer de volgende stappen uit: o IP-configurate-modus: "Handmatig" o IP adres: Voer 192.168.0.1 in o Subnetmasker: Voer 255.255.255.0 in o Klikt u een keer op "Volgende" (de printer gaat enkele mechanische bewegingen uitvoeren om opnieuw op te starten). Ga verder met stap 5.
Info!
De instelling "Hostnaam 2" is de printernaam die door het systeem automatisch is geconfigureerd en aan uw printer in uw draadloze netwerk wordt toegewezen. Deze instelling wordt door uw computer gebruikt voor het configureren van uw fotoprinter (zie het volgende hoofdstuk: Selectie van de printer).
4.2.5 Stap 5: Configuratie van de computer De printer kan in deze stap enkele mechanische bewegingen uitvoeren om te herstarten. In de "Ad-Hoc" modus kunt u de WIFI-functie op uw computer instellen. Zie onderstaand scherm waarin u wordt gevraagd uw PC te configureren.
- 29 -
U moet WIFI nu op uw PC configureren. o o o o o
Raadpleeg de handleiding van uw PC of de gebruiksaanwijzing van de WIFI-kaart op uw PC. Start het hulpprogramma voor WIFI. Selecteer de zoekfunctie van de WIFI-netwerken. Na enkele seconden, geeft dit programma het SSID van de printer weer dat u in Stap 2 heeft geselecteerd. Selecteert u dit netwerk en maakt u de verbinding, als het SSID van de printer verschijnt. Als u in stap 3 voor versleuteling hebt gekozen, moet u in het hulpprogramma eventueel het encryptietype (64 bits of 128 bits) opgeven evenals de WEP-sleutel die u hebt geselecteerd. De WPA-modus wordt niet door de printer ondersteund.
Alleen als in stap 4 de modus "IP-instellingen" is geselecteerd in de Handmatige modus: o o o o
Ga op de PC na of de WIFI-functie juist werd geconfigureerd in het WIFIconfiguratieprogramma door het radiosignaal te controleren. Kopieer op identieke wijze de IP-instellingen van de computer op de WIFI-netwerkkaart. Geef de TCP/IP kenmerken van de WIFI-netwerkverbinding op uw computer weer. Voer de volgende stappen uit: IP-configuratiemodus: "Handmatig", IP-adres: Voer 192.168.0.2 in, Subnet Mask: Voer 255.255.255.0 in, Toegangspoort: Voer 192.168.0.128 in, Sluit de twee vensters van het netwerk en klik op OK.
- 30 -
In Windows 2000: om de TCP/IP kenmerken te openen, klikt u op de knop Starten Kenmerken Netwerken Dubbelklikken op de WIFI netwerkkaart Kenmerken Selecteer TCP/IP Kenmerken
Belangrijk In Windows XP: om de TCP/IP kenmerken te openen, klikt u op de knop Starten Netwerken Dubbelklikken op de WIFI netwerkkaart Kenmerken Selecteer TCP/IP Kenmerken Ga terug naar "Wizard voor toevoeging van een draadloze printer" nadat de computer is ingesteld. Klikt u op "Volgende". 4.2.6 Stap 6: Selectie van de printer De wizard gaat automatisch op zoek naar de WIFI-printers in het draadloze netwerk en geeft de Netbiosnaam met IP-adres van de gedetecteerde WIFI-printers weer. Selecteer de printer dat u wenst te installeren. Klikt u op "Volgende".
Belangrijk
De detectie van de apparatuur kan tijdens de installatie in "Ad-Hoc" modus enkele ogenblikken in beslag nemen (tot 10 minuten). Wacht tot het apparaat werd gevonden. Indien dit niet lukt, klikt u op knop "Terug" en controleer de WIFI instellingen van uw computer.
Een nieuw scherm verschijnt:
- 31 -
Belangrijk
Indien uw netwerk voorzien is van een firewall, is het mogelijk dat hierdoor de detectie van de printer niet goed verloopt. U moet dan de instellingen van het netwerk zo wijzigen dat de TCP-poortnr. 1001 toegankelijk blijft tijdens de installatieprocedure. Indien u niet weet hoe u deze parameters moet aanpassen, kunt u de firewall uitschakelen voor de duur van de installatieprocedure. Verder moet, gedurende het normale gebruik van de printer, TCP-poortnr. 9100 toegankelijk zijn. Zorg dus dat de instellingen van uw firewall dit mogelijk maken.
