ROME
Bertrand Russell College Maart 2016
Programma escursioni 2016 2016
Ochtend
Middag
Avond
Maandag 14 maart
9:15 station Krommenie 9:30 naar Schiphol
12:20 vliegen 14:30 aankomst Rome 17:00 Time Elevator
19:00 gastgezinnen
Dinsdag 15 maart
- Museo Nazionale Massimo - Berniniwandeling
13:00 -14:00 Galleria Borghese + park 15:00 Catacomben van Priscilla 16:00 Via del Corso/Spaanse Trappen of: keuzeprogramma/vrije tijd 14:30-16:00 Vaticaans Museum
17:45 meetingpoint station Termini
- Museo Nazionale Diocletiana - stadswandeling (Trevifontein, Piazza Navona, Pantheon, Campo de’ Fiori) Woensdag 16 maart
10:00 -13:00 - Colosseum - Palatijn - Forum Romanum
16:00 Sant Ignazio / Il Gesú (+corridoio) of: vrije tijd 14:30 -17:00 fietsen op de Via Appia
18:30 restaurant Grazia & Graziella Largo Fumasoni Biondi 5 (Trastevere)
10:00-13:00 - Colosseum - Palatijn - Forum Romanum
14:30 -17:00 fietsen op de Via Appia
21:00 meetingpoint station Termini 22:00 gastgezinnen op station Zagarolo
Donderdag 17 maart
Vrijdag 18 maart
- Museo Nazionale Diocletiana - stadswandeling (Trevifontein, Piazza Navona, Pantheon, Campo de’ Fiori)
14:30-16:00 Vaticaans Museum
- Museo Nazionale Massimo - Berniniwandeling
13:00 -14:00 Galleria Borghese + park 15:00 Catacomben van Priscilla 16:00 Via del Corso/Spaanse Trappen of: keuzeprogramma/vrije tijd Tivoli: rondwandelen / markt
8:15 parkeerplaats Zagarolo 9:00 Villa d’Este (Tivoli)
16:00 Sant Ignazio / Il Gesú (+corridoio) of: vrije tijd
17:45 meetingpoint station Termini
19:00 aankomst op Schiphol
13:30 met bus naar vliegveld 15:00 aankomst vliegveld 17:05 vliegen naar Schiphol
3
Prefazione – Voorwoord “Behalve Rome is er bijna niets moois op de wereld”, verzuchtte Johan Winckelmann al op een broeierige zomeravond in 1756 in de armen van zijn teer beminde. Zij stiet zijn eerloze hand van zich af, gaf hem een mep in het gebrilde gelaat, en snauwde gebelgd: “En ik dan?”. Ja, dat was natuurlijk niet erg slim gezegd van onze Johan, maar goed, hij had, als wetenschapper, dan ook meer gevoel voor archeologische schoonheid dan voor vrouwelijke. Hoe het die avond verder met Johan is verlopen, vertelt het verhaal niet. Wel is zeker dat Rome geldt als de koningin onder de wereldsteden. Parijs, Londen en ook Amsterdam zijn natuurlijk mooi en interessant, maar kunnen niet tippen aan Roma Aeterna: Rome, de eeuwige stad, de bakermat van onze westerse beschaving. Begonnen als een soort roversnest aan een doorwaadbare plaats aan de rivier de Tiber, waarvan de oorsprong verscholen blijft in een schimmig verleden opgesmukt met heldhaftige verhalen vol enorme mannelijke ego's naast vrouwelijke lieftalligheid en doortraptheid, nog eens gesublimeerd weergegeven in een perverse goddelijke willekeur, is de stad uitgegroeid tot een, zeker voor de Oudheid, gigantische metropool en centrum van een wereldomspannend imperium. 'Alle wegen leiden naar Rome', zei men in de Oudheid al. De onderworpen 'barbaarse volken' waren er uiteindelijk trots op zich 'Romein' te mogen noemen. Dat 'Romeinbeeld' had, na de onderwerping van de GrieksOosterse wereld, wel een steeds sterkere Hellenistische (= Grieks-Oosterse) inkleuring gekregen. Het 'Romeinbeeld' was dan ook geen statische concept, maar een dynamisch concept. Ook onze eigen eerste Germaanse stamvader en volksheld, die een bijna succesvolle opstand leidde tegen de Romeinen, tooide zich met een Latijnse naam: Claudius Civilis. Zijn heldendaden zijn vereeuwigd in één van de mooiste schilderijen van weer een andere Nederlandse held, nl. 'De samenzwering van Claudius Civilis' gemaakt door Rembrandt. Dit Romaniseringsproces mag wel een van de meest bijzondere successen van de Romeinen genoemd worden en, wat meer is, het is bijzonder actueel. Wij kunnen daar heel wat van leren, gezien de moeite die het ons kost ons een gevoel van 'Europeaan' eigen te maken. Dat eenheidsconcept als gevolg van deze Romanisering heeft, na de ineenstorting van het Romeinse Rijk, kunnen overleven in het Christendom. In de tijd van de Europese Middeleeuwen, van ca. 500-1500, bleef er in het verdeelde Europa een diep verlangen bestaan naar de Pax Romana van vroeger. Waarschijnlijk juist vanwege die verdeeldheid kreeg dit beeld van het oude Romeinse Rijk welhaast mythische proporties.
4
De Katholieke Kerk heeft dit beeld gekoesterd, uitgebouwd en bijna vereenzelvigd met Gods Koninkrijk. De Middeleeuwse koningen tooiden zich dan ook maar wat graag met de titel 'Rex Romanorum', koning der Romeinen, en zij zochten hun stamvaders dan ook bij voorkeur onder Grieks-Romeinse helden als Romulus, Aeneas, Caesar of Achilles. Als de Middeleeuwse wereld overgaat in de Renaissance zien we dat de Klassieke Oudheid (= de Grieks-Romeinse Oudheid) wederom de inspiratiebron vormt voor verdergaande vernieuwing op nagenoeg elk terrein; politiek, sociaal, cultureel en filosofisch. Dit geldt in de tijd daarna periodiek eigenlijk telkens weer. De sporen van dit alles kun je in Rome overal tegenkomen. Er is geen stad ter wereld waar de geschiedenis zo levend is. Ze ligt er werkelijk voor het oprapen. Tenslotte nog iets over de actualiteitswaarde van 'Rome'. Wij hebben in Nederland net verkiezingen gehad en zien in de uitslagen duidelijk terug dat veel mensen een zekere angst hebben voor de multiculturele samenleving. Zij zijn bang dat hun oude, vertrouwde normen en waarden in de verdrukking komen. Ditzelfde gevoel hadden de Romeinen in de keizertijd ook, toen hun stad steeds meer was uitgegroeid tot een wereldstad. Steeds vaker wees men met de beschuldigende vinger naar vreemdelingen. De tolerantie, die de Romeinen zo lang aan de dag hadden gelegd, werd allengs minder en maakte plaats voor wrevel. De onvrede richtte zich niet alleen op de economische voorrechten van vreemdelingen, meer nog klaagde men over de niet Romeinse normen en waarden die stapsgewijs de Romeinse samenleving binnendrongen. Het was de omgekeerde wereld. Niet de vreemdelingen pasten zich aan de Romeinse maatschappij aan, maar de Romeinen namen allerlei vreemde gewoonten en gebruiken van hen over. In alle lagen van de Romeinse bevolking heerste er een zekere vorm van xenofobie. De dichter Juvenalis is in zijn satiren heel uitgesproken in zijn afkeuring van de toenemende invloed van ‘buitenlanders’ in Rome. Zijn derde satire is een lange jammerklacht over de grote macht van Grieken en andere vreemdelingen: ‘Ik aarzel niet er recht voor uit te komen dat ik vooral één mensengroep ontwijk, de lievelingen van het rijke Rome: die Griekse droesem, waar die stad van ons verziekt van is – en veel meer buitenlanders! Hoe lang al stroomt de Syrische Orontes hier in de Tiber uit en scheidt een vloed van taal en mode af, van tamboerijnen, exotisch fluit- en harpspel en van hoeren die met een bontgekleurde lintenhoed bij ’t Circus prijken. Ga zelf maar kijken! Ach Romulus, uw eigen oer-Romeinen lopen op feestsandalen rond en tooien hun ingezalfde hals met Griekse kralen. En oosterlingen – Grieken, Macedonen,
5
Klein-Aziaten, Archipelbewoners – bezetten onze heuvels, Viminalis en Esquilijn vooral; en daar krioelen ze rond in rijke villa’s en voelen zich heer en meester hier. ’t Zijn spitse geesten, brutaal, ad rem, luider en sneller sprekend dan welke redenaar. Als je bedenkt wat al voor Grieken één zo’n Griek ons brengt: taalleraar, retor, arts, landmeter, schilder, profeet, en acrobaat en tovenaar, een Griek met honger is dit allemaal. Hij vliegt zelfs als het moet, want Daedulus was heus geen Turk, geen Thraciër of Sarmaat, welnee! Je reinste Griek, dat zegt genoeg.’
