ARBITRALE OPLEIDINGEN KNKV
Opleiding tot
KNKV waarnemer/beoordelaar
Cursistenmap September 2013
Inhoudsopgave W/B 1. Inleiding.................................................................................................................... 2 W/B 2. Te volgen route bij de opleiding KNKV-beoordelaar............................................. 3 W 1: Inleiding: .................................................................................................................. 3 W 2. Te volgen route bij de opleiding KNKV Waarnemer: ............................................. 3 W 2.1. Voorwaarden om te mogen deelnemen. .......................................................... 3 W 2.3. Proeve van Bekwaamheid. ............................................................................... 5 W 2.4. Het certificaat en de status van de waarnemer. .............................................. 5 W 3. De opleiding: ............................................................................................................ 5 Bijeenkomst 1: Thema: Wat zien we. ............................................................................ 5 Bijeenkomst 2: Thema: Op weg naar uniformiteit. ........................................................ 7 W 4. Het (web)formulier voor de waarnemer: ................................................................ 7 B 2. Te volgen route bij de opleiding tot KNKV Beoordelaar. .......................................... 9 B 2.1 Voorwaarden om te mogen deelnemen: .................................................................. 9 B 2.2 De organisatie van de cursus: ................................................................................. 9 B 2.3 De Proeve van Bekwaamheid (PvB): ........................................................................ 9 B 2.4 De status van de beginnende beoordelaar binnen het KNKV: ................................10 B 3. De opleiding. ...............................................................................................................10 B 3.1 De cursusbijeenkomsten: ........................................................................................10 De 1e cursusbijeenkomst: zie hiervoor bij de opleiding tot waarnemer. .........................10 De 2e cursusbijeenkomst: zie hiervoor bij de opleiding tot waarnemer. .........................10 De 3e cursusbijeenkomst: Het gesprek; meer dan mededelen. ......................................10 De 4e cursusbijeenkomst: De Bouwstenen; inhoud en structuur. ...................................10 De 5e cursusbijeenkomst: Afsluiting van de cursus. .......................................................10 B 3.2 De stageperiode .....................................................................................................10 B 3.2.1 Stage met ervaren beoordelaar ........................................................................11 B 3.2.2 Zelfstandige stage .............................................................................................11 B 3.3 Het certificaat KNKV-beoordelaar ...........................................................................11 B 4. Het voeren van gesprekken .........................................................................................13 B 4.1 Gesprekstechnieken ................................................................................................13 B 4.2 Hoe verloopt een gesprek in de praktijk ...................................................................13 B 4.2.1 Ten eerste ........................................................................................................13 B 4.2.2 Voor de wedstrijd .............................................................................................14 B 4.2.3 Gesprek in de rust ............................................................................................14 B 4.2.4 Gesprek na afloop ............................................................................................14 W/B 5. Het beoordelingsformulier .....................................................................................16 W/B 5.1 Het beoordelingsformulier. .................................................................................16 W/B 5.2 De toelichting. ....................................................................................................16 W/B 5.3 Het formulier Aandachtspunten. .........................................................................16 Bijlagen: (deze zijn digitaal beschikbaar) .........................................................................17 Aantekeningen: ..................................................................................................................18
Versie september 2013
Opleiding KNKV-waarnemer/beoordelaar
Pagina 1