Indien de printer die u wilt installeren niet in de lijst voorkomt, kunt u hem handmatig selecteren door te klikken op "Niet in de lijst". Het volgende dialoogvenster verschijnt:
Om aan te geven welke printer aangesloten moet worden moet u het IP-adres of de Netbiosnaam van de printer in het edit-vakje invoeren. Dynamische IP-toewijzing: Afhankelijk van de configuratie van uw netwerk, kan het IP-adres van het netwerkelement (PC’s, WIFI- printers, enz.) bij elke start van uw computer veranderen, met als gevolg dat u uw printer elke keer opnieuw moet configureren.
Info!
Om dit te voorkomen, verdient het aanbeveling om de Netbiosnaam te gebruiken in plaats van het IP- adres. De Netbiosnaam van uw printer is vermeld in het onderste deel van het venster van "Stap 4: IP-instellingen", in het edit-vakje "Host-naam 1" of "Host-naam 2". U kunt dan op "Test" klikken om te zien of de printer goed toegankelijk is.
Wanneer u deze instellingen uitgevoerd hebt, klikt u op "OK" en de nieuwe printer wordt opgenomen in de printerlijst:
- 32 -
U kunt nu uw printer selecteren en klikken op "Volgende".
Belangrijk
Als Stap 6 niet lukt, klikt u op "Terug" om terug te keren naar het scherm "IPinstellingen" en selecteer de "Handmatige IP-instellingen" modus.
4.2.7 Stap 7: Klaar voor gebruik Een dialoogvenster met de verschillende installatieparameters wordt zichtbaar:
U kunt nu klikken op "Volgende" om de eindinstallatie te starten.
- 33 -
4.2.8 Stap 8: Laatste scherm De installatie is uitgevoerd; dit laatste scherm geeft aan of de installatie goed is verlopen.
•
Klik op "Voltooien".
Om de detectie en het gebruik door andere computers van de WIFI- printer te garanderen, moet deze installatie op elke extra computer worden uitgevoerd.
Info!
Als u de printer in handmatige IP-modus installeert, moet u erop letten dat de PC's niet hetzelfde IP-adres hebben (Voorbeeld: Als PC1 het IP-adres 192.168.0.2 heeft, dan kunt u het IP-adres 192.168.0.3 voor een andere PC gebruiken).
- 34 -
5 De software deïnstalleren Om het deïnstallatieprogramma uit te voeren, klikt u tweemaal op het bestand "setup.exe" in de root van de cd-rom. Het volgende scherm verschijnt:
Selecteer de optie "Producten verwijderen". Een venster wordt zichtbaar dat u de mogelijkheid biedt Companion Photo of Acrobat Reader, of beide, te deïnstalleren.
- 35 -
6 De pagina indelen voor de afdrukopdracht(en) Met de printerdriver van de Companion Photo kunt u voor het afdrukken van uw foto’s verschillende pagina-indelingen selecteren.
Pagina-indeling
Portret
15 x 10 cm, zonder marge
15 x 10 cm, witte marge
15 x 10 cm, 2 foto’s
15 x 10 cm, 4 foto’s
15 x 10 cm, 6 foto’s
15 x 10 cm, 20 foto’s
- 36 -
Landschap
6.1 Het instelvenster voor de parameters onder Windows 98SE en Millennium
Dit venster is toegankelijk vanuit de meeste toepassingen. Hiermee kunt u de afdrukparameters voor een document instellen: pagina-indeling, gewenste afdrukstand en gewenst aantal afdrukken.
6.2 Het instelvenster voor de parameters onder Windows 2000 en XP
- 37 -
Dit venster is toegankelijk vanuit de meeste toepassingen. Hiermee kunt u de afdrukparameters voor een document instellen: pagina-indeling, gewenste afdrukstand en gewenst aantal afdrukken. Een voorbeeld geeft het resultaat weer volgens de huidige instelling. Afhankelijk van de geselecteerde pagina-indeling, kunt u tevens de afstand instellen tussen twee afbeeldingen op dezelfde pagina.
7 Controle van de afdrukopdracht(en) en printerstatus 7.1 Icoon informatiebalk Controle van de afdrukopdracht(en) standaard rechtsonder in de informatiebalk op het bureaublad verschijnt:
Dit programma, Agent Companion Photo, wordt automatisch opgestart wanneer Windows wordt geopend. Agent Companion Photo kan tevens worden uitgevoerd vanaf het menu "Start": Menu "Start", "Programma’s", "Companion Photo", "Agent". Dit icoon geeft de printerstatus weer: De printer is klaar om een afdrukopdracht uit te voeren De printer voert een afdrukopdracht uit De printer geeft een foutmelding Door de cursor met de muis op het icoon te plaatsen, verschijnt er een helptekst met de precieze printerstatus.
