RIVM/LCI-COMMUNICATIE
Communicatie toolkits Infectieziekten De zorg voor morgen begint vandaag Lotus van den Hoogen 2/1/2013
Evaluatie van het gebruik en de inhoud van de toolkits Infectieziekten van het RIVM onder communicatieadviseurs en gezondheidsprofessionals infectieziektebestrijding bij de GGD 1
Voorwoord Gedurende drie maanden heb ik stage gelopen bij de afdeling Communicatie van het RIVM voor het Communicatieprofiel binnen mijn Master Biomedische Wetenschappen (Radboud Universiteit, Nijmegen). Ik heb tijdens deze stage een evaluatie uitgevoerd van het gebruik en de inhoud van de toolkits Infectieziekten onder communicatieadviseurs en gezondheidsprofessionals infectieziektebestrijding voor de LCI. Voor u ligt het rapport van dit onderzoek. Ik wil graag Monique Persoon, Hella Smit en Ton Oomen bedanken voor de begeleiding. Daarnaast wil ik graag alle collega’s bij Communicatie en de LCI bedanken voor de hartelijke ontvangst en alle hulp. Ook wil ik graag Margit Govers, Marcel Scholten, Gerda Doornbos en Roderick Gielis bedanken voor het meedenken. Mochten er in de toekomst vragen zijn naar aanleiding van dit verslag, dan kunt u mij bereiken via:
[email protected]
2
Samenvatting Het RIVM heeft – in samenwerking met haar partners – communicatie toolkits ontwikkeld voor publiekscommunicatie. Aan de hand van materialen in deze toolkits kunnen (communicatie) professionals verbonden aan gezondheidszorginstellingen – zoals de GGD – voorlichtingsmateriaal maken. Het doel van het huidige onderzoek is: Evaluatie van het gebruik en de inhoud van toolkits Infectieziekten van het RIVM onder communicatieadviseurs en gezondheidsprofessionals infectieziektebestrijding bij de GGD. Door middel van vragenlijstonderzoek werd nagegaan wie gebruik maakt van de toolkits Infectieziekten, hoe vaak ze worden gebruikt, of ze de wensen/behoeften van de gebruikers vervullen en op welke manier ze verbeterd kunnen worden. Tot slot werd nagegaan of het spel “Teek Control” en de film “Een teek? Pak ‘m beet!” in de vernieuwde toolkit Teken & Lyme bekend zijn onder de gebruikers en of ze worden ingezet als middel voor publiekscommunicatie. De uitnodiging voor de online vragenlijst werd per mail verstuurd aan communicatieadviseurs, verpleegkundigen- en artsen infectieziektebestrijding bij alle GGD’en in Nederland. Er werd uitgegaan van drie groepen respondenten: respondenten die de toolkits Infectieziekten kennen, niet kennen of niet gebruiken. Zij liepen op een verschillende manier door de vragenlijst. De bekendheid van de toolkits Infectieziekten onder responderende artsen- en verpleegkundigen infectieziektebestrijding is zeer goed (respectievelijk 97% en 99%). De bekendheid onder communicatieadviseurs is naar verhouding minder (73%). 3 op de 4 respondenten die bekend zijn met de toolkits Infectieziekten, maakt er ook gebruik van. Verpleegkundigen infectieziektebestrijding maken het meest gebruik van de toolkits Infectieziekten. Folders/brochures zijn veruit de meeste gebruikte materialen in de toolkits (89%). Van nieuwsberichten, grafieken/tabellen, banners en advertenties wordt het minst gebruik gemaakt (<5%). Thema’s die ontbreken volgens respondenten zijn Hygiëne, NORO/Rota, Vlekjesziekten (op kinderdagverblijven) en Zoönosen (MRSA). Het persoonlijke account “Mijn Toolkits” op de website waar de toolkits op zijn weergegeven wordt door niemand gebruikt. Hoewel de website door de meerderheid van de gebruikers als prettig wordt ervaren, vindt echter ook een groot gedeelte van de gebruikers deze niet prettig in het gebruik (40%). Suggesties voor verbetering waren onder andere: vereenvoudig het taalgebruik van materialen (verder), maak kortere films en neem een beeldenbank op. Slechts een klein gedeelte van de respondenten zet het spel “Teek Control” en de film “Een teek? Pak ‘m beet!” in als middel voor publiekscommunicatie. Toch zijn deze vaak bekeken/gespeeld. Deze middelen vinden blijkbaar zelf een weg naar de uiteindelijke doelgroep: het publiek.
3
Inhoud Voorwoord .....................................................................................................................................................................2 Samenvatting .................................................................................................................................................................3 Hoofdstuk 1: Achtergrond .............................................................................................................................................6 1.1 Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) ................................................................................6 Centrum Infectieziektenbestrijding (CIb) ..............................................................................................................6 Stafeenheid Communicatie...................................................................................................................................6 1.2 Toolkits ................................................................................................................................................................7 1.3 De Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) .....................................................................................................7 Hoofdstuk 2: Introductie ...............................................................................................................................................8 2.1 Toolkits Infectieziekten .......................................................................................................................................8 2.2 Evaluatieonderzoek 2011 ....................................................................................................................................8 2.3 Doel van het onderzoek ......................................................................................................................................8 Hoofdstuk 3: Theoretische onderbouwing ..................................................................................................................10 3.1 Communicatie ...................................................................................................................................................10 3.2 GGD-professionals als intermediair in publiekscommunicatie .........................................................................10 3.3 Communicatiestrategie RIVM ...........................................................................................................................11 Hoofdstuk 4: Methode ................................................................................................................................................12 4.1 Onderzoekspopulatie ........................................................................................................................................12 4.2 De vragenlijst .....................................................................................................................................................12 Vormgeving vragenlijst .......................................................................................................................................12 Instellingen vragenlijst ........................................................................................................................................13 Testpanel ............................................................................................................................................................13 Hoofdstuk 5: Resultaten & Discussie ...........................................................................................................................14 5.1.1 Algemene gegevens .......................................................................................................................................14 Testpanel ............................................................................................................................................................14 Respons ...............................................................................................................................................................14 Persoonsgegevens ..............................................................................................................................................15 5.1.2 Discussie .........................................................................................................................................................16 Testpanel ............................................................................................................................................................16 Respons ...............................................................................................................................................................16 Instellingen vragenlijst ........................................................................................................................................17 Persoonsgegevens ..............................................................................................................................................17 5.2.1 Deelvraag 1: Wie maakt gebruik van de toolkits Infectieziekten en hoe vaak worden ze gebruikt? .............18 Bekendheid van de toolkits Infectieziekten ........................................................................................................18 Gebruik van de toolkits infectieziekten ..............................................................................................................18 Rolverdeling publiekscommunicatie ...................................................................................................................22
4
5.2.2 Discussie .........................................................................................................................................................23 Bekendheid & gebruik van de toolkits Infectieziekten .......................................................................................23 Frequentie van het gebruik van de toolkits infectieziekten ...............................................................................23 5.3.1 Deelvraag 2: Vervullen de toolkits Infectieziekten de wensen/behoeften van de gebruikers? .....................24 Ervaringen toolkits Infectieziekten .....................................................................................................................24 Het ontbreken van thema’s ................................................................................................................................25 Gebruik van materialen in de toolkits Infectieziekten ........................................................................................27 Gebruik materialen van andere organisaties/instellingen ..................................................................................28 Gebruik in de toekomst ......................................................................................................................................29 Overige vragen toolkits Infectieziekten ..............................................................................................................30 5.3.2 Discussie .........................................................................................................................................................31 Ervaringentoolkits Infectieziekten ......................................................................................................................31 Het ontbreken van thema’s ................................................................................................................................31 Gebruik van materialen in de toolkits Infectieziekten ........................................................................................31 Gebruik materialen van andere organisaties/instellingen ..................................................................................32 Gebruik in de toekomst ......................................................................................................................................32 Overige vragen toolkits Infectieziekten ..............................................................................................................32 5.4.1 Deelvraag 3: Op welke manier kunnen de toolkits Infectieziekten verbeterd worden?................................33 Verbeteren van de toolkits Infectieziekten .........................................................................................................33 5.4.2 Discussie .........................................................................................................................................................33 5.5.1 Vernieuwde toolkit Teken & Lyme .................................................................................................................34 5.5.2 Discussie .........................................................................................................................................................34 Hoofdstuk 6: Conclusies & Aanbevelingen ..................................................................................................................35 Geraadpleegde literatuur ............................................................................................................................................37 Bijlagen ........................................................................................................................................................................39 Bijlage A ...................................................................................................................................................................39 Bijlage B ...................................................................................................................................................................41 Bijlage C ...................................................................................................................................................................42 Bijlage D...................................................................................................................................................................52
5
Hoofdstuk 1: Achtergrond 1.1 Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) Het RIVM beschermt en bevordert de gezondheid van de bevolking en de kwaliteit van het leefmilieu. Dat doet zij door middel van onderzoek, het uitbrengen van adviezen en het ondersteunen van de overheid. De belangrijkste opdrachtgevers zijn dan ook de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn & Sport (VWS) en Infrastructuur & Milieu (I&M). Desondanks is het RIVM een onafhankelijke instelling. Dat is vastgelegd in de wet op het RIVM. [1] Het RIVM heeft drie portefeuilles: Centrum Infectieziektenbestrijding (ook wel: Infectieziekten & Vaccinologie), Volksgezondheid & Zorg en Milieu & Veiligheid. [2] Centrum Infectieziektenbestrijding (CIb) Het CIb heeft als missie de signalering, bestrijding en preventie van infectieziekten ten behoeve van de volksgezondheid in Nederland. [3] Onder deze portefeuille vallen 5 afdelingen: -
Infectieziekten Epidemiologie & Surveillance (EPI) Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek & Screening (IDS) Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie (Z&O) Immunologie van Infectieziekten en Vaccins (IIV)
De missie van het CIb wordt vertaald in het uitvoeren van diagnostiek, surveillance en wetenschappelijk onderzoek om inzicht te verkrijgen in infectieziekten in Nederland. Daarnaast zorgt het Cib voor het uniformeren van preventie, versterken van waakzaamheid en snelle reactie bij mogelijke uitbraken, mede door de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma. Tot slot staat zij garant voor het bevorderen van effectieve infectieziektebestrijding en –preventie door het adviseren van professionals en ministeries en het geven van voorlichting aan het publiek. Naast de taken gericht op de infectieziektebestrijding is het CIb verantwoordelijk voor de landelijke screeningsprogramma’s voor zwangere vrouwen en pasgeborenen. [4] Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) De LCI is een afdeling binnen het CIb die zich bezig houdt met de advisering van professionals in ‘het veld’, het verrichten van crisismanagement tijdens een (dreigende) epidemie en het maken van landelijke afspraken over de bestrijding van infectieziekten. De LCI fungeert tevens als kenniscentrum voor de GGD’en. [5] Stafeenheid Communicatie Het is onmogelijk om niet te communiceren [6], dat geldt ook voor het RIVM. Zonder communicatie zou alle beschikbare (wetenschappelijke) kennis binnen het RIVM zinloos zijn. Eén van de taken van het RIVM is dan ook: ‘informatie aan professionals en burgers’. [7] Binnen deze kennisoverdracht zijn de professionals de belangrijkste doelgroep van het RIVM, zij zijn verantwoordelijk voor de verdere verspreiding van kennis – op maat – naar de burger toe. Professionals verbonden aan de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) zijn een belangrijk voorbeeld hiervan. Het RIVM stelt in specifieke gevallen ook direct informatie beschikbaar aan burgers (zoals kiesbeter.nl). [7]
6
De Stafafdeling Communicatie is een ‘onafhankelijke’ afdeling binnen het RIVM en heeft voornamelijk een ondersteunende en adviserende taak ten opzichte van de andere afdelingen. Zij is verantwoordelijk voor onder andere persvoorlichting, ondersteuning bij het uitvoeren van kerntaken en het op elkaar afstemmen van alle communicatieactiviteiten vanuit het RIVM, zowel intern als extern (geïntegreerde communicatie). [8]
1.2 Toolkits Het RIVM heeft – in samenwerking met haar partners – communicatie toolkits ontwikkeld voor publiekscommunicatie. [9] Deze toolkits bevatten informatie over allerlei gezondheidsthema’s, zoals infectieziekten en een gezonde leefomgeving. De inhoud bestaat uit kant-en-klare producten en halffabricaten, zoals onder andere: informatieve teksten, folders, posters, figuren en afbeeldingen. Aan de hand van deze materialen kunnen (communicatie) professionals verbonden aan gezondheidszorginstellingen – zoals de GGD – voorlichtingsmateriaal maken. Daarmee zijn deze toolkits één van de informatiemiddelen aan professionals, zoals genoemd één van de taken van het RIVM. De primaire doelgroep van de toolkits bestaat uit intermediairs die werken op het snijvlak van publieksvoorlichting en collectieve gezondheid, zoals (communicatie)professionals bij de GGD, thuiszorg, thema-instituten etc. De secundaire doelgroep zijn andere intermediairs zoals patiëntenverenigingen, apotheken, natuureducatie etc. [10] De toolkits bieden dus eenvoudig te downloaden communicatiemateriaal, zodat iedereen gebruik kan maken van dezelfde, breed gedragen basisinformatie. Professionals kunnen met een kleine inspanning tal van communicatiemiddelen op maat samenstellen. Daarmee is dit product een goed voorbeeld van de taken van het CIb (uniformeren van preventie) en de LCI (kenniscentrum voor de GGD’en).
