Circulaire CBFA_2010_22 dd. 19 oktober 2010
Circulaire over rechtsbijstandsverzekering Toepassingsveld:
Deze circulaire is gericht aan de verzekeringsondernemingen die rechtsbijstandsverzekeringen aanbieden en aan de personen die in het kader van rechtsbijstand samenwerken met rechtsbijstandsverzekeraars. Samenvatting/Doelstelling:
Deze circulaire licht de toepasselijke wetgeving inzake rechtsbijstandsverzekering toe en voorziet deze van commentaar, rekening houdend met het gewijzigd wettelijk kader (o.a. de afschaffing van de a priori controle van de verzekeringsvoorwaarden) en met gewijzigde standpunten van de CBFA. Deze circulaire vervangt Mededeling nr. D. 90 betreffende het koninklijk besluit van 12 oktober 1990 betreffende de rechtsbijstandverzekering d.d. 24 januari 1991 en Mededeling nr. D. 90bis betreffende het koninklijk besluit van 12 oktober 1990 betreffende de rechtsbijstandverzekering d.d. 17 oktober 1991 van de voormalige Controledienst voor de Verzekeringen.
I. Inleiding I.A. Voorwerp van de rechtsbijstandsverzekering Het voorwerp van de rechtsbijstandsverzekering bestaat er in principe enerzijds in dat de verzekeraar binnen een redelijke termijn diensten verricht voor de verzekerde (bijvoorbeeld adviesverstrekking, bemiddelings- en onderhandelingsinitiatieven, ...) en dat anderzijds kosten ten laste worden genomen, teneinde de verzekerde binnen een redelijke termijn in staat te stellen zijn rechten te doen gelden, als eiser of als verweerder, hetzij in een gerechtelijke, administratieve of andere procedure, hetzij los van 1 enige procedure . De organisatie van de schaderegeling dient de correcte uitvoering van de twee voormelde taken mogelijk te maken. I.B. Ratio legis wetgeving rechtsbijstand Het doel inzake schaderegeling van de wetgeving m.b.t. rechtsbijstandsverzekering blijkt uit artikel 1 en de vierde overweging van de de Richtlijn 87/344/EEG van 22 juni 1987 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de rechtsbijstandsverzekering (verder afgekort als "Richtlijn 2 rechtsbijstand") , waarin gesteld wordt dat met het oog op de bescherming van de verzekerden elk mogelijk belangenconflict tussen een voor rechtsbijstand verzekerde en zijn verzekeraar als gevolg van het feit dat deze hem heeft verzekerd voor één of meer andere verzekeringstakken of dat hij een derde
1
2
Zie definitie in art. 90 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst (verder afgekort als WLVO). Bij het nastreven van minnelijke regelingen kan desgevallend ook gebruik worden gemaakt van bestaande methodes van buitengerechtelijke geschillenregeling. De artikelen van de Richtlijn rechtsbijstand werden overgenomen door de artikelen 16, lid 2, 198 tot en met 205, 309 en 310 van de richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (verder afgekort als "Solvabiliteit II-richtlijn"), Pb. L. 17 december 2009, afl. 335, 1-155. Verder wordt verwezen naar de overwegingen 82 en 83. Congresstraat 12-14 | 1000 Brussel
t +32 2 220 53 42| f +32 2 220 54 93 | www.cbfa.be
CBFA_2010_22 dd. 19 oktober 2010
2/9
persoon heeft verzekerd, zoveel mogelijk moet worden voorkomen, en indien een dergelijk conflict zich voordoet, dat de oplossing ervan moet mogelijk worden gemaakt.
