BM November 16, 2011
-3a-
-3b-
VOORWOORD Het is voor een Google-generatie nauwelijks voorstelbaar, maar pas twintig jaar geleden ging het leven van mensen veranderen door de komst van Internet. Tot die tijd belden mensen elkaar op of schreven elkaar een brief als ze iets te zeggen hadden. Wie informatie zocht, raadpleegde een encyclopedie, of ging naar een archief, wie de betekenis van een woord wilde weten zocht die op in een woordenboek. Foto’s maakte je met een, vrij forse, camera. En bij grote haast stuurde je een fax. Wie verhuisde van Amsterdam naar Maastricht werd behandeld als een emigrant. Toch waren er al een paar tekenen die erop wezen dat de wereld veel groter kon worden, in elke huiskamer, overal. CNN en MTV waren al in de jaren tachtig begonnen met hun uitzendingen, 24 uur per dag. Popmuziek werd daardoor binnen enkele dagen een wereldhit. Evenementen als Live Aid verbond door de televisie podiums over de hele wereld. En iedereen verbaasde zich erover dat je wereldnieuws zo snel te zien kon krijgen, en wel de hele dag door! Je hoefde niet eens meer te wachten op het 8-uur journaal. De nieuwsvoorziening door CNN over de Golf-oorlogen vanaf 1991 droeg daar in belangrijke mate aan bij. Het was duidelijk dat er iets fundamenteel aan het veranderen was. Op universiteiten gebruikten ze voor onderlinge communicatie al een
voorganger van het World Wide Web, zoals dat toen nog heette, namelijk Surfnet. Maar door de research in het Zwitserse Cern, waar de eerste webbrowser Mosaic werd ontwikkeld, werd vanaf 1992 het Web de plaats waar je moest zijn. In het begin werd het vooral gebruikt door een stedelijke, en ook politieke voorhoede. In Amsterdam had bij voorbeeld een groep mensen ter gelegenheid van de gemeenteraadsverkiezingen in 1994, de Digitale Stad gesticht (www.dds.nl), een plek op het internet waar je anderen kon ontmoeten, een kantoor kon openen en politiek kon bedrijven. Het was een tijd waarin velen optimistisch waren over een toekomst die onbegrensde mogelijkheden zou hebben. Een aantal schrijvers schetsten de veranderingen die plaats zouden vinden. DDS in Amsterdam liet zich bij voorbeeld inspireren door The Virtual Community van Howard Rheingold, die in een vroeg computer conferencing systeem, The Well, veel gelijkgestemden vond, waarmee hij niet alleen over zijn werk communiceerde, maar ook over persoonlijke kwesties. Er bleek een ‘leven’ op het web mogelijk. Je kon er mensen ontmoeten, discussiëren, werken, je vermaken, je verplaatsen en je hoefde er geen stap voor te verzetten. Dat was een revolutionaire ervaring. Wonen, werken, verkeer en vermaak
BM November 16, 2011
-4a-
-4b-
bleken te combineren op één plaats. Maar wanneer dat gebeurt, dan wordt je huis onontkoombaar een stad. Wonen, werken, verkeer en vermaak zijn immers de pijlers van het stedelijk leven. Maar datzelfde huis bleek ook een zelfvoorzienend huishouden te kunnen herbergen. Wie thuis wonen en werken combineert verschilt in feite weinig van een boerenfamilie. En daarmee was een veel explosievere vergelijking geboren. Net als vroeger, toen families in boerderijen in hoge mate voor zichzelf konden zorgen, zou je in een huis met alle mogelijkheden die de ‘digitale snelweg’ je bood, een autarkisch leven kunnen leiden. ‘Boerderij’ was – en is een metafoor: een manier om te laten zien dat wonen met werken te combineren is in een Boerderijmodel. Het kan – nu zelfs meer dan ooit. Maar niet alles wat kan, gebeurt ook. Soms staan er wetten in de weg, en praktische bezwaren, soms ook een gevoel: dat je voor werken op pad moet gaan. Dat gevoel zit diep. Prima als je niet meer op een - suf - kantoor wilt zitten, maar laat het dan gebeuren in een café, in een park, langs de rand van het sportveld. Niet thuis. Dit is de basis van de beweging die rond het Nieuwe Werken is ontstaan. De nieuwe werker is mobiel, heeft een rugzak en een bakfiets, reist van hub naar hub, van station naar wegrestaurant en ontmoet daar anderen. Hij is steeds vaker niet in loondienst, maar is een zelfstandige, een zzp’er, die
