12-5-2011 CAO Artikel 4.9. 4.9. Muziekinstrumenten a.
De musicus is verplicht door de in dienst van de werkgever te bespelen en hen in eigendom toebehorende instrumenten van goede kwaliteit te doen zijn en in goede staat ter beschikking te hebben.
b.
De musicus dient - behoudens aantoonbare overmacht – zo spoedig mogelijk na een schadegeval aan zijn of haar instrument en/of strijkstok, zelf te zorgen voor een ander instrument en/of strijkstok.
c.
De musicus is verplicht de instrument(en) en/of strijkstok(ken) ter verzekering bij de werkgever aan te melden, alsmede eventuele wijzigingen. De kosten van de verzekering van de instrumen(ten) en strijkstok(ken), alsmede de taxaties, zijn voor rekening van de werkgever, met inachtneming van de in de financiële bijlage 2.1.opgenomen bepalingen.
d.
Indien een musicus zijn instrument(ten) en/of strijkstok(ken) reeds zelf heeft verzekerd en hij deze verzekering wil aanhouden, dan wordt hem een vergoeding verleend tot het bedrag dat de werkgever zou hebben betaald overeenkomstig het bepaalde in lid 2.1.1. en 2.1.3. van financiële bijlage 2.1. De musicus dient hiertoe de polis en het bewijs van premiebetaling binnen drie maanden na premiebetaling te overleggen.
BIJLAGE
2
2.1.
VERZEKERING VAN INSTRUMENTEN
2.1.1.
FINANCIËLE BIJLAGE
Algemeen Deze regeling is bestemd voor musici in dienst van het MCO: a. die een instrument en/of strijkstok van het MCO in bruikleen hebben. b. die hun instrument en/of strijkstok voor rekening van het MCO verzekerd hebben; c. die hun instrument en/of strijkstok voor eigen rekening verzekerd hebben via de collectieve instrumentenverzekering van het MCO;
2.1.2.
Voorwaarden a. Instrumenten sub 2.1.a. De eigen instrumenten van het MCO worden voor rekening van het MCO verzekerd. b. Instrumenten sub 2.1.b. Musici kunnen op kosten van de werkgever hun instrumenten en/of strijkstokken, alsmede bijbehorende foudraals en instrumentenkisten, laten verzekeren. Niet meer dan twee hoofdinstrumenten en niet meer dan twee bij-instrumenten van de werknemer zijn voor rekening van de werkgever steeds all-risk verzekerd, en wel als volgt: 1e hoofdinstrument voor maximaal de taxatiewaarde; 2e hoofdinstrument voor een taxatiewaarde van max. € 15.000,00 e 1 bij-instrument voor maximaal de taxatiewaarde van max. € 7.000,00 2e bij-instrument voor een taxatiewaarde van max. € 5.000,00 Niet meer dan drie strijkstokken van de musicus zijn voor rekening van de werkgever steeds all-risk verzekerd, en wel als volgt: 1e strijkstok voor maximaal de taxatiewaarde; 2e strijkstok voor een taxatiewaarde van max. € 5.000,00 3e strijkstok voor een taxatiewaarde van max. € 2.500,00 c. Instrumenten sub 2.1.c. Andere door de werknemer te gebruiken instrumenten en strijkstokken, voor zover niet vallend onder artikel 2.1.2.b., kunnen voor rekening van de musicus via de werkgever worden verzekerd.
2.1.3.
Taxatierapporten Tot een verzekering bedoeld in lid 2.1.1.b en c. wordt slechts overgegaan nadat door de betrokken musicus een mutatieformulier met taxatierapport van een door de verzekeraar erkend taxateur is overlegd. De taxatiekosten van de instrumenten vallend onder 2.1.2.b. komen voor rekening van de werkgever. Kosten gemaakt wegens hertaxatie in verband met aanpassing van de verzekerde waarde komen ten hoogste eenmaal per twee jaar ook voor rekening van de werkgever.
De (her)taxatiekosten van de instrumenten vallend onder 2.1.2.c. komen voor rekening van de musicus. Voor de lijst met de door de verzekeraar erkende taxateurs zie: MCO intranet: Personeel Financiële Zaken Verzekeringen Collectieve Instrumentenverzekering bij schadeformulier. 2.1.4.
Premies verzekering Het premiepercentage van de verzekering bedraagt 5,0%o per 1 januari 2011.
2.1.5.
