BIJSLUITER VALPROÏNEZUUR 250 mg en 500 mg zetpillen Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. - Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. - Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. - Dit geneesmiddel is gemaakt door GMP Apotheek De Magistrale Bereider en betreft een in Nederland niet-geregistreerde sterkte van dit geneesmiddel. Een geregistreerd geneesmiddel verdient altijd de voorkeur boven een nietgeregistreerd geneesmiddel. In dit geval is geen geregistreerde sterkte van dit geneesmiddel beschikbaar voor de behandeling die uw arts heeft voorgeschreven, daarom is voor u dit geneesmiddel in de apotheek bereid. Dit geneesmiddel voldoet aan de kwaliteitseisen zoals die ook voor geregistreerde geneesmiddelen gelden. - Deze bijsluiter bevat informatie over het geregistreerde gebruik van dit geneesmiddel bij de behandeling van epilepsie en manie bij bipolaire stoornissen én over het niet-geregistreerde gebruik bij migraine, zenuwpijn en depressie bij bipolaire stoornissen. De informatie over de behandelingen in deze bijsluiter is afkomstig uit landelijke en regionale formularia. Inhoud van deze bijsluiter 1. Waarvoor wordt dit geneesmiddel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit geneesmiddel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit geneesmiddel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit geneesmiddel? 6. Inhoud van de verpakking en aanvullende informatie
pagina 1 van 10
1. Waarvoor wordt dit geneesmiddel gebruikt? Valproïnezuur is een geneesmiddel dat de prikkeloverdracht bij zenuwen in de hersenen beïnvloedt en wordt gebruikt bij verschillende aandoeningen. Dit geneesmiddel wordt gebruikt bij: - epilepsie; - manie en depressie bij bipolaire stoornissen; - migraine; - zenuwpijn. 2. Wanneer mag u dit geneesmiddel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? Dit geneesmiddel mag niet worden gebruikt als u zwanger bent, denkt zwanger te zijn of zwanger wilt worden. Raadpleeg uw arts als u een kinderwens heeft en dit geneesmiddel gebruikt of gaat gebruiken. Uw arts zal de voordelen en risico’s van het gebruik van dit geneesmiddel voor uw situatie afwegen (zie verder het onderdeel Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid in deze bijsluiter). Wanneer mag u dit geneesmiddel niet gebruiken? - Als u zwanger bent, denkt zwanger te zijn of zwanger wilt worden. - Als u allergisch of overgevoelig bent voor Valproïnezuur of voor één van de andere stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder punt 6. - Als er in de familie eerder leverbeschadiging is voorgekomen door het gebruik van Valproïnezuur. - Als u een verminderde leverfunctie heeft. - Als u een verminderde functie van de alvleesklier heeft. - Als u sterk verhoogde kans op (spontane) bloedingen heeft. - Als u een ziekte heeft die berust op een stoornis in de aanmaak van de rode bloedkleurstof (porfyrie). Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit geneesmiddel? - als u beenmergschade heeft gehad, in dat geval is medisch toezicht noodzakelijk (bloedbeeld testen). - wanneer u een ontstekingsachtige ziekte van de huid en/of ingewanden heeft (SLE; systemische lupus erythematoses). Deze aandoening kan verergeren of opgewekt worden door Valproϊnezuur. - wanneer u tijdens de behandeling met VALPROÏNEZUUR zetpillen onderstaande klachten krijgt, raadpleeg dan onmiddellijk de behandelend arts: lichamelijk of geestelijke zwakte, gebrek aan eetlust (anorexia), lusteloosheid, slaperigheid, misselijkheid, herhaald braken, buikpijn, afkeer van voedsel dat normaal gegeten werd, afkeer van valproïnezuur, het weer optreden of verergeren van toevallen/stuipen (convulsies), merkbaar vaker pagina 2 van 10
