Jaar: 2010
Nummer: 30 Besluit: B&W 30 maart 2010
Gemeenteblad
RICHTLIJN NR. B101 DUURZAME GEBRUIKSGOEDEREN EN INRICHTINGSKOSTEN
Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 35 eerste lid Wet werk en bijstand (WWB) Besluit: Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B101 Duurzame gebruiksgoederen en inrichtingskosten Artikel I
Richtlijn nr. B101 wordt als volgt ingevuld: Omschrijving kosten De kosten van duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten. Voorbeelden hiervan zijn: wasmachine, koelkast, huisraad en vloerbedekking. Voorliggende voorzieningen Een lening van een commerciële bank of de Stadsbank Midden Nederland (SMN). De kredietbank verstrekt leningen ongeacht de leeftijd van de aanvrager, echter vanaf 70 jaar zal vrijwel altijd een borgstelling worden verlangd. In sommige gevallen kan de Wet maatschappelijke ondersteuning een voorliggende voorziening zijn. Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarin vloerbedekking moet worden vervangen omdat de belanghebbende last heeft gekregen van COPD. Recht op bijzondere bijstand De kosten van duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten behoren tot de incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Deze kunnen worden voldaan uit een inkomen ter hoogte van de toepasselijke uitkering algemene bijstand door middel van reservering dan wel gespreide betaling achteraf. Dit betekent dat er in beginsel geen bijstandsverlening mogelijk is voor deze kosten. Alleen indien er sprake is van bijzondere omstandigheden in het individuele geval kan er van deze regel worden afgeweken. Indien de betreffende kosten voorzienbaar waren, versterkt dit het argument dat belanghebbende wordt geacht hiervoor te reserveren. De volgende omstandigheden kunnen volgens de CRvB niet als bijzonder worden aangemerkt:
Gemeenteblad van Helmond
blz. 1
- Het ontbreken van (voldoende) reserveringsruimte, in verband met aanwezige schulden en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichtingen aan de GSD. Het gaat immers niet aan om schulden, dan wel het ontbreken van (voldoende) reserveringsruimte als gevolg daarvan, op de WWB af te wentelen. Zie CRvB 16-03-1999, nr. 97/11553 ABW en CRvB 2-11-1999, nr. 98/973 NABW. - Het feit dat eerder bijzondere bijstand is toegekend voor de kosten van een kinderbedje. Zie CRvB 16-03-1999, nr. 97/11553 ABW. De volgende omstandigheid kan mogelijk wel als bijzonder worden aangemerkt: - Er bestaat een medische noodzaak voor het maken van de kosten. - Ook kan als bijzondere omstandigheid gelden voor het niet kunnen reserveren omdat het eerder genoten inkomen, gezien de omstandigheden, onvoldoende reservering toeliet: de overgang van de ROA-woning naar een zelfstandig huisvesting omdat voorheen genoten ROA-uitkering vaak onvoldoende ruimte voor reservering zal hebben geboden. Hoogte bijzondere bijstand Bepaal de hoogte van de te verstrekken bijzondere bijstand aan de hand van de volgende richtprijzen: 1.
Woonkamer
Bergmeubel
€
895,00
Tafel
€
206,00
Stoel per stuk
€
72,00
Salontafel
€
115,00
Zitcombinatie/bankstel
€ 1.044,00
Lamp per stuk
€
20,00
Kookfornuis
€
378,00
Koelkast
€
435,00
Wasautomaat
€
608,00
Stofzuiger
€
121,00
Keukeninventaris (incl. pannen)
€
193,00
Bestek t.b.v. 8 personen
€
96,00
Servies en glas
€
126,00
Werk-, was- en strijkmiddelen (incl. trap)
€
141,00
- 1-persoons
€
188,00
- 2-persoons
€
555,00
€
114,00
Eethoek
2.
3.
