2231 (2013-2014) – Nr. 1 21 oktober 2013 (2013-2014)
Beleidsbrief Vlaamse Rand Beleidsprioriteiten 2013-2014 ingediend door de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand
verzendcode: REG
2
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
1. Inleiding …………………………………………………………………………………….. 2. Functionele bevoegdheid Vlaamse Rand …………………………………………………… 2.1. SD – Aansturen van een gecoördineerd Randbeleid …………………………………. 2.1.1. OD – Initiatieven die het Vlaams karakter van de Vlaamse Rand bevestigen en/of verstevigen …………………………………………………………………. 2.1.2. OD – Subsidies voor initiatieven die het Vlaams karakter bevestigen en/of verstevigen ……………………………………………………………………….. 2.1.3. Coördinatieplatform VSGB ……………………………………………………… 2.1.4. Strategische projecten …………………………………………………………… I. Felix De Boeck ……………………………………………………. II. Campus Bierenberg ………………………………………………... 2.1.5. OD – Media en communicatie …………………………………………………... 2.2. SD – vzw ‘de Rand’ …………………………………………………………………... 2.2.1. OD - Infrastructuur en gebouwen in het beheer van vzw ‘de Rand’ ……………. 2.2.2. OD – De gemeenschapscentra …………………………………………………… 2.2.3. OD – Taalpromotie ………………………………………………………………. 2.2.4. OD – Sensibiliseren van internationalen ………………………………………… 2.2.5. OD – Gordelfestival ……………………………………………………………... 2.2.6. OD – de ‘Zes’ en het Vlaams beleid …………………………………………….. 3. Functionele bevoegdheden inzake Randbeleid ……………………………………………... 3.1. Toerisme ………………………………………………………………………………. 3.2. Onroerend Erfgoed ……………………………………………………………………. 3.3. Binnenlands Bestuur en Taalwetgeving ………………………………………………. 3.4. Onthaal en Integratie ………………………………………………………………….. 4. Andere beleidsdomeinen ……………………………………………………………………. 4.1. Werk …………………………………………………………………………………... 4.2. Onderwijs ……………………………………………………………………………... 4.3. Huisvesting – Vlabinvest ……………………………………………………………... 4.4. Economie – START, Mobiliteit ………………………………………………………. 4.5. Ruimtelijke Ordening …………………………………………………………………. 4.6. Cultuur, Jeugd, Sport en het Verenigingsleven ……………………………………….. 4.7. Open Ruimte ………………………………………………………………………….. 4.8. Welzijn en Gezondheid ……………………………………………………………….. 4.9. Europees en Buitenlands Beleid ………………………………………………………. 5. Lijst met afkortingen………………………………………………………………………... 6. Regelgevingsagenda …………………………………………………………………………
p.3 p.3 p.3
Bijlage 1: beknopte omgevingsanalyse …………………………………………………………. Bijlage 2: cijfers taal …………………………………………………………………………….. Bijlage 3: cijfers onderwijs ……………………………………………………………………… Bijlage 4: cijfers gemeenteraadsverkiezingen …………………………………………………... Bijlage 5: opvolging Rekenhof, Arresten, Resoluties en Moties ……………………………….. Bijlage 6: begroting 2014 ………………………………………………………………………..
p.36 p.44 p.46 p.47 p.48 p.51
p.3 p.4 p.5 p.6 p.6 p.7 p.7 p.9 p.10 p.10 p.12 p.14 p.14 p.15 p.16 p.17 p.17 p.18 p.20 p.21 p.21 p.25 p.26 p.28 p.29 p.30 p.30 p.32 p.34 p.34 p.35
V l a a m s P a r l e m e n t – 1011 B r u s s e l – 0 2 / 5 5 2 . 11 . 11 – w w w. v l a a m s p a r l e m e n t . b e
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
3
1. Inleiding De Vlaamse Rand rond Brussel bestaat uit 19 gemeenten. Zij grenzen aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of aan een faciliteitengemeente (6 faciliteiten- en 13 niet-faciliteitengemeenten). De beknopte omgevingsanalyse, een blik op de Vlaamse Rand,die in bijlage werd toegevoegd, illustreert herhaaldelijk dat de regio een aantal typische kenmerken heeft waardoor hij zich onderscheidt van de rest van Vlaanderen. De analyse komt uit het cijferboek Vlaamse Rand dat regelmatig door de Studiedienst van de Vlaamse Regering geactualiseerd wordt. Meer gegevens zijn ook te vinden op de website van het documentatiecentrum Vlaamse Rand: www.docu.vlaamserand.be.Bij het uitstippelen van mijn eigen Randbeleid vertrek ik dan ook van de eigenheid van de regio en, waar mogelijk, stuur ik aan op overleg met en integratie van andere beleidsthema’s en -domeinen. Mede door de nabijheid van de Brusselse metropool is de snelheid van maatschappelijke en demografische veranderingen in de Rand enorm. Een aantal gemeenten in de Vlaamse Rand kampt duidelijk met grootstedelijke problemen rond welzijn, jongeren-, onderwijs en integratiebeleid. Hoewel er maatregelen worden getroffen, evolueert de situatie sneller dan voorheen en dringen bijkomende inspanningen zich op om de groeiende tekorten aan te vullen. Het in kaart brengen van de grootstedelijke problematiek in de Vlaamse Rand in relatie met de te verwachten bevolkingsprognose, blijft een belangrijk aandachtspunt. De Studiedienst van de Vlaamse Regering zal dan ook in 2014 een actualisatie doorvoeren van de bevolkingsprojecties op gemeentelijk niveau. Samen met de collega’s van de andere beleidsdomeinen zal bekeken worden hoe de Vlaamse overheid hier actiever kan optreden en ondersteuning kan bieden aan de gemeenten uit de Rand zodat de leefbaarheid in de regio gevrijwaard blijft. Naast de maatschappelijke uitdagingen voor de Vlaamse Rand moeten we ook blijvend aandacht besteden aan het Nederlandstalig karakter van de regio dat onder druk staat. Door de verdere ontnederlandsing van de Rand mede door de toegenomen internationalisering moeten we het Nederlands blijven promoten. De kennis en het gebruik van het Nederlands is naast een belangrijke gemeenschapsvormende factor van doorslaggevend belang voor de integratie van anderstalige nieuwkomers onder meer inzake onderwijs, wonen, werk, welzijn. We moeten die nieuwkomers gastvrij ontvangen, ongeacht de taal die ze spreken en zeker niet vijandig staan tegenover andere culturen en talen. Maar we moeten hen ook kansen bieden om Nederlands te leren en het te gebruiken en oefenen in het openbare leven.Dat is de beste garantie op een leefbare samenleving. De resultaten en de analyse uit de eerste taalbarometer voor de Vlaamse Rand kunnen daarbij wellicht richtinggevend zijn. 2. Functionele bevoegdheid Vlaamse Rand 2.1. SD – Aansturen van een gecoördineerd Randbeleid 2.1.1. OD – Initiatieven die het Vlaams karakter van de Vlaamse Rand bevestigen en/of verstevigen a) Stand van zaken Binnen het eigen Randbeleid blijft een gericht onthaalbeleid van cruciaal belang. Momenteel wordt dan ook nagedacht over een nieuw concept van de onthaalbrochure ‘welkom in de Vlaamse Rand’. Een inhoudelijke update, een herdefiniëring van de potentiële doelgroepen en een analyse van het doelpubliek worden onder de loep genomen. De verdeling van de randuitcheques werd verder gezet. Dergelijke randuitcheques zijn cultuurwaardebonnen, bedoeld om anderstaligen te stimuleren bij het leren van de Nederlandse taal en de daarmee vaak gepaard gaande integratie in hun leefomgeving.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
4
Elke cursist ‘Nederlands voor anderstaligen’ ontvangt 3 randuitcheques voor een bedrag van 7 euro elk die hij/zij kan besteden aan een activiteit in één van de cultuur- of gemeenschapscentra in de Vlaamse Rand en dit gedurende 2 jaar. Het Huis van het Nederlands helpt bij de verspreiding van deze cheques. Uiteraard blijft een goede samenwerking met verschillende actoren een essentieel element van het onthaalbeleid, maar ook van het gehele Randbeleid. In eerste instantie denk ik hierbij aan vzw ‘de Rand’ die, naast de vele eigen projecten en acties, dit jaar ook de dragende kracht was achter de vernieuwde versie van de Gordel. De eerste editie van dit Gordelfestival, mede georganiseerd door Bloso en de provincie Vlaams-Brabant, zette in op nieuwe locaties en een gevarieerd sportief en muzikaal aanbod. Om de taalsituatie in de Vlaamse Rand correct te kunnen inschatten werd in 2012, samen met de provincie Vlaams-Brabant, een overheidsopdracht uitgeschreven voor een wetenschappelijk onderzoeksproject naar taalgebruik, -verschuivingen en -identiteit in de betrokken gemeenten. BRIO, een van de partners binnen het documentatiecentrum Vlaamse Rand, bekwam samen met het peilingbureau GfK Significant de gunning voor deze opdracht. De bevraging van 2.500 respondenten wordt in het najaar van 2013 afgerond, waarna de verwerking van de resultaten kan starten. Begin 2013 werd de ‘Leidraad voor een goed Vlaams Beleid’ bezorgd aan alle nieuwe mandatarissen, gemeenteraads- en provincieraadsleden, OCMW-raadsleden en aan integratieambtenaren in de Vlaamse Rand. Deze publicatie komt tegemoet aan de vraag naar ondersteuning op vlak van o.m. juridische omkadering, wonen, taalbeleid, integratie en concrete projecten. De verspreiding van deze leidraad gebeurde dan ook bewust na de verkiezingen bij de start van de nieuwe mandaten.
b) Initiatieven 2014 De website www.vlaamserand.be krijgt in 2014 een nieuw inhoudsbeheersysteem en uitzicht. De huidige informatie over o.m. taalwetgeving, streekproducten, subsidieaanvragen wordt bijgewerkt en waar nodig aangevuld. Ook het onthaalbeleid krijgt een duidelijke plaats op de site. Op die manier kan de nieuwe versie van de onthaalbrochure, namelijk een ‘welkomstfolder’ die in een latere fase wordt ontwikkeld, toegang bieden tot uitgebreidere, accurate en actuele informatie. De folder zal, net als het bestaande concept, 3-maandelijks en gericht verspreid worden. Ook het voorbestaan van randuitcheques voor anderstaligen moedig ik aan als deel van het onthaalbeleid. De oplevering van de eerste ‘Rand-taalbarometer’ is voorzien begin 2014. Dit wetenschappelijk onderzoek moet ons een beter inzicht verschaffen in de verschillende aspecten van het taalgebruik in het dagelijkse leven in de Vlaamse Rand.
2.1.2. OD – Subsidies voor initiatieven die het Vlaams karakter bevestigen en/of verstevigen a) Stand van zaken Tijdens het voorbije jaar werden opnieuw zowat een 100-tal initiatieven gesubsidieerd die het Nederlandstalige karakter van de Vlaamse Rand in de verf willen zetten en/of anderstaligen/nieuwkomers warm willen maken voor het lokale verenigingsleven. Sportieve evenementen, enkele Nederlandstalige festivals en 11-julivieringen zijn hiervan een voorbeeld. Maar ook initiatieven die het gebruik en de kennis van het Nederlands willen bevorderen in de Vlaamse Rand, worden gesubsidieerd.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
5
Zo kregen onder meer het Huis voor Gezondheid voor de ondersteuning van de Nederlandstalige gezondheidszorg in de Vlaamse Rand, de hopduvelstoet in Asse, het randcriterium van de Vlaamse Wielrijdersbond, de kinderhoogdagen, het leereiland cursisten Nederlands van het CBE HalleVilvoorde, het straattheaterfestival Strapatzen, Volk in ‘Ro, Vijverfestival, Hee Tervuren, de ‘Vlaanderen- Feestacties’, vernieuwende jeugdinitiatieven als de circusacts van Skankyour Soul, Reggaebox, lokale buurt- en wijkfeesten die de integratie van de inwoners willen bevorderen en nog vele andere waardevolle initiatieven een subsidie. Zonder deze subsidie zouden veel van deze activiteiten niet meer of slechts op kleinere schaal kunnen georganiseerd worden. Tevens ken ik een subsidie toe voor een studie naar de haalbaarheid/wenselijkheid van bijkomende culturele infrastructuur in de Zuidrand. Hiermee wil ik mijn engagement uit de beleidsnota nakomen. De studie wordt opgeleverd in 2014 en houdt rekening met de bovengemeentelijke rol en uitstraling, zal verschillende inplantingsvoorstellen formuleren en moet een antwoord bieden op het type culturele infrastructuur. Bij het in kaart brengen van de meerwaarde zal ook gekeken worden naar de mogelijke impact op een snellere integratie van nieuwkomers in de Vlaamse Rand.
b) Initiatieven 2014 De subsidiëring van zowel kleinere initiatieven als grotere projecten ter bevordering van het Nederlandstalige karakter van de Vlaamse Rand wordt in 2014 voortgezet.
2.1.3. Coördinatieplatform VSGB a) Stand van zaken Het coördinatieplatform VSGB, onder het voorzitterschap van de gouverneur van Vlaams-Brabant, volgt het flankerend beleid ‘Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel’ op dat op 16 december 2011 door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd samen met de definitieve vaststelling van het GRUP “Afbakening VSGB en aansluitende open ruimtegebieden”. Dat GRUP zet in op het maximale behoud van de open ruimten en de groene gordel en bakent duidelijk grenzen af waarbinnen verdere ontwikkeling nog kan. Het flankerend beleid zet versterkt in op een positief beleid ter ondersteuning van het Nederlandstalige karakter van de Vlaamse Rand en ter versterking van de leefbaarheid ervan op het vlak van mobiliteit, economie en werk, wonen en huisvesting, welzijn, onderwijs en jeugd, open ruimte, geluidshinder, ontvangst en integratie en toerisme. Tijdens de voorbije periode kwamen op het platform onder meer volgende items aan bod: opvolging van de gemeente- en provincieraadsverkiezingen in de Vlaamse Rand; voortgang in de dossiers mobiliteit en openbaar vervoer in het VSGB meer bepaald de stand van zaken met betrekking tot de nieuwe tramlijnen van De Lijn en van het Gewestelijk Expresnet; stand van zaken van het actieplan inzake maatregelen ter bestrijding van de geluidshinder in het VSGB; halfjaarlijkse opvolging van het geheel van de projectmonitoringfiches met het oog op de rapportering ervan aan de Vlaamse Regering; hoorzitting met de burgemeesters inzake de grootstedelijke problematiek, voornamelijk jongeren en welzijn, waarmee de gemeenten in de Vlaamse Rand te kampen hebben. b) Initiatieven 2014 Ook in 2014 zal het coördinatieplatform verder dit flankerend beleid opvolgen. Zoals voorheen afgesproken zullen de beleidsdomeinen Mobiliteit, Economie en Werk in de luchthavenregio (tussen Vilvoorde en Zaventem) vooral binnen de TaskForce START worden besproken. Over de voortgang in de specifieke dossiers met betrekking tot het flankerend beleid wordt zoals afgesproken zesmaandelijks gerapporteerd aan de Vlaamse Regering. Dit gebeurt samen met de rapportering van START.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
6 2.1.4. Strategische projecten
I.
Felix De Boeck
a) Stand van zaken: GRONDAANKOOP In 2012 kon overgegaan worden tot de aankoop van een perceel grond dat eigendom was van de Kerkfabriek. De ondertekening van het compromis vond eind 2012 plaats. Nieuwe mogelijkheden worden verder bekeken in het kader van de verdere ontwikkeling van de FeliX site/ Het Moeras. Hierbij ligt de aandacht vooral op een evenwichtige en duidelijke samenhang van de eigendommen Museum/ gemeente. Met dit tot doel onderhandelt het museum momenteel het perceel 64B, een stuk grond tussen de beschermde boomgaard en de nieuw aangekochte grond in, dat eigendom van de gemeente is. RESTAURATIE HOEVE Het restauratiedossier wordt dit najaar, in overleg met onroerend Erfgoed, ingediend. Daarbij wordt ook in een onthaalfunctie voorzien in het deel van de hoeve dat ‘het huis van Polleke’ genoemd wordt en waarvoor de provincie Vlaams-Brabant een extra projectsubsidie toekent om de heroriëntering van de site mogelijk te maken. EXPLOITATIE SITE De fundamenten van het geïntegreerd project worden gelegd met de aankoop van de gronden en de restauratie van de hoeve. Toch dient de uitbating nu reeds vorm te krijgen. Hiervoor besliste het bestuur van de vzw Museum Felix De Boeck tot het installeren van een resonantiegroep waarin de verschillende partners in een meerjarenplanning een visie, planning en begrotingen moeten opstellen. Na een eerste aftoetsende fase (mei - oktober 2013) als resonantiegroep, zou dit een stuurgroep moeten worden waarin het initiatief genomen wordt door het museum en de gemeente Drogenbos. FELIXSITE / HET MOERAS Met het project ‘Het Moeras’ werkt het FeliXart Museum, de gemeente Drogenbos en Regionaal Landschap Pajottenland en Zennevallei om meer groene ruimte creëren in de verstedelijkte context van de gemeente. ‘Het Moeras’ draagt bij aan een aangenamere woonomgeving. Het ambitieuze natuurproject werd uitgewerkt met de nadruk op biodiversiteit. De braakliggende terreinen en hooilanden van ongeveer 4,5 hectare groene ruimte werden heringericht zodat er grotere biotopen van fauna en flora ontstaan. Door de aankoop van nieuwe percelen draagt het FeliXart Museum bij aan dit project. De hoogstamboomgaard van de site werd uitgebreid in juni 2013. In het meest drassige gedeelte wordt een grote poel aangelegd, extra knotbomen worden aangeplant en de beplantingskeuze wordt afgestemd op het aantrekken van zeldzame diersoorten. Later zal daar ook het traject van het Zennepad lopen, dat deel zal uitmaken van een nieuwe groene wandeling. Met de uitbreiding van de site, bouwt het museum het heemkundige en ecologische luik verder uit. In april 2013 werd dit project aan de pers voorgesteld. Op Open Monumentendag werd de opstart van de werkzaamheden, zowel van de hoeve als de site, in de kijker gezet. b) Initiatieven 2014: Ook in 2014 zal ik, naast de ondersteuning als museum, de verdere uitbouw van de FeliXsite structureel ondersteunen vanuit mijn Randbeleid. De restauratie van de hoeve staat daarbij centraal.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
7
Eens de restauratie van de hoeve een feit is kan de volledige werking gecommuniceerd worden als FeliXsite (erfgoed) en Het Moeras (milieu, biodiversiteit).
II.
Campus Bierenberg
Dit project in Sint-Genesius-Rode betreft de voormalige campus Bierenberg van de VUB-ULB. Deze campus ligt al jaren verlaten en tot op heden is het nog niet tot een verkoop of herontwikkeling van de site gekomen. Door haar omvang en locatie wordt deze site als een opportuniteit beschouwd in het kader van een Vlaamse verankering in deze regio. Sedert 2004 zoeken VUB en ULB gezamenlijk een kandidaat-koper voor de site. In 2006 werd een verkoopovereenkomst met een private ontwikkelaar gesloten onder diverse opschortende voorwaarden, onder meer de realisatie van een bestemmingswijziging van de volledige site tot woongebied. Hieraan is niet voldaan. Vanaf 31 december 2010 zijn VUB en ULB weer vrij om regelingen te treffen en onderhandelingen te voeren met andere kandidaat-kopers. Door de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) werd een onderzoek en analyse uitgevoerd met betrekking tot de site en de aankooptransactie, resulterende in een haalbaarheidsstudie en businessplan. Hieruit bleek dat de vooropgestelde ontwikkeling van een wetenschapspark als risicovol wordt beoordeeld. Door het aankoopcomité werd tevens een schatting van het gebied uitgevoerd. Op basis van de schatting die gebeurde door het aankoopcomité werd getracht om een akkoord te bereiken met VUB/ULB over de eigendomsoverdracht. In de besprekingen met VUB/ULB is geen akkoord bereikt over de modaliteiten van de eigendomsoverdracht. De universiteiten hebben beslist niet in te gaan op een voorstel opgemaakt vanuit een businessplan. Zij bekijken nu in primaire orde of en hoe zij de site verder kunnen ontwikkelen, en dit op zelfstandige basis. Het project is dientengevolge stopgezet voor de Vlaamse overheid en blijft nu de volledige verantwoordelijkheid van VUB/ULB. 2.1.5. OD – Media en communicatie
a) Stand van zaken De website www.docu.vlaamserand.be is een initiatief van het team Coördinatie Vlaamse Rand van het Departement DAR van de Vlaamse overheid met als partners: vzw ‘de Rand’, de Studiedienst van de Vlaamse Regering, BRIO en de provincie Vlaams Brabant. Dit virtuele documentatiecentrum bestond in april 2013 vijf jaar en realiseerde sindsdien een gestage uitbreiding van zowel de website zelf als van de bezoekersaantallen. Tussen sept. 2012 en aug. 2013 was er een groei van 27% bezoekers in vergelijking met vorige beleidsperiode. Het aantal publicaties in de databank steeg intussen naar 3800 titels, waarvan meer dan de helft meteen kan worden gedownload. Het Rand-ABC, een verzameling thematische fiches met beknopte informatie over Randgerelateerde onderwerpen, werd met zes thema’s uitgebreid en naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen in 2012 werd voor de 19 gemeenten van de Vlaamse Rand een uitgebreid dossier opgesteld dat integraal wordt ontsloten via de website. Allerhande cijfergegevens en informatie over de kandidatenlijsten en coalitievorming werd in het dossier bijeengebracht. Op de website werden verder de cijferreeksen over de grote thema’s Bevolking, Inkomens, Wonen, Arbeidsmarkt, Politiek en Taal uitgebreid en geactualiseerd. De laatste beschikbare statistieken, maar ook cijfers over een langere periode kunnen worden geraadpleegd in tabel of kaartvorm. Nieuws met betrekking tot onderzoek, cijfers en activiteiten, wordt via de R@ndbrief bekend gemaakt en bezoekers kunnen met vragen ook steeds terecht op het informatiepunt
[email protected].
