BIJSLUITER (Ref. 22.04.2009) MRP approval 25.03.2009
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Immukine 100 microgram/0,5 ml oplossing voor injectie (recombinant humaan interferon gamma-1b) Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter. Het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is IMMUKINE en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u IMMUKINE gebruikt 3. Hoe wordt IMMUKINE toegediend 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u IMMUKINE 6. Aanvullende informatie
1.
WAT IS IMMUKINE EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
IMMUKINE bevat recombinant humaan interferon gamma-1b. Interferonen zijn zogenaamde immunomodulantia. Dit zijn kleine eiwitten die in staat zijn om lichaamseigen afweerprocessen te stimuleren. Ze beschermen tegen micro-organismen (bv bacteriën, virussen en schimmels) die ziekten kunnen veroorzaken. IMMUKINE wordt gebruikt bij patiënten met chronische granulomateuze ziekte (CGD). CGD is een defect in de stofwisseling van neutrofielen, een soort witte bloedcellen. Neutrofielen doden gewoonlijk bacteriën en schimmels die het lichaam binnendringen. Door de aandoening CGD zijn neutrofielen minder in staat om infecties te voorkomen. IMMUKINE wordt gebruikt om het aantal ernstige infecties dat kan optreden bij deze ziekte te verlagen. IMMUKINE wordt ook gebruikt bij patiënten met ernstige, kwaadaardige marmerbeenziekte (osteopetrosis). Dit is een erfelijke aandoening van botcellen, die leidt tot een overmatige, abnormale botgroei. Het heeft ook invloed op het beenmerg en de bloedcellen die daarin normaal aangemaakt worden. Dit heeft als gevolg dat patiënten met marmerbeenziekte ook risico lopen op ernstige infecties.
2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U IMMUKINE GEBRUIKT
Gebruik IMMUKINE niet als u allergisch (overgevoelig) bent voor interferon gamma of voor soortgelijke interferonen of voor één van de andere bestanddelen van IMMUKINE (zie ook rubriek 6 voor andere bestanddelen). Vraag uw arts of apotheker als u niet zeker weet of u allergisch bent voor inferferonen.
Wees extra voorzichtig met IMMUKINE -
-
wanneer u lijdt aan een hartkwaal, omdat er een verslechtering van uw hartconditie kan optreden bij hogere doseringen dan die gewoonlijk worden toegediend (zie rubriek 3 voor informatie over doseringen) wanneer u lijdt aan toevallen en/of aandoeningen die gepaard gaan met functiestoornissen van het centrale zenuwstelsel wanneer uw lever niet goed genoeg werkt (leverinsufficiëntie) wanneer uw nieren niet goed genoeg werken (nierinsufficiëntie) wanneer uw beenmerg niet genoeg bloedcellen aanmaakt (myelosuppressie).
Raadpleeg uw arts indien één van de bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is of in het verleden is geweest. U moet voorkomen dat u IMMUKINE tegelijk toegediend krijgt met andere soorten geneesmiddelen met eiwitten of een vaccin. Als u hier vragen over heeft, neem dan contact op met uw arts. U moet doorgaan met het ondergaan van onderzoeken voor de controle van CGD en ernstige, kwaadaardige marmerbeenziekte. Uw bloedbeeld, urine- nier- en leverfunctie zullen worden onderzocht, zowel voorafgaand aan als tijdens de behandeling. Hoge spiegels interferon gamma-1b kunnen mogelijk de vruchtbaarheid van man en vrouw schaden. Gebruik met andere geneesmiddelen Het is mogelijk dat u tijdens het gebruik van IMMUKINE voor de behandeling van CGD nog antibiotica nodig heeft tegen infecties. Er is geen bewijs dat IMMUKINE de werkzaamheid beïnvloedt van antibiotica of corticosteroïden (geneesmiddelen die vaak gebruikt worden bij CGD en ernstige, kwaadaardige marmerbeenziekte). Geneesmiddelen met invloed op de lever of de nieren kunnen mogelijk de uitscheiding van IMMUKINE uit het lichaam beïnvloeden. Het is mogelijk dat IMMUKINE de werkingsduur van andere geneesmiddelen, die door de lever worden afgebroken en verwijderd uit het lichaam, verlengt. Als u IMMUKINE gelijktijdig gebruikt met geneesmiddelen die werken op het hart, bloed, beenmerg of zenuwstelsel kan de kans op het optreden van bijwerkingen van IMMUKINE verhoogd zijn. Informeer uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt verkrijgen. Zwangerschap en borstvoeding Gebruik geen IMMUKINE tijdens de zwangerschap, tenzij uw arts aangeeft dat het essentieel is. U wordt afgeraden borstvoeding te geven tijdens het gebruik van IMMUKINE. Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel gebruikt. Rijvaardigheid en het gebruik van machines IMMUKINE kan het reactievermogen verminderen en kan dus een negatieve invloed hebben op de rijvaardigheid en de bekwaamheid om machines te bedienen. Deze invloed kan worden versterkt door alcoholgebruik.
Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van IMMUKINE Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per 0,5 ml injectieflacon; het is dus nagenoeg ‘natrium-vrij’. Dit kan belangrijk zijn voor mensen met hoge bloeddruk en/of mensen met met een natriumarm dieet.
3.
HOE WORDT IMMUKINE TOEGEDIEND
IMMUKINE is voor injectie onder de huid (subcutaan gebruik) en kan worden toegediend door een arts of verpleegkundige. U of een familielid kan ook IMMUKINE toedienen. Een arts of verpleegkundige dient u of een familielid te instrueren hoe de injectie toe te dienen. De aanbevolen dosering voor IMMUKINE ter behandeling van patiënten met CGD of ernstige, kwaadaardige marmerbeenziekte is 50 mcg/m2 voor patiënten met een lichaamsoppervlakte van meer dan 0,5 m2, en 1,5 mcg/kg voor patiënten met een lichaamsoppervlakte die gelijk is aan of minder dan 0,5 m2. Uw arts zal beslissen hoeveel IMMUKINE u nodig heeft voor de behandeling van CGD of ernstige, progressieve marmerbeenziekte. Volg bij het gebruik van IMMUKINE nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Injecteer exact de door uw arts bepaalde hoeveelheid IMMUKINE vlak onder uw huid of laat u injecteren. U dient de injecties driemaal per week te krijgen (bijvoorbeeld op maandag, woensdag en vrijdag), bij voorkeur ’s avonds. De optimale injectieplaatsen zijn de bovenarm of het bovenste gedeelte van het dijbeen. -
Controleer altijd vóór toediening van de injectie het daadwerkelijk opgezogen volume van de IMMUKINE oplossing. Gebruik IMMUKINE niet als u vóór toediening van de oplossing kleine deeltjes en verkleuring ziet. IMMUKINE mag niet met andere geneesmiddelen worden gemengd. Injectieflacons met IMMUKINE mogen niet krachtig worden geschud.
Wat u moet doen als u meer van IMMUKINE gebruikt dan u zou mogen Raapleeg onmiddellijk uw arts wanneer u meer IMMUKINE heeft toegediend dan uw arts heeft voorgeschreven. Symptomen die kunnen optreden na het toedienen van te veel IMMUKINE zijn: - bijwerkingen van het centrale zenuwstelsel, zoals moeilijkheden bij het nadenken, moeilijkheden bij het lopen en duizeligheid. - als u een hartaandoening heeft, kan deze gedurende een korte tijd verslechteren - afwijkingen in het bloedbeeld kunnen optreden. Hieronder vallen: - tijdelijke veranderingen in de hoeveelheid van sommige bloedcellen - toegenomen bloedspiegels van sommige stoffen (leverenzymen en vetten) Deze veranderingen kan uw arts vaststellen met een bloedonderzoek. Deze symptomen verdwijnen als de dosis IMMUKINE wordt verlaagd of als u stopt met het gebruik van IMMUKINE. Wanneer u teveel van IMMUKINE heeft gebruikt of ingenomen, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum (070/245.245). Wat u moet doen wanneer u bent vergeten IMMUKINE te gebruiken Dien uw injectie toe (of laat uw injectie toedienen) op het tijdstip dat uw dokter heeft aanbevolen. Als u een dosis vergeten bent toe te dienen, injecteer dan geen dubbele dosis om een overgeslagen dosis in
te halen. U kunt deze dosis alsnog toedienen op dezelfde of volgende dag. Als u denkt dat u te lang geen dosis heeft gekregen, neem dan contact op met uw arts. Als u stopt met het gebruik van IMMUKINE Informeer uw arts als u stopt met het gebruik van IMMUKINE. Als u nog vragen heeft over het gebruik van dit geneesmiddel, vraag dan uw arts of apotheker.