W/B 1. Inleiding Allereerst opgemerkt: Vanaf september 2013 is de cursus beoordelaar opgesplitst in twee delen: een deel dat opleidt tot waarnemer en een tweede deel, dat de cursist verder opleidt tot beoordelaar. Je kunt pas instromen in het tweede deel wanneer je waarnemer bent, m.a.w. het eerste deel met voldoende resultaat hebt afgesloten. Voor het eerste deel van de cursus waarnemer/beoordelaar zijn 2 bijeenkomsten gepland + het bezoeken van 3 (stage) wedstrijden. Na goed gevolg is de cursist waarnemer. Het tweede deel bestaat uit 3 bijeenkomsten + 5 (stage)wedstrijden; de laatste drie wedstrijden gelden als afsluiting, de cursist voert dan ook het gesprek met de scheidsrechter. De cursist wordt bij alle stagewedstrijden begeleid door een ervaren beoordelaar. De taak van de waarnemer: De waarnemer heeft als taak verslag uit te brengen over het handelen van de scheidsrechter. Hij neemt waar (observeert) en analyseert het optreden van de scheidsrechter en rapporteert dat d.m.v. een formulier. Hij voert geen gesprek met de scheidsrechter over zijn/haar optreden. De taak van de beoordelaar: De taak van de beoordelaar is uitgebreider. Naast de genoemde taak van de waarnemer voert de beoordelaar wel een gesprek met de scheidsrechter na afloop van de wedstrijd. De wijze waarop dat gebeurt, is van groot belang voor de “groei” (van het handelen) van de scheidsrechter. Er worden in dit verband twee begrippen gebruikt. Over begeleiden en beoordelen Onder begeleiden verstaan we het proces dat wordt doorlopen wanneer een begeleider een scheidsrechter gedurende een bepaalde periode (of een wedstrijd) ondersteunt bij zijn ontwikkeling naar verbetering. Over het algemeen wordt dit proces uitgesmeerd over verschillende wedstrijden, zodat begeleider en scheidsrechter met elkaar kunnen vaststellen of de verbeteringen inderdaad tot stand komen. Voor het begeleiden wordt een formulier gebruikt. Een begeleider bespreekt het handelen van de scheidsrechter m.b.t. het gebeurde in de wedstrijd, het omgaan met de spelers en de toepassing van de spelregels. De begeleider licht er situaties uit, bespreekt ze met de scheidsrechter, vraagt naar het waarom en geeft adviezen, bijvoorbeeld “Zo doorgaan” of “Dit moet/kun je verbeteren”. Beoordelen is heel iets anders. Bij het beoordelen bekijkt de beoordelaar het functioneren van de scheidsrechter en geeft achteraf in een gesprek met de scheidsrechter een waardeoordeel over het optreden van de scheidsrechter. Het optreden als beoordelaar betekent ook dat er een formulier wordt ingevuld. Dit formulier wordt op het internet ingevuld en vastgelegd. Het kan bekeken worden door de scheidsrechter en de scheidsrechters werkgroep. Deze werkgroep bepaalt op grond van alle ontvangen rapporten een rangorde van scheidsrechters. Op grond daarvan vindt de promotie- en degradatie plaats. De beoordelaar heeft dus na de wedstrijd een gesprek met de scheidsrechter over zijn functioneren. Het gesprek levert, mits het goed gebeurt, verbeterpunten op voor de scheidsrechter. Of hij die meeneemt in de praktijk van de volgende wedstrijden, wordt in een later stadium beoordeeld door een andere beoordelaar. De opleiding De volledige opleiding gaat over het beoordelen van scheidsrechters. Dat betekent in de praktijk dat een beoordelaar naar een wedstrijd kijkt en daarin het functioneren van de scheidsrechter een plaats geeft. Vervolgens moeten de bevindingen op een verantwoorde en stimulerende wijze in het kort met de scheidsrechter worden besproken; er zullen wellicht enkele tips worden gegeven waar de scheidsrechter zijn voordeel mee kan doen in de volgende wedstrijd(en). Tot slot moeten de bevindingen van de beoordelaar vastgelegd (gerapporteerd) worden op (d.m.v.) het formulier.
Versie september 2013
Opleiding KNKV-waarnemer/beoordelaar
Pagina 2
Het doel is dat de cursist aan het einde van de opleiding de competenties van een beginnende KNKVbeoordelaar bereikt heeft. Op basis hiervan wordt het certificaat “KNKV- beoordelaar” uitgereikt. De instroomeisen -
-
-
Speler (tot niveau waarop is gespeeld) of Trainer (tot niveau waarop is getraind) De cursist moet in het bezit zijn van de scheidsrechters Basismodule B. De cursist dient kennis te hebben van de laatste officiële spelregels en de daarbij behorende reglementen, bestuursbesluiten en andere relevante artikelen (bv. veel gestelde vragen). De cursist is bereid actief deel te nemen aan alle cursusbijeenkomsten en alle opdrachten uit te voeren
waarnemer waarnemer waarnemer
waarnemer
beoordelaar beoordelaar beoordelaar
De cursist heeft minimaal 15 wedstrijden gefloten in de wedstrijdcompetitie (senioren- of juniorenwedstrijden).
beoordelaar
De cursist moet bij de afsluiting van de cursus tenminste 21 jaar zijn.
beoordelaar
Mochten er naar aanleiding van deze cursistenmap vragen of suggesties zijn, dan verneemt de commissie die graag van u! Zeist, september 2013. KNKV Opleidingen
W/B 2. Te volgen route bij de opleiding KNKV-beoordelaar De opleiding tot beoordelaar start met het deel dat opleidt tot waarnemer. In de hieronder volgende 4 hoofdstukken, beginnend met een “W”, wordt de lezer informatie gegeven over de opleiding tot waarnemer:
W 1: Inleiding: De opleiding begint met informatie over het maken van een waarneming. Hij/zij rapporteert zijn bevindingen na het waarnemen via het formulier van het internet of zendt zijn rapport aan de commissie die hem gevraagd heeft de waarneming te doen (in dit geval een Excelformulier). In tegenstelling tot de beoordelaar voert de waarnemer geen gesprek met de scheidsrechter; hij maakt zich als waarnemer in de meeste gevallen niet als zodanig bekend.
W 2. Te volgen route bij de opleiding KNKV Waarnemer: W 2.1. Voorwaarden om te mogen deelnemen. De voorwaarden zijn bij de instroomeisen al genoemd. Als men niet voldoet aan de voorwaarden, kan een aanvraag bij de DWO van het district ingediend worden om toelating te krijgen tot de cursus. De criteria voor een aanvraag staan op de site van het KNKV bij “Opleidingen”. http://www.knkv.nl/knkv-corporate/opleidingen Versie september 2013
Opleiding KNKV-waarnemer/beoordelaar
Pagina 3
De waarnemer kan een vrijstelling krijgen van de eerste twee cursusbijeenkomsten van de (volledige) cursus beoordelaar.