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
8
Midden 2013 werd via een aanbesteding de markt bevraagd over zowel het drukken als het vormgeven van RandKrant. Op basis van de resultaten zullen de publicaties worden bijgestuurd. Tevens werd in de loop van 2013 opnieuw een vijfjaarlijks lezersonderzoek uitgevoerd bij RandKrant en gemeenschapskranten. Uit het onderzoek komteen hogere bekendheid naar voor dan vijf jaar geleden. De appreciatie van de tijdschriften ligt ook hoger dan in 2008. Ze hebben duidelijk hun plaats in het regionale informatieaanbod. De betrokkenheid van de lezers bij het lokale en regionale gemeenschapsleven ligt hoger dan bij niet-lezers. Niet Nederlandstalige of Franstalige mensen kennen ons minder goed, maar als ze ons kennen, appreciëren ze ons beter. RandKrant, de gemeenschapskranten en de website - allen gerealiseerd door vzw ‘de Rand’ - blijven de belangrijkste informatiekanalen van de organisatie, elk met hun specifieke rol, focus en doelpubliek. Gemeenschappelijk is wel dat via anderstalige ‘opstappen’ ook informatie in het Frans, Engels en Duits wordt gebracht.Dit belet niet dat al deze informatiekanalen nadrukkelijk hun Nederlandstalig profiel behouden.Het vijfjaarlijks lezersonderzoek heeft daarenboven aangetoond dat een aantal anderstalige lezers na het lezen van de anderstalige samenvatting eveneens het integrale artikel lezen. Voor de gemeenschapskranten wordt met de verantwoordelijke redacties besproken of en in welke mate korte anderstalige samenvattingen ook daar een meerwaarde kunnen betekenen. De samenwerking met de regionale televisiezender Ring-tv verliep ook tijdens de voorbije periode uitstekend. Door de dagdagelijkse berichtgeving over het reilen en zeilen in de regio is Ring-tv, naast de RandKrant en de Gemeenschapskranten, het instrument bij uitstek om het Vlaams karakter van de Vlaamse Rand te bevestigen en te verstevigen. In opdracht van de Vlaamse overheid maakte Ring-tv opnieuw 34 afleveringen van het magazine ‘Over de Rand’. Deze uitzendingen lichten het specifieke beleid van de Vlaamse Regering in de Vlaamse Rand nader toe en bieden een waaier aan leuke en interessante weetjes, culturele en toeristische tips. In 2013 belichtte het programma o.m. het Gordelfestival, het nieuwe jeugdhuis Animoro in Sint-Genesius-Rode, Babbeltuur, de website van Randkrant, de Nederlandstalige theatervoorstellingen voor anderstaligen “Als ik jou”, een productie van Fast Forward, de viering van het 40-jarig bestaan van CC Westrand Dilbeek en CC Strombeek. Omdat ook anderstalige kijkers behoren tot het doelpubliek, wordt het magazine ‘Over de Rand’ ondertiteld via teletekstpagina’s. Deze ondertiteling is een manier om anderstaligen te informeren over de regio waarin zij wonen en vergemakkelijkt zodoende hun integratie in hun leefomgeving. Ook het nieuws en het weekoverzicht van het nieuws worden op dergelijke wijze ondertiteld. Om dit kenbaar te maken bij het doelpubliek ontvangen alle nieuwkomers samen met de welkomstfolder ook een programmafolder van Ring-tv met, naast het Nederlands, ook informatie in het Engels en het Frans. De uitzendingen over “bed andbreakfast” in de Vlaamse Rand en directe omgeving bleven bestaan in 2013. Deze reeks past in het programma Viva op Ring-tv. Tijdens een afsluitend evenement op 29 juni in de rozentuin Coloma in Sint-Pieters-Leeuw kreeg ik de gelegenheid de deelnemende B&B’s en het toerisme in de Vlaamse Rand en de Groene Gordel verder aan te moedigen. De promotie van deze groeiende toeristische regio draagt immers onmiskenbaar bij tot het versterken van het Vlaams karakter van de Vlaamse Rand en de bekendmaking ervan naar buiten toe. Ring-tv was ook partner in het nieuwe Gordelfestival. Naast de gewone berichtgeving werd tevens een aflevering van ‘Over de Rand’ hieraan gewijd. In de weken voorafgaand aan het Gordelfestival werden bovendien in een driedelige reeks de troeven, overnachtingsmogelijkheden en bezienswaardigheden van de Groene Gordel langsheen het 115 km lange fietstraject rond de hoofdstad, extra in de verf gezet.
b) Initiatieven 2014 In de huidige informatiemaatschappij bestaat de uitdaging niet langer enkel en alleen in het selecteren en verzamelen van correcte gegevens, maar ook steeds meer in de verwerking en ontsluiting. Op www.docu.vlaamserand.be wordt daarom in het najaar 2013 een nieuw thematisch portaal geïntroduceerd dat de bestaande zoekinstrumenten en nieuwe informatiekanalen koppelt en via een
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
9
gebruiksvriendelijke en laagdrempelige ingang ontsluit. Concreet kunnen via een matrix fiches, cijfers, publicaties en beeldmateriaal door middel van 13 thematische ingangen worden opgevraagd. Dit nieuwe kennisinstrument wordt tegelijk voor Brussel en voor de Vlaamse Rand opgezet. De bedoeling is om beter te kunnen inspelen op de specifieke wensen van de verschillende doelgroepen: beleidsverantwoordelijken, administraties, het middenveld, academici en andere geïnteresseerden. Ook in het komende beleidsjaar worden nieuwe thematische fiches opgemaakt waarin de stand van zaken in het onderzoek beknopt wordt weergegeven. Naar aanleiding van de federale en regionale verkiezingen van 25 mei 2014 zal vooral worden ingezet op het luik ‘politiek’, maar ook het thema ‘taal’ krijgt hoge prioriteit, gezien de aangekondigde realisatie van de Randtaalbarometer. Voor RandKrant komt er een opfrissing van de vormgeving vanaf begin 2014.De frequentie van de publicaties – Randkrant en de gemeenschapskranten - blijft onveranderd. Op basis van de financiële mogelijkheden en na bespreking in de redacties zullen de gemeenschapskranten van sommige bijdragen ook korte anderstalige samenvattingen brengen. Ook in 2014 zal ik Ring-tv ondersteunen opdat de zender zijn rol als belangrijke informatieverstrekker kan blijven vervullen. Bestaande initiatieven zoals de ondertiteling voor anderstaligen, de waardevolle uitzendingen over de regio en de promotie voor het Gordelfestival zal ik verder aanmoedigen.
2.2. SD – vzw ‘de Rand’ Het actieplan 2014 van vzw ‘de Rand’ is vanaf november 2013 consulteerbaar op www.derand.be. Voor wat betreft de organieke regelgeving voor vzw ‘de Rand’ dient melding gemaakt van het nieuwe decreet van 12 juli 2013 tot wijziging van diverse bepalingen aan het decreet van 7 mei 2004 waarbij vzw ‘de Rand’ als EVA werd erkend. Deze nieuw regelgeving levert aan de provincie Vlaams-Brabant een legistieke basis om ook na de interne staatshervorming een eigen beleid Vlaams karakter te blijven voeren en zorgt tevens voor een wettelijke basis voor vzw ‘de Rand’ om een initiatiefnemende rol te spelen in het uitwerken van een lokaal jeugdbeleid, sportbeleid en te zorgen voor de verdere ondersteuning van privaatrechtelijke bibliotheken. Dit alles in de faciliteitengemeenten en voor zover deze zelf geen beleid ontwikkelen conform de (nieuwe) Vlaamse decreten. In het voorjaar van 2013 werden de Raad van Bestuur en de algemene vergadering van vzw ‘de Rand’ opnieuw samengesteld. Het jaar 2014 is voor vzw ‘de Rand’ het laatste jaar van de lopende meerjarige beleidsnota. In de loop van het voorjaar 2014 zal, voorbereid door en in de verschillende werkingen van de organisatie, de aflopende meerjarige beleidsnota worden geëvalueerd en een nieuwe meerjarige beleidsnota worden voorbereid, gekoppeld aan een meerjarige begroting. 2.2.1. OD - Infrastructuur en gebouwen in het beheer van vzw ‘de Rand’ a) Stand van zaken Sinds de begroting 2012 wordteen budget voor het eigenaarsonderhoud van de gebouwen die de Vlaamse overheid ter beschikking stelt van de vzw ‘de Rand’ rechtstreeks toegevoegd aan de dotatie van vzw ‘de Rand’. Op die manier kunnen de dossiers vlotter worden opgevolgd. Grote investeringsdossiers worden aangepakt via het FOCI (Fonds voor de Culturele Infrastructuur), dat beheerd wordt door de Vlaamse minister van cultuur. In 2013 werd met FOCI-middelen de installatie van een publiekstribune voor de grote schuur in het GC de Boesdaalhoeve gerealiseerd
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
10
alsook het vernieuwen van een groot deel van het sterk verouderdesanitair in het GC de Zandloper. Ondertussen zijn ook alle centra van ‘de Rand’ uitgerust om te voldoen aan de nieuwe geluidsnormen. In februari 2013 nam de ploeg van jeugdhuis Animoro definitief zijn intrek in een deel van het stationsgebouw van Sint-Genesius-Rode. Dit gebeurde na een grondige verbouwing en renovatie waarvoor vzw ‘de Rand’ als bouwheer optrad. De Vlaamse overheid kende aan ‘de Rand’ hiervoor een budget toe van 500.000 euro. Het pand wordt via een meerjarige ‘bezettingsovereenkomst’ door de NMBS aan ‘de Rand’ ter beschikking gesteld, die het op zijn beurt qua exploitatie overgedragen heeft aan jeugdhuis Animoro. De verbouwing is tot een goed einde gebracht ondanks moeilijkheden tijdens het renovatieproces, als gevolg van een slechtere staat van dit beschermd gebouw dan eerst werd vermoed. De vergoeding die moet betaald worden aan de NMBS wordt betaald door de jeugdwerkgroep met middelen uit het lokale jeugdbeleidsplan. b) Initiatieven 2014 Eind 2013 wordt voor vastlegging bij FOCI (en voor realisatie in 2014) een dossier ingediend om een groot deel van de theater-technische infrastructuur (dimmers) te vernieuwen in de Zandloper en de Bosuil. Eind 2013 worden, in het kader van een zakelijke overeenkomst voor de nieuwe concessie van het café van de Bosuil, een aantal infrastructurele aanpassingen uitgevoerd, die de kwaliteit en de uitstraling van deze ruimte ten goede komen. Onrechtstreeks heeft dit ook een belangrijk positief effect op de uitstraling van het gemeenschapscentrum. De cel infrastructuur zal verder voor vastlegging in 2014 een technisch dossier voorbereiden om het dak van de grote schuur in GC de Boesdaalhoeve te isoleren om er nadien een technisch grid op aan te brengen noodzakelijk om deze zaal geschikter en operationeler te maken voor artistieke optredens (belichting). Op kredieten van het agentschap facilitair management werd een dossier vastgelegd (voor uitvoering in 2014) waarbij de binnenkoer van gemeenschapscentrum de Kam wordt heraangelegd. Dit moet deze plek veel toegankelijker maken en gebruiksvriendelijker voor buitenactiviteiten.
2.2.2. OD – De gemeenschapscentra a) Stand van zaken De gemeenschapscentra van ‘de Rand’ vormen het hart van het gemeenschapsleven in de zes faciliteitengemeenten en in Jezus-Eik. Eigen aan ‘gemeenschaps’centra is dat zij hun werking en activiteiten focussen op ‘kwalitatieve’ ontmoeting in de sfeer van cultuur, jeugd, sport, waarbij het verenigingsleven een sleutelrol speelt. Voor de samenstelling van de eigen programmering wordt maximaal samengewerkt met andere centra uit de buurt. Voor de promotie en verkoop ervan wordt intensief samengewerkt met andere (gemeentelijke) centra uit de buurt, in die mate zelfs dat de eigen abonnementsformule voor de centra van ‘de Rand’ opgegeven werd ten voordele van subregionale abonnementsformules: 1. Druivenstreek: Hoeilaart, Overijse, Jezus-Eik 2. Nachtvlucht: Kraainem, Wezembeek-Oppem, Tervuren 3. Meise – Wemmel 4. Buurtabonnement: Beersel, Linkebeek, Drogenbos, Sint-Genesius-Rode Voor de verkoop wordt een online ticketingsysteem gebruikt. Naast de eigen (podium)programmering is de bredere werking met en voor de lokale bevolking in de betrokken gemeenten is nog steeds prioritair: gemeenschapsbevorderende projecten (ook in de
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
11
sectoren jeugd en sport), onthaalinitiatieven voor anderstaligen, projecten gericht op taalpromotie, samenwerkingsprojecten met het lokale verenigingsleven (ook met cultuurraad, sportraad, jeugdraad), activiteiten voor kinderen en families. De centra spelen ook in 2013 in op vernieuwende tendensen en projecten. Voorbeelden hiervan zijn Ezelsoor in Sint-Genesius-Rode, Wemmel en Kraainem (voor lagere schoolkinderen) en de Kinderhoogdagen die in 2013 plaatsvinden in Wezembeek-Oppem en in Sinbt-Genesius-Rode. Projecten als Volkin’Ro (nieuwe formule!), Het Wemmels jaarmarktfestival (nieuwe formule!), de ‘Festival van Vlaanderen’ concerten, de Europadag in Wezembeek-Oppem en Jazz Hoeilaart in Jezuseik zijn ondertussen vaste waarden in de Vlaamse Rand. De gemeenschapscentra worden ook als locaties en terraspunten ingezet op het eerste Gordelfestival. De werking naar en met scholen is in elk van de centra ook zeer prominent, en wordt meestal uitgewerkt in overleg met naburige centra. Zo maakt wemmel deel uit van het grotere Spa-Bruis project (‘Schoolprogrammatie Anders’) Vele van deze projecten bieden ook uitgelezen kansen om anderstaligen (vaak voor het eerst) bij initiatieven van de Vlaamse Gemeenschap te betrekken. De toeleiding van anderstaligen naar activiteiten van ‘de Rand’ is een belangrijk aandachtspunt;; met respect voor het Nederlandstalige karakter van de organisatie en de centra wordt ernaar gestreefd om drempels zoveel als mogelijk weg te werken. b) Initiatieven 2014 De centra van ‘de Rand’ blijven de spil vormen van het Nederlandstalige vrijetijdsgebeuren in de zes faciliteitengemeenten (en Jezus-Eik). In 2014 zal de nadruk van de werking van de centra verder liggen op: 1. Continuïteit inzake dienstverlening naar het lokale verenigingsleven. 2. Eigen programmering verder inhoud en uitstraling geven via de samenwerkingsverbanden met gemeentelijke centra, gestuwd door het gedachtegoed van Vlabra’ccent. 3. Abonnementsformules verder op punt stellen, vooral op het vlak van de online verkoop. ‘de Rand’ zal initiatief nemen met de systeemleverancier om de technische obstakels en complicaties te overwinnen met het oog op een eenvoudigere, meer transparante en geïntegreerde verkoop van tickets en abonnementen met verschillende partners, met correcte en heldere rapporteringen. 3. Accent op jeugd- en familieprogrammering verder uitdiepen. Via gerichte acties (e-zine, folder) anderstalige kinderen en families ook betrekken bij de werking en hen zo in contact brengen met het Nederlands. 4. Inpassen van zoveel mogelijk taalpromotie-projecten in de werking van de centra (bv. Café Combinne, taalstages, taalateliers, podiumproducties, bijzondere evenementen voor expats, Bijt in je vrije tijd-project,…) alsook het toevoegen van een taalpromotiedimensie aan bestaande projecten (bv. Ezelsoor, kinderhoogdag,…). 5. Verder zetten van succesrijke projecten als de Kinderhoogdag, ook als de provincie dit evenement niet meer projectmatig ondersteunt. 6. Veel energie zal in 2014 gaan naar de opmaak en de opvolging van beleidsplannen voor wat betreft lokaal jeugdbeleid en lokaal sportbeleid. Het is belangrijk dat de ondersteuning (via subsidies) naar de lokale verenigingen blijft bestaan, ook als gemeenten zelf niet inspelen op de mogelijkheden van de vigerende decreten. Naast de ondersteuning via een subsidiërend kader zullen ook de andere aspecten van lokaal sport- en jeugdbeleid in de mate van het mogelijke door ‘de Rand’ worden opgenomen, in nauw overleg en in samenwerking met het betrokken veld van verenigingen. Dit dossier zal een belangrijke tijdsinvestering vergen van de lokale stafmedewerkers. Het is bovendien belangrijk om goed op te volgen wat de effecten
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
12
zijn van deze wijzigingen in beleidsopmaak en – opvolging, zowel in die gemeenten waar vzw ‘de Rand’ de taak opneemt als in die gemeenten waar er een gemeentelijk initiatief ontstaat. In het laatste geval moet er ook over gewaakt worden dat de Nederlandstalige initiatieven correct worden behandeld. 7. Vanaf het najaar van 2013 zal elk centrum, samen met zijn programmeringscommissie een traject afleggen om te komen tot een helder beleidsobjectief voor de komende jaren. Voor zover dit in het verleden nog niet het geval was, is het de bedoeling om in dit beleidsobjectief het bereiken van anderstaligen als een structureel en inherent onderdeel mee te nemen. Op die manier wordt de maatschappelijke realiteit zichtbaar in de ambities met betrekking tot de werking en worden voor het professionele kader de doelstellingen rond taalpromotie en onthaal van anderstaligen ook deel van de eigen focus. Voor het traject met de programmeringscommissies wordt een beroep gedaan op ondersteuning van het steunpunt voor lokaal cultuurbeleid Locus. 2.2.3. OD – Taalpromotie a) Stand van zaken De pijler taalpromotie van ‘de Rand’ komt tot stand via afspraken en samenwerking met de Huizen van het Nederlands Brussel en Vlaams-Brabant. Het Huis in Brussel is immers ook actief inzake taalbeleid en taalpromotie. Het Huis in Vlaams-Brabant is verantwoordelijk voor taalbeleid en zet ook beperkt in op taalpromotie. Met het nieuwe integratiedecreet worden de bevoegdheden voor taalpromotie (en taalbeleid) hertekend. De op te richten overkoepelende EVA zal (ook) taalpromotie en taalbeleid coördineren voor heel Vlaanderen, met dien verstande dat ‘de Rand’ zijn opdrachten behoudt voor de Vlaamse Rand. In de loop van 2014 zullen de opdrachten taalpromotie en taalbeleid duidelijk toegewezen moeten worden, gekoppeld aan heldere afspraken over doelgroepen, aanpak en doelstellingen. Ondertussen zet ‘de Rand’ verder zijn expertise in en werkt verder aan haar taalpromotiepijler die vooral focust op vrije tijd. De bestaande taalpromotieprojecten worden verder ontwikkeld en gerealiseerd: o.m. Taalblad, taalstages en taalateliers, babycafé, Café Combinne, pictogrammenboekjes, taalspeler, Dvd’s voor sportclubs en jeugdverenigingen, podiumproducties (zowel voor volwassen cursisten Nederlands voor anderstaligen als voor leerlingen van Franstalige basisscholen). Het zelf realiseren van taalpromotieprojecten wordt door ‘de Rand’ vooral toegepast in de zes faciliteitengemeenten. In de rest van de Vlaamse Rand wordt eerder gewerkt via en in samenwerking met de gemeentebesturen en hun integratiediensten. De deelname aan het structurele overleg van gemeentelijke integratiediensten is een belangrijke hefboom en kanaal voor expertisedeling en uitwisseling informatie en vragen over ‘Nederlands leren en oefenen’. De in verschillende gemeenten opgestarte projecten van managers van diversiteit worden door medewerkers van ‘de Rand’ inhoudelijk gevolgd en op vraag mee gecoacht. Het project Patati van het Huis van het Nederlands Brussel wordt vanaf medio 2013 ook aangeboden aan en gepromoot in de Vlaamse Rand. b) Initiatieven 2014 De taalpromotieprojecten van ‘de Rand’ worden verdergezet en uitgediept in 2014, dit in aanloop naar een afgestemde werking rond taalpromotie met de nieuwe EVA Integratie en Inburgering. De ambitie van vzw ‘de Rand’ is in ieder geval om het globale taalpromotiebeleid in Vlaanderen te versterken met acties die inspelen op de specifieke situatie in de Vlaamse Rand, waarbij de focus van ‘de Rand’ vrije tijd blijft. Om die reden zet elke actie van ‘de Rand’ in op ‘verleiding’ en ‘sensibilisatie’ van anderstaligen om Nederlands te leren, te gebruiken en te oefenen.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
13
Het verdiepen van het taalpromotiebeleid van vzw ‘de Rand’ zal er in 2014 vooral in bestaan om de verdere netwerking en expertise- en ervaringsdeling met gemeentelijke integratiediensten, met de NT2-sector en met cultuur-, jeugd- en sportverenigingen verder uit te bouwen. Er moet immers voor gezorgd worden dat de ontwikkelde en beschikbare methodieken en instrumenten die mensen in hun vrije tijd, op een informele manier, helpen om hun Nederlands te oefenen en te gebruiken, nog veel breder gekend zijn en toegepast worden. Waar mogelijk zal in 2014 ook werk worden gemaakt van het inbedden van projecten en expertise bij andere partners, wat budgettair een besparing kan opleveren. We doen dit natuurlijk enkel als er een garantie is dat de inzet en expertise niet verloren gaat. Concreet wordt deze piste onderzocht voor taalspeler (via de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk), Taalblad (via het nieuwe project waarbij een digitaal platform Nederlands leren wordt ontwikkeld) en voor de promotiecampagne NT2 (via de provincie Vlaams-Brabant) In 2014 zullen de projecten die in het kader van managers van diversiteit worden opgezet in de Vlaamse Rand verder van nabij worden gevolgd, ook met de bedoeling om expertise op te doen, die achteraf ter beschikking kan gesteld worden van alle gemeenten in de regio. Het Bijt in je vrije tijd-project - dit zijn allerhande activiteiten in verenigingsverband in de regio voor zowel Nederlands- als anderstaligen - zal ook in 2014 een vervolg krijgen, waarbij de reeds deelnemende gemeenten aangevuld zullen worden met nog een aantal nieuwe, zodat we de hele Vlaamse Rand bestrijken met dit project. Het welkom-boekje (‘Uw vraag ondertiteld’) bedoeld voor anderstalige nieuwkomers en hun eerste contacten met het gemeentebestuur zal verder actief verspreid worden via de gemeenten die het willen inzetten. Met de sector van de sportclubs wordt gezocht naar een nieuwe invulling en vorm voor een pictogrammen/woordenboekje. Realisatie wordt voorzien voor eind 2014. Met Lennaert Maes wordt een nieuwe muziekvoorstelling (en bijhorende CD) gecoproduceerd op maat van cursisten NT2: het biedt hen een succeservaring in het leertraject en extra oefenkansen. Parallel met het bestaande taalpromotietraject wil vzw ‘de Rand’, samen met de betrokken overheden, nadenken over en mee richting geven aan de (her)positionering van ondersteuning van ‘taalbeleid’ in de Vlaamse Rand. Enerzijds vanuit de vaststelling dat een goed taalbeleid een noodzakelijke voedingsbodem is voor acties taalpromotie en anderzijds vanuit de bezorgdheid dat de opgebouwde expertise bij het Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant niet verloren gaat. De uitkomst van dit overleg zal uiteraard meegenomen worden in de nieuwe meerjarige beleidsnota van ‘de Rand’ op het vlak van taalpromotie. 2.2.4. OD – Sensibiliseren van internationalen a) Stand van zaken Een aantal evenementen en projecten die vzw ‘de Rand’ in het verleden inzette waren kostenintensief en worden geëvalueerd. Nieuwe opties worden verkend. In 2013 wordt op 16 oktober nog wel een concert van de Vlaamse Regering aan internationalen aangeboden, met het oog op netwerking, ontmoeting met Vlamingen en het ‘tonen’ van een kwaliteitsvolle Vlaamse Gemeenschap. Dit vindt plaats in het Koloniënpaleis in Tervuren. Via eigen netwerking vanuit ‘de Rand’ (bv. met ABRA, met Ackroyd, met de Europese scholen en met expatmedia) en via gerichte aanwezigheid in FlandersToday promoot ‘de Rand’ een select aanbod aan evenementen, zoals de Open Monumentendag, het Europees feest, het Gordelfestival, Jazz Hoeilaart).