4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan IMMUKINE bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. De kans op het optreden van bijwerkingen is afhankelijk van de dosering en het doseringsschema dat u heeft gekregen. Zeer vaak voorkomende bijwerkingen (bij meer dan 1 op de 10 behandelde patiënten) zijn: - Griepachtige symptomen zoals koorts, hoofdpijn en koude rillingen. Deze griepachtige symptomen kunnen in hevigheid afnemen naarmate de behandeling voortduurt. Een aantal van deze symptomen kan worden verminderd door IMMUKINE vlak voor het slapen gaan toe te dienen. Een geneesmiddel zoals paracetamol kan worden gebruikt om deze bijwerkingen te verlichten. Bij sommige patiënten die IMMUKINE gebruiken kunnen tijdelijk huidproblemen optreden, waaronder: - huiduitslag (tijdelijk) - vlekkerige huiduitslag - plotselinge vorming van blaasjes op de huid - roodverkleuring van de huid op de injectieplaats. Deze bijwerkingen zijn zelden ernstig genoeg een reden om de behandeling met IMMUKINE te stoppen. Gevoeligheid voor druk op de injectieplaats is ook waargenomen. Bijwerkingen die vaak (bij minder dan 1 op de 10 behandelde patiënten) voorkomen zijn: - griepachtige symptomen zoals spierpijn of vermoeidheid - braken - misselijkheid - gewrichtspijn - diarree - rugpijn - maagpijn Bijwerkingen die zelden voorkomen (bij minder dan 1 op de 1.000 behandelde patiënten) zijn: - verwardheid - auto-immuun ziekte ‘lupus’ of ‘SLE’ (systemische lupus erythematosus); symptomen kunnen zijn: gewrichtspijn, vermoeidheid, koorts, uitslag en spierzwakte - auto-immuun reacties; symptomen kunnen zijn: griepachtige verschijnselen, gewrichtspijn, vermoeidheid, koorts, uitslag, spierzwakte. Bijwerkingen waarvan geen frequentie bekend is: In sommige gevallen zijn er eiwitten in de urine gevonden. Soms was er sprake van verhoogde waarden van leverenzymen (AST en ALT) in het bloed.
Een tekort aan witte bloedlichaampjes (neutropenie) kan optreden. Een tekort aan bloedplaatjes (trombocytopenie) kan ook optreden. Dit kan gepaard gaan met blauwe plekken en bloedingsneigingen. Ook zijn er bijwerkingen gemeld bij patiënten met andere aandoeningen dan CGD of marmerbeenziekte. Deze verschijnselen werden niet gezien in de klinische onderzoeken voor CGD en marmerbeenziekte. De volgende bijwerkingen zijn gemeld in klinisch onderzoek met patiënten die lijden aan andere ziekten dan CGD of marmerbeenziekte. Vaak was de dosis toegediend in deze studies hoger dan de aanbevolen dosis voor CGD en marmerbeenziekte. Daarom is het niet mogelijk om precies aan te geven hoe vaak deze bijwerkingen optreden. Deze bijwerkingen zijn: - lage bloedspiegel van natrium, wat vermoeidheid, verwardheid, spiertrekkingen, een beroerte of coma kan veroorzaken (hyponatremie) - hoge bloedspiegels van een suiker genaamd glucose (hyperglycemie) en vetten genaamd triglyceriden (hypertriglyceridemie) - zenuwstelselaandoeningen zijn waargenomen, waaronder: - verwardheid - desoriëntatie - verstoord loopgedrag zoals een Parkinsonachtige loop - rilling - toevallen/stuipen (convulsies) - waarnemingen van dingen die er niet zijn (hallucinaties) - hartaandoeningen zijn ook waar genomen, waaronder: - extra en onregelmatige hartslagen - verstoring van de hartslag, zoals versnelde of vertraagde hartslag - hartproblemen die kortademigheid kunnen veroorzaken of dikke enkels (hartfalen) - hartaanval - aandoeningen van de bloedsomloop zijn ook gemeld, waaronder - lage bloeddruk - flauwvallen - voorbijgaande stoornis in de bloedvoorziening van de hersenen die weinig of geen restverschijnselen nalaat (TIA) - bloedprop of blokkade van een longader (diep veneuze trombose en pulmonaire embolisme). Symptomen kunnen o.a. kortademigheid zijn. - ademhalingsstoornissen zijn opgetreden, waaronder: - versneld ademhalen - benauwdheid (door kramp van de spieren van de luchtwegen (bronchospasme) of interstitiële longziekte) - maagdarmbloedingen zijn voorgekomen - ontsteking van de alvleesklier waaronder ook met fatale afloop, is voorgekomen - schade aan de lever die de werking beïnvloedt (leverfalen) - schade aan de nieren die de werking beïnvloedt, maar die behandeld kan worden (omkeerbare nierfalen) - pijn op de borst - verergering van de huidaandoening dermatomyositis (huiduitslag met spierzwakte) - ontwikkeling van de chronische ziekte systemische lupus erythomatodes (het immuunsysteem van de patiënt valt diverse onderdelen van het lichaam aan) Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker.
