Beoordeling brandwerende puiconstructies Instructie Versie 2
Datum Status
22 april 2011 Definitief
Definitief | Beoordeling brandwerende puiconstructies | 22 april 2011
Colofon
Versie
2
T 0800 - 899 1103
[email protected]
Pagina 3 van 17
Definitief | Beoordeling brandwerende puiconstructies | 22 april 2011
Inhoud
1
Inleiding ........................................................................................................... 6
1.1
Algemeen........................................................................................................................... 6
1.2
Doel .................................................................................................................................. 6
1.3
Opbouw ............................................................................................................................. 6
2
Toepassingsgebied en beoordelingsdiepgang ......................................................... 8
2.1
Toepassingsgebied .............................................................................................................. 8
2.2
Beoordelingsdiepgang .......................................................................................................... 8
3
Aanpak ............................................................................................................. 9
3.1
Overzicht te beoordelen puien .............................................................................................. 9
3.2
Opname ............................................................................................................................. 9
3.2.1
Opnameformulier ................................................................................................................ 9
3.2.2
Hulpmiddelen ................................................................................................................... 10
3.3
Beoordelingsmethode ........................................................................................................ 10
3.3.1
Beoordeling kozijn ............................................................................................................. 10
3.3.2
Beoordeling glas en panelen ............................................................................................... 11
3.3.3
Beoordeling deuren ........................................................................................................... 12
3.3.4
Expert Judgement ............................................................................................................. 12
3.4
Adviesformulier................................................................................................................. 12
3.5
Beoordelingsrapportage ..................................................................................................... 13
4
Toelichting ...................................................................................................... 14
4.1
Algemeen......................................................................................................................... 14
4.2
Doelgroep ........................................................................................................................ 14
4.3
Totstandkoming ................................................................................................................ 14
4.4
Verantwoording van gemaakte keuzes in deze POV ............................................................... 14
4.5
Afwegingen, aannames en keuzes ....................................................................................... 15
Pagina 5 van 17
Definitief | Beoordeling brandwerende puiconstructies | 22 april 2011
1
Inleiding
1.1
Algemeen De beoordeling van bestaande puien op brand- en rookwerende eigenschappen is lastig. Hier zijn verschillende redenen voor. Zo is de materie complex, omdat puiconstructies zijn samengesteld uit een grote variatie van (combinaties van) materialen in allerlei afmetingen. Daarnaast is bewijsmateriaal in de vorm van testrapporten (certificaten) veelal – zo dit er ooit was – onvindbaar. Wanneer een testrapport wel voorhanden is kan blijken dat de kwaliteit van de betreffende pui niet aantoonbaar is, omdat deze – bijvoorbeeld vanwege de afmetingen - buiten het toepassingsgebied van het testrapport valt. Moeten deze puien daarom allemaal vervangen worden voor nieuwe puien met een testrapport of zijn er andere mogelijkheden om brand- en rookwerendheid aantoonbaar te maken en te borgen? Met deze instructie en bijbehorende documenten (tezamen aangeduid als POV, projectoverstijgend vraagstuk) geeft de Rijksgebouwendienst instrumenten voor de beoordeling van brandwerende puiconstructies in bestaande gebouwen in de gevallen waarin (wettelijk) erkende kwaliteitsverklaringen (testrapporten) ontbreken. De POV komt dus niet in de plaats van regelgeving en (NEN)normen. Aan beoordelingsrapportages op basis van deze POV kunnen geen rechten worden ontleend inzake het voldoen aan het wettelijk kader. Uitspraken hierover zijn voorbehouden aan het (lokale) bevoegd gezag. De POV heeft derhalve uitsluitend een private betekenis en geen publieke.
1.2
Doel Het doel van deze POV is het beschrijven van een uniform hanteerbare werkwijze waarmee met een aanzienlijke betrouwbaarheid de brand- en rookwerendheid van bestaande puiconstructies kan worden beoordeeld. De POV heeft tevens als doel om de maatregelen te bepalen waarmee (alsnog) de vereiste brand- en rookwerendheid kan worden behaald. Deze POV heeft als subdoel om het kennisniveau van de markt te vergroten, maar vooral ook de beoordeling te uniformeren. Het streven is dat deze uniforme methode in 80% van de gevallen leidt tot een beoordeling van de kwaliteit en de eventueel te treffen maatregelen. Deze beoordeling moet er op zijn gericht dat de brand- en rookwerendheid van een bestaande pui door middel van visuele beoordeling en met beperkte hulpmiddelen is te beoordelen. Demontage en/of destructief onderzoek kan noodzakelijk zijn, maar het streven is om dit zoveel mogelijk te voorkomen.
