Bevorderingsnormen

Bevorderingsnormen 2014-2015 ►Van klas 1 naar klas 2 Havo/vwo Een leerling wordt bevorderd naar het 2e leerjaar als:  er ten hoogste 2 verliespunten zijn, waarvan slechts één verliespunt bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde voorkomt;  het gemiddelde van alle rapportcijfers 6,0 of hoger is;  er geen rapportcijfer 3 op het eindrapport voorkomt. Bij 5 of meer verliespunten is de leerling afgewezen. Ook bij 3 verliespunten bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde volgt verwijzing naar een lager niveau. In alle overige gevallen heeft de leerling een bespreekrapport. Bij het tweede rapport vindt de determinatie van de leerlingen plaats. Daarbij gelden de volgende regels: gemiddelde rapport 2 is lager dan 7,2 gemiddelde rapport 2 is 7,2 tot 7,5 gemiddelde rapport 2 is 7,5 of hoger

plaatsing in havo/vwo-2 beslissing rapportvergadering plaatsing in atheneum-2

Om van het eerste leerjaar van Havo/vwo naar gymnasium-2 bevorderd te kunnen worden gelden aanvullende eisen. Dat zijn achtereenvolgens:  het gemiddelde van de rapportcijfers van het tweede rapport is 7,5 of hoger;  het rapportcijfer van wiskunde is op het tweede rapport 7,0 of hoger;  het rapportcijfer van Frans is op het tweede rapport 7,0 of hoger;  de eisen t.a.v. de vakken wiskunde en Frans zijn voorwaarde voor deelname aan ‘snuffellatijn’ dat na uitreiking van het 2e rapport aanvangt;  ten hoogste twee verliespunten op het tweede rapport;  de leerling volgt de lessen ‘snuffellatijn’ en behaalt voor de afsluitende toets hiervan een 6,5 of hoger.

Atheneum/gymnasium Een leerling wordt bevorderd naar het 2e leerjaar als:  er ten hoogste 2 verliespunten zijn, waarvan slechts één bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde.  het gemiddelde van alle rapportcijfers 6,0 of hoger is;  er geen cijfer 3 op het eindrapport voorkomt. Bij 5 of meer verliespunten is de leerling afgewezen. Ook bij 3 of meer verliespunten bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde volgt verwijzing naar een lager niveau. In alle overige gevallen heeft de leerling een bespreekrapport. Bij het tweede rapport vindt de determinatie van de leerlingen plaats. Daarbij gelden de volgende regels: rapportcijfers Fa, La en W i lager dan 6,5 rapportcijfers Fa, La en W i 6,5 of hoger plus ten hoogste 2 verliespunten op het rapport

plaatsing in atheneum-2 plaatsing in gymnasium-2

Tto Van een tto-leerling wordt een bepaalde inzet verwacht (commitment). Dit wordt uitgedrukt in een oordeel (onvoldoende, voldoende of goed). Een leerling mag zijn schoolloopbaan alleen op het tto vervolgen indien hij of zij niet meer dan één onvoldoende voor commitment heeft op het eindrapport. 1

►Van klas 2 naar klas 3 Havo/vwo Een leerling wordt bevorderd naar het 3e leerjaar als:  er ten hoogste 2 verliespunten, waarvan maximaal één verliespunt bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde voorkomen;  het gemiddelde van alle rapportcijfers 6,0 of hoger is;  er geen cijfer 3 op het rapport voorkomt. Een leerling wordt afgewezen bij 5 of meer verliespunten op het rapport. Ook bij 2 of meer verliespunten bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde volgt een doublure. In alle overige gevallen heeft de leerling een bespreekrapport. Bij het tweede rapport vindt de determinatie van de leerlingen plaats. Daarbij gelden de volgende regels (mits wordt voldaan aan de eisen t.a.v. bevordering): gemiddelde rapport 2 is lager dan 7,2 gemiddelde rapport 2 is 7,2 tot 7,5 gemiddelde rapport 2 is 7,5 of hoger