5.
HOE BEWAART U IMMUKINE
Buiten het bereik en het zicht van kinderen houden. Uiterste gebruiksdatum: gebruik IMMUKINE niet meer na de datum vermeld op de verpakking achter de afkorting "EXP. maand/jaar" (de eerste twee cijfers geven de maand aan, de volgende het jaar - de vervaldatum is de laatste dag van de vermelde maand). Bewaren in een koelkast ( 2°C - 8°C) Niet invriezen. De injectieflacons met IMMUKINE, oplossing voor injectie, zijn voor éénmalig gebruik. IMMUKINE bevat geen conserveermiddel. Eenmaal geopend, dient de inhoud van een ampul direct te worden gebruikt. Het niet gebruikte gedeelte van de ampul dient te worden weggegooid. Gebruik IMMUKINE niet als u merkt dat de vloeistof is verkleurd of er deeltjes inzitten. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu.
6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat IMMUKINE Een injectieflacon (0,5 ml) bevat 2 × 106 IE (0,1 mg) recombinant humaan interferon gamma-1b geproduceerd via genetisch gemodificeerde E.coli bacteriën. Andere bestanddelen (hulpstoffen) zijn: D-mannitol, dinatriumsuccinaat hexahydraat, polysorbaat 20, barnsteenzuur en water voor injectie. Hoe ziet IMMUKINE er uit en wat is de inhoud van de verpakking IMMUKINE is een heldere, kleurloze oplossing voor injectie. IMMUKINE is verkrijgbaar in injectieflacons van 3 ml die 0,5 ml oplossing voor injectie bevatten. Verpakkingsgroottes: 1, 3, 5, 6 en 12 injectieflacon(s) in een doosje. Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgroottes in de handel worden gebracht. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Registratiehouder: SCS Boehringer Ingelheim Comm.V Arianelaan 16 B-1200 Brussel Fabrikant: Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG Dr. Boehringer-Gasse 5-11 A-1121 Wenen
Registratienummer: BE160614 Geneesmiddel op medisch voorschrift. Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in 07/2009
NOTICE: INFORMATION DE L’UTILISATEUR
Immukine 100 microgrammes/0,5 ml solution injectable (Interféron gamma-1b recombinant humain)
Veuillez lire attentivement l'intégralité de cette notice avant d'utiliser ce médicament. Gardez cette notice, vous pourriez avoir besoin de la relire. Si vous avez d'autres questions, si vous avez un doute, demandez plus d’informations à votre médecin ou votre pharmacien. Ce médicament vous a été personnellement prescrit. Ne le donnez jamais à quelqu’un d’autre, même en cas de symptômes identiques, cela pourrait lui être nocif. Si l’un des effets indésirables devient grave ou si vous remarquez un effet indésirable non mentionné dans cette notice, parlez-en à votre médecin ou votre pharmacien. Dans cette notice: 1. Qu'est-ce qu'IMMUKINE et dans quel cas est-il utilisé 2. Quelles sont les informations à connaître avant d'utiliser IMMUKINE 3. Comment administrer IMMUKINE 4. Quels sont les effets indésirables éventuels 5. Comment conserver IMMUKINE 6. Informations supplémentaires
1.