1.3
Opbouw In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op het toepassingsgebied en de randvoorwaarden van deze POV. In hoofdstuk 3 is de daadwerkelijke POV opgenomen. In hoofdstuk 4 is een toelichting op deze aanpak gegeven en een verantwoording van de gemaakte keuzes. De volgende documenten vormen tezamen met deze instructie de POV:
Pagina 6 van 17
Definitief | Beoordeling brandwerende puiconstructies | 22 april 2011
Beoordeling brandwerende puiconstructies bijlagen v2 22 april 2011.pdf, in dit document is een vijftal bijlagen gebundeld met achtergrondinformatie en overzichten. Stroomschema’s beoordeling brandwerende puiconstructies v2 22 april 2011.xlsx, deze stroomschema‟s zijn een hulpmiddel om de beoordeling van een puiconstructie op gestructureerde wijze uit te kunnen voeren. Beoordelingsrapport brandwerende puiconstructies v2 22 april 2011.docx, dit format is bedoeld als onderlegger voor het opstellen van een beoordelingsrapport over alle brandwerende puiconstructies in een gebouw. Opname- en adviesformulier beoordeling brandwerende puiconstructies v2 22 april 2011.xlsx, deze formulieren zijn bedoeld als onderlegger voor het vastleggen van de bevindingen en conclusies van de beoordeling van een specifieke puiconstructie en waarin tevens wordt vastgelegd voor welke andere gelijksoortige brandwerende puiconstructies deze bevindingen en conclusies gelden. Alle formulieren die behoren bij de verschillende varianten die aan de orde zijn in het betreffende gebouw, worden als bijlage bij het beoordelingsrapport gevoegd.
Pagina 7 van 17
Definitief | Beoordeling brandwerende puiconstructies | 22 april 2011
2
Toepassingsgebied en beoordelingsdiepgang
2.1
Toepassingsgebied Deze POV is bedoeld voor de beoordeling van bestaande brandwerend- en rookwerende puien die voor 1 maart 2007 zijn aangebracht. Voor deze puien wordt er in de POV vanuit gegaan dat de resultaten uit oude beproevingsrapportages toegepast mogen worden. Het betreft rapportages van beproevingen die zijn uitgevoerd met NEN 6069 vanaf 1991 tot heden1. Indien specifieke testrapporten te achterhalen zijn, heeft een beoordeling op basis hiervan uiteraard de voorkeur. In de meeste gevallen zullen dergelijke rapporten niet te achterhalen zijn. Voor die gevallen is deze POV bedoeld. Voor puien die na 1 maart 2007 zijn aangebracht wordt er vanuit gegaan dat testrapporten, attesten en/of CE-markeringen (indien van toepassing) te achterhalen zijn. De brand- en rookwerendheid van deze puien dient aangetoond te worden door middel van een onderbouwend testrapport. De test moet zijn uitgevoerd volgens de (toen) geldende normen.
2.2
Beoordelingsdiepgang Een degelijke beoordeling van een bestaande brand- of rookwerende pui is zonder een bepaalde mate van demontage en/of destructief onderzoek niet mogelijk. Bijvoorbeeld: om te beoordelen of er sprake is van een deur met spaanplaatvulling of een deur met perlietvulling kan het noodzakelijk zijn om het slot uit de deur te halen of een gaatje in de deur te boren. Het is echter gezien de hoeveelheid verschillende brandwerende onderdelen in een pui en de diversiteit in puien ondoenlijk om voor elke pui demontage en/of destructief onderzoek te vereisen. Bijvoorbeeld: om met zekerheid te bepalen of het glas is geplaatst op keramische ondersteuningsblokjes kan het noodzakelijk zijn om het glas uit de sponning te halen. Een dergelijke ingreep staat echter niet in verhouding tot het resultaat. Uitvoerige demontage en/of destructief onderzoek sluit niet aan bij het doel van deze POV en moet vanuit de werkbaarheid in de praktijk zoveel mogelijk worden voorkomen. De insteek is om te streven naar een visuele beoordeling waar, indien noodzakelijk, een beperkte mate van demontage en/of destructief onderzoek kan worden verlangd. Hierbij kan gedacht worden aan: Het boren van gaatjes in een deur of kozijn; Het gedeeltelijk verwijderen van kitvoegen of rubbers; Het demonteren van het slot of slotplaat; Het demonteren van glaslatten of kliklijsten; Het plaatselijk demonteren van verlaagde plafonds ter beoordeling van bovenaansluitingen; Etc. In de POV wordt rekening gehouden met bovenstaande werkzaamheden. In hoofdstuk 4 wordt een nadere toelichting gegeven.
