Checklist Arbeidstijdenwet Overtreding van de arbeidstijdenregels heeft doorgaans een bedrijfseconomisch motief. De I-SZW streeft er daarom na om overtreders in hun portemonnee te raken. U kunt dit voorkomen als u de de regels rondom werk- en rusttijden en de verplichtingen van werkgever en werknemer kent.
Deze checklist geeft een overzicht van de regels rondom werk- en rusttijden, de verplichtingen van werkgever en werknemer en de gevolgen van overtredingen van de Arbeidstijdenwet.
De checklist is onderverdeeld in: ▪
regels rondom werk- en rusttijden;
▪
verplichtingen werkgever;
▪
verplichtingen werknemer en medezeggenschapsorgaan;
▪
gevolgen van overtredingen.
Regels rondom werk- en rusttijden De hieronder verwerkte regelingen betreffen volwassen werknemers. Voor kinderen onder de 16 en jongeren van 16 en 17 jaar gelden aparte regels. Ook gelden enkele speciale regels voor zwangere of pas bevallen vrouwen. Deze uitzonderingen op de Arbeidstijdenwet staan vermeld in het Arbeidstijdenbesluit. 1.
Arbeidstijd
per dienst: maximaal 12 uur;
per week: maximaal 60 uur;
per 4 weken: maximaal 220 uur, gemiddeld 55 uur per week;
per 16 weken: maximaal 768 uur, gemiddeld 48 uur per week.
Toelichting arbeidstijd:
De werkgever maakt afspraken met de werknemer over de invulling van de werktijd per dag en per week.
De periode van 4 weken dient in collectief overleg afgestemd te worden: in cao, rechtspositieregels voor ambtenaren, bij schriftelijke overeenstemming tussen werkgever en medezeggenschapsorgaan (OR of personeelsvertegenwoordiging).
Uitzondering arbeidstijd: feestdagen
In verband met de noodzakelijke voorbereiding op een feestdag, mag in de periode van zeven dagen voorafgaande aan die feestdag twee keer maximaal 14 uur gewerkt worden (ook in de nacht).
Onder een feestdag wordt in ieder geval verstaan: nieuwjaarsdag, Pasen, Koninginnedag, Hemelvaartsdag, Pinksteren, 5 december en Kerstmis, maar ook andere feestdagen kunnen hiervoor in aanmerking komen.
Voor de toepassing van deze regeling is geen collectieve overeenstemming vereist.
Bron: Arbo Vakbase, februari 2015
Uitzondering arbeidstijd: noodzakelijke werkzaamheden
Als werkzaamheden niet uitgesteld kunnen worden of overwerken niet voorkomen kan worden, mag één keer per twee weken maximaal 14 uur worden gewerkt (ook in de nacht).
Voor de toepassing van deze regeling is geen collectieve overeenstemming vereist.
Uitzondering arbeidstijd: overdracht
Ten behoeve van het overdragen van werkzaamheden mag de werktijd maximaal met 15 minuten worden verlengd.
Indien door verlenging een dienst een nachtdienst wordt, telt deze niet mee voor het aantal nachtdiensten.
Voor de toepassing van deze regeling is geen collectieve overeenstemming vereist.
Uitzondering arbeidstijd: referentieperiode verlengen naar 52 weken
Door onvoorziene omstandigheden of door de aard van het werk kan het werkaanbod sterk wisselen gedurende het jaar (bijvoorbeeld seizoensgebonden werk).
In dat geval mag de periode van 16 weken waarover de gemiddelde arbeidstijd wordt berekend (de zogenoemde referentieperiode) worden verlengd naar 52 weken.
Ook mag de referentieperiode verlengd worden als uw werknemer uitsluitend of in hoofdzaak leiding geeft.
In een periode van 52 weken mag maximaal gemiddeld 48 uur per week worden gewerkt.
Voor deze verlenging is een cao-afspraak of overeenstemming op ondernemingsniveau nodig.
2.