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
14 b) Initiatieven 2014
Ook in 2014 wordt verder op een kostenefficiënte manier ingezet op de doelstelling om expats te bereiken met het Vlaamse aanbod in de Vlaamse Rand. Dit zal vooral gebeuren via het toeleiden naar bestaande evenementen, eerder dan een eigen aanbod voor hen op te zetten. In expatmedia wordt ook gericht geadverteerd. Met de nieuwe EVA Integratie en Inburgering en met het departement Internationaal Vlaanderen wordt verder nagegaan of bestaande netwerken inzake inburgering dienstig kunnen zijn voor specifieke informatietrajecten naar expats. Als opstap naar ‘de Rand’ en de Vlaamse Gemeenschap wordt verder consequent werk gemaakt om de informatiekanalen (waaronder RandKrant en website) beperkt en bij wijze van opstap naar het Nederlands meertalig te maken. De publicatie Living in Translation zal worden geactualiseerd en digitaal aangeboden in vier talen. De promotie ervoor wordt gevoerd via promo-kaartjes die doorverwijzen naar de betrokken website. 2.2.5. Gordelfestival a) Stand van zaken Op 8 februari 2013 besliste de Vlaamse Regering om een nieuw evenement te organiseren, als opvolger voor de Gordel. Op 30 augustus en 1 september vond het eerste Gordelfestival plaats. Bedoeling is in de Groene Gordel te focussen op sport en beweging, cultuur en toerisme, zonder natuurlijk het stimuleren van het Vlaams karakter te vergeten. De organisatie van dit nieuwe evenement is toevertrouwd aan vzw ‘de Rand’, die het Gordelfestival coördineerde. Bloso blijft bevoegd voor het sportieve luik. Ongeveer 12.500 deelnemers werden geteld voor de eerste editie. De organisatoren hadden zeker graag een grotere opkomst gehad, maar algemeen genomen heerst er na deze eerste editie - waar pas eind maart van dit jaar aan begonnen kon worden - tevredenheid. Trefpunten waren het provinciedomein van Huizingen en het Bloso-domein van Hofstade, samen met de focusgemeente Pepingen. Het muziekfestivalluik op vrijdag was kwalitatief goed maar had allicht een te beperkte meerwaarde bij het al ruime festivalaanbod in de zomer. Bovendien was de link met de zondag te beperkt. Het sportieve luik was voor deze eerste editie nog klassiek opgevat. Naast fietsen en wandelen is er nog marge om een ruimer sportpalet aan te bieden. Er was al wel een succesrijke uitbreiding naar mountainbike en vele sportfederaties toonden hun werking. Het culturele luik werd ruim ingevuld, in de trefpunten, in de focusgemeente en in gemeenschapscentra van ‘de Rand’, met heel veel muziek en sfeer. Tijdens deze editie heeft Bloso veel geïnvesteerd in de festivaluitstraling voor Hofstade, met een zeer aantrekkelijk ‘dorpen’concept (proevertjesmarkt, beweegdorp, kinderdorp). Het toeristische aspect uitte zich in de ruime verspreiding van een toeristische kaart met voordeelbonnen. Het toeristische luik moet in de toekomst verder, en meer geïntegreerd of complementair, uitgewerkt worden. Het werken met ‘focusgemeenten’ is zeker een verrijking en biedt de kans om het Gordelfestival te verankeren bij de lokale besturen.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
15
Alle betrokkenen maakten een uitgebreide evaluatie van deze eerste editie, gekoppeld aan een toekomstperspectief. Dit zal de basis vormen voor een betere voorbereiding van de volgende editie van het Gordelfestival, zowel inhoudelijk, communicatief als budgettair.
b) Initiatieven 2014 In 2014 zal de tweede editie van het Gordelfestival plaatsvinden. Vzw ‘de Rand’ zal het concept van het nieuwe evenement verder helder en duidelijk uitwerken en in de praktijk brengen. De ingrediënten sport en beweging, cultuur, toerisme en Vlaams karakter zullen sterker met elkaar verweven worden en zichtbaar gemaakt worden in het evenement, dat ruimer en beter zal gecommuniceerd worden. Het Gordelfestival als ’nieuw evenement’ moet zijn plek verwerven en waarmaken. Vergelijkingen met de Gordel van vroeger zijn daarbij irrelevant. Vzw ‘de Rand’ dient budgettair in staat te worden gesteld deze nieuwe opdracht volwaardig op te nemen, zonder dat haar andere opdrachten in gevaar komen.
2.2.6. OD – de ‘Zes’ en het Vlaams beleid a) Stand van zaken In de Conferentie van Vlaamse mandatarissen zetelen de Vlaamse schepenen, gemeenteraadsleden en OCMW-raadsleden uit de zes faciliteitengemeenten alsook de gedeputeerde voor het Vlaams karakter of zijn afgevaardigde en mijn kabinet. De Conferentie vindt een viertal keer per jaar plaats. De Conferentie kan problemen op het terrein signaleren aan de Vlaamse Regering. Vzw ‘de Rand’ verzorgt het secretariaat. Na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2012 heeft de ‘nieuw samengestelde’ conferentie de optie genomen om de bijeenkomsten meer themagericht te organiseren, dit met het oog op een meer gestructureerd inhoudelijk debat, dat kan uitmonden in concrete voorstellen aan de Vlaamse Regering. Begin 2013 werd voor de nieuwe leden een infosessie georganiseerd om hen wegwijs te maken in de specifieke regelgeving met betrekking tot de faciliteitengemeenten. Er waren uiteenzettingen door de dienst Taalwetwijzer en het Agentschap voor Binnenlands Bestuur. In juni was er een eerste themabijeenkomst over het onderwijs in de Zes. De heer Luk van Biesen gaf een uiteenzetting in aanwezigheid van een raadgever van het kabinet van minister van Onderwijs Pascal Smet. b) Initiatieven 2014 De Conferentie van Vlaamse mandatarissen zal ook in 2014 de vinger aan de pols houden voor wat betreft de politieke situatie in de zes, via themabijeenkomsten. De thema’s worden voorbereid en voorgesteld door de mandatarissen met ondersteuning van de vzw ‘de Rand’. Er kunnen ook externe experten worden uitgenodigd. Deze herfst is er nog een bijeenkomst gepland over wonen en sociale huisvesting. Ook de nieuwe benadering van de sport- en jeugdsubsidies in de zes kan via een themabijeenkomst worden opgevolgd. Via deze gedachtewisselingen moet nagegaan worden waar en hoe een beleid op maat van de zes zinvol kan en moet zijn.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
16 3. Functionele bevoegdheden inzake Randbeleid 3.1. Toerisme a) Stand van zaken
Terwijl het aantal overnachtingen in de 16 Groene regio’s in 2012 met 1,9% achteruit ging in vergelijking met 2011, steeg het aantal overnachtingen in de Groene Gordel met 85.918: van 1 miljoen 186.947 tot 1 miljoen 272.865 of 7,2% meer in vergelijking met 2011. Daarmee vertegenwoordigt de Groene Gordel 5,2% van het totale aantal van 24 miljoen 700.000 overnachtingen in Vlaanderen in 2012 en 14% van de 9 miljoen overnachtingen in de Vlaamse Groene Regio’s. De Groene Gordel staat daarmee op de derde plaats na Limburg en de Antwerpse Kempen. Op 21 december 2012 hechtte de Vlaamse Regering haar goedkeuring aan het kaderbesluit toerismesubsidies. De oproep voor het indienen van projecten voor de Vlaamse regio’s werd begin 2013 gelanceerd. In 2012 zijn er vanuit het impulsfonds Groene regio’s volgende projecten betoelaagd in de Vlaamse Rand: fase 3 van het wandelnetwerk Pajottenland (105.191 Euro), ontsluiting van de Archeohistorische site Hertogelijk Paleis van Tervuren (308.534 Euro) en fase 2 van de herinrichting van het regionaal toerismekantoor in Halle (85.598 Euro). Op 20 september 2013 is het nieuwe jeugdverblijfscentrum De Hagaard in Overijse geopend. Dit verblijf was een investering van 4,7 miljoen Euro, heeft een capaciteit van 90 bedden en staat op een terrein dat door de Vlaamse executieve in 1984 onteigend is van het Franstalig onderwijs. Op 18 augustus 2013 opende ik het Streek – Grote Routepad Groene Gordel. Dit 147 km lange Streek-Grote Routepad verbindt prachtige stukjes natuur, parken, bossen en tuinen met de charmante dorpjes rondom de hoofdstad. Het nieuwe Gordelfestival wil ook het toerisme in de Groene Gordel bij het evenement betrekken. Het toeristische aspect uitte zich in de eerste editie in de ruime verspreiding van een toeristische kaart met voordeelbonnen. Het toeristische luik moet in de toekomst verder, en meer geïntegreerd of complementair, uitgewerkt worden.
b) Initiatieven 2014 Bij de uitvoering van het impulsprogramma Vlaamse regio’s zal ik inzetten op twee beleidslijnen: (1) onthaalprojecten in de regio’s en (2) projecten die de positionering en/of identiteit van een stad of regio versterken. In het najaar van 2013 wordt het plan voor de Vlaamse regio’s goedgekeurd dat Toerisme Vlaanderen en de provinciale toeristische organisaties opstellen. Dit plan moet de komende jaren het kader bieden voor de ontwikkeling van het verblijfstoerisme in de Vlaamse regio’s. 3.2. Onroerend Erfgoed a) Stand van zaken Deze regeerperiode zal een groot deel van de Vlaamse Rand geherinventariseerd zijn. Volgende gemeenten kwamen aan bod van 2009 tot 2013: Asse, Dilbeek, Drogenbos, Grimbergen, Kraainem, Linkebeek, Machelen, Sint-Genesius-Rode, Sint-Pieters-Leeuw, Vilvoorde, Wemmel en WezembeekOppem. De geïnventariseerde items van deze gemeenten werden opgenomen in de databank voor bouwkundig erfgoed: inventaris.onroerenderfgoed.be.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
17
Ik zette de beschermingsprocedure in van negen onroerende goederen in Kraainem en Wemmel. Aan de hand van de inventaris, evalueerde mijn administratie dit jaar ook de beschermenswaardigheid van het bouwkundig erfgoed in Drogenbos, Linkebeek en Wezembeek-Oppem en startte zij het onderzoek van de geselecteerde items in functie van bescherming op. Ik zet verder in op het actief behoud en beheer van het onroerend erfgoed in de Vlaamse Rand. In 2013 werden daartoe talrijke grote en kleinere beheers- en ontsluitingsprojecten gerealiseerd, meestal met een onderhouds- of restauratiepremie. Ik som enkele sprekende voorbeelden op: -
de herbestemming van het Zwartzusterklooster in Asse tot Centrum voor Bijzondere Jeugdzorg in samenwerking met het VIPA;
-
de laatste fase van de restauratie van het Sanatorium Lemaire in Overijse;
-
de restauratie van de Alpiene tuin in Huizingen en van het kasteel van Beersel;
-
de herbestemming van de Sint-Wivina-abdij in Groot-Bijgaarden;
-
de herbestemming van het station in Groenendaal als poort tot het Zoniënwoud;
-
de ingebruikname van het Mattenkot in Vilvoorde;
-
de restauratie van enkele kerken zoals de Sint-Niklaaskerk in Drogenbos (fase 1: daken, gevels en glasramen), de Sint-Sebastiaanskerk in Linkebeek (schildering interieur), de SintPieter-en-Pauluskerk in Sint-Pieters-Leeuw en de Sint-Stefanuskerk in Oppem (Meise) waarbij begin-16de-eeuwse muurschilderingen ontdekt werden.
Ik keurde voor de Vlaamse Rand ook enkele landschapsbeheersplannen en herwaarderingsplannen goed, met name voor de omgeving van de Sint-Servatiuskerk en het kasteel in Wemmel, voor de omgeving van de Sint-Niklaaskerk in Drogenbos, voor het kasteeldomein van Gaasbeek en voor de Maalbeekvallei in Grimbergen. Bovendien werden diverse werken in goedgekeurde landschapsbeheersplannen of herwaarderingsplannen uitgevoerd, onder meer in de omgeving van het kasteel van Groot-Bijgaarden, aan de watermolen van Sint-Gertrudis-Pede en aan het Waalborrepark in Asse.
b) Initiatieven 2014 Verdere herinventarisatie van het bouwkundig erfgoed in de Vlaamse Rand. In 2014 rondt mijn administratie de herinventarisatie van Zaventem af en wordt de herinventarisatie van Beersel aangevat. Verder inzetten op bescherming en beheer in de Vlaamse Rand. In de faciliteitengemeenten Drogenbos, Linkebeek en Wezembeek-Oppem zal ik het waardevolle erfgoed beschermen. Het bouwkundig erfgoed van Dilbeek wordt gescreend in functie van zowel een thematische als een geografische beschermingscampagne. Ik verwacht dat hierna ook beheers- en ontsluitingswerken volgen. Deze worden uiteraard volop ondersteund, zowel financieel als inhoudelijk. Ik duid ook nog de ankerplaats van de Maalbeekvallei ten oosten van Grimbergen aan. Gelijktijdig wordt daar het houtig erfgoed geïnventariseerd en opgenomen in de aanduiding.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
18 3.3. Binnenlands Bestuur en Taalwetgeving a) Stand van zaken
Zoals de vorige jaren kijk ik strikt toe op de correcte toepassing van de taalwetten, meer in het bijzonder in de Vlaamse randgemeenten. Mijn beleid is erop gericht om het Nederlandstalige karakter te beschermen. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de gouverneur van de provincie VlaamsBrabant en mijn collega-ministers in de Vlaamse Regering. Ook de vzw ‘de Rand’ is een belangrijke partner, ook voor een positief taalpromotiebeleid. Door de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur op de vergaderingen van de gemeenteraden in de zes Vlaamse randgemeenten ben ik snel en correct geïnformeerd over gemeentelijke beslissingen en kan ik optreden wanneer dat nodig is. Zo heb ik op 12 november 2012 het besluit van het college van burgemeester en schepenen van Linkebeek van 24 september 2012 houdende de organisatie van de gemeenteraadsverkiezingen op 14 oktober 2012 - verzenden van de oproepingsbrieven conform de wetgeving door een gemeenteraadslid - vernietigd. Deze beslissing was in strijd met de wet omdat de bevoegdheid niet naar de raadsleden kan gedelegeerd worden en omdat het nogmaals verzenden van oproepingsbrieven rechtsonzekerheid veroorzaakt voor de kiezers en de leden van het stembureau. Op 28 februari 2013 heeft de gouverneur het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 5 februari 2013 van Wezembeek-Oppem, houdende de wettigheids- en regelmatigheidscontrole: weigering om een betaling uit te voeren, geschorst. Het betrof hier het feit dat de gemeentesecretaris had geweigerd om zijn handtekening te plaatsen onder de betalingsopdracht (voor het bezorgen van oproepingsbrieven) om reden dat de correcte uitvoering van de bestelling niet kon gecontroleerd worden omdat de levering niet geschiedde op het gemeentehuis terwijl de bestelbon vermeldde dat de levering op het gemeentehuis moest gebeuren. Uit het dossier bleek het volgende: -
de levering van de oproepingsbrieven aan de burgemeester werd bewust georganiseerd om te zorgen dat de gemeentelijke administratie buiten haar normale opdracht voor het versturen van de oproepingsbrieven werd gehouden; de aflevering aan de burgemeester was duidelijk geen toevallige vergissing, maar effectief bedoeld om het verzenden van de oproepingsbrieven op een niet-wettelijke wijze te organiseren; de verkeerde aflevering en de onwettige wijze van versturen van de oproepingsbrieven staan in rechtstreeks verband met elkaar.
