CAO CHAMPWORLD CHAMPIGNONKWEKERIJ WORDRAGEN BEHEER BV
1 september 2006 tot en met 31 augustus 2008
INHOUDSOPGAVE PREAMBULE Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10
Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14
Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23 Artikel 24 Artikel 25 Artikel 26 Artikel 27 Artikel 28 Artikel 29 Artikel 30 Artikel 31 Artikel 32 Bijlage 1
Algemene definities Duur, verlenging & beëindiging van deze CAO CAO – wijziging(en) tijdens contractsperiode Rechtsopvolging van CAO – partijen Fusies & reorganisaties Verplichtingen van werkgever Verplichtingen van werknemer Arbeidsomstandigheden Arbeidstijden Arbeidsovereenkomsten • Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd • Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd • Arbeidsovereenkomst voor oproepkrachten • Proeftijd • Opzegtermijn Beëindiging dienstverband Functiegroepen Loon Toeslagen • Nachttoeslag • Zondagtoeslag • Feestdagentoeslag • Overwerktoeslag • Compensatie Algemeen erkende feestdagen Vakantiedagen & vakantiebijslag Vakantierechten & arbeidsongeschiktheid Extra vakantiedagen in verband met lengte van het dienstverband & leeftijd Jubileumuitkering Buitengewoon verlof Onbetaald verlof Ouderschapsverlof Adoptieverlof Zwangerschaps- & bevallingsverlof Kortdurend zorgverlof Langdurend zorgverlof Calamiteitenverlof Organisatieverlof Uitkering bij arbeidsongeschiktheid vanwege ziekte of ongeval Bedrijfsongevallen- & bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering Uitkering bij overlijden Kosten BHV & EHBO – diploma Loontabellen
1
2 3 3 3 3 4 4 4 4 5 5 5 5 6 6 6 6 7 7 8 8 8 8 8 8 8 9 9 9 10 10 11 11 11 11 12 12 12 13 13 13 14 14 15
PREAMBULE De ondergetekenden, te weten; de besloten vennootschap: Champignonkwekerij Wordragen Beheer BV, statutair gevestigd te Kerkdriel, “handelend onder de naam: Champworld” en gevestigd aan de Langeweisteeg 3 te (5324 JH) Ammerzoden, rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw J.A.W. Peffer-Kollenburg (directeur) alsmede al haar dochterondernemingen; en de werknemersorganisatie: Landelijke Bedrijfsorganisatie Verkeer (LBV) statutair gevestigd en kantoorhoudende aan de Strevelsweg 700/612 te (3083 AS) Rotterdam, rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw M.A. Dolman (voorzitter) en de heer G. Johannes (secretaris); ieder als partij ter andere zijde, 1.
2.
3.
overwegende, dat het ondernemingsbeleid er in het bijzonder op gericht zal zijn de continuïteit en de bestaanszekerheid van de onderneming(en) te bevorderen alsmede de werkgelegenheid veilig te stellen; overwegende, dat de werkzaamheden van deze onderneming(en), anders dan in de conventionele champignonteelt, zich kenmerken door het kweken en in een centrale hal oogsten van paddestoelen door middel van een (vol)automatisch logistiek kistensysteem met inbegrip van de daaruit voortvloeiende reeks van aanverwante werkzaamheden; overwegende, dat CAO-partijen het wenselijk achten een CAO op maat te realiseren;
zijn de volgende overeenkomst aangegaan:
Rotterdam, 12 september 2006.
_________________________
J.A.W. Peffer - Kollenburg
_________________________
_________________________
M.A. Dolman
G. Johannes 2
Artikel 1 ALGEMENE DEFINITIES 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) geldt voor Champworld en haar werknemers welke krachtens een arbeidsovereenkomst arbeid verrichten. 2. In deze CAO wordt onder “werkgever” verstaan: Champignonkwekerij Wordragen Beheer BV “handelend onder de naam: Champworld” en al haar dochterondernemingen. 3. In deze CAO wordt onder “werknemer” verstaan: ieder natuurlijke persoon welke voor bepaalde dan wel onbepaalde tijd een arbeidsovereenkomst heeft met werkgever als bedoeld in het tweede lid van dit artikel. 4. In deze CAO wordt onder “oproepkracht” verstaan: een werknemer die incidenteel bij onvoorziene omstandigheden wordt ingezet. Het betreft hier losse arbeid die niet volgens een vast patroon of wekelijks voorkomt en niet van tevoren is ingeroosterd. Oproepkracht is niet verplicht aan een oproep van werkgever gehoor te geven. Voor oproepkrachten gelden niet de artikelen: 14, 18 tot en met 26, 27.3, 28 en 29 van deze CAO. 5. Waarin deze CAO wordt gesproken van werknemer, wordt bedoeld: mannelijke en vrouwelijke werknemers alsmede waarin deze CAO gesproken wordt over hem of hij, wordt bedoeld: hem/haar of hij/zij. Artikel 2 DUUR, VERLENGING & BEËINDIGING VAN DEZE CAO 1. Deze CAO is aangegaan voor een tijdvak van twee jaar. Dit tijdvak vangt aan op 1 september 2006 en eindigt op 31 augustus 2008. 2. Deze CAO kan door CAO-partijen tegen het einde van de contractsperiode worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden. Een en ander dient te geschieden door middel van een aangetekend schrijven. 