bulletin WEA Nieuwsbrief mei 2014 nummer 2
Erven zonder zorgen Gevolgen modernisering Ziektewet WEA Audit geeft antwoord
pagina 2 pagina 3 pagina 4
Hervormingen arbeidsmarkt in aantocht Nieuwe regels voor ontslag, meer en sneller zekerheid voor werknemers met flexibele contracten en een stapsgewijze verkorting van de ww. Dit zijn in een notendop de belangrijkste hervormingen voor de arbeidsmarkt, waarmee de Tweede Kamer inmiddels heeft ingestemd. De meeste maatregelen zullen hoogstwaarschijnlijk pas ingaan op 1 juli 2015 of later. Werkt u echter veel met tijdelijke contracten, houdt dan alvast rekening met enkele wijzigingen per 1 juli 2014. De Eerste Kamer moet dan wel de komende weken instemmen met de hervormingsplannen.
Wijzigingen per 1 juli 2014 in tijdelijke contracten Vanaf 1 juli 2014 is het uit den boze om in tijdelijke contracten van zes maanden of minder een proeftijd op te nemen. Ook in een aansluitend contract mag geen proeftijd worden opgenomen. Een concurrentiebeding in een tijdelijk contract is alleen nog mogelijk in bijzondere omstandigheden. Denk bijvoorbeeld aan zwaarwichtige bedrijfs- of dienstbelangen die een dergelijk beding vereisen. Deze zwaarwichtige belangen moet u dan wel schriftelijk motiveren. Zonder deze motivatie is het concurrentiebeding
namelijk niet geldig. Heeft uw werknemer een tijdelijk contract van zes maanden of langer dat automatisch eindigt? U moet dan uiterlijk één maand voor het einde van het arbeidscontract de werknemer schriftelijk informeren of u het contract al dan niet wenst voort te zetten. Doet u dit niet, dan is de sanctie één maandsalaris.
Let op! De nieuwe regels gelden alleen voor tijdelijke arbeidscontracten die op of na 1 juli 2014 zijn afgesloten. Is er op die datum een cao van toepassing, dan blijven de (afwijkende) regels uit die Lees verder op volgende pagina >
bulletin
WEA Nieuwsbrief mei 2014 nummer 2
Erven zonder zorgen De tijd dat een erfenis automatisch een meevaller betekent, is voorbij. Steeds vaker zijn er schulden, is er nog een flinke hypotheek en blijkt het geërfde huis onverkoopbaar. De verwachte meevaller blijkt zo een fikse tegenvaller. In het ergste geval moet u de schulden van de overledene uit eigen zak betalen. Er is echter een manier om dat te voorkomen.
Vervolg van pagina 1 cao gelden totdat deze afloopt of tot uiterlijk 1 januari 2016. De nieuwe regels voor het opnemen van een concurrentiebeding hebben wel onmiddellijke werking.
Wijziging in ketenregeling Met ingang van 1 juli 2015 kunnen werknemers met tijdelijke contracten niet na drie jaar, zoals nu, maar al na twee jaar aanspraak maken op een vast contract. Het is nog wel mogelijk om drie tijdelijke contracten aan te bieden. De periode tussen twee contracten om de keten te doorbreken, wordt echter zes maanden in plaats van drie maanden.
Nieuwe ontslagregels per 1 juli 2015 Als werkgever kunt u bij ontslag nu nog kiezen tussen twee routes: ontslag via het UWV of via de kantonrechter. Vanaf 1 juli 2015 is er nog slechts één ontslagroute en die is afhankelijk van de reden van ontslag. Bedrijfsecono misch ontslag en ontslag door langdurige arbeidsongeschiktheid lopen dan via het UWV. Ontbinding van het arbeidscontract om andere redenen gaat via de kantonrechter. Het blijft mogelijk om samen met uw werknemer schriftelijk een beëindigingsovereenkomst te sluiten. De werknemer heeft daarna veertien dagen bedenktijd. U moet uw werknemer op deze bedenktijd wijzen.
