Bijlage 1 van E-01
15-5-2011
Matrix middelen E-01 E-02 E-03 E-04 E-10 E-11 E-12 E-13 E-20 E-21 E-22 E-23 E-24 E-25 E-26 E-27 E-40 E-41 E-42 E-44 E-45 E-46 E-47 E-48 E-60 E-61 E-62 E-63 E-64 E-65 E-66 E-67 E-68 E-69 E-80 E-81 E-82 E-83 E-84 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's) Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding Vlamvertragende veiligheidskleding Veiligheidsschoeisel Helm Werkhandschoenen Helm met gelaatscherm of soortgelijk E-isolerende handschoenen Mesveilighedentrekker met hand / arm-bescherming Schakelhandschoen Zuur / loog-bescherming
(x) x x (x)
(x) x x (x)
(x) (x) (x) (x)
(x) (x) (x) (x)
(x) x x (x) (x) x x x x
x x x (x) (x) (x) x (x) (x)
(x) (x) x (x)
x x (x)
(x)
x
x x x (x) x x x x x
x x x (x) x x x x x
(x) x x (x)
(x) x x (x) x
(x) x x (x)
x x (x)
x
(x)
x x x
(x) x x x
x x (x) x (x)
(x) x x (x) (x) (x)
x x x (x) x x x
x x x (x) x
x x x (x) x x x
x x x (x) x
x
x x x (x) x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x (x) x
x (x) x
x (x) x
x
x x x (x) x x
x x x (x) x x x
x x x (x) x x x
x
x
x
x x (x) x
x x (x) x
x x (x) x
x (x) (x)
x (x) (x)
x (x) (x)
x x (x)
x x (x)
x x (x)
x x (x)
x x (x) (x)
(x) x (x) (x)
x (x) (x)
x (x) (x)
x
x x x (x)
x x x (x)
x (x) (x)
x x x
x x x (x) x x
x x (x) x (x) (x)
x
Veiligheidsmiddelen deurvergrendeling afzettingen e-isolerende afschermingen blokkeringen / dummies spanningtester / voltmeter kortsluitvast beveiligde testpennen aardingsgarnituren veiligheids-handgereedschap (IEC/VDE 1000V)
(x)
(x) (x)
(x)
x x
(x) (x)
x (x)
(x) x x x x (x)
x
x
x
x
(x) x (x) x x
x x x x
x x x x
x x x x x (x) x
(x) (x) x
(x) x
x
x
x
x x
x
(x)
x x
x x
x x
x x
x x
x
x
x
x
x
(x)
x
x
x
x
x
(x)
x
x
x
(x)
(x)
x
x
(x)
x
(x)
(x)
x (x)
(x)
x x
x
x (x)
x (x)
x (x)
x (x)
x (x)
x (x)
x (x)
x (x)
x (x)
x (x)
x (x)
x (x)
x (x)
x x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Verklaring Symbool "x" Symbool "(x)"
x x (x)
het middel is noodzakelijk bij de gehele activiteit of bij een onderdeel ervan; het middel behoort daarom tot de standaard uitrusting van de medewerkers die deze activiteit uitvoeren. het middel is noodzakelijk afhankelijk van de omstandigheden (bijvoorbeeld wel of niet langs openbare weg); dit middel behoort daarom ook tot de standaard uitrusting.
Principes Hoge-zichtbaarheids-veiligheidskleding
altijd bij activiteiten op of in de nabijheid van verkeerswegen.
Vlamvertragende veiligheidskleding
altijd bij werkzaamheden waarbij er kans is op kortsluiting en/of vorming van vonken of een vlamboog. aanbevolen wordt veiligheidskleding die permanent vlamvertragend is en blijft; bij gecoate veiligheidskleding verdwijnt de vlamvertragende werking na een aantal keren reinigen.
Veiligheidsschoenen (mechanische bescherming)
altijd
Helm met gelaatscherm
indien kans op vlamboog
bij alle BH behalve BBH in aansluitkasten bij alle wzh onder spanning in kasten en bij/aan onvoldoende geïsoleerde LS-rekken bij doordraaien ringklem
E-isolerende handschoenen
indien kans op aanraking van onder spanning staande delen
bij alle werkzaamheden onder spanning of in de nabijheid van onder spanning staande delen bij alle BH behalve bij automaten en volledig geïsoleerde rekken
Basisdocument Veiligheidswerkinstructies LS
1.
Documentnr. : E-01 Datum : 15-5-2011 Blad : 1 van 5
Doel In dit Basisdocument Veiligheidswerkinstructie zijn de uitgangspunten beschreven die hebben geleid tot de totstandkoming van een complete set veiligheidswerkinstructies zoals die door Netbeheer Nederland zijn vastgesteld. Daarbij is een nadere onderbouwing gegeven van de gemaakte keuzes ten aanzien van het onder spanning werken. Bovendien zijn een aantal algemene kaders en keuzes in dit document uitgewerkt. Ook wordt de gekozen indeling van de veiligheidswerkinstructies nader toegelicht. Om bovenvermelde redenen wijkt de indeling van dit document af van het reguliere format.
2.
Inleiding Binnen Netbeheer Nederland zijn de veiligheidswerkinstructies LS per medio 2010 geüniformeerd; het gaat hierbij om bedieningshandelingen en (met name) om werkzaamheden. Er dient in principe spanningloos te worden gewerkt. Dat is ook vastgelegd in de betreffende veiligheidswerkinstructies. Maar in een aantal gevallen stuit dit op grote bezwaren in verband met maatschappelijke en/of economische belangen en/of omstandigheden (zoals sociale en directe veiligheid, klantbelangen, verkeer). In die gevallen kunnen een aantal werkzaamheden onder spanning (aan en/of in de nabijheid van spanningvoerende delen) worden uitgevoerd, maar dan wel binnen de randvoorwaarden van de BEI en de in die veiligheidswerkinstructies aangegeven voorwaarden. Tevens worden de (mogelijke) risico’s, de te nemen veiligheidsmaatregelen en de toe te passen middelen vermeld. Er zijn duidelijke keuzes gemaakt op basis van risico-inventarisaties, de afwegingen van die risico’s en de te treffen beheersmaatregelen. Bij uitvoering van werkzaamheden conform genoemde veiligheidswerkinstructies kunnen deze veilig worden uitgevoerd; daarbij is het voor iedere medewerker duidelijk hoe, en onder welke voorwaarden, deze werkzaamheden moeten plaatsvinden. Veiligheidswerkinstructies zijn geen montage-instructies of bedieningshandleidingen. Wel is het zo dat er onderdelen van montage-instructies of bedieningshandleidingen in veiligheidswerkinstructies kunnen voorkomen indien dit veiligheidtechnisch noodzakelijk is. In veiligheidswerkinstructies wordt, waar mogelijk, verwezen naar bestaande montageinstructies en bedieningshandleidingen; deze kunnen worden geraadpleegd tijdens de uitvoering van die betreffende veiligheidswerkinstructies. Veiligheidswerkinstructies dienen tot de parate veiligheidskennis van de uitvoerenden te behoren en te leiden tot een juiste houding en gedrag; daarbij bestaat er een rechtstreeks verband tussen de aanwijzing en de kennis van betrokkenen en het door hen al of niet uitvoering mogen geven aan die veiligheidswerkinstructies. Veiligheidswerkinstructies worden onder de verantwoordelijkheid van Netbeheer Nederland vastgesteld en uitgegeven, in casu door de Contactgroep Veiligheidsregelgeving. De volledige lijst veiligheidswerkinstructies, verdeeld over categorieën, is opgenomen in de bijlage 7 van de BEI BS 2010.
3.
Werken onder spanning of spanningloos werken De veiligheidswerkinstructies zijn tot stand gekomen met in achtneming van de geldende normen (kernpunten zijn cursief aangegeven) en de interpretatie daarvan door Netbeheer Nederland. In de artikelen 3.1, 3.2. en 3.3. zijn de letterlijke (delen van) teksten overgenomen uit het Arbeidsomstandighedenbesluit, respectievelijk de NEN-EN 50110 / NEN 3140 en het BEIBranche Supplement. In artikel 3.4 is genoemde interpretatie vermeld.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Basisdocument Veiligheidswerkinstructies LS
3.1.
Documentnr. : E-01 Datum : 15-5-2011 Blad : 2 van 5
Arbowet Arbeidsomstandighedenbesluit, daarvan artikel 3.5.: lid 3:
lid 4: lid 5:
3.2.
Werkzaamheden aan of in de nabijheid van een elektrische installatie worden slechts uitgevoerd, indien de installatie of het gedeelte waaraan of in de nabijheid waarvan wordt gewerkt, spanningsloos is. In aanvulling op het derde lid zijn door de daartoe bevoegde werknemer tevens doeltreffende maatregelen genomen om een gevaarloos verloop van die werkzaamheden te waarborgen. Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing op werkzaamheden die worden verricht aan of in de nabijheid van een elektrische installatie voor laagspanning, indien: a. de dringende noodzaak van het onder spanning uitvoeren van die werkzaamheden is aangetoond; b. tot het uitvoeren van die werkzaamheden door de daartoe bevoegde werknemer uitdrukkelijk opdracht is gegeven, en c. de installatie tevens geschikt is voor het onder spanning uitvoeren van die werkzaamheden en door de daartoe bevoegde werknemer doeltreffende maatregelen zijn genomen om de aan die werkzaamheden verbonden gevaren te voorkomen.
NEN-EN 50110 / NEN 3140 In artikel 6.3 van de NEN 3140 wordt verwezen naar de nationale wetgeving en de bovenstaande teksten van het Arbeidsomstandighedenbesluit zijn identiek in deze norm opgenomen.
3.3.
BEI-Branche Supplement In artikel 8.5. van de het BEI- Branche Supplement, Werkzaamheden LS, staat het volgende: In de BEI-LS zijn drie werkmethoden beschreven, te weten: - spanningsloos werken, artikel 6.2 van de NEN 3140; - onder spanning werken, artikel 6.3 van de NEN 3140; - werken in de nabijheid van actieve delen, artikel 6.4 van de NEN 3140. Waar mogelijk zal spanningsloos dienen te worden gewerkt, conform artikel 6.2 (van de NEN 3140). Indien dringend noodzakelijk en verantwoord, mag ook onder spanning of in de nabijheid van actieve delen worden gewerkt, met inachtneming van de artikelen 6.3 resp. 6.4 (van de NEN 3140) en aanvullende veiligheidsmaatregelen. Bij het bepalen van een dringende noodzaak (voor het onder spanning of in de nabijheid van actieve delen werken) dient een nadrukkelijke afweging van factoren (veiligheidsrisico's voor eigen medewerkers en derden, economische en maatschappelijke belangen en omstandigheden, e.d.) plaats te vinden.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Basisdocument Veiligheidswerkinstructies LS
3.4.
Documentnr. : E-01 Datum : 15-5-2011 Blad : 3 van 5
Interpretatie regelgeving De dringende noodzaak van het onder spanning werken dient te worden aangetoond. Netbeheer Nederland heeft er voor gekozen om dit in eerste instantie niet over te laten aan de werkverantwoordelijken, maar hier als branche, met instemming van alle aangesloten netbeheerders, standpunten in te bepalen. Daarmee neemt Netbeheer Nederland (en alle aangesloten netbeheerders) de verantwoordelijkheid op zich om de wet en de regelgeving op dit punt naar beste inzicht te interpreteren en toe te passen. Het resultaat hiervan is dat: - er een gedegen afweging van risico’s, voorwaarden en maatregelen aan elke activiteit ten grondslag ligt; - er daardoor voor elke activiteit een doordachte keuze wordt gemaakt of er onder spanning gewerkt kan worden; - de toe te passen veiligheidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen zijn bepaald; - de uitvoerenden precies weten waar zij aan toe zijn; - er geen nodeloze discussies (op de werkplek) ontstaan; - er een landelijke uniformiteit van werken is. Conform het BEI-BS weegt Netbeheer Nederland de dringende noodzaak van het onder spanning uitvoeren op grond van veiligheidsrisico's voor eigen medewerkers en derden, maatschappelijke en economische belangen en omstandigheden (bijv. sociale en directe veiligheid, klantbelangen, verkeer, weer, e.d.). Daarnaast is gewogen en bepaald: - of de installaties onder spanning werken mogelijk maken; - of de te gebruiken componenten geschikt zijn voor (de)montage onder spanning; - of er adequate veiligheidsmiddelen beschikbaar en toepasbaar zijn; - of er adequate persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar en toepasbaar zijn; - of de uitvoerenden voldoende zijn geïnstrueerd en voldoende kennis hebben van het werken onder spanning; - hoeveel personen er nodig zijn en welke aanwijzing deze minimaal moeten hebben; - of en zo ja, welk toezicht er nodig is. Bovenstaande afwegingen resulteren in branchebreed vastgestelde veiligheidswerkinstructies per activiteit waarin is aangegeven: - wel of niet onder spanning uit te voeren, - de minimaal benodigde aanwijzing(en), - de wijze van opdrachtverstrekking, - de voorwaarden, - de risico’s en de maatregelen, - de toe te passen PBM’s, - de wijze van uitvoering. Voor wat betreft het werken in de nabijheid van actieve delen stelt Netbeheer Nederland zich op het standpunt dat (in analogie met bovenstaande interpretatie en afweging) in die gevallen afdoende beheersmaatregelen dienen te worden genomen in de vorm van het afschermen van die actieve delen. Dit is dan in de betreffende veiligheidswerkinstructie aangegeven. In alle gevallen blijft de mogelijkheid voor de uitvoerende bestaan om in tweede instantie toch te besluiten een opdracht niet onder spanning (of in de nabijheid van actieve delen) uit te voeren in het geval van bijzondere omstandigheden.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Basisdocument Veiligheidswerkinstructies LS
4.
Documentnr. : E-01 Datum : 15-5-2011 Blad : 4 van 5
Indeling van de veiligheidswerkinstructies Veiligheidswerkinstructies bestaan uit de volgende onderdelen: 1. Doel -
Korte omschrijving van het doel van de werkzaamheden.
2. Toepassingsgebied Benoeming van het gebied of infrastructuur waar de veiligheidswerkinstructie van kracht is. 3. Aanwijzingen en opdrachtverstrekking Benoeming van de voor de werkzaamheden benodigde aanwijzingen, inclusief de (minimum) combinaties van personen met een aanwijzing. Tevens wordt hierin aangegeven of deze activiteit via een raamopdracht (RO) mag worden opgedragen of dat dit alleen mogelijk is door middel van een werkplan (WP). Voor zover van toepassing wordt de mate van toezicht vermeld. 4. Voorwaarden Opsomming van voorwaarden waaraan moet zijn voldaan, voordat met de werkzaamheden mag worden begonnen, of waaronder de werkzaamheden mogen plaatsvinden. 5. Risico’s en maatregelen Vermelding van (mogelijke) risico’s en de daarbij te nemen veiligheidsmaatregelen. 6. Middelen Opsomming van de te gebruiken middelen; bovendien worden de specifiek bij de werkzaamheden te gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen vermeld. Kennis over het gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen wordt als vakkennis van de uitvoerenden aanwezig geacht; de uitgangspunten hiervoor zijn te vinden in bijlage 2 van dit document E-01, onder de naam “Matrix Middelen”. Hierin is ook de volledige lijst van middelen met betrekking tot alle veiligheidswerkinstructies opgenomen. 7. Werkwijze Hier wordt de eigenlijke uitvoering van de veiligheidswerkinstructie vastgelegd. Deze bestaat uit drie onderdelen: voorbereiding, uitvoering en beëindiging van de werkzaamheden. Het gaat hier om een beschrijving van de activiteiten en wel in de juiste volgorde. Uitgangspunt bij deze beschrijving is dat personen, die de eerder beschreven aanwijzingen bezitten, op grond van hun vaktechnische en veiligheidstechnische basiskennis en op grond van gevolgde opleidingen en instructies, de werkzaamheden en de bijbehorende veiligheidshandelingen volgens deze beschrijving correct kunnen uitvoeren. 8. Opmerkingen Hier kunnen specifieke zaken worden vermeld die niet in de andere onderdelen van de veiligheidswerkinstructies passen. 9. Referenties Hier worden normen richtlijnen, bedieningshandleidingen en/of montage-instructies vermeld. Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Basisdocument Veiligheidswerkinstructies LS
Documentnr. : E-01 Datum : 15-5-2011 Blad : 5 van 5
10. Bijlagen - Hier bestaat de mogelijkheid om naar bepaalde bijlagen te verwijzen.
5.
Afwijkingen ten opzichte van een veiligheidswerkinstructie. Er kunnen omstandigheden zijn waardoor bepaalde werkzaamheden en/of handelingen niet conform een daarvoor van toepassing zijnde veiligheidswerkinstructie kunnen worden uitgevoerd. In dat geval kan de IV, veelal op voorstel van een WV, besluiten dat tijdelijk van die veiligheidswerkinstructie mag worden afgeweken. Na instemming van de uitvoerende WV zal de IV schriftelijk de aanpassingen dienen mede te delen aan alle betrokken uitvoerenden.
6.
Raamopdrachten Conform de definitie in het BEI Branche Supplement is een raamopdracht mogelijk voor een bepaalde tijd (maximaal 1 jaar) en voor een aantal overzichtelijke en regelmatig optredende standaardhandelingen, waarbij er geen sprake mag zijn van afwijkende situaties of omstandigheden. Per veiligheidswerkinstructie is aangegeven of een raamopdracht is toegestaan; de daarbij gehanteerde criteria zijn overzichtelijkheid, complexheid en de mate van risico-beheersing.
7.
Bijlagen 1. Matrix Middelen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie LS
Bedieningshandelingen LS
1.
Documentnr. : E-02 Datum : 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel Het veilig uitvoeren van bedieningshandelingen LS.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! !
!
!
4.
Uitvoering van uitgebreide bedieningshandelingen door minimaal een AVP. Uitvoering van standaard bedieningshandelingen door minimaal een VP of VPs; Standaard bedieningshandelingen zijn: - alle bedieningshandelingen t/m 250 A (doorlaatwaarde beveiliging 315A) met uitzondering van: o bedieningshandelingen in vermaasd bedreven LS-netten, o bedieningshandelingen in ster bedreven LS-netten, indien er doorschakelingen of verbrekingen worden uitgevoerd, o het in- of uit-schakelen van aggregaten, o beperkte bedieningshandelingen. Uitvoering van beperkte bedieningshandelingen door minimaal een VPs, in aansluitkasten door minimaal een VOPm; Beperkte bedieningshandelingen zijn: o bedieningshandelingen t/m 80 A (doorlaatwaarde beveiliging) met schroefpatronen, schakelaars en automaten; o bedieningshandelingen t/m 80 A (doorlaatwaarde beveiliging) met in aansluitkasten aanwezige mespatronen; o bedieningshandelingen met glaszekeringen t/m 10 A (doorlaatwaarde beveiliging) in aansluitkasten. Opdrachtverstrekking door WV, o Uitgebreide bedieningshandelingen via bedieningsplan. o Standaard bedieningshandelingen via bedieningsplan (voor uitzonderingen zie de bijlage 5 van de BEI BS). o Beperkte bedieningshandelingen via raamopdracht.
Voorwaarden ! !
!
! ! !
De netsituatie is aan de hand van tekeningen, schakelschema’s en/of opschriften vastgesteld. Indien werkzaamheden plaatsvinden in een gecombineerd MS/LS station dienen de betrokken MS procedures en/of MS-VWI’s in acht genomen te worden. Het inschakelen met zekeringen is toegestaan bij stromen t/m 250 A, terwijl de zekeringen maximaal een doorlaatwaarde van 315 A mogen hebben; o bij hogere doorlaatwaarden dient er stroomloos te worden ingeschakeld. o de maximaal toegestane doorlaatwaarde kan lager zijn als gevolg van de specificaties van het LS rek of de te beveiligen infrastructuur (bijv. TN-net); Het inschakelen met messen dient stroomloos te gebeuren. Het inschakelen van aansluitingen dient bij voorkeur stroomloos te gebeuren. Het inschakelen van een mogelijk nog gestoorde kabel is alleen toegestaan indien er: o vóóraf is gecontroleerd dat er geen terugvoeding (via kortsluitplaats in de kabel) aanwezig is, én; o er geconcentreerd en snel wordt ingeschakeld met een zekering met een doorlaatwaarde van maximaal 315 A (zie bovenstaande).
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie LS
Bedieningshandelingen LS
! ! ! !
Het uitschakelen met zekeringen is toegestaan bij stromen t/m 250 A; Het uitschakelen met messen is toegestaan bij stromen t/m 250 A. Voorafgaand aan het uitschakelen dient de te onderbreken stroom te worden vastgesteld. Het uitschakelen van aansluitingen dient in principe stroomloos te gebeuren.
!
Bij doorschakelen dient er voordien getest te worden of er aan beide zijden van de netopening spanning aanwezig is en of er fase-gelijkheid is. Als er LS- bedieningshandelingen in combinatie met MS- bedieningshandelingen worden uitgevoerd dienen er onderlinge verwijzingen in het LS- bedieningsplan en in het MSbedieningsplan te worden opgenomen. Naast het meldpunt is hier de Bedieningsdeskundige MS of de (O)IV MS bij betrokken; zowel voor het MSbedieningsplan als voor de uitvoering van die bedieninghandelingen is toestemming van de BD vereist. Zie hiervoor de betreffende MS-procedure of veiligheidswerkinstructie.
!
5.
Documentnr. : E-02 Datum : 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen.
6.
Middelen !
De vereiste PBM’s: bij LS bedieningshandelingen met schroefpatronen, mespatronen, messen en dummies dient gebruik te worden gemaakt van de noodzakelijke PBM’s; in alle gevallen dient bedrijfskleding te worden gedragen, die de ledematen volledig bedekt. o
o o
o
Bij bedieningshandelingen in aansluitkasten dient bovendien altijd de vlamvertragende jas van de bedrijfskleding te worden gedragen, alsmede: ! bij schroefpatronen en bijbehorende dummies: beide schakelhandschoenen; ! bij mespatronen, messen en bijbehorende dummies: helm met gelaatscherm, geïsoleerde patroontrekker en voor de andere hand de schakelhandschoen. Bij bedieningshandelingen aan/bij volledig aan de voorzijde afgeschermde LS rekken zijn naast de verplichte bedrijfskleding geen extra PBM`s noodzakelijk. Bij bedieningshandelingen aan/bij open of niet volledig aan de voorzijde afgeschermde LS rekken dient de verplichte bedrijfskleding vlamvertragend te zijn en zijn aanvullend de volgende PBM’s noodzakelijk: ! bij schroefpatronen en bijbehorende dummies: beide schakelhandschoenen; ! bij mespatronen, messen en bijbehorende dummies: helm met gelaatscherm, geïsoleerde patroontrekker en voor de andere hand de schakelhandschoen. In installaties en/of situaties waarbij een patroon of mes gemakkelijk kortsluiting zou kunnen veroorzaken tussen aanwezige, blanke delen dient altijd de helm met gelaatscherm te worden gedragen.
7.
Werkwijze
7.1.
Voorbereiding ! !
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan; Controleer of het bedieningsplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke;
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie LS
Bedieningshandelingen LS
! !
Documentnr. : E-02 Datum : 15-5-2011 Blad : 3 van 3
Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2.1 Uitvoering algemeen ! Stel vast dat het juiste netdeel is bepaald; ! Meld, voor zover van toepassing, de voorgenomen bedieningshandelingen bij het meldpunt. ! Stel (zo goed mogelijk) vast dat de in of uit te schakelen stroom niet groter zal zijn dan 250 A; schakel zo nodig op andere plaatsen zoveel mogelijk belasting af. ! Voer de bedieningshandeling(en) uit. ! Controleer daarbij, zowel vóór als ná de handeling, de aan- of afwezigheid van spanning; ! Controleer, indien relevant, op fasegelijkheid. ! Meld, voor zover van toepassing, de uitgevoerde bedieningshandelingen bij het meldpunt. 7.2.2. Het in- en uitschakelen ten behoeve van wijziging van de verdeling van de netbelasting (doorschakelen en verbreken) ! Stel vast dat het juiste netdeel is bepaald. ! Meld, voor zover van toepassing, de voorgenomen bedieningshandelingen aan het meldpunt. ! Stel (zo goed mogelijk) vast dat de in of uit te schakelen stroom niet groter zal zijn dan 250 A; schakel zo nodig eerst op andere plaatsen zoveel mogelijk belasting af of om. ! Schakel het betrokken netdeel in of uit. o Bij doorschakelen: ! controleer vóór het inschakelen op fasegelijkheid/draaiveld. ! controleer na het inschakelen dat de spanning aanwezig blijft. o Bij verbreken: ! controleer na het uitschakelen dat de spanning aanwezig blijft. ! Meld, voor zover van toepassing, de bedieningshandelingen aan het meldpunt. 7.3.
Beëindiging ! Registreer de benodigde gegevens ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een bedieningsplan: gereedmelding bij de WV en het meldpunt. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes en veilig achter;
8.
Opmerkingen Geen
9.
Referenties ! ! !
10.
BEI-LS; BEI-BS; Bedieningshandleidingen
Bijlagen Geen.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie LS
Veiligstellen in LS-distributienetten
1.
Documentnr. : E-03 Datum : 15-5-2011 Blad : 1 van 7
Doel Het vastleggen van de criteria en de methoden met betrekking tot het aanbrengen / verwijderen van aardingen, kortsluitingen en blokkeringen in de laagspanningnetten (LS) en openbare verlichtingnetten (OV). Deze VWI E-03 geeft daarmee de kaders aan waarbinnen veiligstellingen dienen plaats te vinden (waar, wanneer en hoe). Om deze reden wijkt de indeling van deze VWI af van het reguliere format. In VWI E-04 is de volgordelijke beschrijving van het veiligstellen zelf beschreven.
2.
BEI- voorschriften De artikelen 6.2.4.1. en 6.2.4.2, van de BEI-LS schrijven o.a. het volgende voor: Alle delen van een LS-installatie dienen geaard en kortgesloten te zijn indien: o er aan gewerkt gaat worden, en o het risico bestaat dat deze delen weer onder spanning kunnen komen. Materieel of toestellen voor aarding en kortsluiting moeten eerst op het aardpunt zijn aangesloten en dan op de te aarden componenten. Indien mogelijk, moet het materieel of de toestellen voor aarding en kortsluiting vanaf de werkplek zichtbaar zijn; wanneer dit niet mogelijk is, moeten de aardaansluitingen zo dicht mogelijk bij de werkplek zijn aangebracht. Wanneer tijdens het verloop van de werkzaamheden geleiders moeten worden onderbroken of verbonden en daarbij gevaar bestaat door potentiaalverschillen in de installatie, of als er kans bestaat op terugvoeding, moeten eerst op de werkplek passende maatregelen worden getroffen, bijvoorbeeld door potentiaalvereffening en/of aarding, voordat de geleiders worden onderbroken of verbonden.
3.
Spanningloos werken Gelet op de BEI-voorschriften zal in een aantal situaties spanningloos gewerkt moeten worden, zoals bij: de montage van moffen als de omstandigheden dit vereisen (bijv. als tijdens de montage onder spanning niet stroomloos gewerkt kan worden), het veiligstellen en het verhelpen van een aantal storingsituaties, een aantal werkzaamheden in metalen aansluitkasten, alle nader in de LS-veiligheidswerkinstructies aangegeven situaties, alle nader door de (O)IV of WV aangegeven situaties. Bovenstaande houdt in dat hier zal moeten worden uit-/afgeschakeld, geblokkeerd, getest op spanningloosheid, en/of geaard en/of kortgesloten, en afgeschermd. Voor verdere uitwerking hiervan zie artikel 5.
4.
Voorwaarden Bij het veiligstellen zijn in alle gevallen de volgende voorwaarden van kracht: • Iedere uitvoerende dient zichzelf te overtuigen van een veilige werkplek. • De werkplek dient voldoende ruim, droog en verlicht te zijn. • Indien noodzakelijk dienen voorafgaand (LS-)afschermingen te worden aangebracht. • Indien werkzaamheden plaatsvinden in een gecombineerd MS/LS station, dienen ook de betrokken MS procedures en/of MS-VWI’s in acht genomen te worden. • De werkzaamheden dienen altijd buiten de MS-nabijheidszone plaats te vinden. • Invloeden van buitenaf (bijv. omstanders) mogen de werkzaamheden niet beïnvloeden. • De activiteiten dienen te worden uitgevoerd volgens de geldende instructies en/of bedieningshandleidingen en/of voorschriften van de fabrikant. • Bordjes met de tekst “Niet bedienen” of met pictogrammen van gelijke strekking gelden ook als blokkering. • Alleen de door de werkgever ter beschikking gestelde aardings-/kortsluitgarnituren mogen worden toegepast; eigenhandige wijzigingen mogen niet worden aangebracht. .
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie LS
Veiligstellen in LS-distributienetten
• •
• •
5.
Documentnr. : E-03 Datum : 15-5-2011 Blad : 2 van 7
Een aardings-/kortsluitgarnituur dient voor gebruik gecontroleerd te worden op gebreken, beschadigingen van de omhullingen en beschadigingen van aansluitplaatsen. Bij het aanbrengen dient het aardings-/kortsluitgarnituur eerst aan het aardpunt te worden aangesloten; bij het verwijderen dient het garnituur als laatste bij het aardpunt verwijderd te worden. Op de werkplek dienen, voor zover mogelijk, de aangebrachte aardingen/kortsluitingen door meting te worden gecontroleerd. Indien het garnituur belast is geweest met een kort- of aard-sluitstroom, mag het garnituur niet meer gebruikt worden en dient het direct ter keuring te worden aangeboden aan de daarvoor door het bedrijf aangewezen instantie .