Keuken
Slaapkamers
Bed
Matras - 1-persoons
Gemeenteblad van Helmond
blz. 2
- 2-persoons
€
188,00
- 1-persoons
€
112,00
- 2-persoons
€
170,00
Kussen
€
17,25
€
112,00
Woonkamer - per meter (incl. maakloon en rails)
€
21,25
Andere ruimten - per meter
€
12,75
Vitrage – per meter
€
12,75
Behang – per rol
€
10,50
Muurverf - per 5 liter
€
30,50
Houtverf – per liter
€
14,75
- kamerbewoner
€
1.527,00
- zelfstandig gehuisvest
€
2.935,00
- 2 personen (echtpaar of ouder met kind)
€
4.927,00
- per extra kind
€
743,00
Maximum totaalbedrag per gezin
€
7.152,00
Dekbed en 2 overtrekken
4.
Vloerbedekking
per meter - 4 meter breed
5.
6.
Gordijnen
Opknapbeurt
Voor ontbrekende prijzen zie Prijzengids NIBUD 7.
Maximale totaalvergoeding
Alleenstaande
Gezin
Indien de belanghebbende de kosten van de betreffende goederen niet kan voldoen uit de bijstand ter hoogte van de richtprijzen is het nodig om hiervan af te wijken. Een en ander zal uit een nader onderzoek moeten blijken en is gebaseerd op rechtbankjurisprudentie inzake het gebruik van richtprijzen. Vorm en betaling bijzondere bijstand Verleen de bijzondere bijstand in de vorm een geldlening. Alleen wanneer er sprake is van zeer bijzondere omstandigheden, is het mogelijk om de bijzondere bijstand om niet te verstrekken. Zie over bijstand in de vorm van een geldlening en borgtocht ook paragraaf B9.3. Betaal de toegekende bijzondere bijstand zo mogelijk geheel of gedeeltelijk direct aan de leverancier van de goederen. Dit om te voorkomen dat de bijstand aan andere zaken wordt besteedt of dat het
Gemeenteblad van Helmond
blz. 3
een negatief banksaldo aanvult zonder dat de belanghebbende de bijstand ter bestrijding van de bijzondere kosten kan aanwenden. Aan de bijstand verbonden verplichtingen Verbind indien nodig een of meer van de volgende verplichtingen aan de toe te kennen bijzondere bijstand: - De verplichting om uit de toegekende bijzondere bijstand de betreffende kosten te voldoen. - De verplichting om betalingsbewijzen te overleggen. - Specifieke verplichtingen in verband met het feit dat de bijstand wordt verleend in de vorm van een geldlening of borgtocht (zie paragraaf B9.3 onder het kopje "Verplichtingen", onderdeel 9). Draagkracht De draagkracht bedraagt in beginsel 100% van het in aanmerking te nemen inkomen (zie ook paragraaf B7.3). Drempelbedrag Bepaal het drempelbedrag conform de hoofdregel (zie paragraaf B7.3) Aangepast bed Met een aangepast bed wordt bedoeld een aan hoofd- en voeteneinde verstelbare (senioren-)bedden. 1.
Voor zelfstandig wonenden. De kosten zijn uitsluitend (bijzonder) noodzakelijk indien een aangepast bed medisch noodzakelijk is. De voorliggende voorziening, beperkt tot bedlegerigheid, is het ziekenfonds. Indien er sprake is van een medische noodzaak, zonder dat sprake is van (volstrekte) bedlegerigheid, kan bijzondere bijstand zijn aangewezen. Hiermee wordt als volgt omgegaan: - Een advies van Argonaut wordt alleen gevraagd als de medische noodzaak niet al duidelijk is, bijvoorbeeld aan de hand van een Wmo-voorziening of een verklaring van de specialist (niet: de huisarts) - Bijzondere bijstand in de kosten van het medisch noodzakelijke aangepaste bed wordt als bijstand om niet verstrekt.
2.
Voor ouderen in een verzorgingshuis. Uitgangspunt: bij opname geldt een seniorenbed als algemeen noodzakelijk. Opname is in de regel voorzienbaar, zodat men kan reserveren. Dus: geen extra bijstand. Indien individualiserend bijstand wordt verstrekt, is dat in beginsel leenbijstand.