Juvenalis schreef op wat velen in Rome dachten. Hoe meer vreemdelingen zich in de stad vestigden, des te luider de kritiek klonk. Hun gewoonten en gebruiken werden met een ongewone felheid bekritiseerd. Iedere ‘buitenlander’ was verdacht, al liepen de kwalificaties per volk sterk uiteen. Voor de Grieken in Rome was het pijnlijk te moeten ervaren dat zij niet op respect hoefden te rekenen vanwege de waardering van de Romeinen voor de Griekse prestaties uit het verleden. Nog kwetsender was dat ze verwijten kregen te horen die hun voorouders lang geleden aan andere volkeren, vooral de ‘barbaren’ in het oosten, hadden gemaakt. De lijst is indrukwekkend: Grieken zijn oplichters, zwendelaars, ze zijn gedegenereerd, arrogant, verkwistend en lichtzinnig. Het zijn zieke patiënten, de door hen geïmporteerde kwalen moeten door de Romeinen met alle kracht worden bestreden (Uit: Fik Meijer, Macht zonder grenzen, Rome en zijn imperium. Athenaeum Polak & Van Gennep, Amsterdam 2005). Huub Bartman We wensen jullie heel veel plezier in Rome! Marianne Buitenhuis Francine Hioolen IJsbrand Attema Paul Steen
6
Colosseum Het Colosseum was geheel bedoeld voor de spelen die werden georganiseerd en gefinancierd door de heersende keizer. Bij de opening organiseerde Titus spelen die 100 dagen duurden. Volgens de overlevering waren er naast vele gladiatorengevechten de meest verbazingwekkende schouwspelen te zien. Zo was er een gevecht tussen kraanvogels en een gevecht tussen vier olifanten. Negenduizend tamme en wilde dieren werden afgeslacht. Ook vrouwen traden op als wilde-dierenvechters.
Bij normale spelen in het Colosseum werden ’s morgens wilde-dierengevechten gehouden waarbij bestiarii (wildedierenvechters) vochten met allerlei wilde dieren in venationes (jachtpartijen). De arena werd op passende wijze ingericht met rotspartijen, struiken, e.d. Tussen de middag was er voor geïnteresseerden een pauzeprogramma waarin veroordeelde gevangenen voor de wilde dieren werden gegooid. In de latere Oudheid werden vooral veel christenen tot de wilde dieren veroordeeld (damnatio ad bestias). Het middagprogramma met de gladiatorenshows (munera) vormde het hoogtepunt. Kort na de opening werden volgens de overlevering ook naumachiae (zeeslagen) gehouden. Nadat men de arena met miljoenen liters water had laten vollopen, werden beroemde zeeslagen uit de geschiedenis geënsceneerd. Hoe dit precies in zijn werk ging is niet duidelijk, omdat de arena van het Colosseum eigenlijk te klein is voor oorlogsschepen. Men stopte hier in ieder geval mee na de verbouwing door Domitianus, toen twee verdiepingen onder de arena werden aangelegd. Met de opkomst van het Christendom ontstond er steeds meer verzet tegen de spelen. Een enkele keizer, zoals Marcus Aurelius, was al tegen de gladiatorengevechten, maar hij kon ze door de grote populariteit onder het gewone volk niet zonder meer afschaffen. De gladiatorengevechten werden afgeschaft nadat het Christendom tot staatsgodsdienst werd verheven. De christelijke keizer Honorius verbood de spelen in 404 nadat een monnik, die bij een strijd tussen gladiatoren tussenbeide wilde komen, door het publiek was verscheurd. Het Colosseum bleef hierna nog wel in gebruik voor andere voorstellingen, voornamelijk venationes, waarbij gejaagd werd op wilde dieren. De laatst bekende voorstelling werd gehouden in 523. Historici schatten dat in de loop der eeuwen tussen de 300.000 en 500.000 mensen in het Colosseum zijn gestorven
7
Forum Romanum Sinds de koningstijd (753-510 vóór Chr.) had Rome haar markt in het smalle dal tussen de heuvels van de Palatijn, de Caelius, de Esquilijn, de Quirinalis en het Capitolijn. Het Forum Romanum was in het begin niets anders dan een moerasachtige vlakte. Deze gunstige ligging leidde er vrij snel toe dat het Forum een sociale, politieke en religieuze functie kreeg. Het Forum is later ontstaan op kruispunten van wegen die voor twee "behoeften" moest dienen: ontmoeting en uitwisseling. Als ingrijpen van de Etrusken in de 7de eeuw v. Chr. werkelijk de eenheid tussen de afzonderlijke nederzettingen en de ontwikkeling van een stedelijk cultuur bracht, dan is het niet verwonderlijk dat het ontstaan van het Forum juist in de tijd van de Etruskische koningen valt. Het schijnt dat het droogleggen van het moerasachtig gebied is gebeurd onder Tarquinius Priscus, de eerste Etruskische koning van Rome (616-579 vóór Chr.).
