Beleidsregels Loonkostensubsidie Wwb, Ioaw, Ioaz
1
Beleidsregels Loonkostensubsidie Wwb, Ioaw, Ioaz van de gemeente Hulst
Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst (hierna: het college) gelet op - artikel 7, 9 en 10 van de Wet werk en bijstand (Wwb); - de Re-integratieverordening Wwb; gelezen de beleidsaanbeveling Loonkostensubsidie en Europese regelgeving zoals genoemd in de Verzamelbrief april 2004 van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; overwegende dat op grond van artikel 8 van de Re-integratieverordening Wwb een loonkostensubsidie kan worden verstrekt aan uitkeringsgerechtigden, Anw-ers en jongeren ter bevordering van de uitstroom uit de uitkering; stelt vast de volgende
Beleidsregels Loonkostensubsidie Wwb, Ioaw, Ioaz van de gemeente Hulst 1
Definities
In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. gemeente:
de Gemeente Hulst;
b. burgemeester en wethouders:
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst;
c. uitkeringsgerechtigde:
degene die periodieke uitkering voor levensonderhoud ontvangt op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb), de wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) of de Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) van de gemeente Hulst, of diegenen die naar het oordeel van het college zonder inzet van het instrument afhankelijk gaan worden van één van deze genoemde uitkeringen;
2
d. werkgever:
i. met winstoogmerk: ondernemingen die economische activiteiten verrichten (profit); ii. zonder winstoogmerk: organisaties (verenigingen, stichtingen of andere instellingen en/of rechtspersonen) die geen economische activiteiten verrichten of rechtspersonen zonder winstoogmerk (non-profit);
e. loonkosten:
het brutoloon inclusief vakantiegeld en wettelijke werkgeverslasten;
2
Doelstelling loonkostensubsidie
De loonkostensubsidie is een instrument bedoeld om de arbeidsinschakeling te bevorderen van de uitkeringsgerechtigde om hierdoor een dienstverband te verwerven. Het doel van het instrument is uitkeringsonafhankelijkheid door het verrichten van werkzaamheden in loondienst, waarbij werkervaring wordt opgedaan en tegelijkertijd aan aanbodversterking gedaan kan worden.
3
Generiek instrument
De vorm en de duur van de loonkostensubsidie wordt afgebakend op grond van de Europese richtlijnen ter voorkoming van verdringing en/ of regionale steunmaatregelen. In principe is de loonkostensubsidie non-discriminatoir (generiek); het kan alle ondernemingen in alle sectoren van de economie betreffen en is nooit voorbehouden aan een bepaalde onderneming. Iedere werkgever kan, ongeacht de vestigingsplaats van de onderneming of plaats van tewerkstelling van de werknemer, een beroep doen op deze subsidie wanneer de werkgever een uitkeringsgerechtigde van de gemeente in dienst neemt. In dit verband wordt verwezen naar de beleidsaanbeveling
van
het
Ministerie
van
Sociale
Zaken
en
Werkgelegenheid
kenmerk
Intercom/2004/24233 van april 2004.
4
De arbeidsovereenkomst
De loonkostensubsidie kan worden gebruikt wanneer er sprake is van een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW waarin de volgende cumulatieve voorwaarden zijn opgenomen: -
er dient sprake te zijn van de persoonlijke verplichting om arbeid te verrichten;
-
die arbeid wordt verricht onder het gezag van een ander;
-
die ander betaalt voor de arbeid een bepaald bedrag aan loon;
-
dit alles vindt plaats gedurende een zekere tijd.
De arbeidsovereenkomst wordt vastgesteld op minimaal 12 uur per week.
3
Voorafgaand aan de arbeidsovereenkomst geldt (desgewenst) een proeftijd van één maand, waarbij de uitkeringsgerechtigde werkzaamheden verricht met behoud van uitkering. De arbeidsovereenkomst mag geen verdringing van andere werknemers veroorzaken en mag ook geen concurrentievervalsing tot gevolg hebben.