3.
Hoogte van de bijstand Voor de hoogte van een aangepast/verstelbaar seniorenbed gelden de volgende richtprijzen:
Gemeenteblad van Helmond
blz. 4
- 1-persoons: € 1.032,00 - 2-persoons: € 2.061,00 Artikel II
De invulling van deze gewijzigde richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad en werkt terug tot en met 1 januari 2010. Met ingang van deze datum wordt de eerder op 21 april 2009 vastgestelde richtlijn ingetrokken. Besloten in de vergadering van 30 maart 2010.
Burgemeester en wethouders van Helmond De burgemeester,
De secretaris,
Drs. A.A.M. Jacobs.
Dhr. A.A.M. Marneffe R.A.
Bekend gemaakt op: 31 maart 2010 De secretaris, Dhr. A.A.M. Marneffe R.A.
Gemeenteblad van Helmond
blz. 5
Toelichting:
In deze richtlijn wordt het beleid aangegeven inzake het verstrekken van bijzondere bijstand voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten. Deze richtlijn is in het handboek WWB te vinden in: paragraaf B7.17 onderdeel 4. Overwegingen
De juridische grondslag voor het recht op bijzondere bijstand voor inrichtingskosten is gelegen in artikel 35 lid 1 WWB. Bijzondere bijstand kan worden verstrekt ter vergoeding van (bijzondere) kosten in het individuele geval die naar het oordeel van het college niet betaald kunnen worden uit de algemene bijstand (of een daarmee in hoogte vergelijkbaar inkomen), de langdurigheidstoeslag of de bij belanghebbende aanwezige draagkracht. Daarnaast geldt dat geen recht op bijzondere bijstand bestaat voor zover een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening (artikel 15 lid 1 WWB). Voor inrichtingskosten zal in sommige gevallen de Wmo als een voorliggende voorziening zijn aan te merken. In het geval de inrichtingskosten duurzame gebruiksgoederen betreffen is een lening bij een commerciële bank of GKB als voorliggende voorziening te beschouwen.
Voor de beantwoording van de vraag of er recht bestaat op bijzondere bijstand zullen daarom telkens in het individuele geval de volgende vier vragen beantwoord moeten worden (CRvB 28-05-2002, nr. 99/6309 NABW).
1.
Betreft het (aantoonbare) noodzakelijke kosten van het bestaan? Inrichting van een woning kan als noodzakelijk worden gezien. Het college mag daarbij geen onderscheid maken naar categorieën van belanghebbende voor wie woninginrichting wel en voor wie woninginrichting niet noodzakelijk wordt geacht (zie CRvB 28-09-1999, nr. 98/8862 NABW). Of bepaalde kosten van woninginrichting in een concreet geval noodzakelijk zijn hangt af de omstandigheden van belanghebbende. Het college kan uitgaan van de goedkoopst adequate voorziening. Van belanghebbende mag verwacht worden dat hij, om de noodzaak van de kosten te kunnen aantonen, te vervangen duurzame gebruiksgoederen laat controleren door het college (zie CRvB 01-062004, nr. 02/1001 NABW).
2.
Betreft het kosten waarin wordt voorzien? De kosten van de aanschaf, vervanging of reparatie van duurzame gebruiksgoederen moeten worden gezien als algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan, welke in beginsel uit de bijstandsnorm dienen te worden bestreden, door reservering of gespreide betaling achteraf (zie TK 2002-2003, 28 870, nr. 3, p.74-75 en CRvB 25-04-2006, nr. 05/922 NABW). Overige inrichtingskosten zijn te beschouwen als incidenteel voorkomende noodzakelijke kosten van het bestaan, welke ook in beginsel
Gemeenteblad van Helmond
blz. 6
uit de bijstandsnorm dienen te worden bestreden, door reservering of gespreide betaling achteraf (zie CRvB 13-06-2006, nr. 05/4554 WWB). De bijstandsnorm is bedoeld ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan met inbegrip van de component reservering en wordt daarvoor in beginsel toereikend geacht. Toch kan de financiële positie van mensen die langdurig op een minimum inkomen zijn aangewezen onder druk komen te staan als er na verloop van tijd geen enkel perspectief lijkt te zijn om door inkomen uit arbeid het inkomen te verhogen. Dat is ook de reden dat personen van 65 jaar en ouder én personen jonger dan 65 jaar zonder perspectief op arbeid een hogere norm hebben (artikel 22 WWB of langdurigheidstoeslag op grond van artikel 36 WWB). Evenals de hogere norm voor personen van 65 jaar en ouder is ook de langdurigheidstoeslag dan ook niet gerelateerd aan bepaalde kosten. Het betreft dus een generieke inkomensondersteunende maatregel die, evenals de bijstandsnormen, op landelijk niveau is geregeld. 3.
Is er sprake van bijzondere omstandigheden? Bij inrichtingskosten zou een bijzondere omstandigheid gelegen kunnen zijn in de situatie dat belanghebbende niet in de gelegenheid is geweest om te reserveren. Langdurig aangewezen zijn op een inkomen op bijstandsniveau zet de financiële positie van belanghebbende onder druk waardoor er aanleiding kan zijn om te veronderstellen dat de reserveringsmogelijkheden na verloop van tijd nog maar zeer beperkt aanwezig zijn. Het ontvangen van een langdurigheidstoeslag kan daar (weer) verandering in brengen. Het ontbreken van reserveringsruimte, in verband met aanwezige schulden en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichtingen, is overigens niet voldoende om bijzondere omstandigheden aan te nemen. Het gaat immers niet aan om schulden, dan wel het ontbreken van (voldoende) reserveringsruimte als gevolg daarvan, op de WWB af te wentelen (zie CRvB 2-11-1999, nr. 98/973 NABW).
4.
Kunnen de kosten worden voldaan uit de aanwezige draagkracht? (middelentoets) Zie voor de draagkrachtregels paragraaf B7.3 onderdeel 2 en paragraaf B7.3 onderdeel 3 van het handboek WWB en de daarin opgenomen richtlijnen B137 en B063.
Artikel 51 lid 1 WWB bepaalt dat bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen gegeven kan worden in de vorm van een geldlening, borgtocht of als een bedrag om niet. Uit het duurzame karakter van deze gebruiksgoederen leidt de CRvB af dat bijstand in de vorm van een lening of borgtocht de voorkeur geniet boven bijstand om niet. Zie bijvoorbeeld CRvB 03-09-2002, nr. 99/4518 NABW en CRvB 05-11-2002, nr. 00/3303 NABW. Eerst wanneer er voor belanghebbende feitelijk geen mogelijkheden bestaan om te lenen of de lening terug te betalen, is bijstand om niet de aangewezen vorm. Dat belanghebbende vanwege het aflossen op de lening geen reserveringscapaciteit meer zal hebben is daarbij geen reden om de bijstand om niet te verstrekken (zie CRvB 05-07-2005, nr. 03/3568 NABW). Bijstand voor inrichtingskosten welke niet
Gemeenteblad van Helmond
blz. 7
zien op duurzame gebruiksgoederen (bijvoorbeeld verf) dient in beginsel volgens de hoofdregel van artikel 48 lid 1 WWB om niet gegeven te worden (zie CRvB 14-05-2002, nrs. 99/3810 en 01/5052 NABW en CRvB 17-02-2004, nr. 01/5559 NABW).
Het college moet zich er wel van vergewissen dat de gehanteerde richtprijzen in het concrete geval een reëel bedrag aan bijstand oplevert. Zie over het gebruik van richtprijzen verder paragraaf B7.3 onderdeel 6.2 van het handboek WWB.
Gemeenteblad van Helmond
blz. 8