1.3 De Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) De 26 GGD’en in Nederland hebben de wettelijke taak om de gezondheid van burgers te bevorderen en beschermen tegen ziekten en calamiteiten in ruim 400 Nederlandse gemeenten. [11] Een van de belangrijkste taken van de GGD is dan ook het geven van voorlichting aan burgers. Het RIVM ondersteunt de GGD in deze taak onder andere door het produceren van toolkits voor publiekscommunicatie. Professionals aan de GGD is een van de belangrijkste doelgroepen van de toolkits. Door hen te betrekken bij het maken van de toolkits, in een multidisciplinaire werkgroep, blijft het RIVM in contact met de doelgroep.
7
Hoofdstuk 2: Introductie 2.1 Toolkits Infectieziekten De LCI is de houder van de toolkits Infectieziekten, op het moment zijn er 10 toolkits Infectieziekten:
Antibioticagebruik De Griep & Verkoudheid Hepatitis B risicogroepen Hoofdluis HPV-vaccinatie
Q-koorts Scabiës Teken & Lyme Voedselinfecties Zwangerschap & Infecties
Bij de LCI rees de vraag of de toolkits Infectieziekten nog wel voldoen aan de behoeften van de gebruikers. Zij wilden graag antwoord op deze vraag alvorens verder te gaan investeren in de toolkits Infectieziekten. Momenteel kan alleen aan de hand van de downloadcijfers een indruk worden verkregen over de frequentie van het gebruik van de toolkits Infectieziekten. Deze worden echter als onbetrouwbaar geacht omdat het downloaden van materialen niet per definitie betekent dat ze ook daadwerkelijk gebruikt worden. Bovendien was men benieuwd naar de mening van de gebruiker over de (materialen in) de toolkits en niet alleen naar de frequentie van het gebruik.
2.2 Evaluatieonderzoek 2011 In 2011 is een evaluatieonderzoek uitgevoerd door Amber Meijer, student Biomedische Wetenschappen aan de Universiteit Utrecht: ‘Evaluatie van de Toolkits voor publiekscommunicatie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)’ (afstudeerscriptie Bachelor). [12] Gedurende dit evaluatieonderzoek werden 8 gezondheidsprofessionals geïnterviewd. Zowel communicatie-medewerkers en een sociaal verpleegkundige van de GGD, als artsen verbonden aan ziekenhuizen en andere gezondheidszorg professionals deden mee. Alle toolkits werden besproken, dus ook toolkits over een gezonde leefomgeving en leefstijl. De belangrijkste conclusies waren: -
De toolkits zijn bekend en vindbaar Vooral kant-en-klare producten worden gebruikt Er zitten geen interactieve elementen in de toolkits, zoals spelletjes, filmpjes of quizzen Er zijn geen actuele onderwerpen Gebruikers van de toolkits kunnen leunen op de kwaliteitswaarborg van het RIVM The rol van de GGD en het RIVM in publiekscommunicatie is onduidelijk Er zijn weinig tot geen mogelijkheden voor gezondheidsprofessionals om hun mening te geven/achter te laten
2.3 Doel van het onderzoek Het huidige onderzoek sluit aan op dit evaluatieonderzoek, maar richt zich alleen op de toolkits Infectieziekten en de mening van communicatieadviseurs en gezondheidsprofessionals in infectieziektebestrijding bij de GGD. Daarom zal vragenlijstonderzoek plaatsvinden onder communicatieadviseurs, verpleegkundigen- en artsen infectieziektebestrijding bij alle 26 GGD’en in Nederland.
8
Het doel van het onderzoek is: Evaluatie van het gebruik en de inhoud van toolkits Infectieziekten van het RIVM onder communicatieadviseurs en gezondheidsprofessionals infectieziektebestrijding bij de GGD. Deelvragen zijn: -
Wie maakt gebruik van de toolkits Infectieziekten en hoe vaak worden ze gebruikt? Vervullen de toolkits Infectieziekten de wensen/behoeften van de gebruikers? Op welke manier kunnen de toolkits Infectieziekten verbeterd worden?
Daarnaast is onlangs de toolkit Teken & Lyme vernieuwd. Daarin is het spelletje (‘serious game’) ‘Teek Control’ opgenomen en de voorlichtingsfilm ‘Een teek? Pak ‘m beet!’. De vraag rees of deze bekend zijn onder de gebruikers en of ze worden ingezet als middel voor publiekscommunicatie.
9
Hoofdstuk 3: Theoretische onderbouwing 3.1 Communicatie Een sterke definitie van communicatie is die van Gisela Redeker, hoogleraar Communicatie, Groningen [13]: “Communicatie is het scheppen van gemeenschappelijke betekenis.” Gedurende het begin van de massacommunicatie in 1920 – 1930 door de komst van de radio en de krant werd gesproken over het zogenaamde ‘magic bullet effect’ of ‘hypodermic needle effect’. Dit betekende dat de media de mening van burgers op grote schaal konden beïnvloeden en vervormen zodat het gewenste gedrag werd verkregen. The media werden gezien als ‘hypodermic needle’ die boodschappen direct in willoze burgers injecteerden. [14] Inmiddels heeft deze theorie plaatsgemaakt voor meer actuele theorieën, waarin communicatie niet op een lineaire, eenzijdige manier verloopt maar interactief. [14] Deze interactie met het publiek is in de laatste jaren alleen maar verder toegenomen door de komst van social media en het gebruik van internet altijd en overal via smartphones. Doordat talloze aanbieders voor een grote diversiteit in het aanbod van informatie zorgen, is eenduidige communicatie over gezondheidsthema’s van groot belang. Boodschappen die met elkaar in strijd zijn, zijn obstakels voor effectieve communicatie. Daarom bieden de toolkits consistente en correcte informatie voor de professional zodat krachtige en eenduidige publieksinformatie ontstaat. [10]
3.2 GGD-professionals als intermediair in publiekscommunicatie Het gebruik van toolkits voor publiekscommunicatie op zich is niet uniek, zo maakt het CDC (USA) al langer gebruik van dergelijke toolkits. [15] Echter, het gebruik van toolkits voor de professional, waarbij de professional optreedt als intermediair, is een minder bekend verschijnsel. De professional is daarbij verantwoordelijk voor ‘informatie op maat’ voor een specifieke doelgroep, bijvoorbeeld meisjes van 12 – 14 jaar in verband met HPV-vaccinatie of moeders van kinderen op de basisschool in verband met hoofdluis. Hoewel er weinig literatuur beschikbaar is over het gebruik van een intermediair in publiekscommunicatie, werpt het boek van Klaassen zicht hierop [16]. Klaassen gaat in op het gebruik van intermediairs in overheidsvoorlichting, in het bijzonder postbus 51-campagnes. Hij beargumenteert dat het belangrijkste doel van intermediairs het toespitsen van de boodschap voor een specifieke doelgroep is. Alleen het gebruik van massacampagnes is niet effectief gebleken voor gedragsverandering binnen specifieke doelgroepen. [8], [17] Intermediairs betrekken in het ontwerp van campagnes en hen de vrijheid te geven er een eigen invulling aan te geven, kan tot een grotere bereidheid leiden om actief deel te nemen aan een campagne. De toolkits van het RIVM zijn hier een goed voorbeeld van: de intermediair, de GGDprofessional, kan materialen uit de toolkits zelf aanpassen en zo actief deelnemen in publiekscommunicatie. Gedurende dit proces is het van belang dat de taken van de intermediairs en de zender van de campagne duidelijk zijn evenals de manier van samenwerking tussen beide. [18] Aangezien het gebruik van de toolkits Infectieziekten – en daarmee de verspreiding van informatie onder het publiek – volledig afhankelijk is van (communicatie) professionals bij de GGD, is het van
10
groot belang om hun mening over het ontwerp van de toolkits in kaart te brengen. Daarnaast is het van belang dat de taken van (communicatie) professionals bij de GGD en van het RIVM duidelijk zijn. Knowledge utilization Het gebruik van de toolkits door professionals kan worden uitgedrukt als: ‘knowledge utilization’ (kennisbenutting). Chagnon et al. [19] hebben aangetoond dat “het relationele vermogen” tussen professionals en onderzoekers het sterkst geassocieerd is met knowledge utilization binnen maatschappelijk werk. Dit geeft aan dat het van belang is dat er een goede relatie bestaat tussen het RIVM en (communicatie) professionals bij de GGD. Dit benadrukt tevens het belang van het “waargenomen nut” van de toolkits onder professionals. Samen met de huidige inzichten op het gebied van laaggeletterdheid en beperkte gezondheidsvaardigheden is het van groot belang om publieksinformatie op maat te produceren en in samenwerking met de professional. [20], [21]
3.3 Communicatiestrategie RIVM In november 2010 is de communicatiestrategie ontwikkeld voor het RIVM voor de periode 20112014 [8]. Enkele van de adviezen uit dit rapport zijn: “Meer kennis over en contact met de doelgroepen. Het is belangrijk dat het RIVM meer inzicht krijgt in de kenmerken en beweegredenen van de doelgroepen.” “Eenzijdige communicatie maakt plaats voor dialoog” … “We adviseren het RIVM om de dialoog met de doelgroepen aan te gaan. In alle communicatiemiddelen, die in de komende jaren gebruikt worden, worden de doelgroepen uitgenodigd om te reageren.” Zoals genoemd is de theorie van de hypodermic needle verouderd, en moet deze plaatsmaken voor een nieuwe tijd waarin interactie met het publiek centraal staat. [8] De toolkits lenen zich prima voor interactie: ze zijn gemaakt voor en door de gebruiker. Al met al sluiten de adviezen uit deze communicatiestrategie aan bij het huidige onderzoek, het in kaart brengen van de mening van GGD-professionals over de toolkits Infectieziekten.