Met de rechter muisknop kunt u het menu van de Agent Companion Photo oproepen.
•
•
Geeft het dialoogvenster "Over…" weer met informatie over de Companion Photo Assistant. Dit venster geeft informatie over de geïnstalleerde A6 Photo printers, en in het bijzonder de poortnaam en het serienummer. Deze parameters worden in detail beschreven in hoofdstuk "Printereigenschappen". "A6 Fotoprinter 2006", "A6 Fotoprinter 2006 WIFI" Dit venster geeft eveneens de lijst van de geïnstalleerde A6 Photo Printer weer; dit kan een USB-printer (in dit geval moet de Printer aangesloten worden met behulp van een USBkabel) of een WIFI-printer zijn.
- 38 -
•
•
• •
Foutmeldingen Indien deze optie is aangevinkt, verschijnt er bij incidenten steeds automatisch een dialoogvak waarin de aard van de fout wordt aangegeven, zodat deze kan worden hersteld (bijvoorbeeld door de afdrukopdracht te annuleren). Zie het volgende hoofdstuk voor meer informatie over het venster "Printerstatus". Opening tijdens het afdrukken Indien deze optie is aangevinkt, verschijnt er automatisch een dialoogvak, waarin de voortgang van de afdrukopdracht wordt aangegeven, terwijl de printer aan het afdrukken is. . Zie het volgende hoofdstuk voor meer informatie over het venster "Printerstatus". Openen (standaardkeuze) Geeft het dialoogvenster aan waarin de printerstatus wordt aangegeven. Zie het volgende hoofdstuk voor meer informatie over het venster "Printerstatus". Verlaten Hiermee wordt Agent Companion Photo beëindigd en het icoon in de informatiebalk verwijderd. De agent kan opnieuw worden opgestart vanuit het menu "Start", "Programma’s", "Companion Photo", "Agent"
Info!
Het is ook mogelijk zonder Agent Companion Photo af te drukken; het programma is bedoeld om de voortgang aan te geven van de afdrukopdracht en om incidenten beter te kunnen beheersen. Wanneer Agent Companion Photo wordt verlaten, is het nog steeds mogelijk af te drukken. In dat geval wordt controle van de afdrukopdracht(en) door de Windows printmanager weergegeven. Dubbelklikken op het icoon en de opdracht "Openen" hebben hetzelfde effect.
- 39 -
7.2 Het venster "Printerstatus" Door dubbel te klikken op het icoon in de informatiebalk of op de opdracht "Openen" in het menu, wordt het venster "Printerstatus" zichtbaar.
Zoals de naam al aangeeft, biedt dit venster informatie over de huidige status van de printer. Hier enkele voorbeelden en hun betekenis:
De printer is aan het opstarten. Even geduld … Wachten totdat de printer klaar is om af te drukken.
De printer drukt af in autonome modus (de afdrukopdracht is vanuit de desk gestart) Hierdoor is het tijdelijk onmogelijk om vanaf de PC af te drukken. Wacht totdat de printer klaar is met autonoom afdrukken voordat u opnieuw probeert vanaf de PC af te drukken.
- 40 -
7.3 Controle van de afdrukopdracht(en) Tijdens het afdrukken geeft het venster "Printerstatus" per fase de voortgang van de afdrukopdracht(en) aan. Een voortgangsbalk geeft de voortgang aan van de fase die op dat moment wordt afgedrukt, terwijl de voortgangsbalk "Totaal" de voortgang van het hele proces aangeeft.
Fase 1: Papieropname
Fase 2: Afdruk in geel
Fase 3: Afdruk in magenta
Fase 4: Afdruk in cyaan
Fase 5: Aanbrengen vernislaagje
- 41 -
Fase 6: Papieruitvoer
De knop "Sluiten" sluit het venster: Heeft geen enkele impact op de afdruk. Met de knop "Annuleren" annuleert u de afdrukopdracht.
Belangrijk
Het venster "Printerstatus" verschijnt automatisch bij aanvang van een afdrukopdracht (optie "dialoogdoos tijdens de afdrukopdracht" van het menuicoon op de informatiebalk) en verdwijnt automatisch aan het einde van de afdrukopdracht.