Versie september 2013
Opleiding KNKV-waarnemer/beoordelaar
Pagina 4
W 2.2. De organisatie van de cursus. De cursus voor waarnemer bestaat uit 2 bijeenkomsten + 3 wedstrijden die als stage gevolgd dienen te worden. Bijeenkomst 1: Een bijeenkomst van max. 2 ½ uur. Thema: Wat zien we. Bijeenkomst 2: Een bijeenkomst van max. 2 ½ uur. Thema: Op weg naar uniformiteit. E.e.a. van deze bijeenkomsten wordt opgeslagen in een portfolio (H. 1, 2 en 3), alsmede de schriftelijke weerslag van de opdrachten (zie bijlage 9). Het bezoeken van de volgende wedstrijden: Wedstrijd 1: Een gezamenlijk bezoek aan de wedstrijd. Doel: oefenen in het waarnemen. (portfolio H. 4 en 5) Wedstrijd 2: Een gezamenlijk bezoek aan de wedstrijd. Doel: meer zien en meer uniformiteit. (portfolio H.6) Wedstrijd 3: Wedstrijdbezoek gekoppeld aan een ervaren beoordelaar. Doel: Hoe gaat het waarnemen in de praktijk met een beoordelaar. (portfolio H.7)
W 2.3. Proeve van Bekwaamheid. De bijeenkomsten moeten door de cursist alle bezocht zijn, de verslagen hierover ingeleverd en de opdrachten moeten uitgevoerd zijn. Indien de opdrachten niet worden uitgevoerd / gehaald, wordt de cursist niet benoemd tot waarnemer. Er volgt een herkansing.
W 2.4. Het certificaat en de status van de waarnemer. Wanneer de cursist voldaan heeft aan het gestelde in W 2.3 volgt een benoeming tot waarnemer en kan hij als zodanig ingezet worden. (zie ook toets plan)
W 3. De opleiding: De cursusbijeenkomsten: Bijeenkomst 1: Thema: Wat zien we. Welkom: voorstellen, waarom hier, wat vind je belangrijk van een scheidsrechter / wat moet hij doen. In gesprek met de hele groep: * Waarnemen vanuit eigen “ik”. * Waarvan is waarnemen afhankelijk? (zie ook leesstuk waarnemen en interpreteren, (bijlage 17)) * Welke eisen stel je aan de scheidsrechter? * Wat is het belangrijkste? Het formulier in de 4 hoofdgroepen: 1. positie Versie september 2013
Opleiding KNKV-waarnemer/beoordelaar
Pagina 5
2. toepassing spelregels 3. duidelijkheid 4. contactvaardigheid Waarop let je nu concreet om de hoofdgroepen te beoordelen (24 vragen; zie aandachtspunten formulier, bijlage 5a)). Noot: de toelichting op het formulier (bijlage 4) wordt de cursist gemaild zodat deze thuis gelezen kan worden.
Versie september 2013
Opleiding KNKV-waarnemer/beoordelaar
Pagina 6
Het formulier: Waar en hoe vind je die als je waarnemer bent? (gebruik in de cursus het Excel oefenformulier, bijlage 2)) Wat vul je in EN wat niet. Geef aan in het vak B waarom je een bepaalde positie (van het kruisje) hebt gekozen. Opdracht: Wedstrijd met z’n allen samen, met de docent bezoeken. Einde van de 1e bijeenkomst. 1e gezamenlijke wedstrijd: In tweetallen (discussieer met elkaar!) wordt het formulier ingevuld; het formulier wordt aan de docent gezonden. Bijeenkomst 2: Thema: Op weg naar uniformiteit. Uniformiteit: Mogelijk? Wenselijk? Eigen visie! De docent heeft in een matrixformulier alle scores van de cursisten samengevoegd. Ook zijn de motieven waarom kandidaten voor een bepaalde positie hebben gekozen door de docent samengevat. Een aantal van de 24 vragen wordt op inhoud (wat wordt er bedoeld en waarnaar wordt gekeken?) besproken. (zie ook bijlage 20 “eindtermen”) Wat is de consequentie van het wel/niet handelen van de scheidsrechter. Let ook op het niveau (klasse) van de wedstrijd! We behandelen het formulier van het internet: toegang (autorisatie) / hoe vind je het / invullen / verzenden. (zie: http://arbitrage.knkv.nl/official-portaal/handleiding-official-portaal/) Opdracht: Wedstrijd bezoeken met z’n allen. Einde van de 2e bijeenkomst. 2e gezamenlijke wedstrijd: De hele groep bezoekt met de docent een wedstrijd. In tweetallen wordt het formulier ingevuld (discussieer met elkaar!); het formulier wordt aan de docent gezonden. De docent geeft (per mail) persoonlijke feedback. 3e wedstrijd: Elke cursist is gekoppeld aan een ervaren beoordelaar. Samen bezoeken zij een wedstrijd. De cursist neemt waar tijdens de wedstrijd, maakt na afloop thuis het Excel oefenformulier en zendt dat aan de beoordelaar (die bij deze wedstrijd was) en aan de docent. De beoordelaar vergelijkt met zijn beoordeling en geeft feedback (bijlage 7a) aan de cursist en aan de docent. De docent (die de wedstrijd niet gezien heeft) geeft over de ingezonden stukken feedback. Indien alle opdrachten met een voldoende resultaat zijn voldaan, volgt de benoeming tot KNKV Waarnemer.