1 Dit is overeenkomstig bijlage A van NEN 6069;2005.
Pagina 8 van 17
Definitief | Beoordeling brandwerende puiconstructies | 22 april 2011
3
Aanpak
3.1
Overzicht te beoordelen puien De eerste stap is het vaststellen van de te beoordelen bestaande puien. Er dient in een overzicht (bij voorkeur op tekening) te worden aangeven: 1. Welke brand- en of rookwerende puien moeten worden beoordeeld, 2. Wat de vereiste brand- of rookwerendheid van deze puien is, 3. In welke richting deze brand- en rookwerendheid gerealiseerd moet worden, en 4. Welke brandwerendheidscriteria (R, E, I en W) voor deze brand- of rookwerendheid van toepassing zijn. Dit overzicht dient toegevoegd te worden aan de beoordelingsrapportage (paragraaf 3.5). De brandwerendheidscriteria dienen te worden vastgesteld volgens NEN 60692. Voor een nadere toelichting over de brandwerendheidscriteria wordt verwezen naar hoofdstuk 2 van het document: Beoordeling brandwerende puiconstructies bijlagen v2 22 april 2011.pdf De POV geldt alleen voor de beoordeling van een brandwerendheid van 20 of 30 minuten en een rookwerendheid van 30 minuten. Voor de beoordeling van lagere, hogere of tussenliggende brand- en of rookwerendheden is expert judgement noodzakelijk. In de POV wordt niet specifiek ingegaan op de rookwerendheid van puien. In Nederland wordt voor rookwerendheid twee niveau‟s gehanteerd: 20 of 30 minuten. Op basis van NEN 60753 mag hierbij de formule rookwerendheid = 3/2 x brandwerendheid worden gehanteerd. 30 minuten rookwerendheid correspondeert dus met 20 minuten brandwerendheid voor het criterium afdichting (E). Indien een pui volgens de beoordeling in deze POV voldoet aan een brandwerendheid van 20 minuten wordt deze ook verondersteld 30 minuten rookwerend te zijn.
3.2
Opname Voor de beoordeling van de brand- en rookwerendheid is de opname van de bestaande pui cruciaal. Bij de opname dienen zoveel mogelijk visuele herkenningspunten te worden vastgelegd.
3.2.1
Opnameformulier Met het document: Opname- en adviesformulier beoordeling brandwerende puiconstructies v2 22 april 2011.xlsx kan de opname van een pui worden vastgelegd. Het ingevulde opnameformulier kan worden gebruikt voor de beoordeling van de verschillende puien. Het formulier heeft geen verplicht karakter, maar dient als hulpmiddel voor de opname. Het opnameformulier is opgedeeld in de volgende onderdelen: Algemene gegevens Opname kozijn; 2 NEN 6069;2005 inclusief wijzigingsblad A1;2005 3 NEN 6075;1991 inclusief wijzigingsblad A1;1997 en C1;2005
Pagina 9 van 17
Definitief | Beoordeling brandwerende puiconstructies | 22 april 2011
Opname Opname Opname Opname Opname
glas en panelen; deurblad; voorzieningen in of rondom het deurblad; glasopeningen/roosters in deuren hang- en sluitwerk deur.
Deze onderverdeling is bedoeld om een structuur aan de opname te geven. De verschillende onderdelen staan niet los van elkaar waardoor een beoordeling van een pui altijd op basis van alle onderdelen en de samenhang tussen de verschillende onderdelen dient te geschieden. In paragraaf 3.3 wordt de beoordelingsmethode nader toegelicht. Een verslag/samenvatting van de opname (eventueel vastgelegd in het opnameformulier) dient als bijlage te worden toegevoegd aan de beoordelingsrapportage (paragraaf 3.5). 3.2.2
Hulpmiddelen Voor de opname zijn de volgende hulpmiddelen noodzakelijk: een rol- en schuifmaat om afmetingen op te meten, fotocamera om foto‟s te maken, gereedschap (schroevendraaier en boormachine) voor beperkte demontage en/of destructief onderzoek, een magneet om staal van aluminium te onderscheiden, een spiegeltje om boven en onder aansluitingen te bekijken, een haaknaald om de insteekdiepte bij bepaalde typen beglazing te meten, Onderstaande hulpmiddelen zijn optioneel: een polaroidglas (zonnebril), aansteker, zaklamp en coatingmeter voor glasherkenning (gehard en gehard gecoat glas), een glasdiktemeter om de glasdikte te meten en de opbouw van het glaspakket te analyseren.