Tip: De ontslagroute is alleen verplicht als de werknemer niet schriftelijk instemt met zijn ontslag.
Van ontslagvergoeding naar transitievergoeding De huidige ontslagvergoeding maakt per 1 juli 2015 plaats voor een transitievergoeding. De werknemer heeft recht op de vergoeding wanneer hij twee jaar of langer bij u heeft gewerkt. Hij moet de door u betaalde vergoeding gebruiken voor bijvoorbeeld scholing of de overstap naar een andere baan. De transitievergoeding is afhankelijk van het aantal jaren dat de werknemer bij u in dienst is geweest en bedraagt maximaal € 75.000 of een jaarsalaris als de werknemer meer verdient dan € 75.000.
Let op! Voor kleine bedrijven met minder dan 25 werknemers komt er een overgangstermijn. Zij mogen tot 2020 een lagere vergoeding betalen als zij personeel om bedrijfseconomische redenen gedwongen moeten ontslaan.
Aanpassing duur ww De maximale duur van de ww bij werkloosheid wordt van 1 januari 2016 tot 2019 stapje voor stapje teruggebracht van 38 naar 24 maanden. In de cao kunnen werkgevers en werknemers afspraken maken om de ww-uitkeringen na 24 maanden – tot 38 maanden – zelf te betalen.
Aanvaarden of verwerpen Wanneer iemand overlijdt, laat hij bezittingen en mogelijk ook schulden na. Ontvangt u een erfenis, dan heeft u drie mogelijkheden: • U accepteert de nalatenschap. Dit heet ook wel het zuiver aanvaarden van de nalatenschap. U kunt hiervoor een verklaring van zuivere aanvaarding ondertekenen. Maar let op! Als u zich als erfgenaam gedraagt (u neemt bijvoorbeeld spullen mee uit het huis van de overledene of u betaalt nog openstaande rekeningen), dan heeft u de nalatenschap al automatisch zuiver aanvaard! • U aanvaardt de nalatenschap beneficiair. Dit heet ook wel het aanvaarden onder het voorrecht van boedelbeschrijving. • U verwerpt (weigert) de nalatenschap. U ontvangt dan niets uit de erfenis, maar u bent ook niet aansprakelijk voor schulden. Tip: U heeft tot drie maanden na het overlijden de tijd om een keuze te maken of u de nalatenschap (beneficiair) aanvaardt of verwerpt. Wilt u deze ‘termijn van beraad’ benutten, verricht dan geen handelingen van zuivere aanvaarding.
Risico van zuiver aanvaarden Heeft u de nalatenschap als erfgenaam al dan niet bewust zuiver aanvaard, dan verkrijgt u samen met de eventuele andere erfgenamen alle goederen en schulden uit de erfenis. Zijn er meer schulden dan bezittingen, dan moet u dus uit uw eigen vermogen de overgebleven schulden voldoen. Houdt er ook Lees verder op volgende pagina >
2
bulletin
Gevolgen modernisering Ziektewet uitgelicht Per 1 januari 2013 is de modernisering van de Ziektewet in werking getreden. De financiële gevolgen van deze modernisering zijn vanaf 1 januari 2014 in werking getreden. Als werkgever krijgt u te maken met hogere kosten als werknemers met een tijdelijk dienstverband ziek uit dienst gaan. Omdat in de praktijk de werking van de moderne Ziektewet niet altijd even duidelijk is, hebben we de veranderingen voor u in kaart gebracht.
Vervolg van pagina 2 rekening mee dat de vaste lasten van het huis van de overledene moeten worden doorbetaald. Denk bijvoorbeeld aan de hypotheekrente, hypotheekaflossing en de rekeningen voor gas, water en licht. Tip: Er is een wetsvoorstel in de maak om erfgenamen extra te beschermen tegen onverwachte schulden uit een erfenis. Een onverwachte schuld is een schuld die u niet kende en ook niet behoorde te kennen toen u de nalatenschap zuiver aanvaardde. Een hypotheekschuld valt daar in ieder geval niet onder. Aan het zuiver aanvaarden kleven dus nogal wat risico’s. Vermoedt u een negatieve nalatenschap, dan kunt u deze natuurlijk verwerpen. Als u echter verwerpt, dan kan het zijn dat uw kinderen erfgenaam worden. Uw kinderen zullen dan op hun beurt de nalatenschap ook moeten verwerpen.
