Bijlage 1
Bijlage bij het Reglement Geschillencommissie Storing 800 MHz-band Nadere uitwerking definitie van storing Door: Mathieu Andriessen, Jelle Cnossen NLkabel Inleiding: In Artikel 1, lid 1 van de Overeenkomst tussen kabelexploitanten en mobiele telecommunicatieaanbieders van 27 juni 2011 is de volgende definitie van storing opgenomen: ‘Verstoring van dienstverlening via de coax-kabel: hiervan is sprake als een klant van een Kabelexploitant te maken krijgt met verstoring van het tv-signaal die zich uit in de vorm van: 1. twee of meer verstorende blokken die in het beeld verschijnen of; 2. een geheel stilstaand beeld of weggevallen beeld door synchronisatieverlies, als gevolg van het gebruik van telecommunicatieapparatuur voor elektronische communicatiediensten via de 800 MHz band en waarbij een redelijke afstand tot het tv-toestel in acht wordt genomen;’ In artikel 6, lid 2 van de Overeenkomst is het volgende bepaald: ‘Partijen spreken af Agentschap Telecom en TNO te vragen de definitie 'Verstoring van de dienstverlening via de coax-kabel' als bedoeld in artikel 1 van deze Overeenkomst nader uit te werken, daarbij ook rekening houdend met gebruik van analoge televisie in de storingsgevoelige kanalen. Partijen spreken af Agentschap Telecom en TNO te vragen een passend en praktisch meetprotocol te ontwikkelen. Partijen zullen - op basis van hetgeen door Agentschap Telecom en TNO opgeleverd wordt in gezamenlijkheid de definitie van verstoring van de dienstverlening via de coax-kabel en het bijbehorende meetprotocol vaststellen. Tijdens de bijeenkomst ‘Overleg uitwerking overeenkomst Digitaal Dividend’ van 15 maart 2012 is door kabelbedrijven en mobiele operators afgesproken om in eerste instantie zelf een meetprotocol en definitie te ontwikkelen en dit voor te leggen aan AT en TNO. Daartoe is op 25 juni een bijeenkomst geweest van de ad-hoc werkgroep techniek. In een vervolg bijeenkomst op 4 maart 2013 is besloten geen gebruik te maken van de diensten van AT en TNO op dit punt. De definitie in dit document is een bijlage bij het Reglement Geschillencommissie Storing 800 MHz-band en vormt, conform artikel 3, eerste lid van dit Reglement, een nadere uitwerking van wat onder verstoring dient te worden verstaan. In het bijbehorende meetprotocol wordt omschreven op welke wijze zal worden gemeten alsmede wat wordt verstaan onder een ‘redelijke afstand tot het tv-toestel’. Uitwerking definitie van storing De ad-hoc werkgroep concludeert dat het gaat om het kritische punt waarop de klant storing als voldoende vervelend gaat ervaren om daarover te gaan klagen. Bij digitale televisie is de stap van een enkel blokje in beeld naar ‘freezing picture’ erg klein. Er zijn aanknopingspunten voor een definitie van storing op digitale televisie in de literatuur: Auteur Universiteit Twente
Bron Onderzoek naar storing op kabeltelevisie door mobiel gebruik in het DD
Copsey
Implications of the digital dividend proposals; Cable Europe Labs testing programme
p. Citaat 57 Het beeld op de tv of monitor (bij een settop box) wordt beoordeeld op het vertonen van meer dan één blok in het beeld. 9 Interference in DVB-C usually appears as macroblocking or stuttering in the visual domain, and squeaking noises in the audio domain
Anga
Beeinflussung der Dienste auf TV-KabelInfrastrukturen durch bidirektionale terrestrische Anwendungen LTE (Long Term Evolution) im UHF-Bereich
Oostenrijk Austria Ing Frans Messtechnische Untersuchung über Lesnik (UPC) „Einfluss der Belegung in den UHF Kanälen K61 – 69 mit UMTS - 3G FDD oder WiMAX Signalen und Auswirkungen auf die Übertragung in Kabel-TV Netzen“
19 Zur Bewertung der Störung diente das Ausgabegerät TV-Monitor. Dort konnte quantitativ entschieden werden, wann das TV-Bild entsprechende Artefakte aufweist. 1 Blocking im bild ? Slicing, fall-off