W 4. Het (web)formulier voor de waarnemer:
Versie september 2013
Opleiding KNKV-waarnemer/beoordelaar
Pagina 7
De door het verbond benoemde waarnemer gebruikt (net als de beoordelaar) het formulier Beoordelaar van het internet. In de opleiding gebruikt de kandidaat waarnemer het Excel oefenformulier. Per vraag wordt in de Bouwstenen aangegeven waarom afgeweken wordt van wat “verwacht mag worden” (= bullit 3). In sommige gevallen wordt dit formulier ook gebruikt bij een officiële waarneming.
Versie september 2013
Opleiding KNKV-waarnemer/beoordelaar
Pagina 8
Van waarnemer naar beoordelaar. Hieronder wordt de cursist geïnformeerd over het vervolgdeel van de opleiding tot KNKV-beoordelaar (zowel de bijeenkomsten als de te bezoeken wedstrijden worden daarom doorgeteld). De nummering van de hoofdstukken (nu beginnend met een “B”) is gelijk aan die van de waarnemer. Er dient minstens een ruimte van 3 competitieweken te zijn tussen het afsluiten van het eerste deel en de start van het tweede deel van de cursus Waarnemer Beoordelaar; de cursisten die verder gaan kunnen in die tijd “op eigen benen” praktijk opdoen in het waarnemen.
B 2. Te volgen route bij de opleiding tot KNKV Beoordelaar. B 2.1 Voorwaarden om te mogen deelnemen: De voorwaarden zijn opgenomen onder de inleiding bij de instroomeisen. Indien een cursist niet voldoet aan de voorwaarden, kan hij/zij een aanvraag bij de DWO van het district indienen om toegelaten te worden tot de cursus. De criteria voor een aanvraag staan op de site van het KNKV bij “Opleidingen”. http://www.knkv.nl/knkv-corporate/opleidingen
B 2.2 De organisatie van de cursus: Drie theorie bijeenkomsten (bijeenkomst 3, 4 en 5) met twee praktijkopdrachten De lesstof wordt besproken aan de hand van wat in de praktijk is ervaren. Het eigen werk van de cursist staat centraal. De cursist loopt 2 wedstrijden mee (genummerd als de wedstrijden 4 en 5) met een ervaren beoordelaar en maakt hiervan thuis een beoordelingsrapport en een verslag van de zaken die hem zijn opgevallen bij de “echte” beoordelaar. Hierna wordt begonnen met het stagedeel. Stagedeel Hierin worden drie beoordelingen (de wedstrijden 6 t/m 8) zelfstandig gemaakt. De kandidaatbeoordelaar houdt het beoordelingsgesprek en maakt (thuis) het Excel oefen formulier. Hij wordt bij de wedstrijd en tijdens het gesprek begeleid door een stagebegeleider, die over het gesprek en het beoordelingsrapport schriftelijk feedback geeft. Afsluitende bijeenkomst (= 5 bijeenkomst) Bespreking van de stageperiode (gemaakte beoordelingen en de feedbackformulieren), cursus evaluatie. Uitreiking certificaten. e
B 2.3 De Proeve van Bekwaamheid (PvB): De PvB bestaat uit een aantal onderdelen: Een kopie van het toelatingscertificaat ( bijvoorbeeld scheidsrechter en Basismodule B ). Een portfolio waarin opgenomen: o Het portfolio van het eerste deel van de cursus (opleiding tot Waarnemer). o Een verslag (of verslagen) van de bijgewoonde (2) beoordelingen. o Tenminste drie beoordelingsrapporten en de bijbehorende feedbackformulieren van de stagebegeleiders. o Een evaluatie van de hele cursus. (aan de hand van bijlage 10) Noot: Het is niet de bedoeling dat er een woordelijk verslag gemaakt wordt van een activiteit. Geef aan wat jou is opgevallen, wat je geleerd hebt en waar je iets aan hebt voor je “werk” als beoordelaar. Een zelfreflectie dus. Wat heb je geleerd, wat gaat goed en waar moet nog aan gewerkt worden. Steeds wanneer een opdracht van het portfolio is afgerond, wordt deze per mail aan de docent gezonden. Dit dient voor de eerstvolgende cursusavond gedaan te zijn. Voorzien van feedback zendt de docent dit terug aan de cursist, ook voor de volgende cursusavond en de cursist neemt hier nota van. Het portfolio is de verzameling van alle verslagen en opdrachten tijdens de cursus gemaakt. Versie september 2013
Opleiding KNKV-waarnemer/beoordelaar
Pagina 9
B 2.4 De status van de beginnende beoordelaar binnen het KNKV: Wanneer een cursist de cursus met goed gevolg heeft afgerond, ontvangt hij het certificaat KNKVbeoordelaar (zie B 3.3). Het certificaat geeft recht op het beoordelen van scheidsrechters van districtswedstrijden op het niveau wedstrijdkorfbal. De beoordelaar wordt ingezet door het KNKV. De gecertificeerde KNKV Beoordelaar moet zichzelf aanmelden bij het KNKV om ingezet te worden als beoordelaar.