II. Wettelijk kader Het wettelijk kader inzake de rechtsbijstandsverzekering kan als volgt samengevat worden: II.A. Bepalingen van toepassing op de landverzekeringsovereenkomsten 1. Toepasselijke reglementering De artikelen 90 tot en met 93 van wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst (verder afgekort als "WLVO")3. Het koninklijk besluit van 12 oktober 1990 betreffende de rechtsbijstandverzekering (verder afgekort als "koninklijk besluit rechtsbijstand"). 2. Uitsluitingen De WLVO is niet van toepassing op de verzekeringen van goederenvervoer (over de weg), met uitzondering van bagage- en verhuisverzekeringen waarop de WLVO wel van toepassing is. Het koninklijk besluit rechtsbijstand is niet van toepassing op de rechtsbijstandsactiviteit die wordt uitgeoefend door de verzekeraar van hulpverlening indien deze activiteit wordt verricht in een andere staat van de Europese Economische Ruimte dan die waar de verzekerde gewoonlijk verblijf houdt en indien zij deel uitmaakt van een overeenkomst die alleen betrekking heeft op het bieden van hulp aan in moeilijkheden verkerende personen die op reis zijn of zich buiten hun woonplaats of vaste verblijfplaats bevinden4. De artikelen 90 tot 93 van de WLVO en het koninklijk besluit rechtsbijstand zijn noch van toepassing op door de verzekeraar van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid uitgeoefende activiteit met betrekking tot de verdediging of vertegenwoordiging van zijn verzekerden in gerechtelijke of administratieve procedures voor zover die activiteit krachtens die verzekering tegelijkertijd in zijn belang wordt uitgeoefend, noch op de honoraria en kosten van advocaten en deskundigen die betaald worden in het kader van artikel 82 van de WLVO5. II.B. Bepalingen van toepassing op de verzekeringsovereenkomsten, andere dan landverzekeringsovereenkomsten, en bepalingen van toepassing op de verzekeringen van goederenvervoer (over de weg), met uitzondering van bagage- en verhuisverzekeringen 1. Toepasselijke reglementering Het koninklijk besluit rechtsbijstand. 2. Uitsluitingen De rechtsbijstandsverzekering die betrekking heeft op geschillen of risico’s die voorvloeien uit of verband houden met het gebruik van zeeschepen6.
III. Schaderegeling rechtsbijstand III.A. Toepassingsgebied Dit punt is enkel van toepassing op de verzekeringsondernemingen naar Belgisch recht en op de Belgische bijkantoren van verzekeringsondernemingen naar het recht van landen van buiten de Europese Economische Ruimte. De verzekeringsondernemingen naar het recht van een lidstaat van de Europese 3
4 5 6
Naast bovenvermelde specifieke artikelen inzake rechtsbijstand zijn ook de artikelen 1 tot 47, 51, 52 en 53 tot 60 WLVO van toepassing. Art. 2, 3°, koninklijk besluit rechtsbijstand. Art. 2, 2°, koninklijk besluit rechtsbijstand. Art. 2, 1°, koninklijk besluit rechtsbijstand; Geschillen of risico's met betrekking tot het gebruik van schepen, andere dan zeeschepen, zoals bijvoorbeeld binnenschepen en pleziervaartuigen vallen wel onder toepassing van het koninklijk besluit rechtsbijstand.
CBFA
Congresstraat 12-14 | 1000 Brussel
t +32 2 220 53 42| f +32 2 220 54 93 | www.cbfa.be
CBFA_2010_22 dd. 19 oktober 2010
3/9
Economische Ruimte, andere dan België, vallen voor wat dit punt betreft onder de wetgeving met betrekking tot rechtsbijstand van de maatschappelijke zetel van de verzekeringsonderneming. III.B. Inleiding Een verzekeraar kan er voor opteren om zijn activiteiten te beperken tot één tak (monobranche) of hij kan opteren om meerdere takken gelijktijdig te beoefenen (multibranche), of hij kan opteren op te treden als verzekeringstussenpersoon en beroep te doen op een andere verzekeraar voor de tak rechtsbijstand. Voor de toepassing van deze circulaire wordt verstaan onder een monobranche onderneming, een verzekeringsonderneming die slechts voor de tak 17 toegelaten is7. Een onderneming die toegelaten is voor minstens één andere tak dan rechtsbijstand (ook al wordt in de praktijk slechts de tak rechtsbijstand beoefend), wordt beschouwd als een multibranche verzekeringsonderneming. Indien een verzekeraar rechtsbijstandsovereenkomsten van een andere verzekeraar