Risico’s en maatregelen Indien er spanningloos moet worden gewerkt dient de risico-bron (de bedrijfsspanning) te worden weggenomen door het betreffende bedrijfsmiddel spanningloos te maken (uit-, afschakeling) en dit dient te worden geborgd. Aansluitend dienen andere mogelijke risico-bronnen te worden weggenomen en ook dit dient te worden geborgd. Indien dat niet of onvoldoende mogelijk is dienen er extra passende beheersmaatregelen te worden genomen. Voor het veiligstellen van de hoofdaders, de hulpaders en OV-solo-netten zijn de volgende situaties van toepassing (zie ook de flowdiagrammen onder artikel 8, bijlagen):
5.1.
Hoofdaders: Primaire bron: o De bedrijfsspanning. Maatregelen: o Deze bron wegnemen door uit-/ afschakeling van de voeding van de bedrijfsspanning. o Borging hiervan door het aanbrengen van blokkeringen op het schakelpunt; bij meerdere relevante schakelpunten (bijv. reguliere netopeningen) deze blokkeringen op al die schakelpunten aanbrengen, aansluitend daar controleren op spanningloosheid. -
Overige mogelijke bronnen (1): o Zelfopwekkers. Maatregelen: o Deze bronnen bij voorkeur wegnemen door uit-/ afschakeling en aansluitend blokkeringen aanbrengen. Dit betekent dan dat alle aansluitingen moeten worden afgeschakeld en geblokkeerd, en aansluitend op spanningloosheid moeten worden gecontroleerd. o Indien bovenstaande maatregelen niet mogelijk zijn, of geen reëele optie zijn, dient de extra beheersmaatregel te worden toegepast: het aanbrengen van aarding(en) en kortsluiting(en) op de hoofdaders. ! Indien bij de werkzaamheden de kabel niet wordt onderbroken, kan worden volstaan met een aarding en kortsluiting aan één zijde in een station of kast, zo dicht mogelijk bij de werkplek. ! Indien bij de werkzaamheden de kabel wél wordt onderbroken, dient aan beide zijden van de werkplek (onderbrekingsplaats) een aarding en kortsluiting te worden aangebracht, zo dicht mogelijk bij de werkplek in een station of kast of huisaansluitkast. Zie ook artikel 6, 1e alinea.
-
Overige mogelijke bronnen (2): o De bedrijfsspanning via kortsluiting tussen hoofdader en hulpader in een combi-net (kabel bevat zowel hoofdaders als hulpaders); bij onverwachte inschakeling van de hulpader komt er ook spanning op de hoofdader te staan.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie LS
Veiligstellen in LS-distributienetten
Documentnr. : E-03 Datum : 15-5-2011 Blad : 3 van 7
Maatregelen: o Het uit-/af-schakelen van de hulpaders op alle relevante schakelpunten. o Borging hiervan door het aanbrengen van blokkeringen op de hulpaders. o Aansluitend daar controleren op spanningloosheid. 5.2.
5.3.
Hulpaders: Primaire bron: o De bedrijfsspanning; deze is meestal overdag niet aanwezig maar kan op elk willekeurig moment wel op de hulpaders gezet worden door inschakeling in aanliggend station of kast, of op afstand (handmatig of automatisch). Maatregelen: o Deze bron wegnemen door uit-/ afschakeling van de voeding van de bedrijfsspanning (ook indien op dat moment niet aanwezig) van de hulpaders op het schakelpunt. o Borging hiervan door het aanbrengen van blokkeringen op het schakelpunt; bij meerdere relevante schakelpunten (bijv. reguliere netopeningen) deze blokkeringen op al die schakelpunten aanbrengen. o Aansluitend daar controleren op spanningloosheid. -
Overige mogelijke bronnen (1): o De bedrijfsspanning via foutieve (eerdere) montage of bediening waardoor er onjuiste en/of onbekende verbindingen met hulpaders in aangrenzende netdelen bestaan. Maatregelen (alleen noodzakelijk bij gerede twijfel, te bepalen door de WV): o Controle vóóraf door het inschakelen van de hulpaders en spanningtesten in de aangrenzende stations en kasten. Indien op deze wijze een extra bron (invoedingspunt) wordt vastgesteld dient deze bron te worden uit-/ afgeschakeld en dit via blokkering te worden geborgd; aansluitend controleren op spanningloosheid.
-
Overige mogelijke bronnen (2): o De bedrijfsspanning via kortsluiting tussen hoofdader en hulpader in een combi-net, terwijl de hoofdaders onder spanning staan. Maatregelen: o Het aanbrengen van aarding(en) en kortsluiting(en) op de hulpaders. ! Indien bij de werkzaamheden de hulpaders niet worden onderbroken, kan worden volstaan met een aarding en kortsluiting aan één zijde in een station of kast, zo dicht mogelijk bij de werkplek. ! Indien bij de werkzaamheden de hulpaders wél worden onderbroken, dient aan beide zijden van de werkplek (onderbrekingsplaats) een aarding en kortsluiting te worden aangebracht, zo dicht mogelijk bij de werkplek in een station of kast. o Indien het aanbrengen van één of meer aardingen en blokkeringen, zoals bovengenoemd, niet mogelijk is, dienen de hoofdaders te worden uit-/ afgeschakeld en te worden veiliggesteld conform artikel 5.1.
Solo-netten Openbare verlichting Primaire bron: o De bedrijfsspanning; deze is meestal overdag niet aanwezig maar kan op elk willekeurig moment wel op de aders gezet worden door inschakeling in aanliggend station of kast, of op afstand (handmatig of automatisch). Maatregelen: o Deze bron wegnemen door uit-/ afschakeling van de voeding van de bedrijfsspanning (ook indien op dat moment niet aanwezig) van de aders op het
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie LS
Veiligstellen in LS-distributienetten
Documentnr. : E-03 Datum : 15-5-2011 Blad : 4 van 7
schakelpunt; bij meerdere relevante schakelpunten deze blokkeringen op al die schakelpunten aanbrengen, aansluitend daar controleren op spanningloosheid. -
Overige mogelijke bronnen: o Foutieve (eerdere) montage of bediening waardoor er onjuiste en/of onbekende verbindingen met aders in aangrenzende netdelen bestaan. Maatregelen (alleen noodzakelijk bij gerede twijfel, te bepalen door de WV): o Controle vóóraf door het inschakelen van de aders en spanningtesten in de aangrenzende stations en kasten. Indien op deze wijze een extra bron (invoedingspunt) wordt vastgesteld dient deze bron te worden uit-/ afgeschakeld en dit via blokkering te worden geborgd; aansluitend controleren op spanningloosheid.
5.4.
Algemene beheersmaatregelen Indien is veiliggesteld conform artikel 5.1., 5.2. of 5.3. zal, vóór aanvang van de werkzaamheden, d.m.v. selectie (zie VWI E-11) moeten worden vastgesteld of aan de juiste kabel gaat worden gewerkt. Op de werkplek zal tevens de spanningloosheid dienen te worden vastgesteld.
6.
Beperkingen en bijzonderheden van de infrastructuur Conform artikel 5.1 zijn er situaties waarbij de hoofdaders aan beide zijden van de werkplek van een blokkering en/of aarding en/of kortsluiting moeten worden voorzien, maar dit is door de beperkingen van de infrastructuur niet altijd mogelijk. Bijvoorbeeld bij stervormig aangelegde kabelnetten kan er bij de eindmof niet geaard worden, terwijl het blokkeren/aarden/kortsluiten in de op die netten aangesloten aansluitkasten niet altijd mogelijk is. In een dergelijke situatie kan de WV, met instemming van de OIV, bepalen dat er slechts aan één zijde een blokkering en/of aarding en/of kortsluiting wordt aangebracht. Daarbij dienen dan aanvullende veiligheidsmaatregelen en/of een aangepaste werkwijze door de WV te worden bepaald. Ook de hulpaders kunnen niet altijd aan beide zijden van de werkplek van een blokkering en/of aarding en/of kortsluiting worden voorzien. Extra probleem kan hierbij zijn dat de hulpaders aangesloten zijn met een automaat, of direct op de rails zijn gemonteerd. In een dergelijke situatie dient conform artikel 5.2 te worden gehandeld (hoofdaders spanningloos maken). Extra attentie is geboden bij eindmoffen in combi-netten waarbij de hulpaders wel zijn doorgelast met de hulpaders van een andere kabel. Hier dienen die hulpaders, indien die verbonden zijn met een ander station of kast, ook daar te worden afgeschakeld, geblokkeerd, en/of geaard/kortgesloten. Indien een verdeelkast, sectiekast of koppelkast na het aanbrengen van de aarding/ kortsluiting/blokkering niet meer gesloten kan worden dient er bij die kast voortdurend toezicht te worden gehouden door minimaal een VOP. Toezicht door een leek, in dienst bij het energiebedrijf of bij een in haar opdracht werkend aannemingsbedrijf, is ook toegestaan indien er vóóraf door de PL afdoende maatregelen tegen toevallige aanraking van onder spanning staande delen zijn genomen. De toezichthoudende dient over communicatie-apparatuur te beschikken. Bij veiliggestelde aansluitkasten is geen toezicht noodzakelijk (hier is geen spanning aanwezig). Voor het aarden in een aansluitkast met schroefpatronen dient gebruik gemaakt te worden van de E27 of E33 aardschroefkop; een belangrijk aandachtspunt is hierbij of er geaard dient te worden door middel van een stift- of een ringaarding. Er dient een passchroef in de zekeringhouder gemonteerd te zijn om een goede aardverbinding tot stand te brengen. Aarde en nul dienen te worden kortgesloten, waarbij dient te zijn vastgesteld dat de aarde bij de aansluitkast van goede kwaliteit is; indien dat niet
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie LS
Veiligstellen in LS-distributienetten
Documentnr. : E-03 Datum : 15-5-2011 Blad : 5 van 7
het geval is bepaalt de WV de wijze van veiligstellen (bijv. alleen kortsluiten tussen fasen en nul). Voor het aarden in een grotere aansluitkast (met mespatronen) moet gebruik gemaakt worden de reguliere aardingset. Voor het aarden in een aansluitkast met automaten dienen de hoofdaders te worden losgenomen (na testen op spanningloosheid) en aansluitend te worden geaard en kortgesloten (ook hier aarde en nul kortsluiten met inachtneming van bovenstaande opmerking).
7.
Toepassing van de VWI Deze VWI geeft de methode aan hoe en waar hoofdaders en/of hulpaders dienen te worden veiliggesteld. Daarmee zal deze VWI in voorkomende gevallen moeten worden toegepast in combinatie met de andere VWI’s. In die andere VWI’s wordt aangegeven of die betreffende activiteit wel of niet onder spanning mag worden uitgevoerd, of dat er dient te worden veilig gesteld. In het geval van spanningloos werken wordt dan verwezen naar deze VWI E-03.
8.
Bijlagen In de twee flowdiagrammen (hoofdaders resp. hulpaders) zijn de diverse methodes en keuzes met betrekking tot veiligstellen nader uitgewerkt.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie LS
Veiligstellen in LS-distributienetten
Flowdiagram veiligstellen hoofdaders onderdeel van VWI E-03
Hoofdaders uit-/afschakelen en blokkering aanbrengen, in alle aanliggende stations en kasten
Maken de hoofdaders maken deel uit van een combinet ?
Documentnr. : E-03 Datum : 15-5-2011 Blad : 6 van 7
nee
ja Hulpaders uit-/afschakelen en blokkering aanbrengen, in alle aanliggende stations en kasten
nee
Zijn er aansluitingen aanwezig ?
ja
Zijn de aansluitingen toegankelijk en is afschakeling een reëele optie ? ja Alle aansluitingen afschakelen en overal blokkering aanbrengen
nee
Zal de kabel onderbroken worden bij de werkzaamheden ?
nee Hoofdaders aarden en kortsluiten aan één zijde in dichtstbijzijnde station of kast Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
ja
Hoofdaders aarden en kortsluiten aan beide zijden van de werkplek (de onderbrekingsplaats) in dichtstbijzijnde station, kast of huisaansluiting
Contactgroep Veiligheidsregelgeving Selecteren en de spanningloosheid op de werkplek vaststellen
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie LS Documentnr. : E-03 Datum : 15-5-2011 Blad : 7 van 7
Veiligstellen in LS-distributienetten
Hulpaders uit-/af-schakelen en blokkering aanbrengen, in alle aanliggende stations en kasten
nee
Flowdiagram veiligstellen hulpaders in combi-netten onderdeel van VWI E-03
Zijn de hoofdaders in bedrijf en staan deze onder spanning ? ja Zullen de hulpaders onderbroken worden bij de werkzaamheden ?
ja
nee Is aarden en blokkering aanbrengen aan één zijde mogelijk ?
nee
Is aarden en blokkering aanbrengen aan beide zijden mogelijk ?
ja
nee
Hoofdaders uit-/ af-schakelen en blokkering aanbrengen, zie flowdiagram “Veiligstellen hoofdaders”
ja Hulpaders aarden en kortsluiten aan één zijde in dichtstbijzijnde station of kast
Hulpaders aarden en kortsluiten aan beide zijden van de werkplek (de onderbrekingsplaats) in dichtstbijzijnde station of kast
Flowdiagram “Veiligstellen hoofdaders” doorlopen en bijbehorende acties nemen
Selecteren en de spanningloosheid van de hulpaders op de werkplek vaststellen Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie LS Het in en uit bedrijf nemen en veiligstellen van een LS netdeel
1.
Doel ! ! !
2.
Documentnr. : E-04 Datum : 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Het veilig uit bedrijf nemen van een LS netdeel inclusief het veiligstellen, ten behoeve van het veilig (spanningloos) uitvoeren van werkzaamheden; Het veilig in bedrijf nemen van een LS-netdeel; Het veilig in of uit bedrijf nemen en veiligstellen van OV- en tarief- aders.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! !
!
4.
!
Uitvoering van de veiligstelling door een persoon met minimaal dezelfde aanwijzing als de aanwijzing die noodzakelijk is voor de bijbehorende bedieninghandeling.
!
Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan / bedieningsplan; het uit en in bedrijf nemen van een LS netdeel inclusief het veiligstellen mag ook via een raamopdracht worden opgedragen indien er alleen beperkte bedieningshandelingen bij betrokken zijn.
Voorwaarden ! ! ! ! !
5.
Uitvoering van uitgebreide bedieningshandelingen door minimaal een AVP. Uitvoering van standaard bedieningshandelingen door minimaal een VP of VPs; Standaard bedieningshandelingen zijn: - alle bedieningshandelingen t/m 250 A (doorlaatwaarde beveiliging 315A) met uitzondering van: o bedieningshandelingen in vermaasd bedreven LS-netten, o bedieningshandelingen in ster bedreven LS-netten, indien er doorschakelingen of verbrekingen worden uitgevoerd, o het in- of uit-schakelen van aggregaten, o beperkte bedieningshandelingen. Uitvoering van beperkte bedieningshandelingen door minimaal een VPs, in aansluitkasten door minimaal een VOPm; Beperkte bedieningshandelingen zijn: o bedieningshandelingen t/m 80 A (doorlaatwaarde beveiliging) met schroefpatronen, schakelaars en automaten; o bedieningshandelingen t/m 80 A (doorlaatwaarde beveiliging) met in aansluitkasten aanwezige mespatronen; o bedieningshandelingen met glaszekeringen t/m 10 A (doorlaatwaarde beveiliging) in aansluitkasten.
De netsituatie is aan de hand van tekeningen, schakelschema’s en/of opschriften vastgesteld. Indien werkzaamheden plaatsvinden in een gecombineerd MS/LS station dienen ook de betrokken MS procedures en/of MS-VWI’s in acht genomen te worden. Bedieningshandelingen vinden plaats conform veiligheidswerkinstructie E-02. Veiligstellingen vinden plaats conform veiligheidswerkinstructie E-03. Een kabel waaraan gewerkt moet worden, is geselecteerd conform de criteria zoals aangegeven in veiligheidswerkinstructie E-11.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie LS Het in en uit bedrijf nemen en veiligstellen van een LS netdeel
Documentnr. : E-04 Datum : 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen.
6.
Middelen !
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding, zo nodig o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Helm met gelaatscherm of soortgelijk, zo nodig o E-isolerende handschoenen, zo nodig o Geïsoleerde patroontrekker, zo nodig o Schakelhandschoen, zo nodig
!
Veiligheidsmiddelen o Blokkeringen, dummies o Spanningtester o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Aardingsgarnituren
7.
Werkwijze
7.1.
Voorbereiding ! ! ! !
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan / bedieningsplan overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2.
Uitvoering
7.2.1
Uit bedrijf nemen en veiligstellen van een LS netdeel t.b.v. werkzaamheden ! Stel vast dat het juiste netdeel is bepaald. ! Meld, voor zover van toepassing, de voorgenomen activiteiten aan het meldpunt. ! Bepaal het draaiveld. ! Meet de actuele belastingstroom. ! Indien de belastingstroom groter is dan 250A: schakel in dat geval zoveel mogelijk belasting af, in ieder geval totdat de te schakelen stroom kleiner is dan 250A. ! Trek of draai de patronen geconcentreerd en snel uit de patroonhouders; ! Breng de voor dit netdeel relevante blokkering(en) aan (conform VWI E-03). ! Stel spanningsloosheid vast. ! Breng de voor dit netdeel relevante kortsluitvaste aarding(en) aan (conform VWI E-03). ! Meld, voor zover van toepassing, de activiteiten aan het meldpunt. ! Draag, zo nodig, de veiliggestelde plek over aan degene die de werkzaamheden gaat verrichten.
7.2.2
In bedrijf nemen van een LS netdeel ! Stel vast dat het juiste netdeel is bepaald. ! Stel vast dat de uitvoerenden en eventuele anderen zich niet (meer) binnen de gevarenzone bevinden. ! Meld aan de uitvoerenden dat het netdeel in bedrijf gaat worden genomen. ! Meld, voor zover van toepassing, de voorgenomen activiteiten aan het meldpunt; ! Stel vast dat het betrokken netdeel bedrijfsgereed is. ! Verwijder de aardingen.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie LS Het in en uit bedrijf nemen en veiligstellen van een LS netdeel
! ! ! ! ! ! 7.3.
Documentnr. : E-04 Datum : 15-5-2011 Blad : 3 van 3
Verwijder de blokkeringen. Stel zo goed mogelijk vast dat de in te schakelen stroom niet groter zal zijn dan 250 A. Schakel het betrokken netdeel in; plaats of draai de patronen geconcentreerd en snel in de patroonhouders. Meet na inschakeling de spanning tussen de fasen en tussen de fasen en nul. Controleer op fasegelijkheid/draaiveld. Meld, voor zover van toepassing, de activiteiten aan het meldpunt.
Beëindiging ! !
!
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan/bedieningsplan: gereedmelding bij de WV en, voor zover van toepassing, bij het meldpunt. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek veilig en netjes achter.
8. Opmerkingen Geen.
9. Referenties ! ! ! !
BEI-LS; BEI-BS; Bedieningshandleidingen VWI E-02 en E-03
10. Bijlagen Geen.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het assisteren bij werkzaamheden aan of nabij elektriciteitsvoorzieningsystemen
1.
Documentnr. : E-05 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel Het veilig assisteren bij werkzaamheden aan of nabij elektriciteitsvoorzieningsystemen.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. !
! !
4.
Voorwaarden. !
! ! !
5.
De aanwijzing is minimaal VOP, maar is ook afhankelijk van de eisen zoals genoemd in de veiligheidwerkinstructie die betrekking heeft op de uit te voeren activiteit (bij bepaalde werkzaamheden is een hogere aanwijzing vereist). De opdrachtverstrekking voor assistentie wordt gegeven door minimaal een WVnetten, via raamopdracht. Mate van toezicht is afhankelijk van het soort werk en staat in de geldende veiligheidwerkinstructies vermeld.
Werkzaamheden aan of in de nabijheid van elektriciteitsvoorzieningsystemen dienen altijd te worden uitgevoerd volgens de BEI-LS met de daaraan verbonden geldende veiligheids werkinstructies. Tijdens uitvoering van werkzaamheden in de nabijheid van onder spanning staande delen moet men buiten de gevarenzone blijven. De assisterende persoon dient geïnstrueerd te zijn in de werkzaamheden waarbij hij gaat assisteren. De assisterende persoon dient zich strikt te houden aan de BEI-LS en de aanwijzingen van de PL. Daarbij mag de assisterende persoon zelfstandig geen werkzaamheden uitvoeren die zijn aanwijzing overschrijden.
Risico’s en maatregelen. Afhankelijk van de werkzaamheden zijn de meest voorkomende risico’s met de daarvoor te treffen maatregelen: Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen, werktent.
6.
Middelen ! De vereiste PBM’s, afhankelijk van de werkzaamheden, zijn aangegeven in de betreffende VWI, en kunnen zijn: o o o o o o o
Opgesteld door:
Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding Vlamvertragende veiligheidskleding Veiligheidsschoeisel Helm, zo nodig Werkhandschoenen Helm met gelaatscherm of soortgelijk E-isolerende handschoenen
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het assisteren bij werkzaamheden aan of nabij elektriciteitsvoorzieningsystemen
Documentnr. : E-05 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 2
! De vereiste veiligheidsmiddelen, afhankelijk van de werkzaamheden, zijn aangegeven in de betreffende VWI, en kunnen zijn: o o o o
7. 7.1.
Afzettingen Spanningtester/voltmeter Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig Veiligheidshandgereedschap
Werkwijze Voorbereiding ! Overtuig je ervan dat de PL heeft gecontroleerd of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Overtuig je ervan dat de PL heeft gecontroleerd of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient door de PL contact te worden opgenomen met de WV. ! Overtuig je ervan dat de PL een Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) heeft uitgevoerd.
7.2.
Uitvoering ! Volg de aanwijzingen van de PL strikt op. ! Verricht de werkzaamheden volgens de opdrachten van de PL; dit geldt ook ten aanzien van (delen) van werkzaamheden die op basis van de eigen aanwijzing zelfstandig zouden mogen worden uitgevoerd.
7.3.
Beëindiging ! Verlaat de werkplek indien de PL dit aangeeft.
8. Opmerkingen. !
Geen.
9. Referenties ! ! ! ! !
BEI-LS BEI-BS VCA VWI’s Montagevoorschriften
10. Bijlagen Geen.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het graven en dichten van sleuven en werkputten
1.
Documentnr. : E-06 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel. Het veilig graven en dichten van sleuven en werkputten.
2.
Toepassingsgebied. Bij LS-distributienetten.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking. ! ! !
4.
Voorwaarden. ! ! ! ! ! !
! !
5.
Aanwijzing is niet van toepassing (leken). Opdrachtverstrekking conform de relevante VWI. Geen toezicht noodzakelijk.
Voor aanvang van graafwerkzaamheden moet er een KLIC melding gedaan zijn. Bij aanvang van de graafwerkzaamheden dienen de KLIC gegevens ter plaatse beschikbaar te zijn. Bij calamiteiten moet een calamiteitenmelding gedaan worden. Denk aan de terugmelding. Bij machinaal graven dient er altijd een tweede man aanwezig te zijn om te kunnen voorgraven conform CROW richtlijn 280 “Zorgvuldig graven”. In de directe omgeving van kabels en leidingen dient er handmatig gegraven te worden. Als bij graafwerkzaamheden voorwerpen of stoffen worden aangetroffen, waarvan redelijkerwijs geacht kan worden dat dit gevaar opleveren voor de veiligheid en gezondheid van personen of het milieu moeten de werkzaamheden worden gestaakt en dient contact te worden opgenomen met de verantwoordelijke WV (en eventueel de grondeigenaar). Indien de diepte van de sleuf/werkput meer dan 1 meter bedraagt, moeten aanvullende voorzieningen worden getroffen tegen het inkalven van de taluds. Houdt rekening met de bewegingsvrijheid van het met werk belaste personeel.
Risico’s en maatregelen. Risico: Persoonlijk letsel. Maatregel: Gebruik maken van PBM’s. Risico:
Aanwezigheid van omstanders en/of dieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Afbakenen van de werkplek, omstanders manen de werkplek te verlaten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen conform “Handboek 96b” van de CROW. Risico: Schade aan kabels en leidingen. Maatregel: Werkplek ruim en zorgvuldig ontgraven. Risico: Vervuilde grond. Maatregel: Werk stil leggen, waarschuwen WV en aanvullende maatregelen treffen, zonodig ook de grondeigenaar hierin betrekken.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het graven en dichten van sleuven en werkputten
Documentnr. : E-06 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Risico: Inkalven van taluds. Maatregel: Juiste talud toepassen, aanvullende maatregelen treffen, zorgen voor veilige in- en uitgangen uit sleuf of werkput.
6.
Middelen en apparatuur. ! !
De vereiste PBM’s: werkkleding, veiligheidsschoeisel, helm (nabij graafmachine), gehoorbescherming, reflecterende kleding (bij werkzaamheden langs de weg). Graafgereedschap/Graafmachine.
7.
Werkwijze.
7.1.
Voorbereiding. ! !
!
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de opdrachtgever. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2.1 Uitvoering (graven). ! Tref de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. ! Sla de vrijkomende materialen zoals klinkers, tegels, keien, grond e.d. op voldoende afstand van de sleuf of werkput op. ! Sla de vrijkomende grond per grondsoort gescheiden op. 7.2.2 Uitvoering (dichten). ! Dicht de sleuf/werkput zodanig dat de verschillende grondsoorten op hun oorspronkelijke plaats terugkomen. ! Pas, indien noodzakelijk, grondverbetering toe. ! Vul de sleuf/werkput aan weerskanten van de kabel gelijkmatig aan. ! Verdicht handmatig bij een afstand van minder dan 0,2 m naast de kabel en minder dan 0,4 m boven de kabel. ! Vul de sleuf of werkput laagsgewijs aan. ! Verdicht de sleuf of werkput machinaal of handmatig in lagen van maximaal 0,3m. ! Werk de aangevulde sleuf of werkput af met de vrijgekomen sleufbedekking. ! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op. 7.2.
Beëindiging. ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie
Het graven en dichten van sleuven en werkputten
7.3.
Documentnr. : E-06 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
Opmerkingen. Geen
8.
Referenties. ! ! ! !
9.
NEN 7244-1. Arbo-wetgeving “Handboek 96b” van de CROW. CROW richtlijn 280 Zorgvuldig graven.
Bijlagen. !
Geen.
Opgesteld door:
Werkgroep VIAG-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het meten of beproeven van een LS-kabel
1.
Documentnr. : E-10 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel Het veilig meten of beproeven van een LS-kabel i.v.m. een oplevering of een storing.
2.
Toepassingsgebied In LS-distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Meten o o o
of beproeven van een in gebruik te stellen LS-kabel: uitvoering bij kabels ! 16 mm2 Cu of ! 50 mm2 Al: door minimaal een VPa. uitvoering bij kabels > 16 mm2 Cu of > 50 mm2 Al: door minimaal een VP. opdrachtverstrekking door WV, via werkplan of raamopdracht.
! Meten of beproeven van een gestoorde LS-kabel: o uitvoering door minimaal een AVP samen met minimaal een VOP. o opdrachtverstrekking door WV, via werkplan.
4.
Voorwaarden ! De actuele netsituatie is aan de hand van schakelschema’s en/of opschriften vastgesteld en de tekeningen zijn ter plekke beschikbaar. ! Indien werkzaamheden plaatsvinden in een gecombineerd MS/LS station, dienen ook de betrokken MS procedures en/of MS-VWI’s in acht genomen te worden. ! Tijdens het aan- en afkoppelen en tijdens de meting/beproeving zelf worden in het te bemeten/beproeven netdeel niet tegelijkertijd door andere personen werkzaamheden verricht. ! Indien er een deur van een MS-ruimte en/of LS-kast open staat tijdens de meting/beproeving is toezicht ter plaatse noodzakelijk; de mate van toezicht wordt bepaald door de WV.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel ten gevolge van aanraking van spanningvoerende delen, aard- of kortsluiting als gevolg van verwisseling met een andere kabel. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijvoorbeeld weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijvoorbeeld werktent, werkonderbreking, afzettingen en verkeersmaatregelen.
6.
Middelen !
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding, zo nodig o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Helm met gelaatscherm of soortgelijk o E-isolerende handschoenen o Geïsoleerde patroontrekker o Schakelhandschoen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het meten of beproeven van een LS-kabel
!
Documentnr. : E-10 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Veiligheidsmiddelen o Deurvergrendeling, zo nodig o E-isolerende afschermingen o Spanningtester o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Aardingsgarnituren o Veiligheidshandgereedschap
7.
Werkwijze
7.1
Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Bepaal het netgedeelte dat beproefd of gemeten moet worden en controleer het tracé om vast te stellen dat er geen andere werkzaamheden plaatsvinden. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar moet contact worden opgenomen met de WV. ! Stel, voor zover van toepassing, het meldpunt op de hoogte welk netdeel er beproefd/gemeten gaat worden. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2
Uitvoering ! Controleer of het betreffende netdeel is uitgeschakeld en de nodige blokkering(en) en aardverbinding(en) zijn aangebracht. ! Scherm, indien van toepassing, de in de directe nabijheid zijnde blanke spanningvoerende delen af. ! Zorg er voor dat, in voorkomende gevallen, de meetapparatuur (of meetwagen) geaard wordt; breng altijd eerst de aardverbinding tot stand. ! Verwijder zo nodig de aardverbinding(en) ten behoeve van het aanbrengen van de meeten beproevingskabels; dit is toegestaan indien het aanbrengen van de meet- of beproevingskabels anders niet mogelijk is. ! Breng de meet- of beproevingskabels aan volgens het bedieningsvoorschrift of handleiding van de apparatuur; verwijder zo nodig de aardverbinding(en). ! Voer de meting of de beproeving uit volgens het bedieningsvoorschrift of handleiding van de apparatuur (en in overeenstemming met de kabelspecificaties). ! Breng eventueel verwijderde aardingen direct na de meting/beproeving weer aan en verwijder nadien de meet – of beproevingskabels; indien dat niet mogelijk is dient als volgt te worden gewerkt: o eerst kortstondig aarden (ontladen kabel); o meet- of beproevingskabels verwijderen; o aardingen weer aanbrengen. ! Verwijder de tijdelijk aangebrachte afschermingen.