5
Hoogte en duur van de loonkostensubsidie
De loonkostensubsidie bedraagt € 7.500,- op jaarbasis bij een arbeidsovereenkomst van 36 uur of meer per week. De loonkostensubsidie wordt naar evenredigheid berekend bij een arbeidsovereenkomst van minder dan 36 uur per week. Er geldt een bonus van € 2.500,- na voltooiing van een arbeidsovereenkomst die minimaal 26 weken heeft geduurd (indien minimaal 12 uur per week is gewerkt). De bonus is éénmalig en uniform voor elke werkgever die een uitkeringsgerechtigde met loonkostensubsidie in dienst heeft genomen. Voor werkgevers met winstoogmerk is de duur van de loonkostensubsidie beperkt tot ten hoogste één jaar. Alleen voor werkgevers zonder winstoogmerk geldt dat indien een loonkostensubsidie benodigd is die qua hoogte en/of duur afwijkt van het bovenstaande, hieraan voorafgaand schriftelijk toestemming gevraagd moet worden aan de gemeente. De gemeente kan dan besluiten voor een langere duur en/of een hoger bedrag loonkostensubsidie toe te kennen. In dat geval vervalt de hierboven genoemde bonusregeling. De duur (in geval afgeweken wordt bij werkgevers zonder winstoogmerk) is dan gemaximeerd tot 5 jaar, de hoogte is gemaximeerd tot 100 % van de loonkosten (salaris, vakantiegeld plus wettelijke premies en eventuele werkgeversbijdrage pensioen) bij een salaris ter hoogte van het wettelijk minimumloon.
6
Ziekte van de werknemer
Bij ziekte van de werknemer krijgt de werkgever de eventuele loondoorbetaling bij ziekte volledig door de gemeente vergoed (onder verrekening van de reeds verstrekte loonkostensubsidie). Indien de werknemer meer dan vijf dagen ziek is, dient de werkgever onmiddellijk de contactpersoon van de gemeente in kennis te stellen.
4
7
Inspanningen werkgever
De werkgever gaat een inspanningsverplichting aan om de gesubsidieerde arbeidsovereenkomst zonder subsidie voort te zetten. Van de werkgever wordt verwacht dat noodzakelijke begeleiding op de werkplek en noodzakelijk functiegerichte scholing wordt aangeboden. De werkgever kan de gemeente verzoeken om een bijdrage in de kosten te leveren voor de noodzakelijke geachte scholing en opleiding.
8
Procedurele bepalingen
De werkgever vraagt de loonkostensubsidie aan door middel van het daartoe bestemd formulier. De aanvraag voor de loonkostensubsidie moet worden ingediend voorafgaand aan de ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst, of binnen maximaal twee maanden na aanvang van het dienstverband. Betaling geschiedt in termijnen achteraf per drie maanden (tenzij de werkgever een langere termijn wenst) na verantwoording van de loonkosten door middel van loonspecificaties die de werkgever aan de gemeente beschikbaar stelt. Mutaties dienen onmiddellijk aan de betreffende contactpersoon bij de gemeente te worden gemeld. Indien de arbeidsovereenkomst (om welke reden dan ook) wordt beëindigd in de periode waarop de toegekende loonkostensubsidie betrekking heeft, vervalt de loonkostensubsidie.
9
Nadere regels samenwerking UWV en gemeente
Op grond van artikel 7, lid 3 van de Wet werk en bijstand is bij nadere overeenkomst overeengekomen dat de gemeente ook voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling in de vorm van gedeeltelijke loonkostensubsidie kan aanbieden aan personen aan wie het UWV een uitkering verstrekt. De bepalingen van deze beleidsregels is voor die doelgroep niet van toepassing.
5
10
Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken de bepalingen in deze beleidsregels, indien onverkorte toepassing zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid.
11
Intrekking
Met het vaststellen van deze beleidsregels vervallen de bepalingen 2.3. van de Beleidsregels Reïntegratie WWB van de gemeente Hulst.
12
Citeertitel
Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: “Beleidsregels loonkostensubsidie Wwb, Ioaw, Ioaz.”
13
Inwerkingtreding
Deze beleidsregels treden na publicatie, met ingang van 1 juli 2008 in werking.
Aldus vastgesteld op ……………………… door burgemeester en wethouders van Hulst.
Burgemeester en Wethouders van Hulst, De Secretaris, De Burgemeester,
6
Algemene toelichting Het aanwenden van het instrument loonkostensubsidie is op grond van artikel 8 van de Reintegratieverordening Wwb en vanwege een verantwoord gebruik van publieke middelen (Werkdeel Wwb) aan nadere regels gebonden. De noodzaak voor de inzet van dit instrument wordt door het college vastgesteld. De betrokken persoon kan zonder dit instrument niet (regulier) aan het werk en zal als gevolg daarvan een beroep gaan of blijven doen op een inkomensvoorziening van de gemeente Hulst. Dit impliceert dat doelgroepen die geen beroep (gaan) doen op een inkomensvoorziening van de gemeente Hulst geen aanspraak kunnen maken op dit instrument. Deze beleidsregels laten toe dat een onderhandelingsruimte bestaat (bij werkgevers zonder winstoogmerk), dat laat niet onverlet dat een zorgvuldige afweging wordt gemaakt waarin de afstand tot de arbeidsmarkt en de van toepassing zijnde bijstandsnorm wordt meegenomen. Het schrappen van artikel 8 lid 2 van de Re-integratieverordening Wwb heeft tot gevolg dat voor gedeeltelijke uitstroom uit de uitkering (dus zonder dat iemand volledig uitkeringsonafhankelijk wordt), toch gedeeltelijke loonkostensubsidie kan worden ingezet.
