COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
Brussel, 15.5.2001 COM(2001) 265 definitief
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT EU-strategie ten aanzien van China: tenuitvoerlegging van de mededeling van 1998 en toekomstige stappen voor een doeltreffender EU-beleid
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT EU-strategie ten aanzien van China: tenuitvoerlegging van de mededeling van 1998 en toekomstige stappen voor een doeltreffender EU-beleid 1.
Samenvatting
2.
Inleiding
3.
De mededeling van 1998
4.
Het nieuwe kader voor de betrekkingen EU-China
5.
Vaststelling van actiepunten voor een doeltreffender EU-beleid 5.1 Doelstelling 1. China verder in de internationale gemeenschap inschakelen Context Recente ontwikkelingen Actiepunten 5.2 Doelstelling 2. De overgang van China naar een open samenleving ondersteunen Context Recente ontwikkelingen Actiepunten 5.3 Doelstelling 3. China verder in de wereldeconomie integreren Context Recente ontwikkelingen Actiepunten 5.4 Doelstelling 4. De bestaande Europese middelen beter gebruiken Context Recente ontwikkelingen Actiepunten 5.5 Doelstelling 5. Het profiel van de EU in China versterken Context Recente ontwikkelingen Actiepunten
6.
Conclusie
2
1.
SAMENVATTING
Deze mededeling: –
bevat een overzicht van de in 1998 vastgestelde beleidsdoelstellingen van de EU op lange termijn;
–
schetst de ontwikkelingen in de EU en China over de afgelopen jaren en het nieuwe kader voor de betrekkingen tussen de EU en China;
–
geeft een verslag over de tenuitvoerlegging van het beleid van 1998;
–
beoogt een bijdrage te leveren tot een omvattende en toekomstgerichte toetsing van de korte- en middellangetermijndoelstellingen van de Unie en de dialoog en samenwerkingsmechanismen die voor de tenuitvoerlegging van het Chinabeleid van de EU bestaan; zij bevat voorstellen over belangrijke punten waarop het nuttig zou kunnen zijn het EU-beleid aan te passen en/of te vereenvoudigen of nieuwe elementen toe te voegen.
In de mededeling worden middelen voorgesteld om de betrekkingen tussen de EU en China te ontwikkelen door concrete en praktische actiepunten op korte en middellange termijn vast te stellen met het oog op een doeltreffender tenuitvoerlegging van het EU-beleid in de richting van de in 1998 omschreven langetermijndoelstellingen. De actiepunten moeten een zo operationeel mogelijk karakter hebben. Zij zouden een hulpmiddel moeten vormen voor het bepalen van de agenda voor doelgerichte betrekkingen tussen de EU en China. De belangrijkste voorstellen zijn : • China verder bij de internationale gemeenschap betrekken via een doorlopende versterking van de politieke dialoog door: –
een grotere coherentie en continuïteit bij de planning van overeengekomen gesprekken op alle niveaus,
–
een gerichte versterking van de dialoog op deskundigenniveau over specifieke kwesties van bijzonder belang,
–
een engagement om te zorgen voor een betere voorbereiding van en een samenhang tussen de dialoog op alle niveaus,
–
een betere integratie van onderling verband houdende mondiale kwesties en de mogelijkheid om in de marge van topbijeenkomsten occasioneel gezamenlijke teksten van de EU en China over kwesties van gemeenschappelijk belang op te stellen,
–
het institutionaliseren van het kader voor de politieke dialoog EU-China.
• overgang van China naar een open samenleving ondersteunen via:
3
–
een meer doel- en resultaatgerichte mensenrechtendialoog, waarin ten volle rekening wordt gehouden met de conlusies van de Raad Algemene Zaken van januari 2001;
–
samenwerking met China om relevante aan de gang zijnde hervormingen te ondersteunen;
–
tenuitvoerlegging en opstelling van bijstandsprogramma's in verband met mensenrechten ter ondersteuning van de rechtsstaat, juridische hervormingen, economische, sociale, culturele, politieke en burgerrechten, en democratie;
–
programmering en omschrijving van nieuwe terreinen voor EU-bijstand zoals de preventie van folteringen.
• China verder in de wereldeconomie integreren via: –
de voltooiing van de toetreding van China tot de WTO,
–
nauw toezicht op de correcte tenuitvoerlegging van de WTO-verbintenissen van China,
–
uitvoering van EU-bijstandsprogramma's om de toetreding tot de WTO te doen slagen,
–
versterking van de bestaande sectorale dialoog en overeenkomsten op essentiële terreinen (informatiemaatschappij, milieu, energie, wetenschappen en technologie) en ontwikkeling van nieuwe terreinen (bedrijfsbeleid, industriële normen en certificering, douane, zeevervoer, effecten en mededingingsbeleid),
–
versterking van de dialoog tussen het bedrijfsleven in de EU en China,
–
versterking van de handelsgeschillen.
inspanningen
voor
het
oplossen
van
bilaterale
• beter gebruik maken van de samenwerkingsprogramma's van de EU met China door: –
versterkte langetermijnprogrammering,
–
een akkoord over een nationaal strategiedocument,
–
de EG-bijstand op drie belangrijke terreinen toespitsen: bevordering van een duurzame ontwikkeling; aanmoediging van initiatieven voor een goed bestuur en bevordering van de rechtsstaat; steun voor sociaal-economische hervormingen met het oog op de Chinese inspanningen voor regionale en sociale cohesie, armoedebestrijding en de bevordering van gelijke rechten van vrouwen en mannen.
• het profiel van de EU in China zichtbaarder maken door alle aspecten van het EUinformatiebeleid in China te versterken. De voorgestelde actiepunten zijn niet volledig. Zij zijn bedoeld als suggesties voor de activiteiten in de komende jaren, waarbij wordt voortgebouwd op de behaalde resultaten.
4
2.
INLEIDING
De grondslag van deze mededeling is de mededeling van de Commissie van 1998 "Voor een omvattend partnerschap met China”1 en de daaruit voortvloeiende conclusies van de Raad van 29 juni 1998, waarin de nadruk wordt gelegd op het fundamenteel belang dat de Unie heeft bij het versterken van de betrekkingen met China. Bij de besprekingen in de Raad in de winter 2000/2001 bleek men het erover eens dat de algemene langetermijndoelstellingen van de EU bij de betrekkingen met China zoals die in 1998 zijn vastgelegd, grotendeels geldig blijven. Tegelijk bleek er ook een consensus over te bestaan dat er ruimte is om het EU-beleid doeltreffender te maken door de dialoog en de samenwerking te verruimen en de bestaande instrumenten te verfijnen, rekening houdend met de ontwikkelingen die sinds 1998 hebben plaatsgevonden. 3.
DE MEDEDELING VAN 1998
In de mededeling van de Commissie en de daarbij aansluitende conclusies van de Raad van 1998 zijn de volgende doelstellingen voor de betrekkingen EU-China vastgelegd: (i)
China verder bij de internationale gemeenschap betrekken via een verbeterde politieke dialoog;
(ii)
ondersteuning van de overgang van China naar een open samenleving gebaseerd op de rechtsstaat en het respect voor de mensenrechten;
(iii) China verder in de wereldeconomie integreren door het sterker bij het wereldhandelsstelsel te betrekken en het in het land aan de gang zijnde proces van sociaal-economische hervorming te ondersteunen, onder meer in het kader van een duurzame ontwikkeling; (iv) een beter gebruik van de bestaande Europese middelen maken; (v)
het profiel van de EU in China versterken.