7.3
Beëindiging ! Registreer de benodigde gegevens en meld de werkzaamheden gereed. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes achter. ! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het meten of beproeven van een LS-kabel
Documentnr. : E-10 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
! Informeer, voor zover van toepassing, het meldpunt.
8.
Opmerkingen Geen
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS
10.
Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Documentnr. : E-11 Datum/versie :1-5-2011 Blad :1 van 5
Het selecteren van een LS kabel
1.
Doel Het veilig selecteren van de juiste laagspanningskabel op de werkplek, waar nodig met behulp van technische hulpmiddelen. Voor selectie van gelijkstroomkabels zie aanvullend veiligheidswerkinstructie E-81.
2.
Toepassingsgebied In het LS net, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking !
!
!
4.
Voorwaarden ! ! ! ! ! ! !
5.
Kabelselectie zonder gebruik van apparatuur: o door minimaal een VPa. o in opdracht van WVn of WV, via werkplan of raamopdracht. Kabelselectie met gebruik van apparatuur: o door minimaal een VPs, bij Enexis vooralsnog door minimaal een WVn. o in opdracht van WV of WVn van de netbeheerder (zie ook artikel 8, opmerkingen), via werkplan. Kabelselectie door middel van het knippen van de kabel met veiligheidsknipapparatuur, of door middel van destructieve storingsmeting: o door minimaal een AVP, bij Enexis vooralsnog door minimaal een WVn. o in opdracht van WV van de netbeheerder, via werkplan.
Er moet gebruik worden gemaakt van het in deze VWI opgenomen afloopschema. Er dienen actuele tekeningen (MS en LS) aanwezig te zijn. In gebieden waar meerdere netbeheerders-E infrastructuren beheren dienen ook tekeningen van die infrastructuren aanwezig te zijn. Als er geen actuele tekeningen aanwezig zijn, dan dient altijd kabelselectieapparatuur toegepast te worden. De werkplek dient voldoende ruim droog en verlicht te zijn. Meetapparatuur dient op een veilige wijze aangesloten te worden. Indien kabelselectieapparatuur wordt toegepast mogen er geen werkzaamheden aan het betreffende netdeel door andere personen uitgevoerd worden.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: beïnvloeding van buitenaf zoals weersomstandigheden omstanders verkeer Maatregel:afbakenen van de werkplek.
6.
Middelen !
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen, zo nodig o E-isolerende handschoenen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Documentnr. : E-11 Datum/versie :1-5-2011 Blad :2 van 5
Het selecteren van een LS kabel
!
Veiligheidsmiddelen o Afzettingen, zo nodig o Spanningtester o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Aardingsgarnituren o Veiligheidshandgereedschap
7.
Werkwijze
7.1.
Voorbereiding ! ! ! !
7.2.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan; Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke; Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering (zie ook het afloopschema) Kabelselectie kan afhankelijk van de omstandigheden op diverse manieren plaatsvinden: - A - Kabelselectie van een kunststof kabel zonder gebruik van kabelselectie-apparatuur. - B - Kabelselectie van een GPLK kabel zonder gebruik van kabelselectie-apparatuur. - C - Kabelselectie met behulp van kabelselectie-apparatuur: • via een spanningsloze ader, • via een spanningsvoerende ader. - D - Kabelselectie door het knippen van de kabel met veiligheidsknip-apparatuur. - E - Kabelselectie door middel van destructieve storingsmetingen.
7.2.1. A. ! ! ! ! !
! 7.2.2. B. ! ! !
!
Kabelselectie kunststof kabel zonder gebruik van kabelselectie-apparatuur: Stel vast dat uit het tekeningenpakket de betreffende LS kabel eenduidig is te bepalen. Stel vast dat de betreffende kabel ligt op de volgens de tekening aangegeven plek. Stel vast dat de kabelmantelopdruk overeenkomt met de kabelgegevens op tekening. Stel vast dat eventueel naastliggende LS kabels duidelijk verschillend zijn van de betreffende kabel. Stel de betreffende LS kabel eenduidig vast ten opzichte van eventueel aanwezige MS- of HS kabels: o via mantelkleur en/of aanwezige aftakmof(fen); LET OP: dit geldt beide niet in gebieden met 3 kV kunststof kabel; o of via het volledig zichtbaar volgen van de betreffende kabel tot de eindsluiting in het station, de kast of de aansluitkast. Stel vast dat er een eenduidige selectie heeft plaatsgevonden; zo niet, neem dan contact op met de WV. Kabelselectie GPLK kabel zonder gebruik van kabelselectieapparatuur: Stel vast dat uit het tekeningenpakket de betreffende LS kabel eenduidig is te bepalen. Stel vast dat de betreffende kabel ligt op de volgens de tekening aangegeven plek. Stel de betreffende LS kabel eenduidig vast ten opzichte van eventueel aanwezige MS- of HS kabels: o via aanwezige aftakmof(fen); LET OP: dit geldt niet in gebieden met 3 kV- kabel. o of via het volledig zichtbaar volgen van de betreffende kabel tot de eindsluiting in het station, de kast of de aansluitkast. Stel vast dat er een eenduidige selectie heeft plaatsgevonden; zo niet, neem dan contact op met de WV.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Documentnr. : E-11 Datum/versie :1-5-2011 Blad :3 van 5
Het selecteren van een LS kabel
7.2.3. C. Kabelselectie met behulp van kabelselectieapparatuur: In opdracht van of door de WV van de netbeheerder dient de betreffende kabel m.b.v. selectieapparatuur geselecteerd te worden. 7.2.3.1. Kabelselectie via een spanningsloze ader. Kabelselectie kan zowel op een hulpader als op een hoofdader plaatsvinden. Neem contact op met het meldpunt. ! Schakel (de ader van) de betreffende kabel uit, blokkeer, indien relevant, de andere zijde van (de ader van) de kabel. ! Stel de spanningloosheid vast en breng de meetdraden aan. ! Selecteer de betreffende kabel volgens de handleiding van het selectieapparaat. Houd hierbij ook rekening met de criteria genoemd onder artikel 8 (Opmerkingen) van deze veiligheidswerkinstructie. ! Markeer de geselecteerde kabel op de plaats van de te verrichten werkzaamheden (op het moment dat de stroomtang nog om de kabel zit). ! Verwijder de selectie apparatuur. ! Stel vast dat er een eenduidige selectie heeft plaatsgevonden; zo niet, neem dan contact op met de WV. ! Neem contact op met het meldpunt en schakel de ader van de betreffende kabel weer in. !
7.2.3.2. Kabelselectie via een spanningsvoerende ader. Kabelselectie kan zowel op een hulpader als op een hoofdader plaatsvinden. !
! ! !
! ! ! !
Stel vast dat de betreffende kabel slechts van één zijde wordt gevoed; de netkabel is dus aan de andere zijde(n) in station(s) of verdeelkast(en) uitgeschakeld of ligt op eindmof. Neem contact op met het meldpunt. Breng de meetdraden aan volgens de handleiding van het apparaat. Selecteer de betreffende kabel volgens de handleiding van het selectieapparaat. Houd hierbij ook rekening met de criteria genoemd onder artikel 8 (Opmerkingen) van deze veiligheidswerkinstructie. Markeer de geselecteerde kabel op de plaats van de te verrichten werkzaamheden (op het moment dat de stroomtang nog om de kabel zit). Verwijder de selectie apparatuur. Stel vast dat er een eenduidige selectie heeft plaatsgevonden; zo niet, neem dan contact op met de WV. Informeer het meldpunt.
7.2.4. D. Kabelselectie door het knippen van de kabel met veiligheidsknipapparatuur In uitzonderlijke omstandigheden kan het gebeuren dat het selecteren van de betreffende kabel met kabelselectieapparatuur geen eenduidig resultaat oplevert. In die gevallen, na expliciete opdracht van de WV van de netbeheerder, moet de betreffende kabel worden geknipt (veiligheidsknippen) om vast te stellen dat het de juiste kabel is, en wel als volgt: !
! ! ! Opgesteld door:
Controleer of al het mogelijke is gedaan om de betreffende kabel te selecteren (waaronder het selecteren van alle aanwezige MS kabels) alvorens tot het knippen van de kabel over te gaan. Neem contact op met het meldpunt en schakel zoveel mogelijk kabels uit. Bepaal de kabel die geknipt moet worden. Plaats de kniptang conform handleiding. Neem minimaal 5 meter afstand van de knipschaar.
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Documentnr. : E-11 Datum/versie :1-5-2011 Blad :4 van 5
Het selecteren van een LS kabel
!
! !
Zorg ervoor dat er tijdens het knippen niemand in de sleuf en binnen 5 meter afstand van de knipschaar aanwezig is. Knip de kabel conform de handleiding van de apparatuur; indien het veiligheidsknippen geleid heeft tot een kortsluiting, informeer dan direct de WV. Stel vast dat de geknipte kabel de beoogde is en dat er daarmee een eenduidige selectie heeft plaatsgevonden; zo niet, neem dan contact op met de WV.
7.2.5. E. Kabelselectie door middel van destructieve storingsmetingen Bij een gestoorde kabel is destructieve storingsmeting een bijzondere vorm van selecteren, in opdracht van de WV van de netbeheerder: ! Neem contact op met het meldpunt ! Controleer spanningsloosheid van de betreffende kabel en de aanwezigheid van een kortsluitvaste aarde. ! Bepaal aan de hand van een storingsmeting de vermoedelijke plaats van de storing. ! Graaf de kabel bij de foutplaats op. ! Bepaal m.b.v. de destructieve storingsmeting de definitieve locatie van de storing. ! Stel vast dat er een eenduidige selectie heeft plaatsgevonden. ! Informeer het meldpunt. 7.3.
Beëindiging ! Geef de vastgestelde informatie ter plaatse door aan de PL die in opdracht de benodigde werkzaamheden gaat uitvoeren, of start zelf met de werkzaamheden indien daar een opdracht voor is gegeven.
8.
Opmerkingen !
!
!
!
!
9.
Daar waar gesproken wordt over een WV van de netbeheerder, dient voor Stedin gelezen te worden: WV van de aannemer die direct in opdracht van Stedin de betreffende werkzaamheden uitvoert. bij het toepassen van kabelselectieapparatuur dienen de betreffende kabel en alle overige kabels liggend in een rechthoekig gebied begrensd door: het maaiveld, 50 cm links, 50 cm rechts, en 30 cm onder de betreffende kabel worden bemeten (omvatten met een stroomtang); bij grote aantallen kabels en een moeilijke bereikbaarheid van deze kabels is het toegestaan te volstaan met het bemeten van minimaal 5 kabels, onder de voorwaarde dat de meting dan een eenduidig resultaat geeft; een eenduidig resultaat hierbij is een resultaat waarbij de meting van de 4 andere kabels een andere uitslag in amplitude én polariteit geeft dan de meting van de bepaalde kabel. Is dit niet het geval dan dienen alle aanwezige kabels te worden bemeten, teneinde wel een eenduidig resultaat te verkrijgen. indien er geen eenduidige vaststelling te geven is voor de te selecteren kabel moet contact worden opgenomen met de WV van de netbeheerder en mag niet met de vervolgwerkzaamheden worden gestart.
Referenties ! ! !
BEI-LS BEI-BS montagevoorschriften
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Documentnr. : E-11 Datum/versie :1-5-2011 Blad :5 van 5
Het selecteren van een LS kabel
10.
Bijlagen Afloopschema: Start
Betreft het een destructieve storingsmeting ?
Volgende stappen door of in opdracht van de WV
Nee
Nee
Door min. AVP AgVPuit te voeren
Is er een aktueel tek. pakket aanwezig ?
Ja Is er alsnog een aktueel tekeningenpakket samen te stellen ?
X
Ja
Alsnog tek pakket samenstellen
. Door minimaal VPa uit te voeren
Nee
Nee
Is uit het tek . pakket de LS kabel te bepalen ? Nee
Volgende stappen door of in opdracht van de WV van het Energiebedrijf (zie hiervoor ook onder 8. opmerkingen)
Ja
Betreft het een kunststof LS kabel ?
Nee
Ga verder bij X
Is tijdens de storingsmeting de kabel eenduidig bepaald ?
Ja
. . . , Ja
Kabel selecteren m.b.v. kabelselectieapparaat bij voorkeur in spanningsloze toestand, door minimaal VPs
Ligt de kabel volgens tekening op de juiste plek?
Nee
Ja
Is er een 100 % betrouwbare selectie tot stand gekomen ?
Is de LS GPLK kabel eenduidig vast te stellen via een LS aftakmof ( niet in 3 kV gebieden of door het3volgen van de kabel tot de eindsl , in station , kast of aansluitkast ?
Ja
Nee Contact met WV opnemen
Nee
Klopt de mantelopdruk ?
)
Nee
Ja Ja
Nee De meest waarschijnlijke LS kabel veiligheidsknippen (min.AVP)
Ga verder bij X
Verschillen evt naastliggende LS-kabels van de vermeende kabel ?
Contact met WV opnemen
.
Ja
Ga verder bij X
Was de geknipte kabel de juiste ?
Is er een MS / HS kabel in betrokken kabeltrace deel aanwezig ? ?
Nee
Nee
Ja Ja
Nee
Is vermeende LS kabel via mantelkleur of aftakmof eenduidig vast te stellen ? ? Ja
De nodige werkzaamheden aan de LS- kabel uitvoeren conform de betreffende VWI
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
.
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het plaatsen / verwijderen van kabelzoek-apparatuur
1.
Documentnr. : E-12 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel Het veilig plaatsen/verwijderen van kabelzoekapparatuur in stations, verdeelkasten en aansluitkasten ten behoeve van bepaling van de kabelligging (geen selectieapparatuur, zie hiervoor VWI E-11).
2.
Toepassingsgebied In LS-distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking Uitvoering door minimaal een VPs; indien uitvoering in een aansluitkast plaats vindt minimaal een VPa of VPs; indien uitvoering niet in de nabijheidszone plaats vindt (bijvoorbeeld in het geval van een inductieve aansluiting, stroomtang) bepaalt de WV de vereiste aanwijzing (minimaal een VOP). Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan of raamopdracht.
!
!
4.
Voorwaarden ! ! ! ! !
5.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. Uitvoering vindt plaats volgens de voor deze activiteit geldende voorschriften en handleidingen. Apparatuur die op de spanning wordt aangesloten dient hiervoor geschikt te zijn. De actuele netsituatie is aan de hand van tekeningen, schakelschema’s en/of opschriften vastgesteld en er zijn tekeningen op de werkplek. Niet gesloten kasten of stations dienen permanent onder toezicht te staan door minimaal een VOP.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- en kortsluiting. Maatregelen: PBM’s en afschermingen. Risico: De aanwezigheid van omstanders in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Het afbakenen van de werkplek.
6.
Middelen en apparatuur !
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding, zo nodig o Vlamvertragende veiligheidskleding, zo nodig o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o E-isolerende handschoenen, zo nodig
!
Veiligheidsmiddelen o Deurvergrendeling, zo nodig o E-isolerende afschermingen, zo nodig o Spanningtester, zo nodig o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het plaatsen / verwijderen van kabelzoek-apparatuur
7.
Werkwijze
7.1
Voorbereiding ! ! !
! 7.2
Scherm, indien van toepassing, in nabijheid zijnde blanke delen af (minimaal door VPs). Plaats/verwijder apparatuur aan volgens gebruikershandleiding. Verwijder de eventueel aangebrachte afschermingen (minimaal door VPs).
Beëindiging !
! !
8.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering ! ! !
7.3
Documentnr. : E-12 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 2
Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV; o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Registreer de benodigde gegevens en meld de werkopdracht gereed. Laat de werkplek veilig en netjes achter.
Opmerkingen Geen
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS
10.
Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het plaatsen / verwijderen van een registrerende meting
1.
Documentnr. : E-13 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 4
Doel Het veilig plaatsen/verwijderen en handhaven van een registrerende stroom- en/of spanningsmeting in stations, verdeelkasten, en aansluitkasten over een langere periode.
2.
Toepassingsgebied In LS-distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een VPs ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan of raamopdracht.
4.
Voorwaarden ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. ! De activiteiten worden uitgevoerd volgens de geldende voorschriften. ! Indien het deksel van de aansluitkast in een meterkast niet meer te monteren is, dan moeten daar deugdelijke afschermingvoorzieningen getroffen worden waardoor spanningsvoerende delen voor leken ontoegankelijk zijn (zie voorbeelden, artikel 10). ! Bij plaatsing van registrerende meetapparatuur in een kast bij een bedrijf of woonhuis, dienen duidelijke afspraken te worden gemaakt: de uitvoerende laat een veilige situatie achter en het bedrijf of de bewoner dient er voor te zorgen dat dit zo blijft (bijv. kast op slot).
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- en kortsluiting. Maatregelen: PBM’s en afschermingen. Risico: De aanwezigheid van omstanders en bewoners (en huisdieren) in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: Het afschermen van de werkplek. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen en werktent.
6.
Middelen en apparatuur !
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o E-isolerende handschoenen
!
Veiligheidsmiddelen o E-isolerende afschermingen, zo nodig o Spanningtester o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het plaatsen / verwijderen van een registrerende meting
7.
Werkwijze
7.1
Voorbereiding ! ! !
! 7.2
Documentnr. : E-13 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 4
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan; Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke, indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering
7.2.1. Het plaatsen van de meetapparatuur ! Scherm zo nodig in nabijheid zijnde blanke delen af. ! Monteer bij spanningsmeting als eerste de aarddraad en/of nuldraad t.b.v. de meting. ! Breng de overige meetdraden aan. ! Verwijder nadat de meetdraden zijn bevestigd de afscherming, zo nodig. ! Plaats afschermingen om een veilige omgeving achter te laten (“inpakken”, zie voorbeelden). 7.2.2. Verwijderen van de meetapparatuur ! Verwijder de afschermingen ten behoeve van een veilige omgeving. ! Scherm zo nodig in nabijheid zijnde blanke delen af. ! Verwijder de meetdraden. ! Verwijder als laatste de aarddraad en/of nuldraad t.b.v. de meting. ! Verwijder de afscherming. 7.3
Beëindiging !
! !
8.
Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV; o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Registreer de benodigde gegevens en meld de werkopdracht gereed. Laat de werkplek veilig en netjes achter.
Opmerkingen Geen
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS
10.
Bijlagen Twee voorbeelden van een afscherming (op blad 3 en 4 van deze VWI).
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het plaatsen / verwijderen van een registrerende meting
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Documentnr. : E-13 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 4
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het plaatsen / verwijderen van een registrerende meting
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Documentnr. : E-13 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 4 van 4
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het aansluiten/afkoppelen van een aggregaat (synchrone overname)
1.
Documentnr. : E-20 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 5
Doel Het veilig synchroon aansluiten en afkoppelen van een aggregaat op een LS-rek in een station. In deze veiligheidswerkinstructie zijn twee verschillende methoden beschreven: met referentiekabel en met de z.g. bypass.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een tot PL aangewezen AVP samen met minimaal een VP. ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan. ! De persoon die het aggregaat bedient en (in spanningloze situatie) aan aggregaatzijde aansluit / afkoppelt, dient zich strikt te houden aan de instructies van de PL; deze persoon behoeft geen aanwijzing te hebben maar staat wel onder toezicht van de PL. ! Toezicht te bepalen door de WV.
4.
Voorwaarden ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. ! De netsituatie is aan de hand van schakelschema’s en/of opschriften vastgesteld en de tekeningen zijn ter plekke beschikbaar. ! Indien werkzaamheden plaatsvinden in een gecombineerd MS/LS station dienen de betrokken MS procedures en/of MS-VWI’s in acht genomen te worden. ! De belasting van het te voeden netdeel moet bekend zijn, terwijl het vermogen van het aggregaat gedurende de geplande periode toereikend moet zijn. ! Het door het aggregaat gevoede netdeel is normaliter niet gekoppeld met netdelen die op een andere wijze worden gevoed; op de openstaande koppelpunten (netscheidingen) dienen bordjes “NIET BEDIENEN” (pictogram) en/of dummies te zijn aangebracht. ! Bovengenoemde koppeling is alleen blijvend toegestaan indien dit via een bedrijfsprocedure door de IV wordt bepaald. In ieder geval dient het aggregaat dan een cos-phi-regeling te bezitten en dient er minimaal regelmatig toezicht op de aggregaatregeling te zijn. ! Indien er gebruik wordt gemaakt van meervoudige voedingskabels (d.w.z. meerdere kabels per fase, dit komt met name voor bij grotere aggregaten) dient te zijn gewaarborgd dat er bij montage en demontage van het over te nemen netdeel geen risico’s kunnen optreden als gevolg van mogelijke terugvoeding. Daartoe dient het aggregaat te zijn voorzien van een scheidingsschakelaar tussen de voedingskabels en van een vergrendeling tegen inschakeling bij fase-ongelijkheid. ! De totale verbinding (één of meerdere kabels) dient volledig bedrijfsklaar te zijn voordat deze wordt aangesloten op aggregaat en LS-rek. ! Zogenaamde grootverbruikers-aansluitingen worden normaliter niet synchroon aangesloten / overgenomen / afgekoppeld; hier wordt dan “door het donker” gegaan (zie veiligheidswerkinstructie E-21), ook indien de installatie van de klant hiervoor een speciale aansluitmogelijkheid heeft. Alleen in door de IV te bepalen situaties is synchrone aansluiting / overname / afkoppeling van die grootverbruikers-aansluitingen toegestaan en dan altijd onder de voorwaarde dat de WV daarbij direct toezicht houdt. Deze situatie is niet in deze VWI beschreven. ! Het aansluiten en afkoppelen van het aggregaat gebeurt, in ieder geval op het LS-rek, met een geïsoleerde aansluitset. ! De kabels dienen na bevestiging van een trek-ontlasting te worden voorzien. ! De synchronisatiekabel (referentiekabel of bypass) dient te zijn aangesloten via een kortsluitvaste beveiliging (vanaf de zijde van het LS-rek). ! De synchronisatiekabel wordt op een plaats tussen het LS-rek en de transformator aangesloten, plaats te bepalen door de WV; dit dient op een verantwoorde wijze te
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het aansluiten/afkoppelen van een aggregaat (synchrone overname)
Documentnr. : E-20 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 5
gebeuren, d.w.z. niet in de nabijheidszone van MS en alleen bij voldoende ruimte (met name bij toepassing van de bypass) ter plaatse.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen, bordjes “NIET BEDIENEN” (pictogram) en/of dummies op de openstaande koppelpunten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen o Helm met gelaatscherm of soortgelijk o E-isolerende handschoenen o Geïsoleerde patroontrekker o Schakelhandschoen ! Veiligheidsmiddelen o Deurvergrendeling, zo nodig o Afzettingen o E-isolerende afschermingen o Blokkeringen/ dummies o Spanningtester o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
7. 7.1
Werkwijze Voorbereiding ! Bepaal het netgedeelte dat door het aggregaat gevoed moet worden; ! Plaats de bordjes “NIET BEDIENEN” (pictogram) en/of dummies op de openstaande koppelpunten (netscheidingen). ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Stel het draaiveld (voor zover nodig) en de over te nemen belasting vast. ! Stel het meldpunt LS op de hoogte over de komende activiteiten. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het aansluiten/afkoppelen van een aggregaat (synchrone overname) 7.2
Documentnr. : E-20 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 5
Uitvoering
7.2.1. Aansluiten van het aggregaat en synchrone overname ! Controleer of de aardpen en de verbinding daarvan met het aggregaat is aangebracht. ! Controleer na het starten van het aggregaat (dit is vaak al bij aanvang nodig voor het afhaspelen van de kabels) of de schakelaar van de aggregaatvoeding is uitgeschakeld; breng daar een blokkering aan. ! In geval het enkelvoudige voedingskabels betreft (d.w.z. één kabel per fase) is de handelwijze als volgt: a) Monteer de voedingskabels (zo nodig) aan de stekers, railklemmen, en dergelijke, al of niet via tussenkasten, en wel zodanig dat de voedingskabels compleet gereed zijn t.b.v. de montage op het aggregaat en in het station of de kast; de gehele verbinding dient buiten geïsoleerd te kunnen worden uitgelegd. b) Verbind de voedingskabels met het aggregaat. ! In geval het meervoudige voedingskabels betreft (d.w.z. meerdere kabels per fase) dienen risico’s als gevolg van terugvoeding via al aangesloten kabels te worden uitgesloten. Daarom is de handelwijze als volgt: a) Stel vast (via het bedieningspaneel of door meting) dat er op het aggregaat een scheidingsschakelaar aanwezig is en dat deze daadwerkelijk in de scheidingstand staat. b) Monteer de voedingskabels (zo nodig) aan de stekers, railklemmen, en dergelijke, al of niet via tussenkasten en wel zodanig dat elke voedingskabel compleet gereed is t.b.v. de montage op het aggregaat en op het LS-station of kast; de gehele verbinding dient buiten geïsoleerd te kunnen worden uitgelegd. c) Verbind de voedingskabels met het aggregaat. d) Stel (nogmaals) door meting vast dat de scheiding tussen de voedingskabels aanwezig is; doe dit aan de zijde van de voedingskabels die aan het LS-rek zal worden aangesloten. ! Controleer de aansluitingen en, indien relevant, de vergrendelingen van de stekerverbindingen op het aggregaat. ! Breng, zo nodig, afschermingen aan in het station of de kast. ! Bij aansluiting van de voedingskabels op de rail van het LS-rek: o Sluit de kabels aan en hanteer de volgorde: eerst de aardverbinding, daarna de nul en vervolgens de fasen. ! Bij aansluiting van de voedingskabels op een (of meer) vrije richting(en) van het LS-rek: o Scherm de omgeving af; o Breng ter plaatse (een) blokkering(en) aan; o Monteer daar de kabels; o Verwijder de blokkering(en) ter plaatse; o Schakel de vrije richting(en) in. ! Sluit de synchronisatiekabel (referentiekabel of bypass) van het aggregaat aan tussen de trafo LS-zijde en de hoofdschakelaar, hoofdzekeringen of messen van het LS-rek. ! Verwijder de aangebrachte blokkering bij de schakelaar van de aggregaatvoeding. ! Stel, vóórdat de koppeling tot stand wordt gebracht, het draaiveld van het net en het aggregaat vast. ! In geval van meervoudige voedingskabels: controleer de fasegelijkheid van de parallelkabels en sluit de scheidingsschakelaar. ! Bedien het aggregaat volgens de bedieningsvoorschriften van het aggregaat. ! Na synchronisatie neemt het aggregaat het netdeel over met behulp van een automatische of handmatige regeling. Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het aansluiten/afkoppelen van een aggregaat (synchrone overname)
Documentnr. : E-20 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 4 van 5
Schakel de trafovoeding uit op het LS-rek. Meet en controleer de bedrijfsspanning tussen de fasen en tussen de fasen en de nul. Verwijder de synchronisatiekabel van het LS-netdeel trafo zijde. Alleen indien de kabels ondergronds of via speciaal daarvoor aangebrachte invoerbuizen worden binnengebracht kan de deur van een station op de normale wijze worden gesloten; indien bij een openstaande deur een deugdelijke vergrendeling wordt toegepast bepaalt de WV de mate van toezicht; in alle andere gevallen is voortdurend toezicht nodig. ! Vergrendel de toegangsdeuren van het aggregaat. ! Meld de beëindiging van het aansluiten van het aggregaat aan het meldpunt en ga verder, indien relevant, met de vervolgwerkzaamheden conform werkplan.
! ! ! !
7.2.2. Synchrone overname en loskoppelen van het aggregaat ! Neem contact op met het meldpunt. ! Sluit de synchronisatiekabel van het aggregaat aan op een plaats tussen de trafo LS zijde en de hoofdschakelaar, c.q. hoofdzekeringen van het LS-rek. ! Schakel, aan de hand van het bedieningsvoorschrift, gesynchroniseerd de trafovoeding in op het LS-rek; na synchronisatie neemt het LS-netdeel met behulp van een automatische of handmatige regeling de belasting van het aggregaat weer over. ! Schakel de voeding van het aggregaat uit en blokkeer deze. ! Meet en controleer de bedrijfsspanning tussen de fasen en tussen de fasen en de nul. ! Verwijder de synchronisatiekabel aan beide zijden. ! Bij aansluiting van enkelvoudige voedingskabels op de rail van het LS-rek: o Verwijder de voedingskabels van het LS-rek en hanteer hierbij de volgorde: eerst de fasen, dan de nul en vervolgens de aardverbinding; o Controleer de afgekoppelde kabels op spanningloosheid. ! Bij aansluiting van enkelvoudige voedingskabels op een vrije richting van het LS-rek: o Scherm de omgeving af; o Schakel de richting uit; o Breng ter plaatse een blokkering aan; o Controleer op spanningloosheid; o Demonteer daar de kabels; o Verwijder de blokkering ter plaatse. ! In geval het meervoudige voedingskabels betreft dienen risico’s als gevolg van terugvoeding via nog aangesloten kabels te worden uitgesloten. Controleer daarom (via het bedieningspaneel of door meting) of de scheidingsschakelaar op het aggregaat daadwerkelijk is uitgeschakeld (zo nodig alsnog uitschakelen). ! Bij aansluiting van meervoudige voedingskabels op de rail van het LS-rek: o Verwijder de voedingskabels van het LS-rek en hanteer daarbij de volgorde: eerst de fasen en daarna de nul, en vervolgens de aardverbinding; o controleer de afgekoppelde kabels op spanningloosheid (mogelijke terugvoeding). ! Bij aansluiting van meervoudige voedingskabels op (een) vrije richting(en) van het LS-rek: o Scherm de omgeving af; o Schakel de betreffende richtingen uit; o Breng (een) blokkering(en) aan; o Controleer op spanningloosheid; o Demonteer daar de kabels; o Verwijder de blokkering(en). ! ! ! !