kneuzingen / neusbloedingen en/of verlenging van de bloedingstijd, arts. Ontsteking van de lever of de alvleesklier, of een verhoogde hoeveelheid ammonia in het bloed kan de oorzaak zijn. Patiënten met vermoede stofwisselingsstoornissen, vooral enzymstoornissen van de ureumcyclus moeten daarom een stofwisselingsonderzoek laten doen door de arts voordat de behandeling gestart wordt (zie ook ‘Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?’). -
-
-
wanneer u een verminderde nierfunctie of eiwitgebrek in het bloed heeft; het kan nodig zijn dat uw arts de dosering verlaagt om het gehalte valproïnezuur in het bloed te verlagen. wanneer u een operatie of tandheelkundige ingreep moet ondergaan (bijv. tandtrekking). Aangezien het gebruik van VALPROÏNEZUUR zetpillen in relatie gebracht kan worden met de kans op bloedingen, moet de behandeld arts geïnformeerd worden dat u VALPROÏNEZUUR zetpillen gebruikt, om de bloedstolling te controleren. wanneer u gelijktijdig geneesmiddelen gebruikt die uw bloed verdunnen (bijv. vitamine K antagonisten), waardoor de kans op bloedingen toeneemt. De bloedstolling (Quick’s waarde) moet daarom regelmatig gecontroleerd worden. wanneer VALPROÏNEZUUR zetpillen wordt gegeven aan zuigelingen en kinderen beneden 3 jaar met een ernstige vorm van epilepsie (in het bijzonder die met afwijkingen die betrekking hebben tot de grote hersenen, psychische achterstand, bepaalde aandoeningen die door genen veroorzaakt worden en/of bekende stoornissen in de stofwisseling); er is een hoger risico van leververgiftiging in de eerste 6 maanden van de behandeling, vooral bij zeer jonge kinderen. Het risico van leververgiftiging is groter vooral bij de gecombineerde behandeling met andere geneesmiddelen tegen epilepsie. als u merkt dat uw gewicht toeneemt, vooral aan het begin van de behandeling. Dit kan komen door een toegenomen trek. U moet uw gewicht in de gaten houden en de mogelijke gewichttoename tot een minimum beperken. wanneer u of uw dochter in een vruchtbare leeftijd (puberteit) komt, houdt dan rekening met doeltreffende anticonceptie (zie ook onderdeel Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid in deze bijsluiter).
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen? Gebruikt u naast VALPROÏNEZUUR 250 mg of 500 mg zetpillen nog andere geneesmiddelen of heeft u dat kort geleden nog gedaan? Vertel dat dan aan uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt kopen. Een wisselwerking kan optreden met de volgende geneesmiddelen: - Bepaalde antibiotica zoals doripenem, ertapenem, imipenem, meropenem. Deze geneesmiddelen verminderen sterk de werking van Valproïnezuur. - Andere geneesmiddelen die bij epilepsie gebruikt worden. Deze geneesmiddelen en Valproïnezuur kunnen elkaars effecten versterken of verminderen. - Bepaalde geneesmiddelen tegen kanker, ritonavir, zidovudine en bupropion. - Mefloquine, erythromycine en cimetidine. Deze geneesmiddelen kunnen de werking van Valproïnezuur versterken of verminderen. pagina 3 van 10
-
Antistollingsmiddelen zoals fenprocoumon, acenocoumarol, acetylsalicylzuur en carbasalaatcalcium. Combinatie met deze geneesmiddelen verhoogt de kans op bloedingen. Bepaalde geneesmiddelen tegen depressies of psychoses. Bepaalde geneesmiddelen bij angst, spanning en slaapstoornissen. Codeϊne (o.a. in hoestdranken)