Beneficiair aanvaarden voorkomt problemen Er is eigenlijk maar één manier om te voorkomen dat u met uw privévermogen aansprakelijk wordt voor de schulden van de overledene: het beneficiair aanvaarden van de erfenis. Bij beneficiaire aanvaarding verkrijgt u namelijk alleen de goederen (bezittingen) van de nalatenschap die zijn overgebleven na aftrek van de schulden. Zijn de schulden groter dan de bezittingen? Dan bent u voor het gedeelte van de schulden die groter zijn dan de bezittingen niet aansprakelijk.
Hogere premie Door de modernisering van de Ziekte wet draagt u vanaf 1 januari 2014 meer bij aan uitkeringen vanuit de Ziektewet aan flexwerkers (vangnetters). Flex werkers zijn in dit verband werknemers die: • ziek worden en een fictieve dienstbetrekking hebben, zoals thuiswerkers en provisiewerkers; • binnen 4 weken (28 dagen) na het einde van de dienstbetrekking ziek worden. Dit valt onder de nawerking; • een (tijdelijk) dienstverband hebben en ziek uit dienst gaan. Vanaf 1 januari 2014 bestaat de gedifferentieerde premieWerkhervattingskas (Whk) uit de volgende drie onderdelen: • premiedeel WGA voor vaste dienstbetrekkingen (WGA-vast); • premiedeel WGA voor flexibele dienstbetrekkingen (WGA-flex); • premiedeel ZW voor flexibele dienstbetrekkingen (ZW-flex). De gedifferentieerde premie WGA is vanaf 1 januari 2014 opgegaan in de gedifferentieerde premie Werkhervat tingskas (Whk). Let op! Vanaf 2016 zullen de WGA-vast en de WGA-flex worden samengevoegd. Voor het vaststellen van de hoogte van de gedifferentieerde premie Whk is het van belang of u een kleine, grote of middelgrote werkgever bent. U bent in
2014 een kleine werkgever wanneer uw premieloon in 2012 maximaal € 307.000 was. Van een grote werkgever is in 2014 sprake bij een premieloon in 2012 van meer dan € 3.070.000 en een middelgrote werkgever zit tussen beide in. Een kleine werkgever betaalt een sectorpremie, een middelgrote werkgever een sectorpremie en een individuele premie en een grote werkgever alleen een individuele premie. Bij middelgrote en grote werkgevers speelt voor de hoogte van de premie daarom ook het aantal (ex-)werknemers die in 2012 een ZW-uitkering of een WGA-uitkering hadden, een rol.
Volg uw zieke werknemers De premie kan dus deels afhankelijk zijn van het arbeidsongeschiktheidsrisico in uw onderneming. Door de modernisering van de Ziektewet is het nog belangrijker om aan ‘schadebeheersing’ te doen. Zorg dat uw Ziektewet- en WIA-administratie op orde is en dat u weet welke werknemers ziek uit dienst zijn gegaan of kort daarna ziek zijn geworden. Wordt een werknemer na de dienstbetrekking bij u binnen 28 dagen ziek, dan is sprake van nawerking, waardoor u op termijn wellicht een hogere gedifferentieerde premie Whk moet betalen. Tip: Wellicht kunt u, als de dienstbetrekking eindigt, samen met uw (ex-)werknemer direct een ww-uitkering aanvragen. Zo voorkomt u het risico van nawerking. Lees verder op pagina 6 > 3
WEA Nieuwsbrief mei 2014 nummer 2
WEA Audit geeft antwoord op controlevragen
Zoals wellicht bekend stelt ons Burgerlijk Wetboek dat rechtspersonen (o.a. B.V.’s) boven een bepaalde omvang gecontroleerd moeten worden. We noemen dat de wettelijke controleplicht. WEA heeft sinds de invoering van de Wet Toezicht Accountantsorganisaties in 2006 een eigen controlepraktijk: WEA Audit. Hierdoor kunnen controles kwalitatief goed en volgens de wettelijke minimale werkzaamheden en controlestandaarden worden uitgevoerd. Een kijkje in de keuken.