Verwijder Verwijder Verwijder Verwijder
Opgesteld door:
eventueel aangebrachte afschermingen. de voedingskabels van het aggregaat. de aangebrachte blokkering bij de schakelaar van de aggregaatvoeding. de aangebrachte bordjes en/of dummies bij de koppelpunten (netscheidingen).
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het aansluiten/afkoppelen van een aggregaat (synchrone overname)
7.3
Beëindiging ! ! ! !
8.
Documentnr. : E-20 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 5 van 5
Informeer het LS meldpunt. Registreer de benodigde gegevens en meldt de werkopdracht bij de WV gereed. Laat de werkplek netjes achter. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
Opmerkingen ! De IV van de betreffende netbeheerder bepaalt welk systeem bij die netbeheerder mag worden toegepast: met referentiekabel of met de z.g. bypass, of beide.
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS ! Bedieningshandleidingen.
10.
Bijlagen Geen.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het aansluiten/afkoppelen van een aggregaat (“door het donker”)
1.
Documentnr. : E-21 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 4
Doel Het veilig aansluiten en afkoppelen van een aggregaat op een spanningloze LS-installatie in een station, verdeelkast, of aansluitkast (“door het donker”); zowel in geval van storing als bij gepland werk.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een tot PL aangewezen AVP samen met minimaal een VP; het aansluiten/afkoppelen in aansluitkasten t/m 250A mag door een AVP alleen worden uitgevoerd. ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan. ! De persoon die het aggregaat bedient en (in spanningloze situatie) aan aggregaatzijde aansluit / afkoppelt, dient zich strikt te houden aan de instructies van de PL/AVP; deze persoon behoeft geen aanwijzing te hebben maar staat wel onder toezicht van de PL/AVP. ! Toezicht te bepalen door de WV.
4.
Voorwaarden ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. ! De netsituatie is aan de hand van schakelschema’s en/of opschriften vastgesteld en de tekeningen zijn ter plekke beschikbaar. ! Indien werkzaamheden plaatsvinden in een gecombineerd MS/LS station dienen de betrokken MS procedures en/of MS-VWI’s in acht genomen te worden. ! De belasting van het te voeden netdeel moet bekend zijn, terwijl het vermogen van het aggregaat gedurende de geplande periode toereikend moet zijn. ! Afhankelijk van de situatie (gepland werk, storing, enz.) dienen de verbruikers op de door de netbeheerder voorgeschreven wijze op de hoogte te worden gesteld. ! Het door het aggregaat gevoede netdeel is niet gekoppeld met netdelen die op een andere wijze worden gevoed (eilandbedrijf); op de openstaande koppelpunten (netscheidingen) dienen bordjes “NIET BEDIENEN” (pictogram) en/of dummies te zijn aangebracht. ! De totale verbinding (één of meerdere kabels) dient volledig bedrijfsklaar te zijn voordat deze wordt aangesloten op aggregaat en LS-rek. ! Het aansluiten en afkoppelen van het aggregaat gebeurt, in ieder geval bij het LS-rek, met een geïsoleerde aansluitset. ! De kabels dienen na bevestiging van een trek-ontlasting te worden voorzien.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen, bordjes “NIET BEDIENEN” (pictogram) en/of dummies op de koppelpunten. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het aansluiten/afkoppelen van een aggregaat (“door het donker”)
o o o o
Documentnr. : E-21 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 4
Helm met gelaatscherm of soortgelijk E-isolerende handschoenen Geïsoleerde patroontrekker Schakelhandschoen
! Veiligheidsmiddelen o Deurvergrendeling, zo nodig o Afzettingen o E-isolerende afschermingen o Blokkeringen/ dummies o Spanningtester o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
7.
Werkwijze
7.1
Voorbereiding ! Bepaal het netgedeelte dat door het aggregaat gevoed moet worden. ! Plaats de bordjes “NIET BEDIENEN” (pictogram) en/of dummies op de openstaande koppelpunten (netscheidingen). ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Stel het draaiveld (voor zover nodig) vast en bepaal de over te nemen belasting. ! Stel het meldpunt LS op de hoogte over de komende activiteiten. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2
Uitvoering
7.2.1. Aansluiten en inschakelen van het aggregaat ! Controleer of de aardpen en de verbinding daarvan met het aggregaat is aangebracht. ! Controleer na het starten van het aggregaat (dit is vaak al bij aanvang nodig voor het afhaspelen van de kabels) of de schakelaar van de aggregaatvoeding is uitgeschakeld; breng daar een blokkering aan. ! Monteer de voedingskabels (zo nodig) aan de stekers, railklemmen, en dergelijke, al of niet via tussenkasten, en wel zodanig dat de voedingskabels compleet gereed zijn t.b.v. de montage op het aggregaat en in het station of de kast; de gehele verbinding dient buiten geïsoleerd te worden uitgelegd. ! Verbind de voedingskabels met het aggregaat. ! Breng, zo nodig, afschermingen aan in het station of de kast. ! Bij aansluiting van de voedingskabels in een aansluitkast of op de rail van het LS-rek: o Bevestig nog niet de voedingskabels. ! Bij aansluiting van de voedingskabels op een vrije richting van het LS-rek: o Scherm de omgeving af; o Breng ter plaatse een blokkering aan; o Monteer de kabels. ! Controleer de aansluitingen en, indien relevant, de vergrendelingen van de stekerverbindingen op het aggregaat. ! Schakel alle richtingen of groepen af (ten behoeve van latere controle draaiveld, vermijding van risico’s ten gevolge van eventueel aangesloten zelfopwekkers, en de uitvoering van latere gestaffelde bijschakeling). Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het aansluiten/afkoppelen van een aggregaat (“door het donker”)
Documentnr. : E-21 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 4
! Schakel de trafo- en/of netvoeding uit van het station of de kast; controleer op spanningloosheid en breng de nodige blokkeringen aan. ! Bij aansluiting van de voedingskabels in een aansluitkast of op de rail van het LS-rek: o Bevestig nu de kabels (in aansluitkast aan verbruikerszijde). ! Bij aansluiting van de voedingskabels op een vrije richting van het LS-rek: o Verwijder de blokkering ter plaatse; o Schakel de vrije richting in. ! Verwijder de aangebrachte blokkering bij de schakelaar van de aggregaatvoeding. ! Stel, vóórdat wordt ingeschakeld, het draaiveld van het aggregaat vast. ! Bedien het aggregaat volgens de bedieningsvoorschriften en schakel de voeding van het aggregaat in. ! Meet en controleer, na inschakeling, in het station of de kast het draaiveld en de spanning tussen de fasen en tussen de fasen en de nul. ! Breng de afgeschakelde richtingen/groepen onder spanning. ! Controleer de belasting van het aggregaat. ! Alleen indien de kabels ondergronds of via speciaal daarvoor aangebrachte invoerbuizen worden binnengebracht kan de deur van een station op de normale wijze worden gesloten; indien bij een openstaande deur een deugdelijke vergrendeling wordt toegepast bepaalt de WV de mate van toezicht; in alle andere gevallen is voortdurend toezicht nodig. ! Indien het aggregaat is aangesloten bij een verbruiker, zorg dan voor een veilige situatie voor de bewoners/derden. De WV bepaalt de mate van toezicht. ! Vergrendel de toegangsdeuren van het aggregaat. ! Meld de beëindiging van het aansluiten van het aggregaat aan het meldpunt en ga verder, indien relevant, met de vervolgwerkzaamheden conform werkplan. 7.2.2. Uitschakelen en loskoppelen van het aggregaat ! Neem contact op met het meldpunt. ! Schakel de voeding van het aggregaat uit en blokkeer deze. ! Stel spanningsloosheid vast in het station of in de kast. ! Bij aansluiting van de voedingskabels in een aansluitkast of op de rail van het LS-rek: o Verwijder de voedingskabels. ! Bij aansluiting van de voedingskabels op een vrije richting van het LS-rek: o Schakel de vrije richting uit; o Breng ter plaatse een blokkering aan. ! Schakel alle richtingen of groepen af. ! Breng het station of de kast weer onder spanning. ! Meet en controleer het draaiveld en de bedrijfsspanning tussen de fasen en tussen de fasen en de nul. ! Breng de afgeschakelde richtingen/groepen onder spanning. ! Bij aansluiting van de voedingskabels op een vrije richting van het LS-rek: o Scherm de omgeving af; o Demonteer de kabels; o Verwijder de blokkering ter plaatse. ! ! ! !
Verwijder Verwijder Verwijder Verwijder
Opgesteld door:
eventueel aangebrachte afschermingen. de voedingskabels van het aggregaat. de aangebrachte blokkering bij de schakelaar van de aggregaatvoeding de aangebrachte bordjes en/of dummies bij de koppelpunten (netscheidingen).
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het aansluiten/afkoppelen van een aggregaat (“door het donker”) 7.3
Documentnr. : E-21 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 4 van 4
Beëindiging ! ! ! !
Informeer het LS meldpunt. Registreer de benodigde gegevens en meldt de werkopdracht bij de WV gereed. Laat de werkplek netjes achter. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
8 Opmerkingen Geen.
9 Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS ! Bedieningshandleidingen.
10 Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het plaatsen/verwijderen van een (semi-) geïsoleerde LS-groep
1.
Documentnr. : E-22 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel Het veilig plaatsen/verwijderen van een geïsoleerde of semi-geïsoleerde LS-groep (LS-strook, afgaande LS-richting) op een onder spanning staand LS-rek. De IV van de desbetreffende netbeheerder bepaalt welke LS-groepen worden aangemerkt als geïsoleerd of semi-geïsoleerd. Alle niet aangemerkte LS-groepen worden gezien als onvoldoende geïsoleerde LS-groepen en mogen derhalve alleen op een spanningloos LS-rek worden aangebracht.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een tot PL aangewezen AVP, samen met minimaal een VP. ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan.
4.
Voorwaarden ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. ! Indien werkzaamheden plaatsvinden in een gecombineerd MS/LS station, dan dient ook de betrokken MS procedure en VWI-MS in acht genomen te worden. ! De werkzaamheden beperken zich tot de voorkant van het LS-rek. ! Blanke, (mogelijk) onder spanning staande delen dienen te worden afgeschermd indien deze zich in de nabijheid van de werkzaamheden bevinden.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen en tent.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding, zo nodig o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o E-isolerende handschoenen, zo nodig ! Veiligheidsmiddelen o Afzettingen, zo nodig o E-isolerende afschermingen o Spanningtester o Veiligheidshandgereedschap
7. 7.1.
Werkwijze Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan ook tijdens de uitvoering overeenkomt met de situatie ter plekke.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het plaatsen/verwijderen van een (semi-) geïsoleerde LS-groep
Documentnr. : E-22 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV; ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit. 7.2.
Uitvoering
7.2.1. Montage LS-groep ! Neem contact op met het meldpunt. ! Breng de betreffende afschermingen aan, voor zover relevant (volledige afscherming van blanke delen). ! Verwijder, indien noodzakelijk, het hulpader-rek, zie hiervoor 7.2.3.. ! Controleer visueel de isolatie van de te plaatsen groep (met name de achterzijde). ! Controleer aanvullend de isolatie van de te plaatsen groep met een weerstandsmeter (of testofoon); tussen de fasen en ten opzichte van de overige metalen delen. ! Controleer visueel de bevestigingspunten in de rails. ! Plaats de LS-groep volgens montagevoorschrift. ! Breng het hulpader-rek weer aan (indien van toepassing), zie hiervoor 7.2.3.. ! Verwijder de afschermingen indien van toepassing. 7.2.2. Demontage LS-groep ! Neem contact op met het meldpunt. ! Breng de betreffende afschermingen aan, voor zover relevant (volledige afscherming van blanke delen). ! Verwijder, indien noodzakelijk, het hulpader-rek, zie hiervoor 7.2.3.. ! Verwijder de LS-groep volgens montagevoorschrift. ! Breng het hulpader-rek weer aan (indien van toepassing), zie hiervoor 7.2.3.. ! Verwijder de afschermingen indien van toepassing. 7.2.3. Demontage of montage van een hulpader-rek Bij bepaalde LS-rekken is het hulpader-rek geheel of gedeeltelijk vóór de afgaande groepen aangebracht. In dat geval dient dit hulpader-rek te worden verwijderd (of gedraaid, omgeklapt) voordat de (de)montage van de LS-groep kan plaatsvinden. ! Breng afschermingen aan, voor zover relevant (volledige afscherming van blanke delen). ! Maak het (betreffende deel van het) hulpader-rek spanningsloos en test op spanningloosheid. ! Demonteer de hulpaders, voor zover noodzakelijk, en breng isolatiedoppen aan. ! Verwijder, draai of kantel het hulpader-rek en fixeer het geheel; breng zo nodig aanvullende afscherming aan. Nadat de afgaande groep is ge(de)monteerd (7.2.1. of 7.2.2.) dient het hulpader-rek weer op de oorspronkelijke positie te worden aangebracht en dienen de eventueel gedemonteerde hulpaders weer te worden aangesloten. ! Verwijder de aanvullende afscherming. ! Monteer het (het betreffende deel van) het hulpader-rek weer op de oorspronkelijke positie. ! Test op spanningloosheid, zowel het hulpader-rek als de weer te monteren hulpaders. ! Monteer de eerder gedemonteerde hulpaders. ! Verwijder de afschermingen. 7.3.
Beëindiging ! Informeer het meldpunt. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op via gereedmelding van het werkplan bij de WV; ! Registreer de benodigde gegevens en meld de werkopdracht gereed.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het plaatsen/verwijderen van een (semi-) geïsoleerde LS-groep
Documentnr. : E-22 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
! Laat de werkplek veilig en netjes achter.
8.
Opmerkingen ! Deze werkinstructie geldt alleen voor geïsoleerde of semi-geïsoleerde LS-groepen, zoals die door de IV van de desbetreffende netbeheerder zijn aangegeven.
9.
Referenties ! BEI-LS; ! BEI-BS; ! Montagevoorschriften.
10.
Bijlagen ! geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het (de)monteren van een spanningsloze LS-kabel op een LS-rek
1.
Documentnr. : E-23 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel Het veilig (de)monteren van een spanningsloze laagspanningskabel op een onder spanning staand LS-rek, in een station of verdeelkast.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een tot PL aangewezen VP, samen met minimaal een VOP. ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan.
4.
Voorwaarden ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. ! De actuele netsituatie is aan de hand van schakelschema’s en/of opschriften vastgesteld en de tekeningen zijn ter plekke beschikbaar. ! Indien werkzaamheden plaatsvinden in een gecombineerd MS/LS station dienen de betrokken MS procedures en/of MS-VWI’s in acht genomen te worden. ! Blanke delen die onder spanning (kunnen) staan dienen volledig te worden afgeschermd. ! De veiligheden (of messen) van de betreffende LS-groep op het LS-rek dienen te zijn verwijderd en de dummies (blokkeringen) dienen te zijn aangebracht. ! Bij kabels op eindmof of eindigend in een verdeelkast of station dient de kabel te zijn veiliggesteld conform de VWI E-03 en E-04. ! De werkzaamheden beperken zich tot de voorkant van de betreffende LS-groep én de aansluitmogelijkheid van de hoofdaders van de LS-kabel dient zich aan de onderzijde van de LS-groep te bevinden. Indien dit niet zo is, is deze VWI niet van toepassing en dient het LS-rek spanningloos te worden gemaakt.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijvoorbeeld werkonderbreking, afzettingen.
6.
Middelen en apparatuur ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding, zo nodig o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen o E-isolerende handschoenen, zo nodig ! Veiligheidsmiddelen o Afzettingen, zo nodig o E-isolerende afschermingen o Spanningtester o Veiligheidshandgereedschap
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het (de)monteren van een spanningsloze LS-kabel op een LS-rek 7. 7.1.
Documentnr. : E-23 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Werkwijze Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Controleer of de aardingen conform de VWI E-03 zijn aangebracht. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit. ! Informeer het meldpunt.
7.2.
Uitvoering
7.2.1. Demontage van de kabel ! Breng afschermingen aan, voor zover relevant (volledige afscherming van blanke delen). ! Verwijder, indien noodzakelijk, het hulpader-rek; zie hiervoor 7.2.3. ! Indien er hulpaders van de te demonteren LS-kabel aan de voorzijde zijn gemonteerd: o test de hulpaders op spanningloosheid (op de plaats van demontage); o voer de demontage uit; breng isolatiedoppen aan. ! Verwijder (indien van toepassing) de afschermkap van de (hoofd)aansluitklemmen. ! Demonteer de hoofdaders, de nul en het aardscherm of litze. ! Schuif (indien van toepassing) de afschermkap over de (hoofd)aansluitklemmen. NB: bij LS-rekken met afschermkappen per fase dient het verwijderen van de kappen, het monteren van aders, en het weer aanbrengen van de kappen fase voor fase te gebeuren. ! Indien er hulpaders van de te demonteren LS-kabel aan de achterzijde zijn gemonteerd: o test de hulpaders op spanningloosheid (op de plaats van demontage); o voer de demontage uit; breng isolatiedoppen aan. ! Breng het hulpader-rek weer aan (indien van toepassing), zie hiervoor 7.2.3. ! Verwijder de afschermingen, indien van toepassing. 7.2.2. Montage van de kabel ! Breng afschermingen aan, voor zover relevant (volledige afscherming van blanke delen). ! Verwijder, indien noodzakelijk, het hulpader-rek, zie hiervoor 7.2.3. ! Indien er hulpaders van de aan te sluiten LS-kabel aan de achterzijde moeten worden gemonteerd: o test op spanningloosheid (de montageplaats en de te monteren hulpaders); o voer de montage uit. ! Verwijder (indien van toepassing) de afschermkap van de (hoofd)aansluitklemmen. ! Monteer het aardscherm of litze, de nulader en de hoofdaders. ! Schuif (indien van toepassing) de afschermkap over de (hoofd)aansluitklemmen. NB: bij LS-rekken met afschermkappen per fase dient het verwijderen van de kappen, het monteren van aders, en het weer aanbrengen van de kappen fase voor fase te gebeuren. ! Indien er hulpaders van de aan te sluiten LS-kabel aan de voorzijde moeten worden gemonteerd: o Test op spanningloosheid (de montageplaats en de te monteren hulpaders); o Voer de montage uit. ! Breng het hulpader-rek weer aan (indien van toepassing), zie hiervoor 7.2.3. ! Verwijder de afschermingen, indien van toepassing. Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het (de)monteren van een spanningsloze LS-kabel op een LS-rek
Documentnr. : E-23 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
7.2.3. Demontage of montage van een hulpader-rek Bij bepaalde LS-rekken is het hulpader-rek geheel of gedeeltelijk vóór de afgaande groepen aangebracht. In dat geval dient dit hulpader-rek te worden verwijderd (of gedraaid, omgeklapt) voordat de (de)montage van de LS-kabel kan plaatsvinden. ! Breng afschermingen aan, voor zover relevant (volledige afscherming van blanke delen). ! Maak het (betreffende deel van het) hulpader-rek spanningsloos en test op spanningloosheid. ! Demonteer de hulpaders, voor zover noodzakelijk, en breng isolatiedoppen aan. ! Verwijder, draai of kantel het hulpader-rek en fixeer het geheel; breng zo nodig aanvullende afscherming aan. Nadat de kabel is ge(de)monteerd (7.2.1. of 7.2.2.) dient het hulpader-rek weer op de oorspronkelijke positie te worden aangebracht en dienen de eventueel gedemonteerde hulpaders weer te worden aangesloten. ! Verwijder de aanvullende afscherming. ! Monteer het (het betreffende deel van) het hulpader-rek weer op de oorspronkelijke positie. ! Test op spanningloosheid, zowel het hulpaderrek als de weer te monteren hulpaders. ! Monteer de eerder gedemonteerde hulpaders. ! Verwijder de afschermingen. 7.3.
Beëindiging ! ! ! !
Informeer het meldpunt. Lever de uitgevoerde activiteiten op via gereedmelding van het werkplan bij de WV. Registreer de benodigde gegevens en meld de werkopdracht gereed. Laat de werkplek veilig en netjes achter.
8. Opmerkingen Geen.
9. Referenties ! ! ! !
BEI-LS; BEI-BS; VWI E-03 en E-04 Montagevoorschriften.
10. Bijlagen Geen.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het aanbrengen of verwijderen van een tijdelijke aansluiting op een LS-rek door middel van opzetzekeringen
1.
Documentnr. : E-24 Datum : 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel Het veilig aanbrengen of verwijderen van een tijdelijke aansluiting op een LS-rek in een station of verdeelkast door middel van opzetzekeringen.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een VPs of AVPm&b. ! Opdrachtverstrekking door WV via werkplan of raamopdracht.
4.
Voorwaarden ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. ! Indien werkzaamheden plaatsvinden in een gecombineerd MS/LS station, dienen ook de betrokken MS procedures en/of MS-VWI’s in acht genomen te worden. ! Tijdelijke aansluitingen worden zodanig aangebracht dat kasten en/of stations op de normale wijze kunnen worden gesloten. ! Tijdelijke aansluitingen worden zodanig deugdelijk aangebracht dat zij in het station geen gevaar kunnen opleveren door bijvoorbeeld struikelen enz.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen, werktent.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding, zo nodig o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Helm met gelaatscherm of soortgelijk, zo nodig o E-isolerende handschoenen o Geïsoleerde patroontrekker o Schakelhandschoen ! Veiligheidsmiddelen o Spanningtester o Veiligheidshandgereedschap
7. 7.1.
Werkwijze Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het aanbrengen of verwijderen van een tijdelijke aansluiting op een LS-rek door middel van opzetzekeringen
Documentnr. : E-24 Datum : 15-5-2011 Blad : 2 van 2
! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit. 7.2.
Uitvoering Tijdelijke aansluitingen kunnen op twee verschillende manieren worden gerealiseerd: 1. Op een vrije afgaande richting van het LS-rek. Zie hiervoor VWI E-23. 2. Via opzetzekeringen, aangebracht over een bestaande, in bedrijf zijnde, mespatroon.
7.2.1. Het aanbrengen van de tijdelijke aansluiting door middel van opzetzekeringen: ! Scherm tijdens de montage blanke delen in de nabijheid af. ! Bepaal de plaats waar de opzetzekeringen moeten worden aangebracht. ! Stel vast dat het uiteinde van de aan te sluiten kabel is afgemonteerd, en ontoegankelijk is voor derden. ! Stel vast dat de belasting op de aan te sluiten kabel is afgeschakeld en geblokkeerd tegen wederinschakeling. ! Stel vast dat de aan te sluiten kabel onbeschadigd en niet gestoord is, doe dit door middel van visuele inspectie en een aanvullende meting met een weerstandsmeter (testofoon). ! Verbind de kabel van de tijdelijke aansluiting met de opzetzekeringen. ! Monteer de nulader en het aardscherm van de tijdelijke kabel op het LS-rek. ! Plaats de opzetzekeringen (met de juiste zekeringswaarde) van beneden naar boven op de afgaande richting. ! Verwijder de eventueel aangebrachte afschermingen. ! Controleer ter plaatse van de aansluiting op spanning en draaiveld. 7.2.2. Het verwijderen van de tijdelijke aansluiting door middel van opzetzekeringen: ! Schakel alle belasting van de tijdelijk aangesloten kabel af en blokkeer deze tegen wederinschakeling. Let op mogelijke terugvoedingen en doorkoppelingen. ! Scherm tijdens de demontage blanke delen in de nabijheid af. ! Verwijder de opzetzekeringen van boven naar beneden van de afgaande richting. ! Demonteer op het LS-rek de nulklem en het aardscherm van de tijdelijke aangesloten kabel. ! Verwijder de eventueel aangebrachte afschermingen. 7.3.
Beëindiging ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV; o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Registreer de benodigde gegevens en meld de werkopdracht gereed. ! Laat de werkplek veilig en netjes achter.
8.
Opmerkingen Geen
9.
Referenties ! ! ! !
BEI-LS; BEI-BS; Montagevoorschriften; E-23, Het (de)monteren van een spanningsloze LS-kabel op een LS-rek
10. Bijlagen Geen Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
(De)montage van een kWh-meter, TF ontvanger of relais op of nabij een LS rek, of van een indirecte kWh-meter e.d. bij een aansluiting
1.
Documentnr. : E-25 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 4
Doel ! Het veilig plaatsen, verwisselen of verwijderen van een direct of indirect aangesloten kWhmeter, TF ontvanger of relais op of nabij een LS rek. ! Het veilig plaatsen, verwisselen of verwijderen van een indirect aangesloten kWh- meter of TF ontvanger bij een aansluitkast. Voor dezelfde activiteit met een direct aangesloten kWh-meter e.d. bij een aansluitkast zie VWI E-69.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een VPs of AVPm&b. ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan of raamopdracht. ! Daar waar bij uitvoering door een derde (extern meetbedrijf) deze toegang moet hebben tot een elektrische bedrijfsruimte van de netbeheerder dient permanent toezicht te worden gehouden door minimaal een VPs of AVPm&b van de netbeheerder (zie ook opmerking bij punt 8). ! Bij aansluitingen kunnen ook door een derde (extern meetbedrijf) werkzaamheden aan indirect aangesloten kWh-meters of TF-ontvangers worden verricht; indien die werkzaamheden plaatsvinden tussen het aansluitklemmenblok en de stroomtransformator dient dit onder de voorwaarden van de netbeheerder te gebeuren.
4.
Voorwaarden ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. ! Indien werkzaamheden plaatsvinden in een gecombineerd MS/LS station dienen de betrokken MS-procedures en/of MS-VWI’s in acht genomen te worden. ! Er wordt spanningsloos en stroomloos gewerkt. ! Uitvoering vindt plaats volgens het voor deze activiteit geldende montagevoorschrift en/of bedieningshandleiding.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Helm met gelaatscherm of soortgelijk, zo nodig o E-isolerende handschoenen o Geïsoleerde patroontrekker o Schakelhandschoen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
(De)montage van een kWh-meter, TF ontvanger of relais op of nabij een LS rek, of van een indirecte kWh-meter e.d. bij een aansluiting
Documentnr. : E-25 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 4
! Veiligheidsmiddelen o E-isolerende afschermingen, zo nodig o Spanningtester o Kortsluitvast beveiligde meetpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
7.
Werkwijze
7.1
Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd (ook bijv. fraude) mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2
Uitvoering
7.2.1 Direct aangesloten kWh- meter/ TF- ontvanger/ relais 7.2.1.1. Plaatsen ! Scherm zo nodig de in nabijheid zijnde blanke spanningvoerende delen af. ! Stel indien noodzakelijk het draaiveld vast. ! Controleer of zowel de voedende als de afgaande kant (OV-zekeringen) uitgeschakeld is. ! Stel de spanningsloosheid vast van de te monteren delen. ! Plaats de kWh-meter/ TF- ontvanger/ relais conform de montagehandleiding; ! Schakel de voedende kant in. ! Controleer de aanwezigheid van spanning op de kWh-meter/ TF- ontvanger/ relais en, indien nodig, het draaiveld; controleer de goede werking van de kWh-meter/ TFontvanger/ relais. ! Verwijder de eventueel aangebrachte afschermingen. ! Schakel zonodig de belasting in na overleg met de klant. 7.2.1.2. Verwisselen ! Scherm zo nodig de in nabijheid zijnde blanke spanningsvoerende delen af. ! Stel (indien van toepassing) het draaiveld vast. ! Schakel de belasting en de voeding af. ! Stel de spanningsloosheid vast van de te (de) monteren delen. ! Isoleer indien aanwezig direct na demontage de stuur/tariefdraad af. ! Verwijder de kWh-meter/ TF- ontvanger/ relais conform de montagehandleiding. ! Plaats de nieuwe kWh-meter/ TF- ontvanger/ relais conform de montagehandleiding. ! Schakel en de voeding en de belasting weer in. ! Controleer de aanwezigheid van spanning op de kWh-meter/ TF- ontvanger/ relais en, indien nodig, het draaiveld; controleer de goede werking van de kWh-meter/ TFontvanger/relais. ! Verwijder de eventueel aangebrachte afschermingen.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
(De)montage van een kWh-meter, TF ontvanger of relais op of nabij een LS rek, of van een indirecte kWh-meter e.d. bij een aansluiting
Documentnr. : E-25 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 4
7.2.1.3. Verwijderen ! Scherm zo nodig de in nabijheid zijnde blanke spanningsvoerende delen af. ! Schakel zonodig de belasting af; schakel de voeding af. ! Stel de spanningsloosheid vast van de te demonteren delen. ! Verwijder de kWh-meter/ TF- ontvanger/ relais conform de montagehandleiding. ! Isoleer direct na demontage de aansluitdraden en laat deze op een veilige manier achter; doe dit, indien aanwezig, als eerste ook met de stuur/tariefdraad. ! Verwijder de eventueel aangebrachte afschermingen. 7.2.2 Indirect aangesloten kWh- meter of TF- ontvanger 7.2.2.1. Plaatsen ! Scherm zo nodig de in nabijheid zijnde blanke spanningvoerende delen af. ! Verwijder de meetzekeringen of open de spanningsschuifjes en sluit de stroomtransformatoren kort. ! Stel de spanningsloosheid vast van de te monteren delen. ! Plaats de kWh-meter en/of TF- ontvanger conform de montagehandleiding. ! Breng de meetzekeringen aan of sluit de spanningsschuifjes en verwijder de kortsluiting van de stroomtransformatoren. ! Controleer de goede werking van de kWh-meter en/of TF-ontvanger. ! Verwijder de eventueel aangebrachte afschermingen. 7.2.2.2. Verwisselen ! Scherm zo nodig de in nabijheid zijnde blanke spanningsvoerende delen af. ! Verwijder de meetzekeringen of open de spanningsschuifjes en sluit de stroomtransformatoren kort. ! Stel de spanningsloosheid vast, van de te (de) monteren delen. ! Verwijder de kWh-meter en/of TF- ontvanger conform de montagehandleiding. ! Plaats de nieuwe kWh-meter en/of TF- ontvanger conform de montagehandleiding. ! Breng de meetzekeringen aan of sluit de spanningsschuifjes en verwijder de kortsluiting van de stroomtransformatoren. ! Controleer de goede werking van de kWh-meter en/of TF- ontvanger. ! Verwijder de eventueel aangebrachte afschermingen. 7.2.2.3. Verwijderen ! Scherm zo nodig de in nabijheid zijnde blanke spanningsvoerende delen af. ! Verwijder de meetzekeringen en sluit de stroomtransformatoren kort. ! Stel de spanningsloosheid vast, van de te demonteren delen. ! Verwijder de kWh-meter en/of TF- ontvanger conform de montagehandleiding. ! Verwijder de eventueel aangebrachte afschermingen. 7.3
Beëindiging ! Breng de nodige verzegelingen aan. ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
(De)montage van een kWh-meter, TF ontvanger of relais op of nabij een LS rek, of van een indirecte kWh-meter e.d. bij een aansluiting
8.
