BRMO (incl. MRSA) Bijzondere Resistente Micro-Organismen
Informatie en maatregelen
Inleiding .............................................................................................................3 Wat zijn BRMO’s?...............................................................................................3 MRSA: bekendste BRMO ...................................................................................3 Wat zijn de gevolgen van een BRMO-besmetting?.............................................3 Wanneer zou u besmet geraakt kunnen zijn met een BRMO? ...........................4 Welk onderzoek ondergaat een patiënt met een (mogelijke) BRMO-besmetting? ...................................................................4 Wat zijn Isolatiemaatregelen? .............................................................................4 Welk type isolatie? ..............................................................................................5 Contactisolatie ..................................................................................................6 Contactdruppelisolatie .....................................................................................8 Druppelisolatie ................................................................................................10 Aërogene isolatie ............................................................................................12 Strikte isolatie .................................................................................................14 Nadere informatie ...........................................................................................16 Bijlage: Het zelf afnemen van MRSA-screeningskweken..........................................17 Hoe gaat u te werk?..........................................................................................17 Meer kweken afnemen?....................................................................................17 Het zelf afnemen van BRMO-screeningskweken .........................................18 Hoe gaat u te werk?..........................................................................................18 Meer kweken afnemen?....................................................................................18 Inleveren van het kweekmateriaal.....................................................................18 Uitslag...............................................................................................................18
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
2
Inleiding Deze folder bevat informatie over Bijzonder Resistente Micro-Organismen (BRMO) en de maatregelen die Orbis Medisch Centrum (OMC) treft om verspreiding van deze bacteriën onder patiënten, bezoekers en ziekenhuismedewerkers te voorkomen. Deze maatregelen kunnen ook van toepassing zijn bij bepaalde virusinfecties. Wat zijn BRMO’s? BRMO is de afkorting van Bijzonder Resistent Micro-Organisme. Een microorganisme is een andere naam voor onder andere bacteriën (en virussen of schimmels). Iedereen draagt vele soorten bacteriën met zich mee. Bij een verminderde weerstand kunnen bacteriën infecties veroorzaken zoals ontstoken wondjes, longontsteking of blaasontsteking. Dit soort infecties geneest in de regel vanzelf, maar soms is het nodig ze te behandelen met antibiotica. Antibiotica zijn middelen die worden gebruikt om bacteriën te doden of in hun groei te remmen, zodat de infectie kan genezen. Een BRMO is echter geen gewone bacterie. Het is een bacterie die ongevoelig is voor de meeste gebruikte antibiotica. Er zijn maar enkele middelen die wél werkzaam zijn als een infectie met een dergelijke bacterie optreedt. Met deze middelen moet zuinig worden omgegaan omdat de bacterie anders ook ongevoelig kan worden voor deze middelen. Het is daarom van groot belang dat zo weinig mogelijk mensen deze BRMO’s bij zich dragen. Patiënten die (mogelijk) een ongevoelige bacterie bij zich dragen, worden - als ze in het ziekenhuis komen - zo snel mogelijk hierop gescreend (gekweekt) en worden eventueel in isolatie verpleegd en/of onderzocht. Op deze manier kan verdere verspreiding worden voorkomen. Of en hoe een besmetting met een BRMO wordt behandeld wordt in overleg met de behandelend arts en de artsmicrobioloog bepaald. Helaas neemt het aantal BRMO’s steeds verder toe door onder meer overmatig gebruik van antibiotica in de veeteelt. Ook het reisgedrag van mensen en het transport van dieren en goederen over de hele wereld leidt tot die toename en wereldwijde verspreiding. MRSA: bekendste BRMO MRSA is de bekendste en één van de eerst ontdekte BRMO’s. MRSA is de afkorting van Multi Resistente Staphylococcus Aureus. Het is één van de bacteriën met een verminderde gevoeligheid voor antibiotica die de mens bij zich kan dragen. Wat zijn de gevolgen van een BRMO-besmetting? BRMO’s geven meestal geen ziekteverschijnselen bij gezonde mensen die deze bacterie bij zich dragen. Bij een sterk verminderde weerstand, wonden of bijvoorbeeld een urinekatheter, kan een infectie met een BRMO ontstaan. Deze infecties zijn dan moeilijk te behandelen.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
3