Pauzes
bij diensten van 5,5 uur of langer: pauze van minimaal 30 minuten of 2 keer 15 minuten;
bij diensten van 10 uur of langer: pauze van minimaal 45 minuten of meer pauzes van minimaal 15 minuten.
Toelichting pauzes:
Over het aantal pauzes en tijdstip(pen) van pauzes maken werkgever en werknemer samen afspraken.
De pauzeduur dient in collectief overleg afgestemd te worden: in cao, rechtspositieregels voor ambtenaren, of bij schriftelijke overeenstemming tussen werkgever en medezeggenschapsorgaan (OR of personeelsvertegenwoordiging). In ieder geval heeft een werknemer die langer dan 5,5 uur werkt recht op 15 minuten pauze.
Uitzondering pauzes: afzien van pauze
Als door de aard van het werk de werkplek niet verlaten kan worden om pauze te nemen, is het mogelijk dat wordt afgezien van een pauze.
Het gaat hierbij vaak om alleen werken.
In dat geval mag per periode van 16 weken maximaal gemiddeld 44 uur per week worden gewerkt.
Bron: Arbo Vakbase, februari 2015
Als de afwijkende pauzeregeling van toepassing is en er wordt ook gebruikgemaakt van de regeling Langere nachtdienst in het weekend, dan mogen werknemers niet meer dan 10 uur per nachtdienst werken.
3.
Rust na werktijd Na een werkdag: minimaal 11 aaneengesloten uren niet werken. Deze rustperiode mag eens in de 7 dagen ingekort worden tot 8 uur als de aard van het werk of de bedrijfsomstandigheden dit nodig maken.
Na een werkweek: minimaal 36 aaneengesloten uren niet werken.
In een periode van 14 dagen: minimaal 72 aangesloten uren niet werken. Deze periode mag gesplitst worden in twee onafgebroken perioden van minimaal 32 uur.
Uitzondering rusttijd: overdracht
Ten behoeve van het overdragen van werkzaamheden mag de dagelijkse rusttijd met 15 minuten worden verkort, bijvoorbeeld in het geval van ploegendiensten.
4.
Voor de toepassing van deze regeling is geen collectieve overeenstemming vereist. Vrije zondagen Per jaar: minimaal 13 vrije zondagen.
Toelichting vrije zondagen:
Het uitgangspunt is dat op zondag niet gewerkt hoeft te worden, tenzij de werkgever dit met de werknemers heeft afgesproken, en alleen in gevallen dat werken op zondag noodzakelijk is, zoals in de gezondheidszorg, horeca, bij de politie en de brandweer, en wanneer het productieproces niet onderbroken mag worden.
In de situatie dat bedrijfsomstandigheden zondagswerk noodzakelijk maken, moet er overeenstemming zijn tussen werkgever en medezeggenschapsorgaan en moet de individuele werknemer zelf instemmen.
Het aantal vrije zondagen dient in collectief overleg afgestemd te worden: in cao, rechtspositieregels voor ambtenaren of bij schriftelijke overeenstemming tussen werkgever en medezeggenschapsorgaan (OR of personeelsvertegenwoordiging).
In collectief overleg kan worden afgesproken dat het aantal vrije zondagen minder dan 13 is. De individuele werknemer kan en mag een lager aantal weigeren.
5a. Nachtarbeid: uren
Per dienst: maximaal 10 uur.
Incidenteel: maximaal 5 keer per 2 weken met een maximum van 22 keer per jaar mag een nachtdienst 12 uur duren.
Per 16 weken: gemiddeld maximaal 40 uur per week in nachtdienst.
Incidenteel: als er minder dan 16 keer per 16 weken een nachtdienst wordt gedraaid, is het gemiddeld aantal werkuren per week 48.
Bron: Arbo Vakbase, februari 2015
5b. Nachtarbeid: diensten
Per 16 weken: maximaal 36 diensten, waarvan 7 nachtdiensten achter elkaar.
Bij cao of afspraak van de werkgever met de ondernemingsraad mag dit aantal worden verhoogd tot 8 nachtdiensten na elkaar.