Documentnr. : E-25 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 4 van 4
Opmerkingen ! Daar waar in punt 3 gesproken wordt over het de netbeheerder, dient voor Stedin gelezen te worden: de aannemer die direct in opdracht van Stedin het toezicht uitvoert.
9.
Referenties ! BEI-LS; ! BEI-BS; ! Montagevoorschriften.
10.
Bijlagen Geen.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Werkzaamheden aan of nabij accubatterijen
1.
Documentnr. : E-26 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel Het veilig uitvoeren van werkzaamheden aan of nabij accubatterijen.
2.
Toepassingsgebied In stations, kasten of accuruimten van de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een VP of AVPm&b. ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan. ! Toezicht te bepalen door WV; werkzaamheden door derden dienen in ieder geval onder toezicht van minimaal een VP te gebeuren.
4.
Voorwaarden ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. ! In accuruimten, accukasten en acculaadruimten mogen bepaalde werkzaamheden niet worden uitgevoerd tijdens en binnen 2 uur na het laden van accumulatoren (bij druppellading niet van toepassing). Deze bepaalde werkzaamheden zijn: o bedieningswerkzaamheden, waarbij vonkvorming ontploffingsgevaar kan opleveren. o werkzaamheden aan of in de nabijheid van onder spanning staande onvoldoende afgeschermde actieve delen (ook hier mogelijkheid tot vonkvorming). Tot deze bepaalde werkzaamheden worden niet gerekend: o het bepalen van de dichtheid van het electrolyt. o het bijvullen van accumulatoren. ! Behalve bij het tijdelijk overbruggen van een cel (vervanging) mogen verbindingen met accumulatoren niet worden verbroken of gemaakt indien: o de laadketen onder spanning staat of, o de door de accumulatoren gevoede stroomketen is ingeschakeld. ! Bij onvoldoende ventilatie tijdens en binnen 2 uur na het laden is op minder dan 1 meter afstand van de accumulatoren (bij druppellading niet van toepassing) niet toegestaan: o het gebruik van hulpmiddelen, waardoor vonkvorming of een te hoge temperatuur kan ontstaan. o werkzaamheden, waarbij open vuur en vonkvorming kan optreden. ! Voor een nadere uitwerking van de te gebruiken zuurbeschermde PBM’s zie de productinformatiebladen en de VGM-bedrijfsvoorschriften.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: opspattend electrolyt Maatregel: het beschikbaar hebben van: o water voor het afspoelen van zuur of loog o een voorziening voor het uitspoelen van de ogen o soda voor neutralisatie van gemorst zuur o azijnzuur voor neutralisatie van loog o absorptiekorrels Risico: explosie (explosief mengsel > 4% H2 ) Maatregel: o voldoende ventilatie o explosieveilige apparatuur (dus bijvoorbeeld geen standaard mobiele telefoon).
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Werkzaamheden aan of nabij accubatterijen
6.
Documentnr. : E-26 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 2
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Specifieke PBM’s voor bescherming tegen zuur en/of loog; zie ook de productinformatiebladen/chemiekaarten en de VGM-bedrijfsvoorschriften o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Helm met gelaatscherm of soortgelijk, zo nodig o E-isolerende handschoenen, zo nodig ! Veiligheidsmiddelen o Spanningtester o Veiligheidshandgereedschap
7.
Werkwijze
7.1.
Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2.
Uitvoering ! Breng noodzakelijke schermen /afscherming aan. ! Voer de opgedragen werkzaamheden uit. ! Verwijder eventueel geplaatste schermen /afscherming.
7.3.
Beëindiging ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes en veilig achter.
8.
Opmerkingen Geen
9.
Referenties ! ! ! ! !
10.
BEI-LS BEI-BS Montagevoorschriften PI bladen Atex-voorschriften
Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Documentnr. : E-27 Het uitvoeren van niet-elektrotechnische Datum/versie: 15-5-2011 werkzaamheden in stations en verdeelkasten Blad : 1 van 3
1.
Doel Het veilig uitvoeren van niet-elektrotechnische activiteiten in stations en/of verdeelkasten, al of niet in de nabijheid van onder spanning staande delen van een installatie; de installatie kan volledig geïsoleerd, gedeeltelijk geïsoleerd, of ongeïsoleerd (open) zijn. Tot de activiteiten behoren niet-elektrotechnische werkzaamheden zoals: ! Betreden, schouwen, ! Meteropname, ! Schilderwerk, ! Verwisseling van deuren, kozijnen of sloten, ! Invoering of verwijdering van een kabel, ! Uitwisseling van een lamp, ! Thermografische inspectie.
2.
Toepassingsgebied In stations en/of verdeelkasten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Het aanbrengen/verwijderen van afschermingen: o Bepaling en opdrachtverstrekking door de WV, via werkplan of raamopdracht. o Uitvoering door minimaal een VP. ! Het volledig ontoegankelijk maken van de gehele installatie (aanbrengen/verwijderen van een constructie, zie ook onder 4): o Bepaling en opdrachtverstrekking door de WV, via werkplan. o Uit te voeren door minimaal een tot PL aangewezen VP samen met minimaal een VOP, of door leken onder toezicht van minimaal een VP. ! Betreden, schouwen, meteropname, uitwisseling van een lamp, verwisselen sloten: o Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan of raamopdracht. o Uitvoering door minimaal een VOP, of door een leek maar dan onder voortdurend toezicht van minimaal een VOP. ! Schilderwerk, verwisseling van deuren of kozijnen: o Opdrachtverstrekking door de WV, via werkplan. o Uitvoering door minimaal een tot PL aangewezen VP samen met minimaal een VOP, of door leken onder voortdurend toezicht van minimaal een VP; indien de gehele installatie volledig ontoegankelijk is gemaakt kan worden volstaan met regelmatig toezicht door minimaal een VOP. ! Invoering of verwijdering van een kabel: o Opdrachtverstrekking door de WV, via werkplan. o Uitvoering minimaal door een tot PL aangewezen VP samen met minimaal een VOP, of door leken onder voortdurend toezicht door minimaal een VP; indien de gehele installatie volledig ontoegankelijk is gemaakt kan worden volstaan met regelmatig toezicht door minimaal een VOP. ! Thermografische inspectie: o Opdrachtverstrekking door de WV, via werkplan. o Indien er geen sprake is van beperking of belemmering van het directe gezichtsveld: uitvoering door minimaal een VOP, of door een leek onder voortdurend toezicht van minimaal een VOP.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Documentnr. : E-27 Het uitvoeren van niet-elektrotechnische Datum/versie: 15-5-2011 werkzaamheden in stations en verdeelkasten Blad : 2 van 3
o
o
Indien er wel sprake is van beperking of belemmering van het directe gezichtsveld: uitvoering met 2 personen d.w.z. minimaal door een leek onder voortdurend toezicht van minimaal een VOP. Bij verwijderde schermen of afschermingen dient minimaal een VP toezicht te houden.
! Overige niet-elektrotechnische activiteiten: o Opdrachtverstrekking door de WV, via werkplan. o Benodigde aanwijzing voor uitvoering te bepalen door de WV. o Mate van toezicht te bepalen door de WV.
4.
Voorwaarden ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. ! Indien werkzaamheden plaatsvinden in een gecombineerd MS/LS station, dan dient ook de betrokken MS procedure en VWI-MS in acht genomen te worden. ! De situatie dient voldoende veilig te zijn. Dit betekent in ieder geval: buiten de nabijheidszone of voldoende afscherming van al of niet onder spanning staande blanke delen. ! Er mogen geen activiteiten met grote metalen (hulp)middelen binnen het station plaatsvinden. ! Het uitvoeren van verspanende bewerkingen dient buiten het station plaats te vinden, tenzij het kleine correcties betreft of de gehele installatie volledig ontoegankelijk is gemaakt. ! Indien de WV dit noodzakelijk acht geeft de WV opdracht tot het volledig ontoegankelijk maken van de gehele installatie (d.m.v. houten wanden e.d., dus geen losse schermen e.d.), waarbij deze constructie niet zonder gereedschap kan worden verwijderd en tijdens de werkzaamheden volledig intact blijft. ! Indien naar het oordeel van de WV de situatie niet voldoende veilig is of is te maken dient de installatie spanningloos te worden gemaakt.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. omstanders, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding, zo nodig o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen, zo nodig o E-isolerende handschoenen, zo nodig ! Veiligheidsmiddelen o E-isolerende afschermingen, zo nodig o Spanningtester, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap, zo nodig o Geïsoleerd klimmateriaal, zo nodig
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Documentnr. : E-27 Het uitvoeren van niet-elektrotechnische Datum/versie: 15-5-2011 werkzaamheden in stations en verdeelkasten Blad : 3 van 3
7. 7.1
Werkwijze Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2
Uitvoering ! Breng zo nodig afschermingen, constructies en/of afzettingen aan. ! Voer de opgedragen werkzaamheden uit. ! Verwijder de eventueel aangebrachte afschermingen, constructies en/of afzettingen.
7.3
Beëindiging ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes en veilig achter.
8.
Opmerkingen Verwisseling van kozijnen of deuren: ! Bij de bepaling van de noodzakelijke afschermingen dient men rekening te houden met de mechanische sterkte hiervan (i.v.m. de aanwezigheid van de te hanteren deuren of kozijnen). Invoering of verwijdering van een kabel: ! De in te voeren of te verwijderen kabel dient spanningsloos te zijn; het vrije uiteinde dient van een isolerende kap te zijn voorzien (indien niet aanwezig: kap aanbrengen na op spanningloosheid te hebben getest). ! Bij reeds met de infrastructuur verbonden kabel dient deze te zijn vrijgeschakeld, te zijn geblokkeerd, te zijn voorzien van bordjes “niet bedienen”, en aan de andere zijde (in station of verdeelkast) kortsluitvast te zijn geaard; in dat geval maakt de invoering of verwijdering van de kabel deel uit van een werkplan. ! Stel vóór uitvoering vast dat de kabel vrij t.o.v. spanningvoerende delen ingevoerd of verwijderd kan worden. ! Voer de kabel gecontroleerd in / verwijder de kabel gecontroleerd; begeleidt de kabel in nabijheid van spanningvoerende afgeschermde delen. Uitwisseling van een lamp ! De vervangende lamp moet geschikt zijn voor de bedoelde toepassing (afmetingen). ! De verlichtingsgroep dient afgeschakeld te worden indien de te vervangen lamp mechanisch defect is. ! Men dient te zorgen voor een stabiele plaats waardoor beide handen vrij zijn.
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS
10.
Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Werkzaamheden aan eigen bedrijfsinstallaties en aan besturings- en beveiligings- installaties in HS/MS stations
1
Documentnr. Datum Blad
: E-28 : 15-5-2011 : 1 van 2
Doel Het veilig uitvoeren van, of toezicht houden op, werkzaamheden aan de eigen bedrijfsinstallaties en aan besturings- en beveiligings- installaties op de HS- en MS-stations, zowel in gelijkspanning- als in wisselspanning- installaties.
2.
Toepassingsgebied In HS- en MS- stations, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking Opdrachtverstrekking door een WV; deze WV dient naast zijn LS-aanwijzing ook een HS- of MS-aanwijzing als WV te bezitten. Opdrachtverstrekking via werkplan of raamopdracht, nader door de IV te bepalen. Uitvoering door een AVPm&b. Mate van toezicht te bepalen door WV.
! ! ! !
4.
Voorwaarden ! ! !
!
!
!
5.
Risico`s en maatregeln ! !
6.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. Uitvoering vindt plaats volgens de voor deze activiteiten geldende voorschriften en handleidingen. De werkzaamheden zijn alleen toegestaan buiten de nabijheidszone van de MS- en HSaanleg. Zo nodig dient te worden afgeschermd; dit afschermen dient uitgevoerd te worden door personen met de juiste HS- of MS-aanwijzing, en volgens de daarvoor geldende HSof MS-veiligheidswerkinstructie. De (de)montagewerkzaamheden aan LS-installaties 230/400 V wisselspanning t.b.v. eigen bedrijf in de HS- en MS- stations moeten altijd spanningsloos worden uitgevoerd, en de werkplek dient veiliggesteld te worden. Tijdens de (de)montagewerkzaamheden aan LS-installaties gelijkspanning (ten behoeve van bediening, bewaking en beveiliging) moeten persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt worden indien de voorgeschakelde smeltpatronen een doorlaatwaarde > 25 A hebben, of indien de automaten een doorlaatwaarde > 16 A hebben. Bij werkzaamheden aan besturing- en beveiligings- installaties moet vooraf toestemming worden gevraagd aan de BD HS/MS.
Risico: Persoonlijk letsel ten gevolge van diëlektrische ontlading, aard- en kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijvoorbeeld weersomstandigheden, omstanders. Maatregel: bijvoorbeeld werktent, werkonderbreking, afzettingen.
Middelen Persoonlijke beschermingsmiddelen: - Veiligheidsschoeisel - Helm met gelaatscherm, zo nodig - Werkhandschoenen - E-isolerende handschoenen, zo nodig - Vlamvertragende veiligheidskleding
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-HS/MS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Werkzaamheden aan eigen bedrijfsinstallaties en aan besturings- en beveiligings- installaties in HS/MS stations
Documentnr. Datum Blad
: E-28 : 15-5-2011 : 2 van 2
Veiligheidsmiddelen: Afschermingen, zo nodig Veiligheidsgereedschap
7.
Werkwijze
7.1.
Voorbereiding • Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. • Controleer of de directe opdracht of goedgekeurde opdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. • Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. • Voer laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2.
Uitvoering • De werkzaamheden moeten uitgevoerd conform de voorwaarden onder 4 en volgens voorschriften van de fabrikanten en/of montage-instructie, handleidingen of werkprocedures van de netbeheerder. • Pas de juiste veiligheidsvoorschriften toe. • Bij werkzaamheden aan besturing- en beveiligings- installaties: vraag vooraf toestemming aan de BD HS/MS.
7.3
8.
Beëindiging • Informeer BD HS/MS. • Registreer de benodigde gegevens. • Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. o informeer zo nodig de BD HS/MS (conform procedure van de netbeheerder).
Opmerkingen Geen
9.
Referenties • • • •
10.
BEI-HS BEI LS BEI-BS Montagevoorschriften
Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-HS/MS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het monteren van een verbindingsmof
1.
Documentnr. : E-40 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel Het veilig monteren van een verbindingsmof tussen een onder spanning staande LS-kabel en een niet onder spanning staande LS-kabel, of van een OV-verbindingsmof.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een VPa bij kabels met een maximale doorsnede van 16 mm2 Cu of 50 mm! AL. ! Uitvoering bij alle overige kabels door minimaal een tot PL aangewezen VP samen met een VOP. ! Opdrachtverstrekking door WV, bij kabels met een maximale doorsnede van 16 mm2 Cu of 50 mm! AL via raamopdracht of werkplan, bij alle overige kabels via werkplan.
4.
Voorwaarden ! De betrokken kabels hebben maximaal een doorsnede van 150 mm2. ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. ! Werken onder spanning in een lasgat waarbij zich een aaneengesloten wateroppervlak op de bodem heeft gevormd is niet toegestaan. ! Uitvoering vindt plaats volgens het voor deze activiteit geldende montagevoorschrift. ! De netsituatie is aan de hand van tekeningen, schakelschema’s en/of opschriften vastgesteld en er zijn tekeningen op de werkplek. ! Invloeden van buitenaf (bijv. omstanders) kunnen de werkzaamheden niet beïnvloeden. ! Er dient altijd eenduidig te zijn vastgesteld dat de betrokken kabel de juiste kabel is conform VWI E-11. ! Als de armering of de loodmantel of het (aard)scherm onder spanning staat moeten de werkzaamheden worden onderbroken en dient er contact te worden opgenomen met de WV. ! Er dient te worden gezorgd voor voldoende afstand tot onder spanning staande delen of voor voldoende isolatie van die delen. ! Er wordt gebruik gemaakt van geïsoleerde verbinders die gebaseerd zijn op het doordraaiprincipe. Het onder spanning “strippen” van de aderisolatie en het maken van verbindingen met behulp van persverbindingen is onder spanning niet toegestaan. Attentie: voor kleinere diameters (< 25mm2) zijn deze “doordraaiklemmen” nog in ontwikkeling; het onder spanning “strippen” van de aderisolatie is hier voorlopig nog wel toegestaan (in ieder geval geïsoleerde klemmen toepassen). ! De te verbinden kabels dienen aan de andere zijde te zijn afgemonteerd en mogen niet gestoord zijn. ! Van de te verbinden kabels is er één spanningsloos. ! De te monteren verbinding dient stroomloos te zijn; d.m.v. het treffen van veiligheidsmaatregelen dient geborgd te worden dat dit tijdens de montage zo blijft; dit betekent dat van de spanningloze kabel alle aansluitingen zijn uitgeschakeld en dat op de relevante (onderbroken) koppelpunten in het LS-net dummies en/of bordjes “Niet Bedienen” worden geplaatst. De aansluitingen op de onder spanning staande kabel behoeven niet te worden uitgeschakeld.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het monteren van een verbindingsmof
5.
Documentnr. : E-40 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen, werktent.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen o Helm met gelaatscherm of soortgelijk o E-isolerende handschoenen ! Veiligheidsmiddelen o Afzettingen o Spanningtester/voltmeter o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
7.
Werkwijze
7.1.
Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2.
Uitvoering ! Informeer het meldpunt, indien relevant. ! Test de te verbinden (spanningsloze) kabel op kortsluiting en de afwezigheid van belasting. ! Stel vast dat de armering en/of de loodmantel en/of het (aard)scherm spanningsloos is. ! Controleer met een dubbelpolige spanningstester (d.m.v. door de isolatie heen te prikken) of de veronderstelde nul-ader ook inderdaad de nul-ader is. ! Werk verder volgens montagevoorschrift; verbind met litze de eventuele loodmantel door. Opmerkingen: - Gebruik bij het doordraaien de helm met gelaatscherm en E isolerende handschoenen. - In het geval van een verbindingsmof in een aansluitkabel dient voor en na de montage het draaiveld bij de aansluiting in het perceel gecontroleerd te worden. - In het geval van een verbindingsmof in een op een eindmof eindigende netkabel dient voor en na de montage het draaiveld bij de eerstvolgende aansluiting in het perceel gecontroleerd te worden.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het monteren van een verbindingsmof
-
7.3.
Documentnr. : E-40 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
In het geval van een verbindingsmof in een netkabel die stations en/of verdeelkasten met elkaar verbindt, dient de fasegelijkheid van de hoofdaders te worden gecontroleerd; tevens dienen de verbindingen tussen de hulpaders te worden gecontroleerd.
Beëindiging ! Informeer het meldpunt, indien relevant. ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes en veilig achter.
8. Opmerkingen Geen
9. Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS ! Montagevoorschriften
10. Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het monteren van een eindmof
1.
Documentnr. : E-41 Datum : 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel Het veilig monteren van een eindmof op een onder spanning staande kabel inclusief het knippen van de aders.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! ! !
4.
Voorwaarden ! ! ! ! ! ! ! !
! !
5.
Uitvoering door minimaal een VPa bij kabels met een maximale doorsnede van 16 mm2 Cu of 50 mm! AL. Uitvoering bij alle overige kabels door minimaal een tot PL aangewezen VP samen met een VOP. Opdrachtverstrekking door WV, bij kabels met een maximale doorsnede van 16 mm2 Cu of 50 mm! AL via raamopdracht of werkplan, bij alle overige kabels via werkplan.
De betrokken kabels hebben maximaal een doorsnede van 150 mm2. De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. Werken onder spanning in een lasgat waarbij zich een aaneengesloten wateroppervlak op de bodem heeft gevormd is niet toegestaan. Uitvoering vindt plaats volgens het voor deze activiteit geldende montagevoorschrift. De netsituatie is aan de hand van tekeningen, schakelschema’s en/of opschriften vastgesteld en er zijn tekeningen op de werkplek. Invloeden van buitenaf (bijv. omstanders) kunnen de werkzaamheden niet beïnvloeden. Er dient altijd eenduidig te zijn vastgesteld dat de betrokken kabel de juiste kabel is conform VWI E-11. Als de armering of de loodmantel of het (aard)scherm onder spanning staat moeten de werkzaamheden worden onderbroken en dient er contact te worden opgenomen met de WV. Er dient te worden gezorgd voor voldoende afstand tot onder spanning staande delen of voor voldoende isolatie van die delen. De stroomsterkte in de te knippen kabel moet nihil zijn maar in ieder geval kleiner dan 15A.; dit betekent dat alle relevante aansluitingen zijn uitgeschakeld en dat op de relevante (onderbroken) koppelpunten in het LS-net dummies en/of bordjes “Niet Bedienen” worden geplaatst.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen.
6.
Middelen en apparatuur !
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen o E-isolerende handschoenen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het monteren van een eindmof
!
Veiligheidsmiddelen o Afzettingen o Spanningtester/voltmeter o Ampéretang o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
7.
Werkwijze
7.1.
Voorbereiding ! ! ! !
7.2.
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering ! ! ! ! !
! 7.3.
Documentnr. : E-41 Datum : 15-5-2011 Blad : 2 van 2
Informeer het meldpunt, indien relevant. Stel vast dat de armering en/of de loodmantel en/of het (aard)scherm van de kabel spanningsloos is. Controleer met een dubbelpolige spanningstester (d.m.v. door de isolatie heen te prikken) of de veronderstelde nul-ader inderdaad de nul-ader is. Werk verder volgens montagevoorschrift. Stel, direct voor het knippen, met een ampèretang vast dat de stroom in de te knippen ader nihil (zie voorwaarde) is; indien dit niet het geval is dient contact te worden opgenomen met de WV om de kabel spanningsloos te maken. Knip de hoofd- en hulpaders stuk voor stuk, getrapt af, controleer op spanning en isoleer deze. Knip als laatste de nul.
Beëindiging ! ! !
!
Informeer het meldpunt, indien relevant. Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
8. Opmerkingen !
Het onder spanning demonteren van een afgemonteerde eindmof is onveilig en daarom niet toegestaan; bij uitzondering is dit wel toegestaan in het geval van een tijdelijke afsluitmof, zie hiervoor de VWI E-70.
9. Referenties ! ! !
BEI-LS BEI-BS montagevoorschriften
10. Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het monteren van een aftakmof
1.
Documentnr. : E-42 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel Het veilig monteren van een spanningsloze aftakkabel op een onder spanning staande netkabel, gebruikmakend van een ringklem.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een VPa indien de aftakkabels een maximale doorsnede hebben van 16 mm2 Cu of 50 mm! AL. ! Uitvoering bij alle overige aftakkabels door minimaal een tot PL aangewezen VP samen met een VOP. ! Opdrachtverstrekking door WV, bij aftakkabels met een maximale doorsnede van 16 mm2 Cu of 50 mm! AL via raamopdracht of werkplan, bij alle overige aftakkabels via werkplan.
4.
Voorwaarden ! De betrokken kabels hebben maximaal een doorsnede van 150 mm2. ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. ! Werken onder spanning in een lasgat waarbij zich een aaneengesloten wateroppervlak op de bodem heeft gevormd is niet toegestaan. ! Uitvoering vindt plaats volgens het voor deze activiteit geldende montagevoorschrift; ! De netsituatie is aan de hand van tekeningen, schakelschema’s en/of opschriften vastgesteld en er zijn tekeningen op de werkplek. ! Invloeden van buitenaf (bijv. omstanders) kunnen de werkzaamheden niet beïnvloeden. ! De kabel waarop de aftakkabel gemonteerd moet worden is geselecteerd conform de veiligheidswerkinstructie E-11. ! Als de armering of de loodmantel of het (aard)scherm onder spanning staat moeten de werkzaamheden worden onderbroken en dient er contact te worden opgenomen met de WV. ! Er dient te worden gezorgd voor voldoende afstand tot onder spanning staande delen of voor voldoende isolatie van die delen. ! De te monteren aftakkabel dient spanningsloos en niet gestoord te zijn, en tevens aan de andere zijde afgemonteerd te zijn. ! De te monteren aftakkabel dient tijdens de montage stroomloos te zijn; dit betekent dat alle relevante aansluitingen zijn uitgeschakeld en dat op relevante (onderbroken) koppelpunten in het LS-net dummies en/of bordjes “Niet Bedienen” worden geplaatst..
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het monteren van een aftakmof
6.
Documentnr. : E-42 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen o Helm met gelaatscherm of soortgelijk o E-isolerende handschoenen ! Veiligheidsmiddelen o Afzettingen o Spanningtester/voltmeter o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
7.
Werkwijze
7.1
Algemeen ! Controleer vooraf en tijdens de uitvoering of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet worden gestart met de werkzaamheden en moet contact worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2
Uitvoering ! Informeer het meldpunt, indien relevant. ! Test de te verbinden (spanningsloze)kabel op afwezigheid van kortsluiting en belasting. ! Stel vast dat de armering en/of de loodmantel en/of het (aard)scherm van de hoofdkabel spanningsloos is. ! Verbind, indien relevant, aan beide zijden de loodmantel met een aardlitze van voldoende doorsnede. ! Controleer met een dubbelpolige spanningstester (d.m.v. door de isolatie heen te prikken) of de veronderstelde nul-ader inderdaad de nul-ader is. ! Werk verder volgens montagevoorschrift; verbind met litze de eventuele loodmantels door. ! Zorg dat er tijdens de montage geen blanke aderdelen uit de klem uitsteken. ! Monteer de hulpaders/hulpklemmen ader voor ader om sluiting te voorkomen. Opmerkingen: - Gebruik bij het doordraaien de helm met gelaatscherm en E isolerende handschoenen. - In het geval van een aftakmof ten behoeve van een nieuwe aansluitkabel dient na de montage het draaiveld bij de betreffende aansluiting in het perceel gecontroleerd te worden. - In het geval van een aftakmof waarbij de aftakkabel op een eindmof eindigt, dient voor en na de montage het draaiveld bij de eerstvolgende aansluiting (op de aftakkabel) in het perceel gecontroleerd te worden. - In het geval van een aftakmof waarbij de aftakkabel naar een station of verdeelkast gaat, dient de fasegelijkheid van de hoofdaders te worden gecontroleerd; tevens dienen de verbindingen tussen de hulpaders te worden gecontroleerd.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het monteren van een aftakmof
7.3
Documentnr. : E-42 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
Beëindiging ! Informeer het meldpunt, indien relevant. ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes en veilig achter.
8.
Opmerkingen Geen
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS ! Montagevoorschriften
10.
Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het monteren van een OV-aftakmof
1.
Documentnr. : E-44 Datum : 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel Het veilig monteren van een aftakking ten behoeve van de openbare verlichting of andere, via de OV geschakelde objecten: op de hulpaders van een netkabel, of op de hoofdaders van een separate OV-kabel, of op de hoofdaders van een netkabel, indien de betreffende netbeheerder dit voorschrijft. De kabel waarop wordt afgetakt staat onder spanning of kan onder spanning komen te staan.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een VPa. ! Opdrachtverstrekking door WV, via raamopdracht of werkplan.
4.
Voorwaarden ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. ! Werken onder spanning in een lasgat waarbij zich een aaneengesloten wateroppervlak op de bodem heeft gevormd is niet toegestaan. ! Uitvoering vindt plaats volgens het voor deze activiteit geldende montagevoorschrift. ! Invloeden van buitenaf (bijv. omstanders) kunnen de werkzaamheden niet beïnvloeden. ! Er dient altijd eenduidig te zijn vastgesteld dat de betrokken kabel de juiste kabel is conform VWI E-11. ! Als de armering of de loodmantel of het (aard)scherm onder spanning staat moeten de werkzaamheden worden onderbroken en dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Er dient te worden gezorgd voor voldoende afstand tot onder spanning staande delen of voor voldoende isolatie van die delen. ! Er wordt gebruik gemaakt van geïsoleerde aftakklemmen die gebaseerd zijn op het doordraaiprincipe. ! De aan te sluiten kabel dient aan de andere zijde te zijn afgemonteerd en mag niet gestoord zijn. ! De te monteren aftakking dient stroomloos te zijn; d.m.v. het treffen van veiligheidsmaatregelen dient geborgd te worden dat dit tijdens de montage zo blijft (de aansluiting is uitgeschakeld en geblokkeerd).
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen, werktent.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen o Helm met gelaatscherm of soortgelijk
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het monteren van een OV-aftakmof
Documentnr. : E-44 Datum : 15-5-2011 Blad : 2 van 3
o E-isolerende handschoenen ! Veiligheidsmiddelen o Afzettingen o Spanningtester/voltmeter o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
7.
Werkwijze
7.1.
Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2.