3.3
Beoordelingsmethode In deze paragraaf wordt ingegaan op de beoordelingsmethode. Deze beoordelingsmethode wordt in de onderstaande paragrafen nader toegelicht.
3.3.1
Beoordeling kozijn Het bestaande kozijn dient beoordeeld te worden op basis van het document: Stroomschema’s beoordeling brandwerende puiconstructies v2 22 april 2011.xlsx. Bij het toepassen van het stroomschema kan gebruik worden gemaakt van: Beoordeling brandwerende puiconstructies bijlagen v2 22 april 2011.pdf; Opname- en adviesformulier beoordeling brandwerende puiconstructies v2 22 april 2011.xlsx. Beoordelingsvragen bij de beoordeling van stalen kozijnen: Is er sprake van plaatstaal of een profielsysteem? Zijn de puien bevestigd aan een lichte scheidingsconstructie of steenachtige wanden? Hoe zijn de kozijnen bevestigd aan de bouwkundige omgeving? Is er een flexibele naad tussen het kozijn en de bouwkundige omgeving aanwezig? Hoe groot is deze naad en met welk materiaal is de naad opgevuld? Pagina 10 van 17
Definitief | Beoordeling brandwerende puiconstructies | 22 april 2011
Is er voldoende sponningsdiepte aanwezig (glas/paneel)? Is er voldoende aanslagbreedte aanwezig (deur)? Beoordelingsvragen bij de beoordeling van houten kozijnen: Uit welke houtsoort bestaat het kozijn? Is er voldoende sponningsdiepte aanwezig (glas/paneel)? Zijn de glaslatten voldoende van afmeting (glas/paneel)? Hoe zijn de glaslatten bevestigd (glas/paneel)? Wat is de hart op hart afstand van de schroeven (glas/paneel)? Is er voldoende aanslagbreedte aanwezig (deur)? Voor de beoordeling van aluminium kozijnen is expert judgement noodzakelijk. Als er sprake is van een andere kozijnsoort (geen hout, staal of aluminium) dient het kozijn vervangen te worden. 3.3.2
Beoordeling glas en panelen Het glas of het paneel dient beoordeeld te worden op basis van het document: Stroomschema’s beoordeling brandwerende puiconstructies v2 22 april 2011.xlsx. Bij het toepassen van het stroomschema kan gebruik worden gemaakt van: Beoordeling brandwerende puiconstructies bijlagen v2 22 april 2011.pdf; Opname- en adviesformulier beoordeling brandwerende puiconstructies v2 22 april 2011.xlsx. Beoordelingsvragen bij de beoordeling van glas: Wanneer is het glas geleverd en geplaatst? Uit welke glassoort bestaat het glas? Welke brandwerendheidscriteria gelden voor de beglazing? Is een 1 of 2-zijdig brandwerendheid voor het glas vereist? In welke kozijnsoort is het glas toegepast? Wat zijn de afmetingen (breedte, hoogte en oppervlak) van het glas? Wat is de insteekdiepte van het glas? Hoe is het glas geplaatst? Voor de beoordeling van glas zonder stempel of glazen bouwstenen is expert judgement noodzakelijk. Dit geldt overigens niet voor draadglas. Draadglas is niet voorzien van een stempel maar wel opgenomen in de stroomschema‟s. Het spiegeldraadglas dient beoordeeld te worden volgens bijlage 3 van: Beoordeling brandwerende puiconstructies bijlagen v2 22 april 2011.pdf. Voor de beoordeling van (brandwerend) glas gecombineerd met kogelwerend of slagvaste beglazing is expert judgement noodzakelijk. Voor de beoordeling van combinaties tussen brandwerend glas en doorvalveilige, letselwerende en zonwerende beglazing kunnen de stroomschema‟s worden toegepast. Beoordelingsvragen bij de beoordeling van panelen: Welk opbouw heeft het paneel? Welke vulling is toegepast? Welke brandwerendheidscriteria gelden voor het paneel? Wat is de dikte en densiteit van de vulling? Wat is het oppervlak van het paneel?
