Checklist Notificatieformulier B Toelichting: dit formulier dient te worden gebruikt wanneer sprake is van nieuwe wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die onder artikel 16 van de Dienstenrichtlijn vallende eisen bevatten. Het gaat hierbij om alle eisen die aan tijdelijke dienstverleners (dienstverleners die elders gevestigd zijn, maar op uw territoir hun diensten aanbieden) worden gesteld. Indien de aangemelde eisen niet alleen aan grensoverschrijdende maar ook aan gevestigde dienstverrichters worden gesteld én (cumulatief) onder één van de acht in artikel 15, lid 2, van de Dienstenrichtlijn opgesomde categorieën vallen, dan dient u dit in punt 11 van het formulier te vermelden. 1. standaardantwoord: Nederland 2. standaardantwoord: volledige naam regelgeving in kwestie, vb Algemene Plaatselijke Verordening (APV) gemeente X. Aandachtspunt is de bijlage: is de betreffende regelgeving bijgevoegd? Indien de te notificeren bepalingen zijn opgenomen (gekopieerd) in het formulier: u dient de volledige verordening/regelgeving in kwestie bij te voegen. Een hyperlink waar de regelgeving direct te vinden is volstaat ook. 3. standaardantwoord: Een overheidsinstantie op regionaal niveau, namelijk de provincie X of waterschap X Een overheidsinstantie op lokaal niveau, namelijk de gemeente X 4. standaardantwoord: (Vb) 1 juli 2010, tenzij het om conceptregelgeving gaat. Dan is het invullen van een datum niet verplicht. 5. standaardantwoord: artikel …..: Ventverbod (vb) + inkopiëren bepalingen, bijvoorbeeld: “1. Het is verboden te venten indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt. (lid 2, etc. etc.)” Het is de bedoeling dat hier de relevante bepalingen worden geplaatst, en er separaat een document wordt toegevoegd waarin de gehele regeling / APV staat. 6. Hier in ieder geval noemen: de dienstenactiviteit: Venten, of Venten + toelichting ter verduidelijking wat de dienst is, of Venten + begripsbepaling inkopiëren, bijvoorbeeld: artikel 5:14 Begripsbepaling: 1. In deze afdeling wordt onder venten verstaan: het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten op een openbare en in de open lucht gelegen plaats of aan huis; 2. Onder venten wordt niet verstaan: (etc.…)
1
Aandachtspunt: “horizontale eis” Van een horizontale eis is zelden sprake, omdat een horizontale eis geldt voor alle dienstverrichters in een bepaalde regio, en niet slechts voor een bepaalde dienstactiviteit; u kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan de verplichting van ondernemingen om ingeschreven te staan bij de Kamer van Koophandel. 7. De aangemelde eis aanvinken (een van de zwaartepunten van het notificatieformulier) Een verplichting voor een dienstverrichter om een verklaring af te leggen bij of een kennisgeving te doen aan een bevoegde instantie op ons grondgebied. In de meeste gevallen waarbij er in een regeling gesproken wordt over een “melding” is deze categorie niet van toepassing, maar is er sprake van een vergunning(-stelsel)! Voor de Dienstenrichtlijn is de benaming van de desbetreffende regeling niet relevant, maar slechts de juridische consequenties van een eis. Indien een decentrale overheid de melding slechts gebruikt voor administratieve doeleinden (statistiek, informatie voor spontane politiecontrole, informatievergaring), dan is er sprake van een kennisgeving. Echter, indien een bestuursorgaan een beslissing aangaande de melding kan geven (ook al is het nemen van een dergelijke beslissing niet verplicht) en daarmee de melding “afgewezen” kan worden, dan wel dat er aanvullende voorwaarden aan de dienstverrichter gesteld kunnen worden, is er sprake van een vergunning, met andere woorden: of het bestuursorgaan een discretionaire bevoegdheid heeft. Voorbeelden: “Indien [...] en tijdens het slopen asbest wordt ontdekt, is degene die sloopt verplicht hiervan terstond melding te doen aan het bouwen woningtoezicht.” - “Van het gereedkomen van [...] moet het bouwtoezicht onmiddellijk na de voltooiing [...] in kennis worden gesteld (gereedmelding).” Een verplichting voor een dienstverrichter om op het grondgebied van onze lidstaat een adres te hebben of een vertegenwoordiger aan te wijzen. Een verplichting voor een dienstverrichter om een verzekering af te sluiten of in een waarborg of soortgelijke regeling deel te nemen. NB: bovenstaande drie eisen komen niet voor in de Dienstenrichtlijn zelf. Het zijn voorbeelden die door de Europese Commissie zijn toegevoegd.
**** Hieronder staan de eisen uit artikel 15 lid 2 Dienstenrichtlijn: N.B. De hieronder genoemde voorbeelden zijn slechts een indicatie van de verschillende regelingen die door Nederland of andere Lidstaten onder een bepaalde eis zijn ingediend. Het hangt van de motivering af (vraag 10 en 11) of een bepaalde eis gerechtvaardigd is. In sommige gevallen lijkt het zeer onwaarschijnlijk dat een bepaalde eis daadwerkelijk noodzakelijk en proportioneel (er dus geen lichtere eis denkbaar is die hetzelfde doel kan bereiken) is.
2
Enkele andere voorbeelden worden genoemd bij de toelichting op formulier A. (sub a) Een kwantitatieve of territoriale beperking, met name in de vorm van beperkingen op basis van de bevolkingsomvang of een geografische minimumafstand tussen de dienstverrichters Kwantitatieve beperkingen zijn bijvoorbeeld beperkingen die de overheid oplegt aan het aantal marktdeelnemers dat binnen een bepaald gebied actief mag zijn, of eisen die inhouden dat het aantal toegelaten marktdeelnemers wordt bepaald aan de hand van het aantal inwoners. Voorbeeld: “nulbeleid” is ook te kwalificeren als een kwantitatieve eis, net als regelingen waarin er slechts “1” dienstverrichter in een bepaalde regio wordt toegestaan. Andere voorbeelden: Per 2000 inwoners maximaal 1 krantenkiosk of autorijschool Ook geografische minimumafstanden vallen hieronder: o Ten minste 5 km tussen 2 benzinestations o Eisen aan maximum uitstoot per m2 vallen hier niet onder (bijvoorbeeld maximale uitstoot van CO2 in een bepaalde regio) (sub b) Een eis die van de dienstverrichter verlangt dat hij een bepaalde rechtsvorm heeft Voorbeeld: “Enkel natuurlijke personen mogen makelaarsdiensten aanbieden.” (sub c) Een eis aangaande het aandeelhouderschap van een onderneming Voorbeelden: “Het maatschappelijk kapitaal van een reisbureau dient minimaal €12.500 te bedragen.” “Ten minste twee-derde van de aandeelhouders van een onderneming die architecten diensten aanbiedt, dienen in handen te zijn van natuurlijke personen die gerechtigd zijn de architecten titel te dragen.” (sub d) Een eis, niet zijnde een eis die betrekking heeft op aangelegenheden die vallen onder Richtlijn 2005/36/EG of die in andere communautaire instrumenten zijn behandeld, die de toegang tot de betrokken dienstenactiviteit wegens de specifieke aard ervan voorbehoudt aan bepaalde dienstverrichters Voorbeeld: “Enkel gemeentes en kerkgenootschappen mogen crematie- en begrafenisplechtigheden organiseren.” (sub e) Een verbod om op het grondgebied van onze lidstaat meer dan één vestiging te hebben Voorbeeld: “Een dansschool mag slechts één vestiging hebben.” (sub f) Een eis die een minimum aantal werknemers vaststelt Voorbeeld: “In een kinderdagverblijf dient minimaal 1 begeleider te zijn per 8 kinderen.” (sub g) Een eis die vaste minimum- en/of maximumtarieven vaststelt waaraan de dienstverrichter zich moet houden Voorbeeld: “Schoorsteenvegers mogen de volgende maximumtarieven rekenen.”
3
(sub h) Een verplichting voor een dienstverrichter om in combinatie met zijn dienst andere specifieke diensten te verrichten Voorbeeld: “Een hotel dient zowel overnachtingen als ontbijt aan te bieden.”
**** Hieronder staan de eisen uit artikel 16 lid 2 Dienstenrichtlijn: (sub a) Een verplichting voor een dienstverrichter om een vestiging op het grondgebied van onze lidstaat te hebben De Europese Commissie accepteert zelden dergelijke eisen en is in meerdere zaken al ingebrekestelling – procedures begonnen. Voorbeeld: “Prostitutie kan enkel plaatsvinden in de daarvoor aangewezen bordelen.” (sub b) Een verplichting voor een dienstverrichter om bij een bevoegde instantie een vergunning aan te vragen of zich in te schrijven in een register of bij een beroepsorde of -vereniging op het grondgebied van onze lidstaat, behalve wanneer de Dienstenrichtlijn of een ander communautair instrument daarin voorziet Dit is de meest voorkomende categorie. Voor de Dienstenrichtlijn is het irrelevant hoe de desbetreffende regeling is genoemd: “melding,” “vergunning,” “ontheffing” etc. Voorbeelden: Het is verboden een seksinrichting te exploiteren of te wijzigen zonder vergunning van het bevoegd bestuursorgaan. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. Het is verboden ten behoeve van publiek als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids op te treden op door de burgemeester in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en het milieu aangewezen openbare plaatsen. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het verbod.
(sub c) Een verbod voor een dienstverrichter om op het grondgebied van onze lidstaat een bepaalde vorm of soort infrastructuur, met inbegrip van een kantoor of kabinet, op te zetten om de betrokken diensten te verrichten Voorbeeld: “Het is verboden om prostitutiediensten aan te bieden vanuit een woonwagen, mobilhome, stacaravan, en / of tent.” (sub d) De toepassing van een specifieke contractuele regeling tussen de dienstverrichter en de afnemer die het verrichten van diensten door zelfstandigen verhindert of beperkt
4
(sub e) Een verplichting voor een dienstverrichter om specifiek voor de uitoefening van een dienstenactiviteit een door onze bevoegde instanties afgegeven identiteitsdocument te bezitten Voorbeeld: “Een beëdigd tolk of vertaler dient op verzoek van de afnemer zijn speciale bewijs van inschrijving in het register te tonen.” “Verkeersregelaars moeten aanstellingpas kunnen tonen.” (sub f) Een eis, niet zijnde een eis die noodzakelijk is voor de gezondheid en veiligheid op het werk, die betrekking heeft op het gebruik van uitrusting en materiaal die een integrerend deel van de dienstverrichting vormen Voorbeeld: “Afscheidingen, steigers, ladders, heistellingen, transportinrichtingen en ander hulpmateriaal moeten, wat kwaliteit en samenstelling betreft, voldoen aan de eis van goed en veilig werk en in goede staat van onderhoud verkeren." “Een berggids dient een EHBO-set bij zich te hebben wanneer hij zijn werkzaamheden uitvoert.” “Indien iemand tatoeages wil plaatsen dienen bepaalde hygiëne en sterilisatiemaatregelen genomen te worden.” (sub g) Een in artikel 19 van de Dienstenrichtlijn vermelde eis die aan afnemers van diensten wordt gesteld Voorbeeld: “Om in aanmerking te komen voor een bepaalde subsidie, dient de afnemer de dienstverlener in te schrijven / aan te melden bij een bepaald register.”
**** een andere verplichting voor grensoverschrijdende dienstverrichters Hieronder valt alles wat niet onder een eerdere categorie te plaatsen is. Voorbeelden: - “Het is verboden te venten indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid en de volksgezondheid in gevaar komt.” - “Afval dat ontstaat door sloopwerkzaamheden [...] dient ten minste te worden gescheiden in de volgende fracties …” - “Bij de verwijdering van het asbest moeten de beste bestaande technieken worden toegepast om verontreiniging van het milieu met asbest te voorkomen.” - “Het bouwen en het verrichten van alles wat daarmee in verband staat moet geschieden op veilige wijze, onder meer zodanig dat de nodige veiligheidsmaatregelen zijn genomen ten behoeve van [...]"
8. Beknopte beschrijving van de aangemelde eis: hier dus alleen een beschrijving. Aandachtspunt: geen uitleg noodzakelijkheid, ook fout is het overtypen van de bepaling. Vb juist antwoord: vergunningplicht 9. Hier de betreffende rechtvaardigingsgrond(-en) aanvinken.
5
De openbare orde De openbare veiligheid De volksgezondheid De bescherming van het milieu
10. Hier een gedetailleerde motivering geven (=motiveringseis): 1. reden waarom het stellen van de eis aan de grensoverschrijdende dienstverrichters volgens u niet discriminerend is en 2. geschikt is om het nagestreefde doel te bereiken, en 3. waarom dat doel niet door een minder beperkende maatregel kan worden bereikt. Dit is de belangrijkste vraag van het formulier. Er dient hier een korte toelichting gegeven te worden waarom de desbetreffende regeling / eis / vergunning / verbod geschikt is om het doel dat in vraag 9 is genoemd te beschermen. U moet dus aangeven waarom u deze regeling invoert, en waarom dit doel niet met een minder belastende regeling voor ondernemers is te bereiken. Ook moet u aangeven dat de regeling geldt voor zowel in Nederland als in het buitenland gevestigde ondernemingen, en er dus geen onderscheid wordt gemaakt naar nationaliteit. Toelichting: Ad 1. Het vereiste is non-discriminatoir, omdat het geen onderscheid maakt naar nationaliteit. Daarnaast wordt geen onderscheid gemaakt naar de plaats van vestiging, feitelijke of juridische verblijfplaats of de plaats waar de activiteit voornamelijk wordt uitgevoerd. Ad 2. De eis is noodzakelijk vanuit het oogpunt van de bescherming van (bijvoorbeeld) de openbare orde en de volksgezondheid. Ad 3. De eis is bij uitstek een middel om het nagestreefde doel, te weten (bijvoorbeeld bescherming van de openbare orde en de volksgezondheid) te bereiken. Een andere regeling (toezicht achteraf) volstaat niet (+ uitleggen waarom dit niet volstaat). Het te bereiken doel staat in verhouding tot de inbreuk van de eis en is derhalve evenredig. Aandachtspunt/zwaartepunt formulier. Wat onjuist is: in z’n geheel niet ingaan op de bij 9 genoemde rechtvaardigingsgronden alleen ingaan op de noodzakelijkheid verwijzen naar de bijlage/verordening 11. Is de eis een in artikel 15, lid 2 voorkomende eis? Deze laatste vraag maakt het mogelijk om een eis zowel onder artikel 16 (dus voor tijdelijke dienstverleners, en daardoor notificatieformulier B), als onder artikel 15 lid 2 (en dus voor vestigende dienstverleners, en daardoor formulier A) te notificeren. Bijna alle Nederlandse eisen gelden in ieder geval voor tijdelijke dienstverleners (vandaar dat in de meeste gevallen notificatieformulier B dient te worden gebruikt). Omdat enkel de acht specifiek in artikel 15 lid 2 genoemde eisen genotificeerd behoeven te worden, dient gekeken te worden of de eisen die aangekruist staan bij vraag 7 tevens voorkomen op de limitatieve opsomming van artikel 15 lid 2. Dit betreffen de eerste 8 eisen die bij vraag 7 worden vermeld:
6
Een kwantitatieve of territoriale beperking, met name in de vorm van beperkingen op basis van de bevolkingsomvang of een geografische minimumafstand tussen de dienstverrichters; Een eis die van de dienstverrichter verlangt dat hij een bepaalde rechtsvorm heeft Een eis aangaande het aandeelhouderschap van een onderneming Een eis, niet zijnde een eis die betrekking heeft op aangelegenheden die vallen onder Richtlijn 2005/36/EG of die in andere communautaire instrumenten zijn behandeld, die de toegang tot de betrokken dienstenactiviteit wegens de specifieke aard ervan voorbehoudt aan bepaalde dienstverrichters Een verbod om op het grondgebied van onze lidstaat meer dan één vestiging te hebben Een eis die een minimum aantal werknemers vaststelt Een eis die vaste minimum- en/of maximumtarieven vaststelt waaraan de dienstverrichter zich moet houden Een verplichting voor een dienstverrichter om in combinatie met zijn dienst andere specifieke diensten te verrichten Indien eis voorkomt in de bovenstaande lijst, en tevens van toepassing is op tijdelijke dienstverrichters, dient bij deze vraag “JA” aangekruist te worden. Indien eis voorkomt in de bovenstaande lijst, maar eis niet toepassing is op tijdelijke dienstverrichters, had in plaats van notificatieformulier B, notificatieformulier A gebruikt te worden. Indien eis niet voorkomt in bovenstaande lijst, maar wel van toepassing is op tijdelijke dienstverrichters, dient bij deze vraag “NEE” aangekruist te worden. (meest waarschijnlijke categorie).
7