‘Eigen-risico’-clausule Voor muziekinstrumenten en strijkstokken, genoemd in artikel 2.1.1. geldt een ‘eigen-risico’-clausule: a. b.
c. N.B. d.
e.
f.
2.1.6.
Er is een eigen risico van € 125,00 per gebeurtenis. Indien sprake is van een verwijtbare vorm van eigen schuld (zie Bedrijfsregeling K), dit ter beoordeling van de verzekeraar, geldt een eigen risico van € 1.500,00 per gebeurtenis en zal een eventuele waardevermindering welke onder deze polis wordt vergoed, zijn gemaximeerd tot 10% van de verzekerde waarde van het verzekerde object. Onder waardevermindering wordt in dit kader verstaan: Het verschil in waarde van het verzekerde instrument direct voor het schadeveroorzakende evenement en na de reparatie hiervan. In geval van verlies of diefstal zonder braaksporen geldt een eigen risico van € 1.500,00 per gebeurtenis. Indien de schade ontstaat tijdens het vervoer door of vanwege de werkgever, dan komt het bedrag aan eigen risico en/of de eventuele gemaximaliseerde waardevermindering, geheel voor rekening van de werkgever. Ontstaat de schade tijdens de uitoefening van de dienstbetrekking, dan komt het bedrag aan eigen risico voor de helft voor rekening van de werkgever en voor de ander helft voor rekening van de musicus. Het totaalbedrag aan eigen risico voor een schadegeval is gelijk aan het eigen risico dat door de verzekeraar wordt gehanteerd. Ontstaat de schade tijdens privé-gebruik, buiten het kader van de dienstbetrekking, dan komt het eigen risico en/of bij een verwijtbare vorm van eigen schuld het verhoogd eigen risco en/of een eventuele gemaximaliseerde waardevermindering geheel voor rekening van de werknemer.
Mutaties verzekerde muziekinstrumenten en/of strijkstokken Voor mutaties wat betreft aanmelding, hertaxatie, afvoeren of tijdelijke verzekering wordt verwezen naar het mutatieformulier, dat via het intranet te downloaden is. (MCO intranet: PersoneelFinanciële ZakenCollectieve Instrumentenverzekering)
2.1.7.
Schade-, verlies- of diefstalmelding Met betrekking tot de procedures bij schade, verlies of diefstal wordt verwezen naar betreffende Bedrijfsregeling K van de CAO.
2.1.8.
Continuering na pensionering De verzekering wordt na de pensionering van de werknemer en na beëindiging van het dienstverband wegens arbeidsongeschiktheid voor diens rekening voortgezet, indien de werknemer ten minste een maand van tevoren te kennen geeft op verlenging prijs te stellen. Bij schade komt het bedrag van “eigen-risico” geheel voor rekening van de werknemer.
2.1.9.
Continuering na overlijden Bij overlijden van een werknemer wordt aan de nabestaanden gedurende 6 maanden de mogelijkheid geboden de verzekering te continueren om deze vervolgens op eigen titel bij de MCO-verzekeraar ofwel een andere verzekeraar voort te zetten danwel te beëindigen. Uitbreiding van de verzekering of verhoging van de verzekerde waarde is gedurende deze periode niet mogelijk.
BEDRIJFSREGELING
2.
K
PROCEDURE MUZIEKINSTRUMENTENVERZEKERING BIJ SCHADE, VERLIES OF DIEFSTAL.
Algemeen Verzekeringsvoorwaarden: Zie voor de voorwaarden van de muziekinstrumentenverzekering de Bijlage 2.1. van de CAO. Verzekeraar: DSV Assurantiegroep BV, Postbus 26444, 1202 JJ Hilversum. e-mail:
[email protected]
3.
Voor wie: Deze regeling is bestemd voor: a. Musici die een instrument van het MCO in bruikleen hebben; b. Musici die hun instrumenten via het MCO verzekerd hebben;
4.
Dekkinggebied en dekkingsbeperking
De verzekering is van kracht tijdens transport en verblijf in de gehele wereld. De verzekering biedt geen dekking voor: a. Waardevermindering door geleidelijk werkende invloeden; b. Schade aan haren, snaren, trommelvellen en stokken tenzij er ook andersoortige c. 5.
schade aan het instrument is ontstaan; Schade bij elektrische muziekinstrumenten door kortsluiting, zelfverhitting, stroomlekken e.d.
Schade-, verlies- of diefstalmeldingen
a.