combinaties aan ‘klussen’ werkt. Soms aan de eigen keukentafel, soms op het kantoor van een opdrachtgever, maar steeds vaker er tussenin. Dat is het beeld dat van Het Nieuwe Werken wordt gegeven op dit moment. Wat ooit begon als ‘telewerken’, is nu een lifestyle geworden voor de jongste generatie in de westerse wereld. Maar waarom? Ook die kampt met dezelfde problemen en vooroordelen die ‘werk’ oproept zodra dat thuis wordt gedaan. Vandaar dit boek. Van een moeder die ooit thuis voor een krant schreef, een communicatiebureau had, toekomstscenario’s ontwikkelde voor stedelijke vernieuwing, en in een korte ‘mars door de instellingen’ ook merkte dat de ‘oude vormen en gedachten’ taaier waren dan ze hoopte. En van een dochter die de geschiedenis van die toekomst meebeleefde en daar nu zelf onderdeel van is: als zzp’er, als zelfstandige stadsnomade, trekkend door de stad, van Seats2Meet naar het café op de hoek. Dit is ons verhaal. Er zijn veel andere verhalen aan toe te voegen. We dagen iedereen uit om die ook te schrijven. Want dit is een beweging. Misschien wel een politieke beweging – een die met al zijn mogelijkheden tot vernieuwing een uitweg zou kunnen vormen voor de economische malaise van dit moment. Never waste a good crisis.
samen met die anderen in wisselende
Naar 1991 toen een succesvolle
Maar eerst gaan we even terug in de tijd.
BM November 16, 2011
-5a-
journaliste met een feministisch verleden, besloot haar hart te volgen, haar zevenjarige kind onder de arm nam, en naar Maastricht verhuisde om daar moeder te worden van een groot gezin. Die via haar man vertrouwd raakte met de voorloper van het Web, Surfnet, en vervolgens ‘vanuit’ huis ging werken voor een landelijk dagblad. ‘Terwijl ik aanvankelijk dacht meer tijd kwijt te zijn, vanwege het reizen, bleek ik opeens tijd over te hebben, zowel voor mijn werk, dat ik geconcentreerder kon doen omdat ik er minder vaak vandaan werd gehaald, als voor mijn gezin. Dat zette me aan het denken. Zou niet het merendeel van de mensen thuis kunnen werken? Zouden huizen geen kantoren kunnen worden, van waaruit je contact kunt hebben met iedereen die je nodig hebt? Zo zou er meer tijd overblijven voor de kinderen, die dan niet meer in een leeg huis zouden thuiskomen. Mannen en vrouwen met een volledige baan zouden de mogelijkheid krijgen elkaar ook nog eens te zien. Bovendien zou er geen enkele belemmering - en ook geen enkel excuus - meer zijn om de taken in huis eerlijker te gaan verdelen. Het werk zou speelser kunnen worden geïntegreerd in het leven. Zoals met elke droom, bleek ook deze niet nieuw te zijn. Marshall McLuhan had hem al eens gehad in 1964 en Toffler in 1980. McLuhan verbond er de conclusie aan dat je op deze manier desnoods in de Schotse Hooglanden kon
-5b-
gaan wonen, niemand zien, en toch contact hebben met de hele wereld. Zijn droom van een global village verraadt een afkeer van de chaos van het grotestadsleven. Ik zou dat stadsleven echter niet kunnen missen. Ik houd het meest van de natuur vanaf een terras. Het Boerderijmodel is dus zeker geen pleidooi voor een terugkeer naar het platteland. Dat leven buiten is immers met net zoveel mythes verbonden als het grotestadsleven. De tweedeling stadplatteland is kunstmatig, en houdt de fictie in stand dat een stad geen dorp zou zijn. Ik kies noch voor het een, noch voor het ander. Ik wil leven in een omgeving waarin ik zo goed mogelijk kan werken en tegelijk genoeg aandacht kan besteden aan de mensen die me dierbaar zijn. Daarvoor zoek ik een praktische oplossing. Ik bedrijf geen neoromantiek. Mijn droom werd gevoed door mijn eerste experimenten met het Internet, maar ook door ontdekkingen van nieuwe apparatuur als CD-Rom-spelers, waarop steeds meer naslagwerken te krijgen zijn. Hoe meer ik erover las, hoe meer ik erover praatte, hoe vaker bleek dat ik op een rijdende trein was gestapt. Ik belandde in soms al tientallen jaren durende discussies over telewerken, teleleren en telewinkelen. Nu stonden die opgetogen berichten over telematica vaak naast een somber debat. Het kan toeval zijn, maar steeds als ik weer een snoeverig verhaal over de
BM November 16, 2011
-6a-
-6b-
zegeningen van de Superhighway of ISDN had gelezen, viel mijn oog op treurige berichten over de overbelasting van vrouwen die een baan, een huwelijk en het moederschap combineerden. Er was iets vreemds aan de hand. Aan de ene kant werd opgeschept over de fantastische mogelijkheden van de telematica-revolutie, die via de televisie en op je pc de huiskamer binnenkomt. Aan de andere kant klaagden vrouwen dat ze zo vaak van huis waren, dat ze hun kinderen zo weinig zagen, dat ze geen tijd over hadden voor de verzorging en verfraaiing van hun directe omgeving. Nooit werden die twee met elkaar gecombineerd. Zelfs niet in het werk van jonge feministen, zoals in Fire with Fire van Naomi Wolf. Daarin las ik dat ze het Internet - het wereldwijde communicatienetwerk dat toegankelijk is voor iedereen, die fantastische manier om contact te leggen waar juist vaak in isolement levende vrouwen enthousiast over zouden moeten zijn - alleen handig vond als databank voor vrouwen die werk zochten, of als schandpaal voor mannen die vrouwen seksueel intimideerden. Terwijl de deelnemers aan de telematicadiscussie zich zorgen maken over de invloed van bedrijfsleven en politiek op de kabel- en telefoonnetten en er veel aandacht is voor de verandering van massamedia, blijft het aan het 'thuisfront' opvallend stil. Telewerken, teleleren, en telewinkelen lijken er 'als vanzelf' te komen, als bijverschijnsel van
politieke houding ten opzichte van ontwikkelingen die nog heel goed te sturen zijn, en die helemaal niet zo'n logische relatie hebben met massamedia, vind ik zorgwekkend. De discussie over de mogelijke gevolgen van de telematicarevolutie voor het gezin, voor het persoonlijk leven van mensen moet dringend worden gevoerd. Ik beschrijf in Het Boerderijmodel geen toekomstvisie. Dat is het terrein van futurologen als Alvin Toffler, megatrendonderzoeker John Naisbitt en consumptie-specialist Faith Popcorn. Ik beschrijf iets dat zou moeten gebeuren. Ik probeer na te denken over de toekomst vanuit een idee hoe die toekomst eruit zou moeten zien. Pas als je je daar een voorstelling van hebt gevormd, kun je immers nu al werken aan de voorwaarden om dat beeld te realiseren. Vrouwen zouden de discussie over de toekomst niet alleen aan mannen over moeten laten. Dat hebben ze al veel te vaak gedaan. Wat ik ermee wil bereiken is het opwekken van een utopisch verlangen. In die utopie staat de samenlevingsvorm die gezin heet centraal. Mensen leven in een netwerk, hebben vele relaties die dat netwerk uit doen dijen of in doen krimpen al naar gelang hun behoeften. Liefdes- en zorgrelaties intensiveren een deel van dit netwerk. Dat kleinst mogelijke netwerk wil ik, ondanks alles, gezin blijven noemen. Het duidt de relatie aan tussen ouderen - verzorgers,
de Internet-hype. Die apathische, a-
vaders en moeders - met onder hun
BM November 16, 2011
-7a-
verantwoordelijkheid vallende eigen kinderen of stief- en pleegkinderen. Een niet-vrijblijvende verhouding tot elkaar maakt de essentie uit van deze constructie. Ik onderscheid dit gezin, waarin ieder gezinslid een open relatie heeft met netwerken eromheen, uitdrukkelijk van de meer gangbare, door christelijke ethiek gedomineerde notie van een afgescheiden plaats, waar ouders kinderen opvoeden met een waarden- en normenstelsel. Ik wil ervoor pleiten om dit kleinste netwerk dat we kennen weer werkelijk tot centrum van het leven te maken, en zo de volgende eeuw in te gaan.’ Dit was toen. Laten we eens kijken wat daar, twintig jaar later, van terecht is gekomen: Door internet kunnen we meer tijd vrij maken voor elkaar en een gezin Dit was meer een wens dan een voorspelling. Hij is ten dele uitgekomen. Vooral omdat alle gezinsleden al vanaf zeer jonge leeftijd aan het chatten en gamen zijn – met elkaar, maar ook met anderen buiten gezinsverband. We maken in ieder geval meer tijd voor vrienden, en dat kan ook familie zijn, door alle sociale media. En familiebanden blijven makkelijker in stand doordat iedereen op de hoogte blijft van belangrijke gebeurtenissen, zelfs intercontinentaal, zoals gefilmde
-7b-
huwelijken, en gedeelde fotoreportages van gezinsmomenten. Werk wordt speelser onderdeel van het leven Dat is afhankelijk van het soort werk. Productiearbeid zal nooit speels worden. Bovendien is zo’n uitspraak lastig tijdens een economische crisis waarin zovelen hun baan verliezen. Daardoor worden mensen wel vindingrijk, en nieuwe media-mogelijkheden helpen ze daarbij. Ze maken websites voor zichzelf, schrijven fraaie profielen voor hun LinkedIn pagina en andere sociale websites. Het helpt daarbij dat zeker in de westerse wereld velen in de dienstverlening en de communicatie werken, waar de onderlinge communicatie minder strikt geregeld is dan in de productie. Daarbij komt dat velen tijdens hun werk door (kunnen) gaan met twitteren en het bijhouden van een Facebook-pagina, en dat ook regelmatig doen. Ze zijn zelfs vaak onderdeel van hun werk geworden. Yammer en Pleio zorgen ervoor dat werknemers net als de familie door social media op de hoogte worde gehouden van de activiteiten van hun collega’s. Het bijhouden van een bedrijfstwitter en faceboekbijdragen is zelfs een vaste taak van de communicatieafdeling van een bedrijf geworden. Ook dat maakt het werk speels. Je kunt in de Schotse Hooglanden gaan wonen en toch contact hebben met de hele wereld
BM November 16, 2011
-8a-
Het oude ideaal van Toffler. Dat kan tegenwoordig zeker, en het gebeurt ook. Voor sommige afgelegen gebieden bleek het een uitkomst, en zorgde het voor een nieuwe economische impuls. Het aanleggen van snelle internetverbindingen zal zeker voor krimpgebieden een beslissend onderscheid gaan betekenen. Sommige vriendengroepen denken al serieus aan het ‘overnemen’ van complete dorpen om daar gemeenschappen te stichten van ‘nieuwe werkers’. Telewerken, teleleren en telewinkelen hebben de toekomst Van deze drie heeft vooral telewinkelen, of ‘e-shopping’ een enorme vlucht genomen, veel meer dan werd verwacht. Dat heeft ook te maken met de toegenomen beeldkwaliteit, de snelle verbindingen en aangepast transport (voor versprodukten van supermarkten). Producten zijn haarscherp te zien, van alle kanten. Zelfs het online kopen van luxe kleding en schoenen is daardoor een succes. En veel diensten bleken goed online af te handelen, zoals het boeken van reizen. De ontwikkeling van digitaal bankieren, en het verbeteren van beveiligde manieren van betalen waren daarbij cruciaal. Het oude ‘telewerken’ is veranderd in Het Nieuwe Werken – en is als zodanig een hype voor een bevoorrechte bovenklasse. En ‘teleleren’ heeft zich stevig genesteld in het aanvullende ‘onderwijs op afstand’
-8b-
dat al bestond. Wel heeft Internet het onderwijs verrijkt. Er zijn nog maar weinig hoogleraren zonder website en velen zetten zelf gefilmde colleges online. Internet is alleen handig als databank voor werkzoekenden en publiek schandpaal voor seksuele intimidatie Naomi Wolf, want zij deed deze uitspraak, zat er hier wel erg ver naast. Al is Internet inderdaad zeer belangrijk geworden voor allerlei vormen van ‘matching’ – zowel voor werk als voor privé-doeleinden. En een schandpaal is het zeker, maar niet alleen voor seksuele intimidatie. Wie geen ‘verleden’ heeft op Internet, heeft niet geleefd. De invloed van de politiek op kabel en telefoonnetten zal enorm toenemen en de vrijheid inperken Dit is een angst die vooral in linkse kringen werd gehoord. Maar door de privatisering van de netwerken is het niet de politiek geworden die invloed heeft op kabelnetten en draadloze netwerken. Wel blijkt de politiek een lange arm te hebben als het gaat om het toestaan van onbelemmerde communicatie. Google China is daar een voorbeeld van. Aan de andere kant hebben vooral de sociale media ervoor gezorgd dat de politiek zich steeds meer aan moet trekken van maatschappelijk bewegingen van onderaf. De revoluties in Noordafrika werden onder andere gefaciliteerd door Facebook en Twitter.
BM November 16, 2011
-9a-
De discussie over de toekomst wordt aan mannen overgelaten Dit blijkt gelukkig steeds minder het geval, al blijven vrouwen in de minderheid. Net als met de telefoon gebeurde rond de vorige eeuwwisseling zijn het vooral vrouwen geweest die van de sociale media het enorme succes hebben gemaakt dat het nu is. De aantrekkingskracht daarvan heeft bovendien veel ‘digibeten’ bedreven gemaakt in de omgang met deze internet-toepassingen. De gevreesde tweedeling in de maatschappij is uitgebleven. Arm en rijk, jong en oud, man en vrouw maken gebruik van internettoepassingen. Er is zelfs geen onderscheid tussen behoudende gelovigen en wereldse kosmopolieten. Ook voor de verbreiding van religies bleek internet een geweldig middel. De tweedeling is eerder cultureel van aard. Er zijn nog steeds behoudende intellectuelen, vooral van sterk linkse signatuur, die de opmars van de nieuwe media ondersteund door grootmachten als Microsoft zien als een teken van het einde der tijden. Er zijn mensen zonder email. Maar dit is wel een ‘uitstervende’ categorie. Het kleinste netwerk dat we kennen, het gezin, vormt de basis voor toekomstige ontwikkelingen. Dit is een typische langetermijn trend. Het is nog te vroeg om daar iets over te zeggen. Er zijn nog steeds tendensen die
-9b-
daarop wijzen. Maar waarschijnlijker is dat kleinschalige familie- én vriendennetwerken de basis voor toekomstige ontwikkelingen zullen vormen. De extended family & friends gemeenschap zou ook het fundament kunnen leggen voor een nieuwe maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de naaste omgeving. Samen met – lokale – bedrijven is dan een nieuwe corporatievorm mogelijk die de basisvoorwaarden van het bestaan – grond, voedsel, huis, veiligheid, gezondheid, energie – met en voor die gemeenschap gaat regelen.