Om deze redenen werd de beslissing van het college geschorst omdat ten onrechte gebruik werd gemaakt van artikel 163 §2 van het Gemeentedecreet. Naar aanleiding van het feit dat de heer Van Hoobrouckd’Aspre, aangewezen burgemeester te Wezembeek-Oppem een verklaring had afgelegd in het Nederlands en in het Frans na het sluiten van de installatievergadering, heeft de gouverneur bij brief van 27 maart 2013 de heer Van Hoobrouck er nogmaals op gewezen dat dergelijke toespraak onlosmakelijk verbonden is met de werking van de gemeenteraad en dus enkel in het Nederlands mocht worden gehouden. Op 7 september 2012 heeft de gouverneur van Vlaams-Brabant op mijn verzoek, met toepassing van artikel 4 van het kiesdecreet van 8 juli 2011, gezorgd voor een correcte verzending van de oproepingsbrieven voor de kiezers in de zes Vlaamse randgemeenten. Deze maatregel had tot doel de verkiezingen in alle sereniteit te laten verlopen en eventuele problemen met het geldig verzenden van de oproepingsbrieven te voorkomen. Niettegenstaande deze maatregel werden in een aantal randgemeenten nadien toch nog oproepingsbrieven verzonden, in strijd met de taalwetgeving. Om een gedegen inzicht te bekomen in de wijze waarop in de verschillende randgemeenten oproepingsbrieven aan de kiezers werden bezorgd, heb ik de gouverneur gevraagd daarover kort na de verkiezingen een onderzoek in te stellen en mij er een omstandig verslag over te bezorgen. Uit dit verslag blijkt dat de gemeenten Wemmel en
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
19
Drogenbos zelf geen oproepingsbrieven meer hebben verstuurd, maar dat in Kraainem, Linkebeek en Sint-Genesius-Rode oproepingsbrieven werden verzonden volgens taalaanhorigheid. In WezembeekOppem heeft elke inwoner een Nederlandstalige en een Franstalige oproepingsbrief ontvangen. Op mijn vraag heeft de gouverneur op 20 december 2012 aan de Procureur des Konings gemeld dat in de gemeenten Kraainem, Linkebeek en Sint-Genesius-Rode de oproepingsbrieven volgens taalaanhorigheid werden verzonden en dat men niet anders kan besluiten dan dat hiervoor een taalcode werd gebruikt. In het kader van artikel 29 van het wetboek van strafvordering werd de Procureur des Konings hiervan op de hoogte gebracht omdat er mogelijk sprake is van schending van de privacy van inwoners van de gemeenten waar de oproepingsbrieven volgens taalaanhorigheid werden verzonden en van schending van beroepsgeheim. Uit het verslag van de gouverneur bleek eveneens dat in de gemeenten Kraainem en WezembeekOppem de waarnemende burgemeesters persoonlijk betrokken waren bij het verzenden van de oproepingsbrieven. Naar aanleiding van deze bevindingen heb ik op 27 december 2012 de gouverneur de opdracht gegeven een tuchtdossier samen te stellen en een tuchtverslag op te stellen met eventueel een voorstel van tuchtsanctie tegen de heer Arnold d’Oreye de Lantremange en tegen de heer François Van Hoobrouckd’Aspre. Dit tuchtonderzoek resulteerde op 25 februari 2013 voor beide heren in het opleggen van een tuchtstraf van schorsing als schepen voor de duur van 3 maanden. Op 14 maart 2013 besliste de gemeenteraad van Kraainem om een raadsman aan te stellen om in beroep te gaan tegen de tuchtsanctie die ik op 25 februari 2013 had opgelegd aan de heer Arnold d’Oreye de Lantremange. Deze beslissing hield eveneens in dat de erelonen voor deze raadsman ten laste werden genomen door de gemeente Kraainem. Op 24 april 2013 heb ik deze gemeenteraadsbeslissing vernietigd. De reden hiervoor was dat de tuchtsanctie die werd opgelegd, enkel betrekking had op de persoon van de heer Arnold d’Oreye de Lantremange, voor handelingen die door hem persoonlijk werden gesteld. Het in beroep gaan tegen dergelijke individuele tuchtstraf kon bezwaarlijk als een zaak van gemeentelijk belang worden beschouwd. Gemeenschapsgeld van de gemeente Kraainem mag niet worden aangewend om een raadsman voor één individu aan te stellen en te bekostigen.
Benoemingen van de burgemeesters Wat de benoeming van de burgemeesters in de randgemeenten betreft, heb ik net als in het verleden dezelfde consequente houding aangenomen. Ik ben pas tot benoeming overgegaan als de kandidaat die voorgedragen werd, aan alle voorwaarden voldeed en de rechtsregels, waaronder de taalwetten, respecteerde. Op 18 januari 2013 heb ik de heer Calmeyn benoemd tot burgemeester van Drogenbos en op 25 februari 2013 heb ik ook de heer Rollin benoemd tot burgemeester van Sint-Genesius-Rode, nadat deze een voorafgaand gesprek met de gouverneur had gehad. Op 25 juni 2013 heb ik de heer Vansteenkiste benoemd tot burgemeester van Wemmel. Op 25 februari 2013 heb ik beslist de heren DamienThiéry en François van Hoobrouckd’Aspre niet te benoemen tot burgemeester van respectievelijk Linkebeek en Wezembeek-Oppem omdat ik opnieuw had vastgesteld dat zij de uitspraken van de Raad van State als hoogste administratief rechtsorgaan herhaaldelijk niet hebben gerespecteerd en de deontologie van een burgemeester in het verleden niet ten volle hebben nageleefd. Op dezelfde datum heb ik ook beslist mevrouw Veronique Caprasse niet te benoemen tot burgemeester van Kraainem. Uit een voorafgaand gesprek met de gouverneur bleek dat mevrouw Caprasse niet bereid was om de taalwetgeving na te leven zoals deze door de Raad van State rechtsgeldig werd bevonden.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
20
Met toepassing van artikel 13bis van de Nieuwe Gemeentewet zijn de drie niet-benoemde burgemeesters tegen deze beslissingen in beroep gegaan bij de Raad van State. De Raad van State heeft zich nog niet uitgesproken over deze niet-benoemingen omdat hij een prejudiciële vraag heeft gesteld aan het Grondwettelijk Hof over de grondwettelijkheid van de regeling voor de benoeming van de burgemeesters in de Vlaamse Rand.
b) Initiatieven 2014 Net als in het verleden zal ik wat betreft de voorgedragen kandidaat-burgemeesters voor de nieuwe bestuursperiode dezelfde consequente houding aannemen die ik tot op heden heb gehanteerd. Ik zal pas overgaan tot een benoeming van een burgemeester als de gemeenteraadsleden mij een kandidaat voordragen die aan alle voorwaarden voldoet en die de rechtsregels, waaronder de taalwetten, respecteert.
3.4. Onthaal en Integratie Ook vanuit mijn bevoegdheid inburgering en integratie blijf ik bijzondere aandacht besteden aan de Vlaamse Rand, die door de druk vanuit Brussel meer en meer geconfronteerd wordt met de nood tot het voeren van een lokaal integratiebeleid. Vilvoorde, Halle, Asse, Sint-Pieters-Leeuw, Machelen, Dilbeek en Grimbergen vinden navolging van Beersel dat met een starttoelage werkt aan de uitbouw van een lokaal integratiebeleid. In de faciliteitengemeenten wordt via de Welzijnskoepel West-Brabant (overleg van OCMW-secretarissen) ondersteuning rond integratiethema’s geboden aan de betreffende OCMW’s (o.a. organisatie van intervisie voor de maatschappelijk werkers, project Toeleiders in de diversiteit, toeleiding naar NT2). Secundaire inburgering en lokale participatie aan het jeugd, sport- en vrijetijdsaanbod gebeurt via een samenwerking met vzw ‘de Rand’ en haar gemeenschapscentra. Ook blijf ik verder investeren in educatieve toeleidings- en begeleidingstrajecten en sociale trajecten die er toe bijdragen dat inburgeraars meer en vlotter doorstromen naar een vervolgtraject richting werk of onderwijs en dat hun maatschappelijke participatie toeneemt. De taalpromotieprojecten van ‘de Rand’ zullen verder gezet en uitgediept worden, in overeenstemming en in coördinatie met de nieuwe algemene beleidsopties inzake taalpromotiebeleid in heel Vlaanderen. De ontwikkelde taalpromotieinstrumenten zullen verder doelgericht worden aangeboden, verspreid en gepromoot in heel Vlaanderen. Zo zijn onder meer ook de projecten in het kader van ‘Gezocht: managers van diversiteit’ rond het aanbieden van oefenkansen Nederlands in 2013 van start gegaan en zullen worden gecontinueerd in 2014.
4. Andere beleidsdomeinen De Vlaamse Rand staat op tal van beleidsdomeinen voor grote uitdagingen. De cijfers van onder meer Kind en Gezin over de thuistaal moeder-kind, van het departement onderwijs over het aantal anderstalige leerlingen en van het aantal Nederlandsonkundige werkzoekenden spreken voor zich. Ook de grootstedelijke problematiek inzake jongeren en welzijn waar een aantal gemeenten mee kampen werd recent nog naar voor geschoven. De problemen zijn gekend, net als de cijfers en de uitdagingen. Anderzijds is er de vaststelling, op basis van een studie van Vives na de gemeente- en provincieraadsverkiezingen, dat dit zich niet noodzakelijk vertaalt in een toename van het aantal stemmen op anderstalige lijsten. Voor alle 19 gemeenten van de Vlaamse Rand samen is er een lichte stijging voor de Nederlandstalige lijsten. Dit kan erop wijzen dat nieuwkomers de bereidheid hebben om zich te integreren.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
21
We mogen ons hierop echter niet blind staren en moeten blijvend werk maken van een geïntegreerd beleid om het Nederlandstalige karakter van de Vlaamse Rand te vrijwaren en een voor iedereen leefbare omgeving te creëren. Verschillende beleidsdomeinen verlenen hier reeds prioriteit aan. Samen met de hele Vlaamse Regering zal ik hier blijvend op inzetten.
4.1. Werk A. Sluitend taalbeleid Geen of onvoldoende kennis van het Nederlands vormt een aanzienlijke handicap in de zoektocht naar werk. Werkzoekenden die weinig of geen Nederlands kennen hebben het moeilijker op de arbeidsmarkt en zijn oververtegenwoordigd in de werkzoekendenpopulatie. Daarom wordt er een sluitend taalbeleid gevoerd. Een screening vooraf door de VDAB-consulent omvat een eerste inschatting van het taalniveau. Als blijkt dat de werkzoekende geen of onvoldoende Nederlands kent in functie van de job die hij/zij voor ogen heeft, wordt hij/zij doorverwezen naar het Huis van het Nederlands. Bij hetHvN gebeurt een niveaubepaling en krijgt de klant een advies over welke opleiding best gevolgd wordt. De VDABconsulent volgt vervolgens op of de werkzoekende doorstroomt, naargelang de scholingsgraad, naar het gepaste aanbod. Het sluitend bereik in alle provincies en regio’s is niet overal hetzelfde. De instroom in de provincie Vlaams-Brabant ligt het hoogst:3189. Het bereik ligt daar lager dan in de andere regio’s: 88.21% versus een gemiddelde van 91,6%. Een werkzoekende is bereikt indien hij binnen de 6 maand na instroom (1) in een begeleidingstraject is opgenomen, (2) een NT2-actie is gestart, (3) uitgestroomd is uit de werkloosheid. Het sluitend bereik geeft dus aan welk percentage van de nieuwe instroom 6 maand later is bereikt. In Vilvoorde werden een aantal acties ondernomen om nog sluitender te werken. Zo werden een aantal trajectbegeleiders aangeduid als “toegewezen NT2-consulent”. Dit betekent dat zij in eerste instantie de nieuwe anderstalige klanten opvangen en verwijzen naar de collectieve infosessies NT2. Zij staan samen met het Huis van het Nederlands in voor de doorverwijzing naar de gepaste basisopleiding, de opvolging van de cursist tijdens de basisopleiding en voor een vlotte doorstroom naar vervolgopleidingen. Een infosessie in verband met het totale aanbod NT2 werd aan alle consulenten in de regio gegeven. De stuurgroep sluitend taalbeleid De Rand werd recent ook uitgebreid met de collega’s van Leuven zodat er een provinciale afstemming kan gebeuren. In het kader van de bemiddeling van anderstalige werkzoekenden werd in 2012 het bemiddelingsinstrument “De Rand” ontwikkeld. Dit instrument is bedoeld om consulenten te ondersteunen bij de bemiddeling van anderstalige werkzoekenden met een zeer beperkte kennis Nederlands. Via dit instrument krijgen de consulenten extra ondersteuning om deze werkzoekenden te bemiddelen aan de hand van een korte, begrijpbare woordenschat, pictogrammen en enkele praktische tips. De tool is uitgetest in Vilvoorde en wordt in het najaar verder verspreid in heel Vlaanderen. Naar aanleiding van een overleg met Unizo en Comeos werkte de VDAB een kort pakket uit met basisdoelstellingen over de verkoop, specifiek op klantencontact met instapmogelijkheden op elk moment. Dit aanbod is er reeds bij het begin van de tewerkstelling. De regierol van de VDAB die in het afsprakenkader NT2 vervat zit, moet verder kwalitatief uitgebouwd worden. Werkzoekenden moeten zo snel mogelijk in een intensief aanbod NT2 kunnen stappen en via een sluitend traject opgevolgd worden. Binnen het aanbod NT2 wordt meer ingezet op remediëringspakketten, nichetrajecten, maatgerichte opleidingen, aanbod tijdens wachttijden en Nederlands op de opleidingsvloer.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
22 Interregionale mobiliteit
Het samenwerkingsakkoord van 15 juli 2011 tussen het Brussel Hoofdstedelijk Gewest en Vlaanderen inzake interregionale mobiliteit voorziet in de actieve bemiddeling van Actiris van 6 werkzoekenden voor elk van de 1500 door de VDAB te bezorgen gevalideerde vacatures (voor laaggeschoolden) met als doel de tewerkstelling van (minimaal) 1000 Brusselse werkzoekenden. De VDAB prospecteert hiervoor actief de werkgevers met tewerkstelling in de Vlaamse Rand om hen te motiveren om open te staan voor werving van Brusselse werkzoekenden, om in te werken op het gevraagde taalniveau en om de werkmethode “jobdating” voor te stellen. VDAB en Actiris blijven hierbij samen inzetten op gemeenschappelijke initiatieven zoals sectorale jobbeurzen en het Luchthavenactieplan. Uitbreiding werkterrein Een uitbreiding van het werkterrein wordt geconcretiseerd. In een eerste fase gebeurt dit naar de steden Aalst, Leuven en Mechelen. Verdere uitbreidingen worden onderzocht, maar telkens nauw aansluitend op de openbare vervoersassen. Verruiming naar de uitzendsector De vacatures aangeboden door uitzendkantoren, die een springplank bieden naar een duurzame tewerkstelling worden ook opgenomen in de interactie VDAB-Actiris. De Luchthaventoets In het kader van de sensibilisering van de werkzoekenden om op de luchthaven te werken heeft een eerste Luchthaventoets plaatsgehad. De samenwerking is positief geëvalueerd en er kan, mits een aantal aanpassingen aan materiaal en onderlinge afspraken, gewerkt worden aan een structureel aanbod aan Brusselse immersiedagen, door Actiris, VDAB en de Airport Academy. Arbeidsmarkt: prioritaire functies en sectoren Brussel-Rand Door de werkgroep Brussel-Rand, met daarin zowel Actiris als VDAB, zijn er prioritaire functies en sectoren bepaald, waarop men zich in hoofdzaak zal richten voor de toeleiding van Brusselse werkzoekenden. Daarnaast zullen deze ook richting geven aan het opdrijven van de inspanningen en aan de werkrelaties met de opleidingspartners en de beroepssectoren. Deze prioritaire functies en sectoren zijn bepaald op basis van de arbeidskrachtreserves bij Actiris (min. 500 werkzoekenden per beroepencode) en een analyse van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt door VDAB Vilvoorde. Concreet betekent dit dat de acties in Brussel en de Vlaamse Rand geconcentreerd worden op volgende sectoren: Handel, Administratie, Veiligheid, Logistiek, Informatica, Personenzorg, Horeca, Schoonmaak, Transport en Bouw. Deze prioritaire sectoren zijn een flexibel gegeven en kunnen worden aangepast aan de noden van de arbeidsmarkt. Organisatie interregionale samenwerking: de gemengde teams Er wordt verder gezocht naar de meest optimale manier van samenwerking van de verschillende arbeidsbemiddelingsdiensten in Brussel. De voor- en nadelen van het samenwerken in gemengde teams worden afgewogen. De gezamenlijke prospectie en de luchthavenmogelijkheden zullen als uitgangspunt gebruikt worden voor een verder onderzoek van het meest efficiënte samenwerkingsverband. Versterkte samenwerking met Actiris Er wordt extra ingezet op het gezamenlijk organiseren van jobbeurzen. Bovendien doen de twee organisaties inspanningen om mekaars werking beter te leren kennen door "wederzijds
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
23
schaduwlopen". Het nieuwe akkoord zal tenslotte eind dit jaar voor de eerste keer geëvalueerd worden en, indien nodig, bijgestuurd. Brussel-luik Luchthavenactieplan De prioriteit gaat uit naar de structurering van de samenwerking op en rond de luchthaven, in samenwerking met het Luchthavenhuis en de Airport Academy. Daartoe wordt een Brussel-luik verbonden aan het Luchthavenactieplan van de VDAB. De Brusselse operatoren engageren zich samen om ervoor te zorgen dat de knelpuntvacatures op de luchthaven ingevuld kunnen worden en om een opleidingsaanbod op te zetten om bij werkzoekenden de vereiste competenties te ontwikkelen om op de luchthaven aan de slag te kunnen.
B. Voortgang van het Luchthavenactieplan: De VDAB heeft in 2012-2013 gefocust op de realisatie en optimalisatie van de volgende werven: De sensibilisering van werkzoekenden om op de luchthaven te werken. Het opzetten van een arbeidsmarktpool aan de hand van de deeldatabank. Het nauwkeurig bepalen en omschrijven van de vereisten voor de kennis van het Nederlands voor de beroepen op de luchthaven: de taalscan en de beroepenscan. De optimalisatie van het opleidingsaanbod voor de luchthavenberoepen. Het luchthavenhuis.