Verder wordt het Forum Romanum doorsneden door de Via Sacra. De Via Sacra, de 'heilige weg', loopt over de volle lengte van het Forum Romanum over in de Via Appia. Die weg is er nu nog steeds. De vroegste inscriptie is de Lapis Niger maar het oudste monument, ondanks regelmatig herbouwen in latere tijden, is de Curia. Het jongste gebouw is de tempel gewijd aan keizer Antoninus (138-161 n. Chr.) en zijn echtgenote Faustina. 8
Aanvankelijk werd het drooggelegde terrein gebruikt als een begraafplaats maar door plotseling stopzetting van de begrafenissen kon het worden gebruikt als een Forum (markt). Het openbare leven in de Romeinse steden concentreerde zich vooral op de markten (de fora). Dit was ook het geval in Rome waar het alledaagse leven zich afspeelde op het Forum Romanum. Het Forum kan worden vergeleken met de Griekse Agora. Maar het begrip Forum is ruimer, omdat er zeer veel uiteenlopende sociale activiteiten plaatsvonden, wat in Griekenland niet altijd het geval was. Op het Forum werd niet alleen handel gedreven en over sociale vraagstukken openlijk gediscussieerd, hier besliste de Senaat in de Curia Iulia over oorlog en vrede, ontving Augustus zijn bekroning tot keizer, werden de belangrijkste documenten in het Tabularium, het staatsarchief dat vanuit het Capitool op het Forum Romanum neerkijkt, bewaard en brandde in de kleine ronde Vesta tempel het heilige, eeuwige vuur. In de tijd dat keizer Augustus aan de macht was, werden de houten gebouwen vervangen door prachtige marmeren tempels waar de goden en vergoddelijkte mensen in een gemeenschappelijke cultus werden vereerd. Dit bracht veel teweeg bij de intellectuelen die vonden dat de marmeren tempels wel mooi waren, maar dat de houten gebouwen meer "verbintenis" brachten tot de goden. Ook stonden op het Forum de beide grote basilica's die naar vorm en geleding de interessantste gebouwen waren. De Basilica Julia en de Basilica Aemilia waren grote, massieve gebouwen waar belangrijke gebeurtenissen plaatsvonden. Als "wereldse" gebouwen waren zij verder bestemd voor handel en voor het eigenlijke marktbedrijf met hun winkels; er werd ook recht gesproken. Door een brand in de 3de eeuw n. Chr., maar ook door de vernietigingen door de Goten en Vandalen, aardbevingen en onbegrip van latere tijden (de gebouwen werden afgebroken en vooral het marmer werd gebruikt om andere gebouwen, zoals de St. Pieter, te bouwen; dit gebeurde in de jaren 800-1300 n. Chr.) hebben ertoe geleid dat er veel gebouwen nu op het Forum Romanum zijn verwoest. Tegenwoordig heeft het Forum Romanum niets meer van zijn oude glans overgehouden.
9
Via Appia De Via Appia werd oorspronkelijk aangelegd in 312 v.C. en was het idee van Appius Claudius Caecus, de toenmalige censor - een belangrijke magistraat - van Rome. Hij stond bekend als iemand die grote openbare werken liet uitvoeren die het dagelijks leven van de Romeinen makkelijker maakte. De Via Appia begon aan het Circus Maximus en liep langs de Thermen van Caracalla en later de Aureliaanse Muur. In de buurt van Rome waren langs de weg grafmonumenten gebouwd, ruïnes van deze monumenten zijn nog steeds zichtbaar. Na het verlaten van de stad liep de Via Appia langs rijke voorsteden tot aan Terracina. Vandaar liep het langs de westkust tot aan Capua, het eindpunt van de oorspronkelijke weg. De weg was toen een 210 km lang. Dankzij de Via Appia kon het Romeinse leger sneller militair materiaal en troepen naar het zuiden sturen wat hen hielp in het behalen van meerdere overwinningen. Rond het jaar 295 v.C. werd de weg verlengd en liep uiteindelijk helemaal tot aan de havenstad Brindisi, aan de oostkust, 560 km van Rome verwijderd. Aangezien het verboden was de doden te begraven in de stad werden velen begraven langs de wegen die uit Rome vertrokken. Belangrijke individuen bouwden grafmonumenten voor zichzelf of voor de hele familie. Sommige van deze tombes waren zo groot als een huis. De vorm varieerde van een tumulus of een piramide tot een kleine tempel. De Via Appia was een van de wegen waarlangs men deze praalgraven bouwde, vele ervan zijn vandaag nog te zien. Het meest indrukwekkende is de goed bewaarde tombe van Cecilia Metella vrouw van een van de generaals van Julius Caesar - dat haast op een fort lijkt. Andere belangrijke tombes zijn onder andere deze van Marcus Servilius, de tombe van Romulus (zoon van keizer Maxentius), de tombe van Seneca (een Romeinse filosoof) en de tombe van de familie van Sextus Pompeius Justus; de inscriptie op de tombe vertelt over het verdriet van een vader die zijn jonge kinderen begraaft. Er is ook een keizer begraven langs de Via Appia: Gallienus, vermoord in 268 n.C. Naast de talloze grafmonumenten zijn er ook nog een aantal andere bezienswaardigheden langs de Via Appia zoals de Tempel van Hercules, de Quo Vadis kerk (waar Petrus Jezus ontmoet zou hebben) en de overblijfselen van de gotische kerk San Nicola. Niet ver er vandaan liggen de ruïnes van de Villa dei Quintili, waar prachtige sculpturen werden opgegraven. Langs de Via Appia, nabij de tombe van Romulus, ligt ook het Circus 10
Maxentius, een grote arena gebruikt voor wagenrennen. Naast de arena stond een paleis. Het circus, dat het tweede grootste was van Rome na het Circus Maximus, is het best bewaarde circus van Rome. Ook al liggen er nog zoveel monumenten en tombes langs de Via Appia, toch vinden sommigen hetgeen onder de grond ligt nog interessanter. Er zijn namelijk kilometers lange tunnels - bekend als catacomben - waar de vroege Christenen hun doden begroeven en waar soms geheime kerkdiensten werden gehouden. Verscheidene van deze catacomben zijn open voor het publiek en met een gids kan men door deze gangen wandelen. Tegenwoordig begint de Via Appia aan de Porta San Sebastiano, een van de poorten van de Aureliaanse Muur Het eerste deel van de weg is allesbehalve aangenaam voor voetgangers. Het loopt langs de Quo Vadis kerk, de catabomben van San Callisto en de catacomben van San Sebastiano tot aan de indrukwekkende tombe van Cecilia Metella. Vanaf hier is de weg geplaveid met authentieke Romeinse stenen. Je kan vele kilometers lang de ruïnes van talloze historische grafmonumenten wandelen. Wij zullen dit jaar over (en naast) een stuk van deze historische weg fietsen.
Galleria Borghese De beeldhouwer en architect Bernini was de favoriet van de pausen en maakte in hun opdracht beelden, fonteinen, paleizen en kerken in Rome. In de Galleria Borghese komen we voor de beeldengroepen Apollo en Daphne en Hades en Proserpina. Hier zie je ook zijn David, een waardige opvolger van het beroemde beeld van Michelangelo (in Florence). De hier genoemde beelden zijn gehakt uit één stuk marmer. Bij marmeren beelden werden uitgestrekte armen en benen zo veel mogelijk vermeden omdat de kans groot was dat ze zouden afbreken. Bernini was daar zo te zien niet zo bang voor! De detailleringen, zoals de takjes die uit haar handen groeien, zijn overigens voor een groot deel het werk van assistenten. Kenmerkend voor de barok in Rome, een soort powerversie van een vernieuwd katholicisme, ofwel de contra-reformatie, is het krachtige, beweeglijke en overweldigende totaalbeeld. De kunstwerken in de Galleria Borghese horen bij elkaar. Zij vormden de privéverzameling van Scipione, een schatrijke kardinaal met zo te zien een goede neus voor topwerken. Behalve de beelden van Bernini verzamelde hij ook schilderijen, van de allerbeste schilders van die tijd, zoals Caravaggio.