QU'EST-CE QU'IMMUKINE ET DANS QUEL CAS EST-IL UTILISE
IMMUKINE contient une substance dénommée interféron gamma-1b humain recombinant. Les interférons sont des médicaments immunomodulateurs. Il s’agit de petites protéines qui peuvent stimuler les défenses immunitaires. Celles-ci assurent la protection de l’organisme contre les microorganismes (par exemple, les bactéries, les virus et les champignons) susceptibles de provoquer des maladies. IMMUKINE est destiné à être utilisé chez les patients atteints de granulomatose chronique familiale. Cette maladie est provoquée par une anomalie du métabolisme des neutrophiles, un type de globules blancs. Ceux-ci détruisent normalement les bactéries ou les champignons envahissant l’organisme. L’anomalie caractéristique de la granulomatose chronique familiale altère la capacité des neutrophiles à prévenir les infections. IMMUKINE est utilisé pour réduire le nombre d’infections graves survenant au cours de cette maladie. IMMUKINE est également utilisé chez les patients atteints d’ostéopétrosee progressive sévère (maladie des os de marbre). Il s’agit d’une maladie héréditaire des cellules osseuses, qui conduit à une croissance anormale et excessive de l’os. Elle affecte également la moelle osseuse et les cellules sanguines qui s’y forment. Par conséquent, les patients atteints d’ostéopétrose sont également exposés à des risques d’infections graves.
2.
QUELLES SONT LES INFORMATIONS A CONNAITRE AVANT D'UTILISER IMMUKINE
N’utilisez jamais IMMUKINE -
Si vous êtes allergique (hypersensible) à l’interféron gamma, à d’autres interférons apparentés ou à l’un des autres composants contenus dans IMMUKINE (veuillez vous référer à la rubrique 6 concernant les autres composants).
Demandez conseil à votre médecin ou votre pharmacien si vous avez un doute sur le fait d’être allergique aux interférons. Faites attention avec IMMUKINE -
Si vous avez une maladie cardiaque, car des doses supérieures à la posologie normale peuvent aggraver votre affection cardiaque (voir la rubrique 3 pour des informations sur la posologie) si vous souffrez de troubles convulsifs et/ou d’une altération des fonctions du système nerveux central si votre foie ne fonctionne pas de façon efficace (insuffisance hépatique) si vos reins ne fonctionnent pas de façon efficace (insuffisance rénale) si votre moelle osseuse ne produit pas une quantité suffisante de cellules sanguines (insuffisance médullaire).
Consultez votre médecin si l’une des mises en garde ci-dessus vous concerne ou vous a concerné dans le passé. Vous devez éviter d’utiliser IMMUKINE en même temps que d’autres médicaments à base de protéines. Vous devez également éviter d’utiliser IMMUKINE en même temps qu’une vaccination. Si vous avez des questions à ce sujet, consultez votre médecin. Vous devez continuer à subir les tests effectués dans le cadre de la surveillance de la granulomatose chronique familiale et de l’ostéopétrose progressive sévère. Il est nécessaire de vérifier étroitement votre numération formule sanguine, la composition de vos urines, ainsi que la fonction de vos reins et de votre foie, avant et pendant le traitement. Des concentrations élevées d’interféron gamma-1b dans l’organisme sont susceptibles d’altérer la fertilité chez l’homme et chez la femme. Prise d'autres médicaments Vous pouvez également recevoir des traitements antibiotiques contre les infections qui continueront à survenir au cours du traitement de la granulomatose chronique familiale par IMMUKINE. Aucun élément n’indique qu’IMMUKINE affecte l’efficacité des antibiotiques ou des corticostéroïdes, des médicaments fréquemment utilisés dans la granulomatose chronique familiale et l’ostéopétrose maligne sévère. Les médicaments qui affectent le foie ou les reins peuvent modifier l’excrétion d’IMMUKINE par l’organisme. Il est possible qu’IMMUKINE prolonge l’activité d’autres médicaments qui sont dégradés et éliminés du corps par le foie. Si vous utilisez IMMUKINE simultanément à des médicaments agissant sur le cœur, le sang, la moelle osseuse ou le système nerveux, le risque d’effets indésirables peut être augmenté. Si vous prenez ou avez pris récemment un autre médicament, y compris un médicament obtenu sans ordonnance, parlez-en à votre médecin ou à votre pharmacien. Grossesse et allaitement