Raadpleeg in deze gevallen uw arts of apotheker. Waarop moet u letten met eten, drinken en alcohol? Wees voorzichtig met het gebruik van alcohol. Alcohol en Valproïnezuur kunnen elkaars effecten versterken. De combinatie kan slaperigheid veroorzaken. Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem in deze gevallen contact op met uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel heeft een hoog risico op ontwikkelingsstoornissen en/of aangeboren misvormingen van uw ongeboren kind wanneer u het gebruikt tijdens de zwangerschap. Zwangerschap Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt. Voorafgaand aan de behandeling moeten vrouwen in de vruchtbare leeftijd advies van hun arts krijgen over de noodzaak van het plannen en controleren van een eventuele zwangerschap. Er bestaat een verhoogd risico dat het ongeboren kind schade aan de ruggenwervels en het ruggenmerg oploopt als u VALPROÏNEZUUR zetpillen aan het begin van de zwangerschap gebruikt. Er kunnen ook andere afwijkingen optreden, en de kans hierop wordt nog groter als men tegelijk andere geneesmiddelen tegen epileptische aanvallen inneemt. Het verdient aanbeveling diagnostische tests, zoals ultrageluid en laboratoriumtests voor alfafoetoproteïne, te laten uitvoeren om eventuele schade aan het kind op te sporen. Epileptische aanvallen Als u overweegt zwanger te worden of al zwanger bent moet u de laagst mogelijke dosis VALPROÏNEZUUR zetpillen gebruiken die de epileptische aanvallen nog onder controle kan houden, vooral aan het begin van de zwangerschap (20e tot 40e dag na conceptie).U moet de dagelijkse dosis in meerdere kleine doseringen verdeeld over de dag innemen, om te voorkomen dat er een te hoge concentratie van het actieve bestanddeel in het bloed komt. Hierdoor blijft ook de concentratie Valproïnezuur in uw bloed gedurende de hele dag constant. Onderbreek de behandeling met VALPROÏNEZUUR zetpillen niet tijdens de zwangerschap zonder met uw arts te overleggen, aangezien een abrupte stopzetting van de behandeling of een ongecontroleerde dosisverlaging epileptische aanvallen kan veroorzaken die u en/of uw ongeboren kind schade kunnen berokkenen. Als u van plan bent zwanger te worden of al zwanger bent, moet u foliumzuursupplementen gebruiken. pagina 4 van 10
Er is melding gemaakt van bloedingsproblemen bij de pasgeboren kinderen van moeders die tijdens de zwangerschap met valproïnezuur behandeld werden. Manische episodes bij bipolaire stoornis U mag dit geneesmiddel niet gebruiken voor de behandeling van manie wanneer u zwanger of in de vruchtbare leeftijd bent, tenzij uw arts dit uitdrukkelijk adviseert. Als u in de vruchtbare leeftijd bent, moet u effectieve anticonceptie gebruiken tijdens de behandeling. Borstvoeding Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt. Valproïnezuur wordt uitgescheiden via de moedermelk. Aangezien alleen kleine hoeveelheden zijn gevonden, veroorzaken ze geen risico voor het kind en stoppen met de borstvoeding is over het algemeen niet noodzakelijk. Rijvaardigheid en het gebruik van machines Dit geneesmiddel kan de rijvaardigheid of de bekwaamheid om machines te gebruiken beïnvloeden. Rijd niet en gebruik geen gereedschap of geen machines zonder advies van uw arts of apotheker. Met name in het begin van behandeling, indien hogere doses worden gebruikt of als u gelijktijdig andere geneesmiddelen gebruikt die ook effect op het centrale zenuwstelsel hebben, kunnen slaperigheid of verwardheid voorkomen. Dit kan uw reactievermogen beïnvloeden, wat uw bekwaamheid om een voertuig te besturen of machines te bedienen vermindert, ongeacht uw onderliggende ziekte. Dit effect is sterker in combinatie met alcohol. 3. Hoe gebruikt u dit geneesmiddel? Gebruik dit geneesmiddel altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. De gebruikelijke dosering is: Volwassenen en kinderen: 2 tot 4 maal per dag 1 zetpil. De maximale dosering is: voor kinderen tot 2 jaar: 50 mg per kg lichaamsgewicht per dag. voor kinderen van 2 - 10 jaar: 40 mg per kg lichaamsgewicht per dag. voor volwassenen en kinderen vanaf 10 jaar: 30 mg per kg lichaamsgewicht per dag. Deze zetpillen zijn niet geschikt voor kinderen die minder dan 10 kg wegen. Gebruik de zetpil als volgt: - zorg ervoor dat u ontlasting hebt gehad, indien nodig. - was uw handen. - haal de zetpil uit de verpakking.