In bovenstaande literatuur wordt geen nauwkeurige definitie gebruikt. Men heeft het enkel over ‘verstoring’ in het beeld. Echter in het rapport van Anga/BnetzA/Cable Europe “Projektgruppe ‘Untersuchung der EMV-Szenarien Kabel/Funk durch Mobilfunkanwendungen im Frequenzbereich 4701 MHz bis 862 MHz’ (PG ESKM) der AG EMV des ATRT” wordt wel een eenduidige definitie gegeven. Deze definitie is gebaseerd op het zogenaamde ESR5 criterium, afkomstig uit de DVB-T meettechniek (ESR5-errorred second ratio - 5% of the time): ‘The ESR5 is based on a division of the measurement interval into 20 second blocks. If a block presents no more than one erroneous second in MPEG data, the block is tagged as correct. If not, it is tagged as incorrect. This erroneous second within the 20 second block represents the 5% of the time, hence the name of the criterion. Anyway, these errors only correspond to MPEG-TS packet errors, severe transmission errors, such as synchronization loss, are not allowed. The ESR5 value is the ratio between the number of correct blocks and the total number of blocks. ESR5 = Number of correct blocks/Total number of blocks’ Het ESR5-criterium is dus vervuld wanneer in een interval van 20 seconden hoogstens 1 seconde lang fouten optreden, dat is 5% van de tijd. Deze fouten veroorzaken blokjes in het beeld. Deze methode is met name geschikt voor het beoordelen van storingen in een digitaal TV signaal. Een klant, die een storing waarneemt, meldt een subjectieve weergave van de storing. Omdat de ESR5-methode is ontworpen voor storing door DVB-T – en storing door LTE een andere karakter heeft - dient de methode voor de klantmelding hierop enigszins aan te worden gepast zoals in onderstaande tabel is weergegeven: Störgrad
1 keine Störung 2 minimale Störung 3 leichte Störung 4 mittlere Störung 5 starke Störung 6 extreme Störung
Stördauer Blokken in beeld per tijdseenheid ./.
Störwiederholung
Beschreibung
Beurteilung
./.
einwandfrei
≤1s
24 h
>0–3s
12 h
>0–3s
≤1h
>0 – 10 s
≤ 30 min.
dauernd
./.
keine Klötzchenbildung, keine Tonaussetzer leichte Klötzchenbildung, leichte Tonaussetzer leichte Klötzchenbildung, leichte Tonaussetzer leichte Klötzchenbildung, leichte Tonaussetzer starke Klötzchenbildung, starke Tonaussetzer Bild- und Tonausfall
Akzeptabel nicht akzeptabel nicht akzeptabel nicht akzeptabel nicht akzeptabel
Bovenstaande aangepaste ESR5-methode wordt beschouwd als de nadere uitwerking van storing op een digitaal TV signaal.
Voor storingen in een analoog TV beeld wordt het criterium gehanteerd dat geen verslechtering van de beeldkwaliteit mag worden waargenomen wanneer de mobiele terminal of het basisstation gaat zenden. Hiertoe worden de beelden met en zonder zendende mobiele terminal met elkaar vergeleken. Een eventueel optreden van verstoring zal zich afhankelijk van de stoorduur uiten in een ruisband tot een volledig ruisend beeld (‘sneeuw’) en/of onderbrekingen in het geluid. In geval van het waarnemen van storing zal de volgende meting worden uitgevoerd: o een CNR meting met een video analyzer bij storing door de mobiele terminal o een vergelijkende meting tussen de eindversterker en de binnenhuisinstallatie bij storing door het basisstation (een passief netwerk draagt immers niet bij aan intermodulatie en ruis). Wanneer het stoorsignaal lager is dan 3 dBuV en een minimale signaal/stoor afstand van 57 dB wordt gemeten is er geen sprake van een storing op analoog tv-beeld.
Bijlage 2
Meetprotocol ‘Testmethode instraling LTE800MHz basestation en handheld’, behorende bij het document ‘Nadere uitwerking definitie van storing’ Inleiding De introductie van het gebruik van mobiele toepassingen in de 800 MHz band, die onderdeel vormt van het zogenaamde digitaal dividend, leidt onder omstandigheden tot een verstoring van tv-signalen. De nieuwe (LTE) mobiele toepassingen gebruiken frequenties die ook worden toegepast in kabel-tvnetwerken. Storing kan zich voordoen onder omstandigheden waarbij de kabel-tv-ontvanger en LTE-mobiel dezelfde frequentie gebruiken (ook wel ‘co-channeling’ genoemd). Dit betreft de situatie waarin de 800 MHz mobiele handset uitzendt op hetzelfde kanaal als waar iemand op dat ogenblik zijn tv-programma op heeft afgestemd. Onderstaande figuur geeft schematisch weer welke kanalen van de kabelband overlappen met de LTE down- en uplink kanalen in de 800 MHz-band.