7.4 Printereigenschappen Om het venster Printereigenschappen te openen, moet u eerst het venster Printerstatus openen en op het hamertje, in de rechter bovenhoek van het venster, klikken:
Het venster Printereigenschappen wordt getoond:
Dit venster toont informatie over de technische parameters van de printer.
- 42 -
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De identificatie van de leverancier en van het product, de modelaanduiding, het serienummer, de firmwareversie (met de overeenkomstige CheckSum), de bootloaderversie (met de overeenkomstige CheckSum), Twee fototellers, Ten slotte een interne teller voor onderhoudsdoeleinden.
Het venster toont de status van de WIFI-aansluiting en enkele details over het sturingsprogramma:
Het venster toont: o De naam van het sturingsprogramma (driver), o De naam van het product, o De productversie. Dit venster biedt u verschillende functies: o Exporteren: Met deze functie kunt u de gegevens van het scherm opslaan in een tekstbestand (met de extensie .info). o Logs: Met deze functie, die uitsluitend voor onderhoudsdoeleinden bestemd is, kunt u interne logbestanden oproepen, die nuttige informatie kunnen bevatten als er iets fout gegaan is. - 43 -
8 Incidentmanagement Als zich tijdens een afdrukopdracht een incident voordoet, wordt u hierop gewezen via het venster "Printerstatus". Voorbeelden van incidenten en hun betekenis: De afdrukopdracht kan niet worden gestart zonder papier. Vul het papier aan en start de afdrukopdracht of druk op de knop "Annuleren" om de afdrukopdracht te annuleren.
De afdrukopdracht is onderbroken, omdat er papier is vastgelopen. Haal het vel uit de printer en druk op de knop "Afdrukken" om de afdrukopdracht opnieuw te starten.
De afdrukopdracht is onderbroken naar aanleiding van een probleem met het inktlint. Controleer de status van het inktlint. Het lint moet worden vervangen als het eind van het lint is bereikt. De afdrukopdracht is onderbroken, omdat het lint op is. Kijk in de gebruiksaanwijzing van de printer om het lint te vervangen. De knop "Sluiten" sluit het venster: Heeft geen enkele impact op de afdruk. Met de knop "Annuleren" annuleert u de afdrukopdracht.
Belangrijk
Afhankelijk van het model van uw printer, kan een extra knop "Herhalen" verschijnen om het afdrukken opnieuw te starten, nadat het probleem werd opgelost. Het venster "Printerstatus" verschijnt automatisch wanneer zich een incident voordoet (optie "Foutweergave" van het menu-icoon op de informatiebalk) en verdwijnt weer automatisch nadat de fout is hersteld of na verloop van een minuut.
- 44 -
9 Printerinformatie raadplegen onder Windows 2000 en XP Onder Windows 2000 en XP verschijnt het teken Companion Photo in het venster met printereigenschappen. Hiermee kan het serienummer van uw printer en de versie van de interne software worden achterhaald.
10 Het lezen en schrijven van bestanden op de geheugenkaart Op enkele modellen verschijnt een externe disk op uw bureaublad, als randapparatuur is aangesloten. Deze driver stelt u in staat direct toegang te krijgen tot de inhoud van een geheugenkaart of van een USB-sleutel, als deze aangesloten zijn aan de randapparatuur. Zo kunt u bestanden, aanwezig op de geheugenkaart of de USB-sleutel, openen, kopiëren, wijzigen of verwijderen door uw computer of de driver van de randapparatuur te gebruiken.
10.1 Firmware update De firmware definieert de basisfuncties en –mogelijkheden van uw multifunctionele apparaat. Wij streven er voortdurend naar om de apparatuur te verbeteren en te innoveren. Met Companion Photo kunt u een firmware update uitvoeren. Zie onze internet homepage voor informatie over de firmwareversie die op dit moment beschikbaar is voor uw fotoprinter. U kunt zien welke firmware versie momenteel op uw printer is geïnstalleerd door Start > Programma’s > Companion Photo > Companion Photo - Update Printer te selecteren. Het MFUpdatePrinter venster wordt getoond: - 45 -
Klik op "Informatie Versies" om te zien welke firmwareversie op de printer is geïnstalleerd.