Vous ne devez pas utiliser IMMUKINE au cours de la grossesse, sauf si votre médecin considère que ce traitement est indispensable. Il est également recommandé de ne pas allaiter pendant le traitement par IMMUKINE. Demandez conseil à votre médecin ou à votre pharmacien avant de prendre tout médicament. Conduite de véhicules et utilisation de machines IMMUKINE peut réduire la capacité de réponse, et par conséquent avoir un effet négatif sur la capacité à conduire des véhicules et à utiliser des machines. Cet effet peut être amplifié par la consommation d’alcool. Informations importantes concernant certains composants de IMMUKINE Ce médicament contient moins de 1 mmol de sodium (23 mg) par flacon de 0,5 mg, c’est-à-dire qu’il est considéré comme « sans sodium ». Ce point peut être important chez les personnes présentant une augmentation de la tension artérielle ou souhaitant suivre un régime alimentaire pauvre en sodium. 3.
COMMENT UTILISER IMMUKINE
IMMUKINE doit être administré par injection sous la peau (voie sous-cutanée), et peut être administré par un médecin ou une infirmière. Vous pouvez également administrer vous-même IMMUKINE, ou faire pratiquer l’injection par un membre de votre famille. Vous devrez alors, vous ou le membre de votre famille, être formé par un médecin ou une infirmière sur la manière de réaliser ce type d’injection. La posologie d’IMMUKINE recommandée pour le traitement des patients atteints de granulomatose chronique familiale ou d’ostéopétrose maligne sévère est de 50 µg/m2 chez les patients dont la surface corporelle est supérieure à 0,5 m2 et de 1,5 µg/kg chez les patients dont la surface corporelle est inférieure ou égale à 0,5 m2. Votre médecin déterminera la dose d’IMMUKINE dont vous aurez besoin pour traiter la granulomatose chronique familiale ou l’ostéopétrose maligne sévère. Respectez toujours la posologie indiquée par votre médecin. En cas de doute, consultez votre médecin ou votre pharmacien. Vous devez injecter (ou recevoir par injection) sous la peau la quantité exacte d’IMMUKINE qui vous a été prescrite par votre médecin. Vous devez effectuer les injections 3 fois par semaine (par exemple, lundi, mercredi et vendredi), de préférence le soir. Les sites d’injection recommandés sont la partie supérieure du bras ou le haut de la cuisse. -
Vérifiez toujours la quantité de solution d’IMMUKINE avant d’effectuer l’injection. N’utilisez pas IMMUKINE si vous observez des petites particules ou un changement de coloration de la solution. Ne mélangez pas IMMUKINE avec d’autres médicaments. N’agitez pas fortement les flacons d’IMMUKINE.
Si vous avez utilisé plus d'IMMUKINE que vous n’auriez dû Consultez immédiatement votre médecin si vous avez utilisé plus d’IMMUKINE que la dose prescrite par votre médecin. Les symptômes pouvant apparaître si vous avez administré une quantité excessive d’IMMUKINE peuvent être les suivants : -
effets indésirables affectant le système nerveux central, notamment difficultés pour réfléchir et pour marcher et sensations vertigineuses si vous souffrez d’une maladie cardiaque, celle-ci peut s’aggraver transitoirement
-
des pathologies du sang peuvent survenir pendant le traitement par IMMUKINE. Celles-ci comprennent : un changement temporaire du nombre de certaines cellules sanguines une augmentation des concentrations sanguines de certaines substances (enzymes hépatiques et triglycérides) Ces changements peuvent être détectés par votre médecin par une analyse sanguine.