Per jaar: 117 nachtdiensten.
Bij cao of afspraak van de werkgever met de ondernemingsraad mag dit aantal worden verhoogd tot 140 nachtdiensten per jaar.
Incidenteel per jaar: maximaal 22 nachtdiensten waarin maximaal 12 uur in nachtdienst wordt gewerkt.
Toelichting nachtdiensten:
Voor nachtdiensten gelden strengere regels dan voor dagdiensten.
Een nachtdienst betreft een dienst waarin meer dan 1 uur gewerkt wordt tussen 00.00 uur ’s nachts en 06.00 uur ’s ochtends.
Voor werknemers die tussen 00.00 en 06.00 uur een beperkt aantal uur werken, kan het aantal nachtdiensten op meer dan 140 per jaar uitkomen. In dat geval geldt de regel dat werknemers niet meer dan 38 uur per 2 weken mogen werken tussen 00.00 en 06.00 uur.
Met de nieuwe Arbeidstijdenwet op 1 april 2007, is ook de overgangsregeling Permanente nachtarbeid voor onbepaalde tijd van kracht. Als werknemers vóór 1 januari 1996 vooral ’s nachts werkten en dat nu nog steeds doen, dan mogen werknemers ook na 1 april 2007 dit werkpatroon voortzetten. In een periode van 4 aaneengesloten weken mogen ze maximaal 20 keer nachtdiensten draaien.
Uitzondering langere nachtdienst in het weekend:
tussen vrijdag 18.00 uur en maandag 08.00 uur;
mogelijkheid voor 12-uurs nachtdiensten om zodoende extra vrije zondagen te creëren;
maximaal 2 per jaar;
maximaal 11 uur werken;
minimaal 12 uur rust direct na dienst;
minimaal 26 zondagen per jaar vrij als van deze uitzondering gebruik wordt gemaakt;
de regeling mag niet gebruikt worden in combinatie met de algemene regels voor langere nachtdiensten.
Uitzondering: langere nachtdienst buiten het weekend:
indien de personeelsbezetting door onvoorziene omstandigheden onder het minimum komt, of omdat het een feestdag betreft;
mogelijkheid om 12-uurs nachtdiensten te draaien;
maximaal 12 uur werken;
maximaal 2 keer per 2 weken en 8 keer per 52 weken;
minimaal 12 uur rust direct na nachtdienst;
Bron: Arbo Vakbase, februari 2015
ook deze regeling mag niet gebruikt worden in combinatie met de algemene regels voor langere nachtdiensten.
Uitzondering: nachtdienst en afzien van pauze
Als de afwijkende pauzeregeling van toepassing is en er wordt ook gebruikgemaakt van de regeling Langere nachtdienst in het weekend, dan mogen werknemers niet meer dan 10 uur per nachtdienst werken.
Uitzondering referentieperiode
Door onvoorziene omstandigheden of door de aard van het werk kan het werkaanbod sterk wisselen gedurende het jaar (bijvoorbeeld seizoensgebonden werk).
In dat geval mag de 16 weken waarover de gemiddelde arbeidstijd wordt berekend (de zogenoemde referentieperiode) worden verlengd naar 52 weken.
Ook mag de referentieperiode verlengd worden als uw werknemer uitsluitend of in hoofdzaak leiding geeft.
In geval van nachtdiensten: in een periode van 52 weken mag maximaal gemiddeld 40 uur per week worden gewerkt.
Voor deze verlenging is een cao-afspraak of overeenstemming op ondernemingsniveau nodig.
5c. Nachtdienst: rust
nachtdienst eindigt voor 02.00 uur: minimaal 11 aaneengesloten uren niet werken;
nachtdienst eindigt na 02.00 uur: minimaal 14 aangesloten uren niet werken.
Maximaal 1 keer per week mag de rust ingekort worden tot 8 uur, mits het soort werk of de bedrijfsomstandigheden dit nodig maken.
Na een nachtdienst van 12 uur: minimaal 12 aaneengesloten uren niet werken.