11
Hoofdstuk 4: Methode 4.1 Onderzoekspopulatie De onderzoekspopulatie is tevens een van de belangrijkste doelgroepen van de toolkits Infectieziekten: communicatieadviseurs en (gezondheids-) professionals bij de GGD, werkzaam in infectieziekte-bestrijding. Een link naar de vragenlijst werd per e-mail verstuurd aan de onderzoekspopulatie (zie bijlage B). Emailadressen van artsen en verpleegkundigen infectieziektebestrijding bij de GGD werden verkregen via het digitale adressenbestand van de LCI. De communicatieadviseurs bij de GGD werden bereikt via Miranda van Zoest (Senior communicatieadviseur/persvoorlichter, GGD-Nederland), zij stuurde de uitnodiging voor de vragenlijst door in verband met privacy van de gegevens. In totaal werden 353 personen geïncludeerd bij alle GGD’en: -
168 (sociaal) verpleegkundigen infectieziektebestrijding 107 artsen infectieziektebestrijding 78 communicatieadviseurs
4.2 De vragenlijst Aan de hand van het eerdere evaluatieonderzoek van Amber Meijer en gesprekken met betrokkenen verbonden aan het RIVM is de vragenlijst opgesteld. Overleg heeft plaatsgevonden met: -
Monique Persoon, Communicatie: verantwoordelijk voor de ontwikkeling, de procesbewaking en het actueel houden van de toolkits infectieziekten Ton Oomen, LCI: betrokken bij de ontwikkeling van richtlijnen, publieksfolders en lid van verschillende werkgroepen voor toolkits Infectieziekten Marcel Scholten, CGL: strategisch adviseur bij het CGL en verantwoordelijk voor de marketing van de toolkits
De vragenlijst is vervolgens samengesteld in Formdesk [22], een online programma wat doorgaans door de LCI/Communicatie wordt gebruikt voor het uitzetten van vragenlijsten. Aspecten die aan bod komen in de vragenlijst zijn: persoonlijke gegevens, bekendheid -, gebruik -, inhoud -, en meerwaarde van de toolkits Infectieziekten, de opzet van de toolkits Infectieziekten op de website en tot slot suggesties voor verbeteringen. De gehele vragenlijst is opgenomen als bijlage (zie bijlage C). Er werd uitgegaan van drie groepen respondenten die de vragenlijst verschillend doorlopen: -
Respondenten die de toolkits Infectieziekten kennen en gebruiken Respondenten die de toolkits Infectieziekten kennen, maar niet gebruiken Respondenten die de toolkits Infectieziekten niet kennen (en dus ook niet gebruiken)
Vormgeving vragenlijst De kleuren van de vragenlijst komen overeen met de kleuren van de website waar de toolkits op zijn weergegeven voor de herkenbaarheid. Er is een tijdsbalk weergegeven bovenaan de pagina zodat respondenten konden zien waar zij zich in de vragenlijst bevonden, over het algemeen wordt het als prettig ervaren om dit te kunnen zien.
12
Instellingen vragenlijst Het was mogelijk voor de respondent om tussentijds zijn/haar invoer bewaren, door middel van een code kon de vragenlijst later afgemaakt worden. Invoer die tussentijds werd afgebroken, werd altijd bewaard ook al was de vragenlijst maar gedeeltelijk ingevuld. Door middel van cookies was het voor respondenten niet mogelijk om meer dan één keer de vragenlijst in te vullen. Daarnaast voerde Formdesk aan het einde van elke pagina controles uit om te zorgen dat alle vragen goed ingevuld waren. Ter beveiliging was het voor zoekrobots onmogelijk om de vragenlijst te vinden. Hoewel alle e-mailadressen bekend zijn, is het invullen van de vragenlijst zelf anoniem: het is niet terug te leiden welke set antwoorden bij welk e-mailadres hoort. Testpanel 10 verpleegkundigen verbonden aan het Landelijk Overleg Verpleegkundigen Infectieziektebestrijding (LOVI) dienden als testpanel voor de vragenlijst. Alvorens de vragenlijst te versturen aan het testpanel is deze door verschillende medewerkers van de LCI en Communicatie gecontroleerd.
13
Hoofdstuk 5: Resultaten & Discussie 5.1.1 Algemene gegevens Testpanel In totaal hebben 4 van de LOVI-verpleegkundigen de vragenlijst voor de deadline ingevuld (40%). Geen van hen had op- of aanmerkingen op de vragenlijst. Respons In Tabel 1 is de respons na de uitnodiging en elke herinnering weergegeven. Tabel 1: Respons
Uitnodiging 1e herinnering 2e herinnering
Datum
Respons, in % (n) Compleet Gedeeltelijk
11-12-2012 19-12-2012 07-01-2013
25% (85) 33% (113) 40% (134)
31% (103) 40% (134) 47% (157)
Na sluiting van de online vragenlijst op 23 januari 2013 hadden 157 personen de vragenlijst ingevuld (47%), waarvan 134 compleet (40%). Het actieve responspercentage is daarmee 47%. Figuur 1 laat zien hoe het aantal respondenten1 verloopt door de vragenlijst.
Figuur 1: Het verloop van het aantal respondenten door de vragenlijst
1
Respondenten: personen die de vragenlijst hebben ingevuld.
14
Persoonsgegevens In totaal deden 108 vrouwen mee (81%) en 26 mannen (19%). In Figuur 2 is de verdeling per beroepsgroep weergegeven. Onder de categorie ‘anders’ werden de volgende functies genoemd (n2=7): ‘beleidsmedewerker’, ‘inspecteur Ship Sanitation en Kinderdagverblijven’, ‘functionaris Gezondheidsbevordering’, ‘medewerker Preventie en Preparatie Infectieziekten’, ‘teammanager Infectieziekten, Reizigers en TBC’, ‘hoofd AGZ’ en ‘coördinator preventie’. Deze verhoudingen in het aantal verpleegkundigen en communicatiemedewerkers onder de respondenten is vergelijkbaar met die in de aangeschreven groep, namelijk: 168 verpleegkundigen infectieziektebestrijding (48%) en 78 communicatieadviseurs (22%). Het aantal artsen onder de respondenten is ondervertegenwoordigd in vergelijking met de aangeschreven groep: respectievelijk 27% en 70%.
Wat is uw functie? Communicatieadviseur 11%
Arts infectieziektebestrijding 27%
Anders 5%
Verpleegkundige infectieziektebestrijding 57%
N=134 Figuur 2: Verdeling respondenten per beroepsgroep
Alle 26 GGD’en werden vertegenwoordigd onder de respondenten (minimaal 1 persoon – maximaal 11 personen per GGD).
2
Bij alle genoemde percentages in dit hoofdstuk is ook het aantal vermeld (n), gezien het feit dat het totaal aantal respondenten bij niet alle vragen hetzelfde is.