Download het firmwarebestand van onze homepage en sla het op uw PC op. Selecteer in het "Gelieve de software van uw apparaat te updaten" venster onder "Firmware bestand te laden", het opgeslagen firmware bestand. Klik vervolgens op "Start het laden" om het actieve firmware bestand naar het multifunctionele apparaat te laden.
Belangrijk
Wacht tot de update van de firmware voltooid is, voordat u andere handelingen op uw printer onderneemt.
- 46 -
11 FAQ’s 11.1 Probleem #1 Indien u tijdens de installatieprocedure de volgende foutmelding krijgt: [ RunDLL Error loading C:\program~1\Fichier~1\instal~1\profes~1RunTime\09\00\intel32\Ctor.dll The specified module could not be found. ] Gaat u als volgt te werk om het probleem te verhelpen: Sluit alle open programma’s Hernoem de directory "C:\Program Files\Common Files\InstallShield\Professional" als "C:\Program Files\Common Files\InstallShield\Professional.old" Start het "setup.exe" bestand dat u vindt in de "Companion Photo" directory van de Companion Photo CD-ROM.
Belangrijk
Belangrijk: Let op dat u het "setup.exe" bestand van de "Companion Photo" directory van de CD-ROM start, en NIET het "setup.exe" bestand dat zich in de root van de CD-ROM bevindt.
11.2 Probleem #2 Indien u aan het begin van de installatieprocedure van Companion Photo de volgende InstallShield foutmelding krijgt: [ An error (-???? : 0x??) has occurred while running the setup. Please make sure you have finished any previous set-up and closes other applications. If the error still occurs, please contact your vendor : ??? ] Gaat u als volgt te werk om het probleem te verhelpen: Start de PC opnieuw. Log in met administrator privileges. Wis alle bestanden en subdirectories in de directory "<Windir>\Temp". Wis alle bestanden en subdirectories in de directory "C:\Documents and Settings\<User>\Local Settings\Temp". Start de PC opnieuw. Log in met administrator privileges. Probeer opnieuw de installatieprocedure van Companion Suite uit te voeren. waar bijvoorbeeld: • * <Windir> de Windows directory naam is "C:\WINNT of C:\WINDOWS", • <User> de huidige gebruiker is (Administrator bijvoorbeeld).
- 47 -
11.3 Probleem #3 Misschien heeft het automatisch verwijderen van de oude versie geen effect. Na herstart van de PC detecteert het installatieprogramma nog steeds de oude versie. Oorzaak: • De procedure voor het automatisch verwijderen van een versie gebruikt bestanden die op de harde schijf gekopieerd zijn tijdens het installeren van de versie die u nu wilt verwijderen. • Bijvoorbeeld: indien Companion Photo 1.04 op de computer aanwezig is, terwijl u probeert Companion Photo 2.00 te installeren, start het set-up programma van Companion Photo 2.00 de set-up procedure van Companion Photo 1.04 in modus "verwijderen" met behulp van bestanden die op de harde schijf gekopieerd zijn bij de set-up van Companion Photo 1.04. Dit probleem kan zich voordoen wanneer, ongeacht de reden, deze bestanden ontbreken of beschadigd zijn. Actie: Oplossing 1: • Selecteer op het "Configuratiescherm" in "Software installeren/verwijderen" "Companion Photo" in de lijst van programma’s en klik op "Verwijderen". • Voer de verwijderingprocedure uit. • Start de computer opnieuw en voer de nieuwe set-up procedure uit. Oplossing 2: • Verwijder de oude versie van uw harde schijf met behulp van de oorspronkelijke CD-ROM van de oude versie. • Voer de verwijderingprocedure uit. • Start de computer opnieuw en voer de nieuwe set-up procedure uit.
11.4 Probleem #4 Het verwijderen van een vorige versie van Companion Photo of Photo Easy is onmogelijk via "Verwijderen" van het Startmenu of via "Software toevoegen/verwijderen" van het Configuratiescherm. Beschrijving: • Het verwijderingprogramma toont een venster met de vermelding dat een vorige versie al is geïnstalleerd en dat deze versie moet worden verwijderd, voordat u de nieuwe versie kunt installeren. Oplossing: • Plaats de oorspronkelijke CD-ROM van de vorige versie in het Cd-station en start de uitvoerbare setup.exe die zich bevindt in de directory "Companion" in de root van de CDROM Companion Photo of in de directory "Photo Easy" in de root van de CD-ROM Photo Easy. • Selecteer vervolgens "Verwijderen".
- 48 -