Wanneer zou u besmet geraakt kunnen zijn met een BRMO? In onderstaande gevallen bestaat de kans op besmetting met een BRMO: • als u in de afgelopen 2 maanden bent onderzocht, behandeld of opgenomen in een buitenlands ziekenhuis • als u in de afgelopen 2 maanden bent onderzocht, behandeld of opgenomen in een Nederlands ziekenhuis of verpleeghuis waar BRMOproblemen heersen • als u werkzaam bent op een bedrijf met levende varkens of kalveren • als u direct contact heeft gehad met een patiënt met BRMO • uw adoptiekind uit het buitenland zou in het land van herkomst besmet kunnen zijn • als u gastdialysant bent uit het buitenland Wanneer dit het geval is vragen wij u dit meteen bij het meldpunt van het specialisme te melden of dit bij ziekenhuisopname te melden aan de baliemedewerker, verpleegkundige of aan uw arts. Welk onderzoek ondergaat een patiënt met een (mogelijke) BRMObesmetting? Om te onderzoeken of iemand een ongevoelige bacterie bij zich draagt, kunnen kweken afgenomen worden van keel, neus, bilnaad (perineum = het gebied tussen vagina/balzak en anus) en urine. Er kunnen ook kweken worden afgenomen van het rectum (de anus), wondjes, sputum en/of de huid. Het afnemen van deze kweken kan gebeuren door een verpleegkundige of arts maar in veel gevallen ook door de patiënt zelf of een familielid. Een instructie over het zelf afnemen van kweken vindt u in de bijlage. Zolang de uitslag van het onderzoek niet bekend is, worden speciale maatregelen ten aanzien van verpleging en/of onderzoek genomen (zie verderop). Na drie tot vijf dagen is de kweekuitslag bekend. Als de bacterie bij het onderzoek niet wordt gevonden, zijn er geen speciale maatregelen meer nodig. Wat zijn Isolatiemaatregelen? Als na onderzoek blijkt dat u besmet bent met een BRMO, zijn extra maatregelen noodzakelijk om verspreiding van de bacterie onder andere patiënten te voorkomen. Deze extra maatregelen noemen we isolatiemaatregelen. De algemene voorzorgsmaatregelen (basishygiëne en handhygiëne) zoals die in het ziekenhuis normaal worden toegepast, zijn in dat geval ontoereikend. Isolatie van de patiënt is een belangrijk middel ter bestrijding van infectieziekten. Isolatie kan sóms plaatsvinden in een isolatiekamer. Dit is een speciale kamer met een sluis. De luchtstroom in kamer en sluis is zo geregeld dat bacteriën zich niet vanuit de kamer naar de rest van het ziekenhuis kunnen verplaatsen. Medewerkers en bezoek betreden de kamer alléén via de sluis. De patiënt mag de kamer niet verlaten tenzij onderzoek buiten de kamer noodzakelijk is. De isolatiemaatregelen worden gehandhaafd zolang de uitslag van het BRMOonderzoek nog niet bekend is en worden pas opgeheven indien blijkt dat de kweekuitslagen negatief zijn.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
4
In de meeste gevallen is het gebruik van een isolatiekamer niet nodig. Er worden tijdens intensieve zorg en onderzoek dan wel andere beschermende maatregelen getroffen door medewerkers. Wélke maatregelen er getroffen worden is afhankelijk van het type BRMO dat (mogelijk) aangetroffen wordt. Ze blijven van kracht totdat zeker is dat de patiënt de bacterie niet (meer) bij zich draagt. Het is niet prettig om te worden verpleegd in isolatie. Het is helaas alleen op deze manier mogelijk om de patiënt en anderen te beschermen tegen een mogelijke BRMO-verspreiding. Om deze reden worden de gegevens van een patiënt met een BRMObesmetting ook in het BRMO-databestand van Orbis Medisch Centrum opgenomen en eventueel uitgewisseld met andere zorginstellingen. De verschillende soorten isolatiemaatregelen worden hieronder kort uitgelegd. Welk type isolatie? Welk type isolatie moet worden toegepast is afhankelijk van het soort bacterie dat bij de patiënt wordt aangetroffen of mogelijk wordt verwacht. Het type isolatie wordt ingesteld in overleg met de behandelend arts, de artsmicrobioloog en de adviseur Infectiepreventie. Verderop vindt u een beknopte uitleg van de verschillende soorten isolatie. Bent uzelf besmet met een BRMO, dan is het goed u te realiseren, dat voor u de situatie iets anders kan zijn dan beschreven is in deze folder.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
5
Contactisolatie Deze vorm van isolatie wordt toegepast bij infectieziekten die zich via direct contact met de patiënt of zijn directe omgeving verspreiden. De patiënt verblijft in een standaard eenpersoonskamer. Voor deze vorm van isolatie kan gekozen worden bij aanwezigheid van een bepaald soort BRMO maar ook bij: diarree, wondinfecties, erysipelas, hepatitis, herpes simplex, herpes zoster, luizen, rotavirus, clostridium*, etc. Van de patiënt wordt verwacht: • voor zover daartoe in staat, een goede persoonlijke hygiëne in acht te nemen, de handen te wassen na toiletgebruik en de handen te desinfecteren met handalcohol. • vóór het verlaten van de kamer de handen te desinfecteren. Van bezoekers wordt verwacht dat zij: • een goede persoonlijke hygiëne in acht nemen, handen wassen en desinfecteren na toiletgebruik. • de handen desinfecteren met handalcohol bij het betreden van de kamer. • vóór het verlaten van de kamer de handen desinfecteren. De ziekenhuismedewerker (o.a. arts, verpleegkundige) neemt maatregelen volgens het protocol Contactisolatie. De maatregelen worden via een groene deurkaart op de schuifdeur aangegeven.