3. Zolang geen van de CAO-partijen tot opzegging van deze CAO overgaat, wordt deze geacht stilzwijgend te zijn verlengd met maximaal één jaar. Artikel 3 CAO – WIJZIGING(EN) TIJDENS CONTRACTSPERIODE 1. CAO-partijen keuren bij voorbaat goed, dat bijzondere arbeidsvoorwaarden, die na ondertekening van deze CAO tussen CAO-partijen mochten worden overeengekomen, alsnog aan deze CAO zullen worden gehecht. 2. Bij tussentijdse wijziging(en) of aanvulling(en) bij gemeen overleg in of op de aan deze CAO gehechte, door CAO-partijen, gewaarmerkte wijziging(en) of aanvulling(en), zullen deze gewijzigde of aanvullende nieuwe voorwaarden eveneens aan deze CAO worden gehecht en door CAO-partijen worden gewaarmerkt. 3. In gezamenlijk en regulier overleg, minimaal éénmaal per jaar, zal door CAO-partijen worden nagegaan of en zo ja op welke wijze voorzieningen nodig zijn om één en ander, met inachtneming van de dan geldende wet- en regelgeving, te realiseren. Artikel 4 RECHTSOPVOLGING VAN CAO – PARTIJEN In geval van fusie, overname of faillissement, staan CAO-partijen er tegenover elkaar voor in, dat hun wederzijdse rechten en verplichtingen die uit deze CAO voortvloeien, zullen mogen en moeten worden overgenomen door de rechtsperso(o)n(en), die daartoe door enige CAO-partij schriftelijk aan de wederpartij zal (zullen) worden aangewezen.
3
Artikel 5 FUSIES & REORGANISATIES 1. Met inachtneming van het SER-besluit Fusiegedragsregels 2000 en de daarin beschreven gedragscode, zal werkgever, ongeacht het aantal betrokken werknemers, bij voorgenomen fusies, bedrijfsovernames en reorganisaties, de wederpartij tijdig op de hoogte brengen en in de gelegenheid stellen om advies uit te brengen. 2. Bij ingrijpende fusies en reorganisaties dient en/of dienen er door werkgever in overleg met de wederpartij regeling(en) te worden getroffen voor een eventuele afvloeiingsregeling die een sociale begeleiding van werknemers behoort te garanderen. 3. De wederpartij dient onmiddellijk door werkgever in kennis te worden gesteld van een aanvraag van surseance van betaling of van een ingediend verzoek tot faillietverklaring. Artikel 6 VERPLICHTINGEN VAN WERKGEVER 1. Werkgever verplicht zich er toe geen arbeidsovereenkomsten aan te gaan die negatief afwijkende loon- en/of arbeidsvoorwaarden bevatten als genoemd in deze CAO. Afwijkingen in positieve zin zijn wel toegestaan. 2. Werkgever zal tijdens de duur en na het beëindigen van de arbeidsovereenkomst strikte geheimhouding in acht nemen van al hetgeen hem, omtrent de persoon en de persoonlijke omstandigheden van werknemer, bekend is geworden en waarvan werkgever het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden. 3. Werkgever is verplicht een exemplaar van deze CAO aan iedere werknemer te verstrekken. Artikel 7 VERPLICHTINGEN VAN WERKNEMER 1. Werknemer is verplicht al datgene te doen en na te laten wat in gelijke omstandigheden een goed werknemer zou behoren te doen en na te laten. Daaronder valt in ieder geval het zich houden aan voorschriften en het opvolgen van redelijke orders en instructies. 2. Werknemer zal de hem toevertrouwde bedrijfsmiddelen oordeelkundig alsmede overeenkomstig de bestemming daarvan gebruiken en behandelen alsmede over het algemeen daarvoor zorg dragen als een goed werknemer. 3. Werknemer zal zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever geen betaalde nevenarbeid verrichten. Hiervan zijn publieke functies uitgezonderd. 4. Werknemer is zowel gedurende als na beëindiging van de arbeidsovereenkomst verplicht tot absolute geheimhouding van alle feiten en bijzonderheden betreffende de onderneming die het bedrijfsbelang kunnen schaden. Daar waarin in de individuele arbeidsovereenkomst nadere bepalingen omtrent geheimhouding van bedrijfsbescheiden zijn opgenomen, zijn deze in volle omvang van toepassing. Artikel 8 ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 1. Bij het aanvaarden en uitvoeren van elke arbeidsovereenkomst, is de Arbeidsomstandighedenwet (Arbo-wet) onverkort van toepassing. 2. Werkgever zal er op toezien en bevorderen, dat ten behoeve van werknemer alle passende maatregelen worden getroffen, die nodig zijn ter uitvoering van de wettelijke voorschriften met betrekking tot veiligheid, de gezondheid en het milieu. 3. Werkgever zal de nodige informatie verstrekken en voorlichting geven aan werknemer over de aard van het werk, die mogelijkerwijs de veiligheid, de gezondheid en het milieu in gevaar kunnen brengen.
4
4.
Werknemer is gehouden alle wettelijke voorschriften en de bedrijfsinstructie met betrekking tot de veiligheid, de gezondheid en het milieu op te volgen en de aan werknemer verstrekte beschermingsmiddelen te dragen en/of te gebruiken.