De sensibilisering van de werkzoekenden om op de luchthaven te werken: Sinds september 2011 worden er systematisch infosessies georganiseerd met als doelstelling het “werven” van werkzoekenden dankzij duidelijke informatie over de tewerkstelling op de luchthaven. Bijzondere aandacht daarbij gaat naar het specifieke karakter van de tewerkstelling (mobiliteit, flexibiliteit, taalkennis…). Meer dan de helft van de werknemers op de luchthaven zijn pendelaars die buiten de provincie Vlaams-Brabant wonen. Daarom worden ook de werkzoekenden in de omringende regio’s benaderd om op de luchthaven te werken en organiseert VDAB infosessies op verschillende locaties in Vlaanderen (Leuven, Aalst, Gent, Antwerpen, Mechelen en Hasselt). In deze regio’s nemen VDABconsulenten de rol op van ambassadeur voor de luchthaven door al de relevante acties te promoten. Vanaf 2014 zal de online versie van de infosessie permanent beschikbaar zijn voor iedere burger. De collega’s van Actires en Forem gebruiken deze infosessies voor acties naar de Brusselse en Waalse werkzoekenden. Behalve deze infosessies worden iedere maand diverse collectieve opleidingsdagen op de luchthaven georganiseerd met als doelstelling de inzetbaarheid van de kandidaten te toetsen. De deelnemers hebben vooraf aangetoond dat ze op de luchthaven wensen te werken. Deze toets bevat een uitgebreide infosessie over de tewerkstellingsmogelijkheden, een begeleide rondleiding op de luchthaven, een bedrijfsbezoek en een taaltest. De deeldatabank: De databank arbeidsmarktreserve voor de luchthaven is vandaag in gebruik en wordt systematisch aangevuld: al de werkzoekenden, ingeschreven bij VDAB (ook andere regio’s dan HalleVilvoorde),kunnen in deze databank opgenomen worden nadat hun inzetbaarheid is getoetst en de
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
24
werkzoekenden hebben aangetoond dat ze op de luchthaven willen werken (zie ook luchthaventoets). Werkzoekenden uit andere gewesten kunnen opgenomen worden in de databank als ze zich inschrijven als ‘vrijwerkzoekenden’ bij VDAB. Deze klanten zullen de komende maanden prioritair uitgenodigd worden voor de luchthaventoets. De taalscan: De taalscan verlaat de experimentele fase en wordt als volwaardige dienst uitgebouwd, op termijn in heel Vlaanderen. De taalscan is inhoudelijk klaar. Het NODW-team (Nederlands Op De Werkvloer)van Vilvoorde heeft daarnaast een “beroepenscan luchthaven” ontwikkeld. Hiermee kunnen de taalvereisten op basis van ERK-normen worden ingeschat en werden de taaleisen van de beroepen op de luchthaven in kaart gebracht. Op deze manier kan snel worden nagegaan of de kennis van het Nederlands van een werkzoekende die op de luchthaven wenst te werken, overeenstemt met zijn beroepsaspiraties en kunnen vervolgens remediërende acties ondernomen worden. Het optimaliseren van het opleidingsaanbod voor de luchthaven: Met de Airport Academy is een businessplan opgesteld om specifiek voor de luchthaven opleidingen te organiseren. De keuze is gebaseerd op een analyse van de knelpuntvacatures op de luchthaven. Om de kennis van het Nederlands te versterken, is een specifieke module Nederlands voor de beroepen op de luchthaven ontworpen. Men beoogt eveneens een maximale betrokkenheid van de bedrijven bij het opzetten van de opleidingen (bv.: planner dispatcher; expediteur; contactcentermedewerker; bewakingsagent; Check-in ticketing medewerker) en wenst de tewerkstelling na de opleiding maximaal te borgen door het gebruik van individuele beroepsopleidingen op de werkvloer (IBO) te stimuleren. Zo zullen de opleidingen afwasser, schoonmaker vliegtuigen, lader losser en vrachtwagenchauffeur tarmac volgens deze succesvolle formule worden georganiseerd. Naast deze verschillende werven wordt er thans actief onderzocht welke concrete invulling er gegeven kan worden aan excellente partnerschappen in het kader van luchthavenactiviteiten. Het luchthavenhuis: Om de uitdagingen aan te pakken en de samenwerking te stroomlijnen, hebben de POM VlaamsBrabant, Brussels Airport Company, VDAB, Voka Halle-Vilvoorde, De Lijn en ERSV VlaamsBrabant de handen in elkaar geslagen om het Luchthavenhuis op de luchthaven van Zaventem op te richten. De doelstelling ervan beoogt een structurele optimalisering van de bestaande en toekomstige werkgelegenheid en de verhoging en bestendiging van de instroom van nieuwe werkkrachten, nu en in de toekomst, te realiseren op de luchthaven van Zaventem. Het opstarten van de activiteiten van het Luchthavenhuis is voorzien in oktober 2013.
4.2. Onderwijs In de Vlaamse Rand is een breed onderwijsaanbod voorhanden. De scholen ondervinden evenwel de gevolgen van de toenemende internationalisering van de bevolking. Het aandeel niet-Nederlandstalige leerlingen in het onderwijs in de Vlaamse Rand blijft toenemen. Cijfergegevens daarover werden recent nog gepubliceerd als antwoord op de schriftelijke vraag nr. 260 van mevrouw Irina De Knop aan minister Pascal Smet. Het beleid ondersteunt de scholen in de Rand in het omgaan met deze veranderende realiteit. De middelen voor Rand en Taal werden geïntegreerd in een globaal omkaderingssysteem waarin scholen extra middelen krijgen voor leerlingen die aan de indicatoren voor onderwijskansarmoede voldoen. Op die manier wordt onder meer de thuistaal een onafhankelijke indicator in de berekening van de omkaderingsmiddelen. Naarmate het aandeel anderstalige leerlingen stijgt, neemt de omkadering toe.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
25
De werking van Rand en Taal binnen de vzw SNPB (Samenwerkingsverband Netgebonden Pedagogische Begeleidingsdiensten) wordt met ingang van 1 januari 2014 geïntegreerd met de vzw Brussels Ondersteuningscentrum Secundair Onderwijs (BROSO). Zij worden in één structuur samengebracht die een ondersteunende werking op vlak van taalbeleid Nederlands zal uitbouwen voor de scholen voor secundair onderwijs in de Rand, die na de basisscholen meer en meer te maken krijgen met een populatie van niet-Nederlandstalige leerlingen. De nieuwe vzw moet zorgen voor eenheid van beleid: een volgehouden visie op Nederlandstalig onderwijs in een meertalige omgeving van de onthaalklas in de kleuterschool tot en met de eerste graad van het secundair onderwijs. In het kader van het beleid om het probleem van de onderwijscapaciteit het hoofd te bieden, werden middelen toegekend aan de gemeenten Vilvoorde, Grimbergen en Asse, die elk een task force met alle schoolbesturen uit de gemeente hebben opgericht en een gemotiveerde aanvraag voor capaciteitssubsidie indienden. Vilvoorde en Asse kregen elk 5 miljoen euro, Grimbergen kreeg 3 miljoen euro. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd 11 miljoen euro uitgetrokken, wat indirect een effect heeft op de Vlaamse Rand doordat de bijkomende capaciteit in Brussel de druk op de omliggende regio vermindert. De grondwettelijk verankerde vrije schoolkeuze wordt in 2014 blijvend verzekerd. Er werd in de begroting 2014 60 miljoen euro extra ingeschreven voor investeringen om bijkomende capaciteit te creëren. Alle gemeenten die een capaciteitsprobleem hebben, kunnen in een taskforce een aanvraag tot toekenning van capaciteitsmiddelen indienen, waarna de Vlaamse Regering een beslissing zal nemen. Het aantal leerlingen in de Nederlandstalige basisscholen in de faciliteitengemeenten stijgt sneller dan in het Franstalig onderwijs. De besturen van de Franstalige scholen in de faciliteitengemeenten dienden een aanvraag in op afwijking van de eindtermen. Ze worden verzocht voor minstens het verplichte deel een contract te sluiten met een Nederlandstalig CLB (Centrum voor Leerling Begeleiding). In de Vlaamse Rand wordt een fijnmazig aanbod Nederlands voor anderstaligen verzorgd. Het Huis van het Nederlands Vlaams Brabant verzorgt de intake van potentiële cursisten. Momenteel hebben de Centra voor Basiseducatie en de Centra voor Volwassenenonderwijs in Vlaams Brabant geen capaciteitsproblemen. De centra voorzien in een voldoende en flexibel aanbod. Het aanbod NT2 wordt evenwel, net als in de rest van Vlaanderen, blijvend opgevolgd. Indien er zich problemen zouden voordoen zal bekeken worden hoe hieraan tegemoet gekomen kan worden. Vanaf februari 2014 worden er nieuwe en flexibelere opleidingsprofielen NT2 goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Deze zullen de centra in staat stellen om beter in te spelen op specifieke leervragen van cursisten. Deze mogelijkheden kunnen ook aan de verschillende doelgroepen in de Vlaamse Rand ten goede komen.
4.3. Huisvesting – Vlabinvest Vlabinvest-besluit Het reglementaire kader dat het beheer van Vlabinvest regelt en de voorwaarden inzake woonprojecten met een sociaal karakter is vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2011. Dit betreft de werking en het beheer van het Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid voor VlaamsBrabant en de wijziging van diverse besluiten tot uitvoering van de Vlaamse Wooncode. Dit besluit is in werking getreden op 16 december 2011 en heeft het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 opgeheven. Het beoordelingscomité, dat operationeel is sinds 29 februari 2012, heeft tot opdracht om de toelaatbaarheid van de kandidaatstellingen voor woningen en kavels die gefinancierd zijn met middelen van Vlabinvest te beoordelen alsook te oordelen of een kandidaat voor een woongelegenheid
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
26
binnen een woonproject met sociaal karakter al dan niet kan genieten van de absolute voorrangsregeling ingevolge een sterke maatschappelijke, socioculturele en/of economische binding. Het beoordelingscomité moet deze voorrangsregeling met betrekking tot iedere kandidaat voor een woongelegenheid binnen een woonproject met sociaal karakter beoordelen, dus ook bijvoorbeeld de kandidaten voor een sociale of bescheiden woongelegenheid binnen het project. Verder wordt de beslissing van de Vlaamse Regering in het kader van het Witboek Interne Staatshervorming om Vlabinvest over te hevelen naar de provincie Vlaams-Brabant in 2013 verder uitgewerkt. Hierbij zullen de nodige voorwaarden ingebouwd worden om de huidige opdracht van Vlabinvest onverminderd te kunnen blijven voortzetten.
Rollend Grondfonds Op 1 april 2012 is het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2012 tot bepaling van de nadere regeling met betrekking tot het Rollend Grondfonds in werking getreden. Dit financieringsfonds wordt beheerd door de VMSW en moet het mogelijk maken om grondverwervingen te realiseren in gemeenten waar de gemiddelde bouwgrondprijs het hoogst is. Een bedrag van 50 miljoen werd voorbehouden om deze grondbeleidsmaatregelen te kunnen treffen. Hiervan is ten minste 10 miljoen euro voorbehouden voor Vlabinvest. Momenteel is hiervan reeds 6,4 miljoen euro uitgegeven voor de aankoop van volgende gronden: Rollend Grondfonds: minstens 10 mio euro Vlabinvest ligging
oppervlakte
Kortenberg Vierhuizen
3ha 48a 70ca
Kortenberg Vierhuizen
48a 30ca
Kortenberg Vierhuizen
50a 56ca
Nossegem, Namenstraat
43a 42ca
Londerzeel, ARGO-site
1ha 5a 2ca
Sociale woonlening In het kader van de harmonisering van de sociale woonleningen van de VMSW en het VWF worden ondermeer aanpassingen aan artikel 79 van de Vlaamse Wooncode doorgevoerd. De verruiming van het toepassingsgebied zal het tegelijkertijd mogelijk maken dat de kopers van een woongelegenheid gefinancierd door Vlabinvest, voortaan in aanmerking kunnen komen om een bijzondere sociale lening te verkrijgen, mits zij weliswaar voldoen aan de specifieke voorwaarden.
Realisaties 2012-2015 Vlabinvest is actief binnen haar werkgebied (het arrondissement Halle-Vilvoorde en een aantal gemeenten van het arrondissement Leuven) met het aanbieden van betaalbare koop- en huurwoningen en kavels. In het werkjaar 2012 werden drie projecten in samenwerking met Vlabinvest opgeleverd, goed voor 56 bijkomende woongelegenheden die met voorrang kunnen worden toegewezen aan kandidaten met een Vlabinvest-binding. In totaal plant Vlabinvest om in de komende 3 jaar projecten te zullen opstarten die zullen voorzien in 279 woongelegenheden die worden toegewezen volgens de voorrangsregeling van Vlabinvest, waarvan 38 in faciliteitengemeenten.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
27
De problematiek van het krappe budget voor grondaankopen omwille van de ESR-implicaties blijft jammer genoeg bestaan. In 2012 is één strategische grondaankoop gebeurd. In Kapelle-op-den-Bos is een te ontwikkelen perceel in woonzone van 97a en 14ca door Vlabinvest aangekocht, na voorafgaand overleg met de gemeente. Verder was er geen ruimte voor strategische grondverwervingen en kocht Vlabinvest enkel restgronden aan ter vervollediging van een project in Machelen waarin het participeert. Eén en ander kan worden opgevangen door de toezegging van minstens 10 miljoen euro van het budget van het rollend grondfonds ten behoeve van Vlabinvest (zie hoger). Monitoring van het bindend sociaal objectief en de uitvoering van de voortgangstoets in de Vlaamse Rand In 2012 werd de eerste voortgangstoets uitgevoerd conform het ‘besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de nadere regelen voor de opvolging van de realisatie van het bindend sociaal objectief en tot bepaling van de methodologie en de criteria voor de uitvoering van een tweejaarlijkse voortgangstoets’. Deze voortgangstoets leidde ertoe dat de gemeenten werden ondergebracht in verschillende categorieën. Na de gemeenteraadsverkiezingen die plaatvonden in oktober 2012 werd aan de nieuwe gemeentebesturen gevraagd of ze alsnog de beoogde objectieven denken te behalen. De gemeenten konden dit in het voorjaar van 2013 aangeven door bijkomende gegevens te bezorgen: over het gerealiseerde en vergunde sociaal woonaanbod of met betrekking tot aanvullingen op de motiveringsnota. Verder kon een gemeente ook een plan van aanpak opmaken waarin ze aangaf welk sociaal woonaanbod er nog in pijplijn zit. Op deze manier werd een beeld bekomen van welk bijkomend sociaal woonaanbod er nog te verwachten valt. Indien de gemeenten dit wensten, konden ze dit vrijwillig laten opnemen in een overeenkomst met een sociale woonorganisatie. Na het beoordelen van de bijkomende informatie en de plannen van aanpak werden de gemeenten van de Vlaamse Rand als volgt onderverdeeld: 3 (Asse, Machelen en Vilvoorde) in categorie 1 = gemeenten die goed scoren op zowel het deelobjectief huur als het deelobjectief koop, 1 (Meise) in categorie 2a = gemeenten die op basis van de motiveringsnota goed scoorden.
Ze hebben een actieprogramma of een gemeentelijk reglement Sociaal Wonen, dat conform de voorwaarden is, en ze behaalden 3/5 op de prestatievelden en 15 ( Beersel, Dilbeek, Drogenbos, Grimbergen, Hoeilaart, Kraainem, Linkebeek, Merchtem, Overijse, Sint-Genesius-Rode, Sint-PietersLeeuw, Tervuren, Wemmel, Wezembeek-Oppem en Zaventem) in categorie 2b = gemeenten die op basis van het na-traject hebben aangetoond dat ze voldoende inspanningen leveren om het bindend sociaal objectief tijdig te bereiken. Binnen deze laatste categorie zijn er 6 gemeenten waarvoor de Vlaamse Regering een sociale woonorganisatie zal zoeken om in de plaats van de gemeente te trachten hun bindend sociaal objectief te realiseren. Deze gemeenten zijn: Beersel, Drogenbos, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel en Wezembeek-Oppem.
Sociaal huuraanbod De gemeenten die onderverdeeld zijn in categorie 1 scoren goed op zowel het deelobjectief huur als koop. Volgende gemeenten, die onderverdeeld werden in categorie 2a of 2b, scoorden goed op het deelobjectief huur: Beersel, Dilbeek, Drogenbos, Grimbergen, Tervuren en Zaventem. Concreet moesten de gemeenten 14,56% sociaal huuraanbod hebben gerealiseerd t.o.v. hun deelobjectief huur om positief beoordeeld te worden op basis van de cijfergegevens. Indien een gemeente dit niet behaalde op basis van het gerealiseerde sociaal huuraanbod, werd er ook gekeken naar het vergunde sociaal huuraanbod. In het laatste geval moest de gemeente dan 17,48% sociaal huuraanbod gerealiseerd of vergund hebben om positief beoordeeld te worden op basis van de cijfergegevens.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
28 Wonen in eigen streek.
De provinciale beoordelingscommissie werd in 2013 vijfmaal samengeroepen. 42 koopdossiers werden voorgelegd ter beoordeling. Bij vijf van die verkopen bleek boek 5 met betrekking tot wonen in eigen streek niet van toepassing. 35 kandidaat-kopers bleken een voldoende band te kunnen aantonen. In slechts 2 gevallen bleek de kandidaat-koper de vereiste voldoende band niet aan te kunnen tonen. Dit komt neer op een weigeringsgraad van 4,76 procent. Bijna 12% van de in 2013 voorgelegde dossiers zouden eigenlijk niet voorgelegd moeten worden omdat ‘Wonen in eigen streek’ niet van toepassing was. Een arrest van het Europees Hof van Justitie van 8 mei 2013 over de bepalingen inzake Wonen in Eigen Streek in het decreet grond- en pandenbeleid bevatte duidelijke kritiek op deze regelgeving. Toch is het Hof van Justitie niet overgegaan tot vernietiging van de regelgeving. Het komt nu toe aan het Grondwettelijk Hof om te oordelen welke delen finaal als strijdig met het Europees Recht worden beschouwd en dus vernietigd worden. In afwachting van die rechtszekerheid worden de regels van Wonen in eigen streek ongewijzigd toegepast . De toekomstige werking van Wonen in eigen streek hangt dus samen met het oordeel dat het Grondwettelijk Hof nog moet vellen. Eenmaal dat er is, kunnen op basis daarvan de nodige wijzigingen aangebracht worden aan de regelgeving.
4.4. Economie – START, Mobiliteit Ook in 2013 werden op initiatief van de minister-president enkele bijeenkomsten van START georganiseerd om een optimale afstemming van de lopende projecten te garanderen. Deze werking zal in 2014 worden verdergezet. Er wordt verder ingezet op een duurzaam en efficiënt gebruik van de beschikbare bedrijfspercelen in deze regio. In het kader van de activeringsteams is gevraagd aan de POM Vlaams-Brabant om een gebied dekkende prospectie te doen van de onbenutte bedrijfspercelen en leegstaande gebouwen. Voor de terreinen die gelegen zijn in het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel werd midden 2013 een actualisatie gedaan van de bezettingscijfers van de bedrijventerreinen. Voor enkele zones heeft de POM aangegeven hier een initiatief te willen nemen, voor andere zones neemt het Agentschap Ondernemen een regisseursrol op. Zo is er bv. voor de kanaalzone Sint-Pieters-Leeuw/Drogenbos een onderzoek van W&Z lopende, gesubsidieerd door het Agentschap Ondernemen. De resultaten hiervan worden begin 2014 verwacht. Op basis hiervan zal een actieprogramma opgesteld worden voor de herinrichting en herwaardering van deze zone. Specifiek voor het luchthavengebied wordt vanuit de afdeling Luchthavenbeleid (beleidsdomein MOW) in 2014 een initiatief opgezet voor de uitwerking van een initiatief voor de poort internationale luchthaven Zaventem zoals beschreven in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Voor het reconversiegebied Vilvoorde-Machelen werd vanaf 2013 bijkomend ingezet op coördinatie door het vrijmaken van een projectleider binnen het departement Ruimte Vlaanderen. Deze volgt samen met de lokale projectcoördinator alle ontwikkelingen binnen het reconversiegebied op. De lopende brownfieldconvenanten worden verder opgevolgd om zo tot een snelle uitvoering van de projecten te komen. Voor de zone Messer zijn de onderhandelingen voor een brownfieldconvenant in de eindfase en is de geplande herontwikkeling reeds lopende waarbij ook een subsidie vanuit het Agentschap Ondernemen wordt toegekend in kader van de herontwikkeling van verouderde bedrijventerreinen. Ook de lopende en geplande mobiliteitsprojecten werden en worden nauwgezet opgevolgd. Zo zijn de werken aan de Woluwelaan reeds van start gegaan.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
29
Voor de Brusselse Ring (R0) is de plan-MER afgerond. Daarnaast heeft de Vlaamse regering op basis van de resultaten van de maatschappelijke kosten-batenanalyse het licht op groen gezet voor drie tramtracés uit de mobiliteitsvisie 2020 van De Lijn: -
Willebroek – Brussel (A12) Zaventem Luchthaven – Brussel Zaventem – Jette (Tangentiële tramlijn)
Voor deze lijnen zal in de loop van 2013-2014 verder onderzoek gebeuren om zo tot een concreet uitgewerkt voorstel van tracé te komen. Op vlak van fietsverkeer wordt in de luchthavenregio verder werk gemaakt van de uitbouw van de HST-fietsroute langs spoorlijn 36. Vooral ter hoogte van Machelen en Zaventem wordt de route verder uitgebouwd. Bijzondere aandacht gaat naar het onderzoek voor de fietsbrug over de R0 die nu een barrière vormt tussen beide gemeenten. Met deze brug wordt de barrière overwonnen en kan ook aangesloten worden op de Brusselse fietsroutes. Begin 2013 werden de strategische geluidsbelastingkaarten voor de luchthaven van Zaventem gerapporteerd aan de Europese Commissie. Daarop volgend werd in 2013 werk gemaakt van een nieuw ontwerp-actieplan (2de ronde) dat na een openbaar onderzoek en goedkeuring door de Vlaamse Regering in 2014 ook aan de Europese Commissie zal gerapporteerd worden. Het inrichtingsplan voor het openruimtenetwerk Woluwebekken werd goedgekeurd in 2013 en zal in de loop van 2014 gerealiseerd worden. In dit kader zal onder meer een belangrijke randstedelijke open ruimte worden gecreëerd met groene inrichting van de Woluwevallei, inrichting van een open Woluweveld, uitbouw van fiets- en wandelverbindingen en een landschappelijke inkleding van het bedrijventerrein Diegem-Zuid.
4.5. Ruimtelijke Ordening Op 16 december 2011 keurde de Vlaamse Regering de definitieve vaststelling van het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP) “Afbakening VSGB en aansluitende open ruimtegebieden” goed. Het GRUP zet in op het maximale behoud van de open ruimten en de groene gordel en bakent duidelijk grenzen af waarbinnen verdere ontwikkeling nog kan. Ruimte Vlaanderen startte in augustus 2013 een project op voor het Metropolitaan Kerngebied. Dit sterk verstedelijkt gebied met als hoekpunten Gent, Antwerpen, Leuven en Brussel is van cruciaal belang voor Vlaanderen. Ruimte Vlaanderen wil verschillende initiatieven die in dit gebied samen komen beter op elkaar afstemmen en er een sterk verhaal voor ontwikkelen. Het VSGB en meer bepaald het gebied Vilvoorde-Machelen-Zaventem vormt een essentieel focuspunt in het Metropolitaan Kerngebied. Hiervoor zal een Territoriaal Ontwikkelingsprogramma (T.OP) worden opgestart, vergelijkbaar in opzet met het T.OP-initiatief in Midden-Limburg. In de Vlaamse Rand krijgen een aantal strategische projecten in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen een subsidie voor de loon- en werkingskosten van de coördinatie van deze projecten. Het betreft hier meer specifiek “Reconversie Vilvoorde-Machelen” (gemeenten Vilvoorde en Machelen), “Zuurstof voor de Zennevallei” (Regionaal Landschap Pajottenland en Zennevallei) en “Zoniënwoud” (gemeenten Overijse en Hoeilaart). Wat betreft Heizel parking C, zal er in het licht van het afgesloten princiepsakkoord tussen de Federale, de Vlaamse en de Brusselse Regering over de kandidatuurstelling van de Koninklijke Belgische voetbalbond (KBVB) van Brussel als speelstad voor het Europees kampioenschap voetbal van 2020 (Euro 2020), een samenwerking op het gebied van mobiliteit opgezet worden met betrekking tot de autosnelweg R0 en de verbinding met het openbaar vervoer, in het bijzonder met het ook op de
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
30
implanting van een groot multifunctioneel stadion.De samenwerking tussen de Gewesten zal het mogelijk maken om de behoeften aan optimalisering van de Ring (R0) en de noodzakelijke ontwikkelingen inzake duurzame mobiliteit, inzonderheid van het openbaar vervoer, gezamenlijk te definiëren en de actieve modi te bevorderen. De Vlaamse Regering wil erover waken dat het stadion, dat zich internationaal zal profileren, het Nederlands een eerste plaats geeft in alle onthaalfuncties en externe communicatie.
4.6. Cultuur, Jeugd, Sport en het Verenigingsleven In de Vlaamse Rand wordt sterk ingezet op een integraal en transversaal integratiebeleid op lokaal niveau, getrokken door de integratiediensten. Op het overleg van de integratiediensten stimuleren PRIC en vzw ‘de Rand’ dat ook in de jeugd-, cultuur- en sportsector taalstimulerende initiatieven worden genomen, die bijdragen tot een beter onthaal van nieuwe inwoners. De cultuur- en gemeenschapscentra in de Vlaamse Rand werken trouwens ook intensief samen om hun programmering en communicatie onderling af te stemmen. In de loop van 2014 zal een studie, uitgevoerd op initiatief van de gemeente Sint-Pieters-Leeuw, helderheid brengen of in de Zuidwestrand behoefte is aan een bovengemeentelijke ‘culturele vuurtoren’ en zo ja, wat de invulling daarvan kan zijn. Een groot deel van de lokale aanwezigheid inzake jeugd, cultuur en sport in de zes faciliteitengemeenten wordt behartigd door vzw ‘de Rand’. Het wijzigingsdecreet van vzw ‘de Rand’ van 12 juli 2013 stelt ‘de Rand’ in staat om vanaf 2014, als faciliteitengemeenten niet intekenen op de decreten lokaal jeugdbeleid of lokaal sportbeleid, voor de komende zes jaar zelf ter zake beleidsplannen in te dienen voor de betrokken gemeenten. Vzw ‘de Rand’ zal zich met het oog hierop organiseren in nauwe samenspraak met het betrokken werkveld (jeugdverenigingen, sportclubs), verenigd in representatieve overleg- en adviesorganen.
Ook voor het verder zetten van de steun aan de privaatrechtelijke bibliotheken die het decreet lokaal cultuurbeleid nu nog uitkeert voor Kraainem en Drogenbos (waar geen decretaal erkende gemeentelijke openbare bibliotheek aanwezig is), biedt het decreet van 12 juli 2013 een oplossing. Vanaf 2014 zullen deze bibliotheken dus ook via vzw ‘de Rand’ verder ondersteund worden. De afspraken die over deze nieuwe opdrachten voor vzw ‘de Rand’ moeten gemaakt worden , zullen vastgelegd worden in samenwerkingsovereenkomsten met de betrokken sectorale ministers, bevoegd voor cultuur, jeugd, en sport.
4.7. Open Ruimte In uitvoering van de flankerende maatregelen voor het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel zetten het Agentschap voor Natuur en Bos en de Vlaamse Landmaatschappij verder in op de versterking van het groene karakter van de Vlaamse Rand. Door de nauwe samenwerking met de Vlaamse Landmaatschappij, onder begeleiding van het Coördinatieplatform VSGB, is een ruimer aanbod instrumenten beschikbaar om de open ruimte in de 19 randgemeenten te bewaren, te ontsluiten en te versterken. Concreet wordt invulling gegeven aan de drie groenpolen rond Brussel. Voor de Westelijke Groenpool betekent dit de verdere concretisering van de inrichtingsvisie van het gebied Hooghof te Asse.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
31
Voor de Noordelijke Groenpool zullen de sluiting van de fietswandelverbinding van Basiliek tot Basiliek en de verdere inrichting van het Hoogveld een wezenlijke uitbreiding betekenen van het openbaar toegankelijk groen. Voor de Zuidelijke Groenpool zal het boommarterproject samen met het landinrichtingsproject Het Land van Teirlinck naar concrete inrichtingen op het terrein evolueren. Bovendien zal samen met de VLM de inrichting bekeken worden van de Zennebeemden tussen Beersel en Sint-Pieters-Leeuw met aandacht voor toegankelijkheid en zacht recreatief aanbod. Vanuit Groen in de Stad zal tevens de subsidiëring van uitbreidingsinitiatieven op vlak van toegankelijk openbaar groen verder gezet worden. Bovendien is bij de advisering de nodige normering opgenomen om het huidige tekort niet te laten toenemen waarbij 30 m² openbaar groen per inwoner als norm geldt. De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) werkt aan de omgevingskwaliteit in de Vlaamse Rand en dit in eerste plaats via de 3 lopende landinrichtingsprojecten. In het landinrichtingsproject Plateau van Moorsel start de uitvoering van het inrichtingsplan Beekstraat. Hierbij wordt de overwelfde beek weer opengelegd en geïntegreerd in een natuurlijk park dat ook als waterbuffer kan fungeren. In het landinrichtingsproject Land van Teirlinck wordt de vallei van de Kapittelbeek heringericht. In nauwe samenspraak met de bevolking wordt er gewerkt aan verbetering van de landschaps- en natuurwaarden, de toegankelijkheid via verbetering en heraanleg van een wandel-, fietspad, recreatiemogelijkheden in de wijk Geer, en waterberging. In het project Molenbeek-Maalbeek in Zellik wordt gewerkt aan het wandel en fietsnetwerk, de landschappelijke en ecologische ontwikkeling en erosiemaatregelen. In 2013 werd door ANB, VLM en enkele privé-partners hoeve Hooghof en omliggende landbouwgronden aangekocht. In 2014 wordt met de verschillende partners een toekomstvisie voor het gebied uitgetekend. Om het instrument landinrichting in de hele Vlaamse Rand in te zetten bereidde de VLM in opdracht van de Vlaamse Regering een Planprogramma voor dat de 19 gemeenten van de Rand omvat. Alle inrichtingsprojecten worden uitgewerkt in samenwerking met tal van partners, zowel gemeenten, provincie, Vlaamse administratie, middenveldorganisaties als burgers worden intensief betrokken. Op 11 juni 2013 werd dit tijdens een symposium toegelicht. Volgende beheersovereenkomsten lopen momenteel in Vlaamse Rand : Botanisch beheer Erosiewerende maatregelen Tijdelijk erosiewerende maatregelen Aanleg heggen en hagen Onderhoud heggen en hagen Onderhoud houtkanten en poelen Vrijwillig beheer perceelsranden
6,34 ha 90 ha 597 ha 2 km 5.3 km 1 ha 47.5 km
Sinds 2012 wordt een bedrag van 150.000 euro ter beschikking gesteld voor zogenaamde ‘quickwins’ in de Vlaamse Rand. De ‘quickwins’ kunnen uitgaan van gemeenten binnen de Vlaamse Rand of vzw’s met een werking in de Vlaamse Rand. Initiatiefnemers kunnen een aanvraag indienen om hun project tot 50% mee te laten financieren door Vlaanderen. Het gaat om kleinschalige, kortlopende projecten die de omgevingskwaliteit in de ruime zin van het woord willen verbeteren. De voorkeur gaat uit naar innovatieve projecten waarbij meerdere partners samenwerken.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
32
Het Strategisch Project ‘Zuurstof voor de Zennevallei’ is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Halle, Sint-Pieters-Leeuw, Drogenbos en Beersel, het Regionaal Landschap Pajottenland& Zennevallei en de VLM. Het project loopt van september 2011 tot september 2014 en zal resulteren in een geïntegreerde visie en op de Zennevallei met concrete voorstellen voor ecologische en recreatieve ontwikkeling als rode draad.
Landbouwbeleid in de Vlaamse Rand Momenteel voert de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) in opdracht van het departement LV een omvangrijk landbouwonderzoek uit in de Vlaamse Rand. Het onderzoek dient enerzijds om een beeld te krijgen van de gevolgen van de bestemmingswijzigingen in het kader van het RUP VSGB voor de betrokken landbouwbedrijven, om van daaruit voorstellen te kunnen formuleren voor mogelijke flankerende maatregelen. Anderzijds kan de studie gebruikt worden om een toekomstvisie en een proactief beleid uit te werken voor de landbouw in de volledige Vlaamse Rand. De eerste inventarisatie van de aanwezige landbouw in de Vlaamse Rand is uitgevoerd, deels gebaseerd op een landbouwimpactstudie (LIS) van het departement LV. De resultaten van de studie worden verwerkt in een landbouweffectenrapport (LER). Een parallel traject onderzoekt de mogelijkheden voor korteketeninitiatieven, verbrede landbouw en biolandbouw in de Vlaamse Rand. Er werd al cijfermateriaal verzameld over de bestaande initiatieven en in een volgende fase volgen er diepte-interviews met bevoorrechte getuigen uit de sector. In een laatste fase volgt er een participatief proces (onder meer via workshops met landbouwers). Het globaal rapport – LER en parallel traject - wordt afgerond tegen eind 2014.
De resultaten van beide studies en de concrete uitwerking ervan in het landinrichtingsproject Vlaamse Rand zullen de basis vormen voor het landbouwbeleid in de Vlaamse Rand, waarbij er in de eerste plaats wordt ingezet op versterking van en een grotere rechtszekerheid voor de landbouw in de Vlaamse Rand en in de tweede plaats een kader wordt gecreëerd om de potentiële plaatselijke (afzet)markt van anderhalf miljoen inwoners voor landbouw in de Vlaamse Rand structureel uit te bouwen in nauw overleg met de sector. Voorbeelden zijn korte keten, thuisverkoop, logies op de boerderij, hoevetoerisme, zorgboerderijen, enz. Ook worden inspanningen geleverd om de landbouw opnieuw aanvaardbaar te maken binnen de lokale leefgemeenschappen, die vaak van landbouw zijn vervreemd door de hoge migratiefactor in de Vlaamse Rand.
4.8. Welzijn en Gezondheid Personen met een handicap Wat het beleid ten aanzien van personen met een handicap betreft, werd het voorbije jaar voorrang gegeven aan de uitbouw van rechtstreeks toegankelijke hulp en het toekennen van persoonsvolgende budgetten. Het aanbod thuisbegeleiding en rechtstreeks toegankelijke hulp nam toe. Bijzondere jeugdbijstand Op basis van een rondzendbrief in juli kon de sector bijzondere jeugdzorg intekenen op residentiële uitbreidingsmogelijkheden voor de periode 2013-2014 en op de instap in het modulaire kader. Dit kader biedt een alternatief voor de rigide indeling in erkenningscategorieën die flexibele trajecten op
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
33
maat van de hulpverlening in de weg staan. Dankzij dat kader wordt ook een stap gezet in de richting van enveloppefinanciering. Er werden 68 aanvragen ingediend, waarvan 14 uit Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Gezien de beperkte budgettaire mogelijkheden werden de toewijzingscriteria van de rondzendbrief strikt toegepast; hierdoor werd één dossier uit de regio Vlaams-Brabant niet gehonoreerd. In kader van het uitbreidingsbeleid werden er in 2013 acht bijkomende verblijfsmodules gecreëerd in Vlaams-Brabant, arrondissement Leuven. In 2014 zullen er acht plaatsen in Vilvoorde worden gerealiseerd. Organisaties die in 2013 niet instapten in het experimenteel modulair kader kunnen alsnog vrijwillig instappen op 1 januari 2014. Algemeen Welzijnswerk en integrale gezinszorg Het voorbije jaar werden extra middelen toegekend aan CAW regio Leuven en CAW regio Vilvoorde in het kader van preventieve woonbegeleiding. CAW Delta in Asse kreeg een subsidie van 65.000 euro als financiële tegemoetkoming voor de ondersteuning van het management en de werking, ten gevolge van de snelle uitbreiding van de erkenning van het centrum en het werkgebied. Daarnaast werden CAW Delta en CAW Archipel uitgebreid om een hulpaanbod te realiseren aan betrokkenen bij een verkeersongeval en aan minderjarige slachtoffers. Om CAW Delta en CAW regio Vilvoorde te ondersteunen in hun fusie, ontvangen de CAW’s hiervoor een subsidie van 84.000 euro, per fusie. Ook is er de overname van de subsidiëring van 4,5 VTE van CAW Haven 21 vanaf 1 september 2013. Vzw De Wissel ontvangt volgend jaar een projectsubsidie van meer dan 250.000 euro voor het aanbieden van integrale gezinszorg in de provincie Vlaams-Brabant. Kinderopvang en gezinsondersteuning In het kader van de uitbreiding van het aantal inkomen gerelateerde plaatsen in de kinderopvang kregen enkele gemeenten in de Vlaamse Rand in 2012 een principiële belofte voor in totaal 101 bijkomende plaatsen. In 2013 werd in de Vlaamse Rand een principieel akkoord toegekend voor 39 plaatsen en een principiële belofte voor 10 plaatsen. Daarnaast werden middelen ingezet om zelfstandige kinderdagverblijven met een financiële basisondersteuning en meer dan 28 plaatsen, een extra financiële basisondersteuning te geven. In de Vlaamse Rand kregen op deze manier 68 extra plaatsen ondersteuning. In 2012 werd een concept ontwikkeld waardoor organisatoren van kinderopvang de nodige ruimte krijgen om op korte termijn meer vakantieopvang te organiseren en zo beter te kunnen inspelen op de lokale vraag. De gemeente Linkebeek maakte hiervan gebruik en kreeg een attest van toezicht om vakantieopvang te organiseren op een vestigingsplaats met 15 plaatsen. Ook in 2013 en 2014 kunnen gemeenten hiervoor een attest van toezicht aanvragen. Voor wat de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG) betreft, namen het aantal plaatsen in de Vlaamse Rand eveneens toe. Enkel in de gemeenten van de Vlaamse Rand was er een stijging met 11 plaatsen. De CKG’s hebben echter een werkingsgebied dat niet af te bakenen is tot één of meerdere gemeenten. Daarom is het ook belangrijk voor de Vlaamse Rand dat er 25 plaatsen CKG zijn bijgekomen in de regio Leuven, Tienen, Landen en Aarschot. 4.9. Europees en Buitenlands Beleid De contacten met de internationale gemeenschap in Brussel worden gericht uitgebouwd. Zo wordt het diplomatiek korps aan het begin van elk nieuw jaar en op de Vlaamse feestdag op uitnodiging van Vlaams Minister-president Peeters ontvangen in het Errerahuis. Naar aanleiding van de lokale en
V L A A M S P A R LEMENT
34
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
provinciale verkiezingen organiseerde het Departement internationaal Vlaanderen eind vorig jaar, in samenwerking met het Vlaams-Europees Verbindingsagentschap en het Vlaamse Agentschap voor Binnenlands Bestuur, een informatief evenement voor de buitenlandse ambassades en regiobureaus in Brussel. Om een goede ontvangst van nieuwe buitenlandse ambassadeurs te garanderen, wordt bijzondere aandacht gegeven aan het onthaal- en opvolgingsbeleid ten aanzien van buitenlandse ambassadeurs in Brussel. In dat kader wordt samengewerkt met De Warande via het ‘Focus on Flanders’-programma. Er stond in 2013 opnieuw een tweedaags studiebezoek aan een Vlaamse provincie, ditmaal Limburg, op het programma. Daarnaast werden voor de bilaterale ambassadeurs een drietal infosessies (met een politieke of academische focus) georganiseerd in De Warande in Brussel. De ambassadeurs konden ook opnieuw deelnemen aan een taalcursus Nederlands voor ambassadeurs in Brussel. De nieuwsbrief Flanders@World, die de internationale gemeenschap in Vlaanderen en de Vlaamse Rand op de hoogte brengt over nieuwigheden in het Vlaams buitenlands beleid, wordt tot eind 2013 uitgegeven. Vanaf volgend jaar wordt de nieuwsbrief geïntegreerd in het nieuwe concept van FlandersToday (cf. infra, III.7). FlandersToday kende tussen 2008 en 2013 een enorme groei in populariteit. In 2013 liep de overheidsopdracht inzake FlandersToday af en werd door het Departement internationaal Vlaanderen een nieuwe opdracht uitgewerkt. Die opdracht werd in juli 2013 gegund aan Corelio Publishing en ging in oktober 2013 van start. FlandersToday kreeg een nieuw concept, waarbij de focus werd verlegd van het papieren naar het digitale medium. Flanders@World en het anderstalige persoverzicht werden ook geïntegreerd in het nieuwe concept. Met het nieuwe FlandersToday wordt beoogd een brug te slaan tussen de Vlaamse actualiteit en de activiteiten van de Vlaamse Regering.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
35
5. Lijst met afkortingen ABRA Actiris: ANB: Bloso: BRIO: CAW: CBE: CKG: CLB: DAR: DiV: ESR: EVA: FOCI: Forem: GEN: (G)RUP: IBO: KBVB: MOW: NMBS: NODW NT2: NWWZ: OCMW: POM: PMV: START: ULB: UNIZO: VDAB: Vlabinvest: VLM: VMSW: VOKA: VSGB: VUB: VWF:
Association of BelgianRelocationAgents Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling Agentschap Natuur en Bos Agentschap ter Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie Brussels Informatie- en Onderzoekscentrum Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Centrum voor Basiseducatie Centrum voor Kinderzorg en Gezinsonderneming Centrum voor Leerlingen Begeleiding Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Departement internationaal Vlaanderen Europees Stelsel van Rekeningen Extern Verzelfstandigd Agentschap Fonds voor de Culturele Infrastructuur Service public wallon de l’emploi et de la formation GewestelijkExpresnet Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming Koninklijke Belgische Voetbalbond Mobiliteit en Openbare Werken Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen Nederlands op de werkvloer Nederlands Tweede Taal Niet-Werkende Werkzoekende Openbaar Centrum voor maatschappelijk Welzijn Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Participatiemaatschappij Vlaanderen Strategisch Actieplan voor de Reconversie en Tewerkstelling van de luchthavenregio Université Libre de Bruxelles Unie van Zelfstandige Ondernemingen Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding Investeringsfonds voor grond- en woonbeleid Vlaams-Brabant Vlaamse Landmaatschappij Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen Vlaams Netwerk van Ondernemingen Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel Vrije Universiteit Brussel Vlaams Woningsfonds
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
36 6. Regelgevingsagenda
Ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 houdende omvorming van de v.z.w. "de Rand" tot een privaatrechtelijke vormgegeven EVA Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële goedkeuring
2de principiële goedkeuring
21 december 2012. Advies Vlabest en SERV reeds bekomen Advies RvSt: 20 maart 2013
Definitieve goedkeuring
Parlementaire behandeling
Bekrachtiging Vlaamse Regering
17 mei 2013
aangenomen in plenaire vergadering 3 juli 2013
12 juli 2013
Publicatie in staatsblad
Goedkeuring conceptnota Vlaamse Regering: niet ingevuld Implementatie (uitvoeringsbesluiten: nieuw initiatief, omzendbrief, ...): Samenwerkingsovereenkomst 'de Rand' en Vlaamse ministers bevoegd voor jeugd, sport, cultuur Bestuursakkoord provincie Vlaams- Brabant Andere: Inwerkingtreding: 1 januari 2014
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
37
Bijlage 1: Een blik op de Vlaamse Rand Demografie: een jonge bevolking die relatief sterk aangroeit (vooral buiten de faciliteitengemeenten), een hoog aandeel vreemdelingen (vooral in faciliteitengemeenten, residentiele gemeenten en Zaventem). Binnenlandse verhuisbewegingen zijn belangrijker dan relaties met buitenland, vooral grote uitwisseling met BHG. - De Vlaamse Rand telde op 1 januari 2012 welgeteld 411.113 inwoners. 82% van de bevolking is gehuisvest in de gemeenten zonder taalfaciliteiten. - Het groeiritme ligt sinds 2002 iets hoger (7,3%) dan gemiddeld in het Vlaamse Gewest (6,3%). De bevolking groeide vooral sterk aan in de gemeenten zonder faciliteiten. - De Vlaamse Rand heeft een relatief ‘jong’ karakter. De aanwezigheid van jongeren in vergelijking met de actieve bevolkingsgroep ligt vooral hoog (rond 50%) in de residentiële zuidelijke rand en in de noordelijke economische knooppunten. - 12,9% van de bevolking heeft een vreemde nationaliteit. Deze verhouding ligt dubbel zo hoog als gemiddeld in het Vlaamse Gewest (6,8%). Opmerkelijk is de hoge score in de gemeenten met taalfaciliteiten. Maar ook in de zuidelijke residentiële gemeenten en in het economische knooppunt Zaventem (19,5%), wonen belangrijke concentraties aan personen met nietBelgische nationaliteit. Tabel 1 Migratiebewegingen van en naar het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, 2009-2011 2009 Inwijking uit BHG % van interne inwijking 7,3 7,8 26,1 26,0
2011
Aantal 20.844 15.281 15.678 6.505
2009 2011 Uitwijking naar BHG % van interne inwijking Aantal 7,5 11.468 7,6 10.536 26,7 7.850 25,3 3.724
% van % van interne interne uitwijkin uitwijking Aantal g 4,5 12.409 4,6 5,9 10.770 5,5 14,9 8.527 15,6 16,7 3.827 16,0
Vlaams Gewest Waals Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant
Aantal 19.325 14.720 14.560 6.363
Vlaamse Rand niet-faciliteiten
9.221
48,4
9.763
48,7
4.550
27,1
5.040
27,1
Vlaamse Rand faciliteiten
2.664
60,6
2.990
63,7
1.681
42,0
1.823
40,7
Bron: ADSEI, bewerking SVR. -
-
In 2011 komt in de faciliteitengemeenten bijna twee derde (63,7%) van de inwijkelingen uit het BHG, in de niet-faciliteitengemeenten is dat ook toch nog de helft (48,7%). Dit aandeel versterkt in de tijd. Er is ook een verhuisbeweging in omgekeerde zin maar het gaat zowel in aantallen als in relatief belang om kleinere getallen. De binnenlandse verhuisbewegingen zijn in de Vlaamse Rand belangrijker dan de buitenlandse bewegingen. In 2011 kwamen in totaal 5.131 personen vanuit het buitenland in de Vlaamse Rand wonen en verhuisden 4.071 personen naar het buitenland (saldo buitenlandse migraties: 1.006). De binnenlandse inwijking bedroeg datzelfde jaar 24.726 personen en 23.054 personen verhuisden van de Vlaamse Rand naar een andere Belgische gemeente (saldo interne migraties: 1.672).