11
Apollo en Daphne Dit beeld is gebaseerd een op fragment uit Metamorfosen (gedaanteverwisselingen), geschreven door de Romeinse dichter Ovidius. Bernini heeft het onderstaande fragment letterlijk verbeeld: Zo renden ook de God –uit liefde- en de nimf –uit angst. Toch is haar achtervolger met zijn vleugels van verliefdheid sneller, hij kent geen rust, hij komt steeds dichter in de rug van ’t vluchtend meisje, hijgend in de lokken langs haar schouders. Haar krachten zijn ten eind, ze ziet doodsbleek, is uitgeput van ’t snelle gaan, en omziend naar het water van Peneius roept ze: ‘Ach, vader! Help me! Een riviergod heeft toch macht? Bevrijd me van dit lichaam dat me veel te mooi deed zijn!’ Haar klacht weerklinkt nog, als een starre stijfheid haar bevangt: Haar zachte borst wordt door een dunne laag van schors omsloten, haar armen groeien uit tot takken en haar haar tot loof, haar voeten, eerst zo snel, zijn nu verstokt tot trage wortels, haar hoofd wordt kruin. Haar gratie is het enige wat nog rest. Nog steeds bemint Apollo haar, zijn vingers langs de boomstam voelen haar hart nog sidderen onder de nieuwe bast en met zijn armen om haar takken heen, als om een lichaam, kust hij het hout, maar zelfs dat hout buigt van zijn kussen weg. Uit: Ovidius, ‘Metamorphosen’
Bernini heeft uit het bovenstaande fragment het spannendste moment genomen: Apollo heeft haar net ingehaald en heeft zijn hand al op haar heup. Daphne schreeuwt om hulp en doet een laatste poging om van hem weg te draaien. Tevergeefs: zij verandert al in een boom. De takjes groeien uit haar vingers en haar benen worden bedekt met schors. Hades en Proserpina Mooie beelden, dat zeker, maar of het onderwerp ook zo mooi is… Het gaat er nogal heftig aan toe: met geweld en zeer tegen haar zin wordt Proserpina meegenomen naar de onderwereld. Ook Daphne wordt lastig gevallen, achterna gezeten en gegrepen door Apollo. En dat allemaal voor een kardinaal! Met groot vakmanschap heeft Bernini zijn figuren gebeiteld. Let vooral op de stofuitdrukking. Dat wil zeggen dat je het idee hebt dat je naar vlees kijkt en niet naar steen, met als hoogtepunt de handen van Hades die krachtig in het zachte vlees van Proserpina grijpen. 12
Sint Pieter
Bij binnenkomst vallen meteen de enorme afmetingen van de kerk op. In voetbaltermen: op het vloerplan passen meer dan twee complete voetbalvelden, en in de kerk kunnen meer mensen zitten dan in De Arena. Momenteel bevinden zich in de Sint-Pieter 395 beelden, 44 altaren en 135 mozaïeken. De Sint-Pieter heeft een oppervlakte van 15.160 vierkante meter, en biedt ruimte aan ongeveer 60.000 mensen. Het architectonisch topstuk van de Sint-Pieter is de koepel, ontworpen door Michelangelo. Die is maar liefst 132 meter hoog! De vier ondersteunende pilaren zijn zó groot dat de Utrechtse Domtoren in zijn geheel (dus zowel qua lengte, breedte als hoogte!) in zo'n zuil zou passen. De tekst in de cupola boven het baldakijn is afkomstig uit het Bijbelboek van Matteüs: TV ES PETRVS ET SVPER HANC PETRAM AEDIFICABO ECCLESIAM MEAM. TIBI DABO CLAVES REGNI CAELORVM Gij zijt Petrus, en op deze Rots zal Ik Mijn Kerk bouwen. Aan U zal Ik de Sleutels van het Koninkrijk der Hemelen geven.
Deze letters zijn groter dan je misschien denkt: ze zijn twee meter hoog!
13
Paus Urbanus VIII gaf Bernini de opdracht een baldakijn te ontwerpen voor het hoofdaltaar van de SintPieter. Het was Bernini’s eerste pauselijke opdracht. Hij kreeg daartoe al de gelegenheid op 26jarige leeftijd. Hij realiseerde een 28.5 meter hoog bronzen bouwsel. Voor het eerst verenigt hij op monumentale schaal architectuur met beeldhouwkunst.Het baldakijn tussen de vier pijlers staat boven het graf van Petrus. Volgens de overlevering werd het brons van het dak van het Pantheon gebruikt om het monument te bekleden. Het baldakijn is rijkelijk versierd met verguldsels. Op de hoeken staan beelden van engelen. Op de top bevindt zich het symbool van christendom; een kruis op een gouden bal. Het kruis wordt gedragen door opvallende gebogen voluten. Aan de voorzijde dragen twee putti de tiara en sleutels. Deze symbolen verbeelden de pauselijke macht. Honderden bronzen bijen op het baldakijn verwijzen naar het familiewapen (Barberini) van de opdrachtgever. De gigantische afmetingen, de expressieve hemelwaartse energie en de visuele overdaad brengen tot uitdrukking dat het baldakijn het middelpunt accentueert van het christendom. Bij het exterieur hoort ook het plein voor de basiliek, de Piazza San Pietro (Sint-Pietersplein), dat door Bernini werd ontworpen, evenals de zuilengalerijen die de moederlijke armen van de katholieke kerk symboliseren. Het plein is een ellips, één van de favoriete grondvormen uit barok. Er staan ook twee fonteinen en een Egyptische obelisk op het plein.