Diverse vervolgonderzoeken zijn uitgevoerd door anderen, waaronder het Nederlandse Agentschap Telecom, Cable Europe Labs, het Duitse Bundesnetzagentur, het Zwitserse Bundesambt für Kommunikation, het Nederlandse Agentschap Telecom tezamen met de Universiteit Twente en TNO [29], [30], [31], [32], [33] en [34]. De resultaten van deze studies tonen een consistent beeld van de stoorproblematiek, welke door TNO als volgt is samengevat: · De verstoring betreft alle diensten die de kabeloperator levert, dus analoge en digitale televisie, video-on-demand en internetdiensten. Kwalitatief is analoge televisie het storingsgevoeligst; digitale televisie, video-on-demand, interactieve televisie en internetdiensten hebben een vergelijkbare storingsgevoeligheid. · Een belangrijk stoormechanisme is directe instraling van een LTE toestel op de gebruikersapparatuur (televisie, kabelmodem, digitale ontvanger of decoder, etc) in geval dat het LTE signaal dezelfde, of bijna dezelfde frequentie heeft als het signaal op de kabel. Dit scenario waarbij de frequenties van de signalen elkaar overlappen wordt veelal co-channel interferentie genoemd. Het ingestraalde LTE signaal verstoort daarmee direct het kabelsignaal. In de onderzoeken is apparatuur van verschillende leveranciers getest evenals verschillende modellen van dezelfde leverancier. Vergelijking van al deze resultaten leert dat de stoorgevoeligheid van de digitale ontvangers en kabelmodems een grote spreiding vertoont. Een groot deel van de apparaten ondervindt storing van een LTE signaal met een maximaal zendniveau dat gegenereerd wordt op een afstand van 3 m. Alleen de beste apparatuur is voldoende afgeschermd en ondervindt geen storing in dit scenario. · Een even belangrijk storingsmechanisme is co-channel instraling van het mobiele zendsignaal op het inhuis coaxnetwerk van de kabelklant (connectors, coaxkabels, kabelversterkers en coaxsplitters). Het Agentschap Telecom en de Universiteit Twente
rapporteren dat toepassing van goede materialen in het inhuisnetwerk tot een halvering van de stoorkans op de digitale televisiedienst leidt, van zo’n 48% kans tot 24% kans [33]. Testen van TNO (op de internetdienst) bevestigen het beeld dat de stoorkans vermindert als in huis goede materialen worden toegepast, echter, zelfs met de beste materialen is er sprake van een degradatie van de dienst als een terminal op een afstand van 3 m van een kabel op maximaal vermogen zendt [34]. Naast co-channel interferentie blijken sommige ontvangers gevoelig voor interferentie door een signaal op een geheel andere frequentie. Als het LTE signaal en het kabelsignaal 40 of 72 MHz van elkaar verschillen, is er eveneens sprake van een grote kans op storing indien de LTE mobiele terminal in de nabijheid zendt [31]. · Van secundaire aard is verstoring door het zendsignaal van de mobiele basisstations. Dit stoorscenario kan zich voordoen voor woningen in de directe nabijheid van een basisstation [33]. In stedelijke gebieden met aansluitende meerlaagsbebouwing staan de mobiele basisstations vaak direct op de daken, en stralen direct in op de woningen aan de overzijde van de straat. In dit scenario is het zeer goed denkbaar dat kabeldiensten bij de klant worden gestoord. De kans dat storing door toedoen van het basisstation zich voordoet is vooralsnog niet onderzocht, en dus vooralsnog niet te kwantificeren. Wel dient er rekening mee te worden gehouden dat een basisstation continu uitzendt, in tegenstelling tot een gebruikersterminal, die gedurende een (mogelijk langere) periode zendt. Bij storing van een basisstation zal een klant er dus continu last van hebben. Dit meetprotocol behoort bij het document ‘Nadere uitwerking definitie van storing’ als bijlage bij het Reglement Geschillencommissie Storing 800 MHz-band. Op basis van dit reglement heeft de Geschillencommissie Storing 800 MHz-band tot taak het beslechten van geschillen tussen Ziggo B.V., UPC Nederland B.V. en overige kabelexploitanten die lid zijn van de vereniging NLkabel enerzijds en mobiele telecommunicatieaanbieders KPN B.V., Vodafone Libertel B.V. en/of Tele2 Mobiel B.V. anderzijds over verstoring van dienstverlening via de coaxkabel. De commissie heeft tevens tot taak het beslechten van geschillen over gevallen waarin een klant van een kabelexploitant met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid te maken zal krijgen met verstoring van het tv-signaal als beschreven in het eerste lid. In dit meetprotocol wordt omschreven op welke wijze storing zal worden gemeten alsmede wat wordt verstaan onder een ‘redelijke afstand tot het tv-toestel’. Als annex bij dit meetprotocol is een voorbeeld-script opgenomen van de stappen die bij de helpdesk van kabelbedrijven worden doorlopen alsvorens de conclusie kan worden getrokken dat vermoedelijk sprake is van een klacht over storing door LTE 800, waarna het meetprotocol kan worden ingezet.