15
5.1.2 Discussie Testpanel Slechts 40% van het testpanel heeft de vragenlijst ingevuld na de uitnodiging en een herinnering. Dit kan komen doordat de tijd voor reageren kort was (4 werkdagen). Er waren echter geen enkele opof aanmerkingen over de vragenlijst dus kan worden geconcludeerd dat deze zeer waarschijnlijk begrijpelijk en compleet is volgens het testpanel. Respons Er zijn verschillende redenen voor non-respons in dit specifieke geval. Allereerst is de periode waarin de vragenlijst is uitgezet een drukke periode met kerst en de jaarwisseling. Er was dus een vakantieperiode tijdens de dataverzameling, welke ervoor kan zorgen dat een uitnodiging voor een vragenlijstonderzoek over het hoofd wordt gezien. Aan het einde van het jaar hebben mensen het druk met het afmaken van allerlei zaken, de kans dat zij tijd over hebben voor een vragenlijstonderzoek is dan minimaal. Daarom is in de eerste week van januari nog een herinnering gestuurd, deze leverde echter maar 18 nieuwe respondenten op. De vragenlijst is vervolgens – na 2 weken – op 23 januari gesloten. Ten tweede liepen er gedurende dit vragenlijstonderzoek nog 2 vragenlijstonderzoeken onder dezelfde doelgroep. Daarom is bij één van de andere onderzoeken aangegeven dat respondenten die beide vragenlijsten zouden invullen in aanmerking kwamen voor een DVD over uitbraken van infectieziekten. Hiermee hoopten we de respons voor beide vragenlijsten te verhogen. Tot slot is het adressenbestand met de e-mailadressen van verpleegkundigen en artsen infectieziektebestrijding van de LCI zeer waarschijnlijk ‘vervuild’. In het bestand van de verpleegkundigen infectieziektebestrijding waren ook e-mailadressen van SOA, TBC en reizigers verpleegkundigen opgenomen. Zeer waarschijnlijk zijn er in plaats van 168 verpleegkundigen infectieziektebestrijding daadwerkelijk 140 werkzaam bij de GGD’en. Daarnaast zijn er in plaats van 107 artsen infectieziektebestrijding daadwerkelijk 70 werkzaam bij de GGD’en. [Deze informatie is via Ton Oomen, LCI, verkregen]. Met in achtneming van deze mogelijke ‘vervuiling’ is de respons uit de doelgroep van het onderzoek dus waarschijnlijk hoger dan 47%. Al met al betekent een actief responspercentage van 47% in dit geval 157 respondenten wat een ruim aantal is. Zeker gezien het feit dat de gehele onderzoekspopulatie ook doelgroep was binnen dit onderzoek: er is geen sprake van een steekproef uit de onderzoekspopulatie. Daarnaast geldt voor klanttevredenheidsonderzoeken dat zich richt op verbetermogelijkheden dat er geen minimum is voor de respons, maar hoe meer respondenten, hoe beter het beeld. [23] Drie groepen respondenten De vragenlijst werd verschillend doorlopen door respondenten die de toolkits Infectieziekten kennen, gebruiken en niet kennen. Het kan echter zo zijn dat respondenten die aangeven de toolkits Infectieziekten niet kennen, deze eventueel toch gebruiken maar dit niet weten. Bijvoorbeeld doordat zij via zoekmachines (Google) terecht komen bij een folder uit de toolkits, deze inzetten als communicatiemiddel maar niet weten dat deze folder onderdeel is van een toolkit Infectieziekten. Ik heb zoveel mogelijk geprobeerd om dit te voorkomen door aan het begin van de vragenlijst een korte uitleg te geven over de toolkits Infectieziekten (inclusief een link naar de website waar zij op
16
staan). Daarnaast kwam eenzelfde uitleg tevoorschijn wanneer een respondent aangaf de toolkits Infectieziekten niet te kennen. Ondervertegenwoordiging Het is mogelijk dat personen die de toolkits Infectieziekten niet kennen, niet gebruiken of niet tevreden zijn met het product ondervertegenwoordigd zijn. Ik heb dit proberen te voorkomen door in de uitnodigingsmail voor de vragenlijst de volgende zin op te nemen: “Let op: Vul de vragenlijst ook in als u de toolkits Infectieziekten niet kent of niet gebruikt!” (zie bijlage B). Het kan echter nog steeds zo zijn dat deze groep is ondervertegenwoordigd omdat zij minder snel geneigd zijn de vragenlijst in te vullen. Instellingen vragenlijst Om zo min mogelijk informatie verloren te laten gaan is gekozen om invoer die tussentijds werd afgebroken ook te bewaren. Respondenten die de vragenlijst later af wilden maken konden dit doen door middel van een code. Het kan toch zo zijn dat er op deze manier dubbele invoeren zijn ontstaan. Dit aantal zal tot een minimum beperkt zijn gezien het feit dat er slechts 23 gedeeltelijk ingevulde formulieren zijn. Persoonsgegevens Meer vrouwen hebben de vragenlijst ingevuld dan mannen (respectievelijk 81% en 19%). De verhoudingen per beroepsgroep onder de respondenten komen wat betreft de verpleegkundigen infectieziektebestrijding en communicatiemedewerkers overeen met de aangeschreven groep, maar voor de artsen infectieziektebestrijding niet. Al met al ging het in dit onderzoek vanuit de LCI om ‘de gebruiker’ van de toolkits Infectieziekten, waarin het niet uitmaakt wie deze gebruiker is. De ondervertegenwoordiging van mannen en van artsen infectieziektebestrijding maakt dus niet uit: zij behoren blijkbaar in mindere mate tot ‘de gebruiker’.
17
5.2.1 Wie maakt gebruik van de toolkits Infectieziekten en hoe vaak worden ze gebruikt? Bekendheid van de toolkits Infectieziekten 94% van de respondenten geeft aan de toolkits Infectieziekten te kennen (n=147). De meeste respondenten zijn bekend geworden met de toolkits Infectieziekten via informatie/communicatie vanuit het RIVM (37%, n=54), zie Figuur 3. Daarvan geeft twee derde aan dat dit informatie/communicatie vanuit de LCI was (67%, n=36). Geen van hen gaf aan dat dit via het CGL was. Tevens gaf geen van de respondenten aan bekend te zijn geworden met de toolkits Infectieziekten via een zoekmachine op het internet.
Hoe bent u bekend geworden met de toolkits Via de website van Infectieziekten? Anders het RIVM 25%
5%
Via een bestaande folder/brochure 1% Via informatie/ communicatie vanuit het RIVM 36%
LCI 67%
CIb 29%
Anders 4%
Via collega's 32%
N=146 Figuur 3: Bekend geworden met de toolkits Infectieziekten
Respondenten die de toolkits Infectieziekten niet kennen 10 respondenten geven aan de toolkits Infectieziekten niet te kennen (6%): 40% communicatiemedewerkers (n=4), 10% arts infectieziektebestrijding (n=1), 10% verpleegkundige infectieziektebestrijding (n=1), 20% respondenten in de categorie ‘anders’ (n=2) en van 20% is onbekend welke functie zij hebben (n=2). Een van de communicatiemedewerkers die heeft ingevuld de toolkits Infectieziekten niet te kennen, geeft aan het einde van de vragenlijst wel een inhoudelijke opmerking over de toolkits. Gebruik van de toolkits infectieziekten 75% van de respondenten die de toolkits Infectieziekten kennen, geeft aan er ook gebruik van te maken (n=109). 85% van hen zou het gebruik van de toolkits Infectieziekten aan een collega bij de GGD aanraden (n=86), de andere 15% geeft ‘weet ik niet’ aan. Daarnaast verwijst 55% van hen andere (medische) professionals, bijvoorbeeld een huisarts of een docent in het basisonderwijs, wel eens door naar de toolkits Infectieziekten (n=56). Zie voor een overzicht van deze gegevens Figuur 4.
18
Bekendheid & gebruik van de toolkits Infectieziekten
100% 80%
94% 85% 75% 71%
60%
van bekend
40%
60% van gebruik
55% 39%
20%
van gebruik
0% Bekend (n=147)
Gebruik (n=109)
Verwijst collega bij Verwijst andere de GGD professionals (n=86) (n=56)
Figuur 4: Bekendheid & gebruik van de toolkits Infectieziekten Bekend: Kent de toolkits Infectieziekten Gebruik: Maakt gebruik van de toolkits Infectieziekten Verwijst collega bij de GGD: Raadt collega’s bij de GGD het gebruik van de toolkits Infectieziekten aan Verwijst andere professionals: Verwijst andere professionals, zoals bijvoorbeeld een huisarts of een docent in het basisonderwijs, wel eens naar de toolkits Infectieziekten
Gebruik bij voorlichtingsactviteiten & binnen GGD
60%
56%
50% 40%
29%
20% 10%
40%
36%
30%
19% 5%
7%
4%
0% (Bijna) altijd
Vaak
Voorlichtingsactiviteiten (n=106)
Soms
(Bijna) nooit
Binnen GGD (n=141)
Figuur 5: Gebruik bij voorlichtingsactiviteiten & binnen GGD Voorlichtingsactiviteiten: Denkt u aan de toolkits Infectieziekten wanneer u voorlichtingsactiviteiten heeft? Gebruik binnen GGD: Wordt er binnen de GGD waar u werkzaam bent, gebruik gemaakt van de toolkits Infectieziekten? (Groepen: gebruikers en niet-gebruikers)
19
Tot slot geeft de meerderheid van de gebruikers aan dat zij vaak tot (bijna) altijd aan de toolkits Infectieziekten denken bij voorlichtingsactiviteiten (39%, n=58). 56% van de gebruikers en nietgebruikers geeft aan dat de toolkits Infectieziekten soms gebruikt worden binnen de GGD waar zij werkzaam zijn (n=64), zie Figuur 5. Frequentie van het gebruik Figuur 6 geeft weer een overzicht weer van de toolkits die gebruikt worden door de respondenten en van de downloadcijfers van de toolkits Infectieziekten in de periode december 2011 – december 2012. Dit is het aantal keer dat er een materiaal uit de toolkit gedownload is. De toolkit Hoofdluis is het meest gedownload: 20,811 keer.
Gebruik van de toolkits Infectieziekten Teken & Lyme Griep & Verkoudheid Scabiës Hoofdluis Zwangerschap & Infecties Voedselinfecties Q-koorts Hepatitis B Antibioticagebruik HPV 0%
20%
40%
Gebruik respondenten (n=105)
60%
80%
100%
Downloadcijfers*
*100% = 20.811 keer gedownload Figuur 6: Gebruik van de toolkits Infectieziekten Gebruik respondenten: Welke toolkits Infectieziekten heeft u wel eens gebruikt? Downloadcijfers: Downloadcijfers december 2011 – december 2012: genormaliseerd naar de meest gedownloade toolkit Hoofdluis zodat de trend duidelijk zichtbaar wordt
Bekendheid & gebruik per beroepsgroep In Figuur 7 is het gebruik van de toolkits Infectieziekten per beroepsgroep weergegeven. Verpleegkundigen infectieziektebestrijding maken het meest gebruik van de toolkits Infectieziekten (78%, n=59).
20
Bekendheid & gebruik van de toolkits Infectieziekten per beroepsgroep 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
99%
97% 78%
73% 58%
71% 53% 43%
Bekend Gebruik
Verpleegkundige infectieziektebestrijding (n=76)
Arts infectieziektebestrijding (n=36)
Communicatieadviseur (n=15)
Anders (n=7)
Figuur 7: Bekendheid & gebruik van de toolkits Infectieziekten per beroepsgroep
Respondenten die de toolkits Infectieziekten niet gebruiken 25% geeft aan geen gebruik te maken van de toolkits Infectieziekten (n=36). De redenen hiervoor zijn weergegeven in Figuur 8 en Tabel 2.
Redenen voor het niet gebruiken van de toolkits Infectieziekten Anders* 32%
Ik vind dat het te veel werk kost om materialen om te bouwen 14%
Ik ben niet betrokken bij publieksvoorlichting 54%
N=35
Figuur 8: Redenen voor het niet gebruiken van de toolkits Infectieziekten
*Voor een toelichting voor redenen onder ‘anders’ zie Tabel 2.
21
Tabel 2: Redenen voor het niet gebruiken van de toolkits Infectieziekten
Reden: ‘anders’
Aantal
Ik denk er niet aan/ben er niet vertrouwd mee Over het onderwerp waar ik naar op zoek was, bestaat geen toolkit Infectieziekten Ik vind de toolkits Infectieziekten niet actueel De toolkit Infectieziekten bevat niet de materialen die nodig heb/is niet compleet De materialen die ik zelf maak, zijn beter dan die in de toolkits Infectieziekten Lastig te vinden als je even snel wilt kijken, meer bekend in richtlijnen Informatie wordt aangeleverd door betreffende team binnen de GGD
6 1 1 1 1 1 1
Rolverdeling publiekscommunicatie 86% van de respondenten vindt dat publiekscommunicatie bij zowel de GGD als het RIVM thuishoort (n=115), zie Figuur 9.