14
Sixtijnse Kapel De Sixtijnse kapel is vernoemd naar Paus Sixtus IV, die tussen 1475 en 1480 opdracht gaf tot de bouw van de kapel. De kapel is een uitbreiding van het pauselijk paleis dat van buitenaf vrijwel ontoegankelijk is. Dit komt doordat er in die tijd voortdurend rebellie tegen Rome en de kerkelijke staat was. Het rechthoekige gebouw heeft een afmeting van 40.23 bij 13.41 meter en een hoogte van 20.70 meter. Het is bijna tweemaal zo lang als hoog en driemaal langer dan breed. Deze maten zijn exact de maten van Salomo's tempel. Het bestaat uit drie verdiepingen. Alleen de tweede verdieping is te bezoeken. Paus Sixtus IV gaf Perugino de leiding over de decoratie. Perugino deelde de kapel in twee delen. Op het linkerdeel schilderde hij fresco's met scènes uit het leven van Mozes en op het rechterdeel scènes uit het leven van Christus. Deze keuze was gemaakt, omdat men Mozes als voorloper van Christus zag. Tussen alle ramen schilderde men de eerste dertig bisschoppen van Rome. Hiermee wilde men de relatie tussen Christus en de paus op de voorgrond plaatsen. Op vrijdag 15 augustus 1483 werd de kapel plechtig ingewijd. Het plafond van de kapel was toen nog met een blauw firmament geschilderd, versierd met gouden sterren. Boven het altaar was een fresco van de Hemelvaart van Maria. De vloer was betegeld met marmersteentjes die een mozaïek van geometrische figuren vormden. Ook werden er lijnen op de vloer aangebracht, die het verloop van processies aangaven. De eerste keer is de kapel in vrij korte tijd door een groep kunstenaars voltooid. Een leven van vernieuwing De Sixtijnse kapel is een aantal keren overgeschilderd en gerestaureerd. In 1508 gaf de nieuwe Paus Julius II aan Michelangelo de opdracht om nieuwe fresco's op het plafond te schilderen. Vele schilders wilden deze opdracht graag uitvoeren en Michelangelo was bang dat daar conflicten uit zouden ontstaan. Ondanks zijn verachting voor de schilderkunst nam Michelangelo de opdracht aan. Het was een enorm karwei: 1000 vierkante meter aan fresco’s! Het moet een nukkige man zijn geweest die vrijwel alles alleen heeft geschilderd. Zo’n driehonderd figuren in ongeveer vier jaar tijd! En dat voor een beeldhouwer! In een brief beklaagde hij zich: Dit is toch niet mijn vak. Ik verspil mijn tijd zonder enig resultaat te zien. Moge God mij helpen!
15
Tussen 1508 en 1512 schilderde Michelangelo het gewelf dat moest aansluiten bij de fresco's op de muren. Het belangrijkste onderwerp was de Schepping. In het midden van het plafond zijn vijf van de negen fresco’s scènes uit het scheppingsverhaal. De andere zijn bijbelse verhalen. De fresco's zijn allen omringd door "Ignudi" (naakte jongelingen). Rondom de schilderingen in het midden van het plafond kwamen de portretten van de profeten. In de lunetten en de driehoeken boven de ramen zijn portretten van voorouders van Christus geschilderd. In de vier hoeken van het plafond ziet men scènes uit het Oude Testament, die De Verlossing als onderwerp hebben. In 1535 kreeg de kapel opnieuw een verfbeurt van Michelangelo. De muur achter het altaar was dit keer aan de beurt. Het fresco van de altaarmuur en enige van zijn eigen voorstellingen op het plafond werden verwijderd. Hij schilderde op deze plaats het "Laatste Oordeel". Hij deelde de voorstelling op in twee delen. Links schilderde hij doden die uit hun graf verrijzen. Rechts schilderde hij een voorstelling van verdoemden die naar de hel afdalen. Naast deze voorstellingen is er zowel links als recht een strook van heiligen die links en rechts naast de oordelende Christus staan. Links en rechts van de afbeelding van de oordelende Christus staan engelen. De engelen aan de linker kant houden het kruis en de doornenkroon van Christus vast en rechts tonen de engelen de zuil waaraan Christus was vastgebonden, toen hij gegeseld werd. De vele naakte figuren werden door latere pausen van kleren voorzien. Van 1980 tot 1994 is de Sixtijnse kapel nog een keer gerestaureerd op kosten van Japanse ondernemers, zodat zij alle rechten van reproductie kregen. Hierbij werd een laag vervuiling weggehaald, zodat de schilderingen van Michelangelo weer in hun eigen kleuren te voorschijn kwamen. Deze oorspronkelijke kleuren zijn veel feller na het verwijderen van de vervuiling. 16
Museo Nazionale Romano Het Museo Nazionale Romano is een archeologisch museum en bestaat uit vier verschillende gebouwen. Dit museum bevat de meeste oudheden die in Rome zijn opgegraven. In het Palazzo Massimo, vlakbij het station Termini, kun je schitterende beeldhouwwerken, muurschilderingen en mozaïeken uit het oude Rome zien. Het museum staat op de plek waar ooit het reusachtige thermencomplex van keizer Diocletianus heeft gestaan. Van deze thermen is nog het een en ander bewaard gebleven.
Rustende bokser (brons, 1e eeuw voor Chr.) Palazzo Massimo
Kamer van Livia (muurschildering, 1e eeuw voor Chr.) Palazzo Massimo
Catacomben van Priscilla De catacomben van Rome ontstonden aan het begin van de tweede eeuw na Christus. Het waren christelijke ondergrondse begraafplaatsen, die altijd buiten de stadsmuren moesten liggen. Er zijn meer dan zestig catacomben in Rome, waarvan er maar een paar voor het publiek toegankelijk zijn. De totale lengte van deze gangenstelsels bij elkaar wordt geschat op ongeveer zevenhonderd kilometer. De gangen zijn ca. één meter breed maar soms wel vijf meter hoog. In de wanden zijn nissen uitgehakt. Deze nissen (of loculi) zien er op het eerste gezicht uit als een soort antieke versie van een stapelbed, zoals in een jeugdherberg, maar hier werden toch echt mensen in begraven. Deze nissen werden met marmeren platen afgesloten. Het moet er destijds evenwel niet erg fris geroken hebben. 17
Wij bezoeken de catacomben van Priscilla, de oudste en misschien wel de mooiste van Rome, na zes jaar restauratie weer voor publiek opengesteld. In deze catacomben zijn zeer vroege fresco’s te zien met christelijke onderwerpen. Nieuwe restauratietechnieken brachten een aantal nog niet eerder ontdekte fresco’s aan het licht.