de accountant voldoende controlewerkzaamheden verrichten om tot een oordeel te kunnen komen. De planning van die werkzaamheden, de risicoanalyse, de uitvoering en de evaluatie van de bevindingen moeten voldoen aan de controlestandaarden. Die liggen vast in een meer dan 1000 pagina’s tellend boek.
Wettelijke controleopdracht Mark van Doorne van WEA Audit: ‘Bij rechtspersonen, zoals de B.V. heeft de wetgever de belangen van anderen in de maatschappij, zoals werknemers en crediteuren, willen beschermen. Voor deze wettelijke controleplicht is de grens een omzet van € 8,8 miljoen, een balanstotaal van € 4,4 miljoen en 50 FTE’s (vaste medewerkers). Als twee jaar achtereen aan twee van deze drie criteria wordt voldaan, dan is de B.V. controleplichtig over dat tweede jaar. De criteria gelden voor het totaal van een groep B.V.’s. Bij een controleopdracht hoort een controleverklaring, waarin zekerheid wordt verschaft over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en moet
4
Momenteel is er Europees een aanpassing van de wetgeving in voorbereiding waarbij de grenzen voor controleplicht mogelijk worden opgetrokken. Er wordt gesproken over maximale grenzen van € 12 miljoen omzet en € 6 miljoen balanstotaal. Op dit moment is dit echter nog niet definitief en die grenzen zouden vervolgens pas gaan gelden als die vanuit de betreffende 4e Europese Richtlijn in de Nederlandse wetgeving zijn overgenomen”.
Samenstelopdracht en vrijwillige controleopdracht “Naast de controleopdracht kennen we binnen de dienstverlening van WEA de samenstelopdracht”, geeft Mark van Doorne aan. “Voor kleine ondernemingen voldoet een samenstelopdracht meestal. Voor zo een opdracht is uiter-
aard ook een voorschrift opgesteld. Die telt echter slechts vijf pagina’s met voorgeschreven werkzaamheden en vastleggingen. Een controle-opdracht is daarom altijd duurder dan een samenstelopdracht en vrijwel geen enkele MKB-klant zit in deze tijden te wachten op kostenverhoging. Vaak is er maar één aandeelhouder, die zelf de directie voert en bovenop zijn bedrijfsvoering zit. Deze aandeelhouder (DGA) heeft geen formele accountantscontrole nodig om te weten dat de jaarrekening het juiste beeld geeft van hoe de zaken gaan. Om deze reden wordt door onze klanten slechts in uitzonderlijke gevallen vrijwillig om een controle van de jaarrekening gevraagd. Soms wordt een accountantscontrole door de statuten voorgeschreven of eist de bank of een subsidieverstrekker dat er een controleopdracht door de accountant wordt uitgevoerd. Dat noemen wij dan als tegenhanger van de wettelijke controle, een vrijwillige controle”.