Test methode instraling LTE 800MHz base station en handterminal
Om de maximale toelaatbare instraling te bepalen welke een kabelnetwerk ondervindt van het LTE 800MHz mobiele netwerk moet gekeken worden naar de in de internationale IEC60728 standaard gegeven parameters. Signaal niveau
Bij DVB-C digitale televisie kanalen, welke gebruikt worden voor de doorgifte van digitale televisie signalen in de Nederlandse kabeltelevisie netwerken, dient het niveau aanwezig op de “home network interface” (HNI1*) minimaal 47dBμV+αp* en maximaal 67dBμV+αp* voor 64QAM signalen te bedragen en minimaal 54dBμV+αp en maximaal 74dBμV+αp voor 256QAM signalen [7.2.2.1 en tabel 28 IEC60728-1]. De maximale signaal niveaus zijn in het onderstaande verder buiten beschouwing gelaten, deze zijn gelimiteerd om te voorkomen dat zowel de actieve apparatuur in het netwerk alsmede de aangesloten ontvangers inter-modulatie producten genereren ten gevolge van oversturing.
In de onderstaande tabel zijn de minimale waarden voor de system outlet (SO) weergegeven, overgenomen uit [IEC60728-1, tabel 4]
minimaal signaal niveau SO PAL 60 dBμV 64QAM 47 dBμV 256QAM 54 dBμV
αp * De waarde van αp is minimaal 3dB en maximaal 18dB bij 1GHz [7.2.2.1 IEC60728-1] αp is de verzwakking veroorzaakt door verdelers, de demping veroorzaakt door toegepaste lengte en type kabel, demping in filters in de wandcontactdoos etc. welke zijn gebruikt in het in-huis passieve netwerk. In feite is αp de compensatie van de demping tussen TI en SO. *HNI1: Home Network Interface [Figure 43 IEC60728-1] *SO: System outlet [Figure 43 IEC60728-1] *TI: Terminal Interface[Figure 43 IEC60728-1]
Bepaling maximaal toelaatbare stoorsingaal. De C/I* voor PAL*, analoge televisie moet minimaal 57dB bedragen[5.9.1 IEC60728-1] en het minimale signaal niveau 60dBμV+αp. [7.2.2.1 en tabel 28 IEC60728-1]. *C/I Carrier to interference ratio *PAL Phase alternating line, analoge televisie De uit de IEC70628-1 afkomstige waarden leveren een maximale absoluut toelaatbare stoorspanning van 60dBμVpal-57dB C/I = 3dBμV voor PAL signalen op. In de IEC60628-1 standaard wordt voor de C/I van 64QAM signalen een minimale C/I afstand van 35dB [5.9.1 IEC60728-1]opgegeven, dit levert een absoluut maximaal toelaatbaar stoorproduct op van 47dBμV-35dB=12dBμV op. Omdat 256 QAM signalen een betere C/I en CNR waarde nodig hebben om dezelfde Bit Error Rate te behalen als 64QAM signalen is het noodzakelijk de signaalniveaus te verhogen van 47dBμV naar 54dBμV voor 256QAM signalen. Beide waarden zijn de stoorproducten(voor PAL en QAM, resp. 3dBμV en 12dBμV) die gegenereerd mogen worden door het netwerk zelf, hier is nog geen rekening gehouden met de optelling van de interne netwerk stoorvermogens en vermogens die ingestraald worden van buiten het CATV netwerk. In de onderstaande grafiek zijn de bovenstaande niveaus en stoorsignalen weergegeven voor de in het netwerk zelf gegenereerde stoorproducten. In paragraaf 2 van dit document wordt de berekening van het maximaal toelaatbare extra stoorproduct van buitenaf veroorzaakt door LTE weergegeven.