Piazza Navona De Piazza Navona ligt niet ver van het Pantheon en is een van de mooiste pleinen in heel Rome. In de periode van 82 tot 86 na Chr. liet keizer Domitianus hier een stadion bouwen, de Circus Agonalis, voor atletiek en paardenrennen. Het stadion bood plaats aan 33.000 bezoekers. Later verviel het tot een ruïne en in de middeleeuwen werden op de plaats van de tribunes huizen gebouwd. Dit verklaart de langwerpige vorm van het plein. Ook voor de naam van het plein valt iets te zeggen. Waarschijnlijk komt de naam 'Piazza Navona' uit het oud-Grieks "agon", dat "wedstrijd" betekent. Piazza Navona zou dan "plein van de wedstrijden" betekenen. Volgens de dichter Juvenalis (ca. 60-140 n. Chr.) bevond zich oorspronkelijk op de plaats waar op dit moment de Sant' Agnese in Agone staat, een bordeel. Deze zou zelfs door de 'onverzadigbare Valeria Messalina', de derde echtgenote van keizer Claudius die berucht was om haar onzedelijke levenswijze, in vermomming zijn bezocht. De heilige die in de Sant' Agnese vereerd wordt is de Romeinse martelares Agnes. Het is onduidelijk hoe de dertienjarige Agnes in het bordeel terecht kwam, maar toen ze op het punt stond verkracht te worden door een of andere woesteling, werd de engerd door een engel gedood. Plotseling groeiden de haren van de naakte Agnes tot aan haar voeten, zodat niemand van het volk haar blote lichaam zag. Zij werd naar de executieplaats gebracht waar ze, zelfs nadat ze haar verkrachter uit de dood had gehaald, op de brandstapel werd verbrand. In de 15e eeuw heeft paus Sixtus IV het Vaticaan aangewezen als "blijvende zetel der pausen", waardoor het plein in het centrum van Rome kwam te liggen. Er werden "palazzo's" gebouwd, de markt van het Capitool werd naar de Piazza Navona verhuisd en er waren veel feesten. Vooral Spanjaarden en Fransen gedachten hier hun nationale gebeurtenissen. De Spaanse kardinaal Borgia, de latere paus Alexander VI, liet hier bijvoorbeeld een groot stierengevecht houden om de bevrijding van zijn vaderland van de Moren te 18
vieren. Ook werd er door paus Innocentius X (Pamphili) begonnen met 'lo spectacolo del lago'. Het plein werd onder water gezet, zodat er een meer ontstond. Hier maakten koetsiers met koetsen dan rijtochtjes. De lago werd meerdere keren verboden uit angst voor malaria, maar onder druk van de Romeinse Adel toch steeds weer toegestaan. Hierdoor veranderde het plein in de 19e eeuw langzamerhand in een wasplaats voor de paarden en daarom werd de Lago toen definitief opgeheven en het plein werd betegeld. Het plein is versierd met drie fonteinen. Middenop het plein staat de fontein van de vier stromen, de Fontana dei Quattro Fiumi (1648-1651). Het is een meesterwerk van Bernini (1598-1680) in opdracht van paus Innocentius X. Op de sokkel bevinden zich vier riviergoden die de bekende werelddelen vertegenwoordigen: Donau (Europa), Ganges (Azie), Nijl (Afrika), Rio de la Plata (Amerika). Zij hebben alle vier hun eigen symboliek en in het midden van hen staat een obelisk. Deze komt uit de circus van Maxentius aan de Via Appia en is het Egyptische lichtsymbool dat hier gebruikt wordt als symbool voor de pauselijke macht. De obelisk is bekroond met een duif, het dier in het wapen van paus Innocentius X. Zo wordt de fontein gezien als een monument voor het Christendom dat de wereld beheerst. Tussen rotsen in staan dieren uit de streken van de rivieren: een leeuw, een slang, een paard, een armadillo en twee dolfijnen. Bernini heeft ook de Fontana del Moro ontworpen. Het is een waterbassin met daaromheen meerdere zeegoden. Oorspronkelijk had de fontein twee dolfijnen die een zeeschelp droegen, maar de beelden zijn 1874 verplaatst en vervangen door een kopie. De fontein heeft deze naam gekregen vanwege een Moor in het midden van de fontein. Aan de andere kant van het plein staat de Neptunusfontein, de Fontana del Nettuno, die gebouwd is in 1878, naar een ontwerp van Giacomo della Porta. Tegenwoordig komen de mensen vooral naar dit plein om te kijken en bekeken te worden. Op dit plein is altijd wat te zien: circusartiesten, vuurvreters en sneltekenaars.
Sant’Ignazio Andrea Pozzo schilderde een verbluffend knap geschilderd plafond. Als je op een marmeren schijf op de vloer gaat staan en recht omhoog kijkt klopt het perspectief. Vanaf dat gezichtspunt kun je niet meer zien waar de echte, overdadig versierde muren, overgaan in de geschilderde muren en decoraties. Het hoogtepunt van dit plafond is de koepel. Er is helemaal geen koepel, het is een plat, rond beschilderd doek! 19
Pantheon Het Pantheon ligt aan de Piazza della rotonda en is het grootste en het langst bewaarde monument uit de Romeinse oudheid. Doordat de architectuur (bouwkunst) zo simpel is en omdat de Byzantijnse keizer Phocas het Pantheon aan Bonefatius IV schonk, is de structuur heel lang (een aantal eeuwen) bijna onveranderd gebleven. De architect (maker van het gebouw) is niet bekend. De opdrachtgever (Marcus Agrippa (63-12 voor Christus)) staat boven de architraaf ingebeiteld. Hij was de schoonzoon van keizer Augustus. Wat er helemaal staat is M. AGRIPPA L.F.COS.TERTIVM FECIT. Dat betekent: Marcus Agrippa, zoon van Lucius, voor de derde keer consul, heeft deze tempel laten bouwen. Marcus Agrippa droeg het bouwwerk op aan "de meest heilige" (dat betekent in het Grieks dan weer Pantheon) "Planeetgoden". Dus daarom staat de koepel voor het heelal en het gat voor de zon. Dus niet zoals de meeste mensen denken, voor de goden. In de loop van de eeuwen heeft het Pantheon veel geleden. Zoals beschadigingen en plunderingen. Zo haalde Paus Gregorius III de bronzen dakpannen weg. In 80 na Christus is het Pantheon afgebrand omdat het toen getroffen was door de bliksem. Keizer Domitanius heeft het toen weer opgebouwd maar tevergeefs want in 110 na Christus werd het gebouw helemaal door de brand verwoest. Daarna heeft keizer Hadrianus het iets ten zuiden van de plaats waar het eigenlijk stond weer opgebouwd (118-125 na Christus). Binnen in het Pantheon heb je treden, deze treden leiden naar beneden in het portiek. Eigenlijk waren deze treden naar boven, naar de ingang maar de grond is veel gestegen sinds die eeuwen geleden. Het portiek is 33 meter breed en 45 meter hoog, er staan ook 16 granieten zuilen met Corinthische kapitelen van 12,5 meter, die 4,5 meter van elkaar afstaan. Er zijn ook twee authentieke bronzen deuren. De koepel van het Pantheon is een grote prestatie van Romeinse architecten. De hoogte van de grond tot het bovenste puntje van de koepel is 43,2 meter, de diameter is even groot. De muren die de koepel "dragen" zijn 21,6 meter dat is precies de helft van de diameter. Vanaf daar begint de koepel.
20
Als je in het Pantheon staat, denk je dat je in een bal staat omdat de koepel als het ware gespiegeld wordt in de diameter maar… de onderstaande helft zijn eigenlijk muren die in een rondje staan als een soort cilinder. Deze muren zijn 6,2 meter dik. Het enige zonlicht in de tempel komt van een ronde opening boven in de koepel. Deze werd gemaakt zodat de mensen die daar begraven werden vlak bij de goden van de Olympus waren. Eigenlijk staat het gat voor de zon. Die opening heeft een doorsnede van 9 meter. De eerste Christelijke keizers verboden de mensen de tempel te gebruiken voor aanbidding van hun goden en de tempel bleef ongebruikt. Totdat paus Bonnefatius IV (608-615), de tempel wijdde aan Maria. Het Pantheon werd en wordt (nu ook nog) gebruikt. Men gebruik(t)en het Pantheon voor het begraven van beroemde en voorname mensen. Bijvoorbeeld de Italiaanse koningen (Victor Emmanuel II en Umberto I), Consalvi en de schilder Rafaël.
Trevifontein De Trevifontein (of Fontana di Trevi) is de grootste en bekendste fontein van Rome. De fontein is circa 26 meter hoog en ongeveer 22 meter breed. Zij is gelegen aan een pleintje, het Piazza di Trevi. Ze is getekend door Bernini en ruim 50 jaar later gebouwd door de architect Nicola Salvi, in de stijl van de late .barok De fontein is tegen de achtergevel van het Palazzo Poli gebouwd. In het keizerrijk was het de gewoonte om een monument op te richten op plaatsen waar water vanuit nieuwe bronnen Rome binnen kwam. De fontein is gebouwd in opdracht van Paus Clemens XII. Het thema van het bouwwerk is de oceaan met majestueuze zeegod Neptunus op een schelpvormige strijdwagen die door gevleugelde paarden en jonge zeegoden (tritons) naar de oceaan wordt getrokken. Het ene paard is rustig, het andere steigert. Dit symboliseert de twee gezichten van de zee. In twee nissen staan links en rechts de uitbeeldingen van Overvloed en Gezondheid. Rechts bovenaan ziet men een afbeelding van een maagd die een soldaat de plek van een bron aangewezen zou hebben. 21
De mythe Wanneer men met de rug naar de fontein staat en met rechts over de linkerschouder twee muntjes in gooit, de ogen sluit, aan Rome denkt en uitroept “Arrivederci Roma, tibi gratia volo, in tiberis aqua tua fluit"( = tot wederziens Rome, ik wil je genade, je water stroomt naar de Tiber) zal men ooit terugkeren naar Rome. (Vroeger dronken de mensen ook het water uit de fontein als ze dorst hadden en ook om dezelfde bijgelovige reden). Een andere zienswijze zegt dat het werpen van de twee muntjes u in staat moet stellen 'uw geliefde' te ontmoeten in de Eeuwige stad. Er worden zeer aanzienlijke hoeveelheden munten in de fontein gegooid en het recht om deze uit de fontein te halen wordt door de gemeente Rome verpacht. De naam Trevi komt van de woorden tre via (drie wegen). Vroeger kwamen er namelijk drie wegen uit op het plein van de fontein.De fontein is het decor geweest van diverse films, onder andere La Dolce Vita.
22
Santa Maria della Vittoria Extase van de Heilige Teresa (Bernini) In de Santa Maria della Vittoria bezoeken we een opzienbarend werk van Bernini. Het doel van ons bezoek aan deze kerk is De Extase van de Heilige Teresa (1646). Je ziet een complexe voorstelling. Bernini heeft er een soort theaterstuk van gemaakt, waarbij schilderkunst, beeldhouwwerk en architectuur samensmelten Dit kunstwerk toont ons het visioen van de 16de eeuwse heilige Teresa van Avila. Een engel doorboort haar hart met een gouden pijl. Het achterover gezakte hoofd van Teresa, met gesloten ogen en open mond, in combinatie met haar lichaam dat krachteloos wegzakt, heeft menigeen de wenkbrauwen doen fronsen. Wat zien we hier eigenlijk? De engel lijkt bovendien op Cupido. Kortom: het is bedoeld als een liefdesverklaring aan God en niet als een erotische voorstelling, maar het lijkt er toch wel een beetje op. Aan de sensuele uitstraling van de heilige is door tijdgenoten nogal eens aanstoot genomen. Deze sensuele taal is overigens wel in overeenstemming met het door haar zelf beschreven visioen: Op een dag verscheen er een wonderschone engel aan mij. In zijn hand zag ik een lans en de punt ervan leek uit vuur te bestaan. Deze, zo kwam het mij voor, stak hij mij een aantal keer in het hart, zodat ik in het diepst van mijn ziel geraakt werd. De pijn was zo echt dat ik een paar maal luid kreunde, maar tegelijk was hij zo onbeschrijflijk zoet dat ik niet kon verlangen ervan verlost te worden. Geen aardse vreugde kan meer bevrediging schenken. Toen de engel zijn lans terugtrok, bleef ik met grote liefde voor God achter. De familie Cornaro is weergegeven als toeschouwer van het wonder. Zij zitten in loges in de zijmuren, op dezelfde hoogte als het centrale beeld. De ruimte met de engel en Teresa is echter wel duidelijk gescheiden van de familie Cornaro door middel van een forse omlijsting. De Cornaro’s lijken zich in dezelfde ruimte te bevinden als wij, terwijl de ruimte waarin de Heilige Teresa zich bevindt hiervan gescheiden is. Het beeld wordt belicht door een verborgen raam. Deze verborgen lichtbron en de wolk waarop het geheel is afgebeeld lijken het beeld tot een visioen te transformeren. Bernini wilde dat zijn beeld gewichtloos zou lijken. Daarin is hij zeker geslaagd! De twee figuren bevinden zich op een wolk. Door de overdaad aan vouwen en plooien, de lege ruimte onder de wolk en de gouden zonnestralen lijkt Teresa te zweven.
23
Trastevere
Trastevere ligt aan de westkant van de Tiber en hoewel deze wijk op loopafstand van het centrum van Rome ligt, waan je je hier in een dorpje buiten Rome. In deze schilderachtige oude wijk met smalle straatjes en kleine pleintjes lijkt er nog een ambiance te hangen van de voorbije eeuwen. Verscholen in de wirwar van steegjes staan enkele middeleeuwse kerkjes en kleine trattoria's. Maar de slaperige sfeer van overdag verandert wanneer Trastevere wordt overspoeld door mensen die afkomen op het bruisende nachtleven in deze wijk. Hier vind je een scala aan geweldige restaurants, cafés, bioscopen en clubs en er lijken elke maand weer nieuwe trendy uitgaanspots bij te komen.
De beroemdste kerk van Trastevere is de Santa Maria in Trastevere. Deze basilica is vermoedelijk het eerste officiële christelijke godshuis dat in Rome in de 4e eeuw is gebouwd. Deze plek werd indertijd niet zomaar gekozen: in 38 v. Chr. kwam rechts waar nu het hoofdaltaar staat een dag lang een stroom olie, de 'fons olei', uit de grond. Achteraf werd dit als een teken gezien van de nadere komst van Christus. De huidige kerk dateert overwegend uit de 12e eeuw en bezit prachtige goudkleurige Cavallini-mozaïeken en gevelmozaïeken. De kerk is onder andere gebouwd met gestolen materiaal van de termen van Caracalla en de 22 zuilen in het schip zijn allemaal afkomstig uit ruïnes van gebouwen uit het klassieke Rome. Wanneer je wilt genieten van de klassieke charme van Trastevere, kun je het beste in de ochtend deze wijk verkennen. Later op de dag stromen de straatjes en stegen vol mensen en staan overal tafels van restaurants en cafés op straat. Vooral rondom de Piazza di Santa Maria en voor de pizzeria's langs de Viale di Trastevere is het druk.
24
Villa d`Este - Tivoli
Nadat jullie vrijdagochtend zijn uitgezwaaid door de gastouders, brengen we nog een bezoek aan het stadje Tivoli, ongeveer 25 km ten oosten van Rome. Hier bezoeken we de Villa d`Este, genoemd naar de opdrachtgever, kardinaal Ippolito d`Este. Dit buitenverbijf is vooral bekend om zijn fraaie terrastuinen, fantasiegrotten en fonteinen. Zo is er de Viale delle Cento Fontane, een lange rij met wel honderd fonteinen. Na een paar dagen in de drukke stad is het heerlijk om even bij te komen in deze schitterende sprookjestuin!
En hier gaan we woensdag eten om 18.30
Restaurant Grazia & Graziella Largo M. D. Fumasoni Biondi 5 - Trastevere
25
Tips voor de vrije middag woensdag
Chiesa della Concezione (Convento dei Frati Cappuccini) De zogenaamde knekelkerk; alle versieringen zijn er gemaakt van menselijke botten. Misschien een beetje eng, maar bijzonder is het wel. Via Vittorio Veneto 27
De San Clemente Drie-in-één kerk. Het is een van de oudste Christelijke kerkeken van Rome, maar onder het straatniveau gaan resten van nog veel oudere gebouwen schuil. Ongeveer twintig meter diep zijn delen van huizen gevonden die uit de laatste eeuw van de Romeinse Republiek (500 – 27 v. Chr.) stammen en door de grote brand ten tijde van Keizer Nero moeten zijn verwoest. Bij de wederopbouw van Rome zijn deze huizen als fundering gebruikt voor de nieuwe huizen. Daar tussenin zie je de resten van een woonhuis uit de vroege vierde eeuw en er is ook nog een deel van een Mthras-tempel te zien.
Pozzo-Corrodoio Een gang met een prachtige trompe l’oeil. Naast de Il Gesù (Piazza del Gesú 45). Het plafond in deze gang ziet er vreemd uit met raar gekromd stucwerk. Maar als je precies op het juiste punt gaat staan (zoek naar het gemarkeerde punt op de vloer) dan klopt het perspectief en lijken de balken aan het plafond recht met hoeken van 90 graden! Meesterlijk geschilderd gezichtsbedrog. (Let op: gesloten tussen 12.30 en 16.00)
26
La Bocca della Verità In de Santa Maria in Cosmedin: wie jokt, raakt zijn hand kwijt!
De Aventijn Een prachtige, rustige wijk, van waaruit je uitzicht hebt over de hele stad.
Via Condotti Chique en stijlvolle winkelstraat met alle topmerken uit de Italiaanse modewereld: Prada, Gucci, Valentino, Armani etc. Leuk om te kijken, maar wel heel erg duur!
Campo de’ Fiori of de Mercato di Testaccio; kleurrijke markten, waar van alles te koop is.
Gelaterie Vergeet niet om een bezoek te brengen aan één van de vele ijssalons!
27
De gastgezinnen Logeren in een gastgezin Bij het organiseren van de buitenlandse schoolreizen hebben we er bewust voor gekozen de leerlingen in een gastgezin te laten verblijven. Dat heeft de volgende achtergronden: Bij een verblijf in een ‘gewoon’ Italiaans gezin krijg je een inkijkje in de echte Italiaanse manier van leven. Als je met een klein groepje medeleerlingen overnacht in een gastgezin kom je meer aan slapen en rusten toe dan wanneer je met een grote groep leerlingen in een (jeugd)hotel verblijft. Een bezoek aan een grote stad is behoorlijk vermoeiend, en je zult je slaap ’s nachts hard nodig hebben. We realiseren ons dat sommigen van jullie het enorm spannend vinden om bij een Italiaans gezin te wonen. Daarom zijn de gastgezinnen zorgvuldig geselecteerd door de organisatie die de schoolreis organiseert. Die organisatie heeft al vele jaren ervaring met gastgezinnen in verschillende Europese landen. Sommige gezinnen zijn welvarender en hebben een grotere mate van luxe dan andere. We verwachten dat je je daaraan zult kunnen aanpassen, evenals aan de andere (eet)gewoontes dan je misschien gewend bent. Stel je open voor het avontuur en geniet van eventuele nieuwe gerechten en onbekende gebruiken. Onze ervaring is dat gastgezinnen vriendelijk en gastvrij zijn en wij gaan ervan uit dat jullie je als gasten gedragen. Houd je dus aan de huisregels. Niet alle leden van de gastgezinnen zullen even goed Engels spreken, maar met een beetje goede wil kom je een heel eind. Het helpt enorm als je laat merken dat je je van tevoren een beetje verdiept hebt in de Italiaanse taal en als je een paar standaarduitdrukkingen gebruikt, zoals ‘per favore’, ‘grazie’, ‘buon giorno’. Neem je snelcursus Italiaans mee, daar staan heel nuttige kant en klare uitdrukkingen in. De gastgezinnen doen erg hun best om het de gasten naar de zin te maken. Dat betekent dat ze gerechten serveren en lunchpakketten klaarmaken waarvan ze verwachten dat jullie ze zullen waarderen. Het is natuurlijk erg moeilijk om het iedereen naar de zin te maken, dus het kan zijn dat er iets op tafel komt dat je niet lust. Proef in ieder geval wat er geserveerd wordt, misschien valt het erg mee en moet je er alleen een beetje aan wennen. Als er iets geserveerd wordt dat je absoluut niet wilt of mag eten, probeer dat dan beleefd duidelijk te maken. De gastgezinnen krijgen van ons informatie over diëten en etenswensen zoals ‘geen (varkens)vlees’ en ‘geen melkprodukten’, maar als er een vergissing gemaakt wordt mag je daar best beleefd op wijzen. Iedere dag krijg je een lunchpakket mee. Ook daarvoor geldt: probeer ook de onbekende gerechten, ze zouden best heel lekker kunnen zijn! Lust je iets uit je pakket niet, dan kun je misschien ruilen met iemand anders. Gooi geen spullen uit je lunchpakket weg in de prullenbak van het gastgezin (ook niet na thuiskomst uit de stad), dat staat erg onaardig. Als je van jezelf weet 28
dat je een ‘lastige eter’ bent, neem dan eventueel wat vertrouwd broodbeleg mee van huis. Mocht je het idee hebben dat je het niet zo goed getroffen hebt met je gastgezin, realiseer je dan dat je er vrijwel alleen bent om te slapen en te eten. Als je echt serieuze klachten hebt, meld die dan zo snel mogelijk bij de leiding, dan kunnen we proberen er iets aan te doen. Het heeft natuurlijk geen zin om achteraf over je gastgezin te gaan klagen! Het is een goed idee om een klein cadeautje mee te nemen voor je gastgezin, bijvoorbeeld een typisch Nederlandse lekkernij, zoals stroopwafels of hagelslag. Het wordt zeer gewaardeerd door de gastgezinnen en geeft je meteen iets om over te praten. Hou het wel bij een kleinigheidje en overdrijf ’t niet. Tenslotte: zie het verblijf in een gastgezin als een unieke kans op een kijkje in een authentiek Italiaans gezin, realiseer je van tevoren dat het waarschijnlijk heel anders is dan thuis en dat dat een heel interessant onderdeel is van deze fantastische culturele reis!
29
Trasporto pubblico – het openbaar vervoer En zorg ervoor dat je weet waar je naar toegaat. Je hebt iedere dag een programma: neem dat mee en zorg ervoor dat je op tijd op de afgesproken plekken bent. De groep is afhankelijk van jou! Neem altijd een plattegrond van Rome mee als je de stad ingaat. En een lijstje met mobiele nummers van de begeleiders en klasgenoten. Zo kun je in ieder geval de anderen bereiken als dat nodig mocht zijn. Je belt via Nederland, dus eerst 00-31 en vervolgens het 06 nummer. (De 0 weglaten) Een veilig gevoel toch!?!
Metro
30
31