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
38 Figuur 1 Migratiebewegingen in de Vlaamse Rand, 2000-2011 30000 25000
binnenlands migratiesaldo
20000
buitenlands migratiesaldo 15000
binnenlandse immigratie
10000
binnenlandse emigratie buitenlandse immigratie
5000
buitenlandse emigratie
0 -5000
Bron: ADSEI, bewerking SVR. -
De instroom van meerderjarige nieuwkomers is opmerkelijk groot (>200 personen) in Asse, Beersel, Tervuren, Vilvoorde en Zaventem.
Economie en arbeidsmarkt: grote concentratie ondernemingen in Asse, Dilbeek, Grimbergen, Vilvoorde en Zaventem met nog veel starters. Zij bieden veel jobs aan, voor high tech diensten (luchthaven) en marktdiensten (afzetmarkt BHG). Vooral Vilvoorde en Zaventem trekken pendelaars (tertiaire sector én industrie) aan. Ook veel uitgaande pendel op zoek naar werk in tertiaire sector (BHG). Ondanks de hoge jobratio in de economische knooppunten is er toch werkloosheid (mismatch) op arbeidsmarkt). -
-
De Vlaamse Rand telde op 1 januari 2012 juist 26.830 btw-plichtige ondernemingen. Er is een grote concentratie met meer dan 2000 vestigingen in Asse (2.332), Dilbeek (2.599), Grimbergen (2.389), Vilvoorde (2.035) en Zaventem (2.375). De toename van het aantal ondernemingen sinds 2002 is in de Vlaamse Rand (18,7%) lager dan gemiddeld in het Vlaamse Gewest (20,2%). Deze ondernemingen bieden in totaal bijna 170.000 jobs aan (recentste cijfer van 2010). De grootste concentratie aan werkplaatsen is te vinden in Zaventem (41.365), gevolgd door Vilvoorde (27.233) en Machelen (19.701). Asse (15.372), Dilbeek (10.805) en Grimbergen (10.224) zijn iets kleinere tewerkstellingspolen. Binnen de Vlaamse Rand is er in 2010 een dominant aanbod (54%) aan minder kennisintensieve marktdiensten en kennisintensieve marktdiensten (20%). Dit kan verklaard worden door de nabijheid van een groot afzetgebied zoals het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarnaast is er een specifiek aanbod aan kennisintensieve high-techdiensten (11%) dat hoofdzakelijk afgestemd is op de luchthaven en bijhorende diensten. De grootste concentratie zit in Zaventem (3.041 jobs), Machelen (3.442 jobs) en ook in Vilvoorde (2.130 jobs).
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
39
Figuur 2 Bezoldigde tewerkstelling in Vlaamse Rand, naar soort, 2010 hoogtechnologische industrie 1%
andere bedrijfstakken 5%
minder kennisintensieve marktdiensten 54%
mediumhoogtechnologische industrie 3%
mediumlaagtechnologische industrie laagtechnologische 3% industrie 4% kennisintensieve hightechdiensten 8% kennisintensieve financiële diensten 2%
kennisintensieve marktdiensten 20%
Bron: RSZ, bewerking SVR. -
-
-
Globaal heeft de Vlaamse Rand een hoge jobratio (86,9%), veel hoger dan het gemiddelde voor het Vlaamse Gewest (73,6%) in 2010. Deze ratio is hoger dan 100 (dus meer aanbod aan jobs dan er inwoners tussen 20 en 64j zijn) in Drogenbos (135,9%), Asse (102,9%), Machelen (265,0%), Vilvoorde (125,1%) en Zaventem (245,1%). Dit zijn de belangrijkste tewerkstellingspolen in de Vlaamse Rand. De werkzaamheidsgraad ligt in de Vlaamse Rand hoog (70,2%) maar onder het Vlaamse gemiddelde (71,8% in 2011). Slechts een beperkt aantal beroepsactieven (15-64j ) werkt en woont in dezelfde gemeente. Zaventem trok in 2010 38.942 werkers aan van buiten de woongemeente, Vilvoorde (22.644) en Machelen (18.648) rond de 20.000. In Asse kwamen 12.575 personen werken die er niet woonden. Niet elke inwoner vindt werk in eigen woongemeente. Zo zien we belangrijke uitgaande dagelijkse pendelbewegingen van meer dan 10.000 werkers vanuit Dilbeek (12.468), Grimbergen (11.127), Sint-Pieters-Leeuw ( 10.297) en Vilvoorde (12.132). 56% van de uitgaande pendel betrekking heeft op de tertiaire sector met als grote leveranciers Dilbeek (6.722), Grimbergen (6.441) en Vilvoorde (7.302). Slechts 11% van de uitgaande pendelaars zoekt een job in de industrie buiten de eigen woongemeente. Bij de inkomende pendel zijn 3 op 4 werkenden op zoek naar een job in de tertiaire sector in één van de 19 randgemeenten met Machelen (16.795), Vilvoorde (15.438) en Zaventem (34.143) als grote aantrekkingspolen. Enkel Vilvoorde (2.276) en Zaventem (2.888) trekken redelijk wat pendelaars aan voor de secundaire sector. De werkloosheidsgraad ligt in 2011 op het niveau van het gemiddelde van het Vlaamse Gewest (6,2%). Er zijn relatief veel werkzoekenden in Drogenbos (9,0%) en Vilvoorde (8,8%). Er zijn in 2012 minder hooggeschoolde werkzoekenden in de Vlaamse Rand (2.450) tegenover laaggeschoolden (4.765). Het overgrote deel van de niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) zijn in de Vlaamse Rand personen met een vreemde nationaliteit. 89% van de NWWZ heeft in 2012 een nationaliteit uit EU-27. We vinden eenzelfde verhouding voor het Vlaamse Gewest. In de Vlaamse Rand telden we in 2012 meer oudere (>50j) werkzoekenden (2.877) dan jongere (<25j) werkzoekenden (1.780).
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
40
Inkomen en armoede: Vlaamse Rand is welvarend met soms grote inkomensverschillen binnen dezelfde gemeenten. Weinig leefloners en kansarme gezinnen. -
De Vlaamse Rand is een welvarende regio. In 2010 lag het inkomen per inwoner in de Vlaamse Rand (18.109 euro) aanzienlijk hoger dan het gemiddelde van het Vlaamse Gewest (16.599 euro). Figuur 4 Aandeel aangiften kleiner dan 10.000 euro en groter dan 50.000 euro per aangifte, per gemeente, inkomen 2010 25 20 15 10 aandeel aangiften kleiner dan 10.000 euro per aangifte
5
Drogenbos Kraainem Linkebeek S-G-Rode Wemmel Wezembeek-O. Asse Beersel Dilbeek Grimbergen Hoeilaart Machelen Meise Merchtem Overijse S-P-Leeuw Tervuren Vilvoorde Zaventem
0
aandeel aangiften groter dan 50.000 euro per aangifte
Bron: POD Maatschappelijke Integratie, bewerking SVR. -
Er zijn relatief meer kleine inkomens in Drogenbos, Machelen en Vilvoorde. Omgekeerd zijn er relatief meer hoge inkomens in Meise, Hoeilaart, Overijse en Tervuren. - Het aantal leefloners per 1000 inwoners ligt lager in de Vlaamse Rand (3) ten opzichte van het Vlaamse Gewest (3,8). - Het aandeel kansarme gezinnen volgens de definitie van Kind en Gezin ligt in de Vlaamse Rand globaal vrij laag (5,2%) in vergelijking met het Vlaamse Gewest (9,7%). Beersel (7,8%) en in 2011 ook in Dilbeek (8,0%). Onderwijs, cultuur en welzijn: aantal leerlingen in Nederlandstalige basisscholen in faciliteitengemeenten stijgt sneller dan in Franstalig onderwijs. Ruim aanbod aan secundair onderwijs, in alle richtingen. Beperkte activiteit rond bibliotheken. Beperkt aanbod aan ouderenvoorzieningen en aan buitenschoolse opvang. Relatief goed aanbod inzake kinderopvang doch niet in alle gemeenten. -
-
-
In totaal volgden in 2013 (voorlopige cijfers voor schooljaar 2012-2013) 2.924 leerlingen les in een Franstalige basisschool in een van de taalfaciliteitengemeenten. Dit aantal gaat in licht stijgende lijn (+4,5% t.o.v. 2003). De Nederlandstalige basisscholen (naar vestigingsplaats) telden in 2013 in diezelfde faciliteitengemeenten 3.778 leerlingen (1.427 kleuters en 2.351 leerlingen in het lager onderwijs, gewoon en buitengewoon). Dit aantal ging eveneens in stijgende lijn in vergelijking met 2003 (+11,3%) maar sterker dan in de Franstalige bassischolen. In de niet-faciliteitengemeenten steeg het aantal leerlingen in de bassischolen tussen 2003 en 2013 met 17%. In de Vlaamse Rand liggen in 2013 enkele grote Nederlandstalige scholen voor algemeen secundair onderwijs (naar vestigingsplaats). Vooral in Vilvoorde is er een groot aanbod aan beroeps secundair onderwijs (965) en technisch secundair onderwijs (799). Ook Asse, Merchtem en Zaventem hebben een relatief groot aanbod aan BSO en TSO. In de Vlaamse Rand worden er niet zoveel boeken uitgeleend in de Nederlandstalige bibliotheken (naar vestigingsplaats): 16,8% van de bevolking leende in 2011 een boek. Het gemiddelde voor het Vlaamse Gewest bedraagt 23,8%. Dit gaat niet echt in stijgende lijn.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1 -
41
In 2012 werden de meeste culturele activiteiten (meer dan 200) aan CultuurNet Vlaanderen (UITdatabank) gesignaleerd in Asse, Beersel, Dilbeek, Grimbergen, Meise, Tervuren, Vilvoorde en Zaventem.
Figuur 6 Erkende en geprogrammeerde rusthuisbeden en serviceflats, per gemeente, 2012 700 600 500 400 erkende RH bedden 300
programma RH bedden
200
erkende serviceflats
100
programma serviceflats
0
Bron: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, bewerking SVR. -
-
In 2012 werden 3.637 rusthuisbedden aangeboden en 553 serviceflats. In alle gemeenten is er een aanbod aan rusthuisbedden, dit is niet het geval voor serviceflats. Er is een grote kloof tussen behoefte en aanbod. De programmatie is zelfs niet voor de helft gerealiseerd in Kraainem, Sint-Genesius-Rode, Wezembeek-Oppem, Hoeilaart, Merchtem, Sint-PietersLeeuw en Tervuren. In 2010 werden 114,9 uren gezinszorg per inwoner gerealiseerd terwijl in het Vlaamse Gewest gemiddeld 245,5 uren gezinszorg werden gepresteerd. Geen enkele gemeente in de Vlaamse Rand komt aan dit Vlaams gemiddelde. In de Vlaamse Rand was er in het eerste kwartaal van 2012 een aanbod aan 4.730 erkende plaatsen in kinderopvang en 909 plaatsen in de buitenschoolse opvang. Dit aanbod stijgt niet overal. Er is bovendien geen buitenschoolse opvang georganiseerd in de faciliteitengemeenten. Er zijn slechts 6 niet-faciliteitengemeenten die buitenschoolse opvang hebben. Als we het aanbod aan kinderopvang vergelijken met de streefnorm van 33 plaatsen per 100 kinderen van 0 tot en met 2 jaar, stellen we vast dat dit doel in 2012 in 6 gemeenten niet wordt gehaald.
Ruimtegebruik en wonen: steeds meer bebouwde oppervlakte hoewel verschillen per gemeente. Vooral verkoop van appartementen, steeds minder verkoop van grote villa’s en van bouwgrond. De verkoopprijzen voor huizen en voor bouwgrond liggen hoog in Vlaamse Rand, de prijzen stijgen niet meer dan in VG. Beperkt aanbod aan sociale woningen en appartementen, geconcentreerd in enkele gemeenten. -
-
In de Vlaamse Rand is 27,1% van de oppervlakte bebouwd (huizen, bedrijven, infrastructuur). Dit is meer dan tien jaar geleden (24,6% ). Sinds 2002 is er 1.273 ha veranderd van onbebouwde naar een bebouwde bestemming. In 2012 was 18,5% van het Vlaamse Gewest bebouwd. Vooral de verkoop van appartementen gaat in stijgende lijn. De verkoop van grote villa’s is wisselend. Verkoop van bouwgronden daalt snel. Per gemeente gaat het nog alleen over enkele tientallen.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
42 -
In 2012 werd gemiddeld 262.756 euro betaald voor een gewoon woonhuis (207.840 euro in VG), 206.354 euro voor een appartement (205.975 euro in VG) en 465.103 euro voor een villa (352.978 euro in VG). De verkoopprijzen van de gewone huizen steeg in de Vlaamse Rand de voorbije tien jaar met 111%, een vergelijkbaar percentage als het gemiddelde van het Vlaamse Gewest (+113%) maar in de Vlaamse Rand lag het vertrekpunt al hoger. Ook de appartementen verdubbelden in prijs sinds 2002. De al zeer dure villa’s stegen sinds 2002 met 42% in waarde. Een bouwgrond in de Vlaamse Rand kostte gemiddeld 187.928 euro in 2012 (150.532 euro in VG). Deze prijs steeg sinds 2002 met 64%, dit is minder dan het Vlaamse gemiddelde (+92%). De gemiddelde prijs van 1m² bouwgrond in de Vlaamse Rand bedroeg in 2012 230 euro, in Vlaanderen is dit gemiddeld 215 euro per m². De gemiddelde prijs per m² steeg de voorbije tien jaar met 160% (+66% in VG). In 2012 werden in de Vlaamse Rand 1.570 bouwvergunningen verleend voor nieuwbouw van residentiële woningen en 1.030 voor flats. In hetzelfde jaar werden 857 renovatievergunningen verleend voor residentiële gebouwen. Sinds 2005 ging de nieuwbouw van woningen achteruit en de nieuwbouw van flats en renovatie ging vooruit. De economische crisis in 2008 en volgende jaren verstoorde deze trend. We stellen vast dat in 2011 een inhaalbeweging optrad voor nieuwbouw van woningen en flats. In de Vlaamse Rand stonden in 2012 3.022 sociale woonhuizen en 3.465 sociale appartementen van de Vlaamse Maatschappij van Sociale Woningen. Dit aantal groeit niet echt aan. Het grootste aanbod aan sociale woningen staat in Vilvoorde (727 woningen en 836 appartementen), Dilbeek (308 woningen en 296 appartementen) en Sint-Pieters-Leeuw (315 woningen en 536 appartementen
-
-
Figuur 7 Aantal vergunningen voor nieuwbouw en renovatie van residentiële gebouwen, 2002-2012 2000 1800 1600
1400 1200
nieuwbouw woningen
1000
nieuwbouw flats
800
renovatie
600 400
200 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Bron: ADSEI, bewerking SVR. Mobiliteit en (verkeers-)veiligheid: enkele grote stations. Redelijk veilig op de weg en in de woonomgeving. -
In 2012 stapten 121.396 reizigers op de trein. Dit aantal groeit de laatste jaren niet meer aan. De belangrijkste stations in de Vlaamse Rand zijn Zaventem (42.423 reizigers) en Vilvoorde (30.869). In 2012 werden in de Vlaamse Rand 1.540 ongevallen geregistreerd waarvan 231 op de autosnelwegen. Van de verkeersongevallen waren er 12 met dodelijke afloop. Het merendeel van de verkeersslachtoffers waren lichtgewonden (1836).
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1 -
43
De Vlaamse Rand is zeker niet onveiliger dan gemiddeld in het Vlaamse Gewest. In 2011 werden 4,4 misdrijven tegen lichamelijke integriteit vastgesteld per 1000 inwoners (6,8 in VG), 8,0 gewelddadige misdrijven tegen eigendom (10,1 in VG) en 32,3 diefstallen en afpersingen per 1000 inwoners (32,7 in VG). Er is redelijk wat criminaliteit in Drogenbos.