pagina 5 van 10
-
ga bij voorkeur op uw zij liggen met uw onderste been gestrekt en uw bovenste been opgetrokken. Kan dat niet, ga dan voorovergebogen staan of gehurkt zitten. breng de zetpil met de punt of stompe kant naar voren langzaam tussen de billen in de anus. Dit gaat makkelijker als u het uiteinde in water of slaolie heeft gedoopt. blijf zo mogelijk 5 tot 10 minuten liggen om te voorkomen dat de zetpil er weer uitkomt. was uw handen.
Heeft u te veel van dit geneesmiddel gebruikt? Als u teveel VALPROÏNEZUUR zetpillen heeft gebruikt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts of apotheker. Bent u vergeten dit geneesmiddel te gebruiken? Als u een dosis vergeten bent te gebruiken dan dient u dit alsnog zo snel mogelijk te doen. Als het echter bijna tijd is voor de volgende dosis, sla dan de gemiste dosis over en ga verder met uw normale doseringsschema. Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosering in te halen. Als u stopt met het gebruik van dit geneesmiddel. Overleg altijd met uw arts, als u eerder wilt stoppen met dit geneesmiddel dan wat de arts heeft aangegeven. Wanneer de behandeling met VALPROÏNEZUUR zetpillen voortijdig wordt gestaakt, kunnen epileptische aanvallen opnieuw worden veroorzaakt. Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
4. Mogelijke bijwerkingen Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken. De volgende frequenties zijn gebruikt bij het rangschikken van de bijwerkingen: zeer vaak (komt voor bij meer dan 1 op de 10 patiënten) vaak (komt voor bij 1 tot 10 patiënten op de 100 patiënten) soms (komt voor bij 1 tot 10 patiënten op de 1.000 patiënten) zelden (komt voor bij 1 tot 10 patiënten op de 10.000 patiënten) zeer zelden (bij minder dan 1 op de 10.000 patiënten) niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Bloed- en lymfestelselaandoeningen Een verlaging van het aantal bloedplaatjes (trombocytopenie) of witte bloedlichaampjes (leukopenie) komt vaak voor. Deze effecten zijn vaak geheel pagina 6 van 10
reversibel als de behandeling met VALPROÏNEZUUR zetpillen wordt voortgezet, en altijd als de behandeling wordt gestaakt. Soms ontstond er een ophoping van water in de weefsels (oedeem) en kwamen bloedingen voor. Zelden geeft valproaat een verlaging van de hoeveelheid eiwit (fibrinogeen) in het bloed en een remming van de klontering van bloedplaatjes (bloedstolling) waardoor u langer blijft bloeden. Zeer zelden leidde een vermindering van de beenmergfunctie tot andere stoornissen van de bloedcomponenten (lymfopenie, neutropenie, pancytopenie), ernstige anemie (bloedarmoede) of agranulocytose (symptomen: koorts, keelpijn). Valproïnezuur kan de bloedstolling (een functie van de bloedplaatjes) remmen, zodat de bloedingstijd langer wordt. Bloedingen komen niet vaak voor. Immuunsysteemaandoeningen Zelden: Reacties van het verdedigingsstelsel van het lichaam tegen zijn eigen bindweefsel (lupus erythematosus). Niet bekend: Zwelling met pijnlijke, jeukende dikke plekken vooral bij de ogen, lippen, keel en soms handen en voeten (angio-oedeem). Syndroom met door geneesmiddel veroorzaakte huiduitslag, koorts, zwelling van lymfeklieren en mogelijke aantasting van andere organen (DRESS). Voedings- en stofwisselingsstoornissen Een stoornis die zeer vaak voorkomt is een geïsoleerde, matige verhoging van de ammoniakconcentraties in het serum zonder dat de leverfunctieparameters veranderen (zie ook rubriek 2 ‘Wanneer mag u dit middel niet gebruiken’ en ‘Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?”); staken van de behandeling is niet nodig. Afhankelijk van de dosering komen gewichtstoename of gewichtsverlies, en een grotere of geringere eetlust vaak voor. Tijdens de behandeling met valproïnezuur werd een verminderde activiteit van biotinidase waargenomen. Er is ook melding gemaakt van een tekort aan biotine. Zeer zelden: lage bloedwaarden voor natrium, dat kan leiden tot vermoeidheid en verwarring. Psychische stoornissen Soms: Geïrriteerdheid, extreme activiteit of verwardheid, vooral aan het begin van de behandeling. Ook zijn hallucinaties gemeld. Zenuwstelselaandoeningen Dosisafhankelijk en vaak voorkomend: slaperigheid, trillen of een vreemd gevoel zoals een tintelende of gevoelloze huid. Vermoeidheid en slaperigheid, apathie en coördinatieproblemen (ataxie) komen vaak voor wanneer gelijktijdig andere anti-epileptica gebruikt worden. Soms: Hoofdpijn, spierspanning, onzeker lopen, vooral aan het begin van de behandeling. Soms: Kort na het gebruik van geneesmiddelen die valproïnezuur bevatten werd organische hersenziekte waargenomen, ongeacht de dosering. De oorzaak en het pagina 7 van 10
ontstaansmechanisme zijn niet vastgesteld, en de ziekte kan voorbijgaan na staken van de behandeling. In sommige gevallen zijn verhoogde concentraties ammoniak beschreven, evenals een verhoogde concentratie fenobarbital als tegelijk behandeld werd met fenobarbital (een ander geneesmiddel voor de behandeling van epileptische aanvallen). Soms ontstond fysieke rigiditeit terwijl men bij bewustzijn was (stupor) die soms in coma overging; dit ging gedeeltelijk gepaard met een verhoogde frequentie van de epileptische aanvallen. De symptomen verdwenen na een verlaging van de dosering of staken van de behandeling. De meeste van deze gevallen ontstonden tijdens een combinatiebehandeling (vooral met fenobarbital) of na een snelle verhoging van de dosering. Zelden, vooral bij hogere doseringen of in combinatie met andere anti-epileptica, is chronische hersenziekte (encefalopathie) gemeld waarbij de hersenfunctie werd verstoord, inclusief verminderde geestelijke vermogens. Hoe dit ontstaat is nog niet voldoende duidelijk. Zeer zelden is melding gemaakt van een verstoorde hersenfunctie, gepaard aan een vermindering van het hersenweefsel, die weer herstelde na staken van de behandeling met VALPROÏNEZUUR zetpillen. Bij een langdurige behandeling met VALPROÏNEZUUR zetpillen in combinatie met andere anti-epileptica, vooral fenytoïne, kunnen symptomen van hersenbeschadiging (encefalopathie) optreden, samen met een verhoogd aantal epileptische aanvallen, gebrek aan energie, fysieke rigiditeit terwijl men bij bewustzijn is (stupor), spierzwakte (musculaire hypotensie), bewegingsstoornissen (choroïde dyskinesie) en ernstige algemene veranderingen in het elektro-encefalogram (EEG). Ook is een reversibele ziekte van Parkinson gemeld. Niet bekend is hoe vaak sedatie, oncontroleerbare bewegingen (extrapiramidale bewegingen) voorkomen. Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen Oorsuizen is waargenomen. Er is melding gemaakt van tijdelijk en blijvend gehoorverlies, hoewel er geen oorzakelijk verband is vastgesteld met het gebruik van geneesmiddelen die valproïnezuur of natriumvalproaat bevatten. Bloedvataandoeningen Zelden: Ontsteking van de bloedvaten (vasculitis). Maagdarmstelselaandoeningen Soms kwamen overmatige speekselvorming en diarree voor, vooral aan het begin van de behandeling. Ook zijn aan het begin van de behandeling soms lichte maagdarmstoornissen beschreven (misselijkheid, buikpijn), die gewoonlijk na enkele dagen afnamen, ook als de behandeling werd voortgezet. In zeldzame gevallen kwam alvleesklierbeschadiging voor, soms met fatale afloop. Lever- en galaandoeningen Soms: Er kunnen dosisafhankelijke, ernstige (soms fatale) leverfunctiestoornissen optreden. Bij kinderen, vooral bij hen die tegelijk ook andere geneesmiddelen tegen epileptische aanvallen gebruiken, is de kans op leverbeschadiging aanzienlijk groter.