*(Clostridiumbacteriën zijn ongevoelig voor handalcohol. In plaats van handendesinfectie worden de handen in het voorkomende geval gewassen met water en zeep.)
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
6
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
7
Contactdruppelisolatie Deze vorm van isolatie wordt toegepast om overdracht te voorkomen van bepaalde bacteriën of virussen die zich via direct contact met de patiënt of zijn omgeving én via (hoest-)druppels door de lucht kunnen verspreiden. De patiënt verblijft in een standaard eenpersoonskamer. Voor deze vorm van isolatie kan onder meer. gekozen worden bij aanwezigheid van een BRMO en bij influenza (griep). Van de patiënt wordt verwacht: 1. voor zover daartoe in staat, een goede persoonlijke hygiëne in acht te nemen, de handen te wassen na toiletgebruik en daarna te desinfecteren met handalcohol. 2. een goede hoestdiscipline (gebruik van wegwerpzakdoekjes bij hoesten en niezen). 3. vóór het verlaten van de kamer de handen te desinfecteren. 4. bij het verlaten van de kamer een chirurgisch mond/neusmasker te dragen. Van bezoekers wordt verwacht dat: • zij zich voorafgaand aan het bezoek melden bij de verpleging. De verpleging geeft hun instructie over de te nemen maatregelen en ziet erop toe dat deze juist worden uitgevoerd. • zij een FFP2-mondneusmasker dragen. Dit ontvangen zij van de verpleegkundige. • zij een goede persoonlijke hygiëne in acht nemen, handen wassen en desinfecteren na toiletgebruik. • zij de handen desinfecteren met handalcohol bij het betreden van de kamer. • zij vóór het verlaten van de kamer eerst het mondneusmasker afdoen en daarna de handen desinfecteren met handalcohol. De ziekenhuismedewerker (o.a. arts, verpleegkundige) neemt maatregelen volgens het protocol Contactdruppelisolatie. De maatregelen worden via een groen-wit-rode deurkaart op de schuifpui aangegeven.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
8
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
9
Druppelisolatie Deze vorm van isolatie wordt toegepast om overdracht te voorkomen van voornamelijk virussen die zich via (hoest)druppels kunnen verspreiden. Bij bof, adeno-en rotavirus, rubella, etc. kan voor deze vorm van isolatie gekozen worden: Van de patiënt wordt verwacht: • voor zover daartoe in staat, een goede persoonlijke hygiëne in acht te nemen, de handen te wassen na toiletgebruik en te desinfecteren met handalcohol. • een goede hoestdiscipline (gebruik van wegwerpzakdoekjes bij hoesten en niezen). • vóór het verlaten van de kamer de handen te desinfecteren. • bij verlaten van de kamer een chirurgisch mond/neusmasker te dragen. Van bezoekers wordt verwacht dat: • zij zich voorafgaand aan het bezoek melden bij de verpleging. De verpleging geeft hun instructie over de te nemen maatregelen en ziet erop toe dat deze juist worden uitgevoerd. • zij een FFP2-mondneusmasker dragen. Dit ontvangen zij van de verpleegkundige. • zij bij het betreden van de kamer de handen desinfecteren met handalcohol. • een goede persoonlijke hygiëne in acht nemen, handen wassen en desinfecteren na toiletgebruik. • zij bij het betreden van de kamer de handen desinfecteren met handalcohol. • zij vóór het verlaten van de kamer eerst het mondneusmasker af doen en daarna de handen desinfecteren met handalcohol. De ziekenhuismedewerker (o.a. arts, verpleegkundige) neemt maatregelen volgens het protocol Druppelisolatie. De maatregelen worden via een witte deurkaart op de schuifpui aangegeven.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
10
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
11