Bestuurskracht van gemeenten: begroting in evenwicht met beperkte schuldratio. Gemeenten heffen relatief lage aanvullende belastingen en opcentiemen maar ze brengen wel relatief veel op wegens hoge inkomens en vermogens. -
-
-
-
De ontvangsten voor gewone dienst liggen niet zo hoog in de gemeenten van de Vlaamse Rand (gemiddeld 1.331 euro per inwoner in 2011). Voor het Vlaamse Gewest bedroegen deze ontvangsten in 2011 gemiddeld 1.456 euro per inwoner. De ontvangsten voor buitengewone dienst lagen nog lager (259 euro per inwoner in VR ten overstaan van 359 euro per inwoner in VG). Deze bedragen fluctueren jaarlijks sterk in functie van de investeringen van de gemeenten. De gemeenten van de Vlaamse Rand heffen geen hoge aanvullende belastingen (6,6% in VR en 7,2% in VG in 2013). De waarde van 1% aanvullende personenbelasting ligt in deze gemeenten echter veel hoger (972.386 euro in 2010) dan gemiddeld in het Vlaamse Gewest (734.585 euro), omwille van de aanwezigheid van rijke families in deze regio. De opcentiemen op de onroerende voorheffing zijn eveneens zeer laag in de Vlaamse Rand (987 in 2013) in vergelijking met het gemiddelde van het Vlaamse Gewest (1.354). Ook hier stellen we vast dat 100 opcentiemen in de Vlaamse Rand (675.331 euro in 2010) veel meer waard zijn dan gemiddeld in het Vlaamse Gewest (435.621 euro). De gemeenten in de Vlaamse Rand hebben een lage uitstaande schuld per inwoner (1.253 euro per inwoner in 2011) die ook lager is dan gemiddeld in het Vlaamse Gewest (1.297). De schuldratio ligt wel hoger in Machelen (2.210) en Zaventem (2.765). De uitstaande schuld van de OCMW’s is laag in de Vlaamse Rand (270,8 euro per inwoner in 2011) in vergelijking met het gemiddelde voor het Vlaamse Gewest (382 euro per inwoner). We noteren wel hogere schulden in het OCMW van Hoeilaart en Merchtem.
Enkele kengetallen per gemeente In onderstaande tabel werden enkele kernindicatoren samengebracht. In het groen worden de vijf hoogste waarden aangeduid. -
-
-
De gemeenten met een hoge bevolkingsdichtheid zijn niet de gemeenten die nu nog een sterke bevolkingsaangroei kennen. De bevolkingsgroei zit vooral in Asse, Merchtem en in Machelen, Vilvoorde, Zaventem. Deze twee laatste zijn snelste groeiers. Machelen, Zaventem, Asse en Vilvoorde zijn gemeenten met een sterke aangroei van ondernemingen en een vrij hoge jobratio. Opmerkelijk is de vrij hoge werkloosheidsgraad in Vilvoorde, Zaventem en Machelen: hier speelt waarschijnlijk een mismatch tussen het hoge aanbod aan gespecialiseerde jobs tegenover de lagere scholing van de werkzoekenden. De dichtst bewoonde en meest bebouwde gemeenten zijn Drogenbos, Kraainem, WezembeekOppem en Wemmel. De grondprijzen liggen er nochtans hoog (hoge vraag-beperkt aanbod). Gemeenten met een hoog aandeel vreemdelingen zijn Kraainem, Wezembeek-Oppem, Overijse, Tervuren. Het gaat hier over EU-burgers. We treffen er veel aangiften aan boven de 50.000 euro. De bouwgrondprijs ligt er hoog. De werkloosheidsgraad ligt er laag wegens de nabijheid van Brussel als Europese hoofdstad. Merchtem kent eveneens een snelle bevolkingsgroei maar heeft een ander karakter. Het is nog vrij landelijk met lage bevolkingsdichtheid, een laag aandeel bebouwde oppervlakte, lage bouwgrondprijzen Een aantal zuidelijk gelegen randgemeenten hebben geen uitgesproken profiel zoals Beersel, Hoeilaart, Sint-Genesius-Rode, Sint-Pieters-Leeuw. Het zijn gemeenten met een gezonde financiële toestand.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
44 Tabel 2 Enkele kernindicatoren
% aangroei % % bebouw uitstaande migratiesa % onderne werkzaam werkloos aangiften - aangiften de bouwgro schuld bevolking ldo/1000 bevolkings vreemdel mingen heidsgraad heidsgra 10000 + 50000 oppervla ndprijs gemeente groei % inw dichtheid ingen % % ad % jobratio euro euro kte euro/m² euro/inw. periode 2000-2012 2011 2012 2011 2002-2012 2011 2011 2010 2010 2010 2012 2012 2011 Drogenbos 106,8 15,6 2012 14,8 121 70 9 135,9 17,3 10,1 52,9 394 Kraainem 107 12,1 2340 29 133,5 54,9 6,7 38,1 19,4 21,9 46,1 562 1573 Linkebeek 100,8 1,9 1154 12,3 104,4 68,1 7,8 55,8 20,2 18,2 30,3 1183 S-G-Rode 99,6 -0,6 788 16,8 120,1 66,2 6,3 47,4 19 21,6 32,6 308 374 Wemmel 110,1 1 1754 10,8 109,6 70,2 7,4 65,3 16,8 17,2 39,3 360 1572 Wezembeek-O. 101,5 10,9 2028 22,3 125,6 58,7 6,5 32,5 20,7 23,3 47,6 341 1620 Asse 110,5 9,5 622 7,4 123,6 74,2 6 102,9 15,7 16,4 22,1 237 1306 Beersel 106 2,5 808 8 115,6 72,6 5 67,5 16,4 19,2 29,9 161 400 Dilbeek 107,1 5,2 981 7,1 115,2 73,3 5,6 64,3 16 18,9 28,6 218 676 Grimbergen 108,7 8,6 927 7,9 122,3 73,5 5,6 66,1 14,6 18,2 23,3 244 1391 Hoeilaart 107,7 10,1 516 15,8 123,9 69,8 5,2 45,5 16,7 20,8 23 206 638 Machelen 116,1 8 1185 11,3 132,3 71,5 7,4 265 17,1 12,8 30,9 444 2210 Meise 100,4 3,1 529 5,2 126,3 76,2 4,6 49 16,5 21,9 20,4 263 1520 Merchtem 110,1 5,5 427 3,6 122,5 76,8 4 45,6 14,9 16,9 20,2 211 1184 Overijse 104,1 7,8 556 19,9 119,4 66,5 4,5 50,2 17,2 22,6 32,7 240 1779 S-P-Leeuw 107,4 10,1 799 11 111,6 71,8 6,9 48 16,1 14,3 21,6 200 797 Tervuren 105,2 -0,9 645 25,3 121,9 64,3 4,8 36,2 16,9 22,6 21,8 350 1530 Vilvoorde 117,2 8 1910 12,6 112,8 71,5 8,8 125,1 16,5 13,3 38,1 193 801 Zaventem 117,9 10,9 1148 19,5 112,9 66,6 7 245,2 16,6 17,4 31,5 291 2765 Vlaamse Rand Vlaams Gewest
107,3 106,3
6,8 5,7
855 470
12,9 6,8
118,7 119,3
70,2 71,8
6,2 6,3
86,9 73,6
16,6 15,1
18 13,7
27,1 18,5
260 166
Bron: SVR
Bijlage 2: cijfers taal Gemeentelijke Kindrapporten Kind en Gezin - Taal moeder en kind 2012 Turks, Arabisch, Berbers
Russisch, Pools, Roemeens
Spaans, Portugees
Andere
Nederlands
Frans
Engels, Duits
Asse
44,6
33,4
1,4
9,5
5,3
0,6
5,3
Beersel
45,2
41,1
0,9
3,7
3,7
2,3
3,2
Dilbeek
42,0
34,8
0,8
7,8
4,9
2,4
7,3
Drogenbos
4,1
71,4
0,0
4,1
10,2
6,1
4,1
Grimbergen
47,0
28,8
1,0
10,9
4,6
2,7
5,1
Hoeilaart
43,8
30,3
2,2
0,0
6,7
5,6
11,2
Kraainem
7,5
50,5
8,4
6,5
5,6
3,7
17,8
Linkebeek
2,9
82,4
0,0
0,0
2,9
2,9
8,8
Machelen
27,7
34,1
1,2
24,9
1,7
3,5
6,9
in %
V L A A M S P A R LEMENT
1253 1297
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
45
Meise
60,0
22,9
1,4
5,7
3,6
3,6
2,9
Merchtem
76,9
11,5
0,0
2,6
3,8
1,3
3,8
Overijse
43,7
32,0
9,0
0,9
5,0
3,2
6,3
Sint-GenesiusRode
17,7
63,3
3,4
0,0
4,8
4,1
Sint-PietersLeeuw
31,5
Tervuren
42,3
25,3
9,3
2,6
3,6
4,1
12,9
Vilvoorde
30,9
28,8
1,9
22,7
2,1
3,1
10,4
Wemmel
26,6
46,2
2,1
8,4
5,6
0,7
10,5
WezembeekOppem
11,8
58,0
5,9
5,9
8,4
4,2
Zaventem
28,9
33,4
5,3
9,5
5,5
3,2
14,2
Vlaams Gewest
74,9
4,8
1,3
8,7
2,3
0,9
7,1
Provincie Vlaams-Brabant
64,8
17,1
1,8
5,1
2,9
1,6
6,6
Stedelijk Gebied rond Brussel (VRIND)
32,9
40,3
2,8
8,0
4,8
3,1
8,1
6,8 48,9
0,9
6,3
4,8
3,3 4,2
5,9
BRON: Kind en Gezin
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
46 Bijlage 3: cijfers onderwijs
Basisonderwijs: leerlingenaantal en percentage dat het Nederlands niet als thuistaal heeft, in de Vlaamse Rand. 2009-2010 2010-2011 Aantal inschrijvingen%-aantikkers Thuistaal Aantal inschrijvingen%-aantikkers Thuistaal Asse 2.473 27,58% 2.588 29,79% Beersel 2.223 29,64% 2.308 31,93% Dilbeek 3.873 24,06% 3.926 26,18% Drogenbos 417 37,17% 436 36,47% Grimbergen 2.870 24,84% 2.967 26,26% Hoeilaart 1.245 40,24% 1.244 40,76% Kraainem 598 24,08% 663 24,74% Linkebeek 375 30,93% 389 32,90% Machelen 1.417 49,33% 1.439 51,63% Meise 1.958 18,49% 1.973 20,32% Merchtem 1.449 10,49% 1.413 11,25% Overijse 2.065 34,33% 2.028 35,80% Sint-Genesius-Rode 1.800 30,44% 1.766 30,75% Sint-Pieters-Leeuw 2.473 41,81% 2.504 42,77% Tervuren 1.619 31,07% 1.653 31,76% Vilvoorde 3.902 44,28% 4.025 46,86% Wemmel 1.737 25,16% 1.764 24,49% Wezembeek-Oppem 1.289 18,93% 1.321 19,53% Zaventem 2.261 40,91% 2.287 43,07% Vlaams-Brabant 102.912 17,39% 104.623 18,34% Basis
Secundair onderwijs: leerlingenaantal en percentage dat het Nederlands niet als thuistaal heeft, in de Vlaamse Rand. 2009-2010 2010-2011 Aantal inschrijvingen %-aantikkers Thuistaal Aantal inschrijvingen%-aantikkers Thuistaal Asse 1.323 12,55% 1.317 14,12% Beersel 554 28,88% 613 28,87% Dilbeek 2.206 22,76% 2.209 25,12% Grimbergen 631 15,69% 647 16,23% Machelen 141 36,17% 122 37,70% Merchtem 1.730 3,93% 1.720 4,59% Overijse 1.227 13,45% 1.243 14,80% Sint-Genesius-Rode 560 37,14% 613 40,29% Tervuren 726 19,42% 777 18,92% Vilvoorde 3.442 25,51% 3.486 28,63% Wemmel 357 29,41% 349 28,08% Wezembeek-Oppem 1.018 17,29% 1.062 19,40% Zaventem 1.698 27,21% 1.751 30,21% Vlaams-Brabant 60.723 10,57% 60.657 11,49% Secundair
Bron: departement onderwijs
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
47
Bijlage 4: cijfers gemeenteraadsverkiezingen Samenvatting: Dit onderzoek betreft de gemeenteraadsverkiezingen in de negentien gemeenten van de Vlaamse Rand rond Brussel van 1976 t.e.m. 2012. Per verkiezing en per gemeente werd onderzocht welke lijsten als Nederlandstalig, Franstalig of tweetalig beschouwd konden worden. Een analyse van alle negentien gemeenten samen toont aan dat de Nederlandstalige lijsten in 2012 licht stijgen van 75,5% naar 78,9% . De Franstalige lijsten halen ongeveer evenveel stemmen als in 2006. Bekeken over de hele bestudeerde periode blijft het percentage Nederlandstalige stemmen ongeveer status quo rond de 77%. De tweetalige lijsten, die in 1976 nog bijna 10% haalden, zijn in 2012 verwaarloosbaar klein geworden. Dit lijkt vooral te wijten te zijn aan de opkomst van de Franstalige lijsten: zij stegen in 36 jaar tijd ongeveer 5 procentpunten (van ongeveer 15% naar ongeveer 20%). In de zes faciliteitengemeenten zetten de Franstalige lijsten de stijgende tendens voort: zij stijgen van 59,3% naar 63,7%. Maar we zien ook dat de Nederlandstalige lijsten meer stemmen halen dan in 2006: zij stijgen van 21,9% naar 28,5%. Dit is ten koste van de tweetalige lijsten, die dalen van 18,7% naar 7,8%. Bekeken op lange termijn hebben de Franstalige lijsten in de zes faciliteitengemeenten een enorme vooruitgang geboekt: van bijna 30% in 1976 naar bijna 65% in 2012. De tweetalige lijsten daarentegen lijken in vrije val: we noteren een daling van ongeveer 35% naar ongeveer 8%. Ook de Nederlandstalige lijsten vertonen een dalende trend op lange termijn, maar die lijkt in 2012 gekeerd. In de dertien Vlaamse Randgemeenten zonder faciliteiten blijven zowel de Nederlands- als de Franstalige lijsten ongeveer status quo. Er is een zeer lichte stijging van de Nederlandstalige lijsten (van 85,9% naar 88,5%). Bekeken op lange termijn zien we een zeer stabiel beeld, met stemmenpercentages schommelend in de buurt van 87% voor de Nederlandstalige lijsten en 12% voor de Franstalige. Opvallende uitzonderingen zijn evenwel Sint-Pieters-Leeuw en Zaventem, waar de Franstalige lijsten wél een aanzienlijke en systematische winst geboekt hebben sinds 1976. Die tendens wordt nu verdergezet. In Sint-Pieters-Leeuw betreft het een winst van ongeveer 10% in 1976 naar ongeveer 22% in 2012 en in Zaventem van ongeveer 14% naar ongeveer 20% in diezelfde periode.
V L A A M S P A R LEMENT
48
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
Figuur: Evolutie van de stemmenpercentages van de Nederlands-, Frans- en tweetalige lijsten bij de gemeenteraadsverkiezingen in de Vlaamse Rand rond Brussel sinds 1976.
Bron: Wout Frees en Bart Maddens, Evolutie van de electorale verfransing in de Vlaamse Rand rond Brussel. Een analyse van de gemeenteraadsverkiezingen van 1976 tot 2012, Vives, K.U. Leuven, 15 oktober 2012.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
49
Bijlage 5: Opvolging. OPVOLGING VAN DE REKENHOFAANBEVELINGEN Aanbevelingen 1. De CVR moet enkele aspecten in haar richtlijnen voor subsidiëring van lokale initiatieven in de Vlaamse Rand duidelijker omschrijven of aanvullen, bv. wat de subsidiëring van kleine projecten voor een beperkt publiek in de faciliteitengemeenten betreft. 2. De CVR moet in haar beoordelingen van de aanvragen duidelijk aangeven of de aanvrager voldoet aan alle subsidievoorwaarden en de voorgestelde subsidiebedragen objectief motiveren, rekening houdend met subsidies van andere actoren in het Rand-beleid. 3. De CVR dient voor alle steunvormen inhoudelijke werkingsverslagen en transparante financiële verantwoordingen op te leggen, die zij ook daadwerkelijk moet controleren bij de afrekening. 4. De verschillende actoren van het Randbeleid dienen meer informatie met elkaar uit te wisselen en hun subsidies en ondersteuning op elkaar af te stemmen. Opvolging Het betreft hier niet-gereglementeerde facultatieve subsidies. De aanbevelingen van het Rekenhof vertrekken van de premisse dat de richtlijnen die de cel Coördinatie Vlaamse Rand (CVR) opstelde ten behoeve van subsidieaanvragers als een subsidiegids kan worden beschouwd met regels die strikt dienen geïnterpreteerd en gevolgd te worden. Een groot deel van deze aanbevelingen zijn dan ook gebaseerd op dit uitgangspunt dat niet in overeenstemming is met de informatie die aan de subsidieaanvragers wordt gegeven. 1. Bij de opmaak van de nieuwe website voor de Vlaamse Rand zullen de bestaande richtlijnen op enkele aspecten worden aangepast. 2. In samenspraak met mijn administratie hanteer ik deze richtlijnen bewust als een richtinggevend kader zodat subsidieaanvragen steeds pragmatisch en in functie van beleidsprioriteiten kunnen beoordeeld worden. Ik hanteer deze richtlijnen niet als een ‘reglement’ met strikt te interpreteren regels en voorwaarden. Dit houdt inderdaad een zeker appreciatierecht in dat toelaat om deze subsidies toe te kennen aan initiatieven die het dichtst aansluiten bij de realisatie van de beleidsdoelstellingen ook al is strikt genomen niet elk van de richtinggevende voorwaarden vervuld. 3. Met betrekking tot de administratieve voorwaarden die door de subsidieaanvragers zouden moeten worden gevolgd, verwijs ik naar de initiatieven van het departement DAR in het kader van de regeringsdoelstelling om te komen tot een administratieve lastenvermindering. Deze initiatieven omvatten een nulmeting administratieve lasten, aangevuld met een aantal concrete maatregelen die opgenomen werden in een eindrapport, gevalideerd door het managementcomité van het beleidsdomein DAR op 26/11/2009. Dit eindrapport en bijhorend actieplan werd goedgekeurd door de minister-president op 28/4/2010 en werd mij bezorgd op 4/5/2010. Mede in de geest van deze beleidsdoelstelling hanteert CVR bewust geen stringente maar eerder minimale voorwaarden, zowel administratief als naar inhoudelijke verantwoording, met het oog op een minimale last voor de betrokken verenigingen, zonder dat dit een gedegen controle op de gesubsidieerde in de weg staat. Het overgrote deel van de subsidieaanvragen betreft immers louter vrijwilligersverenigingen die desondanks door de
V L A A M S P A R LEMENT
50
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1 activiteiten die zij ontplooien elk hun steentje bijdragen tot het Nederlandstalig karakter van de Vlaamse Rand. 4. In het kader van het Randbeleid verlenen zowel de CVR als de provincie Vlaams-Brabant subsidies om het Vlaams karakter van de Rand te vrijwaren. Er is afstemming over de subsidieaanvragen die door beide overheden behandeld worden.
OPVOLGING ARRESTEN GRONDWETTELIJK HOF EN HOF VAN JUSTITIE Er zijn geen arresten van het Grondwettelijk Hof of van het Hof van Justitie die betrekking hebben op regelgeving van het beleidsdomein Vlaamse Rand. OPVOLGING RESOLUTIES EN MOTIES VLAAMS PARLEMENT Het Vlaams Parlement nam in het werkjaar 2012-2013 geen moties en geen resoluties aan die betrekking hebben op de thema’s van het beleidsdomein Vlaamse Rand.
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 2231 (2013-2014) – Nr. 1
51
Begroting 2014: AB0/1AH-C-2-A/WT - WERKING EN TOELAGEN - VOOR INITIATIEVEN DIE HET VLAAMS KARAKTER VAN DE VLAAMSE RAND BEVESTIGEN EN/OF VERSTEVIGEN
BA 2013 BO 2014
VAK 684 636
VEK 812 536
VRK 0 0
(in duizend euro) MAC 0 0
AB0/1AH-C-2-B/WT - WERKING EN TOELAGEN - TOELAGE EVA VZW DE RAND VOOR UITVOERING VAN DE TOEGEWEZEN TAKEN IN HET KADER VAN DE ONDERSTEUNING, PROMOTIE EN BEVORDERING VAN HET NEDERLANDSTALIGE KARAKTER VAN DE VLAAMSE RAND ROND BRUSSEL
BA 2013 BO 2014
VAK 4.972 4.993
VEK 4.972 4.993
VRK 0 0
(in duizend euro) MAC 0 0
AB0/1AH-C-2-C/WT - WERKING EN TOELAGEN - RING TV IN HET KADER VAN HET INFORMATIE-, DOCUMENTATIEEN ONTHAALBELEID EN DE GEMEENSCHAPSVORMING TER VERSTERKING VAN HET VLAAMS KARAKTER VAN DE VLAAMSE RAND
BA 2013 BO 2014
VAK 360 360
VEK 360 360
VRK 0 0
(in duizend euro) MAC 0 0
AB0/1AH-C-2-D/WT - WERKING EN TOELAGEN - UITBOUW VAN DE FELIXSITE TE DROGENBOS TOT EEN REGIONALE AANTREKKINGSPOOL INZAKE KUNSTEN, ERFGOED, NATUUR EN TOERISME
BA 2013 BO 2014
VAK 200 200
VEK 200 200
VRK 0 0
V L A A M S P A R LEMENT
(in duizend euro) MAC 0 0