CO2 prestatieladder
Periodieke voortgangsrapportage 2014 Periode: 1 januari t/m 31 december 2014
Inhoudsopgave Naam
Periodieke rapportage
Pagina
p
§1
1 2
a b j c q
§ 2.1 § 2.2 § 2.3 § 2.4 § 2.5
§ 7.3 ISO 14064-1
Inleiding Basisgegevens Beschrijving van de organisatie Verantwoordelijkheden Basisjaar Rapportageperiode Verificatie Afbakening Organisatorische grenzen Wijzigingen organisatie Berekeningsmethodiek Actuele berekeningsmethodiek en conversiefactoren Wijzigingen berekeningsmethodiek Uitsluitingen Opname van CO2 Biomassa Directe en indirecte emissies Herberekening basisjaar & historische gegevens Directe en indirecte emissies Trends Voortgang reductiedoelstellingen Maatregelen komende periode Onzekerheden Medewerker bijdrage
3 d
§ 3.1 § 3.2 4
l,n m h g f
§ 4.1 § 4.2 § 4.3 § 4.4 § 4.5 5
j,k e, i
o
§ 5.1 § 5.2 § 5.3 § 5.4 § 5.5 § 5.6 § 5.7
Gerelateerd aan §7.3 uit ISO 14046-1
Periodieke rapportage footprint januari t/m december 2014
versie 1.0 januari 2015
Pagina 1 van 11
1 Inleiding C.M. Baars & Zn. B.V. zet zich al jaren in voor duurzaamheid en heeft er voor gekozen om de CO2 prestatieladder in te voeren. Hiermee wordt op een concrete wijze vormgegeven aan de ambities die C.M. Baars & Zn. B.V. heeft om haar doelstelling op het terrein van duurzaamheid te realiseren. Het opstellen van deze periodieke rapportage is onderdeel van de stuurcyclus binnen het energiemanagementsysteem dat in het kader van de CO₂-prestatieladder is ingevoerd. Deze stuurcyclus staat beschreven in het kwaliteitsmanagementplan (IMS handboek). Deze periodieke rapportage is opgesteld door de energiemanager en het hoofd KAM en beschrijft alle zaken zoals beschreven in§ 7.3 uit de ISO 14064-1. Een koppelingstabel is opgenomen als onderdeel van de inhoudsopgave.
Periodieke rapportage footprint januari t/m december 2014
versie 1.0 januari 2015
Pagina 2 van 11
2 Basisgegevens 2.1 Beschrijving van de organisatie De werkzaamheden van C.M. Baars & Zn. B.V. bestaan uit de uitvoering van werken op het gebied van Civiele techniek, Infrastructuur, Milieutechniek en Baggerwerkzaamheden en het ondernemen van Transportactiviteiten. Het beleid hierbij is te streven naar flexibiliteit, efficiency, veiligheid, kwaliteit, innovatie en ruimte voor initiatief en samenwerking. Veel aandacht wordt gegeven aan planning en inzetbaarheid van eigen medewerkers en materieel. Verbetering van effectiviteit en kostprijsbeheersing zijn belangrijk in een concurrerende markt. Daarom is het IMS-systeem operationeel dat gebaseerd is op de normen: ISO-9001 (2008) VCA** 2008/5.1 SIKB BRL 7000, protocol 7001, 7003 en 7004 BTR 2004 GMP+ CO2-Prestatieladder
2.2 Verantwoordelijkheden Binnen Baars is André Baars namens de directie eindverantwoordelijke voor het CO2 management beleid/proces. De IMS manager (KAM coördinator) is verantwoordelijk het uitvoerende gedeelte zoals de stuurcyclus, emissie inventaris, vastlegging en communicatie.
Bedrijf
Eindverantwoordelijke
Verantwoordelijke stuurcyclus (energiemanager)
C.M. Baars & Zn. B.V.
Andre Baars
Thomas van Rees
Contactpersoon emissie-inventaris Thomas van Rees
2.3 Basisjaar C.M. Baars & Zn. B.V. neemt 2011 als basisjaar voor het bepalen van de emissie inventaris.
2.4 Rapportageperiode Deze periodiek rapportage beschrijft de CO2-emissies in de periode 1 januari t/m 31 december 2014.
2.5 Verificatie De footprint is niet extern geverifieerd.
Periodieke rapportage footprint januari t/m december 2014
versie 1.0 januari 2015
Pagina 3 van 11
3 Afbakening.
3.1 Organisatorische grenzen C.M. Baars & Zn. Holding B.V. heeft zelf geen significante emissiebronnen en energiestromen. Er is besloten om de bedrijfsvoering van C.M. Baars & Zn. B.V., Baars Transport GMBH en Namicon B.V. mee te nemen vanuit het principe dat C.M. Baars & Zn. Holding B.V. operationele controle heeft over deze dochter ondernemingen. Het organigram van Baars is hieronder schematisch weergegeven.
Er is statutair vastgesteld dat C.M. Baars & Zn. Holding B.V. zeggenschap heeft over C.M. Baars & Zn. B.V., Baars Transport GMBH en dit betekent dat deze vestigingen volledig worden meegenomen vanuit de operationele controle-methodiek (‘control approach’) vanuit het GHG-protocol . Een bedrijf heeft operationele controle over een dochteronderneming wanneer zij de volledige autoriteit heeft om operationeel beleid te introduceren en uit te voeren. Bij de operationele controle methodiek berekent het bedrijf 100% van de emissies van de operaties waar zij de operationele controle over heeft. Makeways b.v. is niet meegenomen, omdat daarin 25% zeggenschap is.
3.2 Wijziging organisatie In deze paragraaf zijn veranderingen die worden veroorzaakt in de CO2-uitstoot door aan- of verkoop van bedrijven of onderdelen daarvan vermeld. Dergelijke meldingen kunnen ook reeds zijn vastgelegd in het logboek. Deze meldingen worden in onderstaande tabel weergegeven. Het bedrijf Namicon is failliet verklaard. De werkzaamheden van Namicon worden voortgezet onder C.M. Baars & Zn. B.V. De emissies van Namicon werden in de voorgaande jaren ook al meegenomen in de footprint; derhalve heeft dit geen consequenties. Wat betreft de samenwerking met Klaar; deze is beëindigd. Ook hiervoor geld dat dit geen consequenties zal hebben. De emissies van Klaar werden niet meegenomen met de emissies van C.M. Baars & Zn. Holding B.V.
Periodieke rapportage footprint januari t/m december 2014
versie 1.0 januari 2015
Pagina 4 van 11
4 Berekeningsmethodiek 4.1 Actuele berekeningsmethodiek & conversiefactoren Omdat deze periodieke rapportage onderdeel is van een CO2-prestatieladder certificaat wordt de methodiek aangehouden zoals voorgeschreven in het Handboek 2.2 zoals uitgegeven door de SKAO op 4 april 2014. Deze methode schrijft voor om ‘business air travel’ en ‘personal cars for business travel’ tot Scope 2 te rekenen. De gebruikte conversiefactoren zijn afkomstig uit het SKAO Handboek 2.2 bijlage C Conversiefactoren.
4.2 Wijzigingen berekeningsmethodiek Er zijn is geen wijzigingen in de berekeningsmethodiek sinds het basisjaar. De footprint van 2011 is in maart 2012 bepaald. Hierbij is er gebruik gemaakt van de conversiefactoren genoemd in het SKAO handboek versie 23 juni 2011. Het huidige SKAO Handboek 2.2 m.i.v. 4 april 2014 heeft in de berekeningsmethodiek geen wijzigingen aangebracht.
4.3 Uitsluitingen Conform het reglement zijn de lekverliezen van airco's uitgesloten. Daarnaast worden gasflessen die gebruikt worden voor het lassen niet meegeteld .Uit een inventarisatie is gebleken dat dit dermate minimaal (kleiner dan 0,5 %) is t.o.v. de totale footprint. Propaan gasflessen welke voor op de projecten worden toegepast voor verwarming van de keten worden ook uitgesloten. Uit een inventarisatie is gebleken dat dit dermate minimaal is t.o.v. de totale footprint .Over het gehele jaar van 2013 blijkt er totaal 0,97 ton CO2 uitstoot van de las en propaan gassen te zijn. Dit is dus minder dan een 0,5% van te totale CO2 uitstoot van Baars. Zakelijk verkeer met privé auto’s is uitgesloten. Er zijn 2 personen van het bedrijfsbureau die in enkele gevallen met en eigen auto voor de zaak rijden. Dit is maximaal 2.000 km per jaar en de vergoeding vindt plaats door te tanken op kosten van de zaak. Dit verbruik is dus reeds meegeteld in de totale uitstoot. Uitstoot van vliegreizen wordt ook uitgesloten. Er is in 2014 één zakelijke reis uitgevoerd met het vliegtuig. Het betrof hier een reis van 22000 km, goed voor een uitstoot van 2,97 ton (0,13 % van de uitstoot over de 1e helft van 2014). Ook de uitstoot van Aspen wordt uitgesloten. Per jaar wordt circa 400 liter Aspen gebruikt; goed voor een uitstoot van 0,86 ton CO2. Minder dan 0,05 % van de totale uitstoot.
4.4 Opname van CO2 Er vind geen opname van CO2 plaats.
4.5 Biomassa Er wordt geen gebruik gemaakt van biomassa. Periodieke rapportage footprint januari t/m december 2014
versie 1.0 januari 2015
Pagina 5 van 11
5 Directe en indirecte emissies 5.1 Herberekening basisjaar & historische gegevens In onderstaande cirkeldiagrammen is de verdeling van de CO2 uitstoot over 2011, 2012 en 2013 weergegeven. 2011 is steeds genomen als uitgangspunt. Januari t/m december 2011
Totale uitstoot 4408 ton CO2 Januari t/m december 2012
Totale uitstoot 4554 ton CO2 Januari t/m december 2013
Totale uitstoot 4486 ton CO2
Periodieke rapportage footprint januari t/m december 2014
versie 1.0 januari 2015
Pagina 6 van 11
5.2 Directe & Indirecte emissies januari t/m december 2014 Meegenomen in de footprint 2014 zijn de onderliggende entiteiten met een aandeel van 51% of hoger: C.M.Baars & Zn. Holding B.V., C.M. Baars & Zn. B.V. (afdeling aannemerij, transport en kantoor & werkplaats) en Baars Transport GmbH. Januari t/m december 2014
Totale uitstoot: 4176,6 ton CO2 Met de uitstoot van zo’n 4176 ton CO2 in 2014 behoort C.M. Baars & Zn. B.V. tot een middelgroot bedrijf qua uitstoot. De transport afdeling met de vrachtwagens is de grootste verbruiker gevolgd door de aannemerij met het infra materieel en de bedrijfsauto’s. Dit is tevens de splitsing in projecten. Bij C.M. Baars & Zn. B.V. zijn de volgende onderdelen projecten: Transport (vrachtwagens) Aannemerij (infra materieel) Bedrijfsauto’s (alle bedrijfsauto’s van het personeel)
Periodieke rapportage footprint januari t/m december 2014
versie 1.0 januari 2015
Pagina 7 van 11
5.3 Trends Het onderstaande overzicht geeft de emissiestromen en de CO2 -uitstoot (in ton) weer van 2014, 2011, 2012 en 2013. De jaren 2011,2012 en 2013 zijn toegevoegd om een reële vergelijking te kunnen maken met de eerste uitstoot van 2014.
Emissiestroom Bedrijfsauto’s
2011 243,7
Grijze stroom Vrachtauto’s Materieel Verwarming Totaal
CO2 uitstoot (in ton CO2) 2012 2013 266,3 239,5
2014 258,6
44,9
43,3
41,4
41,2
3478,8
3441,8
3422,9
3288,1
620,7
780,5
756,6
573,3
19,7
21,9
25,7
15,4
4407,8
4553,8
4486,1
4176,6
Per energiestroom kan het volgende gesteld worden:
Bedrijfsauto’s: Jaar 2011
CO2 uitstoot (in ton CO2) 243,7
2012
266,3
2013
239,5
2014
258,6
Ten aanzien van de bedrijfsauto’s is te zien dat deze behoorlijk fluctueert. Eén en ander omtrent deze fluctuatie is vermeld in hoofdstuk 5.6.
Periodieke rapportage footprint januari t/m december 2014
versie 1.0 januari 2015
Pagina 8 van 11
Grijze stroom Jaar
Verbruik (in kWh)
2011
98710
CO2 uitstoot (in ton CO2) 44,9
2012
95253
43,3
2013
90999
41,4
2014
90450
41,2
Voor de CO2 uitstoot van de grijze stroom kan gesteld worden dat de dalende lijn ook in het jaar 2014 word doorgezet. De maatregelen die getroffen zijn, o.a. tijdschakelaar op de buitenverlichting en de bewustwording bij medewerkers, blijken effectief te zijn en missen hun uitwerking niet.
Vrachtauto’s Jaar 2011
CO2 uitstoot (in ton CO2) 3478,8
2012
3441,8
2013
3422,9
2014
3288,1
De CO2 uitstoot van de vrachtwagens is sterk afhankelijk van het aantal verreden kilometers. Niet voor elke afdeling is dit echter uitgesplitst. Voor de afdeling transport is het aantal verreden kilometers echter wel geregistreerd. Omdat deze afdeling voor 95 % verantwoordelijk is voor de totale CO2 uitstoot van de vrachtwagens is deze weergegeven in onderstaande tabel om een reëel beeld te krijgen van het aantal ton CO2 per 1000 verreden kilometer.
2011
CO2 uitstoot (in ton CO2) Nb
Gereden kilometers Nb
Ton CO2 per 1000 km
2012
3357
3052730
0,91
2013
3413
3085192
0,90
2014
3216
3062213
0,95
Periodieke rapportage footprint januari t/m december 2014
versie 1.0 januari 2015
Pagina 9 van 11
Materieel Jaar 2011
CO2 uitstoot (in ton CO2) 620,7
2012
780,5
2013
756,6
2014
573,3
Ten aanzien van het materieel is hetzelfde te vermelden als bij de bedrijfsauto’s; ook deze laat een behoorlijke fluctuatie zien. Ook hierbij wordt verwezen naar hoofdstuk 5.6.
Verwarming
Het gasverbruik voor verwarming is vanzelfsprekend sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Om een reëel beeld te krijgen wordt het verbruik daarom gerelateerd aan het aantal graaddagen in de betreffende periode (www.mindergas.nl locatie herwijnen). Jaar 2011
Graaddagen 2706
CO2 uitstoot (in ton CO2) 19,7
2012
2988
21,9
2013
3161
25,7
2014
2482
15,4
CO2 / 1000 graaddagen 7,3
7,3
8,1
6,2
Uit het overzicht blijkt een forse daling, in zowel de absolute uitstoot als in de relatieve uitstoot, ten opzichte van 2011.
Periodieke rapportage footprint januari t/m december 2014
versie 1.0 januari 2015
Pagina 10 van 11
5.4 Voortgang reductiedoelstellingen
Onderdeel
Bedrijfsauto's
C.M. Baars & Zn B.V. Reductiedoelstelling Doelstelling Uitstoot 2014 Verschil (in ton 2014 (in ton (in ton CO2) CO2) CO2) 6% reductie ten opzichte van 2011 229,1 258,6 -29,6
Grijze stroom
6% reductie ten opzichte van 2011
42,2
41,2
1,1
Materieel
6% reductie ten opzichte van 2011
3270,1
3288,1
-18,0
Verwarming
6% reductie ten opzichte van 2011
583,5
573,3
10,2
Vrachtauto's
6% reductie ten opzichte van 2011
18,5
15,4
3,2
4143,3
4176,6
-33,2
Totaal
Bovenstaande tabel geeft de verschillen weer in absolute tonnen CO2.
5.5 Genomen en te nemen maatregelen In de genoemde periode is voort geborduurd op de maatregelen van de voorliggende periodes. Voortdurend word aandacht geschonken aan het vergroten van de bewustwording van de medewerkers. Daarnaast zijn er enkele maatregelen genomen ten aanzien van de aanschaf van materieel. Zo is er in januari een oude Hyundai 250 ingeruild voor een jongere versie, een DAF 95 euro 3 is ingeruild tegen een DAF 95 Ate en een MAN euro 3 is ingeruild tegen een MAN Euro 6. In alle drie de gevallen zal dit een reductie van de CO2 uitstoot tot gevolg hebben. Daarnaast zijn een drietal oude personenauto’s van de hand gedaan. Daartegenover staat de aanschaf van 2 nieuwe personenauto’s, waaronder een Volvo V60 pluginn hybrid, en 1 jonggebruikte personenauto. Een oude DAF euro 5 vrachtwagen is ingeruild voor een DAF Euro 6. Daarnaast is er een nieuwe te verhuren loods gebouwd. Door deze loods te voorzien van zonnepanelen is deze CO2 neutraal.
5.6 Onzekerheden Dit hoofdstuk omschrijft de onzekerheden in de CO2 footprint, een onzekerheid is een onduidelijke factor die niet of nog niet nauwkeurig te meten is. De onzekerheden die er zijn bij het bepalen van de footprint zijn de sluipverbruikers. (met name de brandstoffen). Er wordt echter verwacht dat de invloed van deze sluipverbruikers op de totale uitstoot niet groter is dan 2%.
Periodieke rapportage footprint januari t/m december 2014
versie 1.0 januari 2015
Pagina 11 van 11 Daarnaast is de inventarisatie van het brandstof verbruik een ingewikkeld proces. Baars heeft 6 verschillende leveranciers voor brandstof, welke allen de gegevens op hun eigen manier aanleveren. Dit moet weer verdeeld worden naar de juiste materieel stukken van de afdelingen transport en aannemerij. Tevens is per 1 januari 2013 de rode diesel afgeschaft. Hierdoor is er voor de afdeling aannemerij moeilijk een scheiding te maken voor het verbruik van bedrijfsauto’s en het (infra)materieel. De totale CO2-uitstoot van Baars is dus wel juist, maar er zijn onzekerheden bij welke afdeling / materieelstuk dit behoort. Verder wordt het gasverbruik afgelezen van de meterstanden. Hier wordt geen verrekening (verrekenfactor op factuur) op toegepast. Het gasverbruik is namelijk 0,9% van de totale uitstoot. De kleine verrekening op de factuur heeft hier verder geen invloed op.
5.7 Medewerker bijdrage Het personeel is zich ervan bewust dat onnodig stationair draaien van materieel en vracht- en bedrijfsauto's beperkt moet worden. Leidinggevenden sturen hierop aan. Er wordt verwacht van de medewerkers met een hybride auto dat zij het elektrisch rijden optimaal benutten. De medewerkers die kunnen thuis werken, werken minimaal één dag in de week thuis.
Periodieke rapportage footprint januari t/m december 2014
versie 1.0 januari 2015