Artikel 9 ARBEIDSTIJDEN 1. De gebruikelijke gemiddelde arbeidsduur bedraagt 38 uur per week over een referteperiode van acht weken. 2. Voor werknemer geldt een maximum arbeidsduur van 45 uur per week, verdeeld over maximaal vijf dagen per week volgens een dienstrooster, met een maximum arbeidsduur van 10 uur per dienst. De minimum rusttijd bedraagt 11 uur per etmaal. 3. De maximum arbeidsduur per nachtdienst bedraagt negen uur. Het maximum aantal aaneengesloten dan wel opeenvolgende nachtdiensten is gesteld op zeven. 4. Pauzes worden genoten in onderling overleg tussen werkgever en werknemer naar redelijkheid en billijkheid. Artikel 10 ARBEIDSOVEREENKOMSTEN 1. Werknemer ontvangt een schriftelijke mede door werkgever ondertekende en gedateerde arbeidsovereenkomst, waarin tenminste wordt opgenomen: a. naam en adres van werkgever en werknemer; b. aard en duur van de arbeidsovereenkomst; c. datum van indiensttreding; d. functie van werknemer, functie-indeling en/of de aard van de arbeid e. plaats(en) waar de arbeid wordt verricht; f. proeftijd; g. in acht te nemen opzegtermijnen; h. het loon, de wijze en het moment van uitbetaling; i. arbeidsduur per dag, per week of per vier weken; j. aanspraak op vakantiedagen; k. deelname aan een pensioenregeling. 2. Werkgever en werknemer verklaren beiden in de arbeidsovereenkomst dat deze CAO onverkort van toepassing is. Werknemer retourneert een kopie voor akkoord getekend. 3. ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR BEPAALDE TIJD. a. Het begin en het einde van het dienstverband zijn in de arbeidsovereenkomst vastgelegd. Het dienstverband eindigt van rechtswege op het moment dat de overeengekomen tijd verstreken is. Dit geldt zonder dat voorafgaande opzegging vereist is, behalve wanneer dit in de arbeidsovereenkomst werd overeengekomen. Om het dienstverband te beëindigen is geen toestemming van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) vereist. b. De totale duur van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd dan wel opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd bedraagt maximaal 36 maanden. Het maakt niet uit of de arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd direct na elkaar volgen of met tussenpozen van maximaal drie maanden. c. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan maximaal twee keer worden verlengd. De één of tweemaal verlengde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege, zonder dat toestemming van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) is vereist. d. Ingeval de arbeidsovereenkomst, na tweemaal te zijn verlengd wordt voortgezet, dan wordt deze vierde arbeidsovereenkomst van rechtswege geacht te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd.
5
4.
5.
6.
ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR OPROEPKRACHTEN. a. Er is eerst sprake van een arbeidsovereenkomst wanneer oproepkracht op grond van een voorovereenkomst daadwerkelijk werkzaamheden gaat verrichten. De arbeidsovereenkomst blijft bestaan voor de duur van de werkzaamheden. De arbeidsovereenkomst eindigt telkens van rechtswege door het verstrijken van de duur van de werkzaamheden. Artikel 7:668a, eerste tot en met vierde lid van het Burgerlijk Wetboek wordt uitgesloten. b. Buiten het kader van een arbeidsovereenkomst is werkgever aan oproepkracht geen loon verschuldigd. In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 7:628 van het Burgerlijk Wetboek heeft oproepkracht, voor iedere oproep van minder dan vier uur waarin hij arbeid heeft verricht, recht op het loon waarop hij aanspraak zou hebben indien hij vier uren arbeid zou hebben verricht. PROEFTIJD. a. Voor een arbeidsovereenkomst voor (on)bepaalde tijd geldt een proeftijd van twee maanden. Een kortere proeftijd of géén proeftijd dient schriftelijk overeengekomen te worden in de arbeidsovereenkomst. b. Gedurende de proeftijd is het zowel aan werkgever als werknemer toegestaan het dienstverband te beëindigen zonder dat er een opzegtermijn in acht genomen hoeft te worden. Op verzoek van werknemer zal werkgever de reden van beëindiging van het dienstverband schriftelijk mededelen. OPZEGTERMIJN. a. Voor een arbeidsovereenkomst voor (on)bepaalde tijd geldt zowel voor werkgever als werknemer, per vijf volledige dienstjaren één maand opzegtermijn, met een maximum van drie maanden. b. Indien de arbeidsovereenkomst minder dan vijf volledige dienstjaren heeft voortgeduurd of een arbeidsovereenkomst is overeengekomen voor een duur van minder dan vijf jaren, geldt een opzegtermijn van één maand. c. De opzegging dient, vóór het einde van de maand, schriftelijk te geschieden.