Pagina 11 van 17
Definitief | Beoordeling brandwerende puiconstructies | 22 april 2011
Panelen bestaande uit houtachtige of gipsachtige materialen zullen van geval tot geval beoordeeld moeten worden. Dit kan op basis van algemeen bekende informatie uit publicaties of productinformatie van leveranciers. 3.3.3
Beoordeling deuren De bestaande deur dient beoordeeld te worden op basis van de documenten: Stroomschema’s beoordeling brandwerende puiconstructies v2 22 april 2011.xlsx. Bij het toepassen van het stroomschema kan gebruik worden gemaakt van: Beoordeling brandwerende puiconstructies bijlagen v2 22 april 2011.pdf; Opname- en adviesformulier beoordeling brandwerende puiconstructies v2 22 april 2011.xlsx. Beoordelingsvragen bij de beoordeling van enkele houten deuren: Hoe is het deurblad opgebouwd? Wat zijn de afmetingen van het deurblad (b x h)? Wat is de dikte van het deurblad? Welke voorzieningen zijn in het deurblad getroffen? Wat zijn de afmetingen van de naden rond de deur? Wat is de werkelijke aanslagbreedte van de deur? Zijn er in de deur eventuele glasopeningen of roosters aanwezig? Welk hang- en sluitwerk is ter plaatse van de deur aanwezig? Vooralsnog is de beoordeling van enkele stalen deuren niet opgenomen in de stroomschema‟s. De beoordeling van deze deuren wordt in de toekomst toegevoegd aan deze POV. Tot die tijd geldt voor de beoordeling van deze deuren dat expert judgement noodzakelijk is. Voor de beoordeling van aluminium deuren, dubbele deuren, schuif- en pendeldeuren is eveneens expert judgement noodzakelijk.
3.3.4
Expert Judgement In de beoordelingsmethode wordt zoveel mogelijk gestreefd naar een visuele beoordeling van een bestaande brand- of rookwerende pui zonder daarbij gebruik te maken van expert judgement. Om deze visuele beoordeling mogelijk te kunnen maken is de beoordeling opgesplitst in verschillende onderdelen en zoveel mogelijk vertaald naar meetbare vuistregels en afspraken (stroomschema‟s). Door de complexiteit en diversiteit is dit niet altijd mogelijk. Voor de beoordeling van deze situaties zou expert judgement moeten worden ingeschakeld. Wanneer expert judgement noodzakelijk wordt geacht, is dit opgenomen in de stroomschema‟s. Met expert judgement wordt bedoeld dat de betreffende pui of een onderdeel daarvan beoordeeld dient te worden door een externe deskundige. Aangezien de expertise op het gebied van brand- en rookwerende puiconstructies in de markt beperkt is, kan niet elke marktpartij voor deze beoordeling gevraagd worden. Voor het „expert judgement‟ dient tenminste één van de in paragraaf 4.3 genoemde personen als expert te worden ingeschakeld.
3.4
Adviesformulier Uit de stroomschema‟s volgt één van de volgende conclusies: 1. Voor het onderdeel van de pui zijn afwijkingen geconstateerd: Pagina 12 van 17
Definitief | Beoordeling brandwerende puiconstructies | 22 april 2011
a. b.
2. 3.
Het onderdeel moet worden vervangen; Een specifieke maatregel voor het verbeteren of opwaarderen van het onderdeel. Voor het onderdeel van de pui zijn geen afwijkingen geconstateerd en kan worden gehandhaafd, of; Expert judgement is voor dat onderdeel van de pui noodzakelijk.
Uiteindelijk bepalen deze conclusies voor de onderdelen in samenhang met elkaar, of de totale pui kan worden gehandhaafd, een nieuwe pui noodzakelijk is, of dat kan worden volstaan met enige aanpassingen. Deze afwegingen en keuzes dienen te worden vastgelegd in het document: Opname- en adviesformulier beoordeling brandwerende puiconstructies v2 22 april 2011.xlsx. In het adviesformulier dienen tevens de nemen acties/maatregelen te worden vastgelegd. Het adviesformulier dient als eindoordeel voor de betreffende pui en is onderdeel de beoordelingsrapportage (paragraaf 3.5). 3.5
Beoordelingsrapportage De beoordeling van de afzonderlijke puien dient vastgelegd te worden in een rapportage. De rapportage moet worden opgezet volgens het format: Beoordelingsrapport brandwerende puiconstructies v2 22 april 2011.docx.
Pagina 13 van 17
Definitief | Beoordeling brandwerende puiconstructies | 22 april 2011
4
Toelichting
4.1
Algemeen De beoordeling van bestaande brandwerende puiconstructies kan geschieden als onderdeel van een brandscan of in het kader van een aanvullende opname. Een aanvullende opname dient als verdiepingsslag van een onderzoek dat start met een brandscan en dat moet leiden tot een compleet en betrouwbaar beeld van de tekortkomingen van een gebouw met betrekking tot brandveiligheid en van de te nemen maatregelen.
4.2
Doelgroep Deze POV is met name bedoeld voor brandveiligheidsadviseurs en -inspecteurs die in opdracht van de Rijksgebouwendienst bestaande brandwerende puiconstructies beoordelen als onderdeel van het uitvoeren van brandscans en van aanvullende opnames.
4.3
Totstandkoming Deze POV is tot stand gekomen onder redactie van Lieuwe de Witte, brandveiligheidsadviseur namens de Rijksgebouwendienst, en de volgende personen: Peter van Dijk van het Kennis Centrum Glas; Gert van den Berg van TNO/Efectis; Cees Isselmann van Köhler Peutz Adviseur Geveltechniek; Carolien Boot-Dijkhuis van Adviesburo Nieman BV.
4.4
Verantwoording van gemaakte keuzes in deze POV De POV beschrijft een uniform hanteerbare werkwijze waarmee met een aanzienlijke betrouwbaarheid de brand- en rookwerendheid van bestaande puiconstructies kan worden beoordeeld. De kern van deze werkwijze bestaat uit een visuele inspectie van de pui. Het doel van deze inspectie is om te komen tot een uitspraak over de te verwachten brandwerendheid van de betreffende pui. Het gaat hierbij om een gefundeerde uitspraak, waarmee is bedoeld dat de uitspraak is gebaseerd op beschikbare kennis en ervaring (verworven uit testen en testresultaten uit het verleden). Als er geen of onvoldoende testresultaten zijn, wordt er in de stroomschema‟s geen gefundeerde uitspraak gedaan. Verder is het van belang te realiseren dat er een uitspraak wordt gedaan over de verwachtte brandwerendheid van de pui. Het is en blijft een inschatting die wordt gegeven op basis van de beschikbare kennis en ervaring (bij experts). De richtlijnen die in de POV worden gegeven zijn redelijk conservatief. Hierdoor zal de aangegeven verwachtte brandwerendheid vrijwel zeker worden gehaald in geval van een brandsituatie. Tenslotte zal de “algemene indruk” van de pui en de situatie mede een rol spelen in de inschatting die gemaakt wordt van de brandwerendheid. Deze algemene indruk wordt gevormd door de nauwkeurigheid van de montage van de pui (bijv. de naadwijdten rondom een houten deur) en het al dan niet uitvoeren van regelmatig
Pagina 14 van 17
Definitief | Beoordeling brandwerende puiconstructies | 22 april 2011
onderhoud (bijv. het functioneren van de deurdranger, eventuele beschadigingen aan de constructie etc.). 4.5
Afwegingen, aannames en keuzes De betrouwbaarheid van de gefundeerde uitspraak over de verwachtte brandwerendheid wordt grotendeels bepaald door nauwkeurigheid/diepgang van de visuele inspectie. Bepalend hierbij is de mate van demontage en/of destructief onderzoek tijdens de inspectie. Om 100% zeker te zijn van de behaalde brandwerendheid is volledige demontage en/of destructief onderzoek noodzakelijk. Zoals aangegeven in paragraaf 2.2 is het gezien de hoeveelheid verschillende brandwerende onderdelen in een pui en de diversiteit in puien ondoenlijk om voor elk onderdeel van de pui demontage en/of destructief onderzoek te vereisen. Dergelijke ingrepen staan niet in verhouding tot het te behalen resultaat. Om dit te voorkomen zal de werkelijke beoordeling dus gebaseerd moeten zijn op (gefundeerde) aannames. De betrouwbaarheid van de gefundeerde uitspraak over de verwachtte brandwerendheid wordt daarnaast bepaald door de keuzes in de stroomschema‟s. Deze keuzes zijn gebaseerd op beschikbare kennis en ervaring (verworven