Uitvoering ! Informeer, indien relevant, het meldpunt. ! Stel vast dat de andere zijde van de aan te sluiten kabel is afgemonteerd en ontoegankelijk is voor derden. ! Stel vast dat op de aan te sluiten kabel geen belasting aangesloten is en dat deze niet gestoord is; controleer daarbij ook de nul-aarde verbinding. ! Stel vast dat de armering en/of de loodmantel en/of het (aard)scherm spanningsloos is. ! Werk verder volgens montagevoorschrift. ! Controleer met een dubbelpolige spanningstester (d.m.v. door de isolatie heen te prikken) of de veronderstelde nul-ader ook inderdaad de nul-ader is (bij aansluiting op de hoofdaders van een netkabel). ! Monteer de betreffende aders; afhankelijk van de situatie en opdracht moet er worden afgetakt van de hoofdaders of van de hulpaders; monteer ader voor ader om sluiting te voorkomen. ! Monteer het aardscherm van de aan te sluiten kabel op het aardscherm/litze van de hoofdkabel. Opmerking: Gebruik bij een aftakmof op de hoofd- en hulp-aders van een netkabel bij het doordraaien de helm met gelaatscherm en E isolerende handschoenen.
7.3.
Beëindiging ! Informeer, indien relevant, het meldpunt. ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes en veilig achter.
8. Opmerkingen Geen
9. Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS ! montagevoorschriften Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het monteren van een OV-aftakmof
Documentnr. : E-44 Datum : 15-5-2011 Blad : 3 van 3
10. Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het repareren van een onder spanning staande kunststof LS-kabel met lichte mantelschade
1.
Documentnr. : E-45 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel Het veilig repareren van een onder spanning staande kunststof LS-kabel met lichte mantelschade.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een VPa bij kabels met een maximale doorsnede van 16 mm2 Cu of 50 mm! AL. ! Uitvoering bij alle overige kabels door minimaal een tot PL aangewezen VP samen met een VOP. ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan of raamopdracht.
4.
Voorwaarden ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. ! Werken onder spanning in een lasgat waarbij zich een aaneengesloten wateroppervlak op de bodem heeft gevormd is niet toegestaan. ! Uitvoering vindt plaats volgens het voor deze activiteit geldende montagevoorschrift. ! De netsituatie is aan de hand van tekeningen, schakelschema’s en/of opschriften vastgesteld en er zijn tekeningen op de werkplek. ! Invloeden van buitenaf (bijv. omstanders) kunnen de werkzaamheden niet beïnvloeden. ! Het onder spanning repareren heeft alleen betrekking op de reparatie van lichte beschadigingen. Dit wordt door de uitvoerende bepaald na een visuele controle. Er mag géén sprake zijn van een beschadigde binnenmantel, óf van een zwaar beschadigd (meer dan 10% onderbroken) aardscherm, óf opgeschoven armering, óf van een knik. Indien één van deze situaties wordt vastgesteld dient de reparatie spanningsloos te worden uitgevoerd en is een werkplan vereist. ! Als de armering en/of aardscherm onder spanning staat moeten de werkzaamheden worden onderbroken en dient er contact te worden opgenomen met de WV.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking/werktent, afzettingen.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen o E-isolerende handschoenen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het repareren van een onder spanning staande kunststof LS-kabel met lichte mantelschade
Documentnr. : E-45 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 2
! Veiligheidsmiddelen o Afzettingen o Spanningtester/voltmeter o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
7.
Werkwijze
7.1
Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2
Uitvoering ! Stel op de plek van de beschadiging vast dat de armering en/of de loodmantel en/of het (aard)scherm van de kabel spanningsloos is. ! Repareer zo nodig het aardscherm. ! Repareer de mantel.
7.3
Beëindiging ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes en veilig achter.
8.
Opmerkingen Extra attentie is geboden bij de behandeling van 4-aderige RAVO-G. Afhankelijk van de bedrijfsvoorschriften dient deze alleen in spanningloze situatie te worden behandeld.
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS ! Montagevoorschriften
10.
Bijlagen ! Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het verleggen van een LS-kabel
1.
Documentnr. : E-46 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel Het veilig verleggen van een onder spanning staande LS-kabel.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een VPa of door een leek onder toezicht van minimaal een VPa. ! Opdrachtverstrekking door WV; bij kabels met een maximale doorsnede van 16 mm2 Cu of 50 mm! AL via raamopdracht of werkplan, in overige situaties alleen via werkplan. NB: Het verleggen over een beperkte afstand (ca. binnen 1 meter) zonder dat er moffen bij betrokken zijn mag zonder opdracht door een leek worden uitgevoerd; wel dient deze leek een instructie te hebben ontvangen (toolbox door werkgever).
4.
Voorwaarden ! Uitvoering vindt handmatig plaats volgens de geldende specificaties van de kabel. ! De netsituatie is aan de hand van tekeningen, schakelschema’s en/of opschriften vastgesteld en er zijn tekeningen op de werkplek. ! Invloeden van buitenaf (bijv. omstanders) kunnen de werkzaamheden niet beïnvloeden. ! De kabel moet worden geselecteerd conform de veiligheidswerkinstructie E-11. ! De kabel dient in goede staat te zijn (visuele controle). ! De in de kabel aanwezige moffen dienen degelijk te worden gestabiliseerd. ! Waar nodig dienen kabels deugdelijk te worden ondersteund. Deze ondersteuning dient zodanig te zijn dat aan de voorschriften voor kabelbehandeling (maximale trekkracht, buigstraal, enz.) wordt voldaan. ! Bij het verleggen dient voorkomen te worden dat de kabel wordt beschadigd of aanzienlijk wordt getordeerd, en dat eventueel aanwezige moffen worden stuk getrokken. ! Kabels met “Gurosinmoffen”’ mogen nooit onder spanning verlegd worden. ! Onder spanning staande kabel-einden mogen alleen verlegd worden indien de aders op verschillende lengten zijn afgeknipt (getrapt), zijn geïsoleerd met isoleerkousjes/ isolatiedoppen en zijn gebundeld, en wel zodanig dat een degelijk geïsoleerd geheel wordt verkregen.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het verleggen van een LS-kabel
Documentnr. : E-46 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 2
! Veiligheidsmiddelen o Afzettingen o Niet-geleidende of geïsoleerde kabelhaken
7.
Werkwijze
7.1
Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Onderzoek het bestaande en het nieuwe tracé op mogelijke obstakels en beperkingen. ! Stel, indien van toepassing, vast dat het uiteinde van de kabel degelijk is geïsoleerd. ! Stel vast dat de kabel in goede staat is (visueel). ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2
Uitvoering ! Verleg de kabel; informeer het meldpunt, indien relevant.
7.3
Beëindiging ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes en veilig achter.
8.
Opmerkingen Extra attentie is geboden bij de behandeling van 4-aderige RAVO-G. Afhankelijk van de bedrijfsvoorschriften dient deze alleen in spanningloze situatie te worden behandeld.
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS
10.
Bijlagen ! Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het (toezicht bij het) uit de grond verwijderen van een buiten gebruik zijnde LS-kabel 1.
Documentnr. : E-47 Datum : 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel Het veilig uit de grond verwijderen van een buiten gebruik zijnde LS-kabel en het toezicht daarop door de netbeheerder.
2.
Toepassingsgebied. In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door een leek. ! Toezicht bij kabels met een maximale doorsnede van 16 mm2 Cu of 50 mm! AL door minimaal een VPa, in overige situaties door minimaal een VP. ! Opdrachtverstrekking door WV; bij kabels met een maximale doorsnede van 16 mm2 Cu of 50 mm! AL via raamopdracht of werkplan, in overige situaties alleen via werkplan. ! De mate van toezicht is te bepalen door de WV; in ieder geval is het toezicht minimaal aanwezig bij de aanvang van de werkzaamheden. ! Het toezicht instrueert de uitvoerende(n) conform deze VWI.
4.
Voorwaarden ! Invloeden van buitenaf (bijv. omstanders) kunnen de werkzaamheden niet beïnvloeden. ! De betreffende kabel mag geen deel meer uitmaken van het LS-distributienet. ! Uitvoering mag alleen plaatsvinden als de betreffende kabel vrij gegraven en ononderbroken zichtbaar (vanaf het vrije einde van de kabel) is, waardoor de kabel onbelemmerd gevolgd kan worden. Indien dit door omstandigheden niet mogelijk is, dient de kabel op een wel weer toegankelijke plaats opnieuw geselecteerd en geknipt (veiligheidsknippen) te worden door een daartoe bevoegde medewerker. ! De uitvoering mag pas beginnen als op het vrije eind van de te verwijderen kabel spanningsloosheid is aangetoond door middel van een meting of door het veiligheidsknippen van de kabel. ! Uitvoering dient altijd in de richting vanaf het vrije einde van de kabel plaats te vinden.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting als gevolg vaan verwisseling met een andere kabel. Maatregel: PBM’s. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen ! Veiligheidsmiddelen o Afzettingen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het (toezicht bij het) uit de grond verwijderen van een buiten gebruik zijnde LS-kabel 7. 7.1.
Documentnr. : E-47 Datum : 15-5-2011 Blad : 2 van 2
Werkwijze Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Toezichthouder: Controleer of het werkplan overeenkomen met de situatie ter plekke. ! Toezichthouder en graver: Controleer of de tekeningen overeenkomen met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Informeer het meldpunt, indien relevant. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2.
Uitvoering Spreek als toezichthouder de werkzaamheden goed door met de uitvoerende(n). Geef daarbij, voor zover relevant, een instructie over de voorwaarden en de onderstaande werkmethode. ! Verwijder de kabel, te beginnen vanaf een vrij eind, uit de sleuf. ! Knippen van de kabel mag alleen daar waar de kabel ononderbroken (volledig) zichtbaar is tot aan het vrije eind van de kabel: o in de sleuf knippen mag alleen met een, op afstand bedienbaar, knipapparaat. o buiten de sleuf mag de kabel ook worden gezaagd. ! Als de kabel geknipt moet worden op een punt waar het vrije eind niet zichtbaar is moet, voordat het verwijderen wordt hervat, de kabel opnieuw worden geselecteerd en geknipt conform VWI E-11. Hiervoor moet contact worden opgenomen met de toezichthouder resp. de WV. ! Bij het onderbreken van de werkzaamheden (pauze, einde werkdag) moet de kabel dusdanig worden achtergelaten dat er bij het hervatten van de werkzaamheden geen enkele twijfel mogelijk is dat de dezelfde, juiste, kabel wordt verwijderd. Indien er, hoe klein dan ook, twijfel bestaat over het bepalen van de juiste kabel moet, voordat het verwijderen wordt hervat, eerst contact worden opgenomen met de toezichthouder resp. de WV.
7.3.
Beëindiging ! Informeer het meldpunt, indien relevant. ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes en veilig achter.
8.
Opmerkingen Geen
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS
10.
Bijlagen ! geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het toezicht bij het uitvoeren van civiele werkzaamheden in de grond
1.
Documentnr. : E-48 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel Het toezicht t.b.v. het veilig uitvoeren van civiele werkzaamheden in de grond (graven, oprichten van kasten en/of gebouwen, boringen, wegwerkzaamheden, enz.) bij, naast of in de buurt van LS-distributienetten. Voor het uitvoeren van niet-elektrotechnische werkzaamheden in stations en verdeelkasten zie VWI E-27.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking Bij civiele werkzaamheden dient de netbeheerder via een graafmelding hiervan op de hoogte te zijn gesteld. Er zullen dan door de netbeheerder via het Kadaster liggingsgegevens van leidingen en kabels ter beschikking worden gesteld. In opdracht van de (O)IV wordt de mate van toezicht bepaald door de medewerker van de netbeheerder die daarmee belast is (schadepreventie). Dit gebeurt dan op basis van een “risicoprofiel graafschade”. Het toezicht vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van de WV die door de OIV daarmee is belast. ! De WV regelt de eventuele inzet van de toezichthoudende persoon (minimaal VPa). ! Opdrachtverstrekking van het toezicht door WV, via werkplan of raamopdracht. ! Voor de uitvoering van de civiele werkzaamheden zelf is geen aanwijzing noodzakelijk.
4.
Voorwaarden ! Uitvoering door de grondroerder vindt plaats volgens de voor deze activiteit geldende regelgeving en voorschriften, in ieder geval volgens de “Richtlijn zorgvuldig graafproces” (titel: Graafschade voorkomen aan kabels en leidingen) van het kennisplatform CROW, januari 2008. Deze richtlijn is een nadere invulling van de WION (Wet informatieuitwisseling ondergrondse netten). Een aantal zaken uit de genoemde richtlijn zijn ook in deze veiligheidswerkinstructie opgenomen. ! De netsituatie is aan de hand van actuele tekeningen vastgesteld en deze zijn op de werkplek; zonodig vindt aanvullende lokatie-bepaling door de netbeheerder plaats. ! Het opzoeken van kabels en leidingen gebeurt via de in de richtlijn beschreven methode: o de ligging dient bepaald te worden door het maken van voldoende proefsleuven; o mechanisch graven buiten een straal van 50 cm vanaf de theoretische ligging van de kabels en leidingen is toegestaan; o mechanisch graven buiten een straal van 25 cm en binnen een straal van 50 cm vanaf de theoretische ligging van de kabels en leidingen is alleen toegestaan indien handmatig wordt voorgestoken; o binnen een straal van 25 cm vanaf de theoretische ligging van de kabels en leidingen is alleen handmatige ontgraving toegestaan. ! Bij handmatig graven zijn er geen afstands-beperkingen; wel dient het ontgraven met de nodige voorzichtigheid te gebeuren; indien kabels of leidingen in slechte staat blijken te zijn dienen de werkzaamheden te worden gestaakt en dient de WV te worden gewaarschuwd. ! De werkzaamheden vinden plaats buiten de stations. ! Waar nodig dienen de kabels deugdelijk te worden ondersteund.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het toezicht bij het uitvoeren van civiele werkzaamheden in de grond
5.
Documentnr. : E-48 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting t.g.v. het in aanraking komen met mogelijk beschadigde of in slechte staat verkerende kabels of leidingen. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: Werkonderbreking, afzettingen. Risico: Het door het graven m.b.v. mechanische ontgravingsmiddelen in aanraking komen met, c.q. beschadigen van de aanwezige kabels en leidingen. Maatregel: Het werken volgens de richtlijn “Zorgvuldig graafproces”, het maken van goede afspraken met de uitvoerder/voorman. Risico: De aanwezigheid van bedrijfsmiddelen op het werkterrein, zoals mechanische kranen en hydraulische en pneumatische apparatuur. Maatregel: het dragen van beschermende kleding.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen ! Veiligheidsmiddelen o Afzettingen (door de grondroerder)
7.
Werkwijze
7.1
Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Maak met de uitvoerder/voorman ter plaatse heldere afspraken, zoals het maken van proefsleuven en de wijze van ontgraving. Controleer daarbij of deze op de hoogte is van de geldende voorschriften. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2
Uitvoering ! Controleer of de ligging van de kabel(s) d.m.v. proefsleuven goed is bepaald en dat men attent is op andere leidingen/kabels. ! Ga met de uitvoerder, voorman of ploegleider goed na of de kabel(s) voldoende uit het werkgebied van de uitvoerende werkzaamheden ligt/liggen. ! Laat zo nodig afschermingen of (verkeers-) afzettingen aanbrengen. ! Maak heldere afspraken indien de kabel(s) in het werkgebied van de uitvoerende werkzaamheden ligt/liggen. ! Controleer (visueel) de kwaliteit van de kabel(s). Waarschuw de WV indien de kwaliteit onvoldoende is.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het toezicht bij het uitvoeren van civiele werkzaamheden in de grond
Documentnr. : E-48 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
! Informeer de WV indien de werkzaamheden een spanningsloze kabel vereisen. In dat geval zal de WV de situatie beoordelen en de vervolg-acties bepalen. ! Spreek met de uitvoerder, voorman of ploegleider af dat bij wijziging in de afgesproken werksituatie er direct contact wordt opgenomen met de toezichthouder. ! De werkplek kan worden verlaten indien de juiste procedures en werkafspraken door de derde worden nageleefd, er geen groot veiligheidsrisico (met betrekking tot de bedrijfsmiddelen van de netbeheerder) aanwezig is, en de afgesproken werksituatie zich niet wijzigt. ! Afhankelijk van de situatie en de werkzaamheden dient vervolgens regelmatige controle door de toezichthouder plaats te vinden. 7.3
Beëindiging Ga ter plekke na of alle werkzaamheden gereed zijn. Laat de eventueel aangebrachte afschermingen of afzettingen verwijderen. Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes en veilig achter. ! ! ! !
8.
Opmerkingen Normaliter is bij de betreffende netbeheerder een graafmelding gedaan. Indien dit niet is gebeurd én de situatie is (wordt) wel bekend bij (medewerkers van) van de netbeheerder dient de OIV (of WV, zie punt 3) te worden geïnformeerd. Deze dient dan de noodzakelijke acties te ondernemen richting de grondroerder.
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS ! “Richtlijn zorgvuldig graafproces” (titel: Graafschade voorkomen aan kabels en leidingen) van het kennisplatform CROW, januari 2008
10.
Bijlagen ! Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het opheffen van een (mogelijk) gevaarlijke situatie bij een beschadigde lichtmast of ander straatmeubilair
1.
Documentnr. : E-60 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel Het opheffen van een (mogelijk) gevaarlijke situatie bij een aangereden of beschadigde lichtmast, of ander straatmeubilair (bijv. abri, parkeerautomaat, knipperbol), met name in relatie met publiek en omgeving. Deze objecten kunnen aangesloten zijn op aparte netten of op combi-netten (op de hoofdaders of op de hulpaders); de aansluiting is spanningvoerend of kan dat zijn.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een VPa. ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan of raamopdracht.
4.
Voorwaarden ! Omstanders dienen op afstand te worden gehouden totdat de gevaarlijke situatie is opgeheven, of is vastgesteld dat er geen gevaarlijke situatie aanwezig is, of het object voldoende is afgeschermd / afgezet.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen o E-isolerende handschoenen ! Veiligheidsmiddelen o Afzettingen o Spanningtester/voltmeter o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het opheffen van een (mogelijk) gevaarlijke situatie bij een beschadigde lichtmast of ander straatmeubilair 7. 7.1
Documentnr. : E-60 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Werkwijze Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Ga er altijd vanuit dat het object onder spanning staat. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2
Uitvoering ! Controleer of het object aan de buitenzijde onderspanning staat. ! Indien het object: o aan de buitenzijde onder spanning staat, óf o niet aan de buitenzijde onder spanning staat maar de aansluitkabel (mogelijk) wel zwaar beschadigd is of lijkt, moet het object worden afgekoppeld door het onderbreken van de aansluitkabel conform de VWI E-41, onder de extra voorwaarden dat: o de uitvoerende personen niet in de nabijheid van de het object werkzaam behoeven te zijn (d.w.z. buiten een nabijheidszone van 50 cm), én o deze minimale afstand bij alle activiteiten (dus ook bij het graven) in acht genomen wordt. Indien er wél binnen genoemde nabijheidszone moet worden gewerkt: o schakel dan de voeding uit, blokkeer tegen wederinschakeling en breng de aardingen aan conform de VWI E-03. o onderbreek vervolgens de aansluitkabel conform de VWI E-41 en isoleer deze. o verwijder de aardingen en/of de blokkeringen en schakel de betreffende voeding weer in. ! Indien het object: o niet aan de buitenzijde onder spanning staat, én o de aansluitkabel niet zwaar beschadigd is of lijkt, dient de situatie voldoende veilig te worden gemaakt. Voldoende veilig betekent in dit verband: een elektrisch intact en voor leken ontoegankelijk object en aansluitcompartiment, zonder noemenswaardige vervormingen; de (mogelijk) spanningvoerende delen zijn beschermd tegen willekeurige aanraking. Is het object niet voldoende (elektrisch) veilig te maken, of moet het object bijvoorbeeld om verkeerstechnische redenen direct worden verwijderd: o de koppel dan het object af door het onderbreken van de aansluitkabel conform de VWI E-41.
7.3
Beëindiging ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het opheffen van een (mogelijk) gevaarlijke situatie bij een beschadigde lichtmast of ander straatmeubilair 8.
Documentnr. : E-60 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
Opmerkingen ! Er zijn objecten die een vaste voeding hebben, en die ingeschakeld worden via TF in het object. Wees hierop attent bij het onderbreken van de kabel.
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS ! Montagevoorschriften
10.
Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het vervangen van een lichtmast of ander straatmeubilair
1.
Documentnr. : E-61 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel Het veilig vervangen van een lichtmast of ander straatmeubilair die, met kabels !16 mm2 Cu of !50 mm" AL, zijn aangesloten op hulpaders en/of op hoofdaders van het distributienet. Ander straatmeubilair kan zijn: abri, knipperbol, oplaadstation, parkeerautomaat, enz. In deze VWI wordt “object” als verzamelnaam toegepast.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een VPa. ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan of raamopdracht; zie ook onder punt 8.
4.
Voorwaarden ! Indien er een beschadigd object bij de vervanging is betrokken waarbij met de daarvoor bestemde middelen het object niet meer is te openen, dient eerst te zijn/worden gehandeld volgens VWI E-60: Het opheffen van een (mogelijk) gevaarlijke situatie bij een beschadigde lichtmast of ander straatmeubilair). ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. ! Werken onder spanning in een lasgat waarbij zich een aaneengesloten wateroppervlak op de bodem heeft gevormd is niet toegestaan. ! Uitvoering vindt plaats volgens het voor deze activiteit geldende montagevoorschrift. ! Bij het monteren van de verbindingsmof dient te worden gehandeld conform VWI E-40. ! De te (de)monteren verbinding dient stroomloos te zijn; d.m.v. het treffen van veiligheidsmaatregelen dient geborgd te worden dat dit tijdens de montage zo blijft (de aansluiting is uitgeschakeld en geblokkeerd). ! Invloeden van buitenaf (bijv. omstanders) kunnen de werkzaamheden niet beïnvloeden. ! Als de armering of de loodmantel of het (aard)scherm onder spanning staat moeten de werkzaamheden worden onderbroken en dient er contact te worden opgenomen met de WV. ! Er dient te worden gezorgd voor voldoende afstand tot onder spanning staande delen of voor voldoende isolatie van die delen. ! Er mag niet in het object worden gemonteerd of gedemonteerd als de aansluitkabel met het net verbonden is (tenzij het object volledig is veilig gesteld, zie onder 8). ! Indien een object niet conform deze veiligheidswerkinstructie wordt vervangen dient het betreffende object te worden veilig gesteld conform VWI E-03; zie hiervoor onder artikel 8 “Opmerkingen”.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het vervangen van een lichtmast of ander straatmeubilair
6.
Documentnr. : E-61 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen o Helm met gelaatscherm of soortgelijk o E-isolerende handschoenen ! Veiligheidsmiddelen o Afzettingen o Spanningtester/voltmeter o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
7. 7.1.
Werkwijze Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2.
Uitvoering
7.2.1 Uitvoering van de activiteiten: demontage en verwijderen ! Neem de nodige veiligheidsmaatregelen. ! Schakel de aansluiting uit en blokkeer deze. ! Stel vast dat de armering en/of de loodmantel en/of het (aard)scherm spanningsloos is. ! Werk verder volgens montagevoorschrift. ! Controleer met de dubbelpolige spanningstester (d.m.v. door de isolatie heen te prikken) of de veronderstelde nul-ader inderdaad ook de nul-ader is (indien relevant). ! Stel, direct voor het knippen, met een ampèretang vast dat de te knippen ader stroomloos is (zie voorwaarde); indien dit niet het geval is dient contact te worden opgenomen met de WV om de kabel spanningsloos te maken. ! Knip de aders stuk voor stuk getrapt af, met als laatste de nul, controleer op spanning en voorzie de aders direct van isolatiedoppen. ! Demonteer het aardscherm en isoleer deze. ! Bundel het geheel samen en fixeer dit tot een geïsoleerd en afgeschermd kabeleind. ! Verwijder het restant van de aansluitkabel uit het object en verwijder het beschadigde object. 7.2.2. Uitvoering van de activiteiten: plaatsen en montage ! Neem of handhaaf de nodige veiligheidsmaatregelen. ! Plaats het nieuwe object. ! Breng een stuk aansluitkabel aan in het object (minimaal ca. 3-4 meter) en monteer deze in het aansluitkastje ervan. ! Verwijder de zekeringen en breng een blokkering aan.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het vervangen van een lichtmast of ander straatmeubilair
Documentnr. : E-61 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
! Verbind het andere eind van dit stuk aansluitkabel met het kabeleind van de bestaande aansluitkabel; doe dit conform VWI E-40: o Stel vast dat de armering en/of de loodmantel en/of het (aard)scherm spanningsloos is. o Werk verder volgens montagevoorschrift; controleer met de dubbelpolige spanningstester of de veronderstelde nul-ader ook inderdaad de nul-ader is (indien relevant). o Verbind d.m.v. litze de eventuele loodmantel door. ! Plaats de zekering(en). ! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op. Opmerking:Gebruik bij het doordraaien de helm met gelaatscherm en E isolerende handschoenen. 7.3.
Beëindiging ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes en veilig achter.
8.
Opmerkingen ! In deze VWI wordt geen verschil gemaakt tussen het vervangen van een object dat is aangesloten op de hoofdaders of een object dat is aangesloten op de hulpaders. De wijze van vervanging is gelijkgetrokken omdat: o hoofdaders normaliter onder spanning staan; o hulpaders onbeheerst onder spanning kunnen komen; ook zijn er aansluitkabels waar één of meer hulpaders constant onder spanning staan; o het object vaak van metaal (OV-mast) is. De in deze VWI beschreven werkwijze gaat er zekerheidshalve van uit dat de aders altijd onder spanning staan. ! Tenzij het object volledig wordt veilig gesteld is het om bovengenoemde redenen niet toegestaan: o een nog met het net verbonden aansluitkabel uit een metalen object te verwijderen, cq. in een metalen object in te voeren en/of aan te brengen; o een object op een andere wijze te vervangen. ! Indien een object niet conform deze VWI wordt vervangen dient het object volledig te worden veilig gesteld conform VWI E-03; opdrachtverstrekking dan via werkplan.
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS ! Montagevoorschriften
10.
Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Montage van een aansluiting, inclusief de aftakmof
1.
Documentnr. : E-62 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel Het veilig monteren van een aansluiting ! 3x80A, inclusief de aftakmof op een onder spanning staande kabel, met uitzondering van een aftakking ten behoeve van de openbare verlichting of vergelijkbaar straatmeubilair (zie daarvoor VWI E-44).
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een VPa. ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan of raamopdracht.
4.
Voorwaarden ! De betrokken netkabels hebben een doorsnede ! 150 mm2; de betrokken aansluitkabels hebben een doorsnede ! 16 mm2 Cu of ! 50 mm2 Al. ! Er wordt gemonteerd met behulp van een ringklem en geïsoleerde hulpdraadklemmen. ! De werkplekken zijn voldoende ruim, droog en verlicht. ! Werken onder spanning in een lasgat waarbij zich een aaneengesloten wateroppervlak op de bodem heeft gevormd is niet toegestaan. ! Uitvoering vindt plaats volgens de voor deze activiteit geldende montagevoorschriften. ! De netsituatie is aan de hand van tekeningen, schakelschema’s en/of opschriften vastgesteld en er zijn tekeningen op de werkplek. ! Invloeden van buitenaf (bijv. omstanders) kunnen de werkzaamheden niet beïnvloeden. ! De kabel waarop de aftakkabel gemonteerd moet worden is geselecteerd conform VWI E-11. ! Als de armering of de loodmantel of het (aard)scherm onder spanning staat moeten de werkzaamheden worden onderbroken en dient er contact te worden opgenomen met de WV. ! Er dient te worden gezorgd voor voldoende afstand tot onder spanning staande delen of voor voldoende isolatie van die delen. ! De te verbinden aftakkabel dient spanningsloos en niet gestoord te zijn. ! De te monteren verbinding dient tijdens de montage stroomloos te zijn; d.m.v. het treffen van veiligheidsmaatregelen dient geborgd te worden dat dit tijdens de montage zo blijft.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen, werktent.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen o Helm met gelaatscherm of soortgelijk o E-isolerende handschoenen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Montage van een aansluiting, inclusief de aftakmof
Documentnr. : E-62 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
! Veiligheidsmiddelen o Afzettingen o Spanningtester/voltmeter o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
7.
Werkwijze
7.1
Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2
Uitvoering ! Werk volgens de montagevoorschriften. ! Monteer eerst de aansluitkast en meterbord van de aansluiting volgens montage voorschrift. ! Monteer de aansluitkabel in de aansluitkast en sluit de kast af. ! Indien er automaten zijn gemonteerd, blokkeer deze dan in de uitstand. ! Indien er patroonhouders zijn gemonteerd, laat de smeltpatronen achterwege (of verwijder deze zo nodig) en plaats dummies. De onderstaande werkzaamheden bij/aan de aftakmof kunnen tegelijkertijd plaatsvinden met de montage van de aansluitkabel in de aansluitkast; echter, zodra er met de werkzaamheden met de ringklem wordt begonnen dienen de werkzaamheden in de aansluitkast volledig gereed te zijn en de kast te zijn afgesloten. Daarbij dienen de automaten te zijn geblokkeerd of de smeltpatronen te zijn verwijderd en dummies te zijn aangebracht. ! Test de te monteren aftakkabel op kortsluiting; controleer daarbij ook de nul-aarde verbinding. ! Stel vast dat de armering en/of de loodmantel en/of het (aard)scherm van de hoofdkabel spanningsloos is. ! Verbind, indien relevant, aan beide zijden de loodmantel met een aardlitze. ! Controleer daarbij met de dubbelpolige spanningstester (d.m.v. door de isolatie heen te prikken) of de veronderstelde nul-ader inderdaad ook de nul-ader is. ! Controleer vóór het doordraaien van de ringklem of de werkzaamheden in de aansluitkast volledig gereed zijn en de kast is afgesloten. ! Gebruik bij het doordraaien van de klem een helm met gelaatscherm. ! Zorg ervoor dat er tijdens montage geen blanke aderdelen uit de klem uitsteken. ! Monteer, indien relevant, de hulpaders/hulpklemmen ader voor ader om sluiting te voorkomen. ! Controleer bij de aansluiting in het perceel op correcte montage.