plaatsing in havo-3 beslissing rapportvergadering plaatsing in atheneum-3

Vwo Een leerling wordt bevorderd naar het 3e leerjaar als:  er ten hoogste 2 verliespunten, waarvan maximaal één verliespunt bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde voorkomen;  het gemiddelde van alle rapportcijfers 6,0 of hoger is;  er geen cijfer 3 op het rapport voorkomt. Bij 5 of meer verliespunten wordt de leerling afgewezen. Ook bij 2 of meer verliespunten bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde volgt een doublure. In alle overige gevallen heeft de leerling een bespreekrapport. Tto Van een tto-leerling wordt een bepaalde inzet verwacht (commitment). Dit wordt uitgedrukt in een oordeel (onvoldoende, voldoende of goed). Een leerling mag zijn schoolloopbaan alleen op het tto vervolgen indien hij of zij niet meer dan één onvoldoende voor commitment heeft op het eindrapport.

2

►Van klas 3 naar klas 4 Havo en vwo Een leerling wordt bevorderd naar het 4e leerjaar als:  er ten hoogste 3 verliespunten voorkomen in maximaal twee vakken, waarvan maximaal één verliespunt bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde voorkomt;  het gemiddelde van alle rapportcijfers 6,0 of hoger is;  er geen cijfer 3 op het rapport voorkomt. Een leerling heeft een bespreekrapport indien op het eindrapport ten hoogste 4 verliespunten voorkomen in maximaal drie vakken (waarvan maximaal 1 verliespunt bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde) en er aan alle andere bovenstaande voorwaarden wordt voldaan. In alle andere gevallen is een leerling niet bevorderd.

3

►Van klas 4 naar klas 5 Havo Een leerling wordt bevorderd naar havo-5 als:  er ten hoogste 3 verliespunten in maximaal twee vakken voorkomen, waarvan maximaal één verliespunt bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde (a/b) voorkomt;  het gemiddelde van alle vakken – m.u.v. de vakken CKV en LO – 6,0 of hoger is;  er geen cijfer 3 op het rapport voorkomt;  het rapportcijfer van de vakken CKV en LO 6 of hoger is. Een leerling heeft een bespreekrapport indien op het eindrapport ten hoogste 4 verliespunten voorkomen in maximaal drie vakken (waarvan maximaal 1 verliespunt bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde) en er aan alle andere bovenstaande voorwaarden wordt voldaan. In alle andere gevallen is een leerling niet bevorderd. Een leerling die doubleert in havo-4 kan vrijstelling krijgen voor de vakken levensbeschouwing en CKV mits deze vakken met het cijfer 7 of hoger zijn afgesloten.

Vwo Een leerling wordt bevorderd naar vwo-5 als:  er ten hoogste 3 verliespunten in maximaal twee vakken voorkomen, waarvan maximaal één verliespunt bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde (a/b) voorkomt;  het gemiddelde van de rapportcijfers 6,0 of hoger is;  er geen cijfer 3 op het rapport voorkomt;  het rapportcijfer van het vak CKV, indien de leerling dit vak volgt, minimaal een 6 is. Een leerling heeft een bespreekrapport indien op het eindrapport ten hoogste 4 verliespunten voorkomen in maximaal drie vakken (waarvan maximaal 1 verliespunt bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde) en er aan alle andere bovenstaande voorwaarden wordt voldaan. In alle andere gevallen is een leerling niet bevorderd.

Een leerling die doubleert in vwo-4 kan vrijstelling krijgen voor de vakken ANW, CKV of KCV mits deze vakken met het cijfer 7 of hoger zijn afgesloten. Een leerling die de schoolloopbaan vervolgt in havo-4 krijgt een vrijstelling voor CKV mits de vakken CKV of KCV in vwo-4 met een voldoende rapportcijfer zijn afgesloten.