uit testen en testresultaten uit het verleden). Hieronder worden de belangrijkste aannames en keuzes beschreven en puntsgewijs toegelicht. a. Bevestiging pui (kozijn) aan omliggende constructie Voor puiconstructies met een geringe afmeting is een controle van de aansluiting op en de bevestiging aan omliggende constructie niet noodzakelijk. In principe dient een kozijn met muurankers en dergelijke te worden bevestigd aan de omliggende constructie. Het controleren van deze muurankers is veelal niet uit te voeren zonder destructief onderzoek. Daarnaast mag voor het overgrote deel van de puiconstructies worden aangenomen dat er een bevestiging aanwezig is. Bij een stalen kozijn geldt daarnaast dat er tussen het kozijn en de steenachtige wand een flexibele naad aanwezig dient te zijn (2,5 mm per strekkende meter en per zijde van de pui). Hiermee kan de uitzetting van de pui voldoende worden opgevangen. Bij houten puien is dit niet van belang. Voor beide punten geldt hoe groter de pui hoe belangrijker de controle. Bij grote puien neemt de uitzetting en buiging namelijk toe. Op basis van beschikbare kennis en ervaring zijn de volgende aannames gedaan: Voor stalen kozijnen is een controle van de bevestiging en de flexibele naad niet noodzakelijk onder de volgende voorwaarden: o De afmetingen van de puiconstructie voor profielen < 2000 x 3000 mm. Bij grotere afmetingen is een beoordeling van de flexibele naad wel noodzakelijk; o De afmetingen van de puiconstructie voor plaatstaal < 1000 x 2600 mm. De brandwerendheid van puiconstructies met grotere afmetingen dient van geval-tot-geval bepaald te worden. o De puiconstructie aan beide zijden is bevestigd aan de omliggende constructie. Voor houten kozijnen is controle van de bevestiging en de aanwezigheid van een flexibele naad niet noodzakelijk.
Pagina 15 van 17
Definitief | Beoordeling brandwerende puiconstructies | 22 april 2011
Bij de genoemde afmetingen is de uitzetting van stalen kozijnen gering. Bij een breedte van 1 m bedraagt de uitzetting aan beide zijden 2,5 mm en bij 2 m aan beide zijden 5 mm. Daarnaast worden puien veelal getest in steenachtige wanden en niet in lichte scheidingswanden. In de praktijk komen deze situaties echter wel voor. Voor houten kozijnen bevestigd aan lichte scheidingsconstructies is de beoordeling gelijk aan een situatie met steenachtige scheidingsconstructies. Voor stalen kozijnen wordt in de stroomschema‟s onderscheid gemaakt in puiconstructies van profielen en plaatstaal. Bij beperkte afmetingen is een aansluiting van een stalen kozijn op een lichte scheidingswand mogelijk. b. Beoordeling bevestiging/plaatsing brandwerend glas De controle van de bevestiging/plaatsing van brandwerend glas in het kozijn of deur is onder voorwaarden niet noodzakelijk. In principe dient brandwerend glas te zijn aangebracht op onbrandbare ondersteuningsblokjes, ingeklemd te worden tussen keramisch band en eventueel afgewerkt te worden met brandwerende kit. De controle op deze onderdelen kan veelal niet plaatsvinden zonder demontage/destructief onderzoek. Onder de volgende voorwaarden mag worden aangenomen dat de plaatsing voldoet: Het brandwerend glas voldoet aan de randvoorwaarden uit de overzichtstabellen in bijlage 4 en bijbehorende stroomschema‟s; Het glas niet „koud‟ geplaatst is. Koud geplaatst glas is glas zonder kitvoeg of rubber profiel. Door de aanwezigheid van een kitvoeg of een rubber profiel tussen glaslat en glas mag worden aangenomen dat het glas op de juiste wijze geplaatst is. c. Beoordeling houtsoort kozijnen, glaslatten en randhout Voor het bepalen van de houtsoort bij houten kozijnen, glaslatten en randhout worden handvatten gegeven in de leeswijzer/achtergrondinformatie. Indien de houtsoort niet bepaald kan worden moet als conservatieve aanname worden uitgegaan van