Het verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 8 september 20002 over de tenuitvoerlegging van de mededeling van 1998 vormde een eerste balans van het EUbeleid. In het rapport werd geconstateerd dat de betrekkingen tussen de EU en China zoals gepland in sterke mate waren uitgebreid. De politieke dialoog is verruimd, met name door de eerste topbijeenkomsten EU-China in 1998 en 1999. Op 19 mei 2000 hebben de EU en China een bilaterale overeenkomst over de toetreding van China tot de WTO ondertekend, waardoor de weg is vrijgemaakt voor de toetreding van China tot de Wereldhandelsorganisatie. Een programma voor technische bijstand ter ondersteuning van de toetreding tot de WTO stond op het punt te worden uitgevoerd, en de handels- en investeringsbetrekkingen zijn verder verstevigd. Er is een overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking ondertekend. De steun van de EU voor de inspanningen van China voor milieubescherming en andere belangrijke economische en sociale hervormingen is versterkt. De EU-
1 2
COM (1998) 181 COM (2000) 552
5
bijstandsprogramma's zijn bijgesteld teneinde aan de beleidsdoelstellingen van 1998 te beantwoorden, en er zijn een aantal belangrijke projecten op essentiële terreinen ontwikkeld zoals het programma voor juridische en justitiële samenwerking tussen de EU en China, het opleidingsprogramma voor dorpsbestuur, het project beurzen 2000 EU-China, het Junior Managers Programme en het programma beroepsopleiding EU-China. Bovendien is een nieuwe campus van de China-Europe International Business School (CEIBS) geopend. Het rapport kwam tot de conclusie dat de betrekkingen tussen de EU en China weliswaar sterk waren uitgebreid maar dat er nog ruimte was om de relatie verder te verruimen. Die verruiming is in het afgelopen jaar doorgegaan. De ontwikkelingen worden bekeken bij de algemene doelstellingen in punt 4. 4.
HET NIEUWE KADER VOOR DE BETREKKINGEN EU-CHINA
Uit de besprekingen over China in het kader van de Raad begin 2001 bleek er overeenstemming dat het huidige beleid ten aanzien van China en de langetermijndoelstellingen van de EU bij de betrekkingen met China, die zijn vastgelegd in de mededeling van de Commissie en de daarop aansluitende conclusies van de Raad in 1998, grosso modo geldig blijven. Zowel de doelstellingen als de instrumenten kunnen en moeten evenwel verder worden verfijnd, en de operationele doelstellingen op korte en middellange termijn kunnen worden bereikt door het vaststellen van actiepunten teneinde het EU-beleid doeltreffender te maken. Uit verschillende ontwikkelingen in de afgelopen jaren blijkt dat het EU-beleid ten aanzien van China in 2001 nader moet worden afgesteld. Ten eerste hebben zich sinds 1998 belangrijke ontwikkelingen in de EU voorgedaan, die de betrekkingen met China in toenemende mate kunnen en zullen beïnvloeden, zoals de ratificatie en implementatie van het Verdrag van Amsterdam, de ondertekening van het Verdrag van Nice en de goedkeuring van een handvest van grondrechten van de Europese Unie in december 2000. Dit heeft geleid tot een versterking van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) van de EU, het Europees veiligheids- en defensiebeleid, het beleid inzake justitie en binnenlandse zaken en andere beleidsterreinen. De doorlopende consolidatie van de integratie van de EU leidt ertoe dat de Unie beter uitgerust is om China bij een groeiend aantal kwesties te betrekken. Ten tweede hebben zich ook in China zelf belangrijke ontwikkelingen voorgedaan waarmee rekening moet worden gehouden bij het bijstellen van het EU-beleid ten aanzien van China, zoals de steeds prominentere aanwezigheid van China op de internationale scène en zijn groeiend politiek en economisch gewicht. China bekleedt nu al de zevende plaats op de lijst van wereldhandelsnaties, is de op een na grootste begunstigde van directe buitenlandse investeringen en een belangrijk speler in sommige economische sleutelsectoren zoals telecom, de informatiemaatschappij en de energiesector. Bovendien heeft het doorlopende en verregaande hervormingsproces in China een weerslag op steeds meer delen van de Chinese samenleving. De corruptie en de groeiende verschillen in regionale ontwikkeling en inkomen zijn essentiële aandachtspunten. De verwachte toetreding tot de WTO zal een bijkomende stimulans aan het tempo van de sociaal economische hervormingen verlenen. Tegelijk zal zij echter waarschijnlijk, althans op korte termijn, leiden tot een verdere stijging van de werkloosheid in de steden en op het platteland, waardoor het Chinese sociale-zekerheidsstelsel onder druk kan komen te staan en de maatschappelijke spanningen kunnen worden verhoogd. De toenemende interne en externe migratie in de 6
afgelopen jaren vormt een uiting van die problemen. De algemene politieke situatie in China wordt beïnvloed door de verwachte verschuivingen in het leiderschap (16e congres van de communistische partij in de herfst 2002) en de aanhoudende spanningen in verband met Taiwan. Ten derde hebben zich ook binnen de betrekkingen tussen de EU en China belangrijke ontwikkelingen voorgedaan, die kort moeten worden besproken. Het gaat onder meer om de versterking van de politieke dialoog, het openen van een dialoog over illegale migratie en mensenhandel, het bijstellen van de samenwerkingsbijstand van de EU ten aanzien van China in het nieuwe nationale strategiedocument, de versterking van een aantal belangrijke sectorale dialoogterreinen en het groeiende belang van China als handels- en investeringspartner van de EU. Al deze ontwikkelingen wijzen erop dat het mogelijk en noodzakelijk is onze betrokkenheid bij China verder te versterken. De openstelling van China in de afgelopen twintig jaar heeft geleid tot een indrukwekkende economische groei, die het welzijn van talrijke Chinezen heeft verbeterd en tegelijk mogelijkheden voor het Europese bedrijfsleven heeft gecreëerd. Het verlangen om tot een duurzame economische groei en ontwikkeling te komen heeft de hervormingen in het algemeen aangewakkerd. Er zijn echter altijd al heel wat moeilijkheden gepaard gegaan met de openstelling van China en de toetreding van het land tot de internationale gemeenschap, en dat zal waarschijnlijk nog vele jaren het geval zijn. Niets kan als vanzelfsprekend worden beschouwd en het hervormingsproces gaat niet permanent door op automatische piloot. De EU heeft er zowel economisch als politiek belang bij steun te verlenen voor een open China, de voortzetting van een vlot en doorlopend hervormingsproces en voor het positief en constructief internationaal engagement van China. Voor de EU is China niet altijd een makkelijke partner. Zijn politiek systeem verschilt van dat van de meeste andere grote derde landen waarmee de EU in toenemende mate belangrijke betrekkingen onderhoudt, en de bezorgdheid van de EU in verband met essentiële kwesties zoals de mensenrechten leidt op sommige ogenblikken tot gespannen betrekkingen. Ondanks die moeilijkheden is het in het eigen belang van de Unie China verder in het wereldgebeuren in te schakelen. Mondialisering betekent onder meer dat een land zo groot als China tegelijk een deel van het probleem en van de oplossing is voor alle grote kwesties die internationaal en regionaal aan de orde zijn. Betrokkenheid en engagement betekent het ontwikkelen van omvattende betrekkingen die het mogelijk maken zich in te zetten voor een onderlinge overeenstemming over alle probleempunten, in een streven naar een multilaterale oplossing van moeilijkheden telkens wanneer dit voor internationale en regionale kwesties van toepassing is. Het ontwikkelen van de betrekkingen tussen de EU en China vereist een engagement van China op alle niveaus. Tijdens de recente topbijeenkomsten tussen de EU en China is het vereiste engagement op het hoogste politieke niveau duidelijk uitgesproken. Voor de behandeling van de diverse punten die op de agenda van de samenwerking tussen de EU en China staan, bijvoorbeeld illegale migratie of de uitbreiding van de sectorale dialoog, zal echter ook de volledige steun van de Chinese autoriteiten op lagere niveaus vereist zijn, onder meer in de regio's, alsmede een verbeterde interne coördinatie in China tussen de diverse betrokken actoren.
7
5.
VASTSTELLING VAN ACTIEPUNTEN VOOR EEN DOELTREFFENDER EU-BELEID
5.1.