4

►Van klas 5 naar klas 6 Vwo Een leerling wordt bevorderd naar vwo-6 als:  er ten hoogste 3 verliespunten in maximaal twee vakken voorkomen, waarvan maximaal één verliespunt bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde (a/b/c) voorkomt;  het gemiddelde van alle vakken – m.u.v. het vak LO – 6,0 of hoger is;  er geen cijfer 3 op het rapport voorkomt;  het rapportcijfer van het vak LO 6 of hoger is. Een leerling heeft een bespreekrapport indien op het eindrapport ten hoogste 4 verliespunten voorkomen in maximaal drie vakken (waarvan maximaal 1 verliespunt bij de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde) en er aan alle andere bovenstaande voorwaarden wordt voldaan. In alle andere gevallen is een leerling niet bevorderd. Een leerling die doubleert in vwo-5 kan vrijstelling krijgen voor het vak levensbeschouwing mits dit vak met het cijfer 7 of hoger zijn afgesloten.

5

Slaag-zakregeling 2014 Vmbo-t De eindcijfers worden uitgedrukt in een heel cijfer. Het cijfer van alle vakken wordt bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het schoolexamencijfer en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel cijfer, dan wordt het, indien de cijfers achter de komma 49 zijn of minder naar beneden afgerond en indien de cijfers 50 of meer zijn naar boven. Geslaagd is de kandidaat die: A: kunstvakken 1, lichamelijke opvoeding, levensbeschouwing en het sectorwerkstuk met een “voldoende” of “goed” heeft afgesloten. B: het gemiddelde van niet-afgeronde bij het Centraal Examen behaalde cijfers tenminste 5,5 is. én m.b.t. de eindcijfers (= gemiddelde van SE en CE, op hele afgerond) C1: voor al zijn vakken, met inbegrip van maatschappijleer 1, een 6 of hoger heeft behaald, of C2: één 5 en voor de overige vakken een 6 of hoger heeft behaald, of C3: één 4 en voor zijn overige vakken een 6 of hoger, waaronder tenminste één 7 heeft behaald, of C4: twee vijven en voor zijn overige vakken een 6 of hoger, waaronder tenminste één 7 heeft behaald.

6

Havo De eindcijfers worden uitgedrukt in een heel cijfer. Het cijfer van alle vakken wordt bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het schoolexamencijfer en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel cijfer, dan wordt het , indien de cijfers achter de komma 49 zijn of minder naar beneden afgerond en indien de cijfers 50 of meer zijn naar boven. Geslaagd is de kandidaat die: A1: culturele en kunstzinnige vorming (CKV) en lichamelijke opvoeding met een “voldoende” of “goed” heeft afgesloten; A2: een gemiddelde van bij het Centraal Examen behaalde cijfers van tenminste 5,5 heeft behaald; A3: maximaal één 5 heeft gehaald in de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde (A, B of C). én m.b.t. de eindcijfers (= gemiddelde van SE en CE, op hele afgerond): B1: voor alle vakken, een zes of hoger heeft behaald, of B2: één 5 en voor de overige vakken een 6 of hoger heeft behaald, of B3: één 4 en voor zijn overige vakken een 6 of hoger heeft behaald , waarbij het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 is, of B4: twee vijven behaald heeft en voor zijn overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 is of B5: een 5 en een 4 behaald heeft en voor zijn overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 is.

7

Vwo De eindcijfers worden uitgedrukt in een heel cijfer. Het cijfer van alle vakken wordt bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het schoolexamencijfer en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel cijfer, dan wordt het , indien de cijfers achter de komma 49 zijn of minder naar beneden afgerond en indien de cijfers 50 of meer zijn naar boven. Geslaagd is de kandidaat die: A1: culturele en kunstzinnige vorming (CKV) en lichamelijke opvoeding met een “voldoende” of “goed” heeft afgesloten; A2: een gemiddelde van bij het Centraal Examen behaalde cijfers van tenminste 5,5 heeft behaald; A3: maximaal één 5 heeft gehaald in de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde (A, B of C). én m.b.t. de eindcijfers (= gemiddelde van SE en CE, op hele afgerond): B1: voor alle vakken, een 6 of hoger heeft behaald, of B2: één 5 en voor de overige vakken een 6 of hoger heeft behaald, of B3: één 4 en voor zijn overige vakken een 6 of hoger heeft behaald , waarbij het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 is, of B4: twee vijven behaald heeft en voor zijn overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 is, of B5: één 5 en één 4 behaald heeft en voor zijn overige vakken een 6 of hoger heeft behaald, waarbij het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 is.

8