7.3
Beëindiging ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op, handhaaf daarbij de blokkering van de automaten resp. plaats geen smeltpatronen. ! Laat de werkplek netjes achter.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Montage van een aansluiting, inclusief de aftakmof
8.
Documentnr. : E-62 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
Opmerkingen Geen
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS ! Montagevoorschriften
10.
Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het aanbrengen en verwijderen van een provisorische aansluiting vanuit een huisaansluiting
1.
Documentnr. : E-63 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel Het veilig aanbrengen of verwijderen van een provisorische verbinding tussen twee huisaansluitkasten. De verbinding wordt of is gebruikt om bij spanningsuitval t.g.v. een storing een installatie vanuit een andere huisaansluitkast weer onder spanning te zetten.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een VPs. ! Opdrachtverstrekking door een WV, via werkplan (mondelinge opdracht).
4.
Voorwaarden De te maken provisorische aansluiting is slechts een beperkt aantal dagen in bedrijf. De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. De provisorische leiding dient in goede staat te zijn. Het betreft niet meer dan één gestoorde aansluiting. Er wordt spanningsloos en stroomloos gewerkt. De provisorische leiding dient (mede afhankelijk van de lengte) de juiste doorsnede te hebben; te lange en/of te dunne leidingen kunnen tot levensgevaarlijke situaties leiden. ! De provisorische leiding dient voldoende aders te hebben (inclusief nul en aarding). ! Alleen de (voor de betreffende situatie) door het bedrijf beschikbaar gestelde leidingen mogen worden gebruikt. ! Indien, na het uitvoeren van de activiteiten, het deksel van een aansluitkast niet meer te monteren is, moeten er deugdelijke afschermingvoorzieningen getroffen worden waardoor spanningsvoerende delen voor leken ontoegankelijk zijn. ! ! ! ! ! !
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningvoerende delen, aard- of kortsluiting Maatregel PBM’s, afschermingen. Risico: aanwezigheid van bewoners en/of huisdieren in de directe omgeving van de werkplek Maatregel: afbakenen van de werkplek.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen o Geïsoleerde patroontrekker, zo nodig o Schakelhandschoen, zo nodig o E-isolerende handschoenen ! Veiligheidsmiddelen o Spanningtester/voltmeter o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het aanbrengen en verwijderen van een provisorische aansluiting vanuit een huisaansluiting 7. 7.1.
Documentnr. : E-63 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Werkwijze Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2.
Uitvoering
7.2.1. Het aanbrengen van een provisorische aansluiting Gestoorde aansluiting ! Schakel bij de gestoorde aansluiting in overleg met de klant de hoofdschakelaar, de aardlekschakelaar of groepenschakelaars af. ! Verwijder de hoofdzekeringen of schakel de automaten uit. ! Stel spanningsloosheid vast. ! Plaats dummies of blokkeer de automa(a)t(en). ! Demonteer de nul en het aardscherm en isoleer deze direct af (volledige scheiding tussen de gestoorde aansluitkabel en de aansluiting). NB: de demontage van de nul en het aardscherm mag alleen als de binnenkomende aansluitkabel spanningloos is (afgeschakeld of onderbroken/geknipt). In dezelfde spanningloze situatie vindt het aansluiten van de provisorische leiding plaats. ! Breng de provisorische leiding aan (inclusief trekontlasting), en bevestig die zodanig dat deze geen gevaar vormt voor personen. ! Sluit de fase(n), nul en aarde van de provisorische leiding aan; de fase(n) op de afgaande zijde, dus boven de zekering(en) of automa(a)t(en). ! Laat een veilige situatie achter (in verband met het later spanningvoerend maken). Niet-gestoorde aansluiting ! Schakel bij de niet-gestoorde aansluiting in overleg met de klant de hoofdschakelaar, de aardlekschakelaar of groepenschakelaars af. ! Verwijder de hoofdzekeringen of schakel de automaten uit. ! Stel spanningsloosheid vast. ! Scherm alle blanke spanningvoerende delen af. ! Breng de provisorische leiding aan (inclusief trekontlasting), en bevestig die zodanig dat deze geen gevaar vormt voor personen. ! Sluit de fase(n), nul en aarde van de provisorische leiding aan; de fase(n) op de afgaande zijde dus boven de zekering(en) of automa(a)t(en). ! Verwijder de aangebrachte afschermingen. ! Plaats de hoofdzekering(en) of schakel de automa(a)t(en) in; stel de aanwezigheid van spanning vast. Vervolg ! Stel de aanwezigheid van spanning vast bij de gestoorde aansluiting; controleer, indien van toepassing, het draaiveld. ! Schakel, in overleg met de klanten, de hoofdschakelaar, de aardlekschakelaar of groepenschakelaars van beide aansluitingen weer in. ! Zorg er voor dat beide aansluitkasten veilig worden achtergelaten, zo nodig door middel van degelijke afschermingvoorzieningen (spanningsvoerende delen dienen voor leken ontoegankelijk te zijn). ! Neem maatregelen of maak afspraken om overbelasting te voorkomen. Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het aanbrengen en verwijderen van een provisorische aansluiting vanuit een huisaansluiting
Documentnr. : E-63 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
! Meld de werkzaamheden gereed ten behoeve van de vervolg-activiteiten. 7.2.2. Het verwijderen van een provisorische aansluiting ! Controleer het draaiveld, indien van toepassing, in de gestoorde aansluiting. ! Schakel bij de beide aansluitingen (zowel de gestoorde aansluiting als de niet-gestoorde aansluiting) de hoofdschakelaar, de aardlekschakelaar of groepenschakelaars af. Niet-gestoorde aansluiting ! Verwijder de hoofdzekering(en) of schakel de automa(a)t(en) uit. ! Stel spanningsloosheid vast. ! Scherm alle blanke spanningvoerende delen af. ! Demonteer de provisorische leiding. ! Verwijder de aangebrachte afschermingen. ! Plaats de hoofdzekering(en) of schakel de automa(a)t(en) in. ! Schakel in overleg met de klant de hoofdschakelaar, de aardlekschakelaar of de groepenschakelaars weer in; stel de aanwezigheid van spanning vast. Gestoorde aansluiting ! Stel spanningsloosheid vast. NB: de montage van de nul en het aardscherm mag alleen als de binnenkomende aansluitkabel spanningloos is (afgeschakeld of onderbroken/geknipt). In dezelfde spanningloze situatie vindt het demonteren van de provisorische leiding plaats. ! Demonteer de provisorische leiding en verwijder deze. ! Hermonteer de nul en het aardscherm van de aansluitkabel. Vervolg (nadat de voorheen gestoorde aansluiting weer normaal wordt gevoed) ! Plaats de hoofdzekeringen of schakel de automaat in bij de voorheen gestoorde aansluiting. ! Controleer, indien van toepassing, het draaiveld. ! Schakel, in overleg met de klant, de hoofdschakelaar, de aardlekschakelaar of de groepenschakelaars van de voorheen gestoorde aansluiting weer in. 7.3.
Beëindiging ! ! ! !
8.
Informeer het meldpunt over de situatie. Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op via gereedmelding van het werkplan bij de WV. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
Opmerkingen Deze VWI is van toepassing bij het provisorisch overnemen van een belasting van één of van drie fasen. Bij een storing in één van de drie fasen van een drie-fasen-aansluiting kan, indien mogelijk, worden volstaan met het doorverbinden van de fasen (afgaande zijde), zie ook VWI E-67.
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS ! Montagevoorschriften
10.
Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het (de)monteren en/of invoeren van een kunststof aansluitkabel (!16 mm" Cu of ! 50 mm" Al)
1.
Documentnr. : E-64 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel Het veilig (de)monteren en/of invoeren van een onder spanning staande kunststof aansluitkabel met een aderdoorsnede !16 mm" Cu of !50 mm" Al, in een aansluitkast die volledig van kunststof is. Deze VWI geldt niet voor aansluitkabels met een doorsnede > 50 mm" AL of > 16 mm" Cu; deze dienen altijd spanningsloos te worden ge(de)monteerd en/of ingevoerd.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal VPa of VPs. ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan of raamopdracht.
4.
Voorwaarden ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. ! Aansluitkabels van het type RAVO-G dienen altijd spanningsloos te worden ge(de)monteerd en/of ingevoerd. ! De aansluitkast dient volledig van kunststof te zijn; dit betekent dat het onder spanning (de)monteren en/of invoeren niet is toegestaan bij: o kasten die zijn aangebracht in een metalen behuizing; o kasten met een metalen grondplaat of rail; o metalen kasten. ! Bij een aansluitkast die niet volledig van kunststof is zal de werkplek moeten worden veiliggesteld (kabel spanningloos maken en aarden); demontage kan ook spanningloos plaatsvinden indien de onder spanning staande kabel buiten (minimaal één meter buiten de kast of overige metalen delen) is geknipt conform veiligheidswerkinstructie E-41. ! Uitvoering vindt plaats volgens het voor deze activiteit geldende montagevoorschrift. ! Indien een onder spanning staande aansluitkabel na demontage moet worden ingevoerd dient het kabeleind te worden afgewerkt als beschreven onder punt 7.2.1. ! Bij het invoeren van een aansluitkabel dient een droge, ononderbroken mantelbuis (getrokken bocht) aanwezig te zijn; indien dit niet het geval is, dient de invoering spanningloos te worden uitgevoerd. ! Het invoeren van een aansluitkabel mag niet belemmerd worden door andere kabels en leidingen.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen en veiligheidsgereedschap. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen o E-isolerende handschoenen o Geïsoleerde patroontrekker, zo nodig o Schakelhandschoen, zo nodig
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het (de)monteren en/of invoeren van een kunststof aansluitkabel (!16 mm" Cu of ! 50 mm" Al)
Documentnr. : E-64 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
! Veiligheidsmiddelen o Afzettingen, zo nodig o Spanningtester/voltmeter o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
7.
Werkwijze
7.1
Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2
Uitvoering
7.2.1. Demontage van de aansluitkabel ! Schakel de belasting af in overleg met de klant. ! Stel het draaiveld vast. ! Verwijder de hoofdzekering(en) of schakel de installatieautomaat(en) uit. ! Scherm onvoldoende geïsoleerde spanningvoerende delen af. ! Demonteer de aansluiting ader voor ader (knippen met lengteverschil), met als laatste de nul, en voorzie de aders direct van isolatiedoppen. ! Demonteer het aardscherm en isoleer deze. ! Bundel het geheel samen en fixeer dit tot een geïsoleerd en afgeschermd kabeleind. 7.2.2. Invoering van de aansluitkabel ! Controleer de invoerbuis. ! Controleer of er sprake is van een geïsoleerd en afgeschermd kabeleind. ! Zorg voor voldoende ruimte om de kabel in te kunnen voeren. ! Voer de geïsoleerde kabel in door de mantelbuis. ! Zet de kabel in de aansluitkast vast. 7.2.3. Montage van de aansluitkabel ! Monteer eerst het aardscherm, dan de nul en breng afschermingen aan. ! Monteer de aansluiting ader voor ader. ! Verwijder de aangebrachte afschermingen. ! Plaats de hoofdzekering(en) of schakel de installatieautomaat(en) in. ! Controleer het draaiveld. ! Schakel zo nodig de belasting in, eventueel na overleg met de klant. 7.3.
Beëindiging ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes en veilig achter.
8.
Opmerkingen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het (de)monteren en/of invoeren van een kunststof aansluitkabel (!16 mm" Cu of ! 50 mm" Al)
9.
Documentnr. : E-64 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
Referenties ! BEI-LS; ! BEI-BS; ! Montagevoorschriften.
10.
Bijlagen Geen.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het verplaatsen van een kunststof aansluitkast
1.
Documentnr. : E-65 Datum : 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel Het op veilige wijze verplaatsen van een onder spanning staande aansluitkast die volledig uit kunststof bestaat.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een VPa of VPs. ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan.
4.
Voorwaarden ! De aansluitkast is volledig van kunststof, d.w.z. dat het onder spanning verplaatsen niet is toegestaan bij: o kasten die zijn aangebracht in een metalen behuizing; o kasten met een metalen grondplaat of rail; o metalen kasten. ! De aansluitkabel verkeert in goede staat. ! Het onder spanning verplaatsen is alleen toegestaan bij: o kunststof kabel, behalve wanneer het een RAVO-G betreft; o GPLK-kabel, maar alleen bij verplaatsing over een beperkte afstand (ca. 0,5 m). ! De doorsnede van de aansluitkabel is maximaal 16 mm2 Cu of 50 mm2 Al. ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beinvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, aanwezigheid van bewoners in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: werkonderbreking, afbakenen van de werkplek.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen o E-isolerende handschoenen o Geïsoleerde patroontrekker, zo nodig o Schakelhandschoen, zo nodig ! Veiligheidsmiddelen o Spanningtester/voltmeter o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het verplaatsen van een kunststof aansluitkast
7. 7.1.
Documentnr. : E-65 Datum : 15-5-2011 Blad : 2 van 2
Werkwijze Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2.
Uitvoering ! Schakel, na overleg met de klant, de hoofdschakelaar, aardlekschakelaar of groepenschakelaars uit. ! Stel het draaiveld vast (indien van toepassing). ! Verwijder de hoofdzekering(en) in de aansluitkast, of schakel de automa(a)t(en) uit. ! Stel aan de afgaande zijde spanningsloosheid vast. ! Maak de bedrading naar de kWh-meter los. ! (Ver)plaats het meterbord en de kWh-meter. ! Verplaats de gesloten aansluitkast voorzichtig; zorg er voor dat er geen tordering (bij GPLK-kabel), respectievelijk minimale tordering (bij kunststofkabel), van de kabel optreedt; voorkom dat er krachten op en/of nabij de eindsluiting ontstaan. ! Monteer de bedrading naar de kWh-meter. ! Indien de installatie gereed is: plaats de hoofdzekering(en) of schakel de automa(a)t(en) in. ! Controleer het draaiveld (indien van toepassing). ! Schakel de hoofdschakelaar, aardlekschakelaars of groepenschakelaars in na overleg met de klant.
7.3.
Beëindiging ! ! ! !
8.
Breng de nodige verzegelingen aan. Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op via gereedmelding van het werkplan bij de WV. Laat de werkplek netjes achter.
Opmerkingen Geen
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS ! Montagevoorschriften
10.
Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het onder spanning verwisselen of (bij) plaatsen van een zekeringhouder of installatieautomaat in een kunststof aansluitkast
1.
Documentnr. : E-66 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel Het veilig onder spanning verwisselen of (bij)plaatsen van een zekeringhouder of installatieautomaat en/of uitbreiden van 1 naar 3 fasen in een volledig kunststof aansluitkast t/m 80A.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een VPs. ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan of raamopdracht.
4.
Voorwaarden ! Deze veiligheidswerkinstructie is alleen van toepassing bij aansluitkabels met een aderdoorsnede van !16 mm" Cu of !50 mm" Al. ! Indien een kast niet volledig uit kunststof bestaat mag deze activiteit niet volgens deze VWI onder spanning worden uitgevoerd en zal de werkplek spanningsloos moeten worden gemaakt. ! Onder een kast die niet volledig uit kunststof bestaat, wordt verstaan: o een kast die is aangebracht in een metalen behuizing; o een kast met een metalen grondplaat of rail; o een metalen kast. ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. ! Uitvoering vindt plaats volgens het voor deze activiteit geldende montagevoorschrift. ! Er dient stroomloos te worden gewerkt; de belasting wordt in overleg met de klant afgeschakeld. ! Er dient slechts aan één spanningsvoerend deel tegelijk te worden gewerkt. ! Blanke spanningvoerende delen moeten worden voorzien van afschermingen.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: De aanwezigheid van bewoners (en/of huisdieren) in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: het afbakenen van de werkplek.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Helm met gelaatscherm of soortgelijk o E-isolerende handschoenen o Geïsoleerde patroontrekker, zo nodig o Schakelhandschoen, zo nodig
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het onder spanning verwisselen of (bij) plaatsen van een zekeringhouder of installatieautomaat in een kunststof aansluitkast
Documentnr. : E-66 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
! Veiligheidsmiddelen o E-isolerende afschermingen o Spanningtester o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
7.
Werkwijze
7.1.
Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2.
Uitvoering ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
7.3.
Stel het draaiveld vast, indien van toepassing. Schakel de belasting af in overleg met de klant. Verwijder de hoofdzekering(en) of schakel de installatieautoma(a)t(en) uit. Stel aan de afgaande zijde spanningsloosheid vast. Scherm alle naastliggende blanke en spanningvoerende delen af. Verwijder de aders uit de hoofdzekeringhouder(s) of installatieautoma(a)t(en); isoleer daarbij elke spanningvoerende ader direct na de demontage. Verwissel of plaats de zekeringhouder(s) of installatieautoma(a)t(en). Monteer de aders, fase voor fase. Verwijder de aangebrachte afscherming. Plaats de hoofdzekering(en) of schakel de installatieautoma(a)t(en) in. Controleer het draaiveld, indien van toepassing. Schakel de belasting in, na overleg met de klant.
Beëindiging ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes achter.
8.
Opmerkingen Geen
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS ! Montagevoorschriften
10.
Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het onder spanning verwisselen of (bij) plaatsen van een zekeringhouder of installatieautomaat in een kunststof aansluitkast
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Documentnr. : E-66 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het verhelpen van storingen in aansluitkasten ! 3x80 A
1.
Documentnr. : E-67 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 5
Doel Het veilig verhelpen van storingen in aansluitkasten ! 3x80 A.
2.
Toepassingsgebied In LS aansluitingen, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking Het vervangen van defecte zekering(en), het vervangen van intacte passchroeven en het visueel controleren van de verbindingen in aansluitkasten: ! Uitvoering door minimaal VOPm. ! Opdrachtverstrekking door WV, via een werkplan of raamopdracht. Alle andere storingen: ! Uitvoering door minimaal een VPs. ! Opdrachtverstrekking door een WV via een werkplan of raamopdracht.
4.
Voorwaarden ! De ruimte dient voldoende droog en verlicht te zijn. ! Het vervangen van defecte zekering(en) en het vervangen van intacte passchroeven mag in alle aansluitkasten onder spanning worden uitgevoerd. ! In kasten die volledig van kunststof zijn mogen de verdere, in deze werkinstructie genoemde, werkzaamheden onder spanning worden uitgevoerd; die werkzaamheden zijn echter niet onder spanning toegestaan bij: o kunststofkasten die zijn aangebracht in een metalen behuizing; o kunststofkasten met een metalen grondplaat of rail; o metalen kasten. In deze gevallen moet de werkplek spanningloos worden gemaakt; dit is niet van toepassing bij het verwisselen van zekeringen of intacte passchroeven. ! Er dient stroomloos te worden gewerkt; de belasting wordt in overleg met de klant afgeschakeld. ! Uitvoering vindt plaats volgens het voor deze activiteit geldende montagevoorschrift. ! Bedieningwerkzaamheden mogen in alle kasten onder spanning worden uitgevoerd.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Aanwezigheid van bewoners en/of huisdieren in de directe omgeving van de werkplek. Maatregel: afbakenen van de werkplek
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Helm met gelaatscherm of soortgelijk, zo nodig o E-isolerende handschoenen o Geïsoleerde patroontrekker, zo nodig o Schakelhandschoen, zo nodig
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het verhelpen van storingen in aansluitkasten ! 3x80 A
Documentnr. : E-67 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 5
! Veiligheidsmiddelen o E-isolerende afschermingen, zo nodig o Spanningtester o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
7. 7.1
Werkwijze Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2
Uitvoering
7.2.1 Visuele controle en het vervangen van defecte zekering(en) ! Schakel de hoofdschakelaar, aardlekschakelaar of groepenschakelaars uit na overleg met de klant (bij 3-fasen-aansluitingen mede in verband met het voorkomen van mogelijke terugvoeding via de installatie naar de gestoorde fase). ! Controleer visueel op afwijkende zaken. ! Controleer de hoofdzekering(en) / automa(a)t(en). ! Controleer de afwezigheid van spanning boven de hoofdzekering(en)/automa(a)t(en), dus aan de afgaande zijde (meterzijde). ! Controleer aanwezigheid van spanning op alle drie de fasen van de binnenkomende aansluitkabel (onder de hoofdzekering/automaat, voedende zijde). ! Indien er: o bij de visuele controle afwijkingen geconstateerd worden, of o geen spanning aanwezig is op één of meer fasen van de binnenkomende aansluitkabel, of o schade is aan de aansluiting zelf, de automaat, de zekeringhouder of de bedrading, dienen, bij uitvoering door een VOPm, de werkzaamheden te worden gestaakt en de bevindingen aan de WV of het meldpunt te worden gemeld. Bij uitvoering door een VPs: zie verder onder 7.2.2., 7.2.3. en 7.2.4.. ! Indien er: o geen afwijkende zaken geconstateerd worden, en o wel spanning aanwezig is op alle fasen van de binnenkomende aansluitkabel, en o geen schade is aan de aansluiting zelf, de automaat, de zekeringhouder of de bedrading, dienen onderstaande acties te worden genomen: o Zorg ervoor dat de oorzaak van de overbelasting of kortsluiting wordt weggenomen. o Vervang zo nodig de schroefkop en/of passchroef. o Vervang de defecte hoofdzekering(en) of schakel de automa(a)t(en) in. Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het verhelpen van storingen in aansluitkasten ! 3x80 A
o
o
Documentnr. : E-67 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 5
Controleer de aanwezigheid van spanning boven de hoofdzekering(en)/automa(a)t(en), aan de afgaande zijde. Indien geen spanning aanwezig: meld de bevindingen aan het meldpunt of de WV. Schakel de hoofdschakelaar aardlekschakelaars of groepenschakelaars in na overleg met de klant.
7.2.2. Het tijdelijk overzetten van de installatie op een niet-gestoorde fase. 7.2.2.1. Bij een één-fase aansluiting, indien er geen spanning aanwezig is op die fase (waardoor de installatie wordt gevoed) van de binnenkomende aansluitkabel: o o o o o
o o o o
Schakel de hoofdschakelaar, aardlekschakelaar of groepenschakelaars uit na overleg met de klant. Verwijder de hoofdzekering in de aansluitkast of schakel de automaat uit. Stel boven de hoofdzekering / automaat aan de afgaande zijde (meterzijde) de spanningsloosheid vast. Scherm alle naastliggende blanke spanningvoerende delen waar niet aan gewerkt wordt af. Zet boven de hoofdzekering / automaat de verbinding naar de meter als tijdelijke oplossing over op een andere fase; markeer de fase van de oorspronkelijke voeding. Verwijder de aangebrachte afschermingen. Plaats de hoofdzekering of schakel de automaat in. Schakel de hoofdschakelaar aardlekschakelaars of groepenschakelaars in na overleg met de klant. Koppel de genomen maatregelen terug naar de WV ten behoeve van de benodigde vervolgacties.
7.2.2.2. Bij een drie-fasen aansluiting, indien er geen spanning aanwezig is op één of meer fasen van de binnenkomende aansluitkabel: o Stel vast of er 3-fasen apparatuur op de installatie is aangesloten. o Maak afspraken met de klant over onderstaande maatregelen of koppel terug naar de WV voor reparatie van de netstoring (zie 7.2.4.). o Laat de klant alle 3-fasen-apparatuur uitschakelen of van de installatie scheiden. o Schakel de hoofdschakelaar, aardlekschakelaar of groepenschakelaars uit na overleg met de klant. o Verwijder de hoofdzekeringen of schakel de automaten uit. o Stel boven de hoofdzekeringen / automaten aan de afgaande zijde (meterzijde) de spanningsloosheid vast. o Scherm alle naastliggende blanke spanningvoerende delen waar niet aan gewerkt wordt af. o Zet boven de betreffende hoofdzekering / automaat de verbinding naar de meter als tijdelijke oplossing over op een andere fase; markeer die fase. NB: overzetten, dus niet overbruggen ! o Verwijder de aangebrachte afschermingen. o Plaats de hoofdzekeringen of schakel de automaten in. o Schakel de hoofdschakelaar aardlekschakelaars of groepenschakelaars in na overleg met de klant. o Koppel de genomen maatregelen terug naar de WV ten behoeve van de benodigde vervolgacties. Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het verhelpen van storingen in aansluitkasten ! 3x80 A
Documentnr. : E-67 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 4 van 5
7.2.3 Controle en/of reparatie bij onrustig licht ! Schakel de hoofdschakelaar, aardlekschakelaar of groepenschakelaars uit na overleg met de klant. ! Controleer visueel op afwijkende zaken. ! Doe een spanningsmeting, zowel met in- als uitgeschakelde belasting; indien afwijkende zaken geconstateerd worden: o Verwijder de hoofdzekering(en) in de aansluitkast of schakel de automa(a)t(en) uit. o Stel boven de hoofdzekering(en)/automa(a)t(en) aan de afgaande zijde de spanningsloosheid vast. o Controleer of de passchroeven goed contact maken. o Draai de verbindingen van de kWh meter na. o Draai de verbindingen in de huisaansluitkast na. o Plaats de hoofdzekering(en) of schakel de automa(a)t(en) in. o Meet de spanning met een voltmeter. o Schakel na overleg met de klant de hoofdschakelaar, aardlekschakelaars of groepenschakelaars in. o Meet nogmaals de spanning met een voltmeter, zowel met in- als uitgeschakelde belasting. o Neem contact op met de WV indien niet het gewenste resultaat wordt bereikt. 7.2.4. Overige reparaties ! Stel de aard van de storing vast. ! In geval van een netstoring: koppel terug naar de WV ten behoeve van de benodigde vervolgacties. ! In geval van een storing in de kast: voer de onderstaande activiteiten uit: o Schakel de hoofdschakelaar, aardlekschakelaar of groepenschakelaars uit na overleg met de klant. o Verwijder de hoofdzekering(en) of schakel de automa(a)t(en) uit. o Scherm de onder spanning staande blanke delen af. o Voer de noodzakelijke reparatiehandelingen uit volgens de daarvoor van toepassing zijnde veiligheidswerkinstructies E-66, E-68 en/of E-69, of volgens werkplan. o Verwijder de aangebrachte afschermingen. o Plaats de hoofdzekering(en) of schakel de automa(a)t(en) in. o Controleer het draaiveld indien van toepassing. o Schakel de hoofdschakelaar, aardlekschakelaar of groepenschakelaars in na overleg met de klant. 7.3.
Beëindiging ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes achter.
8.
Opmerkingen Deze VWI geldt niet voor stijgleidingkasten, flatkasten, verdeel- of sectie-kasten, koppelkasten, e.d.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Titel:
Het verhelpen van storingen in aansluitkasten ! 3x80 A
9.
Documentnr. : E-67 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 5 van 5
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS ! Montagevoorschriften
10.
Bijlagen ! Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het vervangen van bedrading in een aansluiting ! 3x80A
1.
Documentnr. : E-68 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel Het veilig aanbrengen of vervangen van bedrading in aansluitingen ! 3x80A.
2.
Toepassingsgebied In LS-aansluitingen, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! !
4.
Voorwaarden ! ! !
5.
Uitvoering door minimaal een VOPm; indien de tariefdraad geknipt dient te worden in een (deels) metalen aansluitkast: uitvoering door minimaal een VPs. Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan of raamopdracht.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. Er wordt spanningsloos en stroomloos gewerkt. Uitvoering vindt plaats volgens het voor deze activiteit geldende montagevoorschrift en/of bedieningshandleiding.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- en kortsluiting. Maatregelen: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van of door de omgeving, bijv. de aanwezigheid van bewoners en huisdieren, e.d.. Maatregel: werkonderbreking, afzettingen.
6.
Middelen !
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) - Vlamvertragende veiligheidskleding - Veiligheidsschoeisel - Helm, zo nodig - E-isolerende handschoenen - Geïsoleerde patroontrekker, zo nodig - Schakelhandschoen, zo nodig
!
Veiligheidsmiddelen - E-isolerende afschermingen - Spanningtester - Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig - Veiligheidshandgereedschap
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het vervangen van bedrading in een aansluiting ! 3x80A
7.
Werkwijze
7.1
Voorbereiding
Documentnr. : E-68 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 2
! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan.
! Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de ! 7.2
werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Dit geldt ook indien er fraude wordt geconstateerd. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
7.3
Beëindiging ! ! !
!
8.
Schakel de hoofdschakelaar, aardlekschakelaar of groepenschakelaars uit na overleg met de klant. Stel het draaiveld vast (indien van toepassing). Verwijder hoofdzekering(en) of schakel de automa(a)t(en) uit en verwijder (indien van toepassing) de tariefzekering. Stel de spanningsloosheid vast. Scherm alle blanke spanningvoerende delen in de aansluitkast af. Isoleer, indien aanwezig, direct na demontage de stuur/tariefdraad. Vervang de aansluitdraden (aanbrengen vanaf de afsluitkast). Verwijder de aangebrachte afschermingen. Plaats de hoofdzekering(en) of schakel automa(a)t(en) in. Controleer het draaiveld (indien van toepassing). Schakel de hoofdschakelaar aardlekschakelaars of groepenschakelaars in na overleg met de klant.
Breng de nodige verzegelingen aan. Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV; o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken; Laat de werkplek veilig en netjes achter.
Opmerkingen Geen
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS
10.
Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het plaatsen of verwisselen van een direct aangesloten kWh-meter, TF ontvanger of relais bij aansluitingen ! 3x80A
1.
Documentnr. : E-69 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel Het veilig plaatsen of verwisselen van een kWh-meter, TF ontvanger of relais bij aansluitingen ! 3x80A. Voor dezelfde activiteit met een directe kWh- meter, TF ontvanger of relais op of nabij een LS rek: zie VWI E-25.
2.
Toepassingsgebied In LS-aansluitingen, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een VOPm; indien de tariefdraad geknipt dient te worden in een (deels) metalen aansluitkast: uitvoering door minimaal een VPs. ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan of raamopdracht.
4.
Voorwaarden ! ! !