Doelstelling 1:
China verder in de internationale gemeenschap inschakelen
Context China in de internationale gemeenschap integreren en China aanmoedigen om met de EU samen te werken bij het aanpakken van internationale, regionale en transnationale uitdagingen blijft een prioriteit voor de Unie. Vele van de initiatieven die in 1998 met het oog daarop zijn voorgesteld, zijn uitgevoerd. De politieke dialoog is versterkt. Er worden jaarlijks topbijeenkomsten gehouden, en de ministers van buitenlandse zaken en ook de ambassadeurs en hoge ambtenaren komen regelmatig bijeen in Brussel, Peking, New York en Genève. Er is ook een principiële afspraak om regelmatig gesprekken op het niveau van de experts te voeren over een aantal kwesties (Trojkawerkgroepen GBVB). Hoewel de politieke dialoog tussen de EU en China niet altijd makkelijk verloopt, is hij sterker geworden, wat een uiting vormt van het wederzijdse inzicht dat het nodig is de verschillen uit te kristalliseren en wegen aan te geven om vorderingen te boeken in verband met alle belangrijke kwesties. Het belang om China consequent en coherent te betrekken bij alle kwesties die op de internationale agenda staan, vormt een uiting van het feit dat China als lid van de VNveiligheidsraad en als groeiende economische en politieke macht een aanzienlijke invloed kan hebben op de meeste grote wereldproblemen, zoals wapenproliferatie, illegale migratie en mensenhandel, georganiseerde misdaad, witwassen van geld of milieubescherming. De samenwerking met China in bilateraal en multilateraal verband zoals de VN is van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat internationaal vorderingen op deze belangrijke terreinen worden gemaakt. Hoewel de politieke dialoog en de dialoog over wereldkwesties van bijzonder belang zijn om China verder bij de internationale gemeenschap te betrekken, dragen ook de andere aspecten van de dialoog die elders in deze mededeling worden behandeld tot dit doel bij. Recente ontwikkelingen in de betrekkingen EU-China In het afgelopen jaar zijn verdere stappen ondernomen om de politieke dialoog tussen de EU en China te ontwikkelen. De derde topbijeenkomst EU-China op 23 oktober 2000 was een succes en heeft bevestigd dat beide partijen belang hebben bij het nauwer aanhalen van de banden in het algemeen. Een bijkomende stimulans werd gevormd door de eerste bijeenkomst van de Trojka van politieke directeuren van de EU met China op 30 november in Peking, die de mogelijkheid bood tot een breed debat over internationale en regionale kwesties van wederzijds belang. Op het gebied van de illegale migratie en mensenhandel vonden de eerste gesprekken op hoog niveau tussen ambtenaren van de EU en China plaats in oktober 2000 in Brussel en februari 2001 in Peking. Zulks gebeurde in aansluiting op de briefwisseling tussen voorzitter Prodi en premier Zhu over de noodzaak om de samenwerking op dit terrein te versterken, als gevolg van de tragedie in Dover in juni 2000, toen 58 Chinezen die illegaal wilden emigreren zijn omgekomen. Het groeiende internationale belang van zowel China als de EU verleent de politieke dialoog en de meer algemene dialoog over wereldkwesties een bijzondere relevantie. In de komende jaren kan heel wat worden gedaan om verder te bouwen op de tot nog toe behaalde resultaten en die verder te verfijnen en doeltreffender te maken. Actiepunten
8
Verruiming van de politieke dialoog • Voortzetting van de onlangs gecreëerde politieke dialoog op het niveau van de politieke directeuren tweemaal per jaar. • Tweemaal per jaar in het kader van de Trojka een bijeenkomst van deskundigen met China plannen op terreinen waar er al een beginselovereenkomst voor een regelmatige dialoog bestaat zoals Aziatische zaken, non-proliferatie, conventionele wapenuitvoer en ontwapening, en overwegen VN-aangelegenheden toe te voegen voor bespreking op de halfjaarlijkse bijeenkomsten van experts. • Een regelmatige dialoog tussen de politieke adviseurs van de Trojka in Peking en het Chinese ministerie van buitenlandse zaken creëren over een aantal specifieke regionale en internationale kwesties. • Zorgen voor een verbeterde voorbereiding en follow-up van alle bijeenkomsten van de politieke dialoog, in het bijzonder topbijeenkomsten, en voor een betere samenhang tussen de dialoog op verschillende niveaus. • Overwegen of het nuttig zou zijn occasioneel overeengekomen teksten (verklaringen of notulen) uit te brengen na topbijeenkomsten over cruciale kwesties van gemeenschappelijk belang. • Regelmatige evaluatie binnen het comité politiek en veiligheid van de resultaten en doeltreffendheid van de politieke dialoog EU-China op alle niveaus, en bijstelling daarvan waar nodig. • In het licht van de evaluaties de mogelijkheid overwegen om de dialoog op het niveau van de experts uit te breiden tot andere terreinen (onder meer terrorisme, regionale aangelegenheden buiten Azië enz.). • Institutionalisering van het kader voor de versterkte politieke dialoog EU-China overwegen. Gespreksonderwerpen voor de politieke dialoog • De prioritaire aandacht in de politieke dialoog moet gaan naar de volgende aspecten: –
nastreven van de doelstellingen van de Unie inzake mensenrechten,
–
praktische middelen voor het opvoeren van de samenwerking aangeven teneinde een verdere verzoening tussen Noord- en Zuid-Korea te bevorderen,
–
praktische middelen aangeven voor samenwerking in verband met Birma/Myanmar ter ondersteuning van de inspanningen van de VN om de nationale verzoening aan te moedigen en te voorkomen dat Birma/Myanmar een bron van onveiligheid in de regio en een centrum van drugshandel wordt,
–
samenwerking bij het versterken van de pogingen om de territoriale aanspraken in de Zuid-Chinese Zee via onderhandelingen op te lossen, onder meer door steun voor verdere werkzaamheden over een gedragscode,
9
–
er duidelijk op wijzen dat de EU er groot belang bij heeft dat de kwestie Taiwan vreedzaam en via een dialoog wordt opgelost,
–
ondersteuning van het multilaterale streven naar de beperking van proliferatie en export van kernwapens en naar ontwapening (gedragscode voor de regeling inzake controle op de uitvoer van rakettechnologie (MTCR), inspecties, spoedige inwerkingtreding van het Verdrag inzake de volledige kernproevenstop, onmiddellijke aanvang van onderhandelingen over een verdrag betreffende het verbod op de vervaardiging van splijtstoffen voor kernwapens, EU-gedragscode voor wapenuitvoer, VN-conferentie in juli 2001 over de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens en follow-up, ter ondersteuning van het proces van Ottowa over de landmijnen),
–
middelen aangeven ter bevordering van deelname aan de multilaterale veiligheidsdialoog voor conflictpreventie over regionale en internationale kwesties en daartoe maximaal gebruik maken van bestaande fora (ASEM, ARF, VN),
–
middelen onderzoeken om de VN-vredeshandhavingsoperaties verder te ondersteunen,
–
de dialoog EU-China over illegale migratie en mensenhandel voortzetten,
–
opvoeren van de samenwerking met het oog op het bereiken van de oogmerken en doelstellingen aangenomen op grote internationale conferenties die in het kader van de VN zijn georganiseerd,
–
bewustmaking, bij de planning en voorbereiding van bijeenkomsten voor de politieke dialoog, dat alle beleidsterreinen in toenemende mate onderling verband houden, met inbegrip van regionale kwesties/veiligheidsbeleid, internationale organisaties/veiligheidsbeleid/regionale kwesties.