Na een reeks van 3 of meer nachtdiensten, die eindigen na 02.00 uur: minimaal 46 aangesloten uur niet werken.
6.
Bereikbaarheid: consignatie
Niet langer dan 13 uur per 24 uur werken, inclusief de uren die voortkomen uit oproepen.
Direct voor en na een nachtdienst mogen werknemers niet oproepbaar zijn. Dit mag tot 11 uur voor een nachtdienst en pas weer vanaf 14 uur erna.
Per 4 weken mag een werknemer maximaal 14 dagen oproepbaar zijn.
Per 4 weken recht op minimaal tweemaal 2 aaneengesloten dagen niet werken en ook niet oproepbaar zijn.
Per 16 weken: binnen deze periode 16 keer of meer oproepbaar zijn tussen 00.00 uur en 06.00 uur, werkweek gemiddeld 40 uur binnen die 16 weken.
Bron: Arbo Vakbase, februari 2015
Uitzondering per 16 weken: werkweek gemiddeld 45 uur per week onder de volgende voorwaarden: 1. Na laatste nachtoproep heeft 8 uur aaneengesloten rust plaatsgevonden en is werknemer niet oproepbaar geweest, 2. Als dat niet mogelijk is, dan dient de werknemer in ieder geval dezelfde dag nog (dus voor 24:00 uur) 8 uur aaneengesloten te rusten.
Toelichting:
Werkgevers kunnen werknemers oproepbaar laten zijn om bij onvoorziene omstandigheden aan het werk te gaan. In de Arbeidstijdenwet heet dit consignatie.
Een oproep geldt niet als een onderbreking van de dagelijkse of wekelijkse rusttijd.
Een nachtoproep telt niet als nachtdienst.
De tijd waarin uw werknemer opgeroepen kan worden, geldt niet als arbeidstijd.
Wordt een werknemer opgeroepen en gaat deze aan het werk, dan geldt dit als abeidstijd.
Voor een oproep staat minimaal een half uur arbeidstijd. Ook als de gewerkte tijd korter dan een half uur is.
Als een werknemer binnen een half uur nadat deze via een oproep aan het werk is gegaan, opnieuw opgeroepen wordt, geldt de tussenliggende tijd ook als arbeidstijd.
Uitzondering geconsigneerde pauze:
In geval van onvoorziene omstandigheden mogen werknemers tijdens pauzes opgeroepen worden, als de aard van het werk dit noodzakelijk maakt.
Het gaat hierbij om bereikbaarheid (bijvoorbeeld in de kantine).
Deze zogeheten geconsigneerde pauzes tellen niet mee voor het aantal malen dat een werknemer opgeroepen mag worden.
Als werknemers de werkplek niet mogen verlaten, dan tellen deze pauzeperioden wel mee als arbeidstijd.
7.
Bereikbaarheidsdienst komt alleen voor in de zorgsector en houdt in dat werknemers bereikbaar zijn op afstand (geen aanwezigheid op de werkplek verplicht).
8a. Aanwezigheidsdienst: uren en diensten
aanwezigheidsdienst mag niet langer dan 24 uur duren, inclusief wacht- of slaapuren;
per 26 weken: maximaal 52 keer een aanwezigheidsdienst draaien;
per 26 weken: maximaal gemiddeld 48 uur per week werken.
Toelichting:
Aanwezigheidsdienst: werknemers dienen op het werk aanwezig te zijn.
Alle uren binnen een aanwezigheidsdienst - het eventueel ingeroosterde werk, het werk uit oproep en de uren van verplicht aanwezig zijn - tellen als arbeidstijd.
‘Maatwerkconstructie’ of opt-out, een regeling om tot 60 uur per week te werken. Dit is in
Bron: Arbo Vakbase, februari 2015
overleg met werknemer en vereist een schriftelijke instemming van de werknemer. De schriftelijke instemming geldt voor een periode van 26 weken en wordt steeds stilzwijgend verlengd voor eenzelfde periode, tenzij de werknemer uitdrukkelijk aangeeft dat hij het met die stilzwijgende verlenging niet eens is. Tussentijdse intrekking van de instemming is mogelijk. Hiervoor moet uw werknemer een redelijke termijn in acht nemen en een goede reden hebben (bijvoorbeeld onvoorziene wijziging van persoonlijke omstandigheden). 8b. Aanwezigheidsdienst: rust
Per week: tenminste 90 uren rust. Eenmaal een periode van 24 uur en 6 perioden van 11 uur.
Incidenteel: per week mag de rust 1 keer ingekort worden tot 10 uur en 1 keer tot 8 uur, als de aard van het werk of de bedrijfsomstandigheden dit nodig maken.
Als er geen afspraken zijn gemaakt over het inhalen van de dagelijkse of wekelijkse rust, dan geldt dat uw werknemer in elke periode van 7 dagen ten minste 90 uren rust moet hebben.
Direct voor en na een aanwezigheidsdienst: minimaal 11 uur rust (niet werken).
Verplichtingen werkgever Urenregistratie
Deugdelijke registratie van gewerkte uren bijhouden.
Er zijn geen eisen aan de vormgeving gesteld, maar uit de registratie moet de arbeidsinspectie wel kunnen zien of de arbeidstijdenwet is nageleefd.
Het arbeidspatroon van werknemers schriftelijk vastleggen. Iedere werknemer moet het kunnen inzien.
Doorgeven van wijzigingen
Veranderingen in het arbeidspatroon (bijvoorbeeld het rooster) dienen zo tijdig mogelijk meegedeeld te worden.
Bij collectieve regeling kan worden afgesproken wat daaronder verstaan moet worden.
Als deze afspraken niet gemaakt zijn moeten werkgevers wijzigingen in arbeidspatroon minstens 28 dagen van tevoren aan hun werknemers bekendmaken.
Alleen als de aard van het werk dat verhindert, mag een werkgever zich beperken tot mededeling van de wekelijkse en zondagsrust.
Uiterlijk vier dagen van tevoren moet de werknemer te horen krijgen op welke tijdstippen hij moet werken.
Overleg en afstemming
In het ondernemingsbeleid moet zo veel mogelijk rekening gehouden worden met de persoonlijke omstandigheden van werknemers. Daarbij gaat het om zorgtaken, maar ook om andere verantwoordelijkheden, zoals scholing of vrijwilligerswerk.
Over uw beleid moet u overleggen met de OR, de personeelsvertegenwoordiging of - als die er niet is - met de betrokken werknemers.
Bron: Arbo Vakbase, februari 2015
Risico Inventarisatie en – Evaluatie (RI&E)
Werkgevers moeten nadrukkelijk in de RI&E en het plan van aanpak aandacht besteden aan de arbeidstijden, de risico’s die deze kunnen inhouden en de manier waarop u die risico’s wilt beperken.
Verplichtingen werknemer en medezeggenschapsorgaan
Werknemers moeten er in eerste instantie zelf op letten dat de regels voor arbeidstijd, rusttijd, pauze en nachtarbeid worden gehandhaafd.
Als werknemers de indruk hebben dat er niet conform de regels wordt gewerkt, dienen ze dit eerst zelf aan te kaarten bij de werkgever.
Ook de ondernemingsraad heeft tot taak erop te letten dat de wet wordt nageleefd.
Werknemers kunnen dus ook de ondernemingsraad informeren, wanneer zij van mening zijn dat hun werkgever de regels niet naleeft.
Gevolgen van overtredingen
De Inspectie SZW en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) voor de vervoerssectoren voeren regelmatig steekproefsgewijs controles uit.
Wanneer een bedrijf de wettelijke regels niet naleeft, kan de Inspectie SZW - eventueel na een waarschuwing - een boete opleggen.
De boetes worden berekend per persoon en per dag.
Als de overtreding van dien aard is dat daarmee de gezondheid van kinderen of de verkeersveiligheid in het geding komt, kan een proces-verbaal worden opgemaakt voor strafrechtelijke vervolging.
Bron: Arbo Vakbase, februari 2015