5.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. Er wordt spanningsloos en stroomloos gewerkt. Uitvoering vindt plaats volgens het voor deze activiteit geldende montagevoorschrift en/of bedieningshandleiding.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- en kortsluiting. Maatregelen: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van of door de omgeving, bijv. de aanwezigheid van bewoners en huisdieren, e.d.. Maatregel: werkonderbreking, afzettingen. Risico: Bedrading met geen of slechte isolatie; verkleurde isolatie of aders. Maatregel: De werkzaamheden stoppen en contact opnemen met WV.
6.
Middelen !
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) - Vlamvertragende veiligheidskleding - Veiligheidsschoeisel - Helm, zo nodig - E-isolerende handschoenen - Geïsoleerde patroontrekker, zo nodig - Schakelhandschoen, zo nodig
!
Veiligheidsmiddelen - E-isolerende afschermingen, zo nodig - Spanningtester - Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig - Veiligheidshandgereedschap
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het plaatsen of verwisselen van een direct aangesloten kWh-meter, TF ontvanger of relais bij aansluitingen ! 3x80A
7.
Werkwijze
7.1
Voorbereiding ! ! !
! 7.2
Documentnr. : E-69 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Dit geldt ook indien er fraude wordt geconstateerd. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering
7.2.1. Plaatsen meter ! Schakel de hoofdschakelaar, aardlekschakelaar of groepenschakelaars uit na overleg met de klant. ! Controleer of de hoofdzekering(en) verwijderd is (zijn) of dat de automa(a)t(en) uitgeschakeld is (zijn). ! Stel de spanningsloosheid vast. ! Plaats de nieuwe kWh-meter conform de montagehandleiding. ! Indien van toepassing: monteer de datakabel die met de gasmeter verbonden is. ! Indien van toepassing: sluit de TF ontvanger aan conform de montage handleiding. ! Plaats de hoofdzekering(en) of schakel de automa(a)t(en) in. ! Controleer het draaiveld, indien van toepassing. ! Schakel de hoofdschakelaar, aardlekschakelaar of groepenschakelaars in na overleg met de klant. 7.2.2. Verwisselen meter ! Schakel de hoofdschakelaar, aardlekschakelaar of groepenschakelaars uit na overleg met de klant. ! Stel het draaiveld vast, indien van toepassing. ! Verwijder de hoofdzekering(en) of schakel de automa(a)t(en) uit en verwijder (indien van toepassing) de tariefzekering. ! Stel de spanningsloosheid vast. ! Isoleer, indien aanwezig, direct na demontage de stuur/tariefdraad af en borg deze onder het meterbord. ! Verwijder, indien van toepassing, de TF ontvanger conform de montage handleiding. ! Demonteer de datakabel die met de gasmeter verbonden is, indien van toepassing. ! Verwissel de kWh-meter conform de montagehandleiding; hermonteer (indien noodzakelijk) de stuur/tariefdraad. ! Indien van toepassing: vervang de bedrading conform VWI E-68 “Het vervangen van bedrading in een aansluiting ! 3x80A”. ! Indien van toepassing: monteer de datakabel die met de gasmeter verbonden is. ! Plaats de hoofdzekering(en) of schakel de automa(a)t(en) in. ! Controleer het draaiveld (indien van toepassing). ! Schakel de hoofdschakelaar, aardlekschakelaar of groepenschakelaars in na overleg met de klant. 7.2.3. Verwijderen meter ! Schakel de hoofdschakelaar, aardlekschakelaar of groepenschakelaars uit na overleg met de klant. ! Verwijder de hoofdzekering(en) of schakel de automa(a)t(en) uit en verwijder (indien van toepassing) de tariefzekering. Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het plaatsen of verwisselen van een direct aangesloten kWh-meter, TF ontvanger of relais bij aansluitingen ! 3x80A
! ! ! ! ! 7.3
Documentnr. : E-69 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
Stel de spanningsloosheid vast. Knip en isoleer direct na demontage de stuur/tariefdraad (indien aanwezig) af boven in de aansluitkast. Indien van toepassing: demonteer de datakabel die met de gasmeter verbonden is. Verwijder de kWh-meter. Zegel de automaten (indien aanwezig) af.
Beëindiging ! Breng de nodige verzegelingen aan. ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes en veilig achter.
8.
Opmerkingen !
9.
Indien er geen galvanische scheiding is tussen de primaire delen van de kWh-meter en de datakabel naar de gasmeter dient die datakabel in een beschermbuis te worden aangebracht.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS ! VWI E-68 “Het vervangen van bedrading in een aansluiting ! 3x80A”
10.
Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het (de-)monteren van een tijdelijke afsluitmof.
1.
Documentnr. Datum Blad Status
: E-70 : 15-5-2011 : 1 van 2 : versie 1.0
Doel Het veilig (de-)monteren van een tijdelijke afsluitmof op een onder spanning staande aansluitkabel inclusief het knippen van de aders.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! !
4.
Voorwaarden ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
5.
Uitvoering door minimaal een VPa. Opdrachtverstrekking door WV, via raamopdracht of werkplan.
De betrokken kabels hebben maximaal een doorsnede van 16 mm2 Cu of 50 mm2 Al. De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. Werken onder spanning in een lasgat waarbij zich een aaneengesloten wateroppervlak op de bodem heeft gevormd is niet toegestaan. Uitvoering vindt plaats volgens het voor deze activiteit geldende montagevoorschrift. De netsituatie is aan de hand van tekeningen, schakelschema’s en/of opschriften vastgesteld en er zijn tekeningen op de werkplek. Invloeden van buitenaf (bijv. omstanders) kunnen de werkzaamheden niet beïnvloeden. Op basis van de beschikbare aansluitschets dient altijd eenduidig te zijn vastgesteld dat de betrokken kabel de juiste kabel is. Als de armering, de loodmantel of het (aard)scherm onder spanning staat, moeten de werkzaamheden worden onderbroken en dient contact te worden opgenomen met de WV. Er dient te worden gezorgd voor voldoende afstand tot onder spanning staande delen of voor voldoende isolatie van die delen. De stroomsterkte moet in elk van de te onderbreken aders kleiner zijn dan 15A. Deze VWI is alleen van toepassing bij het tijdelijk afsluiten van een aansluitkabel als gevolg van calamiteiten (brand perceel, wanbetaling, e.d.). Het realiseren van een onderbreking/afsluiting d.m.v. de toepassing van een tijdelijke afsluitmof is slechts toegestaan tot een maximale afsluitduur van 2 maanden. Indien deze periode wordt overschreden dient een definitieve eindmof te worden gemonteerd.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen.
6.
Middelen en apparatuur !
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheid veiligheidskleding o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Werkhandschoenen o E-isolerende handschoenen
!
Veiligheidsmiddelen o Afzettingen o Spanningtester/voltmeter
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het (de-)monteren van een tijdelijke afsluitmof.
o o o
Werkwijze
7.1.
Voorbereiding
! ! 7.2.
7.3.
: E-70 : 15-5-2011 : 2 van 2 : versie 1.0
Ampèretang Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig Veiligheidshandgereedschap
7.
!
Documentnr. Datum Blad Status
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd, mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV.
Uitvoering !
Monteren afsluitmof. o Stel vast dat de armering en/of de loodmantel en/of het (aard)scherm van de kabel spanningsloos is. o Controleer met een dubbelpolige spanningstester (d.m.v. door de isolatie heen te prikken) of de veronderstelde nul-ader inderdaad de nul-ader is. o Stel, direct voor het knippen, met een ampèretang vast dat de stroom in de te knippen ader nihil (zie voorwaarde) is; indien niet aan alle drie bovenstaande voorwaarden wordt voldaan moet contact worden opgenomen met de WV om de kabel spanningsloos te maken. o Knip de hoofd- en hulpaders stuk voor stuk, getrapt af, controleer op spanning en isoleer deze. Knip als laatste de nul. o Breng de tijdelijke afsluitmof aan volgens het montage voorschrift.
!
Demonteren afsluitmof. o Verwijder de tijdelijke afsluitmof volgens het demontage voorschrift.
!
Definitief herstellen van de verbinding (heraansluiten). o Monteer een standaard verbindingsmof volgens VWI E-40.
Beëindiging ! !
!
Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek netjes en veilig achter.
8. Opmerkingen ! !
Het onder spanning demonteren van een kabelmof is alleen toegestaan in bovenstaande, tijdelijke situatie bij gebruik van een tijdelijke afsluitmof. Het al of niet toepassen van tijdelijke afsluitmoffen wordt door de IV van de betreffende netbeheerder bepaald.
9. Referenties ! ! !
BEI-LS BEI-BS Montagevoorschriften
10. Bijlagen Geen Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het aanbrengen en verwijderen van een tijdelijke aftakvoeding bij stations of verdeelkasten
1.
Documentnr. : E-80 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel Het veilig aanbrengen en verwijderen van een tijdelijke aftakvoeding ten behoeve van werkzaamheden voor de netbeheerder bij stations of verdeelkasten. Deze veiligheidswerkinstructie heeft betrekking op aftakkingen tot een waarde van 16A; bij grotere stroomwaarden zie Veiligheidswerkinstructie E-24.
2.
Toepassingsgebied In LS stations en verdeelkasten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een VPs. ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan of raamopdracht.
4.
Voorwaarden ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. ! Indien werkzaamheden plaatsvinden in een gecombineerd MS/LS station zijn de betrokken MS procedures en/of MS-VWI’s van toepassing. ! Onvoldoende geïsoleerde delen in de nabijheid worden afgeschermd. ! De tijdelijke aftakvoeding is voorzien van een aard- en kortsluitbeveiliging.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o E-isolerende handschoenen ! Veiligheidsmiddelen o Deurvergrendeling, zo nodig o E-isolerende afschermingen, zo nodig o Spanningtester o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
7.
Werkwijze
7.1.
Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het aanbrengen en verwijderen van een tijdelijke aftakvoeding bij stations of verdeelkasten 7.2.
Documentnr. : E-80 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 2
Uitvoering
7.2.1. Het plaatsen ! Scherm zo nodig de in nabijheid zijnde blanke delen af. ! Zorg ervoor dat de aardlekautomaat van de aftakvoeding uitgeschakeld is. ! Breng de aansluitingen op de meest geschikte plaats aan. ! Breng als eerste de aarde/nulverbinding aan, daarna de fase. ! Zorg ervoor dat deze tijdelijke aftakvoeding, én de aangesloten apparaten, én de verbindingen daartussen op een veilige manier worden aangebracht/opgesteld; bij gebruik van de aangesloten apparatuur buiten het station of bij een verdeelkast dient deze goed te worden afgesloten cq. voortdurend te worden bewaakt. ! Schakel de aardlekautomaat in. 7.2.2. Het verwijderen ! ! ! ! 7.3.
Scherm zo nodig de in nabijheid zijnde blanke delen af. Zorg ervoor dat de aardlekautomaat van de aftakvoeding uitgeschakeld is. Verwijder de aansluitingen, eerst de fase, daarna de aarde/nulverbinding. Verwijder de eventueel aangebrachte afschermingen.
Beëindiging ! Registreer de benodigde gegevens. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. ! Laat de werkplek netjes achter. ! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
8.
Opmerkingen Geen
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS
10. Bijlagen Geen.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het selecteren van een gelijkstroomkabel
1.
Documentnr. : E-81 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel Het (in aanvulling op veiligheidswerkinstructie E-11) veilig selecteren van een gelijkstroomkabel 600/750 Volt, plus of minus gelijkstroomkabel (één-aderige kabel).
2.
Toepassingsgebied In gelijkstroomnetten ten behoeve van tractie (tram, trolley), te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een AVP, samen met minimaal een VOP. ! Opdrachtverstrekking door WV: o zonder gebruik van apparatuur: via werkplan of raamopdracht; o met gebruik van apparatuur: via werkplan.
4.
Voorwaarden Deze veiligheidswerkinstructie is een uitbreiding van de veiligheidswerkinstructie E-11; de stappen in het daarbij behorende afloopschema dienen ook hier te worden doorlopen. Er dient een actueel tekeningenpakket aanwezig te zijn; als er geen tekeningenpakket aanwezig is, dient altijd kabelselectie apparatuur toegepast te worden. ! In gebieden waar meerdere netbeheerders-E actief zijn, dient naast het eigen tekeningenpakket ook een tekeningenpakket aanwezig te zijn van de andere netbeheerders-E die in dit gebied actief zijn; ! De werkplek dient voldoende ruim droog en verlicht te zijn; ! Meetapparatuur dient op een veilige wijze aangesloten te zijn; ! Indien kabelselectieapparatuur wordt toegepast mogen er geen werkzaamheden aan het betreffende netdeel door andere personen uitgevoerd worden.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: beïnvloeding van buitenaf zoals weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: afbakenen van de werkplek, afzettingen, werktent.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheidskleding o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm met gelaatscherm, zo nodig o E-isolerende handschoenen o Geïsoleerde patroontrekker, zo nodig o Schakelhandschoen, zo nodig ! Veiligheidsmiddelen o Afzettingen o E-isolerende afschermingen, zo nodig o Spanningtester o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het selecteren van een gelijkstroomkabel
7.
Documentnr. : E-81 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Werkwijze
7.1. Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit. 7.2. Uitvoering 7.2.1 Kabelselectie: op het aardscherm van de minus kabel ! Controleer of de voedende zijde is geaard. ! Scherm indien nodig de spanningvoerende ader af in het opstijgpunt. ! Breng een aarde aan op het aardscherm van de minuskabel (waarvan de andere zijde is geaard), in de aansluitkast bij het opstijgpunt van de minuskabel (pas op voor verwisseling met de aansluitkast van de pluskabel !). ! Breng in het voedende station een meetdraad aan op het aardscherm van de betreffende kabel (waarvan de andere zijde is geaard) en leg de andere meetdraad aan aarde (stationsaarde, installatie-aarde, enz.). ! Verwijder het doorverbindingsmes van het aardscherm van de kabel. ! Selecteer de betreffende kabel volgens de handleiding van het selectieapparaat; zie hierbij ook de opmerking onderaan deze veiligheidswerkinstructie. ! Markeer de geselecteerde kabel op de plaats van de te verrichten werkzaamheden. ! Breng het doorverbindingsmes weer aan. ! Verwijder het selectieapparaat. ! Verwijder de aardverbinding bij het opstijgpunt. 7.2.2. Kabelselectie: op het aardscherm van de pluskabel ! Controleer of de voedende zijde is geaard. ! Scherm indien nodig de spanningvoerende ader af in het opstijgpunt. ! Breng een aarde aan op het aardscherm van de pluskabel (waarvan de andere zijde is geaard), in de aansluitkast bij het opstijgpunt van de pluskabel (pas op voor verwisseling met de aansluitkast van de minuskabel !). ! Breng in het voedende station een meetdraad aan op het aardscherm van de betreffende kabel (waarvan de andere zijde is geaard) en leg de andere meetdraad aan aarde (stationsaarde, installatieaarde enz.). ! Verwijder het doorverbindingsmes van het aardscherm van de kabel. ! Selecteer de betreffende kabel volgens de handleiding van het selectieapparaat; zie hierbij ook de opmerking onderaan deze veiligheidswerkinstructie. ! Markeer de geselecteerde kabel op de plaats van de te verrichten werkzaamheden. ! Breng het doorverbindingsmes weer aan. ! Verwijder het selectieapparaat. ! Verwijder de aardverbinding bij het opstijgpunt. 7.3. Beëindiging ! ! ! !
Registreer de benodigde gegevens. Laat de werkplek netjes achter. Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken.
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het selecteren van een gelijkstroomkabel
8.
Documentnr. : E-81 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
Opmerkingen ! Bij het toepassen van kabelselectieapparatuur dient de beoogde kabel en alle overige kabels liggend in een gebied begrensd door: het maaiveld, 50 cm links, 50 cm rechts, en 30 cm onder de beoogde kabel worden bemeten (omvatten met een stroomtang). ! Bij grote aantallen kabels en een moeilijke bereikbaarheid van deze kabels is het toegestaan te volstaan met het bemeten van minimaal 5 kabels, onder de voorwaarde dat de meting dan een eenduidig resultaat geeft. ! Een eenduidig resultaat hierbij is een resultaat waarbij de meting bij de 4 andere kabels een andere uitslag in amplitude én polariteit geeft dan de meting van de te bepalen, beoogde en juiste kabel. Is dit niet het geval dan dienen alle aanwezige kabels te worden bemeten, teneinde wel een eenduidig resultaat te verkrijgen. ! Indien er geen eenduidige vaststelling te geven is voor de beoogde kabel moet contact worden opgenomen met de WV van het Energiebedrijf en mag niet met de vervolgwerkzaamheden worden gestart. ! Indien er geen eenduidig vaststelling te geven is mag bij gelijkstroomkabels niet de optie “veiligheidsknippen” worden toegepast; een (door de WV te bepalen) alternatief is aanpellen en spanningloosheid aantonen.
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS
10.
Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het aanbrengen en/of verwijderen van aardingen in een gelijkspanningnet
1.
Documentnr. : E-82 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel Het veilig aanbrengen en/of verwijderen van aardingen in een gelijkspanningnet 600/750 V (op de één-aderige pluskabel).
2.
Toepassingsgebied In LS gelijkspanningnetten ten behoeve van tractie (tram, trolley), te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een AVP, samen met minimaal een VOP. ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan.
4.
Voorwaarden ! De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. ! De netsituatie is aan de hand van schakelschema’s en/of opschriften vastgesteld en de tekeningen zijn ter plekke beschikbaar. ! Indien werkzaamheden plaatsvinden in een gecombineerd MS/LS station dienen de betrokken MS procedures en/of MS-VWI’s in acht genomen te worden. ! Onvoldoende geïsoleerde delen in de nabijheid worden afgeschermd.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheidskleding o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o E-isolerende handschoenen o Geïsoleerde patroontrekker o Schakelhandschoen ! Veiligheidsmiddelen o Afzettingen o E-isolerende afschermingen, zo nodig o Spanningtester o Kortsluitvast beveiligde testpennen, zo nodig o Veiligheidshandgereedschap
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het aanbrengen en/of verwijderen van aardingen in een gelijkspanningnet 7. 7.1.
Documentnr. : E-82 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 2
Werkwijze Voorbereiding ! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
7.2.
Uitvoering
7.2.1. Aanbrengen aardingen ! Neem contact op met het meldpunt. ! Controleer de aardingset visueel op breuken en isolatie. ! Stel vast dat de juiste kabel (afgaande richting) is bepaald. ! Schakel de vermogenschakelaar af. ! Schakel met de beheerder van het gelijkspanningnet de lastscheider vrij bij het opstijgpunt van de bovenlijn. ! Blokkeer de lastscheider door middel van een slot. ! Stel de spanningsloosheid vast op het te aarden punt. ! Breng het kortsluitvaste aardsnoer aan op de pluskabel (zie opmerkingen). ! Informeer het meldpunt. 7.2.2. Verwijderen aarding ! ! ! ! 7.3.
Neem contact op met het meldpunt. Stel vast dat de juiste kabel (afgaande richting) is bepaald. Verwijder de kortsluitvaste aardsnoeren. Informeer het meldpunt.
Beëindiging ! Registreer de benodigde gegevens en meldt de werkopdracht gereed bij de WV. ! Laat de werkplek netjes achter. ! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
8.
Opmerkingen ! Bij het aarden van een pluskabel gelijkspanning wordt de kabel maar aan één zijde aan aarde gelegd (aan de stationszijde van de pluskabel). Dit gebeurt om te voorkomen dat er tijdens het monteren van deze kabel vereffeningstromen over de kabel gaan vloeien (bij twee-zijdige aarding gaan, tijdens het voorbij rijden van de tram of trolley, de stromen door de minuskabel zich dan verdelen over de minus- en de plus- kabel doordat de minuskabel altijd al aan beide zijden aan aarde ligt). ! De minuskabel heeft normaliter aardpotentiaal. Bij werkzaamheden aan de minuskabel dient bij het opstijgpunt deze kabel te worden losgenomen teneinde vereffeningstromen te voorkomen.
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS
10. Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het onderzoeken van een OV-storing in een bijzonder LS-net (de hulpaders zijn niet schakelbaar en/of beveiligd in de verdeelkasten) 1.
Documentnr. : E-83 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 2
Doel Het veilig onderzoeken van een OV-storing in een LS-net waarbij de OV-aders niet schakelbaar en/of beveiligd zijn in de aangesloten LS-verdeelkasten (dus rechtstreeks verbonden zijn met de rails). Alleen in het eerste voedingspunt is de OV-ader schakelbaar en beveiligd, maar verder in het LS-net is deze mogelijkheid niet aanwezig. De storing betreft een kortsluiting van de OV-ader met een fase-ader.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een AVP. ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan.
4.
Voorwaarden ! Uitvoering vindt plaats volgens het voor deze activiteit verstrekte montagevoorschrift. ! De netsituatie is aan de hand van tekeningen, schakelschema’s en/of opschriften vastgesteld en er zijn tekeningen op de werkplek. ! Invloeden van buitenaf (bijv. omstanders) kunnen de werkzaamheden niet beïnvloeden.
5.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders, verkeer. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) o Hoge-zichtbaarheidskleding o Vlamvertragende veiligheidskleding o Veiligheidsschoeisel o Helm, zo nodig o Helm met gelaatscherm of soortgelijk o E-isolerende handschoenen ! Veiligheidsmiddelen o Afzettingen o E-isolerende afschermingen o Spanningtester o Kortsluitvast beveiligde testpennen o Veiligheidshandgereedschap
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Het onderzoeken van een OV-storing in een bijzonder LS-net (de hulpaders zijn niet schakelbaar en/of beveiligd in de verdeelkasten) 7.
Werkwijze
7.1
Voorbereiding
Documentnr. : E-83 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 2
! Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. ! Controleer of het werkplan overeenkomt met de situatie ter plekke. ! Stel vast hoe groot de stroom is die loopt door de te demonteren ader. De beschreven (de)montage mag alleen worden toegepast indien de stroomsterkte niet groter is dan 15A; bij hogere waarden dienen in overleg met de WV adequate maatregelen te worden genomen zodat op de (de)montageplaats de stroomsterkte onder de 15A komt. ! Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd mag er niet met de werkzaamheden worden gestart maar dient contact te worden opgenomen met de WV. ! Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit. 7.2
Uitvoering ! Houdt gedurende de werkzaamheden het meldpunt op de hoogte van de situatie.
7.2.1. Demontage ! Scherm de naast gelegen blanke (eventueel spanning voerende) delen af. ! Demonteer de stroomvoerende ader van de rail of aansluitblok, test deze op de aanwezigheid van spanning en isoleer deze daarna direct met een eindaderdop. ! Herhaal het voorgaande tot de gestoorde sectie is gelokaliseerd tussen twee voedingpunten. ! Meet in spanningloze toestand de juiste foutplek conform VWI E-10. 7.2.2. Montage ! Scherm de naast gelegen blanke spanningvoerende delen af. ! Monteer de spanningloze ader, indien mogelijk en beschikbaar via een (provisorisch) aan te brengen scheidingsmogelijkheid, op de rail of het aansluitblok. 7.3
Beëindiging ! Controleer de goede werking door het inschakelen van de OV, indien van toepassing en indien hier een (raam)opdracht voor is gegeven. ! Lever de uitgevoerde activiteiten op via gereedmelding van het werkplan bij de WV. ! Laat de werkplek netjes achter. ! Hef de genomen veiligheidsmaatregelen op.
8.
Opmerkingen ! Het verwijderen of aanbrengen van doorverbindingen op een klemmenstrook (bruggen of krammen) dient spanningloos te worden uitgevoerd.
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS ! Montagevoorschriften
10.
Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het controleren (ijken) van een kWh-meter
1.
Documentnr. : E-84 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 1 van 3
Doel Het veilig controleren (ijken) van een direct of indirect aangesloten kWh-meter, zowel op of nabij een LS-rek als bij aansluitingen.
2.
Toepassingsgebied In LS distributienetten, te bepalen door de netbeheerder.
3.
Aanwijzingen en opdrachtverstrekking ! Uitvoering door minimaal een VPs of AVPm&b. ! Opdrachtverstrekking door WV, via werkplan of raamopdracht. ! Daar waar bij uitvoering door een derde deze toegang moet hebben tot een elektrische bedrijfsruimte van de netbeheerder dient voortdurend toezicht te worden gehouden door minimaal een VPs of AVPm&b van de netbeheerder (zie opmerking onder punt 8). ! Bij aansluitingen kunnen ook door een derde (extern meetbedrijf) werkzaamheden aan indirect aangesloten kWh-meters of TF-ontvangers worden verricht; indien die werkzaamheden plaatsvinden tussen het aansluitklemmenblok en de primaire aansluiting (stroomtransformator) dient dit onder de voorwaarden van de netbeheerder te gebeuren.
4.
Voorwaarden ! ! ! ! !
5.
De werkplek is voldoende ruim, droog en verlicht. Indien werkzaamheden plaatsvinden in een gecombineerd MS/LS station, dienen ook de betrokken MS procedures en/of MS-VWI’s in acht genomen te worden. De werkzaamheden dienen altijd buiten de MS-nabijheidszone plaats te vinden. (De)montage-activiteiten dienen spanningsloos en stroomloos plaats te vinden. De activiteiten worden uitgevoerd volgens de geldende instructies en/of bedieningshandleidingen.
Risico’s en maatregelen Risico: Persoonlijk letsel t.g.v. aanraking van spanningsvoerende delen, aard- of kortsluiting. Maatregel: PBM’s, afschermingen. Risico: Beïnvloeding van buitenaf, bijv. weersomstandigheden, omstanders. Maatregel: bijv. werkonderbreking, afzettingen.
6.
Middelen ! Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) - Vlamvertragende veiligheidskleding - Veiligheidsschoeisel - Helm, zo nodig - E-isolerende handschoenen - Geïsoleerde patroontrekker, zo nodig - Schakelhandschoen, zo nodig ! Veiligheidsmiddelen - E-isolerende afschermingen - Spanningtester - Kortsluitvast beveiligde testpennen - Veiligheidshandgereedschap
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het controleren (ijken) van een kWh-meter
7.
Werkwijze
7.1
Voorbereiding ! ! !
! 7.2
Documentnr. : E-84 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 2 van 3
Controleer of aan alle voorwaarden volgens punt 4 en de maatregelen volgens punt 5 is voldaan. Controleer of het werkplan of de raamopdracht overeenkomt met de situatie ter plekke. Indien bij bovengenoemde controles afwijkingen worden geconstateerd (ook bijv. fraude) mag er niet met de werkzaamheden worden gestart, maar dient contact te worden opgenomen met de WV. Voer Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) uit.
Uitvoering
7.2.1. Bij directe meting: ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
Schakel de belasting af na overleg met de klant. Stel het draaiveld vast, indien van toepassing. Scherm de in de nabijheid zijnde spanningvoerende delen af. Schakel de voeding en/of sturing naar de kWh-meter, de TF ontvanger of het relais af. Schakel, indien de kWh-meter gevoed wordt via een LS-rek, de voeding op het LS- rek uit. Verwijder, indien aanwezig in een huisaansluitkast, de zekering van de tariefdraad. Stel de spanningsloosheid vast van de te (de)monteren delen. Verwijder de aansluitdraden uit de kWh-meter en sluit de meetkoffer aan. Voer de metercontrole uit conform de Meetcode en de (bedrijfs)voorschriften. Stel de spanningsloosheid vast van de te (de) monteren delen. Koppel de meetkoffer af van de meter. Herstel de originele aansluiting van de meter. Verwijder de eventueel aangebrachte afschermingen. Schakel de voeding naar de kWh-meter weer in. Schakel, indien aanwezig in een huisaansluitkast, de zekering van de tariefdraad weer in. Controleer het draaiveld, indien van toepassing. Schakel de belasting in, na overleg met de klant.
7.2.2. Bij indirecte meting: ! ! ! !
! !
Opgesteld door:
Stel het draaiveld vast, indien van toepassing. Scherm de in de nabijheid zijnde spanningvoerende delen af. Indien er een spanningsaftakking voor de meetkoffer gemonteerd dient te worden, verwijder dan de meetzekeringen of open de spanningsschuifjes. Breng de verbindingen aan naar: o de meetkoffer (zo dicht mogelijk bij de meter aansluiten); o indien van toepassing, de hulpstroombron, conform bedrijfsvoorschrift; o indien van toepassing, de tijdelijk extra primaire belasting (bijv. belastingweerstanden) ten behoeve van testen, conform bedrijfsvoorschrift (zo nodig de meetzekeringen tijdelijk verzwaren). Voer de metercontrole uit conform de Meetcode en de (bedrijfs)voorschriften. Verwijder de verbindingen naar: o de bovengenoemde belastingweerstanden, indien van toepassing, conform bedrijfsvoorschrift; o de hulpstroombron, indien van toepassing, conform bedrijfsvoorschrift; o de meetkoffer.
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur
Veiligheidswerkinstructie Onderwerp:
Het controleren (ijken) van een kWh-meter
! ! 7.3
Plaats de meetzekeringen (of vervang deze), of sluit de spanningsschuifjes. Verwijder de eventueel aangebrachte afschermingen.
Beëindiging ! ! !
!
8.
Documentnr. : E-84 Datum/versie: 15-5-2011 Blad : 3 van 3
Breng de nodige verzegelingen aan. Registreer de benodigde gegevens. Lever de uitgevoerde activiteiten op: o Activiteiten via een werkplan: gereedmelding van het werkplan bij de WV. o Activiteiten via een raamopdracht: oplevering conform de bedrijfsafspraken. Laat de werkplek veilig en netjes achter.
Opmerkingen ! Daar waar in punt 3 gesproken wordt over de netbeheerder, dient voor Stedin gelezen te worden: de aannemer die direct in opdracht van Stedin het toezicht uitvoert.
9.
Referenties ! BEI-LS ! BEI-BS ! Meetcode en instructies
10.
Bijlagen Geen
Opgesteld door:
Projectgroep BEI-LS-VWI
Procedure eigenaar:
Contactgroep Veiligheidsregelgeving
Goedgekeurd door:
Taakgroep Infrastructuur