7
Artikelsgewijze toelichting
1
Definities a. behoeft geen nadere toelichting b. behoeft geen nadere toelichting c. Inzet van loonkostensubsidie is bedoeld voor uitkeringsgerechtigden van de gemeente Hulst ingevolge de Wwb, Ioaw en Ioaz of mensen die zonder inzet van dit instrument uitkeringsgerechtigde van de gemeente Hulst dreigen te worden. Te denken valt bijvoorbeeld aan jongeren die op hun 17e jaar uitgevallen zijn op school. d. Het opnemen van het onderscheid tussen profit- en non-profitbedrijven heeft te maken met het formaliseren van het beleid dat ook loonkostensubsidie kan worden verstrekt aan werkgevers met winstoogmerk. e. De definitie van loonkosten heeft te maken met het feit dat ervan uitgegaan dient te worden dat (bij werkgevers zonder winstoogmerk) er maximaal subsidie betaald kan worden tegen de werkelijke loonkosten en werkgeverslasten (de loonsom).
2
Doelstelling loonkostensubsidie
Behoeft geen nadere toelichting
3
Generiek instrument
Ten einde te voorkomen dat in het kader van Europese regelgeving sprake zou zijn van een aanmeldingsplichtige steunmaatregel is in deze beleidsregels opgenomen dat het gaat om een generieke loonkostensubsidie. Dit betekent dat ieder bedrijf of onderneming ongeacht de vestigingsplaats van de onderneming of de plaats van tewerkstelling van de werknemer, een beroep kan doen op loonkostensubsidie, uiteraard zover aan de overige bepalingen van dit artikel wordt voldaan.
8
4
De arbeidsovereenkomst
De regels aangaande de arbeidsovereenkomst conform hoofdstuk 7 van het BW zijn van toepassing. Om de doelstelling op reële wijze te kunnen halen (het stimuleren van het opdoen van werkervaring) is het van belang dat de klant waarvoor loonkostensubsidie wordt verstrekt een substantieel deel van de week daadwerkelijk arbeidsritme opdoet. Daarom is het minimum-aantal uren van 12 uur per week werkzaam zijn opgenomen. Daarnaast is het hanteren van minimum 12 uur per week werken opgenomen met het oog op het opbouwen van WW-rechten en arbeidsverleden. Werknemers moeten tenminste 26 weken gedurende tenminste één dag per week hebben gewerkt om in aanmerking te komen voor de kortdurende WW-uitkering. Voorafgaande aan de arbeidsovereenkomst kan de werkgever desgewenst één maand op proef kennismaken met de beoogde werknemer (met behoud van uitkering), om eventuele drempelvrees bij werkgevers bij het aannemen van mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt weg te nemen. In het aanvraagformulier voor subsidie wordt vermeld dat subsidie wordt verstrekt als dit geen verdringing van andere werknemers tot gevolg heeft.
5
Hoogte en duur van de loonkostensubsidie
Voor werkgevers met winstoogmerk bestaat nu duidelijkheid: een beperkt recht (een vast bedrag), rekening houdend met Europese richtlijnen en regelgeving. De subsidie is daarom beperkt tot ongeveer 50 % van de loonkosten (circa € 10.000,-) gedurende één jaar. De loonsom van een werknemer met minimumloon bedragen op jaarbasis circa € 20.000,- bij een volledige werkweek. Om te stimuleren dat de werknemer daadwerkelijk en substantieel arbeidsritme opdoet en minimaal 26 weken gedurende twee dagen wordt gewerkt is de bonus-bepaling opgenomen. Op deze manier wordt in ieder geval aan de referte-eis van de Werkloosheidswet (WW) voldaan. Daarnaast wordt uiteraard de kans groter dat de hoofddoelstelling gehaald wordt: op deze manier wordt gestimuleerd dat daadwerkelijk een langere periode werkervaring wordt opgedaan. Werkgevers kunnen dus onder voorwaarden in totaal € 10.000,- krijgen als ze een bijstandsgerechtigde in dienst nemen. De bedragen zijn gesplitst in een loonkostensubsidie van maximaal € 7.500,- en een bonusregeling van € 2.500,- indien de referte-eis WW wordt gehaald.