Ces symptômes disparaîtront avec une réduction de la posologie ou l’interruption du traitement par IMMUKINE. Si vous avez utilisé ou pris trop d'IMMUKINE, prenez immédiatement contact avec votre médecin, votre pharmacien ou le Centre Antipoison (070/245.245). Si vous oubliez d’utiliser IMMUKINE Pratiquez vos injections aux heures indiquées par votre médecin. Ne prenez pas de dose double pour compenser la dose que vous avez oublié de prendre. Vous pouvez toujours l’administrer le même jour ou le lendemain. Contactez votre médecin si vous pensez être resté trop longtemps sans prendre une dose de médicament. Si vous arrêtez d’utiliser IMMUKINE Veuillez informer votre médecin si vous arrêtez d’utiliser IMMUKINE. Si vous avez d’autres questions sur l’utilisation de ce médicament, demandez plus d’informations à votre médecin ou à votre pharmacien.
4.
QUELS SONT LES EFFETS INDESIRABLES EVENTUELS
Comme tous les médicaments, IMMUKINE peut provoquer des effets indésirables, bien que tout le monde n’y soit pas sujet. Le risque d’effets indésirables dépend de la dose et du schéma d’administration que vous recevez. Les effets indésirables très fréquents (survenant chez plus d’un patient traité sur 10) sont les suivants: -
symptômes pseudo-grippaux, notamment fièvre, maux de tête et frissons.
Ils peuvent devenir moins sévères avec le temps, au fur et à mesure de la poursuite du traitement. Certains de ces symptômes peuvent être réduits en administrant IMMUKINE juste avant le coucher. Un médicament comme le paracétamol peut être utilisé pour réduire certains de ces effets indésirables. Certaines personnes traitées par IMMUKINE peuvent développer des problèmes cutanés à court terme. Ceux-ci comprennent : éruption cutanée temporaire éruption cutanée papuleuse formation soudaine de vésicules sur la peau rougeur de la peau au site d’injection Cependant, ces symptômes sont rarement d’une sévérité nécessitant l’interruption du traitement par IMMUKINE. Une sensibilité à la pression au niveau du site d’injection a également été notifiée.
Les effets indésirables fréquents (survenant chez moins d’un patient sur 10) sont les suivants:
-
symptômes pseudo-grippaux, notamment douleur musculaire ou fatigue vomissements nausées (mal au cœur) douleur sourde ou aiguë des articulations diarrhée douleur dorsale douleur gastrique
Les effets indésirables rares (survenant chez moins d’un patient sur 1000) sont les suivants: -
confusion maladie auto-immune « lupus » ou « SLE » (lupus érythémateux disséminé) : les symptômes peuvent être douleurs articulaires, fatigue, fièvre, éruptions cutanée, faiblesse musculaire. Réaction auto-immune : les symptômes peuvent être des symptômes pseudo-grippaux, douleurs articulaires, fatigue, fièvre, éruptions cutanée, faiblesse musculaire.
Les effets indésirables dont la fréquence n’est pas connue: Dans certains cas, des protéines ont été trouvées dans l’urine. Une augmentation des concentrations des enzymes hépatiques (GOT et GPT) a été observée dans le sang. Une diminution du nombre de globules blancs (neutropénie) peut survenir. Une diminution des plaquettes sanguines (thrombocytopénie) peut également se produire. Cela peut être associé à des hématomes et à une tendance à l’apparition de saignements. Des effets indésirables ont également été observés chez les patients souffrant de maladies autres que la granulomatose chronique familiale ou l’ostéopétrose maligne. Ces événements n’ont pas été observés au cours des études cliniques portant sur la granulomatose chronique familiale ou l’ostéopétrose. Les effets indésirables suivants ont été notifiés au cours des études cliniques menées chez des patients souffrant d’autres maladies / affections que la granulomatose chronique familiale ou l’ostéopétrose. Les doses utilisées dans ces études ont souvent été supérieures à la posologie recommandée pour la granulomatose chronique familiale et l’ostéopétrose. C’est la raison pour laquelle il est impossible d’indiquer avec précision la fréquence à laquelle ils sont survenus. Les effets indésirables comprennent : -
-
-