Aërogene isolatie Aërogene isolatie wordt ingesteld om overdracht te voorkomen van bepaalde bacteriën of virussen die zich over grote afstand via de lucht kunnen verspreiden. Dit is het geval bij hoesten en niezen. Voor deze vorm van isolatie kan gekozen worden bij bijvoorbeeld open TBC en mazelen. De patiënt ligt in een isolatiekamer met sluis en onderdruk. De deur van deze kamer is altijd dicht. De toegang verloopt alleen via de sluisdeuren. Van de patiënt wordt verwacht: • voor zover daartoe in staat, een goede persoonlijke hygiëne in acht te nemen, de handen te wassen na toiletgebruik en daarna te desinfecteren met handalcohol. • een goede hoestdiscipline (gebruik van wegwerpzakdoekjes bij hoesten en niezen). • dat hij de kamer niet verlaat zonder uitdrukkelijke toestemming van de verpleegkundige. Dit kan het geval zijn bij onderzoek elders in het ziekenhuis. Dan draagt de patiënt buiten de kamer een chirurgisch mondneusmasker. Van bezoekers wordt verwacht dat: • zij zich voorafgaand aan het bezoek melden bij de verpleging. De verpleging geeft hun instructie over de te nemen maatregelen en ziet erop toe dat deze juist worden uitgevoerd. • zij een FFP2-mondneusmasker dragen die zij ontvangen van de verpleegkundige. • zij vóór het betreden van de kamer de handen desinfecteren met handalcohol • een goede persoonlijke hygiëne in acht nemen, handen wassen en desinfecteren na toiletgebruik. • zij vóór het verlaten van de kamer de handen desinfecteren, in de sluis het mondneusmasker afdoen en daarna de handen opnieuw desinfecteren met handalcohol. De ziekenhuismedewerker (o.a. arts, verpleegkundige) neemt maatregelen volgens het protocol Aërogene-isolatie. De maatregelen worden via een gele deurkaart op de schuifpui aangegeven.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
12
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
13
Strikte isolatie Strikte isolatie wordt ingesteld om overdracht van bepaalde bacteriën of virussen via handen, voorwerpen en via druppeltjes te voorkomen. Voor deze vorm van isolatie kan o.a. gekozen worden in het geval van MRSA, scabiës crustosa, en diverse zeldzame virale infecties (o.a. SARS). De patiënt verblijft in een isolatiekamer met sluis en onderdruk. De deur van deze kamer is altijd dicht. De toegang verloopt alleen via de sluisdeuren. Van de patiënt wordt verwacht: • voor zover daartoe in staat, een goede persoonlijke hygiëne in acht te nemen, de handen te wassen na toiletgebruik en de handen te desinfecteren met handalcohol. • de kamer niet te verlaten zonder uitdrukkelijke toestemming van de verpleegkundige. Dit kan het geval zijn bij onderzoek elders in het ziekenhuis. Dan draagt de patiënt buiten de kamer een chirurgisch mondneusmasker. Van bezoekers wordt verwacht dat: • zij zich voorafgaand aan het bezoek melden bij de verpleging. De verpleging geeft hun instructie over de te nemen maatregelen en ziet erop toe dat deze juist worden uitgevoerd. • zij vóór het betreden van de kamer de handen desinfecteren met handalcohol. • een goede persoonlijke hygiëne in acht nemen, handen wassen en desinfecteren na toiletgebruik. • zij een mondneusmasker (het type is afhankelijk van het micro-organisme) dragen en een beschermende schort. Deze regel geldt niet bij MRSA. • zij vóór het verlaten van de kamer de handen desinfecteren, in de sluis het mondmasker* afdoen, de schort* uittrekken en nogmaals de handen desinfecteren met handalcohol (* geldt niet bij MRSA). Uitzondering: alléén voor bezoekers: In zeldzame gevallen zullen er meer maatregelen geadviseerd worden voor bezoekers. In deze gevallen kan er ook geadviseerd worden om bezoek te beperken. De verpleging zal bezoek instrueren over de te nemen maatregelen. De ziekenhuismedewerker (o.a. arts, verpleegkundige) neemt maatregelen volgens het protocol Strikte isolatie. De maatregelen worden via een rode deurkaart op de schuifpui aangegeven.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
14
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
15
Nadere informatie We vragen begrip voor het nemen van deze voor de patiënt en zijn bezoek soms ingrijpende maatregelen. Deze maatregelen worden in alle Nederlandse ziekenhuizen getroffen en zijn gebaseerd op landelijke richtlijnen. In detail kunnen ze per ziekenhuis verschillen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de behandelend arts en bij de verpleegkundige. Eventueel kunt u ook contact opnemen met de afdeling Infectiepreventie. Op de achterkant van de folder vindt u het telefoonnummer en het e-mailadres.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
16
Bijlage: Het zelf afnemen van MRSA-screeningskweken U ontvangt materialen om zelf kweken af te nemen. Deze kweken mag u op een willekeurig toilet van het ziekenhuis afnemen of gewoon bij u thuis. Vóór het afnemen van de kweken mag u minstens twee uur niet gedoucht of gebaad hebben, anders zijn de kweken niet betrouwbaar. Voor MRSA-onderzoek krijgt u de volgende materialen mee: • een aanvraagformulier (vul hierop uw gegevens in) • 4 etiketten voor uw naam en geboortedatum • 4 kweekstokjes (1 reserve) Af te nemen kweken zijn: • neuskweek • keelkweek • perineumkweek Hoe gaat u te werk? Open de verpakking van de kweekstokjes en haal het stokje eruit zonder de wattentip aan te raken. Neem de kweek af zoals hieronder beschreven. Haal daarna het witte dopje van het buisje met het transportmedium en steek het kweekstokje erin. Let er op dat u de wattentip niet meer aanraakt nadat de kweek is genomen. Als laatste plakt u een etiket met uw gegevens op het buisje. Neuskweek Strijk de binnenzijde van beide neusgaten (“neuspeutergebied”) uit met de wattentip. Plak op het buisje een etiket met naam, geboortedatum, afnamedatum en de aanduiding “neus”. Keelkweek Strijk de keel zo ver mogelijk richting amandelen uit met de wattentip. Plak op het buisje een etiket met naam, geboortedatum, afnamedatum en de aanduiding “keel”. Perineumkweek Het perineum is het gebied tussen de anus en de vagina/testikels. Strijk met de wattentip enkele malen over het perineum. Plak op het buisje een etiket met naam, geboortedatum, afnamedatum en de aanduiding “perineum”. Meer kweken afnemen? Het kan zijn dat er meer kweken afgenomen moeten worden. In dat geval krijgt u hierover uitleg van de verpleegkundige of arts.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
17
Het zelf afnemen van BRMO-screeningskweken Voor BRMO-onderzoek krijgt u de volgende materialen mee: • een groen aanvraagformulier (vul hierop uw gegevens in) • 2 etiketten voor uw naam en geboortedatum • 2 kweekstokjes Af te nemen kweken zijn: • keelkweek • anus- (rectum-)kweek Hoe gaat u te werk? Open de verpakking van de kweekstokjes en haal het stokje eruit zonder de wattentip aan te raken. Neem de kweek af zoals hieronder beschreven. Haal daarna het witte dopje van het buisje met het transportmedium en steek het kweekstokje erin. Let er alstublieft op dat u de wattentip niet meer aanraakt nadat de kweek genomen is! Als laatste plakt u een sticker met uw gegevens op het buisje. Keelkweek Strijk de keel zo ver mogelijk richting amandelen uit met de wattentip. Plak op het buisje een etiket met naam, geboortedatum, afnamedatum en de aanduiding “keel”. Anus- (rectum-)kweek Steek de wattentip een klein stukje in de anus. De wattentip dient duidelijk gekleurd te zijn na het uitstrijken van de anus. Plak op het buisje een etiket met naam, geboortedatum, afnamedatum en de aanduiding “anus”. Meer kweken afnemen? Het kan zijn dat er meer kweken afgenomen moeten worden. In dat geval krijgt u hierover uitleg van de verpleegkundige of arts. Inleveren van het kweekmateriaal Lever de kweken binnen 24 uur in bij: • de afdeling Bloedafname (huisnummer Oost 03). Dit kan op werkdagen tussen 08.00 en 16.00 uur • uw huisarts • de Spoedeisende hulp (alleen in het weekend). (Vergeet u niet de stickers op de transportbuisjes te plakken?) Uitslag Uw behandelend arts ontvangt de uitslagen van de kweken na 4 tot 5 werkdagen.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
18
Afdeling Infectiepreventie Telefoon 088 – 459 5249
© 10-2011
Internet www.orbismedischcentrum.nl
816
E-mail
[email protected]