9
Werkgevers zonder winstoogmerk hebben in principe hetzelfde recht als werkgevers met winstoogmerk. Indien echter de werkgevers zonder winstoogmerk een subsidie willen ontvangen die afwijkt, dan dient men dit voorafgaand aan het dienstverband schriftelijk aan te geven. Het college kan besluiten om loonkostensubsidie toe te kennen voor een hoger bedrag (of een langere periode). Het is belangrijk om juist bij de werkgevers zonder winstoogmerk maatwerk te kunnen bieden. De individuele omstandigheden van het bedrijf èn de persoon of bijvoorbeeld de mate waarin de betrokken persoon begeleid wordt (begeleidingsvorm), kunnen leiden tot een nog positievere beoordeling voor de hoogte en duur van de loonkostensubsidie. In het geval wordt afgeweken van de hoogte en de duur, vervalt de genoemde bonusregeling. De andere subsidievoorwaarden blijven echter gelijk. De hoogte van de loonkostensubsidie kan nooit hoger zijn dan 100% van de loonsom (wettelijke werkgeverslasten, brutoloon, vakantiegeld) op basis van het wettelijk minimum loon.
6
Ziekte van de werknemer
De overweging van het opnemen van dit artikel is dat ziekteverzuim van een ex-werkloze als één van de grootste bedreigingen wordt gezien door de werkgever. De kans is groot dat een werkgever door het opnemen van dit artikel iemand die ziek is of is geweest in dienst houdt waardoor terugval in de uitkering wordt voorkomen.
7
Inspanningen werkgever
De doelstelling is dat de gesubsidieerde arbeidsovereenkomst zonder het verder verstrekken van loonkostensubsidie wordt voortgezet. De werkgever gaat daartoe een inspanningsverplichting aan, zonder echter formele harde garanties te hoeven geven. Wel wordt van de werkgever verwacht dat er aan de werknemer faciliteiten worden geboden om zich te kunnen ontwikkelen (benodigde opleidingen en scholing) en dat er adequate begeleiding wordt geboden. De werkgever kan van de gemeente een bijdrage vragen in de kosten van de scholing en opleiding.
10
8
Procedurele bepalingen
Dat de aanvraag vóóraf of binnen twee maanden na aanvang van het dienstverband wordt aangegaan, is een landelijk veel toegepaste bepaling. Dit voorkomt bureaucratische vertraging dat ten koste kan gaan van het dienstverband. Ook het achteraf na verantwoording, drie-maandelijks betalen komt landelijk veelvuldig voor. Het voorkomt dat werkgevers lang op geld moeten wachten, en voorkomt ook andere administratieve handelingen. Er wordt door de gemeente een contactpersoon vastgesteld voor de werkgever. Deze contactpersoon wordt in de subsidiebeschikking aan de werkgever vermeld. Bij einde van het dienstverband stopt de verstrekking van de loonkostensubsidie.
9
Nadere regels samenwerking UWV en gemeente
in artikel 7, lid 3 van de Wet werk en bijstand is vastgelegd dat gemeenten en UWV kunnen overeenkomen dat de gemeente ook voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling kan aanbieden aan personen aan wie het UWV een uitkering verstrekt. De gemeente is van mening dat zoveel mogelijk mensen deelnemen aan de maatschappij en dat de periode dat mensen een uitkering ontvangen zo kort mogelijk is. In het kader van de (regionale) ketensamenwerking is de verstrekking van gedeeltelijke loonkostensubsidie daarom in een nadere overeenkomst geregeld. Voor deze doelgroep gelden dus andere bepalingen dan de bepalingen van deze beleidsregels.
10
Hardheidsclausule
Indien de toepassing van deze verordening tot onbillijkheden leidt, kan het college ten gunste van de belanghebbende en werkgever afwijken van de bepalingen. Van deze mogelijkheid dient zeer terughoudend gebruik gemaakt te worden, om het scheppen van precedenten tegen te gaan.
11
11
Intrekking
In paragraaf 2.3. van de Beleidsregels Reïntegratie WWB van de gemeente Hulst was de oude loonkostensubsidieregeling opgenomen. Deze bepalingen zijn niet meer geldig vanaf de inwerkingtreding van deze beleidsregels (1 juli 2008).
12
Citeertitel
Behoeft geen nadere toelichting.
13
Inwerkingtreding
Behoeft geen nadere toelichting.
12