Controleplicht “Indien een wettelijk controleplichtige BV de jaarrekening niet laat controleren, kan de opgemaakte jaarrekening niet vastgesteld worden door de alge-
bulletin
mene vergadering van aandeelhouders. Als ze dat toch doen is dit besluit nietig. Dit geldt dan ook voor eventuele dividendbesluiten en uitkeringen. Het bestuur van de B.V. is hoofdelijk aansprakelijk, als door een dividenduitkering een tekort ontstaat. Het mag voor zich spreken dat curatoren hier met verhoogde interesse naar kijken en het niet nalaten om de bestuurder aansprakelijk te stellen als deze steken heeft laten vallen. De positie van een curator wordt door omkering van de bewijslast sterker als het bestuur haar administratieve verplichtingen niet is nagekomen. De bestuurder zal dan bij een eventueel faillissement zelf moeten bewijzen dat het niet te wijten is aan zijn/haar doen of nalaten. Als die bewijsvoering niet lukt dan zal de bestuurder voor meer dan alleen de dividenduitkering aansprakelijk gesteld kunnen worden. Daarnaast is het een economisch delict, waarop een geldboete staat en ook gevangenisstraf als sanctie genoemd staat in de Wet op de economische delicten”, aldus Mark van Doorne.
Eigen succesvolle controlepraktijk Mark van Doorne: “Als u controleplichtig bent, dan zit u bij WEA op de goede plaats. Vanuit onze eigen controlepraktijk voeren wij, met gebruikmaking van het goed doordachte softwarepakket Audit Navigator, een effectieve risico-
gerichte controle uit. Daarnaast werken we uitsluitend met hooggeschoolde medewerkers met veel ervaring, die plezier in het controlewerk hebben. Mede daardoor is het aantal controleklanten in de periode 2006 tot en met 2013 meer dan verdubbeld. Ook melden andere accountantskantoren zich bij WEA Audit om voor hen de controleopdrachten uit te voeren.“ “De meeste klanten begrijpen goed dat de rol van een controleur anders is dan die van een adviseur“, vervolgt Mark
van Doorne. “Klanten snappen goed dat er een controledossier moet zijn dat aan de wettelijke eisen voldoet en een kwaliteitstoetsing door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) moet kunnen doorstaan. Dat deze toetsingen niet mals zijn blijkt uit de berichtgevingen van de afgelopen jaren, waarbij de AFM slechts één op de vijf door haar onderzochte controledossiers een voldoende geeft. WEA is bij de vergunningaanvraag in 2007 getoetst door de AFM en heeft de vergunning verkregen en zonder problemen behouden. Om te waarborgen dat de eigen controledossiers aan de kwaliteitseisen voldoen wordt jaarlijks ongeveer een kwart van de dossiers onderworpen aan een intern kwaliteitsreview door een andere accountant dan de verantwoordelijke accountant. Daarnaast vinden regelmatig dossiertoetsingen plaats vanuit de beroepsorganisatie door accountants van buiten het WEA netwerk. Kortom: Met WEA Audit denken wij de best mogelijk oplossing te kunnen bieden voor u op het moment dat u controleplichtig wordt of op een andere manier met een controleopdracht wordt geconfronteerd.
5
WEA Nieuwsbrief mei 2014 nummer 2
Splitsing WEA Zeeland
Vervolg van pagina 3 De voormalig werknemer die vanuit de ww ziek wordt, valt namelijk niet onder de nawerking.
Gevolgen voor de eigenrisicodrager De modernisering van de Ziektewet heeft ook gevolgen wanneer u eigenrisicodrager bent voor de Ziektewet. U betaalt vanaf 1 januari een lagere gedifferentieerde premie Whk, omdat u het premiedeel ZW-flex niet hoeft te betalen. U draagt wel het risico voor overlijdensuitkeringen aan nabestaanden van werknemers met een ZW-uitkering die onder het eigen risico vallen (dus ook flexwerkers). Door de modernisering van de Ziektewet is er een toestroom waargenomen van werkgevers die per 1 januari 2014 eigenrisicodrager zijn geworden voor de Ziektewet. Daarnaast is er ook nog een onevenwichtigheid geconstateerd. Wanneer een grote werkgever na een bepaalde periode van eigenrisicodragerschap terugkeert naar het UWV, is deze de eerste twee jaar na terugkeer een minimumpremie verschuldigd. Dit staat volgens het kabinet niet in verhouding tot het ZW-risico. Er zijn daarom plannen om per 1 januari 2015 een terugkeerpremie te gaan invoeren die zal gelden voor alle (middel)grote werkgevers die na een periode van eigenrisicodragerschap voor de Ziektewet terugkeren naar het UWV.