pagina 8 van 10
Huid- en onderhuidaandoeningen Vaak: Dosisafhankelijke, tijdelijke haaruitval, dunner worden van het haar. In zeldzame gevallen leidt het gebruik van geneesmiddelen die valproïnezuur bevatten tot huidreacties (erythema multiforme). Zeer zelden zijn ernstige huidreacties (Stevens-Johnson-syndroom en toxische epidermale necrolyse of het Lyell-syndroom) gemeld. Zie ook ‘Immuunsysteemaandoeningen”. Botten en spieren Er zijn meldingen van botafwijkingen waaronder dunner worden van het bot (osteopenie, osteoporose) en botbreuken. Indien u langdurig met een middel tegen epilepsie (anti-epilepticum) wordt behandeld, u eerder osteoporose heeft gehad of indien u steroïden gebruikt dient u met uw arts te overleggen. Nier- en urinewegaandoeningen Zelden kwam een bepaald type nierfunctiestoornis (Fanconi-syndroom) voor. Deze herstelt zich na staken van de behandeling. Bij kinderen is bedplassen waargenomen. Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen Vaak: onregelmatige menstruatie Zelden: onregelmatige menstruatie of uitblijven van de menstruatie, pijn bij de menstruatie, vergrote eierstokken met cysten en verhoogde concentraties van testosteron, het mannelijke geslachtshormoon. Algemene aandoeningen Zeer zelden is een daling van de lichaamstemperatuur (hypothermie) beschreven. Deze herstelde zich na staken van de behandeling. Indien dosisonafhankelijke bijwerkingen voorkomen, dient de behandeling met het geneesmiddel door uw behandelend arts te worden stopgezet. Indien een ernstige stoornis van de werking van lever of alvleesklier wordt vermoed, dient de arts onmiddellijk de behandeling te stoppen. Andere geneesmiddelen met gelijk stofwisselingseffect, die dezelfde bijwerkingen kunnen veroorzaken, moeten tijdelijk worden stopgezet. In incidentele gevallen kan klinische verergering nog steeds optreden. Krijgt u veel last van een van de bijwerkingen? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het Nederlandse bijwerkingen centrum Lareb (www.lareb.nl). Het melden van bijwerkingen draagt bij aan de veiligheid van geneesmiddelen.
pagina 9 van 10
5. Hoe bewaart u dit geneesmiddel? Buiten het zicht en bereik van kinderen houden. De bewaarcondities zijn vermeld op de verpakking. Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de verpakking. Spoel overgebleven geneesmiddelen niet door de gootsteen of de WC en gooi ze niet in de vuilnisbak. Vraag uw apotheker wat u moet doen met geneesmiddelen die u niet meer gebruikt. 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie Welke stoffen zitten er in dit geneesmiddel? De werkzame stof in dit geneesmiddel is Valproïnezuur. De andere stof in dit geneesmiddel is Witepsol H15. Hoe ziet dit geneesmiddel eruit en hoeveel zit er in een verpakking? VALPROÏNEZUUR 250 mg en 500 mg zetpillen zijn wit van kleur en verpakt in een zetpilstrip. Op de zetpilstrip staat de sterkte van de zetpil vermeld. De zetpillen zijn per 30 stuks verpakt in een omdoos. Fabrikant: GMP Apotheek De Magistrale Bereider A. van Leeuwenhoekstraat 16 3261 LT Oud-Beijerland Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met uw apotheek. Deze bijsluiter is voor het laatst aangepast in februari 2015 door GMP Apotheek De Magistrale Bereider.
pagina 10 van 10