60dBuV PAL 47dBuV DVB-C 64QAM
57dB C/I PAL=3dBuV stoorsignaal
12dBuV stoorsignaal DVB-C
Toegepaste inhuis materialen De beste kwaliteit van commerciële beschikbare binnenhuis bekabeling, connectoren en verdeel elementen hebben een Kabel Keur aanduiding en specificatie, hetgeen onder andere betekent dat deze componenten een klasse A afscherming bezitten.
Het Kabel Keur keurmerk is tot stand gekomen om een kwaliteitsborging te verkrijgen voor materialen die in de binnenhuis installaties worden toegepast, dit is tijdens de uitrol van DVB-T door de Stichting
Aanpak Interferentie overgenomen en wordt toegekend aan materialen die voldoende goede specificaties bezitten. Deze komen overeen met de eisen voor voorkoming van verstoring van huisinstallaties door Digitenne DVB-T transmissie.
In de onderstaande tabel.[tabel 9 IEC60728-2] is de mate van afscherming voor klasse A en B weergegeven in dB’s. Klasse A is de strengste eis waarnaar in de Europese normen1 wordt verwezen. Klasse B is ook een Europese norm, maar een minder stringente.
Methodiek meting instraling LTE800 handterminal Om te kunnen bepalen of de mate van instraling door een LTE800 handterminal te hoog is moet er een meting plaatsvinden waarbij de piekwaarde van het stoorsignaal binnen de binnenhuisinstallatie gemeten wordt. Om het binnenhuisnetwerk te isoleren van het CATV netwerk moet de aansluiting van de HNI1 worden losgenomen, zodat zonder CATV signalen gemeten kan worden. Tevens dient men zich ervan te verzekeren dat de meetapparatuur zelf een voldoende mate van afscherming heeft tegen de instraling van LTE800 signalen. Deze mate van afscherming zal beter moeten zijn als de klasse A afscherming. Dit om te voorkomen dat dit meetfouten oplevert. Om dit te controleren dient de ingang van het meetapparaat afgesloten te worden met de karakteristieke impedantie van dit meetapparaat, er mag geen signaal gemeten worden in de bovenstaande situatie. Toegepaste meetsnoeren en connectoren dienen een zodanig hoge mate van afscherming te bieden dat instraling op de meetsnoeren en connectoren geen meetbare invloed hebben op de meting.
Om het LTE800 signaal te genereren zal een geprepareerde LTE handterminal gebruikt moeten worden die een EIRP van 23dBm heeft. Hierbij moet de tolerantie (2dB) in zendvermogen nog opgeteld worden.
1
EN 50083-2
De geprepareerde LTE handterminal wordt op maximaal niveau uitgestuurd met een minimale bandbreedte (éen resouceblok van 12 draaggolven) die continue op dezelfde frequentie wordt uitgezonden.
Op de TI interface van de huisinstallatie wordt een signaalniveau meter aangesloten met een voldoende hoge gevoeligheid om het ingestraalde vermogen van de geprepareerde LTE handterminal te kunnen meten. De geprepareerde handterminal dient op een houten driepoot 1 meter boven het vloeroppervlak te worden opgesteld en op een afstand van 1 meter langs de binnenhuisinstallatie te worden verplaatst, waarbij de referentie zender gedurende het verplaatsen uitgezet dient te worden.(dit vereist een remote controleerbare zender). Dit om te voorkomen dat de meting beïnvloed wordt door het menselijk lichaam tijdens het verplaatsen van de LTE handterminal. De signaalniveau meter dient op peakhold te worden gezet om gedurende de hele meting de niveaus vast te houden om het effect van multipath te kunnen meten. Om te voorkomen dat directe instraling op televisie toestellen van invloed kan zijn op de meting wordt een hoogfrequent dichte (minimaal klasse A) 6dB verzwakker aangesloten op de lokaties waar de installatie is losgenomen van de randapparatuur en Home Network interface,HNI en SO. Deze bootst de aangesloten randapparatuur na zonder last te hebben van directe instraling.