aan verzekeringsnemers aanbiedt, treedt die eerste verzekeraar op als verzekeringstussenpersoon. Het is de rechtsbijstandsverzekeraar die verantwoordelijk is voor de naleving van de in deze circulaire besproken reglementering. In elk geval dient de overeenkomst tussen de verzekeraar-tussenpersoon en de rechtsbijstandsverzekeraar een duidelijke taakverdeling en de rechten en plichten van beide partijen te bevatten. De rechtsbijstandsverzekeraar organiseert, zonder inspraak in de individuele schadedossiers van de verzekeraar-tussenpersoon, de dienst schaderegeling. Indien een verzekeraar binnen de perken van de wet de schaderegeling geheel of gedeeltelijk zou uitbesteden aan een verzekeringstussenpersoon, zijn de regels die van toepassing zijn op het schadebeheer door de rechtsbijstandsverzekeraar naar analogie van toegepassing op de tussenpersoon. De rechtsbijstandsverzekeraar blijft, zoals bepaald in de circulaire betreffende gezonde beheerspraktijken bij uitbesteding door verzekeringsondernemingen8, evenwel verantwoordelijk voor de naleving van de in deze circulaire besproken reglementering. De verzekeringstussenpersoon aan wie de schaderegeling niet dan wel gedeeltelijk uitbesteed is, kan van de verzekeraar een kopie bekomen van documenten uit het schadedossier, en meer algemeen geïnformeerd worden over de inhoud van het schadedossier, voor zover dat dit niet strijdig is met de wetgeving, inzonderheid de wet tot bescherming van de persoonlijke levensfeer ten opzichte van de 9 10 verwerking van persoonsgegevens , de wet betreffende de rechten van de patiënt en de WLVO. In dezelfde zin mag de door de tussenpersoon over een schadegeval bekomen informatie enkel gebruikt worden in zijn relatie met de betrokken verzekerde. Enkel mits het akkoord van de verzekerde mogen zij doorgegeven worden aan andere personen. III.C. Keuze van schaderegelingsmethode De Belgische regelgeving bepaalt dat ten einde belangenconflicten te vermijden (zie punt I.B.) de dienst schaderegeling rechtsbijstand van de dienst schaderegeling van andere verzekeringstakken dient gescheiden te zijn. De verzekeraars die een multibrancheonderneming zijn en die zelf de activiteit rechtsbijstand beoefenen, moeten kiezen uit één van de volgende schaderegelingsmethoden: het gescheiden beheer, de toewijzing aan een schaderegelingskantoor, of de vrij gekozen advocaat bij elk schadegeval11. Het is een monobrancheonderneming toegestaan te opteren voor de toewijzing van de schaderegeling aan een schaderegelingskantoor, of te opteren voor de vrij gekozen advocaat bij elk schadegeval. De verzekeringsondernemingen dienen de gekozen schaderegelingsmethode(n), de wijziging ervan en een beschrijving van de wijze waarop en de middelen waarmee de weerhouden schaderegelingsmethode(n) zal (zullen) uitgewerkt worden, aan de CBFA mee te delen.12 Onder 7
Indien een monobranche verzekeraar, zoals trouwens een multibranche verzekeraar, vaststelt dat hij twee of meer verzekerden met tegenstrijdige belangen verzekert, zal hij overeenkomstig artikel 8 van het koninklijk besluit rechtsbijstand de verzekerde op de hoogte brengen van de inhoud van artikel 92, 2°, WLVO. 8 Circulaire PPB-2006-1-CPA d.d. 6 februari 2006 (Principe 2) 9 Wet van 8 december 1992. 10 Wet v an 22 augustus 2002. 11 Art. 4 koninklijk besluit rechtsbijstand. 12 Art. 5, tweede lid, 5°, en 23, tweede lid, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen (verder afgekort als "Controlewet") en art. 11, in fine, koninklijk besluit rechtsbijstand CBFA
Congresstraat 12-14 | 1000 Brussel
t +32 2 220 53 42| f +32 2 220 54 93 | www.cbfa.be
CBFA_2010_22 dd. 19 oktober 2010
4/9
“middelen” dient onder meer te worden verstaan, het ter beschikking houden van een lijst van het personeel dat zich uitsluitend met het beheer van de schadegevallen van tak 17 bezighoudt, het meedelen aan de CBFA van de overeenkomst tussen de verzekeringsonderneming en het juridisch zelfstandige schaderegelingskantoor, en de wijzigingen van deze overeenkomst. Eenzelfde onderneming kan per type product, per type van verkoopkanaal en/of onderschrijvingsperiode gebruik maken van één van de drie voormelde schaderegelingsmethoden.
per
III.D. Gescheiden beheer 1. Principe Gescheiden beheer houdt in dat de verzekeringsonderneming er zorg voor draagt dat een personeelslid dat zich bezighoudt met rechtsbijstandsschaderegeling of met het geven van juridische adviezen met betrekking tot deze regeling, terzelfdertijd geen soortgelijke werkzaamheid (schaderegeling of adviesverlening) uitoefent voor een andere verzekeringstak die beoefend wordt door dezelfde verzekeringsonderneming. De verzekeringsonderneming draagt er eveneens zorg voor dat voormeld personeelslid terzelfdertijd geen schaderegeling of adviesverlening uitoefent voor een andere verzekeringstak die beoefend wordt door een andere (verzekerings)onderneming die financiële banden, handels- of administratieve banden 13 heeft met de verzekeringsonderneming die rechtsbijstand beoefent . 2. Commentaar De rechtsbijstandsschaderegeling dient in een dienst te gebeuren die organisatorisch afgescheiden is van de dienst schaderegeling voor de andere verzekeringstakken14. Dit houdt in dat van zodra vastgesteld wordt dat de verzekeringsovereenkomst bestaat en de overeenkomst of de waarborg niet geschorst zijn, de schadeaangifte dient behandeld te worden door de dienst die instaat voor de schaderegeling rechtsbijstand. De dienst schaderegeling rechtsbijstand oordeelt of de dekking verworven is. Het is niet toegelaten het doorsturen van de schadeaangifte naar of het behandelen van een schadeaangifte door de dienst die instaat voor de rechtsbijstandsschaderegeling afhankelijk te maken van een beslissing van de verzekeraar aangaande het al dan niet verworven zijn van de dekking. De dienst die instaat voor de rechtsbijstandsschaderegeling neemt alle beslissingen inzake de rechtsbijstandsschaderegeling, de diensten die instaan voor schaderegeling voor andere takken dan rechtsbijstand mogen niet tussenkomen in de individuele schadedossiers. De documenten die de dienst schaderegeling voor een andere dan de tak rechtsbijstand ontvangt en die (ook) bestemd zijn voor de dienst schaderegeling rechtsbijstand dienen onverwijld doorgestuurd te worden. De dienst schaderegeling rechtsbijstand mag ontvangen documenten slechts doorsturen aan een dienst schaderegeling voor een andere tak, indien die andere dienst schaderegeling die documenten op eenvoudig verzoek rechtstreeks van de afzender of de auteur van het document mag bekomen (procesverbaal, …). Een systematisch doorsturen van (alle) documenten die bestemd zijn voor het schadedossier rechtsbijstand naar de beheerder van het schadedossier van (een) andere verzekeringstak(ken) is niet toegestaan. Het voorgaande doet evenwel geen afbreuk aan de vereiste voor een passende organisatie, wat de verplichting inhoudt om een beleid uit te stippelen inzake haar activiteit rechtsbijstand en toezicht uit te oefenen op werking van de eigen dienst. Het uitstippelen van het beleid inzake de rechtsbijstandsschaderegeling dient te gebeuren in functie van de rechtsbijstandsschaderegeling en niet in functie van de schaderegeling van andere takken. Het toezicht op de schaderegeling rechtsbijstand mag er niet rechtstreeks of onrechtstreeks toe leiden dat aan de schadebeheerders en/of hun verantwoordelijken inzake de andere verzekeringstakken dan rechtsbijstand, inhoudelijke informatie verstrekt wordt over schadedossiers rechtsbijstand.
13
14
Art. 4, a), koninklijk besluit rechtsbijstand en art. 3, lid 2, a), Richtlijn rechtsbijstand (art. 200, lid 2, Solvabiliteit IIrichtlijn). Uit de praktijk van de schaderegeling blijkt dat de inhoud van de schaderegeling bij schadeverzekeringen dezelfde is, ongeacht de verzekeringstak of de soort van verzekering.
CBFA
Congresstraat 12-14 | 1000 Brussel
t +32 2 220 53 42| f +32 2 220 54 93 | www.cbfa.be
CBFA_2010_22 dd. 19 oktober 2010
5/9
III.E. Schaderegelingskantoor 1. Principe De rechtsbijstandsverzekeraar kan de schaderegeling toevertrouwen aan een juridisch zelfstandige onderneming, hierna schaderegelingskantoor genoemd. Indien het schaderegelingskantoor banden heeft met een onderneming die één of meerdere takken niet-leven beoefent, mogen de medewerkers van het schaderegelingskantoor die zich bezighouden met de regeling van schadegevallen of met het geven van juridische adviezen betreffende de regeling van schadegevallen, niet terzelfder tijd voor de andere 15 16 verzekeringsonderneming dezelfde of een soortgelijke werkzaamheid uitoefenen . 2. Commentaar De commentaar voor de schaderegeling bij gescheiden beheer 17 is mutatis mutandis van toepassing. Het schaderegelingskantoor neemt alle beslissingen inzake de rechtsbijstandsschaderegeling in de plaats van de verzekeraar, zonder dat de betrokken verzekeraar mag tussenkomen in de beslissingen in de individuele schadedossiers. 3. Beëindiging van de overeenkomst tussen de verzekeringsonderneming en het schaderegelingskantoor De overeenkomst tussen de verzekeringsonderneming en het schaderegelingskantoor dient, naast de algemene opzegmogelijkheid van de partijen, eveneens de opzegmogelijkheid te voorzien wanneer de continuïteit of de kwaliteit van de dienstverlening in het gedrang dreigt te komen. In alle gevallen dient duidelijkheid te bestaan over het tijdstip van de beëindiging en de gevolgen voor de lopende verzekeringsovereenkomsten en de bestaande schadegevallen. Uit het voorgaande volgt dat een contractuele bepaling die stelt dat de opzeg slechts ingaat indien de partijen aan alle contractuele verplichtingen voldaan hebben, niet toegelaten is. De overeenkomst tussen de verzekeringsonderneming en het schaderegelingskantoor dient uitdrukkelijk te bepalen wie in geval van opzegging van de overeenkomst, de prestaties inzake de schaderegeling zal uitvoeren voor de contracten onderschreven of hernieuwd tijdens de geldigheidsduur van de overeenkomst en voor de lopende schadegevallen. Indien geopteerd wordt voor een schaderegelingskantoor in het kader van een economisch samenwerkingsverband, dient in de statuten de wijze waarop de leden geschorst of uitgesloten kunnen worden, het lidmaatschap kan opgezegd worden en het samenwerkingverband kan ontbonden worden, duidelijk geregeld te worden. De gevolgen van een beëindiging voor de individuele verzekerden worden hierna besproken in punt IV. III.F. Aanstelling vrij gekozen advocaat bij elk schadegeval 1. Principe In deze schaderegelingsmethode mag de verzekerde zodra hij uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst het recht heeft het optreden van de verzekeraar te eisen, de behartiging van zijn belangen toevertrouwen aan een advocaat van zijn keuze of voor zover de op de procedure toepasselijke wet zulks toestaat, aan een ander gekwalificeerd persoon (hierna afgekort als "advocaat")18. 2. Commentaar De verzekeraar beslist in eerste instantie of er al dan niet tussenkomst dient verleend te worden op basis van de verzekeringsovereenkomst, niet de advocaat. De verzekeringsonderneming kan het mandaat van de advocaat niet beëindigen. Dit betekent echter niet dat de verzekeraar niet meer op de hoogte moet gehouden worden van de stand van zaken. De verzekeringsonderneming kan een recht op informatie bedingen (gegevens voor het aanleggen van 15
16
17 18
Art. 4, b), koninklijk besluit rechtsbijstand en art. 3, lid 2, b), .Richtlijn rechtsbijstand (art. 200, lid 3 Solvabiliteit IIrichtlijn). Zie ook inzake de uitbesteding van de schaderegling Circulaire PPB-2006-1-CBFA van 6 februari 2006 betreffende gezonde beheerspraktijken bij uitbesteding door verzekeringsondernemingen. Zie punt III.D.2. Art. 4, c), van het koninklijk besluit rechtsbijstand en art. 3, lid 2, c), Richtlijn rechtsbijstand (art. 200, lid 4, Solvabiliteit II-richtlijn).
CBFA
Congresstraat 12-14 | 1000 Brussel
t +32 2 220 53 42| f +32 2 220 54 93 | www.cbfa.be
CBFA_2010_22 dd. 19 oktober 2010
6/9
schadevoorzieningen, het bekomen van documenten die de verzekeringsonderneming zelf van de afzender of de auteur op eenvoudig verzoek mag bekomen). Bij niet naleving van die vereiste door de advocaat kan de verzekeraar, aanspraak maken op een vergoeding van de door hem geleden schade. De bewijslast van de geleden schade ligt bij de verzekeraar. Indien de verzekerde zijn plicht om informatie te verstrekken niet naleeft, kan de verzekeraar in de mate er door de niet naleving een nadeel ontstaat voor de verzekeraar, aanspraak maken op een vermindering van zijn prestatie tot beloop van het door hem geleden nadeel.19
IV. De invloed van de overeenkomsten waarbij de verzekeringsnemer geen partij is en de gevolgen van een wijziging van schaderegelingsmethode of van schaderegelingskantoor op de individuele verzekeringsovereenkomsten IV.A. Toepassingsgebied Dit punt is van toepassing op alle Belgische risico's.20 IV.B. Voorwaarden voor wijziging Indien de verzekeringsonderneming de bestaande schadegevallen wenst toe te vertrouwen aan een ander schaderegelingskantoor, een nieuwe schaderegelingsmethode wenst toe te passen op de bestaande schadegevallen of het schaderegelingskantoor of de schaderegelingsmethode in de bestaande verzekeringsovereenkomsten wenst te wijzigen, dient zij het uitdrukkelijke akkoord te bekomen van de verzekeringsnemer gezien het gaat om de wijziging van de bestaande verzekeringsovereenkomsten. Daartoe dient zij de verzekeringsnemer in duidelijke en precieze bewoordingen te informeren inzake de wijzigingen. De verzekeringsnemer kan bij wijziging de verzekeringsovereenkomst opzeggen en bij schadegeval vrij een advocaat kiezen, indien de verzekeringsonderneming het uitdrukkelijke akkoord van de verzekeringsnemer met de wijziging van de schaderegelingsmethode of het schadereglingskantoor niet kan aantonen. De opzegging heeft uitwerking een maand te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de datum van het ontvangstbewijs of ingeval van aangetekende brief te rekenen vanaf de dag die volgt op zijn afgifte ter post21. IV.C Wijziging van gekozen schaderegelingsmethode Bij wijziging van de gekozen schaderegelingsmethode door de verzekeringsonderneming dient rekening gehouden te worden met de gevolgen van een wijziging van deze keuze voor de individuele verzekeringsovereenkomsten, meer bepaald met de periode nodig voor de aanpassing van die individuele verzekeringsovereenkomsten. IV.D.Wijziging van schaderegelingskantoor Bij het opstellen van de overeenkomst tussen de verzekeraar en het schaderegelingskantoor dient rekening gehouden te worden met de gevolgen van een wijziging of een beëindiging van de overeenkomst voor de individuele verzekeringsovereenkomsten, meer bepaald met de periode nodig voor de aanpassing van die individuele verzekeringsovereenkomsten. Het is wenselijk om de gevolgen van de wijziging van schaderegelingskantoor in de verzekeringsovereenkomst op te nemen. Hoe dan ook dient de overeenkomst in duidelijke en precieze 22 bewoordingen te bepalen op welke wijze en onder welke voorwaarden een ander schaderegelingskantoor kan aangeduid worden en welke de eventuele gevolgen voor de bestaande schadegevallen zijn. De verzekeringsnemer dient op het ogenblik van de wijziging duidelijk geïnformeerd te worden en over een opzegrecht te beschikken. Indien de verzekeringsonderneming het uitdrukkelijke akkoord van de verzekeringsnemer met de wijziging van het schadereglingskantoor niet kan aantonen, beschikt de verzekerde bij schadegeval over de vrije keuze van advocaat.
19 20 21 22
Art. 21 WLVO. Voor het begrip "Belgisch risico": zie art; 2, §6, 8°, Controlewet. Art. 29 WLVO. Art. 14 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen (verder afgekort als het "Algemeen reglement").
CBFA
Congresstraat 12-14 | 1000 Brussel
t +32 2 220 53 42| f +32 2 220 54 93 | www.cbfa.be
CBFA_2010_22 dd. 19 oktober 2010
7/9
IV.E. Overdracht van portefeuille De wijziging van schaderegelingskantoor of van schaderegelingsmethode naar aanleiding van een overdracht van een verzekeringsportefeuille, vereist eveneens het akkoord van de verzekeringsnemer. De volledige identiteit van de nieuwe verzekeraar dient meegedeeld te worden 23.
V. Verzekeringsdocumenten V.A. Toepassingsgebied Dit punt is van toepassing op alle Belgische risico's.24 V.B. Specifieke bepalingen Uit de WLVO en het koninklijk besluit rechtsbijstand volgen een aantal specifieke formele verplichtingen m.b.t. de verzekeringsovereenkomst of het premievervaldagbericht inzake rechtsbijstand. 1. Afzonderlijke overeenkomst of afzonderlijk hoofdstuk De rechtsbijstandsverzekering moet ofwel in een afzonderlijke overeenkomst, die los staat van de overeenkomsten die andere takken betreffen, ofwel in een afzonderlijk hoofdstuk van de verzekeringsovereenkomst opgenomen worden. De daarmee overeenkomende premie moet eveneens afzonderlijk worden vermeld25. 2. Vermelden van het schaderegelingskantoor In voorkomend geval wordt de identiteit van het schaderegelingskantoor vermeld in voormelde afzonderlijke overeenkomst of in het voormelde afzonderlijke hoofdstuk26. In de verzekeringsovereenkomst dient ondubbelzinnig de rol te worden bepaald van de verzekeraar en het schaderegelingskantoor27. De verzekeringsovereenkomst dient eveneens duidelijk te bepalen aan wie de aangifte van de schadegevallen dient gericht te worden, de verzekeraar of het schaderegelingskantoor. 3. Vrije keuze van advocaat bij belangenconflict en bij rechtsgeding In elke verzekeringsovereenkomst, ongeacht de gekozen schaderegelingsmethode, moet uitdrukkelijk bepaald worden dat wanneer wordt overgegaan tot een gerechtelijke of administratieve procedure of er zich een belangenconflict voordoet tussen de verzekerde en diens verzekeraar, de verzekerde vrij is in de keuze van een advocaat28. 4. Meningsverschil - Objectiviteitsclausule In elke verzekeringsovereenkomst, ongeacht de gekozen schaderegelingsmethode, moet uitdrukkelijk bepaald worden dat de verzekerde, bij verschil van mening met zijn verzekeraar over de gedragslijn die zal worden gevolgd voor de regeling van het schadegeval en na kennisgeving door de verzekeraar van diens standpunt of van diens weigering om de stelling van de verzekerde te volgen, het recht heeft een advocaat van zijn keuze te raadplegen, onverminderd de mogelijkheid om een rechtsvordering in te stellen29. Dit geldt niet alleen wanneer de advocaat voor het eerst over de zaak wordt geconsulteerd, maar ook wanneer in de loop van de zaak een meningsverschil over de te volgen gedragslijn rijst (bijvoorbeeld i.v.m. de gevolgen van het advies, het instellen van een procedure, aanwenden van rechtsmiddelen, aanstellen van een technisch raadgevend deskundige, insolvabiliteit van een derde, ..).
23 24 25 26 27 28 29
Art. 15 Algemeen reglement. Voor het begrip "Belgisch risico": zie art. 2, §6, 8°, Controlewet. Art. 3, eerste lid, koninklijk besluit rechtsbijstand. Art. 4, eerste lid, b), koninklijk besluit rechtsbijstand. Art. 14 Algemeen reglement. Art. 5 koninklijk besluit rechtsbijstand en art. 92 WLVO. De zogenaamde objectiviteitsclausule; art. 7 koninklijk besluit rechtsbijstand en art. 93 WLVO.
CBFA
Congresstraat 12-14 | 1000 Brussel
t +32 2 220 53 42| f +32 2 220 54 93 | www.cbfa.be
CBFA_2010_22 dd. 19 oktober 2010
8/9
Bij elk verschil van mening betreffende de te volgen gedragslijn die zal gevolgd worden voor de regeling van het schadegeval, moet de verzekerde het recht hebben voormelde procedure toe te passen, en moet de verzekeraar of, in voorkomend geval het schaderegelingskantoor, de verzekerde op dit recht wijzen30. 5. Rechtsbijstand in het kader van een hulpverleningsverzekeringsovereenkomst Indien de rechtsbijstandsverzekering wordt aangegaan door de verzekeraar die de verzekering hulpverlening afgesloten heeft en de hulpverlening verleend wordt in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte dan die waar de verzekerde gewoonlijk verblijf houdt en indien zij deel uitmaakt van een overeenkomst die alleen betrekking heeft op het bieden van hulp aan in moeilijkheden verkerende personen die op reis zijn of zich buiten hun woonplaats of vaste verblijfplaats bevinden, dient in de verzekeringsovereenkomst afzonderlijk bepaald te worden dat de betrokken dekking beperkt is tot voormelde omstandigheden en slechts een aanvulling is van de hulpverlening31. 6. Vervaldagbericht Op het premievervaldagbericht dient het bedrag van de premie dat op de rechtsbijstand betrekking heeft, taksen en bijdragen niet inbegrepen, afzonderlijk vermeld te worden 32. 7. Overige Naast de in Punt II vermelde bepalingen van de WLVO en het koninklijk besluit rechtsbijstand dienen uiteraard alle andere toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen te worden nageleefd. Zo mogen bijvoorbeeld verzekeringsovereenkomsten geen clausules inzake de bevoegdheid van hoven en rechtbanken bevatten die strijdig zijn met de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek of de Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechtelijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van de beslissingen in burgerlijke en handelszaken. De bepalingen van de Controlewet (bijvoorbeeld artikel 28ter) en van het Algemeen reglement (bijvoorbeeld artikel 15) zijn eveneens van toepassing. Het is aangeraden in de verzekeringsovereenkomsten een voorrangsregeling op te nemen indien er verschillende verzekerden zijn.
VI. Uitvoering van de verzekeringsovereenkomst – de vrije keuze van advocaat Dit punt is van toepassing op alle Belgische risico's.33 De verzekeraar mag zich de contacten met de advocaat niet voorbehouden indien de verzekerde beroep wenst te doen op een advocaat, hetzij om over te gaan tot een gerechtelijke of administratieve procedure, hetzij indien er zich een belangenconflict voordoet van de verzekerde met zijn verzekeraar, hetzij om het advies te vragen in geval van meningsverschil of nog in de schaderegelingsmethode van vrij gekozen advocaat bij elk schadegeval34. De verzekeraar kan wel een recht op informatie bedingen (zie punt III.F.2.). Vrije keuze van advocaat betekent dat de verzekerde het recht heeft zelf de persoon te kiezen die zijn belangen zal verdedigen, zelfs buiten België. De keuze van de advocaat beperken tot een bepaalde territoriale omschrijving (bijvoorbeeld rechtsgebied van het Hof van Beroep) is in strijd met de vrije keuze van advocaat. Een clausule die bepaalt dat de verzekerde de advocaat kiest, maar de verzekeraar hem aanstelt, is in strijd met de vrije keuze van advocaat35. Het is toegelaten dat een verzekerde, indien hij dit uitdrukkelijk vraagt, een advocaat kiest uit een lijst van de verzekeraar of een lijst van de verzekeraar en het schaderegelingskantoor. De verzekerde kan daartoe niet verplicht worden.
30 31 32 33 34 35
Art. 8 koninklijk besluit rechtsbijstand. Art. 2, 3°, in fine, koninklijk besluit rechtsbijstand. Art. 3, tweede lid, koninklijk besluit rechtsbijstand. Voor het begrip "Belgisch risico": zie art. 2, § 6, 8°, Controlewet. Art. 6 koninklijk besluit rechtsbijstand. Zie art. 6 koninklijk besluit rechtsbijstand.
CBFA
Congresstraat 12-14 | 1000 Brussel
t +32 2 220 53 42| f +32 2 220 54 93 | www.cbfa.be
CBFA_2010_22 dd. 19 oktober 2010
9/9
Indien de verzekerde geen advocaat kiest, mag de aanstelling niet door de verzekeraar of het schaderegelingskantoor gebeuren36. Evenwel kan de verzekeraar in hoogdringende gevallen een advocaat aanstellen indien de verzekerde geen keuze gemaakt heeft. Indien de verzekerde nadien vooralsnog zijn keuze zou bekendmaken, dient daarmee rekening gehouden te worden. Deze werkwijze mag geen bijkomende kosten teweegbrengen voor de verzekerde. De verzekeringsovereenkomst mag het te vergoeden bedrag aan erelonen en kosten, per jaar of per schadegeval beperken. Noch de WLVO, noch het koninklijk besluit rechtsbijstand voorzien in een minimumdekking. De verzekeringsovereenkomst kan, in principe, bepalen dat de kosten en erelonen van slechts één advocaat vergoed worden en dat de waarborg dus niet geldt voor het geval waarin van advocaat veranderd wordt. Die beperking kan niet gelden indien de verzekerde buiten zijn wil om (bijvoorbeeld overlijden van een advocaat of stopzetting van de activiteiten als advocaat) gedwongen wordt een andere advocaat te nemen. De verzekeraar kan de totaal terug te betalen kosten beperken tot het gedeelte van de kosten en erelonen die zouden gemaakt zijn indien de zaak behandeld was door één advocaat. Dit wil zeggen dat bijvoorbeeld de kosten die aangerekend worden door een andere advocaat om de zaak in te studeren, niet ten laste dienen genomen te worden. De verzekerde dient aan te tonen dat de wijziging van advocaat buiten zijn wil gebeurde. De verzekeraar en de verzekeringnemer kunnen in gemeen overleg overeenkomen dat de kosten van een andere advocaat ten laste genomen worden indien zij het er over eens zijn dat de betrokken advocaat de hem toegewezen zaak niet naar behoren behandelt. Tevens kan de verzekeraar, indien de verzekerde een advocaat van buiten een bepaalde territoriale omschrijving kiest, in de overeenkomst bepalen dat de vergoeding voor de bijkomende kosten, zoals kosten van verplaatsing en verblijf, van die advocaat beperkt wordt. Met bijkomende kosten worden de kosten bedoeld die hoger zijn dan mocht een advocaat van de bepaalde territoriale omschrijving gekozen zijn. De mogelijkheid tot beperken geldt niet voor de erelonen. De verzekeraar informeert de verzekerde indien één van voormelde gevallen zich voordoet.
VII. Opheffing van bestaande Mededelingen Mededeling nr. D. 90 betreffende het koninklijk besluit van 12 oktober 1990 betreffende de rechtsbijstandverzekering d.d. 24 januari 1991 en Mededeling nr. D. 90bis betreffende het koninklijk besluit van 12 oktober 1990 betreffende de rechtsbijstandverzekering d.d. 17 oktober 1991 worden opgeheven.
De Voorzitter,
Jean-Paul SERVAIS
36
De rechtsbijstandsverzekeraar kan zich ook niet het recht voorbehouden zelf de rechtshulpverlener voor alle betrokken verzekerden te kiezen wanneer een groot aantal verzekeringsnemers schade lijdt door eenzelfde feit (Hof van Justitie, 10 september 2009, zaak C-199/08).
CBFA
Congresstraat 12-14 | 1000 Brussel
t +32 2 220 53 42| f +32 2 220 54 93 | www.cbfa.be