vurenhout. In de stroomschema‟s wordt onderscheidt gemaakt tussen vurenhout, meranti en merbau. Voor deze drie houtsoorten zijn de stroomschema‟s uitgewerkt. De in de stroomschema‟s opgenomen afmetingen voor glaslatten, sponningdieptes, aanslagbreedtes en het randhout zijn voor deze houtsoorten bepaald op basis van kennis en ervaring. De controle van de kozijndikte is niet in de stroomschema‟s opgenomen. In principe wordt de vereiste dikte al behaald door sommatie van de afmetingen van de sponning, het glas en bevestigingsmaterialen en de glaslat. Bij zeer slanke kozijnen kan de kozijndikte alsnog een rol gaan spelen. In de stroomschema‟s wordt uitgegaan van „standaard‟ kozijnen met voldoende kozijndikte. d. Beoordeling stalen glaslatten De controle van stalen glaslatten is in principe niet noodzakelijk. Voor stalen profielsystemen wordt er vanuit gegaan dat bijbehorende stalen glaslatten zijn toegepast. Deze kliklijsten zorgen voor de fixatie van het glas. Indien een stalen glaslat (kliklijst) aanwezig is mag worden aangenomen dat deze voldoet aan de Pagina 16 van 17
Definitief | Beoordeling brandwerende puiconstructies | 22 april 2011
vereiste brandwerendheid. Voorwaarden voor afmetingen en wijze van bevestiging zijn dan niet noodzakelijk. Eenzelfde redenatie geldt in beginsel ook voor stalen glaslatten van plaatstaal. Het belangrijkste aandachtspunt is dat de glaslatten niet van aluminium zijn. e. Beoordeling opschuimend materiaal rondom slotkast De aanwezigheid van opschuimend materiaal rond het slot hoeft onder voorwaarden niet beoordeeld te worden. In principe dient bij houten deuren rondom de slotkast opschuimend materiaal (inderdens) te zijn aangebracht. De controle op dit onderdeel is niet in alle gevallen uit te voeren. Demontage van de slotkast is niet in alle gevallen mogelijk (bijvoorbeeld bij elektrische sloten). Indien de slotkast voldoet (Nemef 600 of 1200 serie, Lips 2400 serie of gelijkwaardig) en er is voldoende houtdekking naast de slotkast aanwezig, hoeft de aanwezigheid van de interdens niet onderzocht te worden. f. Beoordeling spiegeldraadglas Voor de beoordeling van spiegeldraadglas mag worden uitgegaan van het beoordelingskader spiegeldraadglas in bijlage 3. Voor de overige beglazing gelden de overzichtstabellen in bijlage 4. g. Beoordeling naden rond houten deuren In principe geldt voor de naden rondom een deur (behalve de onderzijde) een maximale naadhoogte van 3 mm. Onder voorwaarden mag uitgegaan worden van een maximale naad van 6 mm in plaats van 3 mm. Naden rondom van 3 tot 6 mm zijn moeilijk op te dikken en komen in de praktijk vaak voor. Onder de volgende voorwaarden mag worden uitgegaan van een maximale naad van 6 mm: De werkelijke aanslag is voldoende breed. Afhankelijk van de vereiste brandwerendheid en de houtsoort zijn aanslagbreedtes opgenomen in het stroomschema; In het kozijn of rondom de deur worden voorzien van drukopbouwende strips. Door de aanwezigheid van drukopbouwende strips wordt de grotere naad bij brand voldoende afgedicht. Een voldoende brede aanslag zorgt voor de noodzakelijke barrière tegen het doordringen van hete gassen. h. Beoordeling puiconstructies met een slotkast zonder dagschoot Voor puiconstructies met een slotkast zonder dagschoot wordt onder de volgende voorwaarden toegestaan: De kierbreedte rondom het deurblad mag niet meer zijn dan 3 mm; De houtdekking naast de slotkast dient groter te zijn dan 7,5 mm; Maximale hoogte van de deur is 2600 mm; De deuren zijn voorzien van een goed functionerende dranger met een minimale sluitkracht 5 (of 2 boven vereist) volgens NEN-EN 1154. Bij stalen deuren dient tussen de dranger en de deur een Promatect 100 plaat (of gelijkwaardig) van 12 mm te zijn aangebracht; De deur moet rondom voorzien zijn van bij brand drukopbouwende strips.
Pagina 17 van 17