Artikel 11 BEËINDIGING DIENSTVERBAND In de hiernavolgende gevallen wordt elke arbeidsovereenkomst, geacht te zijn beëindigd: a. bij ontslag op staande voet wegens een dringende reden, conform artikel 7:677 van het Burgerlijk Wetboek en gedurende de proeftijd; b. bij het overlijden van werknemer. In de hiernavolgende gevallen wordt de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, geacht te zijn beëindigd: c. door duidelijke schriftelijke vastlegging van de ontbinding van de arbeidsovereenkomst, met wederzijds goedvinden en met inachtneming van de opzegtermijn zoals bedoeld in artikel 10, zesde lid van deze CAO; d. door schriftelijke opzegging onder opgave van redenen door werkgever na het verkrijgen van een ontslagvergunning van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), met inachtneming van de opzegtermijn zoals bedoeld in artikel 10, zesde lid van deze CAO; e. door ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter; f. door het bereiken van de 65-jarige leeftijd (pensioengerechtigde leeftijd), op de eerste dag van de maand waarin men de 65-jarige leeftijd bereikt of zoveel eerder als een prepensioenregeling voor werknemer van toepassing is, zonder dat daartoe opzegging vereist is.
6
Artikel 12 FUNCTIEGROEPEN 1. Werknemer wordt op grond van de door hem te verrichten arbeid ingedeeld in één van de functiegroepen zoals bedoeld in het derde tot en met zevende lid van dit artikel. De algemene omschrijving van elke functiegroep is bepalend voor de indeling in functiegroepen. De opsomming van functiebenamingen bedoelt allerminst volledig te zijn. 2. FUNCTIEGROEP 1. Werknemers die een functie uitoefenen, welke bestaat uit werkzaamheden van voornamelijk eenvoudige en repeterende aard, die volgens nauwkeurige instructie op aanwijzing en/of onder directe leiding worden verricht. FUNCTIEBENAMINGEN: sorteer- uitlees- en verpakkingsmedewerk(st)er, schoonmaak(st)er, interieurverzorg(st)er, tuinman en kantinemedewerk(st)er. 3. FUNCTIEGROEP 2. Werknemers die een functie uitoefenen, welke bestaat uit werkzaamheden waarvoor een beperkte mate van vak- en praktijkkennis en/of ervaring is vereist en die, hoewel onder leiding, toch met enige mate van zelfstandigheid worden verricht. FUNCTIEBENAMINGEN: alle functiebenamingen zoals bedoeld in functiegroep 1 bij wie door ervaring een bepaalde vaardigheid, zelfstandigheid en prestatieniveau is gebleken, teelt- oogst- verkoop- en, administratief medewerk(st)er en medewerker(st)er technische dienst, allround logistiek medewerk(st)er. 4. FUNCTIEGROEP 3. Werknemers die een functie uitoefenen, welke bestaat uit zelfstandige werkzaamheden waarvoor een redelijke vak- en praktijkkennis en/of ervaring is vereist en die leidinggeven aan enkele werknemers ingedeeld in de functiegroepen 1 en 2. FUNCTIEBENAMINGEN: assistent teelt- en oogstleid(st)er, afzetleid(st)er, oogsttrain(st)er en senior administratief medewerk(st)er 5. FUNCTIEGROEP 4. Werknemers die een functie uitoefenen, welke bestaat uit zelfstandigheden werkzaamheden waarvoor een behoorlijke mate van vak- en praktijkkennis en/of ervaring is vereist en die leidinggeven aan werknemers ingedeeld in de functiegroepen 1 tot en met 3 alsmede medeverantwoordelijk zijn voor het realiseren van taak- en doelstellingen van de onderneming. FUNCTIEBENAMINGEN: teelt- en oogstleid(st)er, hoofd technische dienst, assistent bedrijfsleid(st)er en planner. 6. FUNCTIEGROEP 5. Werknemers die een functie uitoefenen, welke bestaat uit zelfstandige werkzaamheden waarvoor een hoge mate van specialistische vak en praktijkkennis en/of ervaring is vereist en die leiding geven aan werknemers ingedeeld in de functiegroepen 1 tot en met 4 alsmede verantwoordelijk zijn voor het realiseren van taak- en doelstellingen van de onderneming. FUNCTIEBENAMING: bedrijfsleid(st)er. Artikel 13 LOON 1. Het loon per vier weken, van werknemer ingedeeld in een van de functiegroepen zoals bedoeld in artikel 12 van deze CAO, is tenminste gelijk aan één van de bedragen zoals bedoeld in de loontabel in bijlage 1 van deze CAO. 2. CAO – loonsverhogingen gelden vanaf functiegroep 2. Functiegroep 1 is gelijk aan het Wettelijk Minimumloon (WML) en zal dus conform de wettelijke procentuele verhogingen in januari én in juli van elk kalenderjaar aangepast dienen te worden. 3. Werknemer die in functiegroep 1 is ingedeeld stroomt na maximaal 1 jaar door naar functiegroep 2. Indien werkgever hiervan afwijkt dient hij zijn motivatie schriftelijk aan werknemer kenbaar te maken.
7
4.
De lonen van werknemer vanaf functiegroep 2 worden verhoogd met 1 procent per periode 10 van 2006 en met 1 procent per periode 10 van 2007.