Hoort publiekscommunicatie thuis bij de GGD of het bij het RIVM? GGD 10%
RIVM 3%
Geen mening 1%
Beide 86%
N=134
Figuur 9: Rolverdeling publiekscommunicatie
22
5.2.2 Discussie Bekendheid & gebruik van de toolkits Infectieziekten De bekendheid onder verpleegkundigen en artsen infectieziektebestrijding is zeer goed (respectievelijk 99% en 97%). Echter, artsen maken minder gebruik van de toolkits Infectieziekten (58%) dan verpleegkundigen (78%). Een verklaring hiervoor is het feit dat verpleegkundigen over het algemeen meer betrokken zijn publieksinformatie dan artsen. Communicatiemedewerkers maken ook minder gebruik van de toolkits Infectieziekten (53%), terwijl dit een belangrijke doelgroep kan zijn. Zoals eerder genoemd zou het kunnen zo zijn dat (een gedeelte) van de 6% die de toolkit Infectieziekten niet kennen, wel (materialen uit) de toolkits Infectieziekten gebruikt, maar dit ‘niet weet’. Daarnaast gaf één van de respondenten die had ingevuld de toolkits Infectieziekten niet te kennen wel een inhoudelijke opmerking erover. Het is opvallend dat een groot deel van de respondenten die de toolkits Infectieziekten niet kennen communicatiemedewerkers zijn (40%). Frequentie van het gebruik van de toolkits infectieziekten Hoe vaak de toolkits Infectieziekten worden gebruikt is lastig te beantwoorden. Downloadcijfers werden door de LCI onbetrouwbaar gevonden voor de frequentie van het gebruik van de toolkits Infectieziekten: het zou zo kunnen zijn dat een persoon (een materiaal uit de) toolkits download en deze daarna helemaal niet of juist vaker gebruikt. Echter, dit is ook niet specifiek in de vragenlijst aan bod gekomen omdat het lastig uit te vragen is. De frequentie van het gebruik kan afhankelijk zijn van de periode in het jaar of het beroep van de gebruiker, maar is tevens lastig uit te vragen omdat ‘gebruik’ een onduidelijk begrip is in deze context. Is ‘gebruik’ het downloaden van materialen? Zo ja, van gehele folders of alleen een losse afbeelding? En wordt deze dan ook daadwerkelijk aan het publiek getoond? In een grote campagne of aan één enkel persoon tijdens een spreekuur? Of is alleen al een kijkje nemen in een toolkit ‘gebruik’? De frequentie van het gebruik is dus weergegeven in het antwoord de vraag “Welke toolkits Infectieziekten heeft u wel eens gebruikt?”. In Figuur 6 is weergegeven dat de toolkits Teken & Lyme, Griep & Verkoudheid en Scabiës het meest worden gebruikt (respectievelijk 84%, 64% en 55%). De toolkits Hepatitis B, Antibioticagebruik en HPV worden het minst gebruikt (respectievelijk 17%, 15% en 11%). De downloadcijfers komen goed overeen met het weergegeven gebruik door de respondenten. Alleen voor de toolkits Hoofdluis en Antibioticagebruik zijn de downloadcijfers veel hoger dan het weergegeven gebruik door de respondenten. Voor de toolkit Hoofdluis kan dit worden verklaard door het feit dat deze veel wordt gebruikt door scholen en ‘luizenmoeders’. Voor de toolkit Antibioticagebruik kan het ook zijn dat deze door een andere groep dan de doelgroep in dit onderzoek wordt gedownload. Bijvoorbeeld huisartsen die onder andere folders gebruiken voor hun wachtruimte.
23
5.3.1 Vervullen de toolkits Infectieziekten de wensen/behoeften van de gebruikers? Ervaringen toolkits Infectieziekten Het gebruik, het ervaren nut en welke toolkits volgens een gedeelte van de respondenten verbeterd moeten worden is weergegeven in Figuur 10. De toolkit Teken & Lyme werd door de meeste respondenten als nuttig ervaren (77%, n=79), de toolkit HPV door de minste respondenten (11%, n=11).
Gebruik toolkits Infectieziekten Teken & Lyme Griep & Verkoudheid Scabiës Hoofdluis Zwangerschap & Infecties Voedselinfecties Q-koorts Hepatitis B Antibioticagebruik HPV 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%
Gebruik (n=105)
Nuttig (n=101)
Verbeterd (n=14)
Figuur 10: Gebruik toolkits Infectieziekten Gebruik: Welke toolkits Infectieziekten heeft u wel eens gebruikt? Nuttig: Welke toolkits Infectieziekten vond u nuttig? Verbeterd: Welke toolkit(s) Infectieziekten dient/dienen volgens u verbeterd te worden?
Meerwaarde toolkits Infectieziekten Er werd 150 keer ingevuld dat de toolkits Infectieziekten een meerwaarde hebben binnen het werk van de respondenten (98%), zie Figuur 11 en Tabel 3. De overige 3 keer werd ingevuld dat de toolkits Infectieziekten geen meerwaarde hebben binnen het werk (2%), zie Tabel 3.
24
Redenen voor de toolkits Infectieziekten als meerwaarde binnen het werk* Anders 5% Informatie met de kwaliteitswaarborg van het RIVM en haar partners 40%
Hoeft zelf geen materialen meer te ontwikkelen 28% Hoeft niet lang te zoeken naar informatie op het internet of elders 27%
N=91
Figuur 11: Redenen voor de toolkits Infectieziekten als meerwaarde binnen het werk *Het percentage in dit figuur geeft het aantal keer weer dat de toolkits als meerwaarde werden genoemd, het is dus niet het percentage respondenten. Tabel 3: Overige redenen voor de toolkits Infectieziekten als wel/geen meerwaarde binnen het werk
Overige redenen Ja, omdat… …de toolkits een intrinsieke voorbeeldfunctie hebben …de teksten in de toolkits een goede start zijn voor het schrijven van een eigen tekst …de toolkits eenduidige informatie geven Nee, omdat… …ik het liefst zelf middelen maak voor publiekscommunicatie …de informatie in de toolkits Infectieziekten niet actueel is
Aantal 1 1 1 1 2
Het ontbreken van thema’s 50% van de respondenten vindt dat er bepaalde thema’s ontbreken (n=55), het gaat daarbij om alle drie de groepen respondenten. In Tabel 4 is weergegeven welke thema’s worden gemist. 29% heeft materialen ontwikkeld over een thema waar nog geen toolkit Infectieziekten voor bestaat (n=28). 20% heeft materialen ontwikkeld over een thema waar al wel een toolkit Infectieziekten voor bestaat (n=19). Voor de groep respondenten die gebruik maken van de toolkits Infectieziekten is in Figuur 12 weergegeven om welke thema’s het ging (n=18). Ter vergelijking zijn in dit figuur tevens de toolkits Infectieziekten aangegeven die volgens de respondenten verbeterd konden worden.
25
Thema's waar gebruikers zelf wel eens materialen voor ontwikkelen 44%
Teken & Lyme 39%
Scabiës 33%
Griep & Verkoudheid Voedselinfecties
22%
Hepatitis B
22% 17%
Q-koorts 0%
10%
20%
Zelf materialen ontwikkeld (n=18)
30%
40%
50%
Verbeterd (n=14)
Figuur 12: Thema’s waar gebruikers zelf wel eens materialen voor ontwikkelen Zelf materialen ontwikkeld: Gebruikers van de toolkits Infectieziekten: Heeft u zelf wel eens materialen ontwikkeld over een thema waar al een toolkit Infectieziekten voor bestaat? Verbeterd: Welke toolkit(s) Infectieziekten dient/dienen volgens u verbeterd te worden? Tabel 4: Het ontbreken van thema's
Thema
Aantal
Hygiëne NORO/Rota Vlekjesziekten (op kinderdagverblijven) Zoönosen MRSA en andere multiresistente micro-organismen Hepatitis Kinderdagverblijven/scholen/verzorgingstehuizen en infectieziekten Kinkhoest SOA Meningitis Rabiës Legionella in water Anders
13 13 9 7 7 6 6 5 5 4 3 3 16
26
Gebruik van materialen in de toolkits Infectieziekten 90% van de respondenten vindt de materialen in de toolkits Infectieziekten makkelijk in het gebruik (n=92). Van de folder/brochure wordt veruit het meeste gebruik gemaakt: 89% gebruikt deze (n=90), zie Figuur 13. Slechts 1-4% zegt gebruik te maken van grafieken/tabellen, advertenties, spelletjes/quiz, banners en nieuwsberichten. Aantal materialen in de toolkits Infectieziekten 78% vindt het aantal materialen in de toolkits Infectieziekten goed (n=76), 16% vindt dat er te veel materialen in de toolkits Infectieziekten zitten (n=15) en 6% vindt dat er te weinig materialen in de toolkits Infectieziekten zitten (n=6). De respondenten die vinden dat er te veel materialen in de toolkits Infectieziekten zitten, hebben tevens aangegeven welke materialen volgens hen verwijderd kunnen worden. Voor een overzicht van deze gegevens zie Figuur 13.
Gebruik materialen toolkits Infectieziekten Folder/brochure (Informatieve) teksten Foto's/afbeeldingen Voorbeeldbrieven Poster PowerPointPresentaties Kleurplaat Filmpjes/video Nieuwsbericht Grafieken/tabellen Banners Advertenties Spelletjes/quiz 0%
20%
Gebruik (n=101)
40% Nuttig (n=98)*
60%
80%
100%
Verwijderen (n=15)
*n=99 voor folders/brochures en foto's/afbeeldingen Figuur 13: Gebruik materialen in de toolkits Infectieziekten Gebruik: Welke materialen in de toolkits Infectieziekten gebruikt u meestal? Verwijderen: Welke materialen zouden volgens u uit de toolkits Infectieziekten kunnen? Nuttig: Kunt u aangeven welke materialen in de toolkits Infectieziekten u wel of juist niet nuttig vindt? De gemiddelde score per materiaal is berekend en is als percentage van de totale score (4) weergegeven
27
Ervaren nut materialen uit de toolkits Infectieziekten De respondenten konden elk materiaal uit de toolkits Infectieziekten scoren van 1 – 4 op het ervaren nut (1=helemaal niet nuttig, 4=heel nuttig). De gemiddelde score per materiaal is berekend en is als percentage van de totale score (4) weergegeven in Figuur 13. Gebruik materialen van andere organisaties/instellingen 56% gebruikt wel eens materialen van andere organisaties/instellingen (n=65), het gaat hierbij om alle groepen respondenten. Zie Figuur 14 om te zien om welke materialen het gaat. Ter vergelijking is het gebruik van materialen uit de toolkits Infectieziekten toegevoegd. De meeste respondenten vinden materialen van andere organisaties/instellingen via websites (61%, n=39), zie Tabel 5. Daarnaast verkrijgen zij deze materialen via collega’s bij de GGD (55%, n=35) en via handboeken/ wetenschappelijke artikelen (13%, n=8).
Gebruik materialen van andere organisaties/instellingen Folder/brochure (Informatieve) teksten Foto's/afbeeldingen Filmpjes/video PowerPointPresentaties Voorbeeldbrieven Nieuwsbericht Poster Grafieken/tabellen Kleurplaat Banners Spelletjes/quiz Advertenties
//
// 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60% 90%
Gebruik materialen van andere organisaties/instellingen (n=116) Gebruik materialen uit de toolkits Infectieziekten (n=101) Figuur 14: Wat voor materialen gebruikt u van andere organisaties/instellingen?