Deze verzwakker dient een afscherming voor hoogfrequent signalen te hebben met een voldoende mate van afscherming om te voorkomen dat deze invloed heeft op de instraling van de LTE device. De uitgang van de verzwakker dient een open poort te zijn die zich binnen de afschermende behuizing bevindt van deze verzwakker. Hierdoor levert de 6dB verzwakker een reflectie demping op van 12dB welke representatief is voor een TV ontvanger in het afgestemde kanaal. Doordat de niet aangesloten poort van de verzwakker zich binnen de afschermende behuizing van de verzwakker bevindt is deze afgeschermd voor directe instraling van de LTE handterminal. TV ontvangers hebben een matige tot slechte aanpassing buiten het afgestemde kanaal. Het stoorvermogen in het kabelnetwerk wordt gemeten met een LTE ontvanger. of een spektrumanalyser. De bandbreedte van de spektrum analyser is 1 resource Block (180kHz)
In de onderstaande figuur is de meetopstelling weergegeven waarbij de randapparatuur is vervangen door een gedefinieerde belasting (6dB verzwakker als eerder beschreven).
De maximaal te meten spanning is -4,4dBuV (zie berekening in paragraaf 2), gemeten in de peak hold/ max hold stand. Indien er meerdere aansluitingen aanwezig zijn op de binnenhuisinstallatie dienen alle TI’s en HN1 afgesloten te worden met een 6dB afgeschermde open verzwakker. Omdat het blok Passief coaxiaal binnenhuisnetwerk ook kan bestaan uit een hoogfrequent versterker met verdeel elementen is er voor gekozen de niveau meter aan de TI zijde te plaatsen (actieve componenten hebben vaak een hoge mate van isolatie voor hoogfrequent signalen tegen de signaalrichting in). Het meten van de instraling dient te geschieden met en zonder de hoogfrequent versterker om te kunnen bepalen of deze wel of niet zorgt voor een hoogfrequent lek in het binnenhuisnetwerk. Er kunnen ook actieve componenten tussen HN1 en (meerdere) TI/SO punt(en) deel uitmaken van de binnenhuis installatie om de verdeelverliezen op te vangen. In dit geval is het Passief coaxiaal binnenhuisnetwerk een actief binnenhuisnetwerk. aansluitkabel Rand apparatuur SO
coax
TI
aansluitkabel Rand apparatuur
CATV netwerk HN1
SO
coax
TI
aansluitkabel Rand apparatuur SO
coax
TI
Vanwege de isolatie van uitgang naar ingang van de hoogfrequent versterker en onderlinge verschillen tussen de afgaande takken tussen HN1 en TI dient men te meten met een signaalniveaumeter op alle TI punten en de HNI en overige TI punten af te sluiten met de eerder gedefinieerde 6dB verzwakker.
. Om de invloed van het basestation te kunnen meten kan dezelfde opstelling gehanteerd worden waarbij het basestation met het maximaal in de zendmachtiging gegeven EIRP vermogen zendt. Hierbij zal in een overeenkomst met alle mobiele partijen die gebruikmaken van de in de CATV frequentieband voorkomende LTE frequenties vast moeten komen te liggen dat er medewerking wordt gegeven de Basestation tijdelijk voor deze meting te prepareren.
Toepasbare standaarden: NEN-EN-IEC60728-1 NEN-EN-IEC60728-2 NEN-EN-IEC60728-12 NEN-EN-50083-2 NEN-EN-50083-8
Maximaal stoor niveau
Signaal stoorafstand De in de IEC50678-1 opgegeven minimale signaalstoorafstand voor 64QAM DVB-C signalen is 35dB. Dit is een waarde die is opgegeven voor de interne netwerkperformance. Ieder stoorsignaal van buitenaf zal op een logaritmische basis worden opgeteld en de som van de opgetelde stoorvermogens zal lager moeten liggen dan het wettelijk toelaatbare maximum. 102 10
max _
= 51,4
Het maximale stoorssignaal veroorzaakt door een externe bron die instraalt op het CATV netwerk mag gemeten binnen het CATV netwerk, dus 47dBμV-51,4dB= -4,4dBμV bedragen. 60dBuV PAL
47dBuV 64QAM DVB-C
57dB C/I PAL=3dBuV stoorsignaal
Max -4,4dBuV stoorsignaal DVB-C
External interferer
HNI1 Home Network Interface [IEC60728 Figure 43] SO System Outlet [IEC60728 Figure 43] C/I Carrier to interference ratio Toegepaste standaarden: NEN-EN-IEC60728-1 NEN-EN-IEC60728-2 NEN-EN-IEC60728-12
ANNEX: Script kabelbedrijven inzake storing (voorbeeld UPC Nederland)
2
In de formules wordt met 35,1dB gerekend voor het opgetelde vermogen omdat de uitkomst anders ∞ zou worden.