Artikel 14 TOESLAGEN Werkgever betaalt aan werknemer het loon vermeerderd met de volgende toeslagen. 1. "NACHTTOESLAG": Een nachtdienst is een dienst die valt op maandag tot en met zondag tussen 24:00 en 06:00 uur. Over elk gewerkt uur tijdens een nachtdienst wordt het loon vermeerderd met een toeslag van 20 procent van het uurloon. 2. "ZONDAGTOESLAG": In beginsel is de zondag één van de twee vrije dagen per werkweek. Werknemer kan niet tot werken op zondag worden verplicht, tenzij bij calamiteiten het bedrijfsbelang dit noodzakelijk maakt. Een dienst op zondag valt tussen zondag 06:00 en maandag 06:00 uur. Over elk gewerkt uur tijdens een dienst op zondag wordt het loon vermeerderd met een toeslag van 20 procent van het uurloon. 3. "FEESTDAGENTOESLAG": Een dienst op een algemeen erkende feestdag, zoals bedoeld in artikel 15, eerste lid van deze CAO, valt tussen 00:00 en 24:00 uur. Over elk gewerkt uur tijdens een algemeen erkende feestdag wordt het loon vermeerderd met een toeslag van 35 procent van het uurloon. 4. "OVERWERKTOESLAG": a. Onder overwerk wordt verstaan: de uren die werknemer over een referteperiode van acht weken méér uren werkt dan het in de arbeidsovereenkomst overeengekomen aantal uren. Met inachtneming van de referteperiode van acht weken wordt over elk gewerkt overuur het loon vermeerderd met een toeslag van 25 procent van het uurloon. Verrekening van de overuren vindt plaats bij de eerste loonbetaling na de referteperiode van acht weken. b. Over elk gewerkt uur overwerk op algemeen erkende feestdagen wordt, zoals bedoeld in artikel 15, eerste lid van deze CAO, met inachtneming van de referteperiode van acht weken, zoals bedoeld in sub a van dit lid, het loon vermeerderd met een toeslag van 50 procent van het uurloon. Verrekening van de overuren vindt plaats bij de eerste loonbetaling na de referteperiode van acht weken. 5. "COMPENSATIE": Het heeft de voorkeur de overwerktoeslag zoals bedoeld in het vierde lid van dit artikel na overeenstemming tussen werkgever en werknemer om te zetten in vrije tijd. Artikel 15 ALGEMEEN ERKENDE FEESTDAGEN 1. Op algemeen erkende feestdagen wordt in de regel geen arbeid verricht tenzij het bedrijfsbelang dat noodzakelijk maakt. Tot algemeen erkende feestdagen worden gerekend: • Nieuwjaarsdag • 1e en 2e Paasdag • Koninginnedag • Nationale Bevrijdingsdag (om de vijf jaar gerekend vanaf 2000) • Hemelvaartsdag • 1e en 2e Pinksterdag • 1e en 2e Kerstdag 2. In overleg én met instemming van werkgever is het voor werknemer mogelijk algemeen erkende feestdagen, zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel, om te ruilen met niet-Nederlandse feest- en gedenkdagen.
8
Artikel 16 VAKANTIEDAGEN & VAKANTIEBIJSLAG 1. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Werknemer die bij aanvang van het vakantiejaar in dienst is bouwt per volledig vakantiejaar 25 vakantiedagen op. Bij in- of uitdiensttreding gedurende het vakantiejaar, heeft werknemer recht op een evenredig deel van het aantal vakantiedagen per volledig vakantiejaar. 2. De berekening geldt dan als volgt: het aantal maanden maal 25 dagen gedeeld door 12. Indien deze berekening leidt tot een aanspraak van minder dan een halve dag dan wordt deze naar beneden afgerond en bij meer dan een halve dag wordt deze naar boven afgerond. 3. Voor oproepkracht wordt het recht op vakantiedagen per loonperiode omgezet in een uitkering. Deze uitkering bedraagt 10,82 procent (2005) en 10,92 procent (2006) van het voor oproepkracht geldende loon. De uitbetaling vindt plaats per loonperiode. 4. Werkgever stelt het vakantierooster voor zijn onderneming vast en geeft nadere regels voor het opnemen van vakantie. Bij een en ander zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het verlangen van werknemer. Werknemer heeft recht op een aaneengesloten vakantie van minimaal twee weken. 5. Vakantiedagen die aan het einde van het vakantiejaar nog niet zijn opgenomen, worden meegenomen naar het volgende vakantiejaar en worden aangemerkt als ‘oude” vakantiedagen. Bij het afschrijven van vakantiedagen worden na het opnemen hiervan de “oude” vakantiedagen als eerste afgeschreven. “Oude” vakantiedagen verjaren en vervallen vijf jaar na afloop van het jaar waarin deze vakantiedagen zijn opgebouwd. 6. De vakantiebijslag bedraagt 8 procent van het bruto jaarloon. Uitbetaling van de vakantiebijslag vindt plaats in de maand mei. De uitbetaling van de vakantiebijslag aan oproepkracht vindt plaats per loonperiode. Artikel 17 VAKANTIERECHTEN & ARBEIDSONGESCHIKTHEID 1. Werknemer die ingeval van arbeidsongeschiktheid vanwege ziekte of ongeval de bedongen arbeid niet verricht, bouwt slechts vakantiedagen op over de periode van de laatste zes maanden arbeidsongeschiktheid. Wel behoudt werknemer over de volledige periode van arbeidsongeschiktheid recht op vakantiebijslag. 2. Vakantiedagen, waarop werknemer arbeidsongeschikt is vanwege ziekte of ongeval tijdens een door werkgever toegekende vakantieperiode, gelden niet als vakantiedagen. 3. Bij arbeidsongeschiktheid vanwege ziekte of ongeval tijdens een vakantieperiode in het buitenland dient werknemer een artsen- en een transportverklaring in een gangbare taal aan werkgever te overleggen. In een transportverklaring dient opgenomen te zijn dat werknemer vanwege medische redenen niet in staat is om te reizen. Indien werknemer hiervan in gebreke blijft, dan worden de betreffende dagen als vakantiedagen beschouwd en afgeschreven. 4. Voor werknemer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is in de zin van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) vindt de opbouw en het opnemen van vakantiedagen plaats naar rato van de mate van arbeidsongeschiktheid met inachtneming van het gestelde in het eerste lid van dit artikel. Artikel 18 EXTRA VAKANTIEDAGEN IN VERBAND MET LENGTE VAN HET DIENSTVERBAND & LEEFTIJD 1. Met ingang van de eerste dag van de maand waarin de lengte van het dienstverband en/of de leeftijd zoals bedoeld in het tweede lid van dit artikel wordt bereikt, heeft werknemer recht op extra vakantiedagen. Bij samenloop van dienstverband en leeftijd worden de extra vakantiedagen samengeteld.
9
2.
BIJ EEN DIENSTVERBAND VAN: 10 jaar 1 dag 20 jaar 2 dagen 30 jaar 3 dagen 40 jaar 4 dagen
BIJ EEN LEEFTIJD VAN: 49 – 54 jaar 1 dag 55 – 59 jaar 2 dagen 60 – 64 jaar 3 dagen
Artikel 19 JUBILEUMUITKERING 1. Werkgever zal aan werknemer bij een 25- of 40-jarig dienstverband een jubileumuitkering verstrekken. De uitbetaling van de jubileumuitkering zal, zolang dit fiscaal mogelijk is, bruto/netto geschieden 2. De jubileumuitkering bedraagt bij een: 25-jarig dienstverband: één bruto maandloon; 40-jarig dienstverband: twee bruto maandlonen. Artikel 20 BUITENGEWOON VERLOF 1. Met de in dit artikel genoemde echtgeno(o)t(e) wordt gelijkgesteld de levenspartner en de relatiepartner. Onder levenspartner wordt verstaan: een ongehuwd persoon met wie de ongehuwde werknemer aantoonbaar een duurzame huishouding voert. Dit dient aangetoond te worden middels een bewijs van inschrijving uit het bevolkingsregister. Onder relatiepartner wordt verstaan: een alleenstaand ongehuwd persoon met wie de alleenstaand ongehuwde werknemer een vorm van een naaste relatie heeft waarvoor geen samenwoningeis geldt. De relatiepartner dient in Nederland woonachtig te zijn. Hiervan dient een schriftelijke mededeling aan werkgever te zijn gedaan. 2. In de volgende gevallen wordt, over de binnen voor werknemer geldende arbeidsweek en/of dienstrooster vallende werkdagen, verlof met behoud van loon verleend: a. bij het afleggen van school- en vakexamens ter verkrijging van een erkend diploma, indien dit in het belang van de onderneming is, te bepalen door werkgever; b. bij bezoek aan huisarts, tandarts en specialist in overleg met werkgever; 1 dag c. bij ondertrouw van werknemer; d. bij het huwelijk van één van de (stief)ouders, schoon- en grootouders, kinderen, pleegstief- en kleinkinderen, broers of zusters; e. bij het 25- 40- 50- 60- en 70-jarig huwelijk van werknemer, (stief)ouders, schoon- en grootouders, kinderen of pleeg- stief- en kleinkinderen; f. bij het overlijden van één de grootouders, broers, zusters, zwagers, schoonzusters, schoonzoons of schoondochters; g. bij een 25- en 40-jarig dienstverband; 2 dagen h. bij bevalling van de echtgenote en bij adoptie waarvan één dag calamiteitenverlof; i. bij het huwelijk van werknemer; j. bij het overlijden van één van de (stief)ouders of schoonouders waarvan één dag calamiteitenverlof; 4 dagen k. bij het overlijden van de echtgeno(o)t(e), één van de kinderen of één van de pleeg- stiefen kleinkinderen waarvan één dag calamiteitenverlof; l. bij het overlijden van één van de (stief)ouders of schoonouders, ingeval voor de begrafenis of crematie volledig zorg wordt gedragen waarvan één dag calamiteitenverlof.
10
Artikel 21 ONBETAALD VERLOF Het verlenen van onbetaald verlof is mogelijk met inachtneming van de volgende voorwaarden. 1. Werkgever dient te allen tijde de vrijheid te behouden de aanvraag voor het onbetaald verlof al dan niet te honoreren. 2. Alle financiële en verzekeringstechnische gevolgen van het onbetaald verlof zijn voor rekening van werknemer. 3. Tijdens het onbetaald verlof worden geen vakantiedagen opgebouwd. 4. Gedurende het onbetaalde verlof mag werknemer geen betaalde arbeid verrichten als gevolg van een terzake afgesloten arbeidsovereenkomst. Artikel 22 OUDERSCHAPSVERLOF 1. Werknemer heeft als de arbeidsovereenkomst tenminste één jaar heeft voortgeduurd, gerekend per kind, tot de achtjarige leeftijd, recht op wettelijk ouderschapsverlof. Dit recht biedt werknemer, verdeeld over een periode van zes maanden, een onbetaald verlof van 13 keer het aantal arbeidsuren per week, zoals overeengekomen in de arbeidsovereenkomst. 2. Werknemer kan uitsluitend met instemming van werkgever het verlof verdelen over een kortere of langere periode. 3. Werknemer dient minimaal drie maanden van tevoren het verlof schriftelijk bij werkgever aan te vragen. Over een beslissing op de aanvraag behoort werknemer, uiterlijk één maand vóór de aanvangsdatum van het verlof , schriftelijk door werkgever te worden geïnformeerd. 4. Het afwijzen van de in de aanvraag genoemde voorkeur van werknemer kan slechts, indien deze aanvraag afwijkt van de wettelijke regeling zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel, op grond van schriftelijk geformuleerde, gemotiveerde en gewichtige redenen. 5. Tijdens het verlof worden geen vakantiedagen opgebouwd. Artikel 23 ADOPTIEVERLOF 1. Werknemer heeft recht op maximaal vier weken onbetaald adoptieverlof. Het verlof moet binnen een tijdvak van 18 weken worden opgenomen. Dit tijdvak vangt aan twee weken vóór de datum van adoptie. 2. Indien tegelijkertijd twee of meer kinderen worden geadopteerd, geldt het recht op verlof slechts éénmaal. 3. Werknemer dient uiterlijk drie weken van tevoren het verlof bij werkgever te melden, onder vermelding van de ingangsdatum en de duur. 4. Werknemer dient aan werkgever een document te overhandigen, waaruit blijkt dat werknemer een kind heeft geadopteerd of zal adopteren en waarin de datum van adoptie is vermeld. Artikel 24 ZWANGERSCHAPS- & BEVALLINGSVERLOF 1. Het zwangerschaps- en bevallingsverlof op basis van de wettelijke regeling bedraagt 16 weken. Dit verlof kan flexibel opgenomen worden: op zijn vroegst zes weken en op zijn laatst vier weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum. 2. Uiterlijk twee maanden voordat werkneemster dit verlof wenst op te nemen dient werkneemster dit aan werkgever, door middel van een schrijven van de verloskundige met daarin opgenomen de vermoedelijke bevallingsdatum, kenbaar te maken.
11
Artikel 25 KORTDUREND ZORGVERLOF 1. In afwijking van de Wet arbeid en zorg, heeft werknemer in ieder kalenderjaar gedurende 7 dagen recht op kortdurend zorgverlof, met behoud van loon, in verband met de ziekte van de partner, (pleeg- stief-)kinderen of (pleeg- stief)ouders. 2. Het verlof kan worden opgenomen onder de volgende voorwaarden: a. Werknemer meldt schriftelijk en met reden omkleed de aanvangsdatum, de omvang, de wijze van opneming en de vermoedelijke duur van het verlof. b. Werkgever kan achteraf van werknemer verlangen dat hij aannemelijk maakt dat hij vanwege noodzakelijke verzorging zijn werkzaamheden niet kon verrichten. 3. Indien het verlof langer duurt dan 7 dagen, dan kan werkgever in overleg én met instemming van werknemer de bovenwettelijke vakantiedagen aanmerken als extra verlofdagen. Artikel 26 LANGDUREND ZORGVERLOF 1. De werknemer heeft in ieder kalenderjaar recht op langdurend zorgverlof in verband met de zorg voor een levensbedreigend zieke partner, kind of ouder. Dit recht biedt de werknemer, verdeeld over een periode van 12 aaneengesloten weken, een onbetaald verlof van maximaal zes keer het aantal arbeidsuren per week, zoals overeengekomen in de arbeidsovereenkomst, op jaarbasis. 2. Bij een parttime dienstverband heeft een werknemer naar rato recht op dit langdurend zorgverlof. 3. Na overleg en instemming van de werkgever kan het verlof over een langere of kortere periode worden opgenomen, variërend van minimaal 6 weken voltijdsverlof en maximaal 18 weken verlof voor een derde deel van de wekelijkse arbeidsuren. 4. Het verlof kan worden opgenomen onder de volgende voorwaarden: a. De werknemer meldt schriftelijk de aanvangsdatum, de omvang en de wijze van opneming en de vermoedelijke duur van het verlof; b. De werkgever kan een verzoek om langdurend zorgverlof weigeren indien (aantoonbare) zwaarwegende bedrijfsbelangen zich daartegen verzetten. Artikel 27 CALAMITEITENVERLOF 1. Werknemer heeft recht op calamiteitenverlof met behoud van loon gedurende een korte naar billijkheid te berekenen tijd met een maximum van één dag. 2. onder een calamiteit wordt onder andere verstaan: a. Een onverwachte situatie in de persoonlijke sfeer, de verzorging van één of meerdere gezinsleden, de bevalling van de echtgenote en de begrafenis van huisgenoten en bloed- en aanverwanten in de rechte lijn en de tweede graad van de zijlijn. b. Een door wet of overheid zonder vergoeding opgelegde verplichting, waarvan de vervulling niet in vrije tijd kon plaatsvinden. c. De uitvoering van het actief kiesrecht, waarvan de vervulling niet in vrije tijd kon plaatsvinden 3. Bij spoedeisende zaken zal werkgever in overleg met werknemer naar een snelle oplossing zoeken, waarbij de duur van deze oplossing voldoende zal zijn om een eerste opvang te treffen en voorbereidingen te nemen voor een nog meer duurzamere oplossing.
12
Artikel 28 ORGANISATIEVERLOF 1. Aan werknemer die ambassadeur is van de werknemersorganisatie, waarmee deze CAO is overeengekomen, zal organisatieverlof worden gegeven met behoud van loon voor het deelnemen aan vakbondsvergaderingen. 2. Een ambassadeur is een werknemer die constructief en inhoudelijk meedenkt met de werknemersorganisatie over het in deze CAO overeengekomen pakket loon- en arbeidsvoorwaarden. Daarnaast is een ambassadeur binnen de onderneming het aanspreekpunt voor werknemers en de werknemersorganisatie. 3. Per ambassadeur kunnen, indien de arbeid dit naar het oordeel van werkgever toelaat, maximaal drie dagen organisatieverlof per kalenderjaar worden opgenomen. 4. Ambassadeurs die in aanmerking komen voor organisatieverlof worden door de werknemersorganisatie aan het adres van werkgever schriftelijk kenbaar gemaakt. Voor elke vakbondsvergadering dient de ambassadeur een daartoe bedoelde uitnodiging aan werkgever te overhandigen. 5. Voor het deelnemen aan vakbondsvergaderingen heeft werknemer die geen ambassadeur is, maar "gewoon" lid is van de werknemersorganisatie, waarmee deze CAO is overeengekomen en indien de arbeid dit naar het oordeel van werkgever toelaat, recht op maximaal twee halve dagen verlof per kalenderjaar. Voor elke vakbondsvergadering dient het lid een daartoe bedoelde uitnodiging aan werkgever te overhandigen. Artikel 29 UITKERING BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID VANWEGE ZIEKTE OF ONGEVAL 1. Werknemer die door arbeidsongeschiktheid vanwege ziekte of ongeval niet in staat is arbeid te verrichten, dient zich voor wat betreft de melding aan werkgever, controle- en reïntegratievoorschriften, te houden aan de binnen de onderneming geldende regels van de Arbodienst. 2. Werknemer die door arbeidsongeschiktheid vanwege ziekte of ongeval niet in staat is zijn arbeid te verrichten, is verplicht zich te onderwerpen aan de medische- en lekencontrole die krachtens de sociale verzekeringswetten, inclusief Arbodienst en Arbo-wet, en enig bedrijfsreglement worden bepaald en/of uitgeoefend. 3. In geval van arbeidsongeschiktheid vanwege ziekte of ongeval heeft werknemer gedurende de eerste drie maanden recht op doorbetaling van 100 procent van het brutoloon, met aftrek van wachtdagen. De aftrek van wachtdagen wordt toegepast met inachtneming van het wettelijk minimumloon (WML). Het aantal wachtdagen dat per melding wordt afgetrokken bedraagt: a. eerste melding: 0 dagen; b. tweede melding: 1 dag; c. derde en elke volgende melding: 2 dagen. 4. In geval van arbeidsongeschiktheid vanwege ziekte of ongeval heeft werknemer vanaf de vierde maand recht op doorbetaling van 83 procent van het brutoloon. Artikel 30 BEDRIJFSONGEVALLEN- & BEDRIJFSAANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING Werkgever is verplicht een bedrijfsongevallen- en een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. De te betalen premie komt voor rekening van werkgever. De polisvoorwaarden liggen ter inzage van werknemer.
13
Artikel 31 UITKERING BIJ OVERLIJDEN 1. Bij overlijden van werknemer hebben de nagelaten betrekkingen recht op een overlijdensuitkering die gelijk is aan 13 weeklonen. 2. Uitkeringen ter zake van het overlijden aan nagelaten betrekkingen krachten arbeidsongeschiktheid vanwege ziekte of ongeval of AAW/WIA worden op de overlijdensuitkering in mindering gebracht. Artikel 32 KOSTEN BHV & EHBO-DIPLOMA De kosten en vervolgkosten voor werknemer die een BHV- en/of een EHBO-cursus volgt komen volledig voor rekening van werkgever. De noodzaak hiervoor wordt bepaald door werkgever en/of de dan geldende wetgeving.
14
BIJLAGE 1
LOONTABEL PER VIER WEKEN MET INGANG VAN 1 SEPTEMBER 2006 + 1 PROCENT Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 jaar
functiegroep 1 352,43 405,28 464,03 534,51 616,71 722,45 851,68 998,49 1.174,71
functiegroep 2 368,52 423,85 485,27 558,98 644,97 755,49 890,68 1.044,22 1.228,51
functiegroep 3
functiegroep 4
functiegroep 5
1.493,29
1.872,48
2.133,25
LOONTABEL PER VIER WEKEN MET INGANG VAN 1 SEPTEMBER 2007 + 1 PROCENT Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 jaar
functiegroep 1 WML WML WML WML WML WML WML WML WML
functiegroep 2 372,21 428,09 490,12 564,57 651,42 763,04 899,59 1.054,66 1.301,40
15
functiegroep 3
functiegroep 4
functiegroep 5
1.508,84
1.891,20
2.154,58