B 3. De opleiding. B 3.1 De cursusbijeenkomsten: Hieronder wordt een overzicht gegeven van de drie cursusbijeenkomsten die nog resteren om van waarnemer tot beoordelaar opgeleid te worden (de bijeenkomsten 3, 4 en 5). e
De 1 cursusbijeenkomst: zie hiervoor bij de opleiding tot waarnemer. e De 2 cursusbijeenkomst: zie hiervoor bij de opleiding tot waarnemer. e
De 3 cursusbijeenkomst: Het gesprek; meer dan mededelen. Op deze bijeenkomst wordt er aandacht besteed aan: De praktijkopdracht: het ingevulde beoordelingsformulier. Overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende cursisten worden besproken. Het beoordelingsgesprek: de cursisten voeren gesprekken in verschillende rollen (scheidsrechter, beoordelaar) Waaraan moet je denken om een beoordelingsgesprek optimaal te houden: voorwaarden voor een goed beoordelingsgesprek De stageperiode wordt besproken: 2 wedstrijden meelopen met een ervaren beoordelaar (zie B 3.2.1) Het zelfstandig beoordelen van minimaal 3 scheidsrechters met gebruikmaking van het beoordelingsformulier (zie B 3.2.2) (Alles onder begeleiding van een ervaren beoordelaar!). De verslagen hiervan worden gemaild aan de docent en de begeleider en opgenomen in het portfolio. e
De 4 cursusbijeenkomst: De Bouwstenen; inhoud en structuur. Tussentijdse evaluatie van ervaringen: Deze bijeenkomst staat geheel in het teken van de evaluatie van de stageopdrachten, zowel van cursisten, stagebegeleiders als docenten. Het verloop van de stageperiode wordt doorgenomen: zowel opvallende verschijnselen en adviezen als de groei in competenties. Vragen en opmerkingen worden besproken, adviezen ten aanzien van de verdere invulling van de stageopdracht kunnen nog worden verstrekt. De cursisten hebben hun positieve en negatieve ervaringen met het formulier en het voeren van een gesprek genoteerd en na een inventarisatie vindt hierover een centraal geleid gesprek plaats. Er worden afspraken gemaakt over het vervolg van de stageopdrachten, het invullen van het evaluatieformulier en de toezending daarvan. e
De 5 cursusbijeenkomst: Afsluiting van de cursus. Een globale terugblik, zowel van cursisten als docent, over de cursus en de leerweg van de cursisten. Opmerkingen die gemaakt dienen te worden voor een goed functioneren van de nieuwe beoordelaar. Hierna kunnen de certificaten uitgereikt worden aan die cursisten die met een voldoende resultaat de opdrachten hebben uitgevoerd.
B 3.2 De stageperiode De stageperiode begint na bijeenkomst drie en bestaat uit twee delen. In beide delen wordt de cursist begeleid door een ervaren beoordelaar.
Versie september 2013
Opleiding KNKV-waarnemer/beoordelaar
Pagina 10
B 3.2.1 Stage met ervaren beoordelaar De cursist gaat met een ervaren beoordelaar, zijn/haar stagebegeleider, de praktijk in. Naast elkaar gezeten bekijken zij de wedstrijd en het functioneren van de scheidsrechter. Tijdens de wedstrijd wordt hierover gesproken. Na de wedstrijd wordt door de stagebegeleider het beoordelingsgesprek met de scheidsrechter gevoerd in het bijzijn van de cursist. De beoordelaar maakt het beoordelingsrapport van het internet, de cursist maakt een verslag van wat is waargenomen en vult aan de hand daarvan (ook) een beoordelingsformulier (Excel oefenformulier t.b.v. de opleiding) in. Hij doet tevens verslag van zijn ervaring (zijn leermomenten). Dit wordt gezonden aan de stagebegeleider en de docent van de cursus. Dit meelopen van de cursist gebeurt in de regel bij 2 wedstrijden; mogelijk extra beoordelingen in overleg met de docent.