Maatschap WEA Zeeland, met vestigingen in Goes, Hulst, Middelburg, Oostburg en Zierikzee, is per 1 januari 2014 gesplitst in Maatschap WEA ZuidWest met vestigingen in Goes en Zierikzee en Maatschap WEA Zeeland met vestigingen in Hulst, Middelburg en Oostburg.
De splitsing wordt ingegeven door de wens om slagvaardig te blijven en zo sneller te kunnen inspelen op veranderingen. Voor de dienstverlening heeft deze splitsing geen gevolgen. Beide maatschappen zien de toekomst met vertrouwen tegemoet en blijven lid van de organisatie WEA Accountants & Adviseurs.
Eerder ontslag voor de AOW-gerechtigde werknemer Vanaf 1 april aanstaande komen AOW-gerechtigde werknemers bij collectief ontslag het eerst voor ontslag in aanmerking. Van collectief ontslag is sprake wanneer om bedrijfseconomische redenen twintig of meer werknemers tegelijkertijd hun ontslag krijgen. Normaal gesproken bepaalt bij collectief ontslag het afspiegelingsbeginsel de volgorde van ontslagen. Kort gezegd houdt dit in dat werknemers met vergelijkbare functies in leeftijdsgroepen worden ingedeeld. Degenen die binnen hun leeftijdsgroep als laatste zijn aangenomen, worden als eerste ontslagen. Op dit afspiegelingsbeginsel wordt voor de AOW-gerechtigde werknemers nu een uitzondering gemaakt. Hierdoor worden bij collectief ontslag eerst de werknemers ontslagen die recht hebben op een AOW-uitkering. Moet u dus een keuze maken tussen het ontslaan van een 55-jarige werknemer of een 72-jarige werknemer die hetzelfde werk doet, dan moet u eerst de 72-jarige werknemer ontslaan.
Jubilea Over de afgelopen periode kunnen we een aantal jubilea melden. 12 ½ jaar in dienst waren: • 1 februari 2014, mevrouw L.J. Minnaard, Zierikzee. • 1 maart 2014, mevrouw A.P. Buizer-Meerkerk, Gouda • 1 mei 2014, mevrouw H.M. Quaak, WEA Groep Wij feliciteren onze collega’s hiermee van harte en wensen hen nog vele goede WEA-jaren toe!
6
bulletin
Innovatiebox onder de loep
Voor bedrijven in de vennootschapsbelasting geldt een speciaal fiscaal regime voor inkomsten uit innovatie: de innovatiebox. Hiermee kunt u aanzienlijk belasting besparen, maar de innovatiebox is niet bepaald ‘gebruiksvriendelijk’. Met name kleine innovatieve bedrijven blijken maar weinig gebruik te maken van deze mogelijkheid. Hoog tijd om de innovatiebox eens onder de loep te nemen.
Innovatiebox in vogelvlucht Behaalt u winst met innovatieve activiteiten, dan kunt u wellicht gebruikmaken van de innovatiebox in de vennootschapsbelasting. Op verzoek geldt dan een effectieve heffing van 5%. Om de innovatiebox toe te kunnen passen, moet u winst behalen met een door u zelf ontwikkeld immaterieel activum waarvoor u een octrooi (of kwekersrecht) of een S&O-verklaring heeft gekregen. Bij immateriële activa kunt u denken aan nieuwe productontwikkelingen, verbeterde productieprocessen en ontwikkeling van software. Merken, logo’s en dergelijke vallen hier niet onder.
Voor toepassing van de innovatiebox is het niet noodzakelijk dat de immateriële activa op de balans van de onderneming worden vermeld.