Musici die een instrument van het MCO in bruikleen hebben: Meldingen van schade, verlies of diefstal dienen zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 3x24 uur gedaan te worden aan de instrumentenbeheerder van het MCO of bij diens afwezigheid de verzekeraar door het inleveren van een schadeformulier muziekinstrumentenverzekering. In Nederland doet de instrumentenbeheerder aangifte bij de politie. In het buitenland doet de bruikleennemer zo snel mogelijk aangifte bij de politie.
b.
Musici die hun instrument en/of strijkstok verzekerd hebben via het MCO: Meldingen van schade, verlies of diefstal dienen zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 3x24 uur rechtstreeks gedaan te worden, door het inleveren van een schadeformulier muziekinstrumentenverzekering, bij de verzekeraar. Bij verlies of diefstal van een instrument of strijkstok dient zo snel mogelijk aangifte te worden gedaan bij de Politie. Voor het schadeformulier muziekinstrumentenverzekering met de lijst van de door de verzekeraar erkende reparateurs en taxateurs zie: MCO intranet: Personeel Financiële Zaken Verzekeringen Collectieve Instrumentenverzekering Schadeformulier
6.
Enkele polisvoorwaarden
a.
Taxaties en reparaties dienen te worden uitgevoerd bij de hiertoe door de verzekeraar aangewezen taxateurs en reparateurs, zoals vermeld bij het schadeformulier. Eerst na overleg met en goedkeuring van de verzekeraar is afwijking hiervan mogelijk.
b.
Zodra een rapport over de schade voor assuradeuren is opgesteld en hierop de toestemming van de verzekeraar werd verkregen, kan het instrument of de strijkstok worden gerepareerd, uitsluitend door een door de verzekeraar erkend reparateur naar keuze.
c.
Een eventuele schade kan tot vergoeding onder deze polis leiden, indien verzekerde de nodige zorgvuldigheid dan wel voldoende zorg ten aanzien van het verzekerde object heeft betracht. Onder zorgvuldigheid dan wel voldoende zorg wordt verstaan een schadeveroorzakend evenement door een omstandigheid die een zorgvuldig musicus niet heeft kunnen voorkomen en waarvan hij/zij de gevolgen niet heeft kunnen voorzien. Het niet in acht nemen van de nodige zorgvuldigheid dan wel voldoende zorg levert een verwijtbare vorm van eigen schuld op.
BEDRIJFSREGELING
L
REGLEMENT VOOR BRUIKLEENINSTRUMENTEN VAN HET MCO.
7.
Algemeen De musicus aan wie een muziekinstrument in bruikleen wordt gegeven, dient een bruikleenovereenkomst te ondertekenen. Door ondertekening verklaart de musicus, de bruikleennemer, het instrument in goede staat te hebben ontvangen en op de hoogte te zijn van de inhoud van dit reglement en de verzekeringsvoorwaarden zoals vastgelegd in de CAO bijlage en betreffende bedrijfsreglement.
8.
Voorwaarden a. De bruikleennemer wordt geacht het muziekinstrument uitsluitend te gebruiken ter vervulling van de dienstbetrekking bij het MCO. b. Het instrument blijft te allen tijde eigendom van het MCO. c. Aan het dienstverband bij het MCO kunnen geen rechten worden ontleend ten aanzien van het in bruikleen krijgen of houden van een instrument. d. Het is de bruikleennemer niet toegestaan het muziekinstrument in bruikleen te geven, te verhuren of uit te lenen aan derden of hiervan anderszins afstand te doen gedurende de bruikleentermijn. In incidentele gevallen mag het instrument wel ter beschikking gesteld worden aan MCO-collega’s. e. In incidentele gevallen, na verkregen toestemming van de instrumentbeheerder, mag het instrument gebruikt worden bij betaalde werkzaamheden buiten het MCO dienstverband.
9.
Toekenning De beslissing over het toekennen van een bruikleeninstrument aan een musicus ligt bij de manager van het orkest. Het MCO zal in eerste instantie de aanwezige instrumenten ter bruikleen aanbieden. Als deze instrumenten niet voldoen of niet geschikt zijn, onderzoekt de manager van het orkest de wenselijkheid van de aanschaf van een nieuw of ander instrument.
10.
Onderhoud a. De bruikleennemer wordt geacht het muziekinstrument zorgvuldig en op verantwoorde wijze te gebruiken en te onderhouden. b. Het onderhoud dient te geschieden door een door het MCO erkende reparateur en te worden uitgevoerd op de door de fabrikant of bouwer voorgeschreven wijze. Eerst na overleg met en goedkeuring van de instrumentenbeheerder is afwijking hiervan mogelijk. c. Een opdracht tot het uitvoeren van onderhouds- en/of reparatiewerkzaamheden tot € 250,- per keer kan de bruikleennemer zelf geven. Dit dient gemeld te worden aan de instrumentenbeheerder. d. Een opdracht tot het uitvoeren van onderhouds- en/of reparatiewerkzaamheden boven € 250,- per keer kan uitsluitend worden gegeven na toestemming van de instrumentenbeheerder. e. Eventuele kosten voor onderhoud of reparatie komen voor rekening van het MCO onder overhandiging van gewaarmerkte nota’s. f. N.B. Rietblazers met een bruikleeninstrument van het MCO hebben recht op een vergoeding voor rieten zoals beschreven is in bijlage 02.2 van de CAO.
11.
Bruikleencontrole
a.
De bruikleennemer is gehouden het instrument ieder jaar, na oproep door de instrumentenbeheerder, te tonen. Wanneer na herhaalde oproep de bruikleennemer in gebreke blijft van deze bepaling, vindt een inhouding op het salaris plaats van € 100,- per maand.
b.
Daarnaast stuurt de instrumentenbeheerder eenmaal per kalenderjaar een opgave aan de bruikleennemer, met daarop de bruikleeninstrumenten. De bruikleennemer stuurt deze met eventuele correcties, ondertekend retour.
12.
Verzekering Het instrument wordt door het MCO verzekerd. Voor de voorwaarden, het ‘eigen risico’ en de eventuele waardevermindering wordt verwezen naar de Bijlage 2.1 van de CAO en de bedrijfsregeling K van de CAO ‘Procedure muziekinstrumenten bij schade, verlies of diefstal’.
13.
Melden schade, verlies of diefstal Met betrekking tot de procedures bij schade, verlies of diefstal wordt verwezen naar betreffende Bedrijfsregeling K van de CAO.
14.
Schade Als aanvulling op de verzekeringsvoorwaarden geldt dat bij bruikleeninstrumenten onder het niet in acht nemen van de nodige zorgvuldigheid, dan wel voldoende zorg bij gebruik of onderhoud ook wordt beschouwd, wat een een verwijtbare vorm van eigen schuld oplevert.: a. Nalatigheid om het nodige te doen ter vermindering of beperking van schade en slijtage, waaronder het niet gebruiken van een koffer of hoes na beëindiging van de muziekactiviteiten. b. Het muziekinstrument onbeheerd achterlaten in een niet deugdelijk afgesloten ruimte of in een al dan niet afgesloten vervoermiddel.
15.
Aansprakelijkheid a. Bij vervreemding van het instrument is de bruikleennemer gehouden om de dagwaarde van het bruikleeninstrument aan het MCO te vergoeden. b. De waarde van het gebruik van muziekinstrumenten, uitgaande van het in dit reglement genoemde zakelijk, MCO gerelateerd gebruik, kan op basis van de huidige fiscale wetgeving (NL) op nihil worden gesteld. Eventuele fiscale gevolgen die ontstaan doordat de bruiklener zich niet houdt aan de in dit reglement gestelde voorwaarden, zijn volledig voor rekening van de bruiklener.
16.
Beëindiging gebruik Bij beëindiging van het dienstverband of bij het betrekken van een andere functie binnen het MCO, wordt de bruikleen van het instrument beëindigd en dient het instrument, met alle toebehoren, zo spoedig mogelijk ingeleverd te worden bij de instrumentenbeheerder. Onverminderd het hiervoor gestelde, kan het MCO te allen tijde de individuele toekenning van het muziekinstrument door middel van schriftelijke opzegging beëindigen. De bruikleennemer kan de bruikleen op ieder moment beëindigen, waarna hij een verklaring van beëindiging krijgt van het MCO.
Slotbepaling Bij geschilpunten over de bruikleen van een instrument waarin dit reglement niet voorziet, beslist de directie van het MCO. Alle eerdere regelingen en afspraken, behoudens de in de CAO genoemde bepalingen, komen hiermee te vervallen. Dit reglement geldt vanaf d.d.
en is vastgesteld in het overleg met de Ondernemingsraad.