28
Tabel 5: Websites voor het gebruik van materialen van andere organisaties/instellingen
Website
Aantal
Nationaal Hepatitis Centrum Google (afbeeldingen) (Andere) GGD-en CDC NHG (patiëntbrieven/standaarden) Health Protection Agency (UK) STIGAS Anders (WIP, ECDC, LCR, KIZA, Voedingscentrum, soaaids.nl, rutgerswpf.nl etc)
18 6 3 2 2 2 2 17
Gebruik in de toekomst 75% van de respondenten die de toolkits Infectieziekten niet kennen, verwacht deze in de toekomst wel te gaan gebruiken (n=6). In Figuur 15 is weergegeven van welke materialen zij verwachten gebruik te gaan maken. Ter vergelijking is het gebruik van materialen uit de toolkits Infectieziekten toegevoegd. Beide respondenten die verwachten geen gebruik te gaan maken van de toolkits in de toekomst, zijn niet betrokken bij publieksvoorlichting.
Verwacht gebruik & gebruik van materialen in de toolkits Infectieziekten Folder/brochure Foto's/afbeeldingen Nieuwsbericht Poster Filmpjes/video (Informatieve) teksten Spelletjes/quiz Kleurplaat Voorbeeldbrieven 0%
20%
Verwacht gebruik (n=6)
40%
60%
80%
100%
Gebruik (n=101)
Figuur 15: Verwacht gebruik & gebruik van materialen in de toolkits Infectieziekten Verwacht gebruik: Hiernaast staan de verschillende materialen die in de toolkits Infectieziekten zitten, welke zou u met name gebruiken? (Groep respondenten die de toolkits niet kennen en ze denken te gaan gebruiken in de toekomst). Gebruik: Welke materialen in de toolkits Infectieziekten gebruikt u meestal?
29
Overige vragen toolkits Infectieziekten Persoonlijke account “Mijn Toolkits” Op de website waar de toolkits Infectieziekten op zijn weergegeven is het mogelijk voor gebruikers om een persoonlijke account aan te maken waarin materialen uit de toolkits opgeslagen kunnen worden (“Mijn Toolkits”). Hierdoor kunnen gebruikers sneller navigeren naar de materialen die zij het meest gebruiken. 40% van de respondenten zegt geen gebruik te maken van de tool “Mijn Toolkits” (n=40) en 60% geeft aan niet bekend te zijn met deze tool (n=61), zie Figuur 16. Nieuwsbrief Toolkits Publiekscommunicatie Het merendeel van de respondenten kent de “Nieuwsbrief Toolkits Publiekscommunicatie” niet (57%, n=52), zie Figuur 16. Weergave op de website 60% van de respondenten vindt dat de website waar de toolkits op zijn weergegeven prettig in gebruik (n=55), zie Figuur 16.
Gebruik persoonlijke account, nieuwsbrief & website 70%
60%
57%
60% 50%
40%
60% 40%
40% 25%
30%
18%
20% 10%
0%
0% Persoonlijke account "Mijn Toolkits" (n=101)
Nieuwsbrief Toolkits Publiekscommunicatie (n=91) Ja
Nee
Website prettig in gebruik (n=91)
Niet bekend
Figuur 16: Gebruik persoonlijke account "Mijn Toolkits", "Nieuwsbrief Toolkits Publiekscommunicatie" & website Loket Gezond Leven - toolkits
Actueel 91% van de respondenten vindt de thema’s van de toolkits Infectieziekten actueel (n=82) en 88% vindt de inhoud actueel (n=79). Eigen logo/adresgegevens Tot slot vindt 98% van de respondenten het nuttig dat het mogelijk is om een eigen logo/adresgegevens te vermelden op materialen uit de toolkits Infectieziekten (n=98).
30
5.3.2 Discussie Ervaringentoolkits Infectieziekten Opvallend is dat van de drie meest gebruikte en meest nuttige toolkits (ook) aangegeven werd dat deze verbeterd moeten worden (Figuur 10). Een mogelijke verklaring hiervoor is het feit dat toolkits die veel gebruikt worden vanzelf ook meer kritiek zullen opleveren. Daarnaast moet worden opgemerkt dat slechts 14 respondenten aangaven welke toolkits verbeterd moesten worden. Dit geringe aantal heeft een grote foutmarge. Het ontbreken van thema’s Thema’s waar respondenten zelf wel eens materialen voor ontwikkelen zijn weergegeven in Figuur 12. Opvallend is dat er vaak materialen zelf worden gemaakt over thema’s die het meest gebruikt worden. Een mogelijke verklaring hiervoor is het feit dat deze thema’s populair zijn en er dus veel publieksinformatie nodig is. De kans is dan groter dat gebruikers zelf materialen gaan ontwikkelen. Dit is duidelijk te zien bij de toolkit Teken en Lyme: slechts 14% vindt dat deze verbeterd moeten worden, maar 44% maakt zelf wel eens materialen hierover. Ook hier geldt dat het aantal respondenten vrij gering is en dus de foutmarge vrij groot. Verschillende respondenten hebben aangegeven een toolkit over Hygiëne te missen. De LCI is op het moment bezig met de ontwikkeling van de toolkit Hygiëne en heeft dit ook al bekend gemaakt via onder andere Twitter. Dit kan van invloed zijn geweest bij het antwoorden op de vraag welke thema’s er ontbreken. Zo hebben enkele respondenten ook aangegeven te weten dat de toolkit Hygiëne eraan komt. Gebruik van materialen in de toolkits Infectieziekten In Figuur 13 is te zien dat het ervaren nut van materialen voor alle materialen boven de 56% ligt. Een verklaring voor deze hoge score zou kunnen zijn dat men over het algemeen geneigd is om bij dergelijke scores eerder hoger in te vullen dan lager. Daarbij zou het zo kunnen zijn dat gebruikers het gevoel hebben liever te veel materialen in de toolkits te hebben dan te weinig en daardoor de materialen gemakkelijker als ‘nuttig’ waarderen. Twee respondenten gaven een opmerking over de vraag over het nut van materialen in de toolkits Infectieziekten. Respondenten konden deze scoren van 1 – 4. Deze respondenten gaven aan dat zij niet alle materialen hadden gebruikt en dus niet aan allemaal een score konden geven. Het was echter niet mogelijk om ‘niet van toepassing’ in te vullen of bepaalde materialen over te slaan. Ik heb dit op deze manier gedaan omdat de vraagstelling bedoeld was in de zin van: Welke materialen vindt u nuttig/minder nuttig ongeacht of u ze gebruikt, maar juist wat betreft het soort materiaal. Dit is dus niet door iedereen zo begrepen. Dit kan er voor gezorgd hebben dat deze vraag door sommige respondenten verkeerd is ingevuld. Over het algemeen geldt dat het gebruik van materialen uit de toolkits Infectieziekten tegengesteld verloopt aan materialen die volgens de gebruiker verwijderd kunnen worden (Figuur 13). Behalve voor PowerPointpresentaties en voorbeeldbrieven, deze worden relatief vaak gebruikt en kunnen volgens een gedeelte van de respondenten toch verwijderd worden. Een verklaring voor dit verschil is dat slechts 15 respondenten aangegeven hebben welke materialen verwijderd kunnen worden. Dit geringe aantal heeft een grote foutmarge. Daarnaast worden van spelletjes/quizzen en filmpjes/video’s minder vaak aangegeven dat zij verwijderd kunnen worden, terwijl ze toch weinig 31
worden gebruikt. Dit geeft aan dat de doelgroep zelf weinig gebruik maakt van de deze materialen, maar ze wel nuttig vindt. Maar ook hier moet het geringe aantal in acht worden genomen (n=15). Gebruik materialen van andere organisaties/instellingen In Figuur 14 is het gebruik van materialen van andere organisaties/instellingen uitgezet tegen het gebruik van materialen in de toolkits Infectieziekten. Opvallend is dat alleen de film/video vaker van andere organisaties/instellingen wordt gebruikt. Later in dit hoofdstuk zal blijken dat respondenten ook aanbevelen om kortere films te maken (1 – 1,5 min). Een mogelijke verklaring voor het mindere gebruik van films/video’s van de toolkits Infectieziekten is dus dat deze mogelijk te lang zijn. Een andere reden zou kunnen zijn dat er te weinig films/video’s in de toolkits Infectieziekten zitten. Opvallend vaak wordt de website van de Hepatitis Stichting genoemd als organisatie/instelling waar materialen worden gevonden. Op deze website zijn allerlei brochures weergegeven, soms tegen een kleine vergoeding. Vanuit de toolkit Hepatitis B wordt naar deze website verwezen. Bij de vraag of er bepaalde thema’s ontbreken, werd Hepatitis ook vaak genoemd, voornamelijk (chronische) Hepatitis A en C. Gebruik in de toekomst Driekwart van de respondenten die de toolkits Infectieziekten niet kennen, verwacht deze in de toekomst wel te gaan gebruiken (Figuur 15). Het verwacht gebruik komt grotendeels overeen met het gebruik op dit moment. Opvallend is dat men meer verwacht gebruik te gaan maken nieuwsberichten dan het geval is. En dat men minder verwacht gebruik te gaan maken van (informatieve) teksten dan het geval is. Deze verschillen kunnen verklaard worden door het feit dat de respondenten die de toolkits niet kennen, niet goed weten wat er bijvoorbeeld bedoeld wordt met ‘(informatieve) teksten’. Overige vragen toolkits Infectieziekten Niemand maakt gebruik van het persoonlijke account “Mijn Toolkits” en slechts 18% maakt gebruik van de “Nieuwsbrief Toolkits Publiekscommunicatie”. Een mogelijke verklaring voor het laatste is het feit dat de laatste versie van deze nieuwsbrief op 23 maart 2012 is uitgekomen. [24] Wanneer deze met weinig regelmaat verschijnt, zullen gebruikers zich afmelden dan wel vergeten dat een dergelijk nieuwsbrief bestaat.
32
5.4.1 Op welke manier kunnen de toolkits Infectieziekten verbeterd worden? Verbeteren van de toolkits Infectieziekten 14 respondenten gaven antwoord op de vraag “Welke toolkit(s) Infectieziekten dient/dienen volgens u verbeterd te worden?”. Voor een overzicht van de toolkits die volgens hen verbeterd moeten worden zie Figuur 10. 19% van de respondenten gaven suggesties/opmerkingen aan het einde van de vragenlijst (n=26). In Tabel 6 zijn alle suggesties/opmerkingen over de toolkits Infectieziekten opgenomen (zie bijlage A). In het kort ging het om de volgende adviezen: -
Het is goed dat de toolkits er zijn, ga door met deze service (n=5) Speel meer in op actualiteit (n=3) Op de website raak je soms verstrikt in informatie over de toolkit, terwijl je bijvoorbeeld alleen de folder wilt downloaden (n=2) Vereenvoudig het taalgebruik in de teksten (verder) (n=3) Maak meer films en maak deze niet langer dan 1 – 1,5 minuut (n=5) Ontwikkel een beeldenbank met allerlei afbeeldingen (n=3) Peil de behoefte aan toolkits in het veld (ook bij apothekers e.d.) (n=3) Geef meer bekendheid aan het gebruik en bestaan van de toolkits (n=2)
Daarnaast werden nog de volgende opmerkingen gegeven: -
Ik maak meer gebruik van de ISI’s (Informatiestandaarden Infectieziekten) dan de toolkits(n=2) Het is niet mogelijk om folders direct via de kleurenprinter uit te printen (n=1) Het is vervelend dat derden geen folders kunnen bestellen (n=1) Het actief verspreiden van materialen uit de toolkits kostbaar (n=1)
5.4.2 Discussie De toolkits Scabiës, Antibioticagebruik, Hepatitis B en Griep& Verkoudheid moeten volgens de meeste respondenten verbeterd worden. Het ging hierbij echter om een totaal aantal respondenten van 14; zoals eerder genoemd een geringe groep waarbij de foutmarge groot is. Het is opvallend dat ondanks het feit dat bijna alle respondenten de toolkits Infectieziekten actueel vonden er toch door 3 respondenten een opmerking wordt gegeven over het inspelen op actualiteit aan het einde van de vragenlijst. Daarnaast is, ondanks het feit dat 60% de website prettig in gebruik vindt, door twee respondenten een opmerking gegeven over de navigatie op de website. Dat deze personen hier aan het einde van de vragenlijst toch nog een opmerking over schrijven, geeft aan dat dit door deze respondenten belangrijk wordt gevonden.
33
5.5.1 Vernieuwde toolkit Teken & Lyme 41% kent het spelletje (serious game) “Teek Control” (n=37) en 55% kent de voorlichtingsfilm “Een teek? Pak ‘m beet!” (n=50), zie Figuur 17. Het spel werd gewaardeerd met een 7,4 (n=10) en de voorlichtingsfilm met een 7,5 (n=36).
Toolkit Teken & Lyme 60%
55%
50% 41%
Bekend (n=37/50)*
39%
40% 30%
18%
20% 11% 10%
Ingezet voor publiekscommunicatie (n=2/17)*
2%
0% Serious game: Teek Control
Gespeeld/gezien (n=10/35)*
Voorlichtingsfilm: Een teek? Pak 'm beet! Figuur 17: Toolkit Teken & Lyme
*Eerste aantal is van de serious game “Teek Control”, tweede aantal van de voorlichtingsfilm “Een teek? Pak ‘m beet!”
5.5.2 Discussie 59% kent het spel “Teek Control” niet en 45% kent de voorlichtingsfilm “Een teek? Pak ‘m beet!” niet. Het uiteindelijke deel van de respondenten die deze middelen inzetten voor publiekscommunicatie is zeer gering. De downloadcijfers van beide zijn echter zeer hoog. De voorlichtingsfilm is sinds de lancering eind juni 2012 tot begin november 2012 (4 maanden) ongeveer 30,000 keer online bekeken. Het spel is sinds de lancering eind maart 2012 tot begin november 2012 (7 maanden) meer dan 23,000 keer gespeeld. (Informatie verkregen via Fedor Gassner, LCI, houder van de toolkit Teken & Lyme). Dat de downloadcijfers toch hoog zijn, kan verklaard worden door het feit dat deze middelen ‘zelf’ een weg vinden naar de einddoelgroep: het publiek.
34
Hoofdstuk 6: Conclusies & Aanbevelingen Wie maakt gebruik van de toolkits Infectieziekten en hoe vaak worden ze gebruikt? De bekendheid van de toolkits Infectieziekten onder de responderende artsen en verpleegkundigen in infectieziektebestrijding is zeer goed (respectievelijk 97% en 99%). De bekendheid onder communicatieadviseurs is in verhouding minder (73%). 3 op de 4 respondenten die bekend is met de toolkits Infectieziekten gebruikt deze ook. Verpleegkundigen infectieziektebestrijding maken het meest gebruik van de toolkits Infectieziekten. Het gebruik van de toolkits Infectieziekten zoals dat naar voren kwam uit de vragenlijst komt veelal overeen met de downloadcijfers. De toolkits Hepatitis B, Antibioticagebruik en HPV worden door minder dan 1 op de 5 (communicatie) professionals in infectieziektebestrijding bij de GGD gebruikt. De toolkit Teken & Lyme wordt veruit het meest gebruikt, met daarna de toolkits Griep & Verkoudheid en Scabiës. Niet-gebruikers van de toolkits Infectieziekten geven als voornaamste reden dat zij er niet aan de toolkits Infectieziekten denken/er niet vertrouwd mee zijn en dat zij het te veel werk vinden om materialen om te bouwen naar eigen communicatiemiddelen. De toolkits Infectieziekten worden door 3 op de 4 (communicatie) professionals in infectieziektebestrijding bij de GGD gebruikt: ga door met deze service! Breng de toolkits Infectieziekten onder de aandacht van communicatiemedewerkers van de GGD. Leg contact met deze doelgroep via Miranda van Zoest, senior communicatieadviseur/persvoorlichter GGD-Nederland. Vervullen de toolkits Infectieziekten de wensen/behoeften van de gebruikers? Het gebruik van de toolkits Infectieziekten komt veelal overeen met het ervaren nut. Gebruikers zien de toolkits Infectieziekten als een meerwaarde omdat de informatie de kwaliteitswaarborg heeft van het RIVM en haar partners. Daarnaast hoeft men zelf geen materialen meer te ontwikkelen en hoeft men niet lang te zoeken naar informatie op het internet. Van de folder/brochure wordt veruit het meeste gebruik gemaakt (89%). Daarnaast wordt door ongeveer 1 op de 3 professionals gebruik gemaakt van (informatieve) teksten, foto’s/afbeeldingen en voorbeeldbrieven. Van nieuwsberichten, grafieken/tabellen, banners en advertenties wordt door minder dan 5% gebruik gemaakt. Van spelletjes/quizzen wordt ook weinig gebruikt gemaakt, maar deze lijken zelf hun weg te vinden naar de einddoelgroep: het publiek. Wanneer respondenten materialen bij andere organisaties/instellingen zoeken dan blijft dit meestal binnen de GGD, daarnaast wordt de Hepatitis Stichting vaak genoemd. Thema’s die ontbreken volgens de respondenten zijn Hygiëne, NORO/Rota, Vlekjesziekten (op kinderdagverblijven) en Zoönosen (MRSA). Kijk of er samenwerking mogelijk is met de Hepatitis Stichting: zo kunnen er misschien materialen van hen opgenomen worden in de toolkit Hepatitis B. Wanneer er nieuwe toolkits worden ontwikkeld, neem hier dan – afhankelijk van de kosten – geen nieuwsberichten, grafieken/tabellen, banners en advertenties in op. (Tenzij hier in specifieke gevallen toch reden toe is.) Overweeg om nieuwe toolkits Infectieziekten te maken over NORO/Rota, Vlekjesziekten en Zoönosen (in het bijzonder MRSA).
35
Het persoonlijke account “Mijn Toolkits” wordt door niemand gebruikt. De “Nieuwsbrief Toolkits Publiekscommunicatie” wordt door slechts 18% gebruikt. Daarmee kan worden gesteld dat deze niet aan de wensen/behoeften van de gebruikers voldoen. Verwijder het persoonlijke account “Mijn Toolkits”. Stop met de Nieuwsbrief Toolkits Publiekscommunicatie óf zorg dat deze vaker verschijnt. Hoewel de website door de meerderheid van de gebruikers als prettig wordt ervaren, vindt echter ook een groot gedeelte van de gebruikers deze niet prettig in het gebruik (40%). Er wordt opgemerkt dat er veel informatie over de toolkits wordt weergegeven waardoor materialen zelf soms lastig te vinden zijn. Verbeter de navigatie op de website waar de toolkits op zijn weergegeven. Minimaliseer informatie over het gebruik van de toolkits en maak een verdeling per thema in plaats van per middel binnen de toolkits. Zorg dat de meest gebruikte middelen, zoals de folder/brochure, snel vindbaar zijn/bovenaan staan. Op welke manier kunnen de toolkits Infectieziekten verbeterd worden? Volgens de gebruiker zijn de toolkits Scabiës, Antibioticagebruik, Hepatitis B en Griep & Verkoudheid aan verbetering toe. De toolkit Scabiës wordt op dit moment al geactualiseerd. Naast de al genoemde punten ter verbetering zijn verdere suggesties de volgende: Vereenvoudig het taalgebruik van middelen in de toolkits Infectieziekten (verder). Overweeg om films – gezien de kosten van de productie – in het vervolg rechtstreeks aan te bieden aan het publiek. (Evalueer eventueel in een vervolgonderzoek de effectiviteit van voorlichtingsfilms bij het publiek alvorens dit te doen.) Maak kortere films: 1 – 1,5 minuut. Neem een beeldenbank op als ‘extra toolkit’: hierin kunnen alle afbeeldingen worden verzameld per onderwerp. Licht aan het begin van de toolkits kort de meerwaarde van de toolkits toe boven de ISI-richtlijnen. Zijn het spelletje ‘Teek Control’ en de voorlichtingsfilm ‘Een teek? Pak ‘m beet!’ bekend onder de gebruikers en worden ze ingezet als middel voor publiekscommunicatie? Ruim 1 op de 2 gebruikers van de toolkit Infectieziekten kent de voorlichtingsfilm “Een teek? Pak ‘m beet!”. 2 op de 5 kent het spelletje (serious game) “Teek Control”. Slechts een klein gedeelte zet deze ook daadwerkelijk in als middel voor publiekscommunicatie. Toch zijn zij vaak bekeken/gespeeld. Deze middelen vinden blijkbaar zelf een weg naar de uiteindelijke doelgroep: het publiek.
36
Geraadpleegde literatuur [1] RIVM, "Wat wij doen," [Online]. Available: http://www.rivm.nl/RIVM/Wat_wij_doen. [Accessed 16 November 2012]. [2] RIVM, "Wie wij zijn," [Online]. Available: http://www.rivm.nl/RIVM/Wie_wij_zijn. [Accessed 16 November 2012]. [3] RIVM, "Wie wij zijn: Centrum Infectieziektebestrijding," [Online]. Available: http://www.rivm.nl/RIVM/Wie_wij_zijn/Centrum_Infectieziektebestrijding. [Accessed 16 November 2012]. [4] RIVM, "CIb folder," [Online]. Available: http://insite/multimedia/cibfoldermei2011_tcm741504.pdf. [Accessed 19 November 2012]. [5] i. w. RIVM, "Over het LCI," [Online]. Available: http://insite/cib/Eenheden/lci/over_LCI/over_lci.jsp. [Accessed 19 November 2012]. [6] K. van Spaendonck and F. Kraaimaat, "Communicatieleer," in Communicatie in de medische praktijk, Nijmegen, Afdeling Medische Psychologie, UMC St. Radboud, 2006, p. 21. [7] RIVM, "Taken: Informatie aan professionals en burgers," [Online]. Available: http://www.rivm.nl/RIVM/Wat_wij_doen/Taken/Informatie_aan_professionals_en_burgers. [Accessed 16 November 2012]. [8] P. Sikkema and W. L, "VERBONDEN MET DE SAMENLEVING. Communicatiestrategie voor het primaire proces van het RIVM 2011 - 2014. Intern document," RIVM, Bilthoven, 2010. [9] RIVM, "Toolkits Loket Gezond Leven," [Online]. Available: http://toolkits.loketgezondleven.nl. [Accessed 22 januari 2013]. [10] RIVM, "Actergrondnotitie. Toolkits voor publiekscommunicatie. Intern document.," Bilthoven, 2010. [11] GGD, "GGD Nederland," [Online]. Available: http://www.ggd.nl/. [Accessed 22 januari 2013]. [12] A. Meijer, "Evaluatie van de Toolkits voor publiekscommunicatie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)," Universiteit Utrecht en RIVM, Utrecht, Bilthoven, 2011. [13] R. Schweitzer, "Communicatiemmodel," Schworks 2012, [Online]. Available: http://www.communicatiemodel.nl/wat_is_communicatie.htm. [Accessed 22 januari 2013]. [14] K. Miller, Communication Theories: Perspectives, Processes, and Contexts, 2002. [15] CDC, "Diseases & Conditions," [Online]. Available: http://www.cdc.gov/DiseasesConditions/.
37
[Accessed 29 januari 2013]. [16] R. Klaassen, Voorlichtingskundig ontwerpen: De totstandkoming van Postbus 51 campagnes, Assen: Koninklijke van Gorcum BV, 2004. [17] R. Renes, B. van den Putte and R. e. a. van Breukelen, "Gedragsverandering via campagnes. Literatuuronderzoek in opdracht van Dienst Publiek en Communicatie, Ministerie van Algemene Zaken," Den Haag, 2011. [18] M. Delgijer, "Wat beweegt professionals in een overheidscampagne? Een evaluatieonderzoek naar de rol van de professional met een intermediaire functie in een overheidscampagne en de betekenis die zij geven aan de campagne," Universiteit van Utrecht en Het Nederlands Insituut voor Sport en Beweging, Utrecht, 2011. [19] F. Chagnon, L. Pouliot and C. e. a. Malo, "Comparison of determinants of research knowledge utilization by practitioners and administrators in the field of child and family social services.," Implementation Science, vol. 5, no. 41, 2010. [20] K. Sorensen, S. van den Broucke and J. e. a. Fullam, "Health literacy and public health: A systemic review and integration of definitions and models," BMC Public Health, vol. 12, no. 80, 2012. [21] T. Twickler, E. Hoogstraaten and A. e. a. Reuwer, "Laaggeletterdheid en beperkte gezondheidsvaardigheden vragen om een antwoord in de zorg," Ned Tijdschr Geneeskd, vol. 153, no. A250, 2009. [22] "Formdesk," [Online]. Available: http://formdesk.nl/. [Accessed 1 december 2013]. [23] J. Cox, "Tevredenheidsonderzoek," [Online]. Available: http://www.tevredenheidsonderzoek.org/2011/01/24/respons-tevredenheidsonderzoek/. [Accessed 30 januari 2013]. [24] RIVM, "Nieuwsbrief Toolkits Publiekscommunicatie - Laatste Nieuws," [Online]. Available: http://www.rivm.nl/nieuwsbrieven/NBR0-IT-0032.nsf/Laatste%20nieuws?OpenForm. [Accessed 30 januari 2013].
38
Bijlagen Bijlage A Tabel 6: Suggesties/opmerkingen
Bijlage B Uitnodigingsmail deelname vragenlijst
Bijlage C Vragenlijst (Formdesk)
39
Tabel 6: Suggesties/opmerkingen van respondenten
Suggesties/opmerkingen van respondenten Positief (n=5) Nuttig instrument Vooral mee doorgaan! Wij doen 4x per jaar een toolkit uit als publieksinformatie. Doorgaan, prima service, mooie uitvoering. We zijn er trots op. (LCI) Groot plus toolkits zijn de gebruikte afbeeldingen, zijn veelal zeer verhelderend. Ik vind het erg goed dat ze er zijn! Ik hoop dat er nog meer toolkits worden ontwikkeld. Het is echt een goede betrouwbare basis om mee verder te werken. Als GGD kun je hierdoor ook meer doen aan publiekscommunicatie, want het kost minder tijd. Actualiseren (n=3) Meer eigentijdse zaken in de toolkit, ik heb zelf een rap gemaakt voor de tekenvoorlichting aan jongeren. Graag blijven ontwikkelen van meer toolkits en inspelen op de actualiteit. Speel meer in op actualiteit. Weergave op website (n=2) Voor mij staat binnen elke toolkit de brochure (pdf) centraal. Het zou gemakkelijk zijn als de website onderverdeeld was in verschillende niveaus waarbij de brochure telkens voorop staat en van daaruit doorgeklikt kan worden naar de overige materialen. Dit zou de overzichtelijkheid en gebruikersvriendelijkheid van de website enorm ten goede kunnen komen. Een probleem vind ik dat de tools op de site lastig bereikbaar zijn. Soms raak je verstrikt in informatie over de toolkit terwijl je gewoon de folder (pdf) wilt openen. Dus graag directe linken van onderwerp naar tools. B1 teksten (n=3) Betere teksten! Ze zijn nu vaak nog vrij stug en bevatten termen die richting jargon gaan. Het mag veel laagdrempeliger. Taalgebruik en lay-out zijn niet goed aangepast aan de gemiddelde burger in Nederland (80% van de bevolking kan goed met B1 niveau uit de voeten). Twente heeft al heel veel ISI's hertaald op B1 niveau en er is aangegeven dat de folders in de toolkits door het RIVM zouden worden hertaald. De folder over teken 2012 is t.o.v. 2011 al enorm verbeterd maar wij vinden dat er zeker nog wat verbeteringen mogelijk zijn. Ik zou willen voorstellen het taalgebruik in de teksten verder te vereenvoudigen. Kortere zinnen. Film (n=5) Meer korte krachtige filmpjes van maximaal 1 minuut Bij ontwikkelen van een film: denk aan de duur. een filmpje niet langer dan 1 tot 1 1/2 minuut laten duren. Minder ouderwetse media als folders etc. en graag meer filmpjes, apps en goed beeld om te gebruiken. Maak in plaats van 5 minuten-producties hele korte informatieve filmpjes over bijvoorbeeld teken en de ziekte van Lyme. Het publiek gaat niet 5 minuten kijken naar een gelikt filmpje, die willen hooguit een duidelijk instructie over bijvoorbeeld het verwijderen van een teek. Soms zou het ook handig zijn als er kant-en-klare spreekkamer filmpjes of presentaties zijn die in 5 slides het verhaal in de spreekkamer op een scherm vertellen.
40
Afbeeldingen (n=3) Voor GGD'en zou het ook fijn zijn dat er een beeldenbank is met afbeeldingen die voor publiekscommunicatie gebruik kan worden. Hiervoor hebben we al een aanvraag ingediend bij Ton Oomen. Een database met plaatjes zou handig zijn. Als we dan iets willen versturen of een presentatie willen geven, dan kunnen we daar mooie plaatjes/afbeeldingen vinden van allerlei onderwerpen op infectie gebied. Ontwikkel speciale toolkits met beeldmateriaal en korte oneliners over de preventie maatregelen die we al professional als ondersteuning bij schriftelijke informatie kunnen voegen. Afdrukken materialen (n=3) Het is jammer dat de folders niet direct via de kleurenprinter uitgeprint kunnen worden. Vaak heb je ze ook nodig voor bijv. 1 cliëntencontact en wil je er snel even 1 uitprinten. Een probleem vind ik dat derden geen folders kunnen bestellen - bv dermatologen over scabiës of wandelorganisaties over teken. Regel dit! Tegenwoordig zijn er genoeg mogelijkheden om laagdrempelig specifieke partijen te laten maken en verzenden (tegen kostprijs snapt iedereen). Helaas heeft onze organisatie besloten om geen materialen uit de toolkits actief te verspreiden: kostenoverwegingen spelen een rol en het passief opsturen van informatie zou niet meer passen in deze tijd. Behoefte (n=3) Peil de behoefte aan toolkits in het veld. Betrek mensen uit de praktijk. Er zijn naar mijn menig teveel onderwerpen in de toolkit. Voor niet ieder infectieziekten onderwerp is het nodig om een aparte uitgebreide toolkit te ontwikkelen. Ik vraag me wel af in hoeverre het echt een meerwaarde voor het publiek heeft. Wij sturen 4x per jaar een toolkit naar huisartsen, apotheken etc. Ik heb geen idee of deze door publiek worden gelezen. Misschien een idee om dit eens te evalueren? Gebruik ISI’s (n=2) Ik gebruik voornamelijk de LCI richtlijn en ISI's. ISI's spelen belangrijke rol bij dagelijkse communicatie, toolkits daardoor wat minder nodig voor mijn dagelijkse activiteiten. Bekendheid (n=2) Maak er te weinig gebruik van omdat het niet in mijn/ons systeem zit. Meer bekendheid geven aan het bestaan en gebruik van de toolkits. Overig (n=1) Maak meer gebruik van experts op het gebied van patiëntenvoorlichting bij de GGD'en. Gebruik overkoepelende toolkits.
41
Toolkits Infectieziekten - Klanttevredenheidsonderzoek Beste meneer/mevrouw, Het RIVM is een onderzoek gestart naar het gebruik van de toolkits Infectieziekten. De toolkits Infectieziekten zijn voor en door de gebruiker, u, tot stand gekomen. Juist daarom zijn wij zeer geïnteresseerd in uw mening. Wij willen u dan ook vriendelijk vragen om onderstaande vragenlijst in te vullen. Uw mening is van groot belang voor de verdere ontwikkeling van de toolkits Infectieziekten. Afhankelijk van uw antwoorden zal het invullen 5-15 minuten duren. Vul de vragenlijst nu in! Let op: Vul de vragenlijst ook in als u de toolkits Infectieziekten niet kent of niet gebruikt! Dit geeft ons een beter totaalbeeld. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over de vragenlijst, dan hoor ik dat graag. Alvast hartelijk bedankt voor uw medewerking! Met vriendelijke groet, Lotus van den Hoogen Stagiaire LCI/Communicatie RIVM - Centrum Infectieziektebestrijding Postbus 1 (interne postbak 13) 3720 BA Bilthoven Tel: 030-274 7000 Fax: 030-2744455 www.rivm.nl/infectieziekten
Proclaimer RIVM http://www.rivm.nl/Proclaimer
42