U kunt pas kiezen voor de innovatiebox als de te verwachten voordelen in belangrijk mate hun oorzaak vinden in de aan u verleende octrooien of S&Oactiva. Die voordelen zijn overigens pas laag belast (effectieve heffing van 5%) als u de voortbrengingskosten heeft ingelopen. De innovatiebox kent namelijk een boxdrempel. Deze drempel bestaat uit het saldo van de in te lopen voortbrengingskosten van immateriële activa en de voortbrengingskosten in het boekjaar zelf. De voordelen moeten dus groter zijn dan de voortbrengingskosten die u heeft afgetrokken tegen het reguliere tarief in de vennootschapsbelasting.
belastingtarief van 20% u uiteindelijk een fiscaal voordeel op van maximaal € 4.000 per jaar. U kunt elk jaar kiezen of u de forfaitaire regeling wel of niet toepast. Het forfait is echter niet onbeperkt. U kunt het alleen toepassen wanneer u in het jaar zelf of in de twee voorafgaande jaren een immaterieel activum heeft voortgebracht. Vervalt het forfait, dan kunt u nog wel op de normale wijze de innovatiebox toepassen. Het werkelijke voordeel uit immateriële activa moet dan alsnog worden bepaald met inachtneming van de drempel.
Let op!
Let op!
De uitvoering van de innovatiebox is zéér specifiek. Het is daarom verstandig om u hierover goed te laten informeren.
Kiezen voor de forfaitaire regeling is niet altijd voordelig. Zo is de reguliere regeling aantrekkelijker als u denkt meer dan 25% winst te behalen met innovatieve activiteiten of als het voordeel meer is dan het gemaximeerde forfaitaire bedrag van € 25.000.
Forfaitaire regeling Om de innovatiebox wat toegankelijker te maken voor het mkb, is er sinds 1 januari 2013 een forfaitaire regeling voor het bepalen van de innovatiewinst. Kunt u de innovatiebox toepassen, dan mag u 25% van uw totale jaarwinst aanmerken als voordelen uit innovatieve activiteiten. U hoeft dan geen rekening te houden met de drempel. Er geldt wel een (jaar)maximum van € 25.000. Hierdoor levert de forfaitaire regeling bij een vennootschaps-
7
WEA Nieuwsbrief mei 2014 nummer 2
Colofon Nieuwe betalingsrechten meestal vanzelfsprekend
Bij de samenstelling is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd, maar onze organisatie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.
Vanaf het jaar 2015 vervallen de huidige toeslagrechten. Daarvoor in de plaats komen betalingsrechten. Om betalingsrechten te ontvangen moet u aan een aantal voorwaarden voldoen. De meeste landbouwers voldoen aan deze voorwaarden. Hieronder staan ze kort samengevat.
Voorwaarden voor betalingsrechten U kunt in 2015 betalingsrechten krijgen als u voldoet aan de volgende voorwaarden: Uw bedrijf is op 15 mei 2015 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel; U heeft in 2013 bedrijfstoeslag ontvangen; U heeft op 15 mei 2015 grond in gebruik; U bent verplicht een Gecombineerde Opgave in te dienen. De Gecombineerde Opgave is verplicht voor bedrijven met een bedrijfsomvang van 3.000 standaardopbrengst (SO) of meer. Dit komt overeen met bijvoorbeeld 3 ha gras, ongeveer 0,6 ha consumptieaardappelen op kleigrond. Ook dieren tellen mee in deze bepaling.
In 2013 geen bedrijfstoeslag ontvangen? U kunt ook betalingsrechten krijgen als u in 2013 géén bedrijfstoeslag heeft ontvangen. Voorwaarde is dan dat u in 2013 één van de volgende gewassen heeft geteeld: pootaardappelen, consumptieaardappelen, groente, fruit of sierteeltgewassen zoals bloembollen of heesters. Ook als u nooit toeslagrechten heeft gehad komt u in aanmerking voor de nieuwe betalingsrechten. Behoort u tot één van deze twee groepen, dan moet u wel aan de overige drie voorwaarden voor toegang voldoen (zie boven).