B 3.2.2 Zelfstandige stage De cursist doet zelfstandig minstens 3 beoordelingen onder begeleiding van een stagebegeleider. Bij alle wedstrijden voert de cursist na afloop het beoordelingsgesprek. Thuis wordt door de cursist het Excel oefenformulier ingevuld. Het beoordelingsgesprek wordt bijgewoond door de stagebegeleider. Het beoordelingsformulier wordt door de cursist zowel naar de stagebegeleider als naar de docent gezonden/gemaild. Beiden geven feedback. Daarbij zal dat van de stagebegeleider hoofdzakelijk gaan over het hierboven genoemde; de docent beoordeelt het formulier op inhoud in algemeenheid. Het beoordelingsformulier van de cursist wordt niet aan de scheidsrechterscommissie gezonden; het telt ook niet mee voor de positie van de scheidsrechter. Het beoordelingsformulier dat de stagebegeleider maakt over het functioneren van de scheidsrechter is geldend en wordt op het internet ingevuld en vastgelegd. De taak van de stagebegeleider bestaat uit: a. Feedback geven op het door de cursist gehouden gesprek. Opbouw van het gesprek - Hoe en waarmee wordt geopend - Middenstuk - Hoe en waarmee wordt afgesloten Mening gegeven - Hoor en wederhoor toegepast - Standvastig m.b.t. uitgesproken mening Luisteren Verwoorden b. Feedback geven op het door de cursist ingevulde formulier. Alles opgemerkt? (vr.1-24) - Positie kiezen - Toepassing spelregels - Duidelijkheid - Contactvaardigheid Zijn de vragen juist beargumenteerd in de Bouwstenen (bijlage 19) Juiste relatie tussen wat gezien is m.b.t. handelen van de scheidsrechter en de toelichting in de Bouwstenen De stagebegeleider vult een feedbackformulier in (bijlage 7b), waarin hij zijn mening geeft over de gang van zaken bij het gesprek (eerste deel) en over het beoordelingsformulier (tweede deel) dat de kandidaat-beoordelaar heeft gemaakt. Hij zendt / mailt dit feedbackformulier aan de docent van de cursus, tevens wordt een kopie aan de betreffende cursist gezonden. B 3.3 Het certificaat KNKV-beoordelaar De cursist is geslaagd als voldaan is aan de volgende drie criteria: De cursist aan alle cursusbijeenkomsten heeft deelgenomen en alle opdrachten naar het oordeel van de docent “voldoende” heeft uitgevoerd (zie portfolio). Drie stageopdrachten binnen een periode van 8 weken na de vierde cursusavond met een “voldoende” zijn uitgevoerd, of twee van de drie stageopdrachten “voldoende” zijn en er een duidelijke progressie wordt geconstateerd in de uitvoering van de opdrachten. Het portfolio voldoet aan de daaraan gestelde eisen.
Versie september 2013
Opleiding KNKV-waarnemer/beoordelaar
Pagina 11
Indien voor één stageopdracht een onvoldoende is gehaald, komt de cursist in aanmerking voor een herkansing. Deze herkansing moet plaatsvinden binnen 3 weken na het geven van deze extra stageopdracht.
Versie september 2013
Opleiding KNKV-waarnemer/beoordelaar
Pagina 12
B 4. Het voeren van gesprekken B 4.1 Gesprekstechnieken De beoordelaar heeft als taak de scheidsrechter te informeren over zijn sterke en minder sterke kanten van zijn optreden. Deze informatie moet bij de scheidsrechter tot veranderingen leiden, die als verbeteringen zullen worden gekenschetst. Daarvoor is nodig, dat de scheidsrechter de geuite opmerkingen en bevindingen herkent en accepteert. Daarnaast dient het hieraan gekoppelde oordeel van de beoordelaar voor hem goed vertaalbaar te zijn naar veranderingen in zijn praktisch handelen en functioneren. Hieronder twee wijzen van aanpak van het beoordelingsgesprek. (zie ook bijlagen 12, 16) De directieve methode Een tot nu toe veel gebruikte manier van gespreksvoering na een beoordeling is de directieve methode. De beoordelaar vertelt de scheidsrechter over welke punten hij tevreden is en op welke onderdelen van het scheidsrechterlijk handelen hij tekortkomingen heeft geconstateerd. Na elk item geeft hij de scheidsrechter gelegenheid te reageren. De scheidsrechter zal in het algemeen veel van de gemaakte opmerkingen onderschrijven. Het blijft onduidelijk of hij in staat zou zijn geweest deze mindere kanten van zijn optreden zelf te analyseren en te evalueren naar verbeteringen in zijn optreden. Daardoor bestaat het risico dat de scheidsrechter in zijn ontwikkeling naar een hoger niveau afhankelijk blijft van derden en dus minder snel vorderingen zal maken. Een bijkomend nadeel van deze methode ligt in de gevoelsbeleving. De scheidsrechter kan de beoordelaar ervaren als een betweter. Ondanks de juistheid van de gemaakte kritische opmerkingen kan dit belemmerend werken op de scheidsrechter om het gesprek positief te beleven en om te zetten in energie voor het verbeteren van zijn handelen. De methode van zelfreflectie Het gaat hierbij om een veranderings- of ontwikkelingsproces, dat vanuit het beoordelingsgesprek op gang wordt gebracht. De beoordelaar is de aanjager of aandrager van de onderwerpen/punten, maar de scheidsrechter zelf is verantwoordelijk voor dat proces en is ook degene die dat proces moet willen doorlopen. De motivatie om dat met volle overtuiging te doen, wordt mede bepaald door de wijze waarop het gesprek verloopt. Door de scheidsrechter de kans te geven zelf te reflecteren op zijn optreden, wordt een optimaal resultaat bereikt. Het geeft de scheidsrechter het gevoel dat hij zicht en controle heeft op zijn ontwikkeling naar een beter optreden. Zijn vermogen om via zelfonderzoek zijn goede en minder goede kanten te ontdekken wordt gestimuleerd. De beoordelaar ondersteunt hem als deskundige in dat proces. Hij zorgt ervoor dat alle onderwerpen scherp worden belicht en dat opmerkingen, bevindingen en adviezen ter verbetering ook door de scheidsrechter als praktisch toepasbaar worden ervaren. Gesprekken op deze manier gevoerd leiden niet tot weerstand, maar worden als positief ervaren. Het dwingt de scheidsrechter daarbij tot zelfonderzoek. En zelfonderzoek is de basis van het leerproces middels zelfreflectie. (bijlage 13)
B 4.2 Hoe verloopt een gesprek in de praktijk Aandachtspunten en adviezen voor de KNKV-beoordelaar:
B 4.2.1 Ten eerste Een beoordelaar dient er allereerst voor zorg te dragen dat het gesprek in een rustige omgeving wordt gehouden. In de praktijk is dit meestal de kleedkamer van de scheidsrechter. Het gesprek wordt zeker beïnvloed door de aanwezigheid van andere scheidsrechters en/of aanwezigen. Vooral als er mensen in- en uitlopen, kan dat hinderlijk zijn voor de concentratie. Hou daar rekening mee! Als een en ander, zoals onrust, kan worden voorkomen door een betere locatie op het sportcomplex of in de onmiddellijke nabijheid te gebruiken, heeft dat natuurlijk de voorkeur.