diminution des concentrations de sodium dans le sang ce qui peut provoquer de la fatigue, de la confusion, des spasmes musculaires, une attaque ou un coma (hyponatrémie) augmentation des concentrations d’un sucre, le glucose (hyperglycémie), et de certains acides gras, les triglycérides (hypertriglycéridémie), dans le sang troubles du système nerveux central ont été observés. Ceux-ci comprennent : - confusion - désorientation - effets sur la capacité à marcher, notamment démarche parkinsonienne - tremblements - crises convulsives (crises d’épilepsie) - sensations modifiées ou imaginaires (hallucinations) troubles cardiaques ont également été observés. Ils comprennent : - battements cardiaques supplémentaires et irréguliers - troubles de la fréquence cardiaque, notamment accélération ou ralentissement de la fréquence cardiaque - problèmes cardiaques susceptibles d’entraîner des difficultés respiratoires ou un gonflement des chevilles (insuffisance cardiaque) - crise cardiaque pathologies du sang ont également été rapportées. Elles comprennent: - baisse de la tension artérielle
-
-
-
perte de conscience accident vasculaire cérébral léger temporaire (accident ischémique transitoire) formation d’un caillot sanguin (thrombose veineuse profonde et embolie pulmonaire) Les symptômes peuvent inclure la courtesse d’haleine. troubles respiratoires sont survenus. Ils comprennent: - respiration rapide - oppression thoracique (bronchospasme ou pneumonie interstitielle) - des saignements du système digestif sont survenus inflammation du pancréas, susceptible de provoquer le décès, est survenue lésions du foie susceptibles d’affecter son fonctionnement (insuffisance hépatique) lésion des reins susceptibles d’affecter le fonctionnement, mais pouvant être traitées efficacement (insuffisance rénale réversible) douleur thoracique aggravation d’une pathologie cutanée dénommée dermatomyosite (se manifestant par une éruption cutanée accompagnée d’une faiblesse musculaire) développement d’une maladie à long terme dénommée lupus érythémateux disséminé (dans laquelle le propre système immunitaire du patient attaque différentes parties du corps)
Si vous ressentez l’un des effets mentionnés comme grave ou si vous présentez des effets indésirables non mentionnés dans cette notice, veuillez en informer votre médecin ou votre pharmacien.
5.
COMMENT CONSERVER IMMUKINE
Tenir hors de la portée et de la vue des enfants. Date de péremption: ne plus utiliser IMMUKINE après la date de péremption figurant sur l’emballage après la mention «EXP» mois/année (les deux premiers chiffres indiquent le mois et les suivants l’année – la date d’expiration fait référence au dernier jour du mois). À conserver au réfrigérateur (2°C – 8°C). Ne pas congeler. Les flacons d’IMMUKINE solution injectable sont à usage unique. IMMUKINE ne contient aucun conservateur. Le contenu de l'ampoule doit être utilisé immédiatement après ouverture. La quantité restante devra être éliminée. Ne pas utiliser IMMUKINE si vous observez des particules ou une décoloration avant l’administration. Les médicaments ne doivent pas être jetés au tout-à-l’égout ou avec les ordures ménagères. Demandez à votre pharmacien ce qu’il faut faire des médicaments inutilisés. Ces mesures permettront de protéger l’environnement.
6.
INFORMATIONS SUPPLEMENTAIRES
Que contient IMMUKINE Chaque flacon (0,5 ml) contient 2 × 106 UI (0,1 mg) d’interféron gamma-1b recombinant humain produit par génie génétique (en utilisant des bactéries du genre E. coli). Les autres ingrédients sont: D-mannitol, succinate disodique hexahydraté, polysorbate 20, acide succinique et eau pour préparations injectables. Qu’est ce que IMMUKINE et contenu de l’emballage extérieur
IMMUKINE est une solution injectable transparente et incolore. IMMUKINE est présenté en flacons de 3 ml contenant 0,5 ml de solution injectable. Présentations: 1, 3, 5, 6 et 12 flacon(s) dans une boîte pliante. Toutes les présentations peuvent ne pas être commercialisées. Titulaire de l'Autorisation de mise sur le marché et fabricant Titulaire de l'Autorisation de mise sur le marché SCS Boehringer Ingelheim Comm.V Avenue Ariane 16 B-1200 Bruxelles Fabricant Boehringer Ingelheim RCV GmbH & Co KG Dr. Boehringer-Gasse 5-11 A-1121 Wien Numéro d'autorisation de mise sur le marché: BE160614 Médicament soumis à prescription médicale. La dernière date à laquelle cette notice a été approuvée est 07/2009
