Orlemans & Orlemans
Beoordelingsformulieren In elke prestatie zitten zoals hierboven uiteengezet (p. 81) vijf elementen verpakt. Het Takenblad is daarop gebaseerd. Om elk van die vijf elementen grondig te kunnen beoordelen volgt hier voor elk van de vijf een beoordelingsformulier. Zelfkennis bereik je vooral door gedragsobservatie (p. 65) vandaar dat elk formulier begint met luisteren en kijken: de leerprincipes 1 en 2. Achtereenvolgens worden beoordeeld: • De vakkennis: Hoe is mijn kennisniveau? • De vaktechnische vaardigheden: Wat doe ik met mijn kennis? • Sociale kennis: Wat weet ik over communicatie? • Sociale vaardigheden: Hoe ga ik met collega’s om? • Motivatie: Hoe zet ik mij in voor mijn werk? Aan het slot van elke pagina staat de vraag of er ten aanzien van het betreffende element belemmeringen zijn. Dat is hetzelfde als een gebrek aan kansen.
Bijlage behorend bij Instructieboek Werkplaats voor Gedrag
© Orlemans & Orlemans
Orlemans & Orlemans
Werkplaats voor Gedrag
Vakkennis Wat weet ik? Hoe is mijn kennisniveau?
De vragen of mogelijke observaties die hier genoteerd staan, zijn slechts voorbeelden. Vul ze zelf aan. Noteer in je werkboek eventuele mankementen of ontwikkelingsdoelen.
Luister naar anderen en kijk naar hun gedrag Kun je op het werk vrij over jouw niveau van vakkennis praten? Geven collega’s wel eens advies? Word je dan geïrriteerd of maak je er dankbaar gebruik van? Kijk je goed naar de toppers op je afdeling of ben je er alleen maar jaloers op? Zijn jongere collega’s beter op de hoogte dan jij? Komen ollega’s komen vaak bij jou om informatie te vragen. Ik hoor wel eens dat mijn kennis niet meer actueel is.
Kijk naar je gedrag Vraag ik vaak om uitleg bij anderen? Houd ik de vakliteratuur bij? Vragen collega’s vaak aan jou hoe iets in elkaar zit? Heb je het idee dat je veel meer aan de weet moet komen? Mag je laten merken dat je iets niet weet? Zijn de instructies duidelijk? Ben jij min of meer de vraagbaak in de afdeling? Ik weet bijna altijd hoe een probleem in elkaar zit. Ik ken de procedures van deze taak. Van de trainingen die ik heb gevolgd, kan ik me niet veel herinneren. Ik weet informatie te vinden die voor mijn functie belangrijk is. Ik ben mij bewust van mijn kennisniveau. Als ik trainingen heb gevolgd, kijk ik nog regelmatig in de syllabi om kennis op te frissen. Ik heb aanvullende scholing hard nodig.
Algemene ontwikkeling Vaak moet je verslagen maken of andersoortig schriftelijk werk doen. Hoe staat het met je algemene ontwikkeling? Denk aan spelling, zinsopbouw, elementair rekenwerk en dergelijke. Mankeert daar het een en ander aan maak er dan een ontwikkelingsdoel van. Vraag eventueel of je een (schriftelijke) cursus mag volgen.
Belemmeringen De instructies voor deze taak zijn te globaal en verouderd. Ik heb al lang niets meer gedaan aan het opfrissen en aanvullen van kennis. Ik verwijs naar mijn ‘rijke’ ervaring als ik een opmerking krijg over mijn tekort aan kennis. Ik vind het moeilijk om regelmatig nieuwe kennis op te nemen. Geef jezelf een cijfer op het takenblad en noteer een toelichting daarop in je Werkboek.
Bijlage behorend bij Instructieboek Werkplaats voor Gedrag
© Orlemans & Orlemans
Orlemans & Orlemans
Werkplaats voor Gedrag
Vaktechnische vaardigheden: Doen Wat doe ik met mijn kennis? Wat ben ik in de praktijk waard?
De vragen of mogelijke observaties die hier genoteerd staan, zijn slechts voorbeelden. Vul ze zelf aan. Noteer in je werkboek eventuele mankementen of ontwikkelingsdoelen.
Luister naar anderen en kijk naar hun gedrag Geven collega’s wel eens feedback over jouw doen en laten en neem je dat ter harte? Of word je dan een beetje pissig? Zo iets als: bemoei je met je eigen zaken, je bent mijn coach niet. Let ik er goed op hoe de toppers het doen en probeer ik dat na te bootsen. Ben ik van mening dat voorbeeldgedrag van collega’s een uitstekende leerschool zijn?
Kijk naar je gedrag Ik heb veel mooie plannen. Dat laat ik iedereen weten. Fraaie beleidsnota’s liggen op mijn bureau. Nota’s met zeer moderne termen. Maar blijft het daar meestal bij? Vaak komen collega’s bij mij vragen hoe ze iets moeten doen. Ik schijn erg ervaren te zijn. Ik ben nog paar pas begonnen in mijn job maar ben goed bezig met ervaring op te doen. Mijn kennis is misschien niet zo grondig maar met doen heb ik geen problemen. Ik lees richtlijnen, kijk hoe collega’s het doen, vraag om uitleg. Ik heb de leerprincipes uit hoofdstuk 4 goed voor ogen en weet precies hoe ik mijn vaardigheden kan verbeteren. Tijdens overleg kijk ik nooit naar ervaren collega’s. Ik dop mijn eigen boontjes. Het lukt me niet om de snelle ontwikkelingen bij te houden. Ik let er zelden op hoe ervaren collega’s hun werk doen. Over praktijkproblemen heb ik structureel overleg met collega’s. Ik weet eigenlijk niet goed wat ik onder ervaring moet verstaan.
Belemmeringen Durf ik om feedback te vragen? Zeg ik ook wel eens ronduit tegen een collega of ondergeschikte dat hij dit of dat beter anders kan doen? Bespreek ik wel eens de taakverdeling in het werk? Kom ik tijdens een werkoverleg voor mijn mening uit? Een bepaalde collega met wie ik ervaring zou kunnen uitwisselen, zit te ver van mij af. Ik vind het te druk op de afdeling, zodat ik mij niet kan concentreren. Ik zou niet weten wat ik moet doen om mijn technische vaardigheden op peil te houden. Ik presteer matig, maar weet niet of dat aan mijn kennis ligt of aan gebrek aan daden. Geef jezelf een cijfer op het takenblad en noteer een toelichting daarop in je werkboek.
Bijlage behorend bij Instructieboek Werkplaats voor Gedrag
© Orlemans & Orlemans
Orlemans & Orlemans
Werkplaats voor Gedrag
Sociale kennis Wat weet ik over communicatie, gespreksvoering en stijlen van werken?
De vragen of mogelijke observaties die hier genoteerd staan, zijn slechts voorbeelden. Vul ze zelf aan. Noteer in je werkboek eventuele mankementen of ontwikkelingsdoelen.
Luister naar anderen en kijk naar hun gedrag Mijn partner leert me veel over mijzelf. Ik luister goed want wat ze zegt geldt doorgaans ook voor mijn verhoudingen op het werk. Op ons werk wordt vaak gepraat over communicatie en ik doe daar aan mee.
Kijk naar je gedrag Syllabi over communicatietrainingen lees ik nog regelmatig door. Als de samenwerking met een collega niet goed verloopt, zoek ik uit waar dat in zit. Ik lees geen boeken of artikelen over sociale vaardigheden; vakkennis is veel belangrijker. Gesprekken voor mijn werk gaan gewoon goed. Zelfonderzoek is verder niet nodig. Na een cliëntcontact noteer ik nimmer ook iets over mijn gespreksvoering. Ik ken nauwelijks informatie die voor mijn persoonlijke ontwikkeling belangrijk is. Tijdens mijn opleiding heb ik veel geleerd over sociale vaardigheden. Wat anderen over mij zeggen, laat me koud. Ik lees geen boeken of artikelen over sociale vaardigheden. Vakkennis is belangrijker. Ik hoor wel wat ze over me zeggen, maar ze hebben het meestal mis. Als iemand een opmerking maakt over mijn gedrag, ben ik geneigd om boos te worden.
Belemmeringen Is er op het werk een open sfeer van communicatie? Doe je daar zelf aan mee? Vraag je wel eens om advies voor het opstellen van je pop? Ben je bang dat je jezelf de das om doet als je laat merken dat je iets niet weet over communicatie? Ik heb niet veel aan de uitleg die ik van collega’s krijg. Geef jezelf een cijfer op het takenblad en noteer een toelichting daarop in je Werkboek.
Bijlage behorend bij Instructieboek Werkplaats voor Gedrag
© Orlemans & Orlemans
Orlemans & Orlemans
Werkplaats voor Gedrag
Sociale vaardigheden: Doen Hoe ga ik om met medewerkers, collega’s, klanten?
De vragen of mogelijke observaties die hier genoteerd staan, zijn slechts voorbeelden. Vul ze zelf aan. Noteer in je werkboek eventuele mankementen of ontwikkelingsdoelen.
Luister naar anderen en kijk naar hun gedrag Heb je in de gaten dat collega’s ook op non-verbale wijze laten merken dat je niet goed communiceert. Neem je opmerkingen over jouw sociaal functioneren serieus? Ben erop gespitst als anderen over je zeggen: ‘daar heb je hem weer’ of ‘hij altijd met zijn opmerkingen’. Let je goed op het het gedrag van collega’s die heel prettig en gemakkelijk met anderen omgaan. Hoe doen ze dat?
Kijk naar je gedrag Wat anderen van mij zeggen laat me koud. Ik ben open in het tonen van gevoel. Ik luister goed naar wat anderen zeggen en vat dat eerst samen voor ik reageer. Ik vraag door tot het standpunt van de ander helder is. Ik kan goed mijn excuses maken als ik iemand onheus behandeld heb. Ik gun mezelf geen tijd om zorgvuldig naar mijn doen en laten op sociaal gebied te kijken. Ik laat mijn rapportage zelden of nooit nakijken door meer ervaren collega’s. Mijn gesprekken met klanten lopen vrij goed. Ik probeer mij bewust te zijn van mijn vooroordelen. Ik voel goed aan of de ander geblokkeerd raakt in een gesprek. Ik kan goed positieve feedback geven. Ik kan goed omgaan met conflicten en meningsverschillen. Ik ben erop uit om win-winsituaties te creëren. De volgende uitspraken zijn vooral van belang voor leidinggevenden: Ik houd mij bezig met de persoonlijke ontwikkeling van mijn medewerkers. Ik toon belangstelling voor de zorgen van mijn mensen. Ik kan een groep mensen inspireren en leiden. Ik ben oplossingsgericht bij conflicten. Ik kan goed delegeren. Ik voel aan wat mijn mensen lastig vinden. Ik voel me betrokken bij de dagelijkse werkzaamheden van mijn medewerkers. Ik ondersteun mijn medewerkers bij het realiseren van hun doelen.
Belemmeringen Mijn collega’s zijn nogal gesloten. In functie- en beoordelingsgesprekken wordt alleen maar over omzet gepraat. In ons team worden misverstanden niet uitgepraat. Je bent hier een ‘watje’ als je je emoties laat zien. Ik ben zo druk bezet dat ik geen tijd overhoud om me verder bij te scholen. Mijn collega’s hebben het te druk om me te informeren. Collega’s die mij goed zouden kunnen informeren, zitten te ver van mij weg. Geef jezelf een cijfer op het takenblad en noteer een toelichting daarop in je Werkboek.
Bijlage behorend bij Instructieboek Werkplaats voor Gedrag
© Orlemans & Orlemans
Orlemans & Orlemans
Werkplaats voor Gedrag
Motivatie Hoe zet ik mij in voor mijn werk? Ben ik erop uit mijn taken, ook als ik die niet zo prettig vind, toch zo goed mogelijk te doen?
Als je een inschatting moet maken van de motivatie voor je huidige baan, hoef je niet alle taken die daarbij horen af te gaan. Er zullen ongetwijfeld taken zijn die je minder leuk vindt. De belangrijkste vraag is dan ook of je over het geheel tevreden, misschien wel gelukkig bent met de functie die je hebt, met het soort werk dat je doet en of je alle taken, leuk of niet, met inzet uitvoert. De vragen of mogelijke observaties die hier genoteerd staan, zijn slechts voorbeelden. Vul ze zelf aan. Noteer in je werkboek eventuele mankementen of ontwikkelingsdoelen.
Luister naar anderen en kijk naar hun gedrag Wat hoor je wel eens over jou zeggen? ‘Loop je er weer de kantjes vanaf? Moeten wij weer de kastanjes uit het vuur halen?’ Merk je dat collega’s graag bij je aankloppen omdat je altijd bereid bent hen te helpen of te woord te staan? Wat krijg je over je inzet te horen tijdens functionerings- en beoordelingsgesprekken?
Kijk naar je gedrag of naar wat je tegen jezelf zegt over het werk. Ik zet me alleen in voor de taken die mij aanstaan. Het werk is voor mij een creatieve uitdaging. Ik ben trots op het klaren van een klus. Mijn werk biedt me de kans om vooruit te komen. Mijn werk biedt geen perspectief voor de toekomst. Steeds nieuwe dingen leren boeit mij. Deze taak is te moeilijk voor mij. Bij deze taak verveel ik me. Ik ga door tot de taak af is, ook al moet ik ervoor overwerken. Ik weet precies wat ik moet doen. Deze taak vind ik niet leuk. Maar hij is nodig voor het werk en dus zet ik mij er voor in. Belemmeringen Een belangrijke belemmering voor motivatie is als de werkdoelen ofwel te makkelijk of te moeilijk voor je zijn. Zo niet of ze dan helder en duidelijk zijn of je precies weet wat je moet doen om je doel te bereiken. Zo ja, of die werkdoelen ook jouw eigendom zijn, ook jouw doelen zijn. Zo ja, of je dan voldoende feedback krijgt over de vorderingen naar dat doel. Je merkt al dat motivatie zeer nauw samenhangt met de vier vorige elementen. Wat je goed kunt, zul je over het algemeen ook graag doen en omgekeerd. Geef jezelf een cijfer op het takenblad en noteer een toelichting daarop in je Werkboek.
Bijlage behorend bij Instructieboek Werkplaats voor Gedrag
© Orlemans & Orlemans