Versie september 2013
Opleiding KNKV-waarnemer/beoordelaar
Pagina 13
B 4.2.2 Voor de wedstrijd Maak voor de wedstrijd kennis met de scheidsrechter. Zoek hem ruim voor aanvang van de wedstrijd op. Houd een “social talk” met hem, niet te lang en niet diepgaand. Zorg er voor dat er geen vooroordelen bij zowel jou als bij de scheidsrechter ontstaan. Spreek niet te veel over je zelf; vraag de scheidsrechter of er bijzonderheden zijn. Een goede scheidsrechter zal zich vooraf niet verontschuldigen of indekken. Spreek af wanneer en waar je na de wedstrijd het beoordelingsgesprek met hem kunt houden. Het doel van een beoordeling is, om te komen tot een beoordeling van het scheidsrechterlijke functioneren: het onder woorden brengen en het in het beoordelingsformulier op schrift stellen van de getoonde competenties van de scheidsrechter. Als nevendoel kunnen we noemen: ondersteuning van de scheidsrechter en verbetering van de arbitrage, althans - zo hoopt de beoordelaar - wanneer het gesprek positief verloopt en de invulling van het rapport hiermee overeenkomt. Op grond van de beoordelingsformulieren wordt door de diverse scheidsrechterscommissies een rangorde bepaald, die mogelijk tot promotie of degradatie kan leiden. Dit roept uiteraard een bepaalde spanning op bij de scheidsrechter. Houd daar rekening mee! Zie ook de opmerkingen in B 4.1 waar het gaat over gesprekstechnieken. Het gesprek vlak voor de wedstrijd (de kennismaking, c.q. begroeting) dient plaats te vinden op basis van gelijkwaardigheid. De scheidsrechter moet met vertrouwen aan een wedstrijd kunnen beginnen en niet het gevoel hebben dat er iemand alleen op zijn fouten gaat letten. Het is ook niet de bedoeling om de scheidsrechter met allerlei opdrachten het veld in te sturen. Maar maak wel een afspraak waar en wanneer het gesprek zal plaats vinden. Observeer hoe de scheidsrechter zich presenteert (voorafgaand aan de wedstrijd), kijk naar zijn warming-up en veldverkenning en laat hem rustig zijn gang gaan.
B 4.2.3 Gesprek in de rust Ga in de rust niet naar de scheidsrechter. Dat is de regel. Alleen als er een noodzaak is kun je van de regel afwijken en dan alleen om hem een hart onder de riem te steken, om hem te bemoedigen, misschien een heel klein beetje bij te sturen.
B 4.2.4 Gesprek na afloop Zie bij deze paragraaf ook bijlage 11: Leesstuk Feedback. Houd je als beoordelaar aan de afspraak die voor de wedstrijd is gemaakt aangaande het tijdstip en de plaats van het gesprek. Mogelijk kun je vooraf je aantekeningen wat ordenen. Bedenk dat de scheidsrechter net van het veld komt en dan zijn er emoties. Geef de scheidsrechter dus even de tijd, anders zal het effect van het gesprek minder goed zijn. Ongeacht het verloop van de wedstrijd en de prestatie van de scheidsrechter dient de beoordelaar het gesprek met een positieve instelling aan te gaan. Neem een ontspannen houding aan, zorg dat er oogcontact is. Doe dit niet te doordringend (is confronterend) door recht tegenover de scheidsrechter te gaan zitten, maar kies een positie schuin tegenover de scheidsrechter. Bouw het gesprek rustig op. Begin met een neutrale gebeurtenis uit de wedstrijd (beeld van de wedstrijd); de scheidsrechter kan hier vrijblijvend, zonder dat hij zich erover aangesproken voelt, op reageren. Vervolgens stuurt de beoordelaar het gesprek door middel van het stellen van vragen (zie hieronder “de kunst van het vragenstellen”.) (zie tevens bijlage 12: leesstuk LSD) Begin met hoofdzaken; volg de Rode Draad van het leidinggeven. Zorg er voor dat de scheidsrechter niet overladen wordt met te gedetailleerde zaken. Details kunnen later in het rapport aan de orde komen. In het rapport moeten wel zaken staan die ook besproken zijn, geen onverwachte nieuwe zaken. De scheidsrechter kan immers geen reactie meer geven. De techniek van het vragen stellen speelt hierbij voor de beoordelaar een belangrijke rol Stel ‘open’ vragen (hoe, wat, waarom, enz.). Een ‘open’ vraag biedt ruimte voor een eigen mening en zet aan tot denken. Begin hier echter nooit mee! Geef niet meteen een waardeoordeel, maar haak in op de opmerkingen die de scheidsrechter maakt en vraag – indien nodig – om duidelijkheid (‘Wat bedoel je met….?’). Versie september 2013
Opleiding KNKV-waarnemer/beoordelaar
Pagina 14
-
Luister goed wat de scheidsrechter zelf heeft te zeggen en probeer dit te begrijpen. Met andere woorden: laat hem reflecteren op eigen handelen! Daar leert hij het meeste van. Vul zijn uitleg aan, stuur bij, corrigeer, maar zorg er voor dat het geen preek wordt (‘dat moet zus en zo’) en dat het gesprek niet ontaardt in een welles/nietes discussie. Praat beschrijvend en geef voorbeelden uit de wedstrijd. Draag zorg voor structuur. Ga niet in op persoonskenmerken; bespreek gedrag dat je hebt gezien. Behandel punt voor punt, vat kort samen en controleer of de scheidsrechter de uitleg heeft begrepen. Geef voldoende gelegenheid om vragen te stellen. Geef je mening als beoordelaar. Draai er niet omheen, veroordeel nooit. Vergeet niet om ook de positieve aspecten van zijn arbitrage te bespreken en geef complimenten. Dit is goed voor het zelfvertrouwen van de scheidsrechter. Geef tot slot een conclusie aan. En noem de verbeterpunten.