Speciale administratieve regio's (SAR) • Doorgaan met een nauw toezicht op de ontwikkelingen in Hongkong en Macau en met het uitgeven van jaarverslagen over iedere speciale administratieve regio, waarbij de aandacht wordt gevestigd op de handhaving van de rechtsorde, de fundamentele vrijheden en de autonomie in iedere regio, overeenkomstig hun respectieve basiswetten. Mondiale kwesties • Voortzetting en verdieping van de onlangs gecreëerde dialoog over de bestrijding van illegale migratie en mensenhandel, met specifieke aandacht voor praktische middelen om de samenwerking te versterken en met name de terugkeer van illegale Chinese migranten uit EU-lidstaten te vergemakkelijken. Aanwending van beste praktijken die China in dit verband in samenwerking met derde landen heeft vastgesteld, rekening houdend met mensenrechtenaspecten en gelet op de mogelijke sluiting van een terugkeerovereenkomst. • Toepassing van andere praktische middelen ter versterking van de samenwerking in verband met illegale migratie zoals grondiger gesprekken over de opsporing van vervalste documenten en het illegaal gebruik van authentieke documenten, de mogelijkheid van informatiecampagnes, bezoek op hoog niveau van Chinese centrale en regionale
10
ambtenaren aan de EU en de EU-lidstaten en workshops/seminars over andere kwesties die belangrijk worden geacht voor het versterken van de samenwerking tegen illegale migratie en mensenhandel. • Methoden voor samenwerking bij de strijd tegen de georganiseerde misdaad onderzoeken. • Uitbreiding van de maatregelen voor een betere coördinatie van het EU-beleid inzake mondiale kwesties, niet alleen tussen de Commissie en de lidstaten maar ook op terreinen waar een coherenter en consequenter beleid zou kunnen worden bereikt, onder meer inzake verspreiding van wapens, drugshandel, illegale migratie en mensenhandel, georganiseerde misdaad, witwassen van geld en milieuverontreiniging. 5.2.
Doelstelling 2: ondersteunen
de overgang van China naar een open samenleving
Context De ondersteuning van de overgang van China naar een open samenleving gebaseerd op de rechtsstaat en het respect voor de mensenrechten vormt nu en in de komende jaren een kernpunt van de betrekkingen tussen de EU en China. Er moet nog veel werk worden verzet. In de afgelopen twintig jaar zijn de levensomstandigheden van de meerderheid van de Chinese bevolking erop vooruitgegaan. Economische hervormingen en liberalisering hebben geleid tot een verhoogde mate van vrijheid en zelfbeschikking voor individuen op economisch en sociaal gebied. Er zijn ook sommige aanwijzingen dat een opener juridisch stelsel in China in de maak is. Het belang van de rechtsstaat binnen het proces van de modernisering van China en met het oog op de verdere integratie van het land in de internationale economie wordt door de Chinese autoriteiten en de Chinese media erkend. Op het gebied van de economische en sociale rechten is vooruitgang geboekt. In 1999 zijn bepalingen op dat gebied aan de grondwet toegevoegd. In verband met de politieke en burgerrechten gaapt er nog steeds een brede kloof tussen de algemeen aanvaarde internationale normen en de mensenrechtensituatie ter plaatse. De EU en China zijn betrokken in een mensenrechtendialoog, die tot doel heeft de mensenrechtensituatie te verbeteren door China aan te moedigen de mensenrechten en fundamentele vrijheden te respecteren en te bevorderen en met internationale mensenrechteninstrumenten samen te werken. Sinds 1997 hebben tien officiële dialoogrondes plaatsgevonden. Tenslotte worden nog kleine maar belangrijke stappen genomen om te komen tot een sterkere mate van democratisering op plaatselijk niveau (directe verkiezingen in de dorpen), die tot de hogere niveaus zouden kunnen worden uitgebreid. Recente ontwikkelingen in de betrekkingen EU-China In het recente verleden hebben twee zittingen van de mensenrechtendialoog tussen de EU en China plaatsgevonden, in september 2000 in Peking en in februari 2001 in Stockholm. Voorts zijn twee seminars georganiseerd in december 2000 in Parijs over vakbondsrechten en kleine criminaliteit en in mei 2001 in Peking over de doodstraf en het recht op onderwijs. Daarbij vonden diepgaande gesprekken tussen ambtenaren en experts plaats en werden de respectieve 11
opvattingen en standpunten verduidelijkt teneinde wegen te vinden om de belangrijkste agendapunten van de EU te kunnen behandelen. Zoals opgemerkt in de conclusies van de Raad Algemene Zaken van 22 januari 2001 vinden de dialoogbijeenkomsten meestal plaats in een open sfeer, waarbij vrijmoedig van gedachten wordt gewisseld over kwesties die voor de EU bijzondere reden tot bezorgdheid inhouden zoals het niet-respecteren van de fundamentele vrijheden, willekeurige opsluiting en heropvoeding door arbeid, folteringen, het harde optreden tegen activisten voor de democratie, de situatie van minderheden en de doodstraf. Recenter nog heeft de EU haar tevredenheid uitgesproken over de beslissing van de Volksrepubliek China van 28 februari om het Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (ICESCR) te ratificeren, dat het vooruitzicht inhoudt op een groter respect voor economische, sociale en culturele rechten in China. De EU blijft evenwel bezorgd over de geplande verklaring van China in verband met artikel 8, lid 1, sub a) van het verdrag dat de Chinese wet voorrang heeft boven dat verdragsartikel, dat het recht op het oprichten van en toetreden tot een vakbond van eigen keuze garandeert. In het algemeen blijft de Europese Unie ernstig bezorgd over de mensenrechtensituatie in China; zoals duidelijk verklaard in de conclusies van de Raad Algemene Zaken van januari en maart blijft de mensenrechtendialoog tussen de EU en China voor de Europese Unie nog steeds het kanaal bij uitstek vormen ter verbetering van de situatie op de diverse probleemgebieden, maar moet tegelijk duidelijk worden gesteld dat de dialoog alleen maar een aanvaardbare mogelijkheid vormt indien ter plaatse vooruitgang wordt geboekt. Het is daarom absoluut noodzakelijk dat de EU en China samenwerken voor de verbetering van de mensenrechtensituatie in China, een maatregel die niet alleen zal bijdragen tot de integratie van China in de internationale gemeenschap maar ook de economische hervorming en groei zal versterken. Ter ondersteuning van de mensenrechtendialoog financiert de EU in samenwerking met China een aantal bijstandsprogramma's in verband met mensenrechten. De tenuitvoerlegging van deze en de uitwerking van nieuwe projecten is in het afgelopen jaar goed gevorderd en zal verder een belangrijk deel blijven uitmaken van het streven van de EU naar de verbetering van de mensenrechtensituatie in China. Actiepunten • Follow up van de conclusies van de Raad Algemene Zaken van 22 januari 2001 over de mensenrechtendialoog EU-China, grotere doelgerichtheid van de mensenrechtendialoog, doorlopende evaluatie daarvan en omschrijving van middelen om de dialoog effectiever en meer resultaatgericht te maken, met name in verband met de essentiële probleemgebieden die in de conclusies van de Raad Algemene Zaken zijn aangegeven, met inbegrip van samenwerking met mensenrechtenmechanismen; garanties voor de bescherming van personen die worden vervolgd voor een misdaad waarvoor de doodstraf zou kunnen worden opgelegd en beperking van de gevallen waarin de doodstraf kan worden opgelegd; hervorming van de administratieve hechtenis; respect voor de fundamentele rechten van alle gevangenen; ongehinderde uitoefening van de vrijheid van gedachten, geweten en godsdient, van de vrije meningsuiting en de vrijheid van vergadering en vereniging. Vastlegging van middelen om China te helpen bij de tenuitvoerlegging van het onlangs geratificeerde VN-verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, China aanmoedigen om de bepalingen van het verdrag inzake de vrijheid van vereniging volledig over te nemen en er bij China op aandringen de 12
internationaal erkende essentiële arbeidsnormen te respecteren die in de desbetreffende verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie zijn vastgesteld. • China blijven aanmoedigen om het VN-verdrag inzake politieke rechten en burgerrechten te ratificeren • Samenwerking met China met het oog op een eerste aanzet tot hervormingen betreffende hechtenis, het rechtsstelsel en de diverse bestaande sancties in het strafrecht alsmede eerste hervormingen van het strafrecht en het wetboek van strafvordering. • Voortzetting van de implementatie en opstelling van EU-bijstandsprogramma's op het gebied van de mensenrechten die specifiek verband houden met de rechtsorde en juridische hervorming (juridisch en justitieel samenwerkingsprogramma EU-China), economische, sociale, culturele, politieke en burgerrechten (netwerk EU-China voor de ratificatie en implementatie van VN-Verdragen, programma ter ondersteuning van economische, sociale en culturele rechten in de provincie Yunnan, Chinese federatie van mensen met een handicap, faciliteit voor kleinschalige mensenrechtenprojecten EU-China, beurzen voor een juristenopleiding in mensenrechten aan de universiteit van Hongkong) en democratie (opleidingsprogramma EU-China betreffende dorpsbestuur). • Uitstippeling van strategieën en programmering op middellange en lange termijn voor de technische bijstand en samenwerking, met inbegrip van een passende prioritering inzake mensenrechten en democratisering in het kader van de opstelling van het nationaal strategiedocument voor samenwerking met China. Vervolgens mogelijke nieuwe mensenrechtenprojecten omschrijven, bijvoorbeeld op het gebied van de preventie van folteringen. 5.3.
Doelstelling 3:
China verder in de wereldeconomie integreren
Context Na meer dan 20 jaar opmerkelijke economische groei hebben zich in de Chinese economie diepgaande wijzigingen voltrokken. China bekleedt thans de 7e plaats op de lijst van de wereldhandelsnaties, en zijn aandeel in de wereldhandel is in 2000 gestegen tot 3,9 %. Zijn totale buitenlandse handel is met 31,5 % gestegen tot een volume van 474 miljard VS-dollar. Algemeen beschouwd bevindt de Chinese economie zich op basis van koopkrachtpariteit op hetzelfde niveau als die van Japan, net na die van de VS. Het land trekt in een hoog tempo directe buitenlandse investeringen aan en is thans de op een na grootste begunstigde van directe buitenlandse investeringen na de VS, nadat het in 2000 het VK heeft ingehaald. De totale gerealiseerde directe investeringen beliepen in 2000 circa 348,6 miljard VS-dollar, verdeeld over 364.345 buitenlandse investeringsbedrijven, terwijl de contracten voor directe buitenlandse investeringen 676,7 miljard VS-dollar vertegenwoordigden. China groeit ook steeds meer uit tot een actor en een markt van wereldbelang in sectoren zoals telecommunicatie, vervoer, energie en milieu. De handel tussen de EU en China heeft een sterke ontwikkeling gekend sinds China in 1978 met zijn opendeurbeleid begon. Het kleine handelsoverschot van de EU in de jaren '80 is echter omgeslagen tot een tekort in de jaren '90, dat in 2000 een recordcijfer van 44,4 miljard € heeft bereikt, wat een verhoging van het recorddeficit van 1999 met bijna 50 % vertegenwoordigt. In 2000 was de EU de grootste directe buitenlandse investeerder in China met uitsluiting van Hongkong, waarbij de gecontracteerde en gerealiseerde investeringen respectievelijk meer dan 8,8 miljard VS-dollar en circa 4,5 miljard VS-dollar 13
bedroegen. Ondanks deze positieve recente tendensen blijft het aandeel van de EU in de directe buitenlandse investeringen in China relatief laag vergeleken met haar aandeel in andere groeimarkten. De integratie van China in de wereldeconomie, met alle implicaties daarvan voor een doorgaande openstelling en hervorming, zal van essentieel belang zijn voor het tot stand brengen van samenwerkingsverbanden met China, het verdiepen van de algemene betrekkingen tussen de EU en China en het bevorderen van de wederzijdse handelsbelangen van de EU en China. De EU en China hebben gezamenlijk een fundamenteel belang bij het versterken van het op regels gebaseerde multilaterale handelsstelsel. In dit verband kan het belang van de toetreding van China tot de WTO niet worden overschat. Die stap kan leiden tot een belangrijke openstelling van de markt en zal tot gevolg hebben dat China actief kan deelnemen wanneer het wereldhandelsstelsel zich klaarmaakt voor een verdere liberalisering van de handel in een aanstaande nieuwe ronde. Er wordt verwacht dat de toetreding het vertrouwen zal stimuleren, binnen- en buitenlandse investeringen zal creëren en de economische groei in het algemeen zal bevorderen. China blijft zich inzetten voor de voortzetting van zijn sociaal-economisch hervormingsprogramma. De huidige uitdagingen omvatten de moeilijke en politiek gevoelige hervorming van de sector overheidsbedrijven, het financieel stelsel en met name het bankwezen dat enorme oninvorderbare schulden in het bijzonder bij de overheidsbedrijven heeft uitstaan, en van het sociale-zekerheidsstelsel. De werkloosheid wordt nog steeds verergerd door het hervormingsproces doordat de hervormde overheidsbedrijven in een steeds sneller tempo werknemers ontslaan. Dit versterkt nog de trek naar de steden, doordat grote groepen ongeschoolde of laaggeschoolde werknemers naar de grote steden migreren. China zal ook iets moeten doen aan de toenemende sociale en regionale verschillen. China is de op een na grootste verbruiker en de op twee na grootste producent van energie. Gezien de omvang van zijn energiesector is het energiebeleid van het land en het potentiële effect daarvan op de hele wereld een zaak van groot internationaal belang, in het bijzonder voor de luchtverontreiniging en de klimaatswijziging. China heeft ingezien dat zorg voor het natuurlijk milieu nodig is om een blijvende welvaart te garanderen, en heeft in zijn 10e Vijfjarenplan (2001-2005) een beleid voor duurzame ontwikkeling uitgestippeld, en de verzoening tussen een snelle economische groei, wijzigingen en ontwikkelingen in de samenleving en milieubescherming is thans voor het land een topprioriteit geworden. Het zal in toenemende mate nodig worden dat de EU haar kennis, vaardigheden en technologieën op milieugebied aan China overdraagt indien China wil komen tot duurzame productie- en consumptiepatronen, een evenwichtige energiesituatie en andere essentiële doelstellingen teneinde de economische ontwikkeling in de toekomst zo gunstig mogelijk te laten verlopen. Een bijdrage van de EU zal China helpen bij zijn streven naar betere milieuresultaten, met name wanneer er mondiale gevolgen en/of gemeenschappelijke belangen in het spel zijn zoals een klimaatswijziging. De deskundigheid van de EU kan China helpen zijn doelstellingen te bereiken. Eerst moet het land de oorzaken van het milieubederf onder controle krijgen. Dan moet op middellange tot lange termijn de schade worden hersteld en moeten verbeteringen in het milieu worden aangebracht. China beschikt al over een uitgebreid aantal nationale milieubeschermingsnormen en milieuvoorschriften maar de tenuitvoerlegging laat nog steeds te wensen over. Het land besteedt thans 0,93 % van het BBP aan milieubescherming en heeft als streefdoel dit te verhogen tot 1,2 % in 2005 en tot 1,7 % in 2010. 14
Dankzij de huidige statistische samenwerking met de EG beschikken de Chinese autoriteiten in toenemende mate over betrouwbare statistische informatie betreffende buitenlandse handel en werkgelegenheid, wat in de toekomst de basis zal vormen voor een doeltreffende controle en beleidsuitstippeling. Recente ontwikkelingen bij de betrekkingen EU-China Dankzij de bilaterale overeenkomsten inzake markttoegang die China met derde landen heeft gesloten, zo onder meer met de VS in november 1999 en met de EU in mei 2000, is de weg vrijgemaakt voor de toetreding van China tot de WTO. Nu alle bilaterale overeenkomsten op een na zijn gesloten, blijven slechts een beperkt aantal kwesties nog onopgelost. De besprekingen in de marge van de top van 23 oktober hebben geleid tot de oplossing van een aantal hangende bilaterale kwesties tussen de EU en China, en op de bijeenkomsten van de werkgroep van Genève over de toetreding van China in november en december 2000 en januari 2001 is een doorbraak op een aantal terreinen bereikt. In januari 2001 heeft de EU een omvattend compromisvoorstel ingediend dat tot doel had alle hangende kwesties op te lossen. De WTO-leden zijn thans samen met China bezig met het wegwerken van de laatste resterende struikelblokken. Op een bijeenkomst van de Gemengde Commissie EU-China, die parallel met de Top in oktober 2000 heeft plaatsgevonden, hebben diepgaande besprekingen plaatsgevonden van belangrijke kwesties inzake bilaterale handel en samenwerking. Er is een principieel akkoord bereikt om een dialoog inzake bedrijfsbeleid en -regulering op te starten. China heeft ingestemd met een voorstel van de Commissie om het werkterrein van de bestaande werkgroep Telecom te verruimen door die groep om te vormen tot een werkgroep Informatiemaatschappij, zodat ook het regelgevend kader voor de sector en nieuwe terreinen worden bestreken. In november 2000 hebben in Peking verkennende gesprekken plaatsgevonden over een mogelijke samenwerkingsovereenkomst China-Euratom voor het vreedzaam gebruik van kernenergie, die een bevestiging vormden van de wederzijdse wens om werk te maken van voorbereidselen voor de formele besprekingen. Een bijeenkomst op hoog niveau in november 2000 heeft geleid tot de overeenkomst dat beide partijen gezamenlijk de onderhandelingen voor een overeenkomst inzake samenwerking en wederzijdse bijstand op douanegebied zullen voorbereiden. In Brussel heeft in maart 2001 een bijeenkomst van de werkgroep Energie plaatsgevonden. De Commissie heeeft voorgesteld de milieudialoog tot beleidskwesties uit te breiden. Actiepunten WTO,handel en investeringen • De toetreding van China tot de WTO zo spoedig mogelijk afronden. • Nauw toezicht houden op de implementatie van de WTO-verbintenissen van China. Als een eerste stap er bij China op aandringen dat het zijn wetgeving, voorschriften en administratieve structuren, werkmethoden en procedures na de toetreding aan de WTOeisen aanpast. • Na de toetreding, voorzetting van de dialoog op specifieke terreinen en toepassing van de instrumenten om samen met de Chinese autoriteiten toezicht te houden op de implementatie van de WTO.
15
• Verdere tenuitvoerlegging van het pakket van lopende met de WTO verband houdende samenwerkingsprojecten (22 miljoen €) : WTO-ondersteuning fase een, hervorming en herstructurering van de financiële dienstverlening, opstelling en inzameling van statistieken, transparantie bij overheidsopdrachten en ontwikkeling van een doeltreffend systeem voor bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten. • De EU is klaar om na de toetreding van China een bijkomende inspanning te leveren om het land te helpen zijn WTO-verbintenissen na te leven, door het bestaande pakket projecten aan te vullen. • De EU en China zouden moeten streven naar een nauwe samenwerking bij de ontwikkeling en liberalisering van de wereldhandel, in het bijzonder indien op de WTO-ministersbijeenkomst in Qatar een nieuwe ronde kan worden gelanceerd. • Voortzetting van de samenwerking met en steun voor de zopas opgerichte Kamer van Koophandel van de EU in China, waarvan de 200 leden in zeer belangrijke mate zullen bijdragen tot het toezicht op de naleving van de WTO-verbintenissen. • Steun voor het initiatief bedrijfsdialoog EU-China van bedrijven in de EU en China. Na de eerste twee zittingen in 1998 en 2000 wordt deze dialoog thans getoetst om de rol ervan nader te bepalen in het licht van de aanstaande toetreding van China tot de WTO. Economische en sociale hervormingen • Verdere aanmoediging van het aan de gang zijnde hervormingsproces via contacten, dialoog op alle niveaus en samenwerking. • Bepalen wat de beste manier is om China via samenwerkingsactiviteiten te helpen een doeltreffend sociale-zekerheidsstelsel te ontwikkelen. • Stimuleren van een beleidsdialoog EU-China over onderwijs en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen. Uitwerken en uitvoeren van programma's voor de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen die zijn gericht op belangrijke groepen binnen het Chinese hervormingsproces zoals academici met een opleiding in bedrijfskunde, rechten, politieke wetenschappen, economie, wetenschappen en technologie, ambtenaren, jonge en oudere beoefenaars van vrije beroepen, wetgevers, opinievormers in de media enz., door het voortzetten en uitbreiden van activiteiten zoals het Junior Managers programma EU-China en het project hoger onderwijs. • Creëren van een uitwisseling van ervaring tussen de autoriteiten voor regionaal beleid aan beide zijden, teneinde bij te dragen tot het uitstippelen van een beleid om de regionale verschillen in China te verkleinen. Nieuwe sectorale dialoogterreinen • Uitvoering van specifieke initiatieven om te komen tot een dialoog met China over bedrijfsbeleid en -regulering, industriële normen en certificering, effectenmarkten en mededingingsbeleid. Telecom/Informatiemaatschappij
16
• De bestaande telecommunicatiedialoog verruimen en verdiepen met het oog op een permanente en regelmatige dialoog over de informatiemaatschappij, die naast research en samenwerking ook het regelgevend kader voor de gehele sector inclusief nieuwe terreinen omvat. • Op gang brengen van een industriële dialoog over normen. • Organisatie van een samenwerkingsforum EU-China over de informatiemaatschappij in april 2002, dat een demonstratie van de Europese knowhow inzake technologie en diensten in verband met de informatiemaatschappij zal omvatten, een conferentie EUChina over de uitdagingen van de informatiemaatschappij en een reeks bijeenkomsten tussen bedrijven, alsook eventueel andere evenementen. Vervoer • Organisatie van een voorlichtingsseminar in de loop van 2001 over het programma GALILEO voor een wereldwijd satellietsysteem voor navigatie, plaats- en tijdbepaling, en onderzoeken van samenwerkingsmogelijkheden op dit gebied. • Verkennende gesprekken aanvangen met China in mei 2001 met het oog op de start van onderhandelingen over een bilaterale maritieme overeenkomst aan de hand van het mandaat dat de Raad in 1998 heeft verleend met het oog op de verbetering van het regelgevend kader waaronder het maritiem vervoer naar en van China en naar en van de Europese Gemeenschap plaatsvindt. Het doel zou zijn bepalingen op te stellen betreffende de vrijheid om internationale maritieme vervoerdiensten te verstrekken, vrije toegang tot de markt, een nationale behandeling voor Europese bedrijven die zich in China vestigen, de ongehinderde overdracht van opbrengsten en investeringen en de bevordering van maritieme samenwerking. Douanesamenwerking • Voortzetting van de voorbereidende besprekingen met China en start van de onderhandelingen over een overeenkomst inzake samenwerking en wederzijdse bijstand op douanegebied. Milieu • Toetsing van de bestaande milieuwerkzaamheden uitgevoerd door de bilaterale werkgroep Milieu en opstarten van een diepgaande en afzonderlijke beleidsdialoog over milieukwesties van wederzijds belang met de overheidsdienst voor milieubescherming, die zowel binnen- als buitenlandse aangelegenheden omvat, met het oog op de uitwisseling van informatie ter versterking van de ontwikkeling en implementatie van het binnenlands beleid. Onderzoeken in welke mate de EU China kan bijstaan bij het integreren van milieuaspecten in andere beleidsterreinen, en telkens wanneer mogelijk, creëren van vruchtbare partnerschappen ter bevordering van gemeenschappelijke belangen in het kader van multilaterale milieuovereenkomsten. • China bijstaan bij het ontwikkelen van geschikte beleidslijnen en strategieën op het gebied van duurzaam bosbeheer, duurzaam landgebruik, ruimtelijke ordening en grondbeheer, beheer van watervoorraden, duurzame energieproductie en -afzet, luchtverontreiniging en maatregelen om de klimaatswijziging tegen te gaan en opzetten van samenwerking bij de research daartoe. 17
• Uitwerken van samenwerkingsprojecten op de volgende specifieke terreinen : schonere productiemethoden; maximale afvalbeperking, afvalbeheer; opleiding milieukunde; ontwikkeling en toepassing van milieunormen; verbetering van de capaciteit voor milieubeheer; overdracht van milieudeskundigheid en technologie; milieubewustzijn. Energie • Creëren van een dialoog over regelgeving en beleid. Verdere uitwerking van desbetreffende samenwerkingsprojecten die met name de overdracht van knowhow stimuleren, met inbegrip van een project om China te helpen de milieueffecten van zijn energieproductie en -verbruik te verminderen. • Organisatie van de 4e Conferentie over energiesamenwerking tussen de EU en China in Peking op 18 juni 2001 alsmede andere evenementen waar passend. • Ontwikkeling van de samenwerking voor het vreedzaam gebruik van kernenergie, wat ertoe bijdraagt de non-proliferatie van kernwapens wereldwijd te bevorderen. Opstelling van onderhandelingsrichtsnoeren voor een nucleaire samenwerkingsovereenkomst. De start van de onderhandelingen wordt verwacht eind 2001 of begin 2002. Wetenschappen en technologie • De nodige stappen zetten om de Overeenkomst inzake wetenschappen en technologie, die sinds december 1999 van kracht is, doeltreffender te laten functioneren, onder meer door een grotere deelname van onderzoekers aan de onderzoek- en ontwikkelingsprogramma's van de andere partij. In deze context is als onderdeel van het 5e EU-kaderprogramma een nieuw beurzenplan op poten gezet waardoor onderzoekers uit ontwikkelingslanden met inbegrip van China actiever aan specifieke projecten kunnen deelnemen. De Commissie stelt voor dit plan binnen het nieuwe EU-kaderprogramma sterk uit te breiden. • Middelen onderzoeken ter verhoging van de Chinese deelname aan projecten die zijn goedgekeurd in het kader van EU-programma's voor wetenschappen en technologie, ter bevordering van de Chinees-Europese samenwerking inzake wetenschappen en technologie. Van cruciaal belang in dit opzicht zijn het verstrekken van informatie en steun bij de toepassing, onder meer door de oprichting in de loop van 2001 van een gezamenlijk Bureau EU-China voor de bevordering van samenwerking bij research. Aanmoedigen van een nauwere samenwerking tussen Chinese en Europese onderzoekers in het kader van ASEM. • Organisatie van een conferentie wetenschappen en technologie tussen de EU en China in 2002. • De mogelijkheid beoordelen om bij te dragen tot de organisatie van een internationale conferentie over O&O in de landbouw in 2001 of begin 2002, gezien het belang van de ontwikkeling van de landbouwsector voor de economie en de sociale stabiliteit van China. Statistiek • De Chinese statistiekautoriteiten betrekken bij een dialoog om de statistische samenwerking verder te ontwikkelen. Het doel hiervan zou meer in het bijzonder zijn 18
het versterken van het Chinese nationale statistieksysteem en zijn capaciteit om tijdig betrouwbare en accurate gegevens te produceren op de nieuwe, zich snel ontwikkelende sociaal-economische terreinen. 5.4.
Doelstelling 4:
de bestaande Europese middelen beter gebruiken
Context Het EU-samenwerkingsprogramma heeft tot doel de algemene essentiële doelstellingen van de Unie bij de betrekkingen met China te ondersteunen. De prioritaire actieterreinen zijn : steun voor de economische en sociale hervorming, bevordering van duurzame ontwikkeling en milieubescherming en bevordering van een goed bestuur en de rechtsstaat. De ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen wordt gebruikt als sleutelinstrument om de algemene doelstellingen van het EU-samenwerkingsbeleid te bereiken. Terzelfder tijd omvatten de samenwerkingsactiviteiten ook de algemene EU-prioriteiten inzake ontwikkelingssamenwerking doordat zij de elementen armoedebestrijding, regionale en sociale cohesie in China, mensenrechten en gender incorporeren. De begroting voor het samenwerkingsprogramma EU-China 2001-2005 zou circa 250 miljoen € bedragen. Uit de ervaring in het verleden is duidelijk gebleken dat er behoefte aan een verbeterde projectuitvoering bestaat. De eerste stappen zijn geweest : concentratie op een beperkter aantal grotere projecten, meer flexibiliteit en het oprichten van de faciliteit kleine projecten om kleinschalige projecten snel en doeltreffend te beheren. De oprichting van de dienst samenwerking EuropeAid en de geplande overdracht van de projectbeheerscyclus naar de delegatie in Peking zijn belangrijke hervormingen die de Commissie verricht om de projectuitvoering en donorcoördinatie te verbeteren en een beter gebruik van haar middelen te maken, door de inspanningen op het beleidsniveau te concentreren. Recente ontwikkelingen in de betrekkingen EU-China Op de jaarlijkse bijeenkomst van de Gezamenlijke Commissie EU-China in 2000 is overeengekomen dat samenwerkingsprioriteiten in de nabije toekomst (2001-2003) onder meer zouden bestaan in steun voor de toetreding tot de WTO, strijd tegen illegale migratie en mensenhandel, hervorming van de sociale zekerheid, telecommunicatie/informatiemaatschappij, milieu, energie en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen. Voorts is overeengekomen dat de westelijke provincies van China meer EU-bijstand zouden moeten krijgen en dat China nauwer bij de toekomstige planning en programmering moet worden betrokken. In januari 2001 is de bevoegdheid voor het beheer van de bestaande samenwerkingsprojecten en de projecten die voor vastlegging in 2001 zijn gepland, overgedragen van DG Relex naar de dienst samenwerking EuropeAid. Deze hervorming beoogt, samen met de overdracht van het projectbeheer naar de delegaties met inbegrip van Peking en de gelijktijdige versterking van het personeelsbestand in de delegaties, een betere coördinatie met de samenwerkingsprogramma's van andere donoren en een betere en snellere uitvoering van de projecten EU-China. De Europese Commissie werkt thans aan de opstelling van een nationaal strategiedocument (NSD). Daarin zullen de algemene doelstellingen en de context alsook de essentiële steunterreinen en de mechanismen voor coördinatie met het begunstigde land en andere donoren worden omschreven. Hierdoor zal de samenwerking EU-China in de komende jaren
19
beschikken over een duidelijk referentiedocument en een beleidsverklaring. Het NSD zal de EG-bijstand aan China oriënteren en doorzichtiger maken. Actiepunten • Afwerking van het nationaal strategiedocument, zorgen voor een nauw verband tussen de door de EG gefinancierde samenwerkingsprogramma's en het ruimere Chinabeleid van de EU, in het bijzonder het ontwikkelingsbeleid dat de Commissie in mei 2000 heeft gepresenteerd, het handelsbeleid, het aangaan van de wereldwijde uitdagingen en het mensenrechtenbeleid. • Op basis van het nationaal strategiedocument, ontwikkeling van samenwerkingsactiviteiten op drie grote terreinen : –
steun voor het sociaal-economisch hervormingsproces, in hoofdzaak via versterking van de instellingen en capaciteitsopbouw, ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen, bevordering van een degelijk wetgevend kader voor het bedrijfsleven en overdracht van knowhow en technologie.
–
bevordering van een duurzame ontwikkeling waarbij wordt gestreefd naar een optimaal evenwicht tussen milieubescherming, sociale ontwikkeling en economische groei.
–
aanmoediging van initiatieven voor een goed bestuur en bevordering van mensenrechten en de rechtsstaat.
• Versterking van de coördinatie met de Chinese autoriteiten. • Versterking van de coördinatie met en zoeken naar mogelijkheden voor concrete projectgebonden samenwerking met andere donoren, in het bijzonder lidstaten van de EU, internationale financiële instellingen en VN-organisaties. • Verdere toespitsing op grootschalige maar flexibele projecten op terreinen waar de EU een comparatief voordeel als donor heeft, die zijn opgezet met bijzondere aandacht voor en rekening houden met de snelle ontwikkeling van China en zijn wisselende prioriteiten. • Verbetering van de flexibiliteit van de opzet van projecten, waardoor een jaarlijkse aanpassing van de uitgevoerde activiteiten en de daarvoor uitgetrokken begrotingen mogelijk wordt, teneinde de overkoepelende projectdoelstellingen optimaal te verwezenlijken. • Uitvoering van de geplande overdracht van de projectbeheerscyclus naar de delegatie in Peking. 5.5.
Doelstelling 5:
het profiel van de EU in China versterken
Context Het zichtbaarder maken van het profiel van de EU in China blijft een substantiële uitdaging gezien de omvang van het land en de noodzaak om de bevolking op regionaal, gemeentelijk en plaatselijk niveau te bereiken, naarmate China steeds meer de bevoegdheden in de sociaaleconomische sector overdraagt naar lagere echelons, weg van het centrum in Peking. De middelen waarover de EU beschikt om haar profiel te versterken blijven beperkt, maar door 20
een zorgvuldig gebruik van de moderne technologie zal het mogelijk worden veel meer mensen dan voorheen te bereiken. Vijf jaar geleden beschikten slechts zeer weinig Chinezen over een eigen telefoon of een directe toegang tot de buitenwereld. In 2001 zal het aantal internetgebruikers naar verwachting 40 miljoen bereiken en tegen 2005 zal China naar schatting 300 miljoen internetgebruikers tellen. (vergeleken met naar schatting 200 miljoen in de VS). Met de uitbreiding van de betrekkingen tussen de EU en China wordt het nodig dat de partners wederzijds een beter begrip van elkaar hebben. Door de groeiende openheid en het samengaan van belangen zal een sterkere uitwisseling van informatie nodig worden. Naarmate China zich verder openstelt voor de wereld en de EU haar grenzen opschuift, zal er bovendien een toenemende behoefte bestaan aan betere en snellere middelen voor informatieverspreiding. Om tussen zovele belangencentra een sterk profiel te handhaven zal de EU een proactief informatiebeleid nodig hebben waarbij een goed gebruik van de nieuwe technologie wordt gemaakt, naast traditionele intermenselijke contacten en samenwerkingsactiviteiten. De uitgebreide activiteiten van de EU in China blijven in Europa nog grotendeels onopgemerkt, hoewel een groeiend aantal gezamenlijke Europees-Chinese research- en handelsorganisaties in Brussel en daarbuiten worden opgericht om van de toenemende belangstelling voor China te profiteren. Binnen de betrekkingen tussen de EU en China zal het van groot belang zijn dat de juiste signalen over de activiteiten van de EU in China worden verspreid in Europa en ook in China, vooral nu de uitbreiding van de EU dichterbij komt. Recente ontwikkelingen in de betrekkingen EU-China • De websites van de Commissie over buitenlandse zaken zijn in de afgelopen negen maanden uitgebreid en het aantal beschikbare documenten is gestegen van 4000 tot bijna 9000. Het aantal bezoekers van de site is over dezelfde periode gestegen van 700.000 naar 1,8 miljoen per maand. Het blijkt dus dat de websites een doeltreffend middel vormen om de beleidslijnen en programma's van de EU te verspreiden en te bevorderen. • Het programma voor bezoeken aan de EU is een waardevol instrument gebleken om de intermenselijke contacten en de uitwisseling van bezoekers te verbeteren, waarbij een aantal zorgvuldig geselecteerde belangrijke Chinese ambtenaren de Commissie en de lidstaten bezoeken om zich nader te informeren over de beleidslijnen en programma's van de EU op een groot aantal terreinen. • Een groep van 20 economische redacteurs en journalisten uit China, Hongkong en Macau hebben in 2000 gedurende een week deelgenomen aan een seminar in Brussel. Het seminar had in hoofdzaak betrekking op de euro maar verschafte aan deze invloedrijke journalisten ook informatie over de rol en de taken van de diverse EU-instellingen. Het resultaat daarvan was dat de betrokken verslaggevers in hun diverse bladen talrijke artikelen over de EU hebben gepubliceerd. Actiepunten • Verbetering van de kennis en de bewustwording in verband met de Europese Unie in China via het verstrekken van systematische en actuele informatie over beleidslijnen en activiteiten van de EU en het verspreiden van nieuw opgesteld en actueel
21
informatiemateriaal van de EU, dat is gericht op de media, opinievormers en belangrijke besluitvormers in China en ook op scholen, hogescholen en universiteiten. • Een volledige updating van de websites van de Commissie met inbegrip van die van de delegatie in Peking, en ervoor zorgen dat de toegangs- en navigatiesystemen zo geharmoniseerd en gebruiksvriendelijk mogelijk zijn, alsmede verhoging van het aantal links naar verband houdende sites. • Doorgaan met een vindingrijk gebruik van het programma voor EU-bezoekers teneinde belangrijke en essentiële besluitvormers naar Brussel en de lidstaten aan te trekken waar zij zich uit eerste hand kunnen informeren over de EU en haar leden. • Aanmoediging en ondersteuning van afgestudeerden van EU-samenwerkingsprogramma's zoals het Academisch Netwerk EU-China, het EU-China Junior managers programme en het project EU-China Beurzen 2000, teneinde verenigingen en netwerken van afgestudeerden in China, Azië en Europa te creëren. • Versterking van de voorlichting in Europa over de samenwerking tussen de EU en China, bijvoorbeeld in Europese bedrijfs- en academische kringen, teneinde de beweging die in China dankzij diverse samenwerkingsprogramma's (bijvoorbeeld het Junior Managers Programme) op gang is gekomen te ondersteunen. • Aanmoediging van een sterkere coördinatie en samenwerking tussen de lidstaten en de delegatie van de Commissie in Peking bij de organisatie van afzonderlijke of gezamenlijke culturele evenementen. • Voortzetten van de deelname aan seminars, workshops, bijeenkomsten, universitaire activiteiten, presentaties van NGO's enz., teneinde de deelnemers ruimer te informeren over het beleid en de activiteiten van de EU ten aanzien van China. 6.
CONCLUSIE
De betrekkingen met China zullen in de komende jaren voor de EU belangrijke mogelijkheden en uitdagingen inhouden. De in 1998 vastgelegde langetermijndoelstellingen blijven grotendeels bestaan. In deze mededeling zijn middelen voorgesteld om het EU-beleid doeltreffender te maken door het vastleggen van doelstellingen op kort en middellange termijn en van actiepunten die bedoeld zijn om de relaties tussen de EU en China in het algemeen nader toe te spitsen met het oog op het bereiken van de langetermijndoelstellingen van de Unie bij de betrekkingen met China. Uiteindelijk is een geslaagde relatie gebaseerd op de inzet van twee bereidwillige en geëngageerde partners. Het opbouwen van een omvattend partnerschap EU-China zal dus het engagement en de deelneming van beide zijden vereisen. Er is al veel bereikt maar er moet nog heel wat werk worden verzet om het volledige potentieel van de relatie te ontwikkelen. De uitdaging voor de EU is China op omvattende en coherente wijze te betrekken bij alle belangrijke kwesties die in de mededeling van 1998 zijn aangewezen en in deze mededeling nader zijn uitgewerkt, in het bijzonder de politieke en economische integratie van China in de internationale gemeenschap en de openstelling van China met volledig respect voor de internationaal erkende mensenrechtennormen en de rechtsstaat.
22
Een omvattend partnerschap tussen de EU en China, zowel bilateraal als mondiaal, zal politiek en economisch de belangen van zowel de EU als China dienen, en het leven van de burgers in Europa en China helpen verbeteren. De EU krijgt hier de mogelijkheid geboden om haar essentiële belangen te bevorderen door China als groeiende macht te betrekken bij het zoeken naar positieve en constructieve oplossingen voor belangrijke wereldkwesties, door bij te dragen tot het verbeteren van de mensenrechtensituatie in China en door wederzijdse commerciële belangen na te streven.
23