Camping of manege? Heeft u naast uw landbouwbedrijf een (boeren)camping? Zoals het nu lijkt kunt u alleen voor betalingsrechten in aanmerking komen indien uw hoofdactiviteit landbouw is of u wanneer een aanzienlijk deel (waarschijnlijk 1/3 deel) van uw omzet uit landbouw afkomstig is. Deze voorwaarden gelden mogelijk ook voor u wanneer u een manege heeft.
8
WEA Bulletin is een periodieke uitgave van WEA Accountants & Adviseurs. WEA is lid van het SRA en deze uitgave is in samenwerking met het SRA tot stand gekomen. De verschijningsfrequentie is vier keer per jaar en wordt gezonden aan cliënten en relaties.
Overgangsbetaling
Website: www.wea.nl
De eerste jaren is een belangrijk deel van de nieuwe bedrijfstoeslag afhankelijk van de waarde van de toeslagrechten die u op 15 mei 2014 in eigendom heeft. Hoe hoger die waarde hoe hoger uw nieuwe bedrijfstoeslag. De waarde van uw toeslagrechten op 15 mei 2014 wordt uw referentie genoemd.
Redactie: WEA Groep, Shyla Jopse Postbus 30, 4460 AA GOES Tel. 0113 74 50 70 e-mail
[email protected] Eindredactie: Henk Kramer Communicatie, Goes
Aankoop grond Koopt u na 15 mei 2014 grond aan of misschien zelfs een volledig bedrijf dan gaat de referentie niet automatisch over. Immers door deze aankoop krijgt u niet meer rechten op 15 mei 2014. U kunt deze referentie alleen krijgen indien de verkoper op 15 mei 2015 (dus volgend jaar!) nog steeds actief landbouwer is en een Gecombineerde Opgave doet. Een lastige voorwaarde. Overleg daarom altijd eerst met uw adviseur voordat u afspraken maakt.
Wel automatisch bij ‘normale’ bedrijfsoverdrachten Draagt u uw bedrijf na 15 mei 2014 over aan uw opvolger? Is uw bedrijf een maatschap geworden of is uw maatschap omgezet in een eenmanszaak of BV? In al deze gevallen wordt uw referentie automatisch overgezet naar het ‘nieuwe’ bedrijf. Ook het feit dat dit ‘nieuwe’ bedrijf in 2013 geen bedrijfstoeslag heeft ontvangen of één van de vereiste gewassen heeft geteeld is geen probleem. Dit ‘recht op toegang’ gaat ook over naar het nieuwe bedrijf.
Twijfel of vragen? Voldoet u niet aan alle voorwaarden of twijfelt u hieraan, neem dan contact op met uw adviseur. Hij kent uw specifieke situatie en kan u informeren over uw mogelijkheden.
Maatschap WEA Noord-Holland MIDDENMEER: Tel. 0227 51 33 33 e-mail
[email protected] UITGEEST: Tel. 0251 36 19 60 e-mail
[email protected] WEA Randstad B.V. HOOFDDORP: Tel. 023 561 10 41 e-mail
[email protected] Maatschap WEA Midden-Holland GOUDA: Tel. 0182 51 11 33 e-mail
[email protected] Maatschap WEA Naaldwijk Tel. 0174 63 02 41 e-mail
[email protected] Maatschap WEA Deltaland BRIELLE DRUTEN GROOT - AMMERS KESTEREN MIDDELHARNIS OUD – BEIJERLAND Tel. 088 133 73 00 e-mail
[email protected] Maatschap WEA Zuid-West GOES: Tel. 0113 25 63 00 ZIERIKZEE: Tel. 0111 45 37 00 e-mail
[email protected] Maatschap WEA Zeeland MIDDELBURG: Tel. 0118 65 63 65 OOSTBURG: Tel. 0117 45 29 59 HULST: Tel. 0114 38 29 30 e-mail
[email protected] Maatschap WEA Roosendaal Tel. 0165 56 82 22 e-mail
[email protected]
bulletin