Als het gesprek is beëindigd moet de scheidsrechter met een goed gevoel huiswaarts kunnen keren en met vertrouwen naar de volgende wedstrijd kunnen gaan. Het is aan de beoordelaar hier zorg voor te dragen. Bezondig je niet om als beoordelaar op te merken dat de scheidsrechter wel in een hogere klasse kan fluiten en/of een opmerking te maken over het te verwachten cijfer. Over het eerste heb je niets te zeggen en het tweede ziet de scheidsrechter wel als het beoordelingsformulier is ingevuld (Het cijfer is voor de beoordelaar overigens niet zichtbaar). Beoordelen is geen eenvoudige taak, maar wél een zeer dankbare. Een goede op het individu gerichte beoordeling draagt in belangrijke mate bij aan de verbetering van de arbitrage en het behoud van scheidsrechters.
Versie september 2013
Opleiding KNKV-waarnemer/beoordelaar
Pagina 15
W/B 5. Het beoordelingsformulier W/B 5.1 Het beoordelingsformulier. Het beoordelingsformulier is als digitale versie op het internet (KNKV site) te vinden, echter daar alleen beschikbaar voor de aangewezen beoordelaar. Voor de cursist is het Excel oefen formulier beschikbaar. Ten behoeve van de cursus zijn in bijlage 17 naast de vragen ook de eindtermen, zoals deze in het beoordelingsrapport van de scheidsrechter staan, opgenomen.
W/B 5.2 De toelichting. De toelichting is digitaal beschikbaar. Het is een beschrijving van de competentievragen met een toelichting op wat wordt bedoeld (waarmee rekening gehouden moet worden). Lees de toelichting jaarlijks minstens een keer door. (zie bijlage 4).
W/B 5.3 Het formulier Aandachtspunten. In dit formulier zijn per hoofdgroep van het beoordelingsformulier in het kort de vragen van het formulier in een enkel woord benoemd. (zie bijlage 5a) De beoordelaar kan dit formulier als geheugensteun tijdens de wedstrijd gebruiken en ook in de rust, om gesprekspunten te rubriceren in hun hoofdgroep. Na de wedstrijd kan het een leidraad zijn bij het gesprek. Het is niet de bedoeling om bij de aandachtspunten te gaan turven.
Versie september 2013
Opleiding KNKV-waarnemer/beoordelaar
Pagina 16
Bijlagen: (worden digitaal beschikbaar gesteld door de docent) Bijl. Bijl. Bijl. Bijl. Bijl. Bijl. Bijl. Bijl. Bijl. Bijl. Bijl. Bijl. Bijl. Bijl. Bijl. Bijl. Bijl. Bijl. Bijl. Bijl.
1 2 3 4 5a 5c 6 7a 7b 8 9 10 11 12 13 14 16 17 19 20
Toets plan opleiding KNKV-waarnemer-beoordelaar KNKV Excel oefenformulier waarnemen-beoordelen Invulinstructie Excel beoordelingsformulier Toelichting KNKV beoordelingsformulier Het aandachtspuntenformulier Veldkaart t.b.v. beoordelaar Gouden regels Feedbackformulier stagebegeleider waarnemer Feedbackformulier stagebegeleider beoordelaar Protocol (beoordeling portfolio) Portfolio (inhoudsopgave) Evaluatieformulier opleiding KNKV-waarnemer-beoordelaar Leesstuk Feedback Leesstuk LSD Zelfreflectie (leesstuk scheidsrechtersopleiding) Gesprekscases (14a t/m 14d) Leesstuk extra m.b.t. communicatie Leesstuk waarnemen-interpreteren Bouwstenen Vragen en eindtermen beoordelingsformulier
Aantekeningen: