Beleidsprioriteiten

stuk ingediend op

1775 (2012-2013) – Nr. 1 23 oktober 2012 (2012-2013)

Beleidsbrief Financiën en Begroting Beleidsprioriteiten 2012-2013 ingediend door de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport

verzendcode: REG

2

Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

LIJST VAN AFKORTINGEN .................................................................................................................................

4

MANAGEMENTSAMENVATTING ......................................................................................................................

5

VOORWOORD ..................................................................................................................................................

7

1. STRATEGISCHE DOELSTELLING 1: SLAGKRACHTIGE VLAAMSE FINANCIËN .................................................... 10 OPERATIONELE DOELSTELLING 1.1: TRANSPARANT, EFFICIËNT EN DUURZAAM BUDGETTAIR EN FINANCIEEL BELEID ..................... Verslag uitvoering tijdens werkjaar 2011-2012 .......................................................................................... Actieprogramma 2012-2013........................................................................................................................

Initiatief 1. Meetbaar maken van efficiëntiewinsten ......................................................................................... Initiatief 2. Verdere stappen in het sleutelproject optimalisering en vernieuwing financieel instrumentarium ..................................................................................................................................................... Initiatief 3. Verdere implementatie economic governance ............................................................................... Initiatief 4. Nieuwe begrotingstool ....................................................................................................................... Initiatief 5. Nieuwe dienstverlening dienst vastgoedakten ............................................................................... Initiatief 6. Hernieuwd financieel kader PPS-projecten ..................................................................................... Initiatief 7. Opstart pilootproject Toerisme Vlaanderen in Orafin ................................................................... Initiatief 8. Begrotingsstructuur op niveau van artikel in de middelenbegroting en bij de Vlaamse rechtspersonen ........................................................................................................................................................ Initiatief 9. Faciliteren veiling emissierechten..................................................................................................... Initiatief 10. Actualisatie functie invulling van de afgevaardigden van Financiën en Begroting ..................

OPERATIONELE DOELSTELLING 1.2: ONDERSTEUNING VAN BELEIDSVOORBEREIDENDE CAPACITEIT M.H.O. OP EEN PROACTIEF, ONDERBOUWD BUDGETTAIR, FINANCIEEL EN FISCAAL BELEID........................................................................................... Verslag uitvoering tijdens werkjaar 2011-2012 .......................................................................................... Actieprogramma 2012-2013........................................................................................................................

Initiatief 11. Beleidsrelevant onderzoek in functie van nieuwe bevoegdheden ............................................. Initiatief 12. Uitvoering eerste fase globaal datamodel..................................................................................... Initiatief 13. Projectgroep staatshervorming ...................................................................................................... Initiatief 14. Bundeling fiscale adviezen .............................................................................................................. Initiatief 15. Gender budgeting .............................................................................................................................

OPERATIONELE DOELSTELLING 1.3: ACTIEF SCHULDBEHEER EN RISICOMANAGEMENT .......................................................... Verslag uitvoering tijdens werkjaar 2011-2012 .......................................................................................... Actieprogramma 2012-2013........................................................................................................................

Initiatief 16. Aanpassing procedureel kader VFLD .............................................................................................. Initiatief 17. Herfinancieringen ............................................................................................................................. Initiatief 18. Opvolging inbreng financiële instellingen ..................................................................................... Initiatief 19. Waarborgbeheer ............................................................................................................................... Initiatief 20. Aanbesteden verzekeringsmakelaar voor de pooling van de verzekeringen ............................ Initiatief 21. Bewaking juridische risico’s.............................................................................................................

12 12 17 18 18 18 18 19 19 20 20 20 21 21 21 22 22 23 24 25 25 25 25 28 28 28 28 28 29 29

2. STRATEGISCHE DOELSTELLING 2: EEN KLANTVRIENDELIJKE OVERHEID.......................................................

29

OPERATIONELE DOELSTELLING 2.1: EFFICIËNTE EN EFFECTIEVE INNING EN INVORDERING VAN DE BELASTINGEN IN EIGEN BEHEER.. Verslag uitvoering tijdens werkjaar 2011-2012 .......................................................................................... Actieprogramma 2012-2013........................................................................................................................

29

Initiatief 22. Informatiebeleid ............................................................................................................................... Initiatief 23. Overname inning registratieen successierechten ...................................................................... Initiatief 24. Onderzoek en ontwikkeling van een unieke Vlaamse Codex Fiscaliteit .................................... Initiatief 25. Vernieuwing VFP ............................................................................................................................... Initiatief 26. Integratorrol van VLABEL bij internationale invorderingsbijstand.............................................

29 33 33 33 34 34 35

V l a a m s P a r l e m e n t – 1011 B r u s s e l – 0 2 / 5 5 2 . 11 . 11 – w w w. v l a a m s p a r l e m e n t . b e

Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

3

3. STRATEGISCHE DOELSTELLING 3: PROBAAT EN VEREENVOUDIGD VLAAMS FISCAAL BELEID MET AANDACHT VOOR EEN GOED ONDERNEMINGSKLIMAAT .................................................................................................. 36 OPERATIONELE DOELSTELLING 3.1: DOELGERICHT FISCAAL BELEID ................................................................................... Verslag uitvoering tijdens werkjaar 2011-2012 .......................................................................................... Actieprogramma 2012-2013........................................................................................................................

Initiatief 27. Continue versterking en benutting van fiscale bevoegdheden ................................................... Initiatief 28. Ontwikkeling van Europese impactfiches ...................................................................................... Initiatief 29. Toekennen van een sociaal tarief onroerende voorheffing bij verhuur door SVK ................... Initiatief 30. Verder vorm geven aan een slimme kilometerheffing ................................................................. Initiatief 31. Vergroening verkeersbelasting ....................................................................................................... Initiatief 32. Uitdoving onroerende voorheffing materieel en outillage .........................................................

36 36 40 40 40 40 40 41 41

BIJLAGE 1: OVERZICHT AANGENOMEN MOTIES EN RESOLUTIES VLAAMS PARLEMENT, ALSOOK AANBEVELINGEN REKENHOF ..........................................................................................................................

42

BIJLAGE 2: OVERZICHT GEVOLGEN ARRESTEN GRONDWETTELIJK HOF EN HOF VAN JUSTITIE ........................

56

BIJLAGE 3 BIJ DE BELEIDSBRIEF FINANCIËN EN BEGROTING VAN MINISTER MUYTERS: REGELGEVINGSAGENDA .................................................................................................................................................. 57 ........................

V L A A M S P A R LEMENT

Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

4 Lijst van afkortingen BBP

Bruto binnenlands product

BCP BI BIV BUTEO CFO ESR EVA FEDICT FOD ICT INR IVA KSZ PPS RSZ RUP SERV SOFI VLABEL VFLD VFP

Belgian Commercial Paper Business Intelligence Belasting op de inverkeerstelling Budgetteringstool voor de opmaak en opvolging van de Vlaamse begroting Centraal Financieringsorgaan Europees Systeem van Rekeningen Extern verzelfstandigd agentschap Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie Federale Overheidsdienst Informatie- en communicatietechnologie Instituut voor de nationale rekeningen Intern verzelfstandigd agentschap Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid Publiek-private samenwerking Rijksdienst voor Sociale Zekerheid Ruimtelijk uitvoeringsplan Sociaal Economische Raad van Vlaanderen Strategisch Overleg Financiën Het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Vlaamse Belastingdienst Vlaams Fonds voor de Lastendelging Vlaamse Fiscaal Platform


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

5

Managementsamenvatting De eerste strategische doelstelling die in deze beleidsbrief aan bod komt, is het streven naar “slagkrachtige Vlaamse financiën”. Op basis van de resultaten 2011 enerzijds en de verwachte evolutie van de gewestbelastingen 2012 anderzijds mogen de budgettaire teugels niet zomaar worden gevierd. Recente macro-economische waarnemingen wijzen immers op een stagnatie van de economie. Vlaanderen moet zich behoeden voor een economische recessie. In 2012 en 2013 zal het bijgevolg mijn primordiale opdracht zijn om verder over de gezondheid van de Vlaamse openbare financiën te waken. Diverse acties van het voorbije jaar alsook initiatieven voor het komende jaar tonen aan hoe ik de Vlaamse financiën wil vrijwaren. Voor wat de eerste operationele doelstelling, transparant, efficiënt en duurzaam budgettair en financieel beleid, betreft, heeft de inwerkingtreding van het Rekendecreet (op 1 januari 2012) enkele belangrijke wijzigingen tot gevolg gehad op het vlak van begroting en boekhoudrapportering. De initiatieven voor het volgende jaar zijn niet minder ambitieus met onder meer een ruimere dienstverlening van de dienst vastgoedakten, de implementatie van het economic governance pakket en het werken aan een nieuwe begrotingstool. In navolging van de tweede operationele doelstelling “Ondersteuning van beleidsvoorbereidende capaciteit m.h.o. op een proactief, onderbouwd budgettair, financieel en fiscaal beleid”, zet ik in op beleidsondersteunend onderzoek. Dit zowel binnen mijn administratie – via het globaal datamodel – als in het kader van het steunpunt Fiscaliteit & Begroting (II) via diverse onderzoeksporen. Dat beleidsondersteunend onderzoek zal zich het komende jaar bijvoorbeeld focussen op de implementatie van de zesde staatshervorming. Een derde operationele doelstelling in het kader van de eerste strategische doelstelling is het actief schuldbeheer en risicomanagement. Niet alleen de totstandkoming van een hernieuwd regelgevend kader voor het VFLD maar ook andere resultaten tonen aan dat ik samen mijn administratie vooruitgang boek bij het verbeteren van het actief schuldbeheer en risicomanagement. Het volgende jaar zal ik blijven streven naar verbetering. Bij de herfinancieringen zal ik blijven inzetten op een optimale mix van schuldinstrumenten. Voorts zal ik de inbreng in de financiële instellingen van nabij blijven opvolgen en zal eind 2012 een makelaar worden aangesteld voor de polissen van de pooling van de verzekeringen. Een actief schuldbeheer en risicomanagement met doorgedreven bewaking en beperking van de juridische risico’s ligt eveneens voor de hand. Hierbij gaat het vooral om het voorkomen van "grote" juridische risico's. Het vermijden van juridische verrassingen blijft evenwel een belangrijk aandachtspunt. Een tweede strategische doelstelling die ik vooropstel is een klantvriendelijke overheid. Operationeel vertolkt zich dat in het nastreven van een efficiënte en effectieve inning en invordering van de belastingen in eigen beheer. Het voorbije werkjaar werd opnieuw zwaar ingezet op die doelstelling via bijvoorbeeld een versterkt informatiebeleid (onder meer een grondige vernieuwing en uitbreiding van het belastingportaal en het verder bekend maken van de Vlaamse fiscale navigator), het leggen van fundamenten voor de overname van de inning en invordering registratieen successierechten (installatie en werkzaamheden van projectgroep) alsook continue bijsturing van het VFP. De verschillende facetten om de inning van belastingen (nog) efficiënter te laten verlopen, zijn voor de burger niet altijd even zichtbaar maar daarom niet minder belangrijk. Belangrijke initiatieven voor het volgende jaar zijn de aanvang van de concrete implementatie van de overname van de inning van registratieen successierechten alsook het onderzoek en de ontwikkeling van een unieke Vlaamse Codex Fiscaliteit. Met mijn derde strategische doelstelling, probaat en vereenvoudigd Vlaams fiscaal beleid met aandacht voor een goed ondernemingsklimaat, vertolk ik mijn streven om in te zetten op het verbeteren, verfijnen en doelgerichter maken van de Vlaamse fiscaliteit. Het voorbije jaar zijn er in dat opzicht belangrijke concrete resultaten geboekt met de vergroening van de BIV, de implementatie van de nieuwe fiscale bejegening van familiale ondernemingen, en de verbetering van vermindering van


6

Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

onroerende voorheffing voor energiezuinige woningen. Het volgende jaar zal ik uiteraard de werkzaamheden in het kader van Institutioneel akkoord bewaken en in goede banen leiden. Ik zal voorts blijven werken aan het verhogen van de kwaliteit van de regelgeving. De opmaak van nieuwe regelgeving zal gebeuren op basis van het verrichte onderzoek. Bovendien moet bij de opmaak van nieuwe regelgeving ook voldoende oog zijn voor de overdracht van nieuwe bevoegdheden ingevolge de zesde staatshervorming. Het streven naar een ecologische invulling van de verkeersfiscaliteit wordt voortgezet. Uitgangspunt blijft het handhaven van het principe vastgesteld in het interregionaal akkoord betreffende de hervorming van de verkeersbelasting begin 2011, meer bepaald dat de globale druk inzake verkeersbelasting niet mag toenemen.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

7

Voorwoord “Niets is zeker in het leven” is een bekend adagium, dat opgaat voor ieder van ons. Voor ieder, behalve voor de Vlaamse Gemeenschap, zo leek het althans. Want tot op heden was de Vlaamse Gemeenschap relatief goed beschermd tegen schommelingen, zowel in de opwaartse als de neerwaartse zin. De eigen gewestbelastingen waren en zijn grotendeels gebaseerd op vermogens(transacties) en die schommelen niet zo sterk als de economische conjunctuur. Het belangrijkste deel van de gedeelde en samengevoegde belastingen is weliswaar gekoppeld aan de groei van het BBP en van de inflatie, maar de onderliggende basis (btw en personenbelasting) ervan is veel volatieler dan het deel dat de gewesten en gemeenschappen hieruit krijgen. Zolang een voorzichtige en vooruitziende begrotingskoers werd gevaren, bleef de begrotingszee tot op heden relatief rustig. Enkel vóór en na de verkiezingen waren er wat schokgolven. Zowel in 20042005 als in 2008-2009 moest de nieuwe Regering ingrijpen, om een dreigende ontsporing te vermijden. Fitch, het derde grote ratingbureau, heeft onlangs nog bij haar eerste doorlichting de goede status van de begrotingssituatie bevestigd. Maar de langetermijngroei komt meer en meer onder druk te staan. Voorheen kon de Vlaamse Gemeenschap rekenen op een gemiddelde lange termijn economische groei van iets minder dan 2 %. Dit zorgde ervoor dat de eigen middelen jaarlijks in reële termen bijna met hetzelfde percentage groeiden. Dat percentage volstond om de zogenaamd onvermijdbare meeruitgaven te honoreren. Onvermijdbare meeruitgaven zijn die uitgaven, waar de uitgavendrijvers verankerd liggen in decreten (en/of sociale akkoorden) en die dus – tenzij het Vlaams Parlement zou toelaten dat de drijvers wijzigen – automatisch moeten voldaan worden. De langetermijngroei in België en Vlaanderen zal echter de komende jaren duidelijk onder deze historische groeivoet terechtkomen. De Vlaamse economie steunt immers in sterke mate op de Europese economie. Behalve de vergrijzing drukken nu ook de drastische besparingen, die absoluut noodzakelijk zijn om de Eurozone opnieuw in evenwicht te brengen, de economische groei. De landen in de Zuiderse periferie moeten – voor zover ze erin slagen hun begrotingsdoelstellingen in 2012 te halen - verder gaan in het herstel van de overheidsfinanciën. Vorderingensaldo Griekenland Portugal Ierland Spanje Italië

2012 - 6,7 - 4,5 - 8,6 - 5,3 - 1,7

2013 - 4,6 - 3,0 - 7,5 - 3,0 - 0,5

2014 - 2,1 - 1,8 - 4,8 - 2,2 - 0,1

Bron: officiële documenten Europese Commissie

Alternatieven om hun begrotingen in orde te brengen, hebben die landen overigens niet. Hun handelsbalansen zijn negatief en hun intern spaarvermogen is niet in staat om de private financiering en de overheidsfinanciering te dekken. Dat zet een domper op de groei van die landen, en in afgeleide orde op die van hun handelspartners. Wellicht nog moeilijker wordt het voor de Vlaamse economie, als ook de Franse overheid de tering naar de nering zet. Tot voor kort werd aangenomen dat de Belgische economie in 2013 een matige groei zou kennen van 1,4 % in 2013 en 1,9 % de jaren nadien (zie Planbureau d.d. 14.5.2012). Aangezien de Vlaamse economie traditioneel wat conjunctuurgevoeliger is dan de Belgische, had men dus kunnen hopen dat Vlaanderen terug kon aanknopen met een groei rond 2 %, een percentage waarop de Regering geen drastische besparingen hoeft te doen en integendeel elk jaar nog wat beleidsruimte overhoudt. De dalende wereldconjunctuur doet deze cijfers echter verder inkrimpen, (naar 0,7 % voor 2013) en ook de langetermijnverwachtingen worden naar beneden bijgesteld. Dit zal zich vertalen in een


8

Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

beperking van de toekomstige beleidsruimte. De Vlaamse Gemeenschap zal hiermee rekening moeten houden en tijdig de gepaste maatregelen moeten nemen. Maar de onzekerheid is niet alleen van economische aard. Zij is ook – en zelfs in de eerste plaats – van constitutionele aard. In haar plannen, die de Federale Regering heeft aangegeven in het stabilisatieprogramma 2012-2015 dat zij aan de Europese Commissie ter goedkeuring heeft voorgelegd, is het volgende opgenomen: Zoals hoger reeds aangehaald zijn de respectieve doelstellingen van entiteit I en entiteit II vanaf 2014 geconditioneerd door de overdracht van lasten van entiteit I naar entiteit II. Die overdracht kan onder andere worden geconcretiseerd via de hervorming van de bijzondere financieringswet. Om het traject naar het evenwicht in 2015 te vrijwaren, zullen de verschillende entiteiten de gepaste inspanningen leveren. Daartoe zal de regering zich baseren op het verslag van de Hoge Raad van Financiën van april 2012. De Hoge Raad van Financiën schrijft voor dat de gemeenschappen en gewesten vanaf 2014 elk een begroting in evenwicht hebben terwijl de lokale overheden in de jaren 2013, 2014 en 2015 een overschot van 0,1% van het BBP moeten boeken. Vanaf 2015 moet ook Entiteit I in evenwicht zijn. De Hoge Raad heeft niet gezegd wat de hoegrootheid van de bijdrage van Entiteit II tot de sanering van de overheidsfinanciën moet zijn. Enkel de doelstelling is bepaald (iedereen in evenwicht) en de methode (via de BFW en het schrappen van federale uitgaven op bevoegdheidsdomeinen van de gemeenschappen en de gewesten). De bijdrage van de gemeenschappen en de gewesten in de sanering moet worden vervat in de nieuwe bijzondere financieringswet en op die manier eens en voor altijd worden geregeld. Dit om te vermijden dat bepaalde gewesten op een structurele wijze overschotten moeten boeken. De Hoge Raad van Financiën heeft erop gewezen dat dergelijke overschotten weinig coherent zijn met de principes van het budgettair federalisme. Die moedigen traditioneel de decentralisatie van de bevoegdheden aan met het oog op een betere toewijzing van de collectieve goederen en diensten. Dat is des te meer het geval naarmate de uitgaven van onderzoek en ontwikkeling en de investeringen in menselijk kapitaal zoals onderwijs (‘growth-enhancing’) sterk gelokaliseerd zijn bij Entiteit II. Die beschouwingen hebben weerklank gevonden in verschillende federale staten van de Europese Unie zoals Oostenrijk, Duitsland of Spanje, waar de gouden begrotingsregel omgezet is in een structureel evenwicht voor de deelstaten. Voor België zou de MTO (Medium-Term Objective) van Entiteit II niet zeer veraf liggen van het structureel evenwicht. De zesde staatshervorming zal op termijn wellicht niet budgettair neutraal zijn (fiscale uitgaven die bij ongewijzigd beleid meer kosten dan de compensatie is op moment van overdracht (denk hierbij aan de woonbonus) of een beperkte indexering van de nieuwe dotaties). Het zou dan niet gaan om een inhouding die – zoals in 1989 – tijdelijk is en die slechts aanleiding geeft tot een tijdelijk deficit maar om een structurele inhouding die aanleiding geeft tot structurele maatregelen. Op het moment van de overdracht zal de staatshervorming in principe budgettair neutraal zijn voor alle partijen door het systeem van de verevening. Maar zoals reeds met de fiscale uitgaven voor energiebesparing is gebeurd, kan de federale overheid altijd besparen op de over te dragen (fiscale) uitgaven. Een tweede aanzet in de sanering van de financiën van Entiteit I vormt de verhoging van de responsabiliseringsbijdrage. Het is voorzien dat die jaarlijks stijgt tot een percentage van 8,86 % (te bereiken in 2030) op de loonmassa van statutaire ambtenaren en leerkrachten (goed voor circa 50 % van de huidige totale begrotingsmassa; m.a.w. een inlevering van 4,3 % op de totale begroting (weliswaar gespreid over 17 jaar)). De Vlaamse Regering koppelt een hogere responsabiliseringsbijdrage aan het toekennen aan de betrokken overheden van de bevoegdheid om zelf de minimumpensioenleeftijd te bepalen waarop haar personeelsleden een vervroegd rustpensioen kunnen krijgen. De door de gemeenschappen en de gewesten te betalen responsabiliseringsbijdrage moet ook rekening houden met de afwijkingen van de feitelijke pensioenleeftijd ten opzichte van de federale minimumpensioenleeftijd. Ten slotte mag de Vlaamse overheid niet uit het oog verliezen dat een belangrijk deel van haar gewestmiddelen veel dynamischer zal reageren op macro-economische factoren dan heden het geval


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

9

is. Dat is op zich positief. Als Vlaanderen een actief werkgelegenheidsbeleid voert, zal het in de toekomst daar rechtstreeks de positieve gevolgen van ondervinden (de zogenaamde elasticiteitsbonus op de personenbelasting speelt dan in haar voordeel) maar evenzeer zal een krimpende tewerkstelling (wat een logisch gevolg zou kunnen zijn van een snel verouderende beroepsbevolking) aanleiding geven tot dalende inkomstentendensen. We zullen in de toekomst dus nog meer oog moeten hebben voor het versterken van ons sociaaleconomisch draagvlak en specifiek voor uitgaven die aanleiding geven tot inkomstenstijgingen.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

10 1. Strategische doelstelling 1: slagkrachtige Vlaamse financiën

Ik wil ook in deze beleidsbrief herhalen dat de zorg voor en het behoud van gezonde Vlaamse openbare financiën in combinatie met het versterken van het sociale en economische weefsel voor de Vlaamse Regering in het algemeen en voor mezelf als Vlaams minister steeds een topprioriteit is geweest. De jaren volgend op de financiële crisis van 2009 werden gekenmerkt door een gestaag herstel van de gerealiseerde opbrengst, zoals blijkt uit grafiek 1.

Grafiek 1: Evolutie van de gewestbelastingen 2002-2012 (in miljoen euro)

4.822

2008

4.447

2007

4.125

3.948

3.669

4.321

2.922

2.000

2.682

3.000

3.263

4.000

4.266

5.000

5.062

6.000

1.000 0

2002

2003

2004

2005

2006

2009

2010

2011

2012

Ook op het vlak van het vorderingensaldo liet de financieel economische crisis haar sporen na. De Vlaamse Gemeenschap werd voor het eerst sinds jaren geconfronteerd met tekorten op het vorderingensaldo, een op dat ogenblik ongewone situatie voor de Vlaamse Gemeenschap. Aan de reeks van jaarlijks toenemende overschotten kwam in 2009 abrupt een einde. Grafiek 2 toont op visuele wijze de evolutie van het vorderingensaldo 1.

1

Cijfers INR gecorrigeerd voor de schuldovername ten behoeve van de lokale overheden (641,6 miljoen in 2008), de reserve-opbouw bij het Zorgfonds (209,5 miljoen in 2008), de verschuiving van onderwijsuitgaven (355,8 in 2008 en 2009) en de transfer naar en van het Vlaams Pensioenfonds (500,0 miljoen in 2009 en 2010).


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

11

Grafiek 2: Evolutie van het vorderingensaldo 2002-2011 (in miljoen euro)

1.500,0 1.000,0 500,0 0,0

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

-500,0 -1.000,0 -1.500,0

Bron: INR, Nationale Rekeningen, Rekeningen van de overheid 2011, juli 2012

De financieel-economische crisis had niet alleen Vlaanderen, maar ook heel Europa in haar greep. Het besparingsplan dat als antwoord hierop door de Vlaamse Regering op de rails werd gezet, was ongezien in de prille geschiedenis van de Vlaamse Gemeenschap. Het besparingsplan zou vanaf 2011 de Vlaamse Gemeenschap opnieuw naar een begrotingsevenwicht loodsen. Grafiek 2 toont ontegensprekelijk aan dat de Vlaamse Regering in haar opzet geslaagd is. Terwijl de Vlaamse Regering in 2009 het begrotingsjaar nog afsloot met een negatief – doch grotendeels gebudgetteerd – resultaat van 1,2 miljard euro, was het tekort in 2010 reeds meer dan gehalveerd tot 0,4 miljard euro. Uit de gedetailleerde nationale rekeningen van het INR blijkt dat de Vlaamse Gemeenschap in 2011 opnieuw een overschot heeft gerealiseerd van 0,2 miljard euro. Het zou evenwel niet verstandig zijn om op basis van de resultaten 2011 enerzijds en de verwachte evolutie van de gewestbelastingen 2012 anderzijds te besluiten dat de budgettaire teugels mogen worden gevierd. Recente macro-economische waarnemingen wijzen immers op een stagnatie van de economie. Het is duidelijk dat de Eurozone in het algemeen en Vlaanderen in het bijzonder zich moet behoeden voor een economische recessie. In 2012 en 2013 zal het bijgevolg mijn primordiale opdracht zijn om verder over de gezondheid van de Vlaamse openbare financiën te waken. Gezonde openbare financiën bij alle overheden van dit land resulteren in een eerlijke en blijvende welvaart voor alle inwoners. Hierna geef ik aan welke acties ik het voorbije jaar heb ondernomen en hoe ik via diverse initiatieven de Vlaamse financiën wil vrijwaren in het komende jaar.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

12

Operationele doelstelling 1.1: transparant, efficiënt en duurzaam budgettair en financieel beleid Verslag uitvoering tijdens werkjaar 2011-2012 Niet alleen op het vlak van het voeren van beleid (bijvoorbeeld aangaande efficiëntiewinsten) werd belangrijke progressie geboekt. Ook uit meer concrete realisaties blijkt dat heel wat van de voorgenomen initiatieven uit mijn vorige beleidsbrief uitvoering kregen. 1) Voeren van beleid gericht op efficiëntiewinsten In 2011 en 2012 werd binnen de Vlaamse overheid verder gewerkt aan duurzame en meetbare efficiëntiewinsten. Overheidsbreed werkte ik vanuit Financiën en Begroting mee aan het opzetten van efficiëntie-indicatoren in het kader van het project ‘slagkrachtige overheid’ en werd in de schoot van het CAG beslist de verschillende strategische overlegfora – waaronder het SOFI dat onder de verantwoordelijkheid van mijn administratie ressorteert – beter op elkaar af te stemmen. Daarnaast maakte mijn administratie een doorgedreven efficiëntieberekening van de dienst Vastgoedakten. Die berekening moet in 2012 en 2013 mee de basis leggen voor andere entiteiten binnen de Vlaamse overheid om met meetbare efficiëntie-oefeningen aan de slag te gaan. Op die manier kunnen mijn collegae in de Vlaamse Regering mee de in deze legislatuur genomen initiatieven op vlak van doeltreffendheid en doelgerichtheid nauwgezetter monitoren en sneller inspelen op maatschappelijke evoluties. Tenslotte slaagde ik er in 2012 in om samen met mijn collegae binnen de Vlaamse Regering en de verschillende actoren in het Vlaamse auditveld het auditproces te stroomlijnen door de principes van Single Audit goed te keuren. Het in de praktijk brengen van deze principes zal er mee voor zorgen dat de Vlaamse administratie in het algemeen en de overheidsfinanciën in het bijzonder nog doeltreffender worden georganiseerd. 2) Implementatie Rekendecreet Het Rekendecreet is op 1 januari 2012 in werking getreden en heeft enkele belangrijke wijzigingen tot gevolg gehad op het vlak van begroting en boekhoudrapportering. Met het besluit tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering betreffende de financiën en de begrotingen heb ik de regels inzake kredietherverdelingen bij ministeries en Vlaamse rechtspersonen, inzake de begroting en de boekhouding van diensten met afzonderlijk beheer en inzake de rapportering en het financiële toezicht bij Vlaamse rechtspersonen verder geïmplementeerd. Het uitvoeringsbesluit single audit werd reeds definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Het uitvoeringsbesluit inzake subsidiëring wordt in het najaar ter goedkeuring aan de Vlaamse Regering voorgelegd. Om op termijn tot een prestatiegerichte begroting te kunnen komen, werd bij de begrotingsopmaak 2012 voor de algemene uitgavenbegroting en de uitgavenzijde van de DAB-begrotingen een tussenniveau ingevoegd tussen de begrotingsprogramma’s en de basisallocaties, met name het begrotingsartikel. Het begrotingsartikel vervangt de basisallocatie als basisniveau voor de budgetcontrole van de uitgaven en vormt een eerste stap in de richting van een prestatiegerichte begroting. Bij de begrotingsopmaak 2013 worden zowel de algemene uitgavenbegroting, de algemene middelenbegroting als de DAB-begrotingen volledig opgesteld aan de hand van begrotingsartikelen. Met het oog op het verder evolueren richting een prestatiegerichte begroting vanaf de begrotingsopmaak 2014 wordt een nota aan de Vlaamse Regering voorbereid die een overkoepelende visie op de programmastructuur zal uitwerken. In de aanloop naar de definitieve goedkeuring van het uitvoeringsbesluit inzake single audit werd de implementatie ervan begeleid door een stuurgroep waarin alle belangrijke controleactoren, inclusief het Rekenhof, vertegenwoordigd waren. Daarnaast wordt per afzonderlijke entiteit een single audit team geïnstalleerd. In een audit team is, naast de betrokken controleactoren, de gecontroleerde zelf ook


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

13

betrokken. Dit maakt de aanpak uniek. De krachten van alle bij de entiteit betrokken controleactoren worden gebundeld en de expertise van zowel controleactoren als gecontroleerde worden gedeeld. Deze aanpak krijgt mijn volle steun. Op basis van de eerste ervaringen heb ik dan ook, samen met de collega’s van de Vlaamse Regering, een ontwerp tot wijziging van het Rekendecreet bij het Vlaams Parlement ingediend. Door gebruik te maken van de impliciete bevoegdheid uit de bijzondere wet op de hervorming der instellingen kon een uitzondering op het beroepsgeheim van de bedrijfsrevisor ten gunste van het Rekenhof en IAVA met betrekking tot Vlaamse instellingen aan het Vlaamse Parlement worden voorgesteld. Hierdoor worden mogelijke juridische bezwaren bij bedrijfsrevisoren, door het uitwisselen van informatie met het Rekenhof en IAVA, vermeden. Het invoeren van het single audit concept verloopt momenteel via 2 pilootprojecten, maar zal in 2013, na evaluatie, verder uitgerold worden naar alle entiteiten die onder het Rekendecreet ressorteren. Het geheel zal bovendien leiden tot efficiëntere controles, die ons toelaten te voldoen aan de eisen die door Europa worden opgelegd naar controle op de financiële rapportering in het kader van six pack (zie verder, aangaande economic governance). Met betrekking tot de efficiënte en effectieve aanpak van subsidieregelingen werd het afgelopen jaar in overleg getreden met de belanghebbenden binnen de Vlaamse overheid door middel van een ad hoc werkgroep die werd opgericht binnen de schoot van het SOFI. Op basis van de opmerkingen en de gevallen die uit deze werkgroep en andere overlegmomenten naar voor zijn gekomen werd het ontwerpbesluit bijgesteld. Vanaf begin 2012 worden de bepalingen van het ontwerpbesluit bovendien informeel afgetoetst in het kader van de dossiers die ter begrotingsakkoord worden voorgelegd aan de minister van Financiën en Begroting. Na het finaal overleg met alle betrokken actoren zal het ontwerpbesluit betreffende de algemene regels inzake subsidiëring ter goedkeuring aan de Vlaamse Regering voorgelegd worden met het oog op de inwerkingtreding van het nieuwe besluit vanaf 1 januari 2013. 3) Het sleutelproject optimalisering en vernieuwing financieel instrumentarium Optimalisering en vernieuwing van het financieel instrumentarium is een sleutelproject in het kader van het Meerjarenprogramma ‘slagkrachtige overheid’. Vanuit de deelprojecten werd in 2012 verder gewerkt aan de projectdoelstelling om het financieel instrumentarium te optimaliseren en te vernieuwen. In 2012 werd het door het CAG goedgekeurde concept van de overkoepelende benadering van de analytische boekhouding verder uitgewerkt en toegepast op de initiële begroting 2012. Dit deelproject heeft tot doel overkoepelende managementinformatie ter beschikking te stellen. De uitgaven werden hierbij opgedeeld in grote uitgavengroepen zoals onder andere loonkosten personeel, ICT uitgaven, uitgaven m.b.t. huisvesting, beleidsuitgaven, apparaatskosten en toelagen aan te consolideren instellingen. De verfijnde principes werden toegelicht aan en gevalideerd door de werkgroep en de stuurgroep van het sleutelproject. Op basis van analyse per entiteit wordt een set van verdeelsleutels verfijnd om de algemene kosten ICT, huisvesting en lonen toe te wijzen aan beleidsuitgaven, apparaatskosten intern en apparaatskosten Vlaamse overheid. De invoering van de budgetcontrole voor de rechtspersoon Vlaamse Gemeenschap op begrotingsartikel en geaggregeerde ESR-code verhoogt in grote mate de soepelheid bij de boekhoudkundige verwerking van de verrichtingen. Zowel de ESR-code als de economische rekening kan meer gedetailleerd en dus correcter worden gebruikt. Het verkrijgen van uniformiteit in de rapporteringen is een belangrijk objectief van het sleutelproject. Voor de aangepaste rapportering naar aanleiding van het Rekendecreet werd eenzelfde rapporteringsjabloon voor Vlaamse Gemeenschap en rechtspersonen opgemaakt en meegedeeld aan de Vlaamse Regering. Het rapporteringsjabloon bevat een bedrijfseconomische rapportering, aansluiting tussen balans/resultatenrekening en uitvoering van de begroting.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

14

In het kader van het deelproject optimalisatie van processen om een tijdige en correcte aanrekening te verwezenlijken in de boekhouding, wordt de logistieke functionaliteit, waarbij het mogelijk is goederen en diensten aan te kopen via catalogus en raamcontracten in OraFin, ter beschikking gesteld. In september is tevens een proefproject van start gegaan waarbij de facturen van het departement bestuurszaken doorgeboekt worden door het IVA Centrale Accounting. Als voorbereiding hierop worden vanaf november 2011 de facturen gescand bij de aanvang van het boekhoudkundig proces en vervolgens digitaal ter beschikking gesteld bij het goedkeuringsproces. De consolidatie van universiteiten, hogescholen en FWO (jaarrekening 2011 evenals begroting 2013) wordt voorbereid door middel van infosessies en werkvergaderingen met de betrokken instellingen. In mijn vorige beleidsbrief kondigde ik tevens aan dat in 2012 aan de hand van een pilootproject de mogelijke uitrol van Orafin voor de Vlaamse overheid zou worden geëvalueerd. De financiële administratie van de Vlaamse Gemeenschap wordt gevoerd met het softwaresysteem Oracle e-business Suite-release 12 (Orafin). De vereiste dat de boekhouding van elke rechtspersoon volledig afgescheiden moet zijn, ook als meerdere boekhoudingen in één systeem worden gevoerd, kan ingevuld worden door Orafin. Om ervaring en inzicht te verwerven wordt gewerkt op basis van een pilootproject voor Toerisme Vlaanderen. Doorheen workshops en veranderingsbeheer wordt de kennis van en de ‘fit’ met Orafin bevestigd en vertrouwen opgebouwd. 4) Voorstel structurele begrotingsnorm In de adviezen van de werkgroep structurele norm en de SERV werd een structurele norm ontwikkeld onder de vorm van een uitgavennorm. Zoals ik vorig jaar reeds had aangekondigd heeft een structurele normering pas meerwaarde als er meer informatie is over hoe de structurele evolutie van de ontvangsten van de Vlaamse Gemeenschap in de toekomst zal verlopen. Anderzijds wordt de implementatie van een structurele norm tevens beïnvloed door nieuwe regelgeving inzake de versterking van het Europees begrotingstoezicht op de lidstaten, die hierna aan bod komt (zie “economic governance”). Het lijkt me dan ook opportuun de concretisering van deze elementen af te wachten vooraleer een structurele norm te implementeren. 5) Economic governance Het afgelopen jaar werden er – passend in het breder kader van de versterking van de Economische en Monetaire Unie – op Europees niveau belangrijke stappen ondernomen ter versterking van het begrotingstoezicht op de lidstaten. Er werden drie belangrijke stappen gezet inzake nieuwe regelgeving. Ten eerste trad op 13 december 2011 een zesdelig pakket bestaande uit vijf verordeningen en een richtlijn – het “six pack” – in werking. Dit pakket heeft als hoofddoelstelling een krachtiger preventief optreden ter vermijding van buitensporige tekorten, een krachtiger corrigerend optreden en een reductie van onevenwichten op macro-economisch en concurrentieel vlak. Verder bracht de Europese Commissie op 23 november 2011 twee bijkomende voorstellen van verordeningen uit – gekend onder de naam “two pack”. Die voorstellen betreffen respectievelijk de versterking van het economisch en budgettair toezicht op lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit in het eurogebied, en de gemeenschappelijke voorschriften voor het monitoren en beoordelen van ontwerpbegrotingsplannen en voor het garanderen van de correctie van buitensporige tekorten van de lidstaten in het eurogebied. Een akkoord over de teksten wordt dit jaar nog verwacht.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

15

Tenslotte werd ook het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie ondertekend. Dit verdrag stipuleert onder meer de opname van een “gouden regel” van een begroting in structureel evenwicht in de nationale wetgeving van de deelnemende lidstaten. Tijdens haar vergadering van 11 mei 2012 werd met de principiële goedkeuring door de Vlaamse Regering het ratificatieproces in gang gezet. In samenwerking met de FOD Budget en Beheerscontrole en het Departement Bestuurszaken werd er een analyse opgesteld betreffende de impact van de bovengenoemde nieuwe regelgeving op het Vlaamse Gewest en de lokale overheden. Op basis van deze impactanalyse ontwikkelde mijn administratie een visie op de implementatie van dit nieuw regelgevend kader binnen de Belgische context. Die ambtelijke visie werd overgemaakt aan de FOD Budget en Beheerscontrole. 6) Implementatie begrotingstool Het testen van een nieuwe release van de begrotingstool Buteo in het najaar 2011 verliep succesvol, voor wat betreft de huidige omgeving. Al gauw werd evenwel duidelijk dat de wijzigingen aan de begrotingsstructuur, om aan het Rekendecreet te voldoen, moeilijk in die release konden worden opgezet. In het kader van de analyse voor de upgrade van de betrokken software werd onderzocht of die wijzigingen na de upgrade wel zouden kunnen worden opgevangen en maatwerk zou kunnen vermeden worden. Die analyse, die op kosten van de leverancier werd uitgevoerd, bleek evenwel niet positief. De voorgestelde oplossingen (prototypes) botsten telkens op problemen rond : • • •

Of onderhoud: te arbeidsintensief voor beheerders Of beveiliging: opzetten van een sterke beveiliging verhindert gelijktijdige invoer van gegevens door begrotingsverantwoordelijken Of gebruikersinteractie: te veel keuzemogelijkheden vergroten de foutenlast bij de begrotingsverantwoordelijken.

Daarom werd de samenwerking met SAS stopgezet en wordt vanaf 2013 een nieuwe weg ingeslagen. 7) Verdere uitbouw dienst vastgoedakten De Vlaamse Regering keurde mijn voorstel goed om de dienstverlening van de dienst vastgoedakten uit te breiden naar de lokale besturen. De Raad van State achtte het Vlaamse Gewest echter niet bevoegd om in naam van de lokale overheden akten te verlijden. Ik wilde de gemeenten evenwel een oplossing aanreiken om hun investeringsprojecten te versnellen. Die oplossing werd gevonden door de dienst vastgoedakten de dossiers te laten voorbereiden en de akten te laten opmaken. Die akten worden dan daarna ondertekend door de burgemeester. Een aantal gemeenten wensen van deze oplossing gebruik te maken. Om een ongecontroleerde toevloed van dossiers te voorkomen, werden door een onafhankelijke jury die dossiers uitgekozen (circa 350) die voor behandeling in aanmerking komen en dit op basis van vooraf vastgelegde prioriteiten. Afhankelijk van het tijdstip waarop de gemeenten deze dossiers overmaken aan de dienst vastgoedakten, zal dit een verhoging van het aantal akten tot gevolg hebben in 2013. Aan de federale minister van Financiën werd ook gevraagd om de federale aankoopcomités aan te sporen de dossiers, na de door hen gedane schatting en onderhandeling, over te maken aan de dienst vastgoedakten die dan de akten kan voorbereiden en ondertekenen. Indien hier positief op wordt gereageerd, kan dit ook een verhoging van het aantal akten tot gevolg hebben. De bevoegdheidsuitbreiding (pooling van landmeters/experten) voor de dienst vastgoedakten werd opgenomen in het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen betreffende financiën en


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

16

begroting. Dit ontwerp werd voor het zomerreces goedgekeurd door de Vlaamse Regering en werd ingediend in het Vlaams Parlement. De concrete uitwerking ervan zal - mits de goedkeuring door het Vlaams Parlement -in 2013 resultaten kunnen opleveren. Een eerste plan van aanpak om de overname van de aankoopcomités door de gewesten voor te bereiden werd opgemaakt. De medewerking van de federale overheid is momenteel nog zeer beperkt. 8) Toezicht houden op een faciliteren van PPS-projecten Zoals in mijn vorige beleidsbrief vooropgesteld, heeft het beleidsdomein Financiën en Begroting in samenwerking met het Kenniscentrum PPS en de bevoegde departementen/agentschappen bijgedragen aan de jaarlijkse rapportering aan het Vlaams Parlement van de projecten alternatieve financiering. Die informatieverzameling en de eruit voortvloeiende rapportering stelt het departement Financiën en Begroting in staat om de ESR-invloed van deze projecten in meerjarig perspectief in te schatten en in rekening te brengen. Eurostat wenst binnen het kader van de voormelde economic governance een volledig zicht te krijgen op de directe en indirecte schuldsituatie van alle overheden. Hoewel de investeringen via PPS-projecten ESR-matig buiten de begroting blijven, wenst ze de financiële en contractuele evolutie van deze PPS-projecten nauwgezet op te volgen. In die materie zal er vanuit het departement Financiën en Begroting dan ook verder nauwgezet samengewerkt worden met het PPS Kenniscentrum om tegemoet te komen aan de vragen en wensen van Eurostat en INR. Gelet op de mogelijkheden die PPS biedt om een inhaalbeweging inzake infrastructuur te realiseren, is naast het toezicht hierop, ook de monitoring van de financiering van deze PPS-projecten essentieel. Het departement Financiën en Begroting heeft hier een belangrijke, begeleidende en coördinerende rol. De financiering van deze PPS-projecten werd vroeger voornamelijk gerealiseerd via de banken. Door verschillende invloeden (waaronder IFRS-boekhoudregels en Basel III-reglementering) zijn de vereisten voor de banken op het vlak van liquiditeit en kapitaal echter verstrengd. Hierdoor is enerzijds de langetermijnfinanciering van de banken duurder geworden en is anderzijds het beschikbaar bedrag van de banken om langetermijnkredieten te verstrekken beperkt. Hierover is een dialoog gevoerd met verschillende binnen- en buitenlandse banken. Daarnaast zijn heden twee onafhankelijke onderzoeken gestart om de impact van de gewijzigde financiële markten op de financieringen waarin de Vlaamse overheid is betrokken, waaronder deze van PPS, beter te kunnen inschatten. 9) Verder opvolging ESR-rapportering lokale besturen Het feit dat het Agentschap Binnenlands Bestuur zelf in staat is om voor lokale overheden een ESRvorderingensaldo te berekenen, heeft ertoe geleid dat het INR haar berekeningsmethode in 2012 grondig heeft herbekeken. Dit sterkt mijn overtuiging dat wij in staat zijn de sector van lokale overheden op financieel vlak op een correcte wijze op te volgen. Omdat ook lokale besturen moeten tegemoet komen aan de Europese eisen inzake budgettaire controle binnen de Eurozone, is het Agentschap Binnenlands Bestuur in 2012 gestart met het ontwikkelen van een systeem dat een vlotte consolidatie van financiële gegevens van alle betrokken lokale besturen moet mogelijk maken. Dit systeem zal Vlaanderen in staat stellen om via elektronische weg, zowel de meerjarenplanningen als de budgetten van lokale overheden op ESR-niveau te consolideren. Vanaf 2014 zullen ook de uitvoeringsgegevens op kwartaalbasis en de jaarrekeningen op dezelfde wijze aan Europa kunnen worden overgemaakt. Met betrekking tot de afbakening van de subsector “lokale overheden” werden inmiddels alle noodzakelijke gegevens door het Agentschap Binnenlands Bestuur aan het INR overgemaakt en is het nu uitkijken naar de verdere initiatieven van het INR. 10) Verdere procesautomatisering De vooropgestelde optimalisatie van het proces van het agenderen van dossiers bij de Vlaamse Regering en de uitrol van een systeem van het opvolgen van de briefwisseling werd uitgevoerd. Zo


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

17

werd een web-applicatie opgezet om de dossiers te kunnen opvolgen die het departement Financiën en Begroting initieert en op de Vlaamse Regering moeten worden geagendeerd. Op die manier wordt de dossieropvolging binnen het departement en tussen het kabinet en het departement verbeterd. Ook voor wat de briefwisseling betreft, werd een applicatie opgezet die momenteel in gebruik is bij één afdeling (BOB) en zal worden uitgerold naar het ganse departement. De automatisering van de procesopvolging van waarborgverstrekking in het kader van de scholenbouw was vooropgesteld. Wegens de vertraging van het project schoolgebouwen werd dit project evenwel tijdelijk on hold gezet. De verdere uitwerking werd vereenvoudigd. De opvolging zal niet via een specifiek te ontwikkelen toepassing gebeuren, maar met standaardsoftware. Ik kondigde in mijn vorige beleidsbrief tevens aan dat in het kader van notariële akten en de onteigeningen werk zou worden gemaakt van geautomatiseerde informatiedoorstroming via het aanspreken van webservices. De aansluiting op het project 4th Way (4de weg) van FEDICT liep evenwel onvoorzienbare vertraging op. Verderop in deze beleidsbrief geef ik daarover meer duiding. Wel werden er in hetzelfde kader webservices ontwikkeld naar de VLM (in het kader van het recht van voorkoop) en naar het belastingsysteem van de Vlaamse overheid voor de openstaande belastingschuld. De binnen het departement ontwikkelde toepassing inzake de automatisering van het proces aangaande de parlementaire vragen werd ook overgedragen naar het beleidsdomein RWO. 11) Via internet raadpleegbare begrippendatabank opzetten Met het oog op het creëren van een databank met duidelijke, transparante en toegankelijke begrippen heeft het redactiecomité voor de begrippendatabank, bestaande uit vertegenwoordigers van entiteiten van het volledige beleidsdomein, een lijst met validatiecriteria opgesteld die de kwaliteit van de databank moeten helpen bewaken. Wat volgde was een beoordeling en – waar nodig – aanpassing van de bestaande begrippen en een definiëring van nog ontbrekende begrippen. Ingevolge de inwerkingtreding van het Rekendecreet in 2012 dienden in het bijzonder de definities van begrippen rond begroting en boekhouding van de Vlaamse overheid herbekeken en aangevuld te worden. Verder werd de databank ook informatica-technisch op punt gezet.

Actieprogramma 2012-2013 Initiatief 1. Meetbaar maken van efficiëntiewinsten

Zoals in de afgelopen jaren van mijn mandaat wil ik ook in 2012 en 2013 actief vanuit Financiën en Begroting meewerken aan het verder meetbaar maken van efficiëntiewinsten. Ik blijf op dat vlak vertrekken vanuit de vijf efficiëntieniveaus in combinatie met de inmiddels ontwikkelde meetinstrumenten. De efficiëntie-indicatoren, die in 2012 werden ontwikkeld voor de verschillende domeinen waarvoor ik verantwoordelijk ben, zullen worden geoperationaliseerd en aangegrepen om de processen te verbeteren. Samen met de Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid en Bestuurszaken wil ik de resultaten van de efficiëntieberekeningen uitgevoerd door mijn administratie aangrijpen om een sluitend, gedragen en generiek kader uit te werken waarbinnen efficiëntiewinsten kunnen worden berekend en vergeleken. De logische voorziene stappen bij het opzetten van de overheidsbrede analytische boekhouding sluiten hier naadloos op aan. Tenslotte wil ik aan de hand van één van mijn diensten binnen de administratie voor begrotingsopmaak 2014 een prestatiebegroting uitwerken die verder gaat dan een theoretische benadering van Middelen, Activiteiten, Prestaties en Effecten (MAPE), en die ook en vooral rekening houdt met de budgettaire realiteit en haar beperkingen en poogt reële schaalvoordelen bloot te leggen. Het hoofddoel van deze oefening is te


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

18

onderzoeken hoe de verschillende diensten en actoren betrokken bij de begrotingsopmaak met dergelijke begroting omgaan en er lessen uit trekken. Initiatief 2. Verdere stappen in het sleutelproject optimalisering en vernieuwing financieel instrumentarium

Het concept van de analytische boekhouding is gebaseerd op meerdere niveaus, namelijk een overkoepelende benadering en een gedetailleerde benadering. In de gedetailleerde benadering wordt de link gelegd met de doelstellingen uit de beheersovereenkomst en/of ondernemingsplan. Voor entiteiten die een gedetailleerde analytische boekhouding gebruiken kan de link gelegd worden tussen beiden. In overleg met werkgroep en stuurgroep wordt een voorstel van aanpak opgemaakt om de overkoepelende analytische informatie en de gedetailleerde analytische informatie die uit de boekhouding kan gegenereerd worden verder te verfijnen. Hierdoor is er op termijn een duidelijkere en transparantere rapportering, die een efficiëntere inzet van middelen mogelijk maakt. Initiatief 3. Verdere implementatie economic governance

De nieuwe regelgeving inzake de versterking van het Europees begrotingstoezicht op de lidstaten zal een belangrijke impact hebben op het begrotingsbeleid, de begrotingsagenda en de rapportering van het Vlaamse Gewest en de lokale overheden, en zal een intensievere samenwerking tussen de verschillende sub-entiteiten van de gezamenlijke overheid vereisen. De eerste stappen in de richting van de implementatie van deze regelgeving in Belgische context werden reeds genomen op administratief niveau. De echte onderhandelingen met de andere deelstaten en de federale overheid moeten evenwel nog van start gaan. In afwachting van de resultaten van deze onderhandelingen, bereidt mijn administratie reeds de nodigde regelgevende en organisatorische aanpassingen voor. Initiatief 4. Nieuwe begrotingstool

Ik gaf al aan dat ik voor de nieuwe begrotingstool een andere weg wilde inslaan. Aangezien het begrotingsproces in de openbare sector zeer specifieke eisen stelt, wordt ervoor gekozen de ontwikkelingen in eigen beheer uit te voeren. Naast de wijzigingen die het Rekendecreet reeds teweegbracht, worden immers ook nog grondige wijzigingen verwacht, naar aanleiding van de implementatie van voormelde nieuwe Europese (rapporterings-) verplichtingen (two pack en six pack). Ook de zesde staatshervorming zal een impact hebben op de begroting(structuur). Door een nauwe samenwerking van de ICT medewerkers en de medewerkers van begroting, wordt voor een tweeledige aanpak gekozen: 1) Ontwikkeling van een web-toepassing voor de begrotingsopmaak: de bedoeling is dat de medewerkers van begroting deze toepassing zelf ontwikkelen, met coaching en ondersteuning van de dienst Applicaties en Procesondersteuning van het departement. Op die manier kan de dienst begrotingszaken zelf heel gemakkelijk aan onderhoud blijven doen en zelf uitbreidingen en aanpassingen ontwikkelen voor deze toepassing. De huidige Acces databank, die in het kader van de steeds nieuwe wijzigingen, stilaan tegen haar limieten aanloopt, wordt dus op termijn vervangen . 2) Ontwikkeling van een web-toepassing voor het goedkeuringsproces: een externe firma wordt ingehuurd om een flexibele(makkelijk aanpasbare) oplossing uit te werken. In Sharepoint kan voor de goedkeuring van begrotingsvoorstellen een workflow worden opgezet waarbij: o

Men meerdere niveaus voor validatie heeft


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

19

o

Men flexibiliteit heeft: het aantal niveaus van de workflow kan per beleidsdomein worden bepaald bij de opstart van elke begrotingsronde

o

Consolidatie van data mogelijk is op bepaalde validatie niveaus

Ook deze toepassing zal na de in productiestelling in eigen beheer komen. Efficiëntie wordt verzekerd doordat alle begrotingsvoorstellen in de toekomst niet meer op papier maar via deze Sharepoint worden ingediend. Het al dan niet gebruik maken van de workflow blijft een vrije keuze van elk beleidsdomein. De beide toepassingen zullen met elkaar kunnen communiceren en data kunnen uitwisselen. Op deze manier kan er op een gebruiksvriendelijke, gecentraliseerde en geautomatiseerde manier gewerkt worden zonder te hoeven inboeten aan flexibiliteit. Ik moet ook nu benadrukken dat het begrotingsproces zo kritiek is wat de doorlooptijd betreft, dat slechts na een volledige testing van alle functionaliteiten met een representatief aantal gebruikers, de applicaties in gebruik zullen worden genomen. Deze aanpak heeft in het verleden zijn dienst reeds bewezen. Door de beperkte inproductiestellingen van de releases van SAS, heeft het begrotingsproces nooit hinder ondervonden van de gebreken die deze releases nog vertoonden. Initiatief 5. Nieuwe dienstverlening dienst vastgoedakten

Ik blijf ook het volgende jaar werken aan een ruimere en breder gedragen dienstverlening door de dienst vastgoedakten. Om de dienst vastgoedakten een belangrijke rol te laten spelen bij de procedures van minnelijke onteigeningen (die 90 % van alle investeringsdossiers bevatten) is de uitbouw gepland van een gestructureerde dienstverlening die aan entiteiten en lokale besturen een all-in formule aanbiedt. In deze all-in formule schat de Vlaamse Landmaatschappij de eigendommen en voert ze de onderhandelingen met de eigenaars. Het voorbereiden, de ondertekening van authentieke akten en de nazorg ervan is een taak die weggelegd is voor de dienst vastgoedakten. De Vlaamse Landmaatschappij kan deze schattingen doen in buitengebied en licht verstedelijkte gebieden, terwijl in de andere gebieden het systeem van de pooling van landmeters en/of experten kan worden gebruikt. In het kader van deze embryonale samenwerking worden in concreto 2 proefprojecten opgestart met het oog op de aanleg van fietspaden: in deze twee projecten gaat het om 311 onteigeningen. In de loop van 2013 kan dan ook een permanente en structurele samenwerking tot stand komen tussen de Vlaamse Landmaatschappij en de dienst vastgoedakten. In het kader van het Witboek Interne Staatshervorming wordt de samenwerking tussen de lokale besturen enerzijds en de dienst vastgoedakten anderzijds verder bestendigd en uitgebouwd. Door een projectmatige aanpak van dossiers kan het leerproces, zowel voor de lokale besturen als voor de dienst vastgoedakten, verder groeien. De overdracht van de aankoopcomités zal verder voorbereid worden. De medewerking van de federale diensten zal hierin cruciaal zijn. Initiatief 6. Hernieuwd financieel kader PPS-projecten

De Vlaamse Regering zal blijven inzetten op PPS om een inhaalbeweging inzake infrastructuur te realiseren. De nadruk zal, gelet op het wijzigende kader, moeten worden gelegd op de meerwaarde van


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

20

de toekomstige PPS-projecten. In de evaluatie van die meerwaarde zal het departement Financiën en Begroting inzake het financiële en de potentiële risico’s een belangrijke rol spelen. Zoals meegedeeld in het verslag van het vorig werkjaar zijn twee onafhankelijke studies gestart om de invloed van de gewijzigde financiële markten op onder andere lange termijn projectfinanciering beter te begrijpen. Op basis van de resultaten van deze studies en de gesprekken die zijn gevoerd met banken zal worden overlegd met de betrokken partijen hoe de structurering, financiering van toekomstige projecten op de gewijzigde situatie kan inspelen. Daarnaast zal worden geëvalueerd of de regelgeving dienaangaande moet worden aangepast om de financiering van PPS-projecten die een toegevoegde waarde hebben, te faciliteren, rekening houdend met alle potentiële risico’s van de wijzigende markten en regels. Initiatief 7. Opstart pilootproject Toerisme Vlaanderen in Orafin

Begin 2013 wordt de daadwerkelijke opstart van Toerisme Vlaanderen in Orafin uitgevoerd. De eerste maanden ligt de focus op de begeleiding en opvolging van een correcte opstart. Na de opstart worden de ervaringen, aandachtspunten en inzichten van het pilootproject geëvalueerd en nagegaan welke informatie en inzichten kunnen bekomen worden omtrent de scopebepaling en haalbaarheid van een verdere uitrol. Dit zal gebeuren in nauw overleg met de geïnteresseerde partijen binnen de Vlaamse administraties. Initiatief 8. Begrotingsstructuur op niveau van artikel in de middelenbegroting en bij de Vlaamse rechtspersonen

Zoals in 2012 de begrotingsstructuur op niveau van artikel in de algemene uitgavenbegroting en langs de uitgavenzijde van de DAB-begrotingen is ingevoerd, zullen vanaf de begrotingsopmaak 2013 ook de algemene middelenbegroting en de middelenzijde van de DAB-begrotingen opgesteld worden aan de hand van begrotingsartikelen. Ook voor de middelenbegroting zullen enkele ESRaggregatieniveaus onderscheiden worden en zal er een verdere indeling in deelprogramma’s zijn door een koppeling aan de doelstellingen. Vooraleer de nieuwe structuur op niveau van artikel voor de begrotingen van de Vlaamse rechtspersonen ingevoerd kan worden, zullen eerst de werkzaamheden van de technische commissie, opgericht binnen het thema ‘Financieel management waarbij de integratie van de verschillende cycli worden beoogd (financiële, beheers- en beleidscyclus)’ van het sleutelproject ‘Optimalisering en vernieuwing financieel instrumentarium’, worden verdergezet. In overleg met de verschillende beleidsdomeinen van de Vlaamse overheid zullen de uitgaven van een Vlaams rechtspersoon analytisch worden ingedeeld. Deze indeling kan eventueel als basis worden gebruikt om de opdeling tussen beleids- en apparaatskredieten binnen de begrotingen van de Vlaamse rechtspersonen door te voeren, hetgeen onontbeerlijk is om, naar het voorbeeld van de begrotingsstructuur op niveau van artikel voor de ministeries, de nieuwe artikelstructuur ook binnen de begrotingen van de Vlaamse rechtspersonen te kunnen implementeren. Initiatief 9. Faciliteren veiling emissierechten

Samen met mijn collega bevoegd voor Leefmilieu en Natuur zal ik mijn diensten vragen het nodige te doen om de veiling van emissierechten in de tweede periode te faciliteren. De expertise die mijn administratie heeft inzake risicobeheer kan ook hier mee ingezet worden om de kans op een optimale spreiding van de veilingen te verhogen bij het bepalen van de veilingkalender. Bovendien zullen zij van nabij het veilingprocédé opvolgen in samenwerking met de diensten van het beleidsdomein LNE.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

21

Initiatief 10. Actualisatie functie invulling van de afgevaardigden van Financiën en Begroting

Nu de noodzakelijke uitvoeringsbesluiten in het kader van het Rekendecreet tot stand zijn gekomen (zie boven), lijkt het me een opportuniteit om ook het takenpakket van de afgevaardigden van Financiën en Begroting te evalueren en waar nodig te actualiseren om ze in overeenstemming te brengen met de nieuwe bepalingen. Artikel 49 van het Rekendecreet bepaalt het volgende: “Als een regeringsafgevaardigde, een regeringscommissaris, een gemachtigde van Financiën of een persoon met een soortgelijke functie wordt aangesteld door de Vlaamse Regering op voordracht van de Vlaamse minister bevoegd voor de financiën en de begroting, gelden de volgende bepalingen: 1° de aangestelde personen rapporteren regelmatig aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen; 2° de Vlaamse Regering kan de regels bepalen op het vlak van de rapporteringsverplichting, de deontologie en onverenigbaarheden en de vergoeding van de aangestelde personen.”. Dit artikel regelt de minimale verplichtingen van de personen die op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting, door de Vlaamse Regering worden aangesteld om de budgettaire, financiële en boekhoudkundige werking van een Vlaams rechtspersoon op te volgen. Meestal worden regeringsafgevaardigden aangesteld in uitvoering van een decreetsbepaling. Bij privaatrechtelijke instellingen wordt de aanstelling van een regeringsafgevaardigde soms bepaald in de samenwerkings- of de beheersovereenkomst. In de memorie van toelichting wordt verduidelijkt dat deze decreetsbepaling van toepassing is op alle afgevaardigden aangesteld door de Vlaamse Regering op voordracht van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting, welke ook de rechtsgrond is van hun aanstelling. Reeds in het Rekeningenboek 2007 wijdde het Rekenhof een onderzoek aan de diverse vertegenwoordigers die de Vlaamse Regering na de BBB-herstructurering invoerde bij diverse openbare rechtspersonen. Het Rekenhof concludeerde dat het onduidelijk is hoeveel afgevaardigden en commissarissen er precies in de Vlaamse overheid actief zijn. Bovendien bleek dat behalve wat bezoldigingen en vergoedingen betreft, voor deze vertegenwoordigers nauwelijks iets generiek geregeld is. Het lijkt me een opportuniteit om in het kader van de bepalingen inzake begroting en boekhouding in het Rekendecreet en de adequate opvolging van de impact van de geconsolideerde instellingen op het ESR-vorderingensaldo, het initiatief te nemen om de coördinatie van de werking en de functieinvulling van de afgevaardigden van Financiën en Begroting te regelen. Artikel 49 2° biedt mij nu de mogelijkheid om aan de Vlaamse Regering een ontwerp van besluit voor te leggen. Operationele doelstelling 1.2: Ondersteuning van beleidsvoorbereidende capaciteit m.h.o. op een proactief, onderbouwd budgettair, financieel en fiscaal beleid

Verslag uitvoering tijdens werkjaar 2011-2012

1) De ontwikkeling van een globaal datamodel Zoals vooropgesteld in mijn vorige beleidsbrief werden op ambtelijk niveau heel wat inspanningen geleverd om de beleidsvoorbereidende capaciteit op termijn nog te verhogen. De werkzaamheden rond het globaal datamodel resulteerden in een meer diepgaande analytische benadering van het model.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

22

Na afronding van de pre-analysefase werd het plan van aanpak voor de ontwikkeling van het globaal datamodel verder geconcretiseerd en actiefiches opgesteld. Het projectplan onderscheidt vijf mijlpalen waarvan de eerste drie mijlpalen niet chronologisch hoeven uitgevoerd te worden, maar gerealiseerd dienen te zijn vooraleer de volgende mijlpalen uitgevoerd kunnen worden. De drie parallel uitvoerbare mijlpalen zijn: (a) het beschikbaar zijn van tijdreeksanalyses voor iedere gewestbelasting, (b) het beschikbaar zijn van impactanalyses per gewestbelasting en (c) de integratie van gedragswijzigingen. De vierde en vijfde mijlpaal beogen respectievelijk (d) de monitoring van de impact van ingevoerde fiscale maatregelen op de beleidsdoelstellingen (Pact 2020, ViA, … ) van de Vlaamse overheid en (e) de voorspelling van het effect van nog in te voeren fiscale maatregelen op de inkomsten van de Vlaamse overheid en het behalen van de beleidsdoelstellingen van de Vlaamse overheid. 2) Beleidsrelevant onderzoek als bouwsteen van goed beleid Uiteraard blijft ook het beleidsrelevant onderzoek zoals dat voor het beleidsdomein Financiën en Begroting gevoerd werd en wordt door het steunpunt Fiscaliteit & Begroting een belangrijke baken voor de beleidsvoorbereiding. Het werkjaar 2011-2012 vormde voor het beleidsrelevant onderzoek in zekere zin een scharnierjaar: het einde van het voormalige steunpunt Fiscaliteit & Begroting en de opstart van het nieuwe steunpunt Fiscaliteit & Begroting II. Op 10 november 2011 keurde de Vlaamse Regering de kandidatuur voor erkenning als steunpunt voor Beleidsrelevant Onderzoek voor het thema "Fiscaliteit en Begroting" goed. Op 1 januari 2012 ging het nieuwe steunpunt Fiscaliteit & Begroting II van start. Hoewel de samenstelling van het nieuwe steunpunt heel wat gelijkenissen heeft met het voormalige steunpunt, zijn er tevens enkele belangwekkende nieuwigheden. De coördinator van het voormalige steunpunt treedt opnieuw op als coördinator van het nieuwe steunpunt. Het reeds ruime consortium van onderzoekers van Hogeschool Gent, de UGent en de KU Leuven werd verruimd met onderzoekers uit het VITO. Bovendien werden in de reeds eerder participerende onderzoeksinstellingen bijkomende partners aangetrokken om meer onderzoeksdisciplines te kunnen afdekken. Met het nieuwe steunpunt Fiscaliteit & Begroting II werd begin 2012 ook een beheersovereenkomst afgesloten (te raadplegen op www.steunpuntfb.be). Voor het steunpunt Fiscaliteit & Begroting II werd opnieuw een ambitieuze onderzoeksagenda bepaald via het meerjarenplan. Het hoeft niet te verbazen dat heel wat van dat onderzoek gericht is op het onderzoeksmatig ondersteunen van de uitdagingen die Vlaanderen te wachten staan (staatshervorming, overname inning registratieen successierechten,…). Naar aanleiding van het einde van het voormalige steunpunt werden nog diverse onderzoeksrapporten opgeleverd. Al die rapporten zijn raadpleegbaar via voormelde webstek van het steunpunt Fiscaliteit & Begroting.

Actieprogramma 2012-2013 Initiatief 11. Beleidsrelevant onderzoek in functie van nieuwe bevoegdheden

Ik meldde reeds dat het steunpunt Fiscaliteit & Begroting II een ambitieus onderzoeksprogramma af te werken heeft de komende jaren. Ook het komende jaar al worden er belangrijke onderzoeksresultaten ingewacht. Zo wordt er gewerkt aan voorspellingsmodellen inzake registratieen successierechten. In 2010 werden in het kader van het steunpunt Fiscaliteit & Begroting reeds voorspellingsmodellen ontwikkeld aangaande verkooprechten, schenkings- en successierechten. Hoewel die modellen goed scoorden in termen van voorspellingskracht (RSME), werd tijdens het afgelopen jaar verder nagegaan of combinaties van voorspellingsmodellen de foutenmarge niet nog meer konden terugdringen. Specifiek werd geïnvesteerd in een model van de ontvangsten van de verkooprechten, dat gebaseerd was op voorspelde woningprijzen. Het voordeel van deze benadering is dat de overheid meer inzicht bekomt in de achterliggende factoren van wijzigingen in de ontvangsten. Inmiddels is gebleken dat de complexiteit en bewerkelijkheid van deze combination forecasts, niet opweegt tegen de winst inzake de accuraatheid van de voorspellingen. Het steunpunt Fiscaliteit & Begroting II zal daarom in 2013


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

23

een meer geaggregeerde benadering ontplooien waarbij er wordt geïnvesteerd in modellen die rechtstreeks gebaseerd zijn op de jaarlijkse belastingontvangsten. Voorts wordt ingezet op de verbetering van het voorspellen van de transacties van de woningprijzen. Ook voor de voorspelling van successierechten wordt verder gewerkt aan het voorspellingsmodel dat in 2011 tot stand kwam. Dat model was gebaseerd op geregistreerde woningprijzen en welvaartsindicatoren. Het nieuwe model wil nagaan of mortaliteitsgegevens in staat zijn om de inkomsten uit successierechten te voorspellen. Andere verfijningen betreffen het hanteren van voorspelde woningprijzen (op basis van het model inzake registratierechten). Andere trajecten zijn intussen opgestart of starten weldra op. In het licht van de staatshervorming zal het onderzoekstraject aangaande microsimulatiemodellen met betrekking tot de personenbelasting een belangrijke rol toekomen. Over dit traject wordt ook in het volgende initiatief uitgeweid. Uit de volgende initiatieven zal duidelijk worden dat niet alleen in partnerschap met onderzoeksinstellingen belangrijk onderzoekswerk wordt verricht, maar dat ook mijn administratie in dat opzicht een belangrijke rol opneemt. Initiatief 12. Uitvoering eerste fase globaal datamodel

Niettegenstaande het globaal datamodel een langetermijnproces is, zijn er deelfacetten die op kortere termijn realiseerbaar moeten zijn. Eén van de belangrijkste facetten voor de Vlaamse Gemeenschap is een model voor de personenbelasting. Dat model moet projecties op halflange termijn met een voldoende nauwkeurigheid afleveren. Zo wordt het bruikbaar voor de budgetprojecties die vanaf het begrotingsjaar 2014 – na de gebeurlijke staatshervorming – moeten gebeuren en minder statisch zullen zijn, dan nu het geval is. Voor de bepaling van de personenbelasting is bij het Steunpunt Fiscaliteit & Begroting een microsimulatiemodel ontwikkeld dat zich baseert op de meest recente wetgeving inzake personenbelasting en op de inkohieringen die hierop steunen (Fantasi). Uit de aangiftes van het verleden kan evenwel niet zomaar de toekomst geprojecteerd worden. Het is echter niet financieel haalbaar om voor elk toekomstig jaar aparte Fantasi-modellen te ontwikkelen. Nochtans is het nodig – meer nog dan bij subsidiestromen – om fiscale uitgaven op langere termijn te kunnen ramen. Eenmaal een belastingvermindering is toegekend voor een periode, kan die niet zomaar worden gereduceerd omdat het aantal belangstellenden veel groter blijkt dan vooropgesteld. Daarom zal een projectiemethodiek (gebaseerd op de methodiek van “static reweighting”) worden ontwikkeld die de evolutie van de personenbelasting nauwkeuriger kan opvolgen. Dit laat bijvoorbeeld toe om de gevolgen van demografische ontwikkelingen op de elasticiteit van de personenbelastingontvangsten correcter te voorspellen. Bovendien kunnen ook de gevolgen van gebeurlijke fiscale maatregelen in de personenbelasting zo beter voorspeld worden, en dat zowel op korte als de middellange termijn. Daarnaast is het uiteraard logisch dat we het Fantasi-model koppelen, aan de bestaande en in ontwikkeling zijnde inkomstenmodellen, die gebruikt worden voor de opstelling van de jaarlijkse begroting. De exploitatie van het macrosimulatiemodel Vladymo (Vlaams Dynamisch Model van de Overheidsfinanciën) dat in 1999 in gebruik genomen is en ontwikkeld werd aan het Centrum voor Economische Studiën, wordt eind 2012 overgedragen aan de administratie. Dit model zal worden gebruikt om de implicaties op middellange en lange termijn van de nieuwe bijzondere financieringswet te becijferen. Daarnaast bouwt het departement Financiën en Begroting een macrosimulatiemodel voor de bijzondere financieringswet voor de raming van de middelen van de Vlaamse overheid na de hervorming van de bijzondere financieringswet. Een belangrijk aandeel van de historische datareeksen uit het globaal datamodel bestaat uit administratieve data inzake gewestbelastingen die geanonimiseerd moeten worden. Daarom wordt in het najaar 2012 een data masking proces geïmplementeerd waarmee alle verwijzingen naar natuurlijke personen en rechtspersonen worden gemaskeerd. Daarnaast zal een statistisch softwarepakket in de BIomgeving geïntegreerd worden om te garanderen dat de data-analyse op een beveiligde manier kan


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

24

gebeuren zowel voor de personeelsleden van het departement Financiën en Begroting als voor de onderzoekers van het Steunpunt Fiscaliteit & Begroting II. Initiatief 13. Projectgroep staatshervorming

De belangrijkste uitdaging voor de nabije toekomst is een zo goed mogelijke voorbereiding van de zesde staatshervorming. Uit een eerste analyse van het Institutioneel Akkoord van 11 oktober 2011 blijkt dat de impact van deze staatshervorming aanzienlijk is op het beleidsdomein Financiën en Begroting. Die impact is er niet alleen wat betreft de overheveling van beleidsinstrumenten op fiscaal en financieel gebied, maar ook wat betreft de financieringsmechanismen die zullen worden opgenomen in een nieuwe financieringswet. Mijn administratie heeft in dit kader reeds haar bijdrage geleverd met het invullen van de staatshervormingsfiches, die onder impuls van de minister-president en zijn administratie (de diensten van het Algemeen Regeringsbeleid) werden gecoördineerd. Wat het fiscaal beleid betreft, is er allereerst de regionalisering van verschillende fiscale voordelen in de personenbelasting. Zo komen welgekende belastingvoordelen over van het federale naar het Vlaamse niveau waaronder deze met betrekking tot de dienstencheques, energiebesparende uitgaven en de aftrek enige eigen woning, ook wel woonbonus genoemd. De burgers kunnen erop rekenen dat de door de federale overheid toegekende belastingvoordelen met betrekking tot de lopende kredietovereenkomsten zullen worden verdergezet. Om die continuïteit te garanderen, is op korte termijn voorbereidend werk én overleg nodig met andere beleidsdomeinen die de materiële bevoegdheid terzake hebben. Er zijn immers nog tal van onduidelijkheden die in de komende maanden moeten worden onderzocht. Mijn administratie zal de redactie van de federale teksten dan ook zorgvuldig opvolgen. Vervolgens is er de vormgeving van de fiscale autonomie van de gewesten. Er moet verder worden bekeken op welke manier het gedifferentieerd opcentiemen model in de toekomst kan worden ingevuld en in welke mate en onder welke vorm regionale fiscale voordelen zullen worden toegekend. Dat zal onder meer worden bepaald door de budgettaire middelen die mee zullen worden overgeheveld. Tot slot voorziet het Institutioneel Akkoord dat de federale overheid exclusief bevoegd blijft voor de belasting van niet-inwoners (BNI). De federale overheid moet wel rekening houden met de gewestelijke belastingregels zodat vrij verkeer in de EU wordt gevrijwaard. Het overleg met de federale minister van Financiën hierover is opgestart. Deze heeft toegezegd een passende regeling uit te werken. Het is immers belangrijk om effectief gebruik te kunnen maken van de regelgevende bevoegdheid. De talrijke inbreukprocedures in het verleden tegen Vlaamse fiscale maatregelen toonden dit reeds ten overvloede aan. Wat het financieel beleid betreft, is er de regionalisering van de aankoopcomités en de onteigeningswetgeving die een impact hebben op het beleidsdomein Financiën en Begroting. Het Samenwerkingsakkoord inzake de patrimoniale informatie wordt opnieuw op de agenda geplaatst van deze staatshervorming. Gezien de overname van de inning van de registratieen successierechten, is dit voor mij een belangrijk project. Er liggen dan ook een hele reeks uitdagingen in het verschiet die op korte termijn moeten worden aangegaan. Zoals hierboven reeds vermeld, gebeurt er een globale coördinatie inzake de staatshervorming op het niveau van de diensten van het Algemeen Regeringsbeleid, maar ook in mijn beleidsdomein is een gecoördineerde projectmatige aanpak vereist. In dit kader zal ik een projectgroep staatshervorming opzetten zodat deze uitdagingen op een geordende en efficiënte wijze worden aangegaan en de gepaste maatregelen tijdig worden ingevoerd. Dergelijk aanpak moet ook garanderen dat voorgestelde regelgevende initiatieven coherent verlopen tussen de verschillende entiteiten van het beleidsdomein en dat voor elke maatregel de budgettaire impact nauwlettend wordt geraamd. De middelen die ingevolge de nieuwe financieringswet aan het


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

25

Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap zullen toekomen, zullen hierbij bepalend zijn. Het opvolgen van de totstandkoming van de berekening van deze middelen, is daarbij cruciaal. Nieuwe ramingsmodellen moeten wellicht ontwikkeld worden. De projectgroep zal bestaan uit een projectleider en projectleden uit de verschillende entiteiten. Een degelijk projectplan met tussentijdse mijlpalen en een uitgewerkte timing, zal worden uitgewerkt zodat het beleidsdomein tijdig klaar is met de invulling van de nieuwe bevoegdheden. Meer concreet wil ik dat mijn administratie het nodig doet om – zodra de contouren van de gewijzigde bijzondere financieringswet voldoende duidelijk zijn – de regelgeving voor te bereiden zodat de betrokken maatregelen tijdig in werking kunnen treden. Initiatief 14. Bundeling fiscale adviezen

Heel wat beleidsdomeinen worden soms geconfronteerd met een fiscaal-juridisch probleem waarvoor ze extern advies vragen of een studie laten uitvoeren. Omdat de entiteiten dit niet van elkaar weten, worden deze adviezen of studies zelden uitgewisseld en wordt er vaak extern fiscaal-juridisch advies gevraagd over erg gelijkaardige vraagstukken. Bovendien blijkt het vaak erg moeilijk om die adviezen enkele jaren later terug te vinden om allerhande redenen (personeelsverloop, organisationele wijzigingen,…). Daarom wil ik, via het departement Financiën en Begroting, in 2013 een webapplicatie, waarin fiscale adviezen gebundeld worden, beschikbaar laten maken voor alle entiteiten die behoren tot de Vlaamse overheid. Een entiteit die een fiscaal-juridische vraag heeft, kan dan gebruik maken van elders verworven fiscale expertise. Ik wil dat het departement Financiën en Begroting een faciliterende rol opneemt en instaat voor het rubriceren van de fiscaal-juridische adviezen of studies in de webapplicatie. Initiatief 15. Gender budgeting

In 2013 zal verder onderzoek worden gedaan naar gender budgeting binnen de Vlaamse overheid.

Operationele doelstelling 1.3: Actief schuldbeheer en risicomanagement Verslag uitvoering tijdens werkjaar 2011-2012 Ik gaf vorig jaar al aan dat een actief beheer van de schuld en van de risico’s die de Vlaamse overheid loopt noodzakelijk is. Dat uitgangspunt blijft uiteraard gelden. Meer nog, ik kan stellen dat het voorbije werkjaar op dat vlak belangrijke vooruitgang is geboekt. Niet alleen de totstandkoming van een hernieuwd regelgevend kader voor het VFLD, maar ook andere resultaten (die hierna aan bod komen) illustreren dat ik samen met mijn administratie vooruitgang boek om het actief schuldbeheer en het risicomanagement te verbeteren. Uiteraard ben ik me ervan bewust dat er nog heel wat aandachtspunten en verbeterpunten blijven, bijvoorbeeld aangaande de financiële instellingen. Uit de na dit verslag van het voorbije werkjaar opgenomen nieuwe initiatieven, mag blijken dat ik ook die aandachtspunten en verbeterpunten niet uit de weg ga. 1) Een hernieuwd kader voor het VFLD In mijn vorige beleidsbrief schoof ik op basis van een audit een aantal noodzakelijke verbeterpunten naar voor. Deze punten werden vanaf 2012 geïmplementeerd in het wijzigingsbesluit van 27 januari


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

26

2012. In hoofdlijnen focussen deze maatregelen op i) de creatie van een sanctiemechanisme voor de laattijdige melding van nieuwe dossiers, ii) een betere inschatting van de proceskansen voor een snellere dossierafhandeling en iii) de aanvulling van de definitie van het begrip hoofdsom. i) De bevraging van 2012 door het VFLD resulteerde in een vollediger beeld van alle geschillen tegen de Vlaamse overheid dankzij de aangepaste regelgeving. Zo wordt de verplichting van de volledige melding van de schadedossiers (=geschillendossiers/rechtszaken) waarbij de last (hoofdsom + interesten) oploopt tot 500.000 euro of meer, opmerkelijk beter nageleefd. Een vooruitziend en goed bestuur vereist immers een goede raming van de begroting en het vermijden van onaangename verrassingen. In de praktijk werden de volgende wijzigingen aangebracht: a) Indien een dossier niet of laattijdig gemeld wordt aan het VFLD, dan zal het beleidsdomein een groter deel van de lasten moeten dragen, met name een maximale meerkost van 2 miljoen euro. Voor de hoofdsom blijft de verdeelsleutel behouden, wel wordt het maximale plafondbedrag van de tenlastelegging per entiteit opgetrokken tot 2 miljoen euro (in plaats van 1 miljoen euro). Wat de verwijlintresten betreft, zal de entiteit een groter deel van de verwijlinteresten ten laste moeten nemen (90 % in plaats van 50 %), met een maximaal plafondbedrag van 2 miljoen euro (in plaats van 1 miljoen euro). b) Wordt het dossier wél tijdig gemeld, dan blijven de huidige verdeelsleutels van toepassing. ii) De Vlaamse Regering heeft op mijn verzoek de slagkracht van het VFLD verhoogd. Hiervoor zijn twee wijzigingen doorgevoerd: a) De praktijk van het aanvragen van second opinions is in het VFLD-besluit verankerd. Dit met het oog op het vergroten van de zekerheid dat de Vlaamse overheid correct geadviseerd wordt in dossiers met een grote impact op de begroting. b) Het VFLD kan overgaan tot minnelijk kantonnement, in afwachting van het geschil. Door het blokkeren van het geheel of een gedeelte van de schuldvordering op een geblokkeerde rekening, lopen de gerechtelijke interesten niet langer op. iii) De aangepaste definitie van het begrip “hoofdsom” komt tegemoet aan de bedenkingen van het Rekenhof en de Inspectie van Financiën. Voortaan wordt de hoofdsom duidelijk gedefinieerd als: het bedrag van de schuld zonder kosten, vergoedingen, interesten en boeten. In geval van een dading, kwijtschelding of gerechtelijke uitspraak betreft dit het herleide oorspronkelijke bedrag van de schuld zonder kosten, vergoedingen, interesten en boeten. 2) Opvolging en evaluatie van financieringsbehoeften Eind 2011 was het duidelijk dat KBC in het volgende jaar geen deel van de lening zou terugbetalen, die zij van de Vlaamse Regering begin 2009 heeft gekregen. In 2012 stond ik voor de uitdaging om de eerste aflossingen van de leningen die aangegaan werden sinds 2009 te financieren. Daarom heb ik in de aanbesteding van de nieuwe kassiers voor de Vlaamse Gemeenschap en het CFO een uitbreiding van de kredietlijnen van in totaal 2 miljard euro naar 3 miljard euro voorzien. De inschrijvers hebben hierop positief gereageerd. Beide contracten werden toegekend aan ING België. Daarnaast is opnieuw een beroep gedaan op de financiële markten. In maart is een tranche van 750 miljoen opgenomen voor een periode van 5 jaar en 10 maanden. De timing, bedrag en de goede voorwaarden zijn het resultaat geweest van een intensieve opvolging van de turbulente financiële markten. Daarnaast wordt op geregelde tijdstippen een beroep gedaan op het BCP-programma.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

27

3) Verdere nauwe opvolging inbreng financiële instellingen De Vlaamse Regering heeft in het voorbije werkjaar besloten om KBC het voordeel dat ze heeft bij het vroeg terugbetalen van de federale staatsteun maximaal te laten benutten. Daarom heeft ze de pari passu overeenkomst die er was tussen KBC, de federale overheid en het Vlaamse Gewest tijdelijk opgeschort tot midden december 2012. Als gevolg hiervan zal KBC tot deze datum eerst de federale staatsteun terugbetalen voor de Vlaamse. Zoals gemeld in mijn vorige beleidsbrief voelden de gewesten zich midden 2011 genoodzaakt om de Gemeentelijke Holding te ondersteunen via het optrekken van de hen verleende waarborgen en het beleggen in thesauriepapier van de Gemeentelijke Holding. Deze ondersteuning van de Gemeentelijke Holding was nodig door de koersval van het aandeel Dexia. In het laatste kwartaal 2011 bleek de turbulentie op de financiële markten te groot voor Dexia. In samenspraak met de andere gewesten, de financiers en de Gemeentelijke Holding is de Gemeentelijke Holding op 8 december 2011 in vrijwillige vereffening gegaan. Als gevolg hiervan heeft het Vlaamse Gewest enerzijds leningen overgenomen en een lening vervroegd terugbetaald van de Gemeentelijke Holding. Anderzijds heeft ze haar belegging in het thesauriepapier verloren. 4) Omvorming van pooling naar aankoopcentrale Hoewel de polissen van de pooling van de verzekeringen nog doorliepen tot eind 2012 werd begin 2011 besloten om ze met 1 jaar vervroegd op te zeggen. Daarom werden de polissen eind 2011 aanbesteed. De nieuwe polissen gelden voor vier jaar. Zoals uit een voorafgaande haalbaarheidsstudie bleek, is het mogelijk gebleken om in globo de kwaliteit van de polissen te verbeteren en een financieel voordeel te realiseren. Kwalitatief zijn er in het bestek uitbreidingen van de waarborgen voorzien. Daarnaast is er voor het eerst een Service Level Agreement opgemaakt. Hierdoor hebben de leden een duidelijk beeld van wat ze mogen verwachten van de verzekeraars over onder meer de responstijd. De totale kostprijs voor de Vlaamse overheid van de gepoolde verzekeringen daalde met meer dan 700.000 euro. 5) Nauwgezette opvolging liquiditeitsramingen In 2012 werden de financiële resultaten met de verwachte begrotingsresultaten van de agentschappen nauw opgevolgd. De resultaten waren goed zodat er momenteel geen extra maatregelen getroffen moeten worden. De overgang van de oude kassiers naar de nieuwe kassier in de eerste jaarhelft van 2012 heeft een tijdelijk intensievere opvolging van de ramingen nodig gemaakt. De aanpassingen aan de opvolging en de rapportering zijn aangebracht. 6) Testing en inproductiestelling automatisatie kasbeheer De nieuwe toepassing om de gecodeerde afschriften op te volgen werd in productie gesteld. Deze werd nog extra uitgebreid wegens de aanduiding van de nieuwe kassier.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

28 Actieprogramma 2012-2013 Initiatief 16. Aanpassing procedureel kader VFLD

Zelfs al werkt het VFLD uitsluitend voor interne klanten, toch kunnen in de wisselwerking tussen het VFLD en de interne klanten derden – burgers of ondernemingen – klem geraken. De ombudsman bij het Vlaams Parlement heeft er terecht op gewezen dat de bestaande regels bij het VFLD dergelijke potentiële conflicten niet voorkomen. Wanneer twee besturen op mekaar zitten te wachten, is de derde soms de dupe. Ik zal op korte termijn dan ook een voorstel doen aan de Vlaamse Regering om de procedureregels van het VFLD bij te stellen, zodat dergelijke onduidelijkheden niet meer aanleiding kunnen geven tot vertragingen. Aldus hoop ik snel en effectief op de bemerkingen van de ombudsman te zijn ingegaan. Om het gebruik van het VFLD nog meer toe te spitsen op zijn opdracht, zal ook een minimumdrempel worden ingesteld waaronder dossiers niet in aanmerking komen voor aanrekening op het VFLD. Initiatief 17. Herfinancieringen

Voor het volgende jaar staan we terug voor enkele herfinancieringen. Ik zal terug een optimale mix van schuldinstrumenten inzetten. Hierbij zal ik streven naar een goede afstemming van de verplichtingen op korte en lange termijn op de vorderingen op korte en lange termijn die de Vlaamse Gemeenschap heeft uitstaan. Hierbij moet ik vooral rekening houden met de verwachte toekomstige terugbetaling van onze steun door KBC. In tweede orde beoog ik nog steeds een voorzichtige verhouding vaste versus vlottende rentevoet. Initiatief 18. Opvolging inbreng financiële instellingen

Het Vlaamse Gewest heeft een belang in drie financiële instellingen, meer bepaald KBC, Dexia en Vitrufin (nieuwe benaming van Ethias Finance). Ik zal bij besprekingen over deze financiële belangen steeds, zoals in het voorbije werkjaar, zowel de belangen verdedigen van de Vlaamse overheid, de Vlaamse burger als het Vlaamse bedrijfsleven. Bovendien blijft het de verwachting dat de KBC-groep aan haar Europese verplichtingen zal kunnen voldoen tegen eind 2013. Dit betekent dat KBC aan de Vlaamse overheid ten laatste in 2013 een deel van de staatsteun dient terug te betalen. In overleg met KBC zal ik de situatie opvolgen. Initiatief 19. Waarborgbeheer

Binnen het kader van de economic governance (zie boven) zullen er wetgevende initiatieven genomen worden om deze Europese regelgeving op te nemen in Belgische - Vlaamse wetgeving. Een belangrijk deel hierin is de rapportering over de schuldsituatie en de waarborgen over alle niveaus van de overheid. De concrete uitwerking hiervan zal gecoördineerd moeten verlopen opdat aan deze rapporteringsverplichtingen voldaan kan worden. Naast bovenstaande verplichtingen is het tijdens de contacten met de verschillende kredietbeoordelaars (ratingagentschappen) zeer duidelijk naar voor gekomen dat gewaarborgde schuld een essentieel element is in de beoordeling van de kredietwaardigheid van de Vlaamse overheid. In het licht hiervan moeten de initiatieven die genomen worden en die een impact hebben op de waarborgsituatie van de Vlaamse overheid nauwkeurig gescreend en geëvalueerd worden op dit waarborgaspect. Het Rekenhof heeft in het tweede en derde kwartaal van 2012 een diepgaand onderzoek gevoerd naar het beheer van de waarborgen binnen het beleidsdomein Financiën en Begroting. Het resultaat van dit


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

29

onderzoek zal grondig worden geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie zullen de nodige (regelgevende) maatregelen worden genomen om tegemoet te komen aan de eventuele aandachtspunten van het Rekenhof. Initiatief 20. Aanbesteden verzekeringsmakelaar voor de pooling van de verzekeringen

De polissen van de pooling van de verzekeringen van de Vlaamse overheid (in casu zes schadeverzekeringen van voornamelijk agentschappen met rechtspersoonlijkheid) worden beheerd door een makelaar. Na de aanbesteding van de polissen van de pooling van de verzekeringen in 2011, dient in 2012 een marktraadpleging te gebeuren voor de makelaarsfunctie. Deze gunning zal eind 2012 leiden tot de aanstelling van een makelaar voor de periode van vier jaar. Opdat maximaal rekening zou kunnen worden gehouden met de inbreng van de afnemers van de dienst, zijnde de agentschappen, is besloten om zowel het opstellen als het gunnen van de opdracht in nauwe samenwerking met hen uit te voeren. Daarom is in eerste instantie een enquête gehouden naar de wensen van de agentschappen. Bijkomend is aan de agentschappen gevraagd naar hun interesse om mee te werken aan het gunningsproces. De volgende agentschappen werkten mee aan het bestek en zullen meewerken aan de evaluaties van de ontvangen offertes: De Lijn, VDAB, UZ Gent en De Scheepvaart. Bovendien is ook de afdeling overheidsopdrachten rechtstreeks lid van het evaluatieteam. Initiatief 21. Bewaking juridische risico’s

Niemand zal tegenspreken dat onze samenleving complexer wordt. Een actief schuldbeheer en risicomanagement met doorgedreven bewaking en beperking van de juridische risico’s ligt dan ook voor de hand. Hierbij gaat het vooral om het voorkomen van "grote" juridische risico's. Sedert mijn aantreden heb ik gezocht naar beheersmaatregelen op dit vlak. Vanuit een bezorgdheid voor (juridische) kwaliteitszorg heb ik verschillende punten reeds uitgewerkt, zoals de mogelijkheid voor second opinions in de VFLD-dossiers of het onderzoek naar het identificeren en remediëren van potentiële discriminaties binnen mijn fiscale bevoegdheden. Het vermijden van juridische verrassingen blijft evenwel een belangrijk aandachtspunt. Niettegenstaande de genomen beheersmaatregelen zullen er echter altijd onzekerheden zijn. Die onzekerheden kunnen evenwel dankzij een effectief en efficiënt beheer van de risico’s vlot opgevangen worden. Want de windrichting kunnen we niet bepalen, maar de zeilen bijzetten kunnen we wel. 2. Strategische doelstelling 2: een klantvriendelijke overheid Operationele doelstelling 2.1: efficiënte en effectieve inning en invordering van de belastingen in eigen beheer Verslag uitvoering tijdens werkjaar 2011-2012

Het beleidsdomein Financiën en Begroting heeft ook het voorbije werkjaar zwaar ingezet op de doelstelling om een (nog meer) klantvriendelijke overheid te zijn. De verschillende facetten om de inning van belastingen in eigen beheer (nog) efficiënter en effectiever te laten verlopen, zijn voor de burger niet altijd even zichtbaar maar daarom niet minder belangrijk. Zonder een goed werkend VFP, een gedegen evaluatie alsook het leggen van fundamenten voor toekomstige overnames zou de klantvriendelijke overheid immers onbereikbaar zijn. Al die facetten komen hierna aan bod.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

30 1) Evolutie en evaluatie van gericht informatiebeleid

Tijdens het vorige werkjaar heb ik ervoor gezorgd dat de bekendheid van de Vlaamse fiscale navigator toenam en zijn ingang vond bij de verschillende professionele doelgroepen. Op die manier probeer ik ertoe bij te dragen dat de Vlaamse regelgeving eenvoudig, klantvriendelijk en zonder een bijdrage van de gebruiker kan worden ontsloten voor de professionele gebruiker. Verder nam ik de nodige initiatieven om mijn horizontale beleidsinitiatieven binnen de Vlaamse overheid ook het voorbije jaar via gepaste kanalen af te toetsen en kenbaar te maken. Zoals het betrekken van de belanghebbenden via SOFI, het toelichten van het begrotingsbeleid aan de leden van het CAG en het periodiek aftoetsen van de ideeën van de verschillende beleidsdomeinen inzake de vernieuwing van het financiële instrumentarium.

2) Leggen van de fundamenten voor de overname van de inning en invordering registratieen successierechten in 2015 De Vlaamse Regering besliste op 19 september 2011 om de dienst van de registratieen successierechten vanaf 1 januari 2015 over te nemen. Hiermee wordt, na de overname van de verkeersbelastingen, een nieuwe grote stap gezet in de autonome invulling van de eigen fiscale verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Dit meldde ik vorig jaar reeds in mijn beleidsbrief. Intussen werd binnen VLABEL een projectgroep met de overname belast. Die projectgroep moet het dossier zodanig voorbereiden dat de Vlaamse Regering in 2013 ook formeel de opzeg aan de federale regering kan betekenen, met de geruststelling dat de nog aanwezige risico’s maximaal afgedekt zijn om de overname succesvol te laten verlopen. In het licht van die voorbereiding werd het voorbije jaar vooral aan kennisopbouw en -uitbouw gedaan. Een inzicht in het complexe gebeuren dat de registratieen successierechten uitmaken is onmisbaar om risico’s en aandachtspunten te kunnen (h)erkennen. Uit het initiatief dat ik plan voor het komende jaar (zie hierna) mag blijken dat de complexiteit, waarop ik verder nog inga, de overname niet mag in het gedrang brengen. 3) Continue bijsturing VFP Het voorbije jaar werd door mijn administratie een reeks aanpassingen doorgevoerd aan het VFP, die leidden tot een meer efficiënte en effectieve inning en invordering van de belastingen in eigen beheer. Sommige van deze aanpassingen zijn onmiddellijk zichtbaar voor alle betrokkenen, andere vonden plaats achter de schermen, en zijn alleen detecteerbaar door een verdere kwaliteitsverbetering. De eerste categorie betreft vooral wijzigingen aan het belastingportaal dat een ingrijpende facelift kreeg. De tweede categorie betreft interne verbeteringsmaatregelen aan de processen. Het belastingportaal werd onderworpen aan een aantal grondige vernieuwingen die het enerzijds mogelijk maken voor de burger om op een duidelijke, eenvoudige en klantvriendelijke manier wegwijs te raken in de regelgeving van de Vlaamse heffingen en op de hoogte te blijven van de meest actuele wijzigingen. Anderzijds werd grondig gesleuteld aan het interactieve luik. Er is veel aandacht besteed aan de herwerking van de simulatietool voor de verkeersbelastingen, waarbij de nadruk gelegd werd op het aspect “groene” BIV. Deze tool stelt de burger in staat door middel van een beperkt aantal gegevens zich een duidelijk beeld te vormen van het bedrag van alle te vereffenen gewestbelastingen inzake verkeersfiscaliteit. In de aanloop naar de hervorming van de BIV en ook kort na de start van de hervorming is de simulatietool een betrouwbaar baken voor de burger gebleken, getuige de vele doorlinkings vanop andere (portaal)sites. Ook het contactformulier werd grondig herwerkt en is nu voorzien van gestructureerde velden. Dit zorgt er enerzijds voor dat de burger verplicht een aantal cruciale gegevens dient in te vullen om een snelle en adequate reactie mogelijk te maken. Anderzijds is ook voorzien in een automatische


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

31

doorstroming op basis van die velden naar het Dossierverwerkingsysteem binnen VLABEL, wat de verwerkingstijd van de reactie in eenvoudige dossiers merkbaar een stuk korter maakt. Naar analogie van het luik onroerende voorheffing werd ook voor de verkeersbelastingen de mogelijkheid gecreëerd tot het online indienen van een bezwaar. Al deze aanpassingen zorgen voor meer online interactie tussen de burger en VLABEL, die de administratieve formaliteiten tot een minimum herleidt. Zoals hierboven reeds vermeld, worden de interne processen continu herzien. Aangezien het van enorm belang is om potentiële problemen bij de bron aan te pakken en kwaliteitsvolle aanslagbiljetten te versturen, is de focus voornamelijk gelegd op de laadprocessen en het inkohieringsproces. Door verbeteringen door te voeren aan het begin van de ketting en maximaal gebruik te maken van de meest actuele gegevens, konden de aanslagbiljetten op een meer correcte manier verstuurd worden. Hieronder schets ik kort een aantal voorbeelden die ervoor gezorgd hebben dat de verzending efficiënter kon gebeuren op basis van de meest actuele gegevens. De frequentie van de updates tussen de KSZ en de systemen van VLABEL werd opgevoerd, van een jaarlijkse naar een maandelijkse doorstroom. Jaarlijks gebeurt er voortaan een vergelijking tussen de gegevens van het Rijksregister en de gegevens uit de Referentiedatabank om achterhaalde gegevens recht te zetten. Naast de optimalisatie van het laadproces werden onder meer volgende aanpassingen doorgevoerd in het kader van een efficiënter werkend inkohieringsproces:  door de berekening van de belasting te verplaatsen naar een vroeger tijdstip in de cyclus kunnen fouten vroeger vastgesteld en opgelost worden vóór de verzending;  een betere segmentatie voorafgaand aan de inkohiering optimaliseert de a priori controle zodat het aantal aanslagbiljetten dat automatisch kan worden verstuurd groter wordt. Ook het boekhoudkundig aspect van de belastinginning werd grondig onder de loep genomen en geïnnoveerd. VLABEL heeft de overdracht van het kassierscontract aangegrepen als een opportuniteit om vanaf dat moment alle afzonderlijke rekeningnummers per belasting om te zetten naar een uniek rekeningnummer. Enkel voor de verkrottingsheffing woningen kon deze aanpassing niet worden doorgevoerd omdat deze heffing nog via een ander ICT-systeem dan het Vlaams Fiscaal Platform wordt opgevolgd. Dit uniek rekeningnummer maakt het voor de burger een stuk eenvoudiger: na dit voor eens en altijd te hebben aangepast in zijn homebanking-pakket, kunnen geen betalingen via het verkeerde rekeningnummer meer gebeuren. Doordat de betaling dus per definitie op de juiste rekening binnenkomt, zijn problemen zoals overboekingen en vertragingen bij de aanrekening van de baan. Het wordt voor mijn administratie ook eenvoudiger om de betaling aan de correcte belastingschuld te koppelen. Dat is niet alleen een belangrijke efficiëntiewinst maar ook een win-winsituatie voor zowel de burger als de belastingadministratie. Naast de bovenstaande verbetertrajecten werd ook een nieuwe functionaliteit in het systeem ingebouwd teneinde steeds meer heffingsoverschrijdend te kunnen werken. De uitbouw van een interface als toplaag boven alle verschillende belastingkernels heen, zorgt nu voor de noodzakelijke link tussen alle belastingen en maakt het mogelijk dat ontvangsten automatisch kunnen worden toegewezen over deze verschillende belastingen heen. Op deze manier wordt een duidelijk zicht geboden op alle schulden en vorderingen van de belastingplichtige wat bijvoorbeeld een efficiënte verwerking van ontheffingen en navorderingen mogelijk maakt. Ook het invoeren van de “groene” BIV zorgde voor een grote aanpassing op ICT-gebied, naast de hierboven vermelde simulatietool. Alhoewel dit topic inhoudelijk verder wordt uitgediept in een volgend punt, wil ik niet nalaten ook hier een aantal zaken toe te lichten. Uiteraard werd verder gewerkt op de al bestaande componenten Vlaams Fiscaal Platform, doch een aantal nieuwe parameters hebben er voor gezorgd dat ook hier inspanningen moesten geleverd worden aan het laad- en


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

32

berekeningsproces. Nieuwe parameters zoals CO 2 en euronorm dienden aangeleverd en ingeladen te worden om ervoor te zorgen dat de berekening correct kon gebeuren. Vooralsnog loopt op dit moment de administratieve verwerking van deze hervorming vlot. 4) Ontwikkeling Vlaamse Codex Fiscaliteit De aftrap voor de Vlaamse Codex Fiscaliteit werd op 25 mei 2012 definitief gegeven. Nu de inning van de groep van verkeersbelastingen op kruissnelheid draait, en vooraleer de successie- en registratierechten daadwerkelijk in eigen beheer worden genomen, zal mijn administratie tijd vrijmaken voor de voorbereiding en de redactie van een eigen Vlaamse Codex Fiscaliteit. Ik heb intussen de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement ervan in kennis gesteld dat het toepassingsgebied van de Vlaamse Codex Fiscaliteit wordt verruimd ten opzichte van wat initieel de bedoeling was. Oorspronkelijk ging het over een zuivere codificatie van de procedureregels. Nu is het de bedoeling om er een volledige codex van te maken die ook de materiële fiscale bepalingen met betrekking tot de belastbare grondslag, de tarieven, de vrijstellingen, de verminderingen en dergelijke zal bevatten. Aangezien het project Vlaamse Codex Fiscaliteit op die manier grondig wordt uitgebreid, lijkt het inbouwen van een fasering geen overbodige luxe. Het ligt dan ook voor de hand dat we ons in een eerste fase toespitsen op de Vlaamse belastingen waarvoor VLABEL vandaag al de dienst verzorgt. Om echter geen beslissingen te nemen bij de opmaak van de codex die in een later stadium de integratie van de bepalingen inzake de registratieen successierechten zouden verhinderen, zijn de leden van het projectteam dat de voorbereiding van de overname verzorgt nu ook mee betrokken. VLABEL is inmiddels gestart met de werkzaamheden tot uniformisering van het procedureluik van de codex. Het departement Financiën en Begroting is begonnen aan het materieelrechtelijk luik. Op die manier gebeurt de codificatie door interne specialisten, zodat geen dure uitbesteding noodzakelijk is. In voorkomend geval zal de projectscope en -groep tot andere beleidsdomeinen uitgebreid worden. In mijn beleidsnota stelde ik voor verder dan het eigen beleidsdomein te gaan en de procedureregels van alle Vlaamse heffingen te willen codificeren, ongeacht wie ze int. Op zich blijf ik achter dat voornemen staan, maar vertrek ik vanuit de premisse dat de andere beleidsdomeinen zelf een keuze moeten hebben. Ze moeten zelf kunnen kiezen of en wanneer ze in het project instappen. 5) Vlaamse correctie referentiedatabank en “the 4th Way” Gedurende het voorbije werkjaar werd prioriteit gegeven aan het ontwikkelen van webservices voor de dienst vastgoedakten. Zoals hoger gemeld zijn de webservices voor de Vlaamse belastingschuld (VFP) en de webservices voor voorverkoop (VLM) gerealiseerd. Het voorgaande had wel tot gevolg dat het initiatief aangaande de referentiedatabank vertraging opliep. Er is inzake de referentiedatabank wel een overleg geweest met het beleidsdomein Bestuurszaken en er is een stappenplan vastgesteld. Ook het project aangaande de 4de weg (4th Way) liep, zoals reeds vermeld, vertraging op. De 4de weg werd op federaal vlak aangemerkt als geschikt vehikel om de wetswijziging in het kader van de Programmawet van 22 juni 2012 op te vangen in het licht van de notificatie van fiscale schulden. Dit impliceerde evenwel dat de roadmap van de 4de weg moest worden aangepast om de nieuwe functionaliteit te ondersteunen. Niettegenstaande die vertraging, blijft dit uiteraard een project dat van nabij werd en zal worden opgevolgd.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

33

Actieprogramma 2012-2013 Initiatief 22. Informatiebeleid

Ook tijdens het komende beleidsjaar zal ik blijvend aandacht besteden aan significante en noodzakelijke omkaderingsmaatregelen op het vlak van informatieverstrekking en sensibilisering, dit zowel voor aanstaande als reeds gerealiseerde fiscale beleidsinitiatieven. Deze maatregelen kaderen in de betrachting zowel de begunstigde ervan – de belastingplichtige zelf – te informeren over het gevoerde beleid, als – in een breder opzet – de burger ook het waarom van dat beleid uit te leggen. Onze diensten kunnen daarbij niet altijd volstaan met de opbouw van de huidige kanalen – hoe gevarieerd het aanbod ook is – om alle Vlaamse burgers te voorzien van financiële informatie op hun maat. Voor communicatiekanalen zoals de infolijn 1700, campagnes, de Vlaamse Fiscale Navigator en het Vlaamse belastingportaal onderstreep ik opnieuw het belang van een toenemende en continue informatisering. Om dit verder vorm te geven, wil ik ook in de loop van 2013 maximaal nieuwe technologische communicatiemiddelen benutten. In de Vlaamse Fiscale Navigator, het digitaal portaal over de Vlaamse belastingen dat ik samen met mijn administratie heb opgezet, werd de geldende Vlaamse fiscale regelgeving op het web ontsloten. Via verschillende kanalen werden de krachtlijnen aan het doelpubliek de professionele gebruiker verduidelijkt, met name de accuraatheid, de gratis beschikbaarheid en de snelle bijwerking. Ik streef er bovendien naar de Vlaamse fiscale regelgeving inzake overdracht van familiale ondernemingen transparanter te maken door het publiceren in de Vlaamse Fiscale Navigator van de administratieve beslissingen in het kader van de aflevering van attesten voor de schenking en vererving van familiale ondernemingen en vennootschappen. In het najaar van 2012 wens ik samen met mijn administratie verder te onderzoeken hoe de informatie van de Vlaamse Fiscale navigator efficiënter kan wordt ontsloten via een nieuwe portaal aangepast aan het doelpubliek. Initiatief 23. Overname inning registratieen successierechten

De eerste stappen maken duidelijk dat het een complex overnametraject is. Deze complexiteit is een gevolg van diverse factoren, waarvan ik hieronder de voornaamste opsom: a) De over te nemen belastingen zijn inhoudelijk en procesmatig van een heel andere aard dan de belastingen waarvoor VLABEL vandaag de inning verzekert. De inning kan dus niet zonder meer op de op dit ogenblik door VLABEL toegepaste processen geënt worden. b) De bijzondere financieringswet heeft niet alle verschillende registratieen successierechten als volledig homogeen pakket van bevoegdheden toegewezen aan de gewesten. De federale overheid zal bijgevolg ook na de overname de federaal gebleven rechten blijven innen. c) De dienst van deze belastingen is nauw verbonden met andere opdrachten waarvoor uitsluitend de federale overheid bevoegd is. d) De federale administratie heeft enkele ambitieuze moderniseringsprojecten op til staan, maar de huidige werkmethoden vormen geen alomvattend geïntegreerd systeem. Bovenstaande punten mogen het succes van het project echter niet in het gedrang brengen. Een aantal factoren kan rechtstreeks door het Vlaamse Gewest zelf beïnvloed worden, maar andere dan weer niet. Dit betekent dat men zekerheid moet hebben dat de factoren waarop VLABEL geen vat heeft, volledig uit de weg geruimd zijn, en dit bij voorkeur ruim vóór de opstart van de eigen inning. Concreet denk ik bijvoorbeeld aan de realisatie van ICT-moderniseringsprojecten bij de FOD Financiën en de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging. De elektronische doorsturing van notarisakten (beter gekend


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

34

als het DER-project) is daar een belangrijk onderdeel van. Een volledige autonome toegang van de ambtenaren van VLABEL tot bepaalde federale databases en ICT-programma’s is onontbeerlijk voor zowel het overnametraject, als voor de latere eigen inning van de betrokken belastingen. Ook het uitbouwen van gemeenschappelijk toegankelijke databases of een gedeeld ICT-platform is een belangrijk aandachtspunt. De ervaring met de overname van de verkeersbelastingen toont overigens overtuigend aan dat de aspecten met betrekking tot de overname van federaal personeel absoluut niet onderschat mogen worden. Teneinde een en ander tijdig te kunnen realiseren, zullen er dan ook intensieve onderhandelings- en voorbereidingssessies met de FOD Financiën moeten plaatsvinden. Tegelijkertijd zullen ook de elementen die VLABEL zelf kan aansturen zorgvuldig worden voorbereid, zoals de uittekening en programmatie van de toekomstige processen met aandacht voor vereenvoudiging en voor het wegwerken van inconsistenties, de opzet van de eigen organisatiestructuren, de aanpassing van het belastingportaal, de zoektocht naar geschikte huisvesting, enz. Waar 2012 voornamelijk een jaar van studie-, oriënterings- en inschattingswerk is, gepaard gaand met verdere proces- en ICT-analyse, zal vanaf 2013 de concrete implementatie een aanvang nemen. Initiatief 24. Onderzoek en ontwikkeling van een unieke Vlaamse Codex Fiscaliteit

Tot begin 2013 laat ik mijn administratie de verdere voorbereiding doen van de Vlaamse Codex Fiscaliteit. De inspanningen zullen zich in eerste instantie richten op het zoeken naar maximale uniformiteit in de teksten, naar vereenvoudiging en doorzichtigheid van de bestaande regelgeving, naar het zoeken van de optimale structuur van dit toch wel innoverende werkstuk op Vlaams niveau. Zo kunnen we met een transparante regelgeving en meer uniforme procedures een aangepast juridisch kader bieden die voor de doelgroep – de belastingplichtigen, maar ook de brede groep van fiscale juristen – de basis moet vormen van de Vlaamse fiscaliteit voor de komende decennia. In het voorjaar van 2013 wil ik dan komen tot de parlementaire bespreking. De betrachting blijft om de codex in voege te laten gaan vanaf aanslagjaar 2014. Dat betekent echter dat we nog andere wegen te gaan hebben en dat het parcours niet alleen mooi moet uitgestippeld worden, maar ook secuur en met nauwlettendheid moet uitgevoerd worden. Het najaar 2013 zal moeten dienen om de uitvoeringsbesluiten op te stellen en goed te keuren, om een adequate communicatie naar de doelgroepen toe te voeren, en zeker ook om intern alle handleidingen, procedureboeken, typebrieven, processen, en dergelijke tijdig aan te passen. Initiatief 25. Vernieuwing VFP

Continue bijsturing van het VFP blijft ook in de toekomst nodig; enerzijds om de technologische evoluties verder te volgen, anderzijds om steeds meer aanvullende functionaliteiten te voorzien die toegevoegde waarde hebben voor ofwel belastingplichtigen, ofwel administratie. Binnen de Vlaamse administratie doen immers verschillende beleidsdomeinen een beroep op de data of ICT van de Vlaamse Belastingdienst (dienst studietoelagen, Wonen Vlaanderen, Agentschap Inspectie RWO, …). Ik geef hieronder een overzicht van acties die nog op het programma staan:  Bedrijven zullen de kans krijgen om de gegevens die op de aanslagbiljetten vermeld worden elektronisch te ontvangen zodat ze deze gegevens kunnen opnemen/verwerken in hun eigen ICTsystemen.  Burgers en bedrijven zullen de kans krijgen om hun aanslagbiljetten elektronisch te ontvangen in plaats van op papier  Ook op het vlak van performantie (snelheid van verwerking) zullen aan het Portaal Burger de nodige aanpassingen doorgevoerd worden.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1  

 

35

Voor de infolijn zullen voorzieningen getroffen worden opdat ze sneller meer gegevens kunnen opvragen zodat burgers efficiënter kunnen verder geholpen worden. In de loop van 2013 neemt de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie (AAPD) een nieuw systeem in productie voor het beheer van de patrimoniumdocumentatie. VLABEL zal het VFP moeten aanpassen zodat de gegevens die vanuit dit systeem overgemaakt worden voor het innen van de belastingen correct en snel kunnen verwerkt worden. De invoering van STIPAD zou ook aanleiding moeten geven tot minder klachten over de geheven belastingen omdat de aangereikte gegevens meer up-to-date zullen zijn. De elektronische communicatie met de Dienst Inschrijvingen Voertuigen (DIV) zal uitgebreid worden zodat onze dossierverwerkers efficiënter hun dossiers (bvb. klachten) kunnen afhandelen. De inning- en invorderingprocessen voor belastingplichtigen die hun belastingen niet tijdig betalen zullen uitgebreid en verbeterd worden (bijvoorbeeld derdenbeslag). Initiatief 26. Integratorrol van VLABEL bij internationale invorderingsbijstand

Vanuit zijn streven naar een performantere regelgeving inzake wederzijdse invorderingsbijstand tussen de lidstaten van de EU, vaardigde de Raad van de Europese Unie op 16 maart 2010 de Richtlijn 2010/24/EU uit. Deze richtlijn legt de regels vast voor wederzijdse bijstandsverlening tussen de lidstaten ten behoeve van de invordering van alle vormen van belastingen en rechten. In principe worden alle belastingen bedoeld die geheven worden door of ten behoeve van een lidstaat of zijn territoriale of staatkundige onderdelen, zelfs tot het niveau van de lokale overheden, en eveneens de belastingen geheven ten behoeve van de unie. De richtlijn is van kracht sinds 01/01/2012. Om een geautomatiseerde en uniforme verzending van inkomende en uitgaande verzoeken om invorderingsbijstand mogelijk te maken, bestaat een tool (E-form Editor) die voorziet in standaardformulieren en in verzending via elektronische weg. Deze standaardformulieren zelf volstaan als titel voor de invordering in het buitenland. De (dure) procedure voor het verkrijgen van een exequatur (uitvoerbare titel) voor invordering in het buitenland vervalt dan ook. Het Vlaamse Gewest, de provincies en de gemeenten hebben de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden bijstand te vragen bij de invordering van de door hen gevestigde belastingen. Uiteraard heeft dit enkel zin als vermoed kan worden dat er voor een debiteur in een andere EU lidstaat invorderingsmogelijkheden zijn, bijvoorbeeld omdat een belastingplichtige er eigendommen heeft of er tewerkgesteld is en er een loon ontvangt. Om de inkomende en uitgaande verzoeken om invorderingsbijstand geordend te laten verlopen, werden de lidstaten verzocht een centraal verbindingsbureau aan te duiden. Voor België vervult de FOD Financiën deze functie. Aangezien de Richtlijn 2010/24/EU de lidstaten en bij uitbreiding haar staatkundige onderdelen verplicht om deze richtlijn om te zetten naar eigen recht, heb ik een ontwerp van decreet voorgelegd aan de Vlaamse Regering. In de nota aan de Vlaamse Regering bij het ontwerp heb ik VLABEL, gelet op haar jarenlange ervaring en haar eerder opgebouwde expertise als centrale invorderingscel voor niet-fiscale heffingen, uitdrukkelijk genoemd als verbindingsdienst en als schakel tussen de lokale besturen en de FOD Financiën. Een Besluit van de Vlaamse Regering in die zin moet nog worden opgemaakt. Gelet op het eerder uitzonderlijke karakter van internationale invorderingsbijstand, zal VLABEL de lokale overheden bijstaan bij deze procedure en aldus een integratorrol op zich nemen. Alle lokale overheden die gebruik willen maken van de Richtlijn 2010/24/EU richten hun verzoeken om bijstand dan aan VLABEL. VLABEL zal dan samen met het lokaal bestuur nagaan welke acties het meest aangewezen zijn in de concrete dossiers, en aansluitend het nodige doen in de E-Forms Editorapplicatie. Voordeel van deze werkwijze is tegelijk dat VLABEL kan beoordelen of de minimumgrens uit de Richtlijn (van 1500 euro) kan worden overschreden door waar nodig en mogelijk schuldvorderingen op niveau van het Vlaams Gewest en de lokale besturen te groeperen.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

36

Ik zal er op toezien, samen met mijn collega bevoegd voor Binnenlandse Aangelegenheden, dat in het najaar van 2012 en in 2013 de lokale besturen van deze nieuwe mogelijkheden voor invordering worden op de hoogte gesteld en worden begeleid in het beoordelen of dit voor hen een interessante denkpiste kan bieden. 3. Strategische doelstelling 3: Probaat en vereenvoudigd Vlaams fiscaal beleid met aandacht voor een goed ondernemingsklimaat Operationele doelstelling 3.1: doelgericht fiscaal beleid Verslag uitvoering tijdens werkjaar 2011-2012 Fiscaliteit kan niet alleen berusten in het heden. Daarom heb ik, en dat zal ik blijven doen, ingezet op het verbeteren, verfijnen en doelgerichter maken van de Vlaamse fiscaliteit. Het voorbije jaar zijn er in dat opzicht belangrijke concrete resultaten geboekt met de vergroening van de BIV en ook met de implementatie van de nieuwe fiscale bejegening van familiale ondernemingen. Andere aspecten blijven vooralsnog eerder in de beleidsvoorbereidende sfeer maar zijn evenzeer belangrijk in de ontwikkeling van het Vlaams fiscaal beleid. 1) Continue versterking en benutting van fiscale bevoegdheden a) Een staatshervorming blijft primordiaal In het kader van het initiatief aangaande de projectgroep staathervorming werd reeds ingegaan op het Institutioneel Akkoord dat medio oktober 2011 op het federale overheidsniveau werd bereikt. Dat akkoord behelst, zoals vermeld, niet enkel de overdracht van nieuwe bevoegdheden naar de gewesten en de gemeenschappen. Ook werd de financiering van de gewesten en de gemeenschappen gewijzigd. Zo zullen een aantal gemeenschapsdotaties worden hervormd, zal het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest worden begiftigd met een bijkomende financiering, zal een gewestdotatie worden omgezet in een gewestelijke aanvullende personenbelasting en zal de solidariteitstussenkomst ten behoeve van sommige gewesten worden hertekend. Tot op heden is het quasi onmogelijk gebleken om de cijfers te reconstrueren die in het Institutioneel Akkoord vermeld werden. Desondanks werden door het beleidsdomein Financiën en Begroting in samenwerking met het Steunpunt Fiscaliteit & Begroting de eerste stappen gezet om zowel de toekomstige financieringswet als de invulling van de fiscale autonomie modelmatig te benaderen. Het spreekt voor zich dat dit werk verre van voltooid is maar de aanzet en de eerste resultaten zijn er. b) De doorbraken van de “interne staatshervorming” In mijn vorige beleidsbrief ging ik reeds in op de vier concrete doorbraken die het Witboek in het kader van de interne staatshervorming formuleert voor het beleidsdomein Financiën en Begroting. Op doorbraak 35 ging ik eerder in deze beleidsbrief al in (zie onderdeel aangaande de dienst vastgoedakten). Het onderzoek naar het bevoegheidsvraagstuk inzake de verdeling van de opdeciem op de verkeersbelasting (doorbraak 11) werd gevoerd. Het onderzoek kwam tot een affirmatief besluit. Het Vlaamse Gewest is bevoegd om de opdeciem aan te passen omdat die een element vormt van de tariefbevoegdheid inzake verkeersbelasting. De opdeciem zal worden meegenomen in het kader van de vergroening van de verkeersbelasting.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

37

Voor wat doorbraak 12 betreft, binnengemeentelijke differentiatie van de onroerende voorheffing, kan ik voor een schets van het onderzoek dat hierover werd gevoerd, verwijzen naar de toelichting die mijn collega Van den Bossche hierover gaf in de Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie van het Vlaams Parlement, op 24 mei 2012. De werkzaamheden aangaande doorbraak 51 (financiële verevening) worden geschetst in de beleidsbrief van mijn collega, Geert Bourgeois. De rol van het departement Financiën en Begroting is in dit verhaal immers veeleer ondersteunend. c) Studie naar de impact van de lokale fiscaliteit op het lokaal ondernemersklimaat Eind 2011 werd een studie gegund die uit twee luiken bestond. Enerzijds het identificeren van de lokale belastingen met micro-economische impact op de bedrijfsactiviteit en de gradatie van de mate van impact, anderzijds het uitwerken van een andere lokale belastingstructuur teneinde een alternatief aan te reiken voor de als meest hinderlijk beschouwde bedrijfsbelastingen. Uit de gevoerde enquête en de lastenmetingen op het terrein blijkt dat de micro-economische impact van de lokale belastingen op de productie, de werkgelegenheid, de innovatie en de investeringen vrij beperkt is. De lokale belastingen die relatief het meest administratieve lasten veroorzaken zijn de volgende: de belasting op verspreiding van reclame, de belasting op drijfkracht, de belasting op reclameborden en de belasting op wegwijzers. Dit houdt volgens de studie verband met het opzoekingswerk dat voor de aangifte bij deze belastingen dient te gebeuren, alsook met de diversiteit in de reglementen en met de in sommige gevallen relatief complexe uitzonderingsregimes. De studie plaatst daarnaast vraagtekens bij bedrijfsbelastingen die slechts in een beperkt aantal gemeenten voorkomen of een relatief lage opbrengst genereren. 2) Ontwikkeling van Europese impactfiches Naar voorbeeld van Nederland werd ook op Vlaams niveau gewerkt aan een aanzet tot model voor Europese Impactfiches. Een proactieve opvolging van de Europese evoluties beoogt niet alleen het bekomen van een goede onderhandelingsinzet en het aanreiken van een duidelijke omkadering. Het zorgt er ook voor dat de Europese regelgeving voortaan sneller kan worden geanalyseerd en beter kan worden gecoördineerd. Op die manier wordt de tijdige implementatie van nieuwe Europese regelgeving gegarandeerd en kunnen inbreukprocedures wegens laattijdige implementatie vermeden worden. Het Vlaamse project inzake de Europese Impactfiches wordt geleid door de departementen Bestuurszaken en internationaal Vlaanderen en is nog volop in ontwikkeling. Een proefproject is opgestart. Verder wordt ook overwogen om de Europese Impactfiches te linken aan de EU-checklist die door het departement Financiën en Begroting ontwikkeld werd. Mijn administratie staat in nauw contact met de betrokken departementen en blijft de verdere ontwikkelingen ter zake grondig opvolgen. Gezien de beperkte personeelssterkte van de afdeling Beleidsondersteuning en Begroting van het departement Financiën en Begroting, was er in het verleden niet voldoende proactieve opvolging van de Europese ontwikkelingen. Vandaar dat binnen het beleidsdomein bijkomende middelen werden vrijgemaakt voor een nauwgezettere opvolging van de Europese dossiers. Het feit dat het departement nu beschikt over een eigen – weliswaar deeltijdse – attaché bij de Vlaamse afvaardiging binnen de Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie, zorgt nu voor een geoptimaliseerde informatie-doorstroom vanuit Europa. 3) Huiskorting Inzake de huiskorting werd het voorbije werkjaar heel wat onderzoek verricht door het steunpunt Fiscaliteit & Begroting. Dat onderzoek bracht diverse potentiële scenario’s naar voor alsook de


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

38

respectieve voor- en nadelen ervan in het licht van de nagestreefde doelstellingen en contouren. Voor wat de concrete vertolking in regelgevende teksten betreft, bleek evenwel de tijd nog niet rijp. Op aangeven van de minister van Wonen en in het licht van mijn uitgangspunt dat een alternatief voor het klein beschrijf maatschappelijk gedragen moet zijn, werd beslist dat het Steunpunt Wonen verder onderzoek doet naar de maatschappelijke gevolgen van de best scorende scenario’s. 4) Onderzoek naar de toekenning van een sociaal tarief inzake onroerende voorheffing aan sociale verhuurkantoren Normaal bedraagt het tarief van de onroerende voorheffing 2,5 % van het kadastraal inkomen, zoals dit is bepaald op 1 januari van het aanslagjaar. Voor sociale huurwoningen van een beperkt aantal instanties (sociale huisvestingsmaatschappijen, ocmw’s, gemeenten en het Vlaams Woningfonds) geldt een verminderd tarief van 1,6 %. In de studiecommissie Gewestbelastingen werd op een aantal knelpunten hierrond gewezen, meer bepaald met betrekking tot de sociale huurwoningen van eigenaars die aan een sociaal verhuurkantoor (SVK) verhuren. Het verschil met de andere sociale organisaties die van het verlaagd tarief kunnen genieten, is dat de sociale verhuurkantoren zelf geen eigenaar zijn van de betrokken onroerende goederen, maar enkel optreden als tussenpersoon doordat ze onderverhuren aan de uiteindelijke doelgroep van de sociale woningmarkt. Hierdoor is het voor VLABEL onmogelijk om deze woningen zelf te detecteren en het verlaagd tarief automatisch toe te kennen. VLABEL beschikt immers enkel over de gegevens van de eigenaars, maar weet niet welke woningen er door SVK’s verhuurd worden. Als het verlaagd tarief automatisch moet worden toegekend – wat vanuit de principes van administratieve vereenvoudiging en omwille van efficiëntieredenen uiteraard na te streven is, principes die ik volledig onderschrijf – dan moet VLABEL jaarlijks op de hoogte worden gebracht van het patrimonium dat op 1 januari van het aanslagjaar verhuurd wordt door SVK’s. Vóór dergelijke wijziging kan worden doorgevoerd, moet de technische uitvoerbaarheid absoluut gegarandeerd zijn. Fiscale stimuli moeten ook uitvoerbaar zijn. Op verscheidene overlegmomenten met de betrokken partijen werden de mogelijkheden voor de aanlevering van de gegevens besproken die nodig zijn voor automatische correcte inkohiering. Het succes van de procedure hangt af van de kwaliteit van de gegevens die worden aangeleverd. Fouten of onvolkomenheden in de aangeleverde gegevens resulteren onvermijdelijk in bezwaarprocedures. 5) Vorm geven aan een slimme kilometerheffing Op basis van technische, juridische en financiële analyses die het voorbije jaar werden uitgevoerd, hebben de gewesten samen met een consultant een Voorlopige Architectuurnota uitgewerkt voor de kilometerheffing en het wegenvignet. Het gaat om een eerste bundel voorstellen voor de concrete uitwerking van het systeem kilometerheffing en wegenvignet. In juli 2012 werd de Voorlopige Architectuurnota gevalideerd door de Gewestregeringen van Vlaanderen, Brussel en Wallonië. De gewesten willen de voorstellen in de Voorlopige Architectuurnota echter nog verder verfijnen en hebben daarom een marktbevraging en belanghebbendenbevraging gelanceerd die loopt van 23 juli tot en met 15 oktober 2012. Doel van deze bevragingen is om extra informatie te verzamelen bij kandidaat private partners, beroepsverenigingen, belangenorganisaties, NGO’s en middenveldorganisaties over de concepten die zijn ontwikkeld in de Voorlopige Architectuurnota. Deze stappen zijn essentieel in het vooruitzicht van de Definitieve Architectuur. 6) Vergroening verkeersfiscaliteit Vanaf 1 maart 2012 werd de vernieuwde BIV (“groene” BIV) ingevoerd. Waar de BIV voorheen werd berekend in functie van het vermogen (de fiscale pk) van het voertuig, wordt ze sinds kort op een


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

39

aantal milieukenmerken gebaseerd. De CO 2 -uitstoot, de uitstoot van fijn stof, het brandstoftype en de euronormzijn elementen die mee in rekening worden gebracht. Aangezien het wettelijk verplicht is om een samenwerkingsakkoord met de andere gewesten af te sluiten, werden de leasingbedrijven voorlopig buiten het toepassingsgebied van de nieuwe regeling gehouden. Door de diverse wijzigingen die aan de oorspronkelijke tekst werden aangebracht, was het noodzakelijk om een korte overgangsperiode in te voeren die liep van 1 maart 2012 tot 30 april 2012. Tijdens deze overgangsperiode werd gebruik gemaakt van 2 “groene” berekeningsformules waarbij VLABEL automatisch de voordeligste formule aan de burger aanrekende. Enkele maanden na de invoering van de hernieuwde BIV werden vooralsnog geen noemenswaardige problemen vastgesteld. De hervorming van de BIV kan dan ook als een eerste opstap naar een verdere hervorming van de globale verkeersbelasting worden gezien. 7) Verbetering vermindering onroerende voorheffing energiezuinige woningen Sinds aanslagjaar 2009 kent de Vlaamse overheid een vermindering inzake onroerende voorheffing toe voor nieuwe gebouwen of woningen die aan bepaalde energieprestatienormen (EPB-normen) voldoen. Uitgangspunt hierbij was een financiële stimulans te bieden aan de eigenaars van gebouwen of woningen die op vlak van milieukenmerken beter presteerden dan de decretaal verplichte norm. In aanslagjaar 2012 – dit betreft de toestand op 1 januari 2012 – wordt een vermindering van 20% op de onroerende voorheffing toegekend als de woning een E-peil van E60 of minder heeft. Het E-peil is een maat voor de energieprestatie van een woning en de vaste installaties ervan in standaardomstandigheden. Hoe lager het E-peil, hoe energiezuiniger de woning is. Voor gebouwen, andere dan woningen, ligt het drempelpeil op E70. De eigenaar kan een verhoogde vermindering van 40% krijgen als de woning of het gebouw de norm van E40 haalt. Voor alle gebouwen waarvoor vanaf 1 januari 2012 een stedenbouwkundige vergunning werd aangevraagd, werd het wettelijk vereiste E-peil reeds op E70 gebracht. Vanaf 1 januari 2014 verstrengt de norm tot E60. Het is nu al duidelijk dat dit E-peil-pad na 2014 verder zal verstrengen. Deze verdere evolutie van het E-peilpad zal worden vastgelegd zodra de Europese Commissie invulling zal hebben gegeven aan het begrip ‘bijna-energieneutraal’, zoals vooropgesteld in de Revisie Richtlijn betreffende Energieprestaties van Gebouwen (19 mei 2010). Wanneer dit E-peilpad wordt opgesteld zal ik in samenspraak met mijn collega bevoegd voor energie en wonen het pad voor de drempel van het E-peil voor een verminderde onroerende voorheffing bijstellen. Zonder aanpassing van de regelgeving valt de EPB-norm vanaf 2014 zowel voor gebouwen als voor woningen samen met het niveau dat recht geeft op een vermindering van de onroerende voorheffing. Een eerste verstrenging van het E-peil dat recht geeft op een vermindering van de onroerende voorheffing dringt zich dus nu al op. Tegelijkertijd wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om de bestaande vermindering op twee punten te verbeteren. Zo wil ik het moment verschuiven waarop het E-peil beoordeeld wordt. De vermindering van de OV wordt momenteel toegekend vanaf het jaar dat volgt op het jaar waarin het Epeil werd bepaald dat recht geeft op de vermindering. Indien de drempelwaarden van het E-peil verstrengd worden, is het mogelijk dat een gebouw waarvoor nu een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd, niet meer in aanmerking komt voor de vermindering, gezien de drempelwaarde wordt beoordeeld op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar van toekenning van het E-peil. De datum van aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning bepaalt echter het niveau van de eisen die aan de energiezuinigheid van het gebouw worden gesteld. Het zou dan ook logischer zijn indien deze datum ook de drempelwaarde van het E-peil bepaalt dat recht geeft op een vermindering van de onroerende voorheffing.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

40

Een tweede verbetering betreft een verkorting van de duurtijd, gecombineerd met een verhoging van het kortingspercentage. Door een kortere duurtijd wordt een sterkere koppeling ervaren tussen de beslissing tot energiezuinig (vernieuw)bouwen enerzijds en de stimulans daartoe. Door het kortingspercentage te verhogen recupereert de bouwheer-investeerder hierdoor sneller zijn investering. Deze aanpassingen heb ik voor het zomerreces 2012 aan de Vlaamse Regering voorgelegd en zullen in het najaar 2012 aan het Vlaams Parlement overgemaakt worden. Actieprogramma 2012-2013 Initiatief 27. Continue versterking en benutting van fiscale bevoegdheden

In 2013 zal het mijn taak zijn om als Vlaams minister bevoegd voor de financiën en de begroting de voortgang van de werkzaamheden in het kader van het Institutioneel Akkoord langs Vlaamse kant te bewaken en in goede banen te leiden. Ik ging hierboven al in op andere initiatieven die hiermee verbonden zijn. De creatie en werkzaamheden van een projectgroep staatshervorming, gerichte onderzoekstrajecten in het kader van het steunpunt Fiscaliteit & Begroting II, en dergelijke, vormen bouwstenen van een groter geheel dat er op gericht is de uitgebreide fiscale bevoegdheden ten volle te kunnen benutten. Initiatief 28. Ontwikkeling van Europese impactfiches

Zodra het project rond de Europese Impactfiches een concreet model heeft opgeleverd, willen we ons engageren om de Europese projecten inzake de kilometerheffing en het wegenvignet prioritair te voorzien van een proactieve impactfiche. Aangezien de Europese dossiers praktisch altijd onder meerdere beleidsdomeinen vallen, zal die fiche uiteraard wel in onderling overleg tussen de betrokken departementen moeten worden opgesteld. Initiatief 29. Toekennen van een sociaal tarief onroerende voorheffing bij verhuur door SVK

Het onderzoek naar de uitvoerbaarheid wordt voortgezet. Voor de gegevensuitwisseling moet immers ook de privacywetgeving gerespecteerd worden. Aangezien de SVK’s onder andere de rijksregisternummers van de eigenaars aan moeten leveren, zal de VMSW voor de SVK’s een advies en machtiging aanvragen bij de privacycommissie. VLABEL van zijn kant onderzoekt momenteel in hoeverre een webapplicatie kan geïntegreerd worden in de bestaande toepassingen en wat de kosten zijn voor de implementatie ervan. Afhankelijk van de geraamde kostprijs, zal verder bekeken worden of deze piste haalbaar is. Daarnaast mogen we de financiële impact van deze wijziging niet negeren. Vermits dit onroerende voorheffing betreft, situeert de impact zich ook voornamelijk bij de gemeenten en steden. Hierover zal overleg moeten komen met de VVSG. Initiatief 30. Verder vorm geven aan een slimme kilometerheffing

De drie gewesten hebben in juli 2011 een consultant aangesteld die hen moet bijstaan bij het uitschrijven van een bestek om een Single Service Provider (SSP) aan te trekken: een privépartner die het systeem kilometerheffing en wegenvignet zal financieren, bouwen, uitbaten en onderhouden. In juli 2012 heeft de consultant een voorlopige architectuur opgeleverd als basis voor een marktconsultatie en een belanghebbendenbevraging, die zal lopen tot 15 oktober 2012. Daarna wordt een definitieve architectuur opgemaakt voor het bestek om de SSP aan te trekken. De gewestregeringen hebben op 19 en 20 juli de voorlopige architectuur goedgekeurd en er zich toe verbonden om een aantal stappen te zetten voor de uitrol van het systeem kilometerheffing en


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

41

wegenvignet. De decreten en ordonnanties voor de kilometerheffing en het wegenvignet worden opgemaakt. In samenwerking met de federale overheid zal een aantal federale wetten worden herzien, en wordt de voorlopige architectuur getoetst aan het Europese recht. Een tweede belangrijk initiatief is het intergewestelijk agentschap voor de kilometerheffing en het wegenvignet, met als eerste taak de organisatie van een aanbestedingsprocedure om een SSP aan te trekken. Voor de stand van zaken van de invoering van de slimme kilometerheffing verwijs ik naar de geplande voortgangsrapportage in de commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken. Initiatief 31. Vergroening verkeersbelasting

Het streven naar een ecologische invulling van de verkeersfiscaliteit wordt voortgezet. Sinds 2012 is de nieuwe belasting op de inverkeersstelling in werking getreden, een belangrijke eerste stap in de vergroening van de verkeersbelastingen. Deze belasting wordt nu in belangrijke mate bepaald door de milieukenmerken van het voertuig, hetgeen een aanmerkelijk ecologische impuls betekent tot sturing van het aankoopgedrag. Het onderzoek naar een voldoende sturende variabilisering van de jaarlijkse verkeersbelasting wordt uitgevoerd door een aantal werkgroepen, volgens een intergewestelijke formule. Hoewel er nog geen definitieve berekeningswijze is bepaald, zijn er al een aantal mogelijkheden geïdentificeerd tot vaststelling van de ecologische parameters. Uitgangspunt blijft het handhaven van het principe vastgesteld in het interregionaal akkoord betreffende de hervorming van de verkeersbelasting begin 2011, meer bepaald dat de globale druk inzake verkeersbelasting niet mag toenemen. Het overleg met de andere gewesten loopt verder. Initiatief 32. Uitdoving onroerende voorheffing materieel en outillage

De Vlaamse regering heeft het engagement genomen om tegen 2020 in elk geval voor investerende bedrijven een volledige vrijstelling van onroerende voorheffing te voorzien. Door de volledige vrijstelling voor vervangingsinvesteringen wordt verwacht dat tegen 2020 de onroerende voorheffing op materieel en outillage grotendeels zal zijn afgeschaft. Gedurende de periode 2008-2011 is het belastbaar kadastraal inkomen gemiddeld gedaald met 12,5 miljoen euro. Dit komt overeen met een gemiddelde daling van de onroerende voorheffing op materieel en outillage van 6,2 miljoen euro. Dit is 8,8 miljoen euro lager dan verwacht. De oorzaak van het feit dat deze daling lager is dan verwacht, is vrijwel zeker macro-economisch te verklaren. Door de financieel economische crisis die sinds 2008 voelbaar is, gaan de belastingplichtigen minder snel investeren. Als bij de evaluatie in 2013 bevestigd wordt dat de genomen maatregelen onvoldoende zijn, zullen bijkomende initiatieven worden genomen om de afbouw van onroerende voorheffing op materieel en outillage tegen 2020 te realiseren. Hier dient de link met nieuwe investeringen zeker te worden gehandhaafd als basisprincipe.

Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport Philippe MUYTERS


42

Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

Bijlage 1: Overzicht aangenomen moties en resoluties Vlaams Parlement, alsook aanbevelingen Rekenhof a) resoluties en moties Hierna wordt een overzicht gegeven van de resoluties en de moties die door het Vlaams Parlement werden aangenomen tijdens de lopende legislatuur. Resolutie betreffende een wijziging van de procedure tot automatische toekenning van vermindering van onroerende voorheffing aan huurders, aangenomen door het Vlaams Parlement op 30 juni 2010. In deze resolutie wordt de Vlaamse Regering gevraagd om te onderzoeken hoe men tot een procedure kan komen die de effectieve en tijdige toekenning van de vermindering van onroerende voorheffing garandeert aan de huurders en of het mogelijk is de belastingvermindering rechtstreeks en automatisch toe te kennen aan de huurder in plaats van die te verrekenen op het aanslagbiljet van de eigenaarverhuurder. Ik ging in mijn vorige beleidsbrief reeds uitvoering in op het feit dat onderzoek van VLABEL had aangetoond dat noch een automatische, noch een rechtstreekse toekenning van de vermindering aan de huurders praktisch mogelijk is. In deze beleidsbrief werden de betrokken ondernomen werkzaamheden van het voorbije werkjaar alsook het voorgenomen initiatief reeds toegelicht. Resolutie betreffende de oprichting van een studiecommissie Gewestbelastingen in verband met successie, schenkingen en onroerende goederen, aangenomen door het Vlaams Parlement op 8 juli 2010. In deze resolutie wordt de Vlaamse Regering gevraagd een studiecommissie Gewestbelastingen op te richten om de successierechten, schenkingsrechten, registratierechten en onroerende voorheffing fundamenteel door te lichten en coherente hervormingsvoorstellen te formuleren tegen eind 2010. Resolutie betreffende het vergoedingsbeleid van financiële instellingen die gesteund worden door de Vlaamse overheid, aangenomen door het Vlaams Parlement op 23 maart 2011 In deze resolutie wordt de Vlaamse Regering gevraagd om via haar vertegenwoordigers in de algemene vergadering en de raad van bestuur van de financiële instellingen die worden gesteund door de Vlaamse overheid, aan te dringen om geen buitensporige bonussen toe te kennen aan uitvoerende bestuurders en topmanagers zolang de overheidssteun niet volledig is terugbetaald, rekening houdend met de kwaliteit van de uitvoering van het herstelplan, en aan te dringen om niet-uitvoerende leden van de raad van bestuur geen aandelen, aandelenopties of alle andere rechten om aandelen te verwerven, toe te kennen. Ik hou de beleidslijn aan die ik in mijn vorige beleidsbrief reeds vertolkte. Resolutie betreffende het promoten van slimme en groene voertuigen en een slimme en groene voertuigenindustrie in Vlaanderen, aangenomen door het Vlaams Parlement op 6 april 2011. In deze resolutie vraagt het Vlaams Parlement aan de Vlaamse Regering onder meer om in te zetten op een spoedige vergroening van de verkeersfiscaliteit door het variabel maken van verkeersbelasting en de belasting op inverkeerstelling (BIV). Dit op basis van groene criteria zoals de CO2-uitstoot en andere schadelijke emissies, NOx en fijn stof bijvoorbeeld, die opgenomen zijn in de Europese emissienorm.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

43

In deze beleidsbrief blijkt reeds welke werkzaamheden er in het voorbije werkjaar zijn ondernomen met betrekking tot de vergroening van de BIV alsook welke initiatieven gepland zijn aangaande de vergroening van de verkeersbelastingen. Resolutie betreffende het remuneratiebeleid van en de vertegenwoordiging in financiële instellingen die gesteund worden door de Vlaamse overheid, aangenomen door het Vlaams Parlement op 11 januari 2012 In deze resolutie vraagt het Vlaams Parlement aan de Vlaamse Regering om: 1° niet langer financiële steun te verlenen aan financiële instellingen zonder de beschikking te krijgen over een niet-uitvoerend bestuurder in de raad van bestuur van de financiële instelling in kwestie; 2° via haar vertegenwoordigers in de algemene vergadering en de raad van bestuur van de financiële instellingen die worden ondersteund door de Vlaamse overheid, aan te dringen om voortaan geen variabele verloning toe te kennen aan uitvoerende bestuurders, rekening houdend met de kwaliteit van de uitvoering van het herstelplan; 3° via haar vertegenwoordigers in de algemene vergadering en de raad van bestuur van de financiële instellingen die worden ondersteund door de Vlaamse overheid aan te dringen om niet-uitvoerende leden van de raad van bestuur geen aandelen, aandelenopties of alle andere rechten om aandelen te verwerven, toe te kennen; 4° er bij de Federale Regering op aan te dringen om het juridisch kader met betrekking tot financiële instellingen die ondersteund worden door openbare middelen aan te passen in de zin van punt 2° en 3°. Er zijn sedert de aanname van de resolutie geen nieuwe vragen tot steunverlening meer geweest. Ik zal alles in het werk stellen om de door het Vlaams Parlement gevraagde inspraak te bereiken. Resolutie betreffende de gebeurtenissen bij de Gemeentelijke Holding en Dexia, , aangenomen door het Vlaams Parlement op 23 mei 2012 Met deze resolutie vraag het Vlaams Parlement aan de Vlaamse Regering om: 1° de nodige decretale en reglementaire initiatieven te nemen met betrekking tot controle en toezicht opdat een financiële catastrofe zoals van de Gemeentelijke Holding zich nooit meer kan voordoen (‘niemals wieder’); 2° zoals reeds in artikel 195 van het Gemeentedecreet voorzien is, een uitdrukkelijk verbod te handhaven op risicovolle publieke participaties van lokale overheden en hiertoe de nodige initiatieven te nemen; 3° er over te waken dat lokale overheden niet participeren in de banksector en in financiële instellingen en de aanwezigheid in andere sectoren te evalueren op basis van criteria van strategische sleutelopdracht en de risicovolle marktomgeving; 4° de nuttige rol van de gemeenten in de verankering en verzekering van energie- en nutsvoorzieningen te erkennen; 5° een algemeen voogdijtoezicht uit te oefenen op de publieke participaties van de lokale overheden en dat nagegaan wordt hoe artikel 180 van de federale programmawet van 1994 (over de rechtstreekse of onrechtstreeks participaties door gemeenten in bedrijven voor productie, vervoer en distributie van energie) kan worden opgeheven en worden vervangen door een specifieke Vlaamse regelgeving ter zake; 6° dat in het kader van het algemeen toezicht ook wordt gewaakt over een grotere transparantie en informatiedoorstroming;


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

44

7° met betrekking tot de regeringscommissarissen de opdracht en rapportage duidelijk te definiëren en die invulling daadwerkelijk en transparant op te volgen; 8° dat er initiatieven worden genomen om bij participaties ook onafhankelijke bestuurders aan te wijzen in de raad van bestuur; 9° dat participaties en waarborgen van de Vlaamse overheid in financiële instellingen en bedrijven moeten gepaard gaan met een effectieve zeggingsmacht, toezicht en rapportering door de Vlaamse Regering aan het Vlaams Parlement; 10° de nodige instrumenten te ontwikkelen en aan te reiken om een verhoogde transparantie en betrokkenheid te versterken en dit onder meer door de installatie van een onafhankelijk risicodepartement en het voeren van een maatschappelijk verantwoord investeringsbeleid; 11° dat vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid in raden van bestuur moeten worden aangeduid op basis van hun beheerscompetentie en in zoverre zij hun bestuursverantwoordelijkheid reëel kunnen opnemen. Vermits heel wat van de gevraagde initiatieven betrekking hebben op lokale besturen of overheidsbreed impact hebben, zal de Vlaamse Regering de nodige beleidsacties nemen. Met redenen omklede motie tot besluit van de in commissie besproken beleidsnota Financiën en Begroting 2009-2014, aangenomen door het Vlaams Parlement op 10 maart 2010. In deze motie wordt aan de Vlaamse Regering gevraagd om: 1° een vooruitziend begrotingsbeleid op lange termijn te voeren, waarbij: a) een Vlaamse begroting in evenwicht wordt nagestreefd; b) een eigen stabiliteitsnorm wordt uitgewerkt; c) een meerjarenbegroting wordt ingediend bij de begrotingsaanpassing 2010; d) kostenefficiëntie centraal staat bij de keuze voor pps; 2° het implementatietraject van het Rekendecreet aan te houden; 3° een fiscaal beleid te voeren dat gericht is op de bovenvermelde beleidsdoelstellingen, zijnde: a) meer efficiënte fiscale regelgeving; b) het inpassen van fiscale maatregelen in het Europese recht; c) verduurzaming; d) hervorming van de verkeersfiscaliteit; 4° de nodige stimuli te voorzien om het ondernemingsklimaat te verbeteren.

De diverse onderdelen van mijn beleidsbrief geven aan hoe ik tegemoet kom aan de vraag van het Vlaams Parlement.

Met redenen omklede motie tot besluit van de op 7 oktober 2010 door de heren Jan Penris en Sven Gatz in commissie gehouden interpellaties tot mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

45

minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, respectievelijk over de aanhoudende stadsvlucht in Vlaanderen, en over de stadsvlucht van jonge gezinnen, aangenomen op 20 oktober 2010. In deze motie vraagt het Vlaams Parlement vraagt de Vlaamse Regering: 1° te onderzoeken in welke mate fiscale maatregelen, in het bijzonder de gedifferentieerde onroerende voorheffing, kunnen bijdragen tot het aantrekkelijk maken en houden van het wonen in de stad; 2° het systeem van de ‘huiskorting’ verder te onderzoeken en uit te werken in samenwerking met de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting, en daarbij criteria vast te stellen die per definitie niet nadelig zijn voor steden, en de implementatie ervan voor te bereiden; 3° na te gaan in hoeverre een samenvoeging van de bestaande instrumenten – stedenfonds, stadsvernieuwingsfonds, stadscontracten – een meer slagkrachtige aanpak van de stadsvlucht van jonge gezinnen zou kunnen tegengaan, evenwel zonder dat dat ten koste mag gaan van die inspanningen – onder meer op het vlak van integratiebeleid, opleidingstrajecten enzovoort – die aan alle inwoners van de stad ten goede komen; 4° te blijven ijveren om het grootstedenbeleid en de daaraan verbonden middelen over te hevelen naar de deelstaten om een coherent stedenbeleid te kunnen voeren; 5° verder werk te maken van een horizontaal Vlaams stedenbeleid waar verkokering geen kans krijgt. Ik herhaal wat ik ook reeds in mijn vorige beleidsbrief stelde. Voor wat de fiscaal georiënteerde vragen betreft, kan ik het volgende aanreiken. Mijn beleidsbrief geeft aan hoe het systeem van de huiskorting verder onderzocht werd en de implementatie nader onderzocht zal worden. Voor wat de gedifferentieerde onroerende voorheffing betreft, kan worden verwezen naar het onderzoek dat gevoerd werd door het Steunpunt Fiscaliteit & Begroting in opdracht van de Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie.

Actualiteitsmotie tot besluit van het op 26 januari 2011 in plenaire vergadering gehouden actualiteitsdebat over de invoering van een kilometerheffing voor vrachtwagens en een wegenvignet voor personenauto’s in Vlaanderen In deze actualiteitsmotie wordt de Vlaamse Regering gevraagd: 1° met spoed de nodige maatregelen uit te werken om de vooropgestelde data naar de gezamelijke implementatie te halen, meer in het bijzonder het eventueel aangepaste eurovignetnetwerk en de tariefstructuur vast te leggen; 2° de nodige simulaties uit te werken en te verfijnen zodat: a) onafgezien de mogelijke verschuiving op individueel niveau, de vooropgestelde neutraliteit naar totale beoogde inkomsten voor personenwagens wordt gewaarborgd; b) het effect op de gemeentelijke inkomsten wordt onderzocht. De doorgevoerde wijzigingen mogen geen negatieve impact hebben op de gemeentelijke inkomsten; c) de nodige sociale correcties kunnen worden voorzien; d) de vergroening van het wagenpark kan worden doorgezet; e) sluipverkeer door reeds overbelaste dorpskernen kan worden voorkomen;


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

46

f) de mobiliteitsstromen kunnen worden gestuurd met het oog op verschuiving naar meer milieuvriendelijke vervoerswijzen en dalperiodes; 3° het overleg met de betrokken economische sectoren hierover te voeren, de gesprekken met de drie gewesten verder te zetten teneinde de juiste parameters vast te leggen, de ontbrekende punten samen te beslissen; 4° de invoering te plannen in de ruimere Europese context; 5° dat de globale herziening van de verkeersfiscaliteit de concurrentiepositie van de Vlaamse economie vrijwaart; 6° de proefprojecten met de kilometerheffing voor lichte voertuigen op te zetten; 7° dat mogelijke effecten op het eendags- of kortverblijfstoerisme door buitenlanders onderzocht worden en mee in rekening gebracht worden bij de invoering van het wegenvignet. Zoals vorig jaar beloofd in mijn beleidsbrief zullen de door het Parlement gestelde vragen worden meegenomen bij de concrete vormgeving van de kilometerheffing. De concrete ontwikkelingen aangaande de kilometerheffing blijken reeds uit het gelijknamige luik van onderhavige beleidsbrief.

Actualiteitsmotie tot besluit van het op 30 maart 2011 in plenaire vergadering gehouden actualiteitsdebat over de mogelijke gedeeltelijke overname van de federale staatsschuld door Vlaanderen en de nota van het Planbureau betreffende de budgettaire gevolgen van een nieuwe staatshervorming. Hierin vraagt het Vlaams Parlement aan de Vlaamse Regering om: 1° in uitvoering van het Vlaams regeerakkoord het begrotingsevenwicht dat in 2011 werd bereikt ook de komende jaren van deze legislatuur (2012-2014) onverkort aan te houden; 2° de komende jaren de nodige budgettaire ruimte te creëren voor de ontwikkeling van nieuw beleid voor de Vlaamse economie en samenleving (onder meer de noodzakelijke impuls voor onderzoek en ontwikkeling (O&O), de prangende noden in het onderwijs, de wachtlijsten in de zorgsector, kinderopvang enzovoort); 3° geen overschotten te boeken in de Vlaamse begroting met als doel de structurele tekorten in de federale begroting te helpen dichten; 4° de mogelijkheid te onderzoeken om een deel van de pensioenbijdrage voor de Vlaamse ambtenaren ten laste te nemen van de Vlaamse begroting; 5° duidelijke afspraken te maken over de verdeling van de impact van mogelijke renteschommelingen; 6° slechts een akkoord af te sluiten over een mogelijke bijdrage aan het wegwerken van het begrotingstekort en de staatsschuld in België indien voldaan is aan elk van de volgende vijf noodzakelijke voorwaarden: a) een akkoord over een zesde sociaal-economische staatshervorming met een voldoende ruime overheveling van bevoegdheden; b) een aanzienlijke uitbreiding van de fiscale capaciteit en fiscale autonomie van de regio’s; c) de aanwezigheid van een instrument van financiële responsabilisering in de Financieringswet; d) het principe ‘wie betaalt, bepaalt’ wordt doorgetrokken naar andere domeinen;


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

47

e) een gelijkwaardige verantwoordelijkheid ter zake wordt opgenomen door de andere deelstaten. In deze beleidsbrief toon ik aan op welke manier ik aan deze vragen tegemoet kom.

Met redenen omklede motie tot besluit van de op 1 juni 2011 door de heren Jan Penris, Eric Van Rompuy en Sas van Rouveroij in commissie gehouden interpellaties tot de heer Geert Bourgeois, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, respectievelijk over de nieuwe overheidssteun (aankoop kortlopend schuldpapier) voor de Gemeentelijke Holding, over de financiële steun van het Vlaamse Gewest aan de Gemeentelijke Holding en het mogelijke scenario voor regionale opdeling, en over de onrust bij de Gemeentelijke Holding Hierin wordt de Vlaamse Regering gevraagd om haar beleid ten aanzien van de Gemeentelijke Holding voort te zetten, met name: 1° op korte termijn de eventuele vragen van de Gemeentelijke Holding om ondersteuning te evalueren na contact opgenomen te hebben met de andere overheden; 2° met het zicht op een voldoende stabilisatie van de Gemeentelijke Holding, een strategische reflectie te starten over de toekomst ervan, met inachtneming van de institutionele structuur van het land, het communautaire recht en het belang van het Dexia-aandeelhouderschap. De problematiek van de Gemeentelijke Holding komt in onderhavige beleidsbrief reeds aan bod. Actualiteitsmotie van de heren Eric Van Rompuy, Bart Van Malderen en Matthias Diependaele tot besluit van het op 12 oktober 2011 in plenaire vergadering gehouden actualiteitsdebat over de recente ontwikkelingen in het dossier Dexia In deze motie wordt de Vlaamse Regering gevraagd: 1° om toe te kijken op een ordentelijke afwikkeling van de problematiek met betrekking tot de Gemeentelijke Holding; 2° via hun eventuele vertegenwoordigers te waken over de kernactiviteit van de bank als spaarbank in haar simpele vorm, het houden van spaargeld, het geven van leningen aan particulieren, bedrijven en overheden; 3° daar waar zij over de mogelijkheid beschikt via haar vertegenwoordigers in de raad van bestuur, zo maximaal mogelijk de gemaakte winsten te gebruiken voor de versterking van het kapitaal; 4° een manier van werken af te spreken om bij steun aan financiële instellingen alle nodige informatie te bezorgen aan het Vlaams Parlement wanneer deze een overheidswaarborg vragen teneinde transparantie te waarborgen. De problematiek van de Gemeentelijke Holding komt in onderhavige beleidsbrief reeds aan bod. Bij Dexia heeft het Vlaamse Gewest geen vertegenwoordiger. Rekening houdend met de Europeesrechtelijke contouren inzake staatssteun en de beperkingen aangaande informatieverstrekking over beursgenoteerde ondernemingen, zal aan het Vlaams Parlement de nodige informatie verstrekt worden.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

48

Actualiteitsmotie van de heren Ludwig Caluwé, John Crombez en Kris Van Dijck tot besluit van het op 12 oktober 2011 in plenaire vergadering gehouden actualiteitsdebat over het politieke akkoord voor een zesde staatshervorming Het Vlaams Parlement vraagt de Vlaamse Regering: 1° de nodige maatregelen te nemen om de overdracht van de bevoegdheden, zoals die voortvloeien uit het akkoord over de zesde staatshervorming, voor te bereiden; 2° haar medewerking te verlenen aan de concrete overdracht van deze bevoegdheden teneinde deze zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. In mijn beleidsbrief geef ik voldoende aan hoe ik zal omgaan met de uitdagingen die het akkoord aangaande de zesde staatshervorming stelt.

b) aanbevelingen Rekenhof Bron: Vlaams Fiscaal Platform: inning van de leegstandsheffing bedrijfsruimten, rekeningenboek over 2008, Parl. St. Vl. Parl. 2009-2010, nr. 36 A/1. 1. De Vlaamse Regering moet werk maken van een unieke Vlaamse Belastingcodex. Reactie: Op 25 mei 2012 heeft de Vlaamse Regering een mededeling omtrent deze materie goedgekeurd. (VR 2012 2505 MED.0233). Hierin worden de contouren van de codex verder bepaald. Elders in deze beleidsbrief ga ik uitgebreider in op de Vlaamse Codex Fiscaliteit. Een aantal kernpunten geef ik hieronder al weer:  het zal niet enkel een procedurecodex worden maar ook de materieel-fiscaalrechtelijke bepalingen zullen worden opgenomen.  de Vlaamse Regering wil de andere beleidsdomeinen (buiten het beleidsdomein Financiën en Begroting) de mogelijkheid bieden – maar hen niet verplichten – om de codex op hun heffingen van toepassing te verklaren. De andere ministers kunnen dus daartoe wel het initiatief nemen.  er zal niet enkel gecodificeerd worden maar waar mogelijk zullen de bepalingen worden geharmoniseerd  er wordt naar gestreefd om de codex vanaf aanslagjaar 2014 in werking te laten treden, maar deze datum zal nog moeten worden geëvalueerd en op haalbaarheid getoetst naargelang de voortgang van het project. Intussen is de voorbereiding effectief van start gegaan en werd een projectleider aangeduid. Deze opdracht wordt volledig door de administratie aangestuurd (door de Vlaamse Belastingdienst in samenwerking met het departement Financiën en Begroting). 2. VLABEL dient de verschillende opvolgingssystemen per afzonderlijke belasting op het einde van het jaar te reconciliëren en op een gereconcilieerde of reconcilieerbare manier te rapporteren.

Reactie: Hoewel de Vlaamse Belastingdienst op elk moment een accuraat beeld kan geven over de te innen en geïnde belastingen, stemt dit beeld niet steeds exact overeen met de cijfers opgenomen in de centrale boekhouding, omdat sommige reconciliatie-oefeningen nog vrij veel manuele tussenkomsten vereisen. Het Rekenhof stelt dan ook terecht dat het vooral een kwestie van op elkaar afstemmen van verschillende systemen is, en geen kwestie van foutieve gegevens. In samenspraak met Centrale Accounting en met de boekhoudcel van het departement worden de rapporteringsmogelijkheden van het VFP verder afgestemd op de behoeften van Orafin, zodat periodieke reconciliatie eenvoudiger wordt.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

49

Ik geef hieronder alvast een aantal voorbeelden van concrete acties die op dit moment lopend zijn, of eerstdaags in productie worden gesteld: - binnen de Vlaamse Belastingdienst wordt opnieuw een dagkasboek in het leven geroepen, om de reconciliatieperiodes zo kort mogelijk te houden, en verschillen zo snel mogelijk te detecteren en recht te zetten; - het VFP laat intussen toe om een historisch overzicht van de evolutie van gelden op wachtrekening op te vragen, zodat de reconciliatie op specifieke afsluitdata eenvoudiger wordt gemaakt; - het in de boekhouding (Orafin) opnemen van vastgestelde rechten gebeurt sinds kort volledig gekoppeld aan het inkohieringsproces zelf, terwijl dit vroeger aparte processen waren die na elkaar moesten lopen. Deze voorbeelden tonen aan dat wel degelijk continu gestreefd wordt naar een betere overeenstemming tussen beide systemen. Die inspanningen worden uiteraard in 2013 verder gezet, en krijgen de nodige aandacht bij de geplande vernieuwing van het VFP. 3.VLABEL zou in zijn jaarverslagen ook moeten rapporteren over de bedragen die het voor rekening van de gemeenten int. Reactie: Dit gebeurde tot op heden ook steeds voor wat betreft de onroerende voorheffing, en zal in de volgende jaarverslagen ook gebeuren voor de leegstandheffingen en de verkeersbelastingen. 4. De administratie dient haar boekhouding zo te organiseren dat ze tijdige, accurate en volledige informatie kan geven over de projectkosten. Zij dient ook aandacht te besteden aan de opvolging van de interne kosten van het project. Reactie: Onder impuls van het CAG wordt momenteel ervaring opgedaan met analytische boekhouding, onder de vorm van efficiëntie-indicatoren. Indien dit soort rapportering waardevol blijkt te zijn, en snel betrouwbaar kan worden gegenereerd, zal VLABEL bekijken op welke manier dit uitgerold kan worden naar de gehele organisatie. Specifiek voor ICT bestaan er intussen meer effectieve interne – extra-comptabele – opvolgingstools, zoals overigens zal blijken uit de thema-audit die IAVA overheidsbreed zal uitvoeren dit najaar, met VLABEL als een van de pilootentiteiten. Bron: Jaarverslagen van de Vlaamse openbare rechtspersonen, rekeningenboek over 2008, Parl. St. Vl. Parl. 2009-2010, nr. 36 A/1. 1. Het is raadzaam dat de Vlaamse Regering algemene instructies uitvaardigt met betrekking tot de (minimum)inhoud, de vorm en de kwaliteit van de jaarverslagen, om de bruikbaarheid ervan als verantwoordingsdocument voor het Vlaams Parlement te verbeteren. Het wetboek vennootschappen en de richtlijnen inzake de jaarrapportering over de uitvoering van de beheersovereenkomst vormen in dat verband een nuttige referentie. Het Rekenhof beveelt aan dat het jaarverslag de volgende informatie bevat:

- De agentschappen moeten verantwoording afleggen over de ingezette middelen, de geleverde prestaties en de behaalde beleidseffecten, en die resultaten vergelijken met de vooropgestelde doelstellingen in de begroting en de beheersovereenkomst.

- De jaarrapportering over de uitvoering van de beheersovereenkomst moet, al dan niet in verkorte vorm, in het jaarverslag worden geïntegreerd.

- Over financiële gegevens moet in het jaarverslag uniformer worden gerapporteerd. Een minimumvereiste is dat het jaarverslag toelichting geeft bij de uitvoering van de begroting en bij het financieel plan dat is opgenomen in de beheersovereenkomst, aangevuld met bedrijfseconomische informatie over de financiële toestand en resultaten.


50

Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

- Het jaarverslag moet informatie geven over de aard, structuur en taakstelling van de organisatie, over haar missie, strategie en doelstellingen en over de externe omstandigheden die een belangrijke rol hebben gespeeld. - Algemene informatie over het beleidsveld moet duidelijk worden gescheiden van informatie over de werking van het agentschap.

Reactie: Ik dien hier te verwijzen naar de reactie die ik op deze aanbeveling reeds gaf in mijn vorige beleidsbrief. BRON: ESR-vorderingensaldo 2009 van de Vlaamse Gemeenschap, rekeningenboek over 2009, Parl. St. Vl. Parl. 2010-2011, nr. 36/1. 1. Aangezien een begrotingsnormering die uitsluitend op het ESRvorderingensaldo steunt, niet volstaat om de financiële houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn te garanderen, moet de Vlaamse Regering ook de verbintenissen en de financiering van participaties die de schuld doen toenemen, normeren in functie van hun budgettaire implicaties. Een Vlaamse begrotingsnorm zou overigens betrekking moeten hebben op alle entiteiten die deel uitmaken van de Vlaamse overheid. Reactie: Bij de uitwerking van de Vlaamse structurele normering door de werkgroep structurele norm werd ook de normering van de schuldontwikkeling die niet voortvloeit uit het ESR-vorderingensaldo meegenomen in de analyse en aanbevelingen. De conclusie van de werkgroep was dat voor het nemen van deelnemingen en participaties schuldfinanciering toegelaten was. Ten opzichte van deze schulden staan immers ook activa die ten gelde gemaakt kunnen worden. De werkgroep koppelde hier wel een uitdrukkelijke voorwaarde aan vast namelijk dat de opbrengst van de valorisatie van deze activa uitsluitend aangewend kan worden om schuld af te lossen. De werkgroep structurele norm heeft tevens onderzocht of een verbintenissennorm wenselijk was. Het zijn immers de aangegane verbintenissen die op termijn de dyna miek van de primaire uitgaven beïnvloeden. Finaal opteerde de werkgroep toch voor een norm in termen van betaalkredieten omdat een verbintenissennorm het aangaan van zeer substantiële verbintenissen (grote investeringsprogramma’s) die via klassieke wijze gefinancierd worden (verbintenis in 1 jaar nemen en gespreide betaling over verschillende jaren in functie van de uitvoering) te zeer zou bemoeilijken. Het kan geenszins de bedoeling zijn dat een verbintenissennorm zou resulteren in een stijging van het aantal alternatieve financieringsconstructies zonder inhoudelijke meerwaarde. Dit sluit echter niet uit dat de analyse van de impact van de beleidskredieten een essentieel onderdeel is van mijn begrotingsbeleid. Ik kan de stelling van het Rekenhof dat een begrotingsnorm betrekking moet hebben op alle entiteiten van de Vlaamse overheid dan ook bijtreden. Het toepassingsgebied van het Rekendecreet werd dan ook vanuit die invalshoek omschreven. BRON: Controle van de ontvangsten, rekeningenboek over 2009, Parl. St. Vl. Parl. 2010-2011, nr. 36/1.

1. Enkele reglementeringen inzake de Centrale Invorderingscel vergen aanpassing of verduidelijking en de werking en interne controle van die cel kan nog verbeteren.

Reactie: Het Rekenhof heeft recent in het kader van de vraag om inlichtingen 12-8 meer concrete aanbevelingen gedaan die betrekking hebben op de invorderingstaak van de CIC, bijvoorbeeld met betrekking tot reconciliatie van databestanden. VLABEL is momenteel aan het bekijken in welke mate aan die opmerkingen gevolg kan worden gegeven. Een eerdere reactie werd nog per 3 april aan het Rekenhof bezorgd.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

51

Op dit moment wordt samen met de voornaamste opdrachtgever (het Zorgfonds) en met Centrale Accounting bekeken om sneller en regelmatiger de verschillende opvolgsystemen bij zowel Zorgfonds als VLABEL als Centrale Accounting (Orafin) met elkaar in overeenstemming te brengen. Naast de dagelijkse reconciliatie tussen de uitgavenstukken (betalingen en annulaties) uit de VLABEL-toepassing en de opvolging in Orafin, gebeurt momenteel bijvoorbeeld een aanvullende maandelijkse reconciliatie door de lijsten Toegewezen betalingen en Creditnota’s uit Orafin te vergelijken met de openstaande saldi in de VLABEL toepassing. Los van de reconciliatiebewegingen bekijken VLABEL en Centrale Accounting verder de mogelijkheid om de invorderingsmodule vanuit Orafin toe te passen voor de niet-fiscale schuldvorderingen van het Zorgfonds. Idealiter zou dit optimaal kunnen wanneer ook het Zorgfonds de initiële schuldvorderingen met Orafin zou beheren. Een en ander vereist dus de implementatie van geheel nieuwe werkwijzen bij verschillende partijen. Een “second best”-oplossing vereist het opladen van schuldvorderingen door VLABEL in Orafin. Essentieel hierbij is het antwoord op de vraag of effectieve interfacing, die kosten-baten verantwoord is, tussen de verschillende systemen technisch opgezet kan worden. BRON: Inkohiering en inning van de onroerende voorheffing (thematisch financieel onderzoek), rekeningenboek over 2010, Parl. St. Vl. Parl. 2011-2012, nr. 36/1. 1. VLABEL dient de relevantie en meetbaarheid van de indicatoren in de beheersovereenkomst in overweging te nemen. Deze indicatoren moeten in voldoende mate uit het ICT-systeem volgen om vergissingen of bewerkingen te vermijden en de informatie zo actueel mogelijk te houden. Reactie: Om verschillende redenen is dit inderdaad de betrachting van VLABEL, wat de administratie ook erkent in de eerdere managementreactie. Om alvast een dubbelcheck op de cijfers makkelijker te maken, laat ik VLABEL verder een datawarehouse ontwikkelen die zowel de basisgegevens van de belastbare feiten bestrijkt, als de eruit voortgevloeide vorderingen. De datawarehouse moet allereerst eenvoudig aan te passen rapportering genereren, waar de aanpassing van rapporten nu nog te veel programmatorische aanpassing (“hard coded”) vergt. Daarnaast moet de datawarehouse toelaten om meer beleidsinformatie te distilleren uit de omvangrijke databanken van de Vlaamse Belastingdienst. 2. Openstaande items in de ontwikkeling van het VFP vergen een snelle afhandeling, met een maximale bescherming van de rechten van de Vlaamse overheid in het kader van het outsourcingscontract.

Reactie: Aanleiding voor de aanbeveling van het Rekenhof betrof de merkelijk tragere inkohiering voor voornamelijk 2009, die inderdaad te wijten was aan de kinderziekten van het VFP. Op de stand van zaken met betrekking tot het VFP ging ik in deze beleidsbrief reeds in extenso in. Voor 2011 blijkt alvast dat de inspanningen van VLABEL zijn vruchten heeft afgeworpen: we spreken van een significant snellere inning en inkohiering dan ten opzichte van de jaren 2009 en 2010. 3. Het is aangewezen dat VLABEL met de AAPD een protocol of samenwerkingsovereenkomst sluit en met deze federale dienst een goede samenwerking en communicatie opzet. Reactie: Het Rekenhof stelt in zijn verslag terecht dat VLABEL met de AAPD geen samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten, maar daar wel vragende partij voor is, en dat de samenwerking goed verloopt, maar niet (nog niet) optimaal. Zoals blijkt uit mijn reactie aan het Rekenhof, waarnaar ik opnieuw verwijs, zijn verscheidene ontwerpteksten voor een protocol aan de FOD Financiën overgemaakt. Recent nog werd een nieuwe tekst, specifiek voor afspraken rond gegevensuitwisseling met betrekking tot materieel en outillage,


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

52

aan de AAPD bezorgd. Ik bekijk verder welke stappen nog dienaangaande ondernomen moeten worden, eventueel in overleg met mijn federale collega. Aanvullend laat ik onderzoeken of de overname van de registratierechten een opportuniteit biedt om een globaal samenwerkingsprotocol te onderhandelen, aangezien op vlak van de registratierechten beide administraties taken zullen moeten blijven uitvoeren. De noodzaak tot goede afspraken is daarvoor dan ook veel meer wederkerig dan voor de inning van de onroerende voorheffing. 4. De beslissingsmatrix vergt nog een verdere optimalisatie. Reactie: In de eerste helft van 2011 werd al een plan uitgewerkt om de benodigde inspanningen voor de voorafgaande controle (via o.a. de ‘beslissingsmatrix) te optimaliseren. Intussen zijn een aantal optimalisaties al in productie genomen:  een basis rond het inbouwen van ‘labels’ om op termijn de beslissingsmatrix te vervangen, zodat bepaalde proefrollen met minimale risico’s op fouten niet meer gecontroleerd moeten worden werd al gerealiseerd in de eerste helft van 2011;  de verfijning van de werkmethodiek via labels zodat meer belastbare feiten onmiddellijk ingekohierd kunnen worden werd gerealiseerd in het eerste kwartaal van 2012;  de belasting wordt sinds voorjaar 2012 ook vroeger in het inkohieringsproces berekend, zodat eventuele vastgestelde anomalieën nog vroeger kunnen gedetecteerd en gecorrigeerd worden. Het subproces waarin proefrollen aangemaakt worden zou vanaf de inkohiering voor aanslagjaar 2013 eveneens verder in het inkohieringsproces naar voor geschoven worden. Ook dit laat een snellere controle toe. 5. Het is aangewezen behalve de indicatoren over de nieuwe en afgehandelde bezwaarschriften ook de evolutie van het aantal meer dan zes maanden oude bezwaarschriften en hangende rechtszaken (per instantie) op te volgen, inclusief de betwiste bedragen. De opvolging van de evolutie van de aantallen is voorzien in de nieuwe beheersovereenkomst. Reactie: De wijze van meten van dit type indicatoren werd terecht aangepast zodat ook de na zes maanden nog openstaande bezwaren worden meegeteld, en niet alleen de – uiteraard na zes maandenafgehandelde bezwaren. Belangrijker dan de meting opvolgen, is vanzelfsprekend ervoor zorgen dat minder bezwaren een lange doorlooptijd kennen. Sinds eind 2011 worden de binnenkomende bezwaarschriften daarom onmiddellijk gescreend op moeilijkheidsgraad en waar mogelijk onmiddellijk behandeld (opvragen stukken, advies aanvragen kadaster, beslissing nemen, al naargelang het geval), zodat bij de nieuwe bezwaarschriften geen achterstand wordt opgebouwd. Voorheen werd sterker vastgehouden aan het First-in-first-out-principe. Ook de principes van FOBO werden herbekeken, mede na een externe procesanalyse. Eind 2011 heeft een bijsturing van het organisatiemodel plaatsgevonden om tegemoet te komen aan eventuele inefficiënties die in het FOBO principe verankerd zaten en die sterk tot uiting kwamen bij bepaalde dossiertypes. Eenvoudige, snel te behandelen dossiers stromen voortaan minder diep de organisatie binnen en worden onmiddellijk binnen een aparte afdeling afgehandeld, zodat kortere doorlooptijden gerealiseerd kunnen worden, en burgers minder lang op hun antwoord hoeven te wachten. Voor moeilijke vragen daarentegen is het voor de burger ook beter aanvaardbaar dat een zekere behandeltijd nodig is om een grondig onderzoek te voeren. Zoals geweten zijn de dossiers met een behandeltermijn van meer dan 6 maand voornamelijk dossiers waarvoor het advies van het kadaster werd gevraagd. Op regelmatige tijdstippen wordt het kadaster nu aangespoord om dossiers, die al lange tijd bij het kadaster in behandeling zijn, af te werken en het advies aan VLABEL over te maken. Dit zorgt er ook voor dat oude hangende bezwaarschriften alsnog kunnen worden afgewerkt.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

53

Voor de geschillen zijn er voor het eerst in uitvoering van de beheersovereenkomst voor 2011 indicatoren. Deze worden verwerkt in het jaarverslag 2011. Er worden cijfers aangeleverd voor vier indicatoren: de nieuwe geschillen, de hangende geschillen, het aantal positieve uitspraken en het aantal negatieve uitspraken. Voor de heffingen die deel uitmaken van het VFP (onroerende voorheffing, verkeersbelasting, planbatenheffing en leegstandsheffing bedrijfsruimten vanaf aanslagjaar 2008) zijn deze het resultaat van één enkel rapport dat gebaseerd is op de informatie die aan elk dossier wordt toegevoegd. In 2011 werd dan ook een belangrijke inspanning geleverd om ook retroactief deze kerninformatie aan de dossiers toe te voegen waar dat nog niet gebeurd was. De betwiste bedragen worden niet systematisch bijgehouden voor de geschillen. Aan de hand van de betwiste kohierartikels kan het betwist bedrag uit de administratieve fase (wat bijna steeds zal overeenstemmen met het betwist bedrag in de gerechtelijke fase) wel worden samengesteld. Op zich is de precedentswaarde van een gerechtelijke uitspraak van minstens even groot belang voor de administratie als het betwiste bedrag. 6. VLABEL dient prioriteit te geven aan bezwaardossiers met hoge betwiste bedragen, om hoge moratoriumintresten te vermijden. Reactie: De dossiers met hoge betwiste bedragen zijn vaak de complexere dossiertypes waarbij dikwijls de gehele aanslag wordt betwist, in tegenstelling tot vaak eenvoudigere dossiers waar veelal slechts een gedeelte van de aanslag, bvb. een niet verkregen vermindering, aanleiding is tot betwisting. Bij de screening van de binnenkomende bezwaarschriften worden dossiers met hoge betwiste bedragen gemarkeerd, zodat een aantal deelaspecten van het onderzoek sneller kunnen gebeuren. Zo kunnen in deze dossiers snel de nodige bewijsstukken of advies aan het kadaster worden gevraagd. Het dossieropvolgingssysteem voorziet nu ook in een monitoring op bedrag. Op deze manier kan de stand van zaken in deze dossiers ook dagelijks worden opgevolgd. Dankzij de aanvullende opleiding konden bovendien extra medewerkers worden ingeschakeld op deze complexere types. Dit leidt ertoe dat ervaren medewerkers de nodige aandacht kunnen besteden aan de dossiers met hoge betwiste bedragen, waardoor deze sneller kunnen worden afgehandeld. VLABEL heeft vastgesteld dat vooral de intresten ingevolge bezwaar bij proportionele vermindering wegens improductiviteit van materieel en outillage hoog oplopen, omdat voornamelijk grote bedrijven deze vermindering aanvragen. Verscheidene firma’s betalen de verstuurde aanslag meteen en wachten daarna de uiterste indieningsdatum af, alvorens een bezwaar in te dienen. Zo wordt de termijn voor uitbetaling van eventuele intresten in bepaalde gevallen bewust gemaximaliseerd door de belastingplichtige. De bezwaartermijn voor deze dossiers loopt immers tot 31/03 van het jaar volgend op het aanslagjaar. Om dit tegen te gaan zal de Vlaamse Belastingdienst de aanslagen voor aanslagjaar 2012 van deze grote bedrijven, waarvoor voor een vorig aanslagjaar het bezwaar werd ingewilligd, pas in december versturen: zo wordt de termijn voor uitbetaling van eventuele interesten ingekort, zonder echter aan de rechten van de belastingplichtige te raken. De belastingplichtige is immers beter dan wie ook op de hoogte van de gebruiksduur van zijn materieel en outillage en kan zijn bezwaardossier sowieso volledig samenstellen gedurende het kalenderjaar, ongeacht of hij het aanslagbiljet al ontvangen heeft of niet. Een proportionele vermindering kan niet automatisch worden toegekend door VLABEL, zodat het voor de belastingplichtige op voorhand vaststaat dat hij een aanslagbiljet voor het volledig bedrag zal ontvangen. Hij blijft ook over de volledige bezwaartermijn van drie maanden beschikken. 7. De regelgeving en procedures moeten regelmatig op hun efficiëntie worden getoetst en eventueel bijgestuurd, bv. de complexe proportionele vermindering wegens improductiviteit van materieel en outillage. VLABEL dient deze regelgeving en procedures verder toe te lichten op zijn website. In


54

Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

afwachting van een vereenvoudiging van de regelgeving dient VLABEL bij bezwaarschriften wegens improductiviteit zo snel mogelijk op te treden en de verantwoordingsstukken op te vragen. Reactie: Wat de dossiers rond improductiviteit van materieel en outillage betreft, werd de interne werkwijze ondertussen aangepast. Waar vroeger deze dossiers systematisch naar het Kadaster werden overgemaakt voor advies (wat dikwijls resulteerde in lange afhandeltijden), vraagt VLABEL nu zelf eerst de nodige bewijsstukken op via een aangepast formulier waarop, afhankelijk van het dossier, duidelijk wordt meegedeeld welke stukken er precies moeten worden overgemaakt aan VLABEL. De aanvragen met betrekking tot materieel en outillage worden nu ook apart getypeerd (BZWPMO) zodat zij gemakkelijker op te volgen zijn. De bewijsstukken kunnen zo ook snel na ontvangst van de aanvraag worden opgevraagd, zodat de behandeltermijn verkort wordt. Op de problematiek van materieel en outillage, ga ik hierboven in deze beleidsbrief reeds in. 8. Gelet op het groot aantal fouten in de perequatiedossiers, dient VLABEL deze dossiers systematisch verder te controleren. Reactie: Ik beperk mij voor deze aanbeveling tot verwijzing naar de reactie van VLABEL, waar ik volledig achter sta: uiteraard is dit een nuttige controle die zijn deugdelijkheid heeft bewezen, en dan ook onverkort verder zal worden gezet. 9. Aangekondigde beleidsmaatregelen dienen de nodige aandacht te krijgen, bv. inzake de sociale verhuurkantoren.

Reactie: Ik blijf uitgaan van het algemene principe dat beleidsmaatregelen voldoende moeten uitgekristalliseerd zijn vooraleer er op definitieve wijze over te laten communiceren door mijn administratie, om geen verkeerde verwachtingen te wekken bij belastingplichtigen die ik achteraf alvast technisch niet kan waarmaken. Voor wat betreft mijn intentie om de verminderde OV van toepassing te verklaren op woningen verhuurd door bemiddeling van de sociale verhuurkantoren, verwijs ik naar de stand van zaken die ik hier verder rond geef in deze beleidsbrief. BRON: Onderzoek naar het beheer van schadedossiers door het VFLD (thematisch financieel onderzoek), rekeningenboek over 2010, Parl. St. Vl. Parl. 2011-2012, nr. 36/1.

1. Door een betere definiëring van de gebruikte terminologie in zijn nieuwe regelgeving op te nemen kan het VFLD verkeerde interpretaties door de beleidsdomeinadministraties voorkomen. Reactie: In deze beleidsbrief verduidelijk ik reeds dat in de nieuwe regelgeving de nodige definities werden opgenomen. 2. Het VFLD kan in toekomstige bevragingsfiches de beleidsdomeinen verzoeken de procentuele kans op veroordeling voor alle schadedossiers in te schatten. Reactie: Deze suggestie werd opgenomen, met dien verstande dat – wil deze inschatting redelijk blijven – ze nooit individueel zal mogen tegengeworpen worden (anders gaan de beleidsdomeinen voorzichtigheidshalve toch tenderen naar 100 % veroordelingkans). Bovendien spreekt het vanzelf dat – om de rechten van de Vlaamse Gemeenschap te beschermen, deze informatie nooit kan worden vrijgegeven of openbaar worden gemaakt. 3. De Vlaamse overheid heeft nood aan een centrale databank waarin de status van geschillendossiers kan worden geconsulteerd.

Reactie: Destijds heeft de Vlaamse decreetgever specifiek gesteld dat de taak van het VFLD zich beperkte tot een gedeelte van de lasten van het verleden te “financieren”, en niet “een gedeelte van de lasten van het verleden over te nemen”. Hoewel de jaarlijkse financiële consequenties voor het VFLD


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

55

dezelfde zijn, is het verschil ten gevolge van deze woordkeuze wel groot naar zowel het beheer als de wijze van boeking van deze lasten van het verleden. Had de decreetgever destijds bepaald dat het VLFD een deel van de lasten van het verleden diende over te nemen, dan zou het aanleggen van een centrale databank voor geschillen de verantwoordelijkheid zijn van het VFLD. De decreetgever heeft echter door de bewoordingen van het decreet juist de beleidsdomeinen bewust verantwoordelijk gelaten voor de opvolging en de afhandeling van de juridische dossiers. Dit principe werd trouwens verder doorgetrokken in de BBB-hervorming. Het aanleggen van dergelijke databanken, zijn dus eerder per verantwoordelijke entiteit te voorzien, en niet door het VFLD. 4. Dankzij een redelijke raming van de schadelast van de hangende geschillen, zou het VFLD gesplitste kredieten in haar begroting kunnen opnemen en voorzieningen aanleggen in de bedrijfseconomische rekening. Reactie: De aanleg van een vastleggingskrediet en ordonnanceringskrediet per (potentieel) schadedossier gaat in tegen de belangen van de Vlaamse Gemeenschap, omdat dit essentiële informatie vrijgeeft over de verlieskansen, die het VFLD acht (die daar bovendien eigenlijk niet aansprakelijk voor is). Tijdens de parlementaire besprekingen rond het VFLD werd gesteld dat het niet aangewezen was accurate, individuele informatie over de inschatting van de consequenties van juridische geschillen vrij te geven. Een juridische tegenstander, die zijn kansen moet afwegen of hij al dan niet verder gaat in de procesgang en met welke elementen hij daarbij rekening moet houden, zou op die manier via de begroting informatie van voor hem onschatbare waarde in handen krijgen. Dat is ook de reden, waarom de begroting globaal wordt opgesteld en niet gedetailleerd per individueel potentieel schadegeval. BRON: Onderzoek van de Vlaamse begroting voor 2012, Parl. St. Vl. Parl. 2011-2012, nr. 16/1. 1. Het Rekenhof beveelt aan duidelijker richtlijnen te hanteren voor de koppeling van begrotingskredieten aan doelstellingen en sturing te geven aan de evolutie naar een prestatiebegroting. Daarbij wordt het best eerst de doelstellingenkoppeling van de programma’s verbeterd (niveau beleidsdomein/beleidsveld) om daarna af te dalen naar de doelstellingenkoppeling van de begrotingsartikelen of deelprogramma's (niveau organisatievorm/entiteit). Het is raadzaam de programma’s te koppelen met de beleidsdoelstellingen (beleidsnota of -brief) en de begrotingsartikelen te koppelen met uit de beleidsdoelstellingen afgeleide organisatiedoelstellingen (beheers- of managementovereenkomst).

Reactie: Zoals in deze beleidsbrief gesteld, werd bij de begrotingsopmaak 2012 voor de algemene uitgavenbegroting en de uitgavenzijde van de DAB-begrotingen een tussenniveau ingevoegd tussen de begrotingsprogramma’s en de basisallocaties, met name het begrotingsartikel. Het begrotingsartikel vervangt de basisallocatie als basisniveau voor de budgetcontrole van de uitgaven en vormt een eerste stap in de richting van een prestatiegerichte begroting. Bij de begrotingsopmaak 2013 worden zowel de algemene uitgavenbegroting, de algemene middelenbegroting als de DAB-begrotingen volledig opgesteld aan de hand van begrotingsartikelen. In de memorie van toelichting bij deze begroting wordt gepoogd de band tussen de beleids- en beheersdocumenten te expliciteren Zo wordt per beleidsdomein de huidige programma- en artikelstructuur in de mate van het mogelijke gekoppeld aan de beleids- en beheersdocumenten. Ook bij de bespreking van de begrotingen van de DAB’s en rechtspersonen wordt toegelicht hoe budgettaire middelen bijdragen tot de realisatie van de doelstellingen. Indien mogelijk wordt de te verwachten evolutie van outputindicatoren die gelinkt zijn aan de begrotingsartikelen (of begrotingen) uiteengezet. Het is de bedoeling om voor de begrotingsopmaak 2014 een nieuw kader voor de programma- en artikelstructuur op te stellen, en dit consistent, vanuit één visie, toe te passen voor alle beleidsdomeinen. Hierdoor moeten de begrotingsdocumenten nog beter en op een zelfde niveau van aggregatie kunnen afgestemd worden met de beleids- en beheersdocumenten. Hierbij zal ook onderzocht worden of het gebruik van beleidsvelden, in plaats van de strategische doelstellingen uit de


56

Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

beleidsnota’s, een meer stabielere en overkoepelende basis voor begrotingsprogramma’s kunnen vormen. De huidige indeling van de beleidsvelden is geregeld met het organisatiebesluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005. 2. Meer eenduidigheid aanbevolen in het begrippenkader en de methodiek van doelstellingformulering en verdere concretisering van de doelstellingen door genormeerde en meetbare indicatoren. Reactie: In het globaal kader dat voor de programma- en artikelstructuur wordt opgesteld (cfr.supra 1.) zal begrippenkader, methodiek en gebruik van indicatoren worden uitgewerkt.

Bijlage 2: Overzicht gevolgen arresten Grondwettelijk Hof en Hof van Justitie Hierna volgt een overzicht van de arresten van het Grondwettelijk Hof en van het Hof van Justitie van het voorbije werkjaar met een rechtstreekse impact op de Vlaamse regelgeving. Ongetwijfeld een belangrijk geheel van arresten wordt gevormd door het arrest van het Grondwettelijk Hof (Grondwettelijk Hof 22 maart 2012, nr. 48/2012) en het arrest van het Hof van Justitie inzake meeneembaarheid (Hof van Justitie 1 december 2011, C 250/08). Het heuglijke nieuws dat meeneembaarheid de Europese toets kon doorstaan, werd al gauw getemperd door een voorwaardelijk vernietigingsarrest van het Grondwettelijk Hof. De Vlaamse regelgever stond daarmee voor een complexe opgave; een ongelijkheid (volgens het Grondwettelijk Hof) door de wisselwerking tussen btw en registratierechten moest worden geremedieerd in de Vlaamse regelgeving aangaande registratierechten. De regelgeving inzake registratierechten werd in geval van een teruggaveverrichting verduidelijkt in die zin dat niet de oorspronkelijk betaalde rechten worden teruggegeven maar wel de rechten betaald op de nieuwe aankoop ten belope van deze oorspronkelijk betaalde rechten. Een tussengekomen (van registratierechten vrijgestelde) btw-aankoop zal de keten van aankopen en verkopen van woningen-hoofdverblijfplaats niet langer doorbreken waardoor het potentieel aan meeneembare rechten nog kan worden meegenomen naar een op de btw-aankoop volgende aankoop van een woning-hoofdverblijfplaats. Zo werd tegelijk tegemoetgekomen aan de opmerkingen van het Grondwettelijk Hof enerzijds en aan de argumenten van het Hof van Justitie m.b.t. de samenhang van belastingstelsels anderzijds.


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1 Bijlage 3 bij de Regelgevingsagenda

57

Beleidsbrief

Financiën

en

Begroting

van

Minister

Muyters:

Regelgevingsagenda: Financiën en Begroting Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 21 oktober 2010 tussen Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het Protocol dat op 21 oktober 2010 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden werd ondertekend tot wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ter uitvoering van artikel 4, § 4, van de bijzonder wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire

Bekrachtiging Vlaamse

Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

7/9/2012

7/09/2012

Goedkeuring conceptnota Vlaamse Regering: nvt

Decreet tot wijziging van de artikelen 7bis en 12 van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de hefffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet, overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

7/09/2012

07/09/2012


Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen en van het koninklijk besluit van 9 januari 1995 tot uitvoering van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

58

rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet, overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993, wat betreft de modaliteiten van het rittenblad Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

7/09/2012

7/09/2012


Inwerkingstreding: aanslagjaar 2013

Decreet houdende instemming met 1° de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Rwanda tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontduiken en het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en het protocol, ondertekend te Kigali op 16 april 2007, zoals gewijzigd door het protocol, ondertekend te Brussel op 17 mei 2010, 2° het protocol tot wijziging van de onder 1° vermelde overeenkomst, ondertekend te Brussel op 17 mei 2010 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

14/09/2012

14/09/2012


Decreet houdende instemming met het akkoord tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van Montserrat, zoals gemachtigd door de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittanië en Noord-Ierland, inzake de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden, ondertekend te Londen op 16 februari 2010 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

25/05/2012

25/05/2012


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

59


Decreet houdende instemming me 1° de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en Japan, tot het vermijden van dubbele belasting inzake belastingen naar het inkomen, en het protocol, ondertekend te Tokio op 28 maart 1968, zoals gewijzigd door de protocollen van 9 november 1988 en 26 januari 2010 2° het protocol tot wijziging van de onder 1° vermelde overeenkomst, ondertekend te Brussel op 9 november 1988, 3° het protocol tot wijziging van de onder 1° vermelde overeenkomst, zoals gewijzigd, ondertekend te Brussel op 26 januari 2010 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

14/09/2012

14/09/2012


Decreet houdende instemming met het akkoord tussen het Koninkrijk België en Grenada inzake de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden, ondertekend te Brussel op 15 en 18 maart 2010 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

25/05/2012

25/05/2012


Decreet houdende instemming met het akkoord tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van het Gemenebest van Dominica inzake de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden, ondertekend te Brussel op 26 februari 2010 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

25/05/2012

25/05/2012


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

60 Goedkeuring conceptnota Vlaamse Regering: nvt

Decreet houdende instemming 1°de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Democratische Republiek Congo tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontduiken en het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 23 mei 2007, zoals gewijzigd door het protocol, ondertekend te Kinshasa op 16 juli 2010; 2° het protocol tot wijziging van de onder 1°vermelde overeenkomst, ondertekend te Kinshasa op 16 juli 2010. Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

14/09/2012

14/09/2012


Decreet houdende instemming met het akkoord tussen het Koninkrijk België en Antigua & Barbuda inzake de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden, ondertekend te Brussel op 7 december 2009 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

15/06/2012

15/06/2012


Decreet houdende instemming met het akkoord tussen het Koninkrijk België en Anguilla inzake de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden, ondertekend te Brussel op 11 mei 2010 en In The Valley (Anguilla) op 24 september 2010 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

15/06/2012

15/06/2012


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

61


Decreet houdende instemming met 1° de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Tsjechische Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen en het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen en het protocol, ondertekend te Brussel op 16 december 1996, zoals gewijzigd door het protocol van 15 maart 2010, 2° het protocol bij de overeenkomst, vermeld onder 1°, ondertekend te Brussel op 15 maart 2010 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

25/05/2012

25/05/2012


Decreet houdende instemming met 1° de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek San Marino tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontduiken van belasting inzake belastingen naar het inkomen, en het protocol, ondertekend te San Marino op 21 december 2005, zoals gewijzigd door het protocol van 14 juli 2009, 2° het protocol bij de overeenkomst, vermeld onder 1°, ondertekend te Brussel op 14 juli 2009 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

25/05/2012

25/05/2012


Decreet houdende instemming met 1° de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Oostenrijk tot het vermijden van dubbele belasting en tot regeling van sommige andere aangelegenheden inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met inbegrip van de ondernemingsbelasting en de grondbelastingen, ondertekend te Wenen op 29 december 1971, zoals gewijzigd door het protocol en het aanvullend protocol van 10 september 2009, 2° het protocol en het aanvullend protocol


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

62

tot wijziging van de overeenkomst, vermeld onder 1°, beide ondertekend te Brussel op 10 september 2009 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

25/05/2012

25/05/2012


Decreet houdende instemming met 1° de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Noorwegen tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Oslo op 14 april 1988, zoals gewijzigd door het protocol van 10 september 2009, 2° het protocol tot wijziging van de overeenkomst, vermeld onder 1°, ondertekend te Brussel op 10 september 2009 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

25/05/2012

25/05/2012


Decreet houdende instemming met 1° de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Staat Malta tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting, en het protocol, ondertekend te Brussel op 28 juni 1974, zoals gewijzigd door de aanvullende overeenkomst van 23 juni 1993 en het protocol van 19 januari 2010 2° de aanvullende overeenkomst tot wijziging van de overeenkomst vermeld onder 1°, ondertekend te Brussel op 23 juni 1993, 3° het protocol tot wijziging van de overeenkomst, vermeld onder 1°, zoals gewijzigd door de aanvullende overeenkomst, vermeld onder 2°, ondertekend te Brussel op19 januari 2010 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

25/05/2012

25/05/2012



Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

63

Decreet houdende instemming met het akkoord tussen het Koninkrijk België en het Vorstendom Liechtenstein inzake de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden, en het protocol, ondertekend te Brussel op 10 november 2009 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

25/05/2012

25/05/2012


Decreet houdende instelmming met 1° de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek IJsland tot het vermijden van dubbele belasting en tot het vermijden van het ontduiken van belasting inzake de belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en het protocol, ondertekend te Brussel op 23 mei 2000, zoals gewijzigd door het protocol, ondertekend te Brussel op 15 september 2009, 2° het protocol tot wijziging van de overeenkomst, vermeld onder 1°, ondertekend te Brussel op 15 september 2009 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

25/05/2012

25/05/2012


Decreet houdende instemming met 1° de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Helleense Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Athene op 25 mei 2004, zoals gewijzigd door het protocol van 16 maart 2010, 2° het protocol tot wijziging van de overeenkomst, vermeld onder 1°, ondertekend te Brussel op 16 maart 2010 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

25/05/2012

25/05/2012



Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

64

Decreet houdende instemming met het akkoord tussen België en Gibraltar inzake de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden, ondertekend te Parijs op 16 december 2009 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

25/05/2012

25/05/2012


Decreet houdende instemming met 1° de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Finland tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 18 mei 1976, zoals gewijzigd door de aanvullende overeenkomst van 13 maart 1991 en het protocol van 15 september 2009, 2° de aanvullende overeenkomst tot wijziging van de overeenkomst, vermeld onder 1°, ondertekend te Brussel op 13 maart 1991, 3° het protocol tot wijziging van de overeenkomst, vermeld onder 1°, zoals gewijzigd door de aanvullende overeenkomst, vermeld onder 2°, ondertekend te Brussel op 15 september 2009 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

25/05/2012

25/05/2012


Decreet houdende instemming met 1° de overeenkomst tussen België en Denemarken tot het vermijden van dubbele belasting en tot regeling van sommige andere aangelegenheden inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 16 oktober 1969, zoals gewijzigd en aangevuld door de protocollen van 27 september 1999 en 7 juli 2009, 2° het protocol tot wijziging van de overeenkomst, vermeld onder 1°, ondertekend te Kopenhagen op 27 september 1999, 3° het protocol te wijziging van de overeenkomstl, vermeld onder 1°, zoals gewijzigd, ondertekend te Brussel op 7 juli 2009 Status van het initiatief: Lopend


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

65

1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

25/05/2012

25/05/2012


Decreet houdende instemming met het akkoord tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van het Prinsdom Andorra inzake de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden, het bijvoegsel I en het protocol, ondertekend te Brussel op 23 oktober 2009 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

25/05/2012

25/05/2012


Decreet houdende instemming met 1° de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Korea tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belasting naar inkomen, en het protocol, ondertekend te Brussel op 29 augustus 1977, zoals gewijzigd door de aanvullende overeenkomst van 20 april 1994 en het protocol van 8 maart 2010 2° de aanvullende overeenkomst tot wijziging van de onder 1° vermelde overeenkomst, ondertekend te Brussel op 20 april 1994 3° het protocol tot wijziging van de onder 1° vermelde overeenkomst, zoals gewijzigd, ondertekend te Brussel op 8 maart 2010 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

14/9/2012

14/09/2012


Decreet houdende instemming met 1° de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de regering van de Republiek Singapore tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, en het


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

66

protocol ondertekend te Singapore op 6 november 2006, zoals gewijzigd door het protocol van 16 juli 2009, 2° het protocol tot wijziging van de onder 1° vermelde overeenkomst, ondertekend te Brussel op 16 juli 2009 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

14/9/2012

14/09/2012


Decreet houdende instemming met het akkoord tussen het Koninkrijk België en Saint Vincent en de Grenadines inzake de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

2/03/2012

2/03/2012


Decreet houdende instemming met het akkoord tussen het Koninkrijk België en Saint Christopher (Saint Kitts) en Nevis inzake de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

2/03/2012

2/3/2012


Decreet houdende instemming met het akkoord tussen het Koninkrijk België en Saint Lucia inzake de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden Status van het initiatief: Lopend


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

67

1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

2/3/2012

2/3/2012


Decreet houdende instemming met het akkoord tussen het Koninkrijk België en het Gemenebest van de Bahama's inzake de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

2/3/2012

2/3/2012


Decreet houdende instemming met : 1° de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Bondsrepubliek Duitsland tot voorkoming van dubbele belasting en tot regeling van sommige andere aangelegenheden inzake belastingen van inkomen en van vermogen met inbegrip van de ondernemingsbelasting en de grondbelastingen, en van het Slotprotocol, ondertekend te Brussel op 11 april 1967, zoals gewijzigd door de aanvullende overeenkomst, ondertekend te Brussel op 5 november 2002, en door het Protocol, ondertekend te Brussel op 21 januari 2010; 2° het Protocol tot wijziging van de overeenkomst en het Slotprotocol, zoals gewijzigd, vermeld onder 1°, ondertekend te Brussel op 21 januari 2010 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

09/12/2011

09/12/2011

4/05/2012

1/06/2012

13/07/2012

30/08/2012


Besluit van de Vlaamse Regering houdende de plicht tot invoering van het centraal kasbeheer voor de eigen vermogens bij de IVA 's ANB en INBO


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

68 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

08/06/2012

nvt


Decreet van decreet houdende tweede aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

11/5/2012

15/5/2012

13/7/2012


Decreet houdende tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

11/5/2012

14/5/2012

13/7/2012


Decreet houdende de omzetting van de richtlijn 2010/24/EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

23/12/2011

16/03/2012

13/7/2012

13/7/2012



Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

69

Decreet houdende diverse bepalingen betreffende financiën en begroting Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

1/6/2012

20/7/2012

03/09/2012


Inwerkingstreding: dag na publicatie met uitzonderingen

Decreet houdende instemming met 1. het verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in fiscale aangelegenheden, en de bijlagen A, B en C, opgemaakt in Straatsburg op 25 januari 1988 en ondertekend op 7 februari 1992, en 2. het protocol tot wijziging van het verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in fiscale aangelegenheden, opgemaakt in Parijs op 27 mei 2010 en ondertekend op 4 april 2011 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

21/10/2011

21/10/2011

11/05/2012

1/06/2012

Goedkeuring conceptnota Vlaamse Regering: 21/05/2010 en 25/02/2011 (machtiging tot ondertekening)

Implementatie (uitvoeringsbesluiten: nieuw initiatief, omzendbrief, ...): niet ingevuld

Andere: .

Decreet tot wijziging van de artikelen 95 en 97 van het decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2010 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad



Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

70 Implementatie (uitvoeringsbesluiten: nieuw initiatief, omzendbrief, ...): niet ingevuld

Andere: niet ingevuld

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de controle en de single audit Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

1/06/2012

7/09/212

nvt

07/09/2012




Inwerkingstreding: dag na publicatie BS met uitz. van art. 4

Decreet houdende Vlaamse Codex Fiscaliteit Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

Goedkeuring conceptnota Vlaamse Regering: mededeling VR 25/05/2012



Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 2010 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

11/05/2012

02/08/2012


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

71




Inwerkingstreding: 01/01/2010

Diverse nieuwe of gewijzigde dubbelbelastingverdragen, protocollen en specifieke akkoorden inzake het uitwisselen van inlichtingen ("Tax Information Exchange Agreements"; TIEA) Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

2/03/2012

2/03/2012

niet ingevuld

niet ingevuld



Andere: Voor de regelgevingsagenda van de gemengde fiscale verdragen (dubbelbelastingsverdragen), verwijzen wij naar de regelgevingsagenda van het departement Internationaal Vlaanderen.

Inwerkingstreding: niet ingevuld

Decreet tot wijziging van artikel 257, 258 en 376 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 en artikel 7 van het decreet houdende bepalingen van de aanpassing van de begroting 2008 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

20/07/2012



Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

72 Implementatie (uitvoeringsbesluiten: nieuw initiatief, omzendbrief, ...): niet ingevuld


Decreet van decreet houdende eerste aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012 Status van het initiatief: Lopend 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

23/03/2012

27/03/2012

01/06/2012





Decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen België en Qatar tot het vermijden van dubbele belasting (2007) Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad


Decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen België en Oman tot het vermijden van dubbele belasting (2008) Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad



Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

73

Decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen België en Oeganda tot het vermijden van dubbele belasting (2007) Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad


Decreet houdende instemming met het Tweede protocol tot wijziging van de overeenkomst tussen België en Nieuw-Zeeland tot het vermijden van dubbele belasting (2009) Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad


Decreet houdende instemming met het Protocol tot wijziging van de overeenkomst tussen België en Maleisië tot het vermijden van dubbele belasting (2009) Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad


Decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen België en Macau tot het vermijden van dubbele belasting (2006) Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1


Decreet houdende instemming met de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Bahrein tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontduiken van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en het protocol (2007), en Protocol tot wijziging van de overeenkomst tussen België en Bahrein tot het vermijden van dubbele belasting (2009) Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad


Decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen België en Bahrein tot het vermijden van dubbele belasting (2007) Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

Decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen België en de Bahamas inzake de uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot belastingaangelegenheden (2009) Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad


Decreet houdende instemming met het Tweede protocol tot wijziging van de overeenkomst tussen België en Australië tot het vermijden van dubbele belasting (2009) Status van het initiatief: In voorbereiding


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

75

1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad


Decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen België en Moldavië tot het vermijden van dubbele belasting (2008) Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad


Decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen België en het Eiland Man tot het vermijden van dubbele belasting (2009) Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad


Decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen België en het Eiland Man tot het vermijden van dubbele belasting (2009) Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad


Decreet houdende instemming met het Avenant tot wijziging van de overeenkomst tussen België en Spanje tot het vermijden van dubbele belasting (2009)


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

76 Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad


Decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen België en Tadzjikistan tot het vermijden van dubbele belasting (2009) Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad


Decreet houdende instemming met de overeenkomst tussen België en de Seychellen tot het vermijden van dubbele belasting (2006) en protocol tot wijziging van de overeenkomst (2009) Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad


Decreet houdende wijziging van de bepalingen inzake kas-, schulden waarborgbeheer om financiering PPS te flexibiliseren Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

niet ingevuld

niet ingevuld

niet ingevuld

niet ingevuld

niet ingevuld

Goedkeuring conceptnota Vlaamse Regering: niet ingevuld




Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

77


Gefaseerde herverdeling van de opdeciem op de verkeersbelasting om de impact van leasingmaatschappijen (doorbraak 11 interne staatshervorming) Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

niet ingevuld

niet ingevuld

niet ingevuld

niet ingevuld

niet ingevuld





Objectief kosten doorrekenen mobiliteit (kilometerheffing+wegenvignet) Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

niet ingevuld

niet ingevuld

niet ingevuld

niet ingevuld

niet ingevuld





Decreet overname van de dienst van de registratieen successierechten in eigen beheer Status van het initiatief: In voorbereiding


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

78 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad





Decreet houdende invoering van een huiskorting Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad



Besluit van de Vlaamse Regering betreffende algemene regels inzake de toekenning van subsidies Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt






Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

79

Decreet houdende uitbreiding doelgroep sociaal tarief onroerende voorheffing SVK's Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad




Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 2011 Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad





Decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2013 Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt





Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

80 Inwerkingstreding: 01/01/2013

Decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2013 Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt





Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2013 Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt





Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2014 Status van het initiatief: In voorbereiding


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

81

1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt





Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2013 Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad





Decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2014 Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt



Andere:

niet ingevuld


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1


Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2013 Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad





Decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2014 Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt





Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2014 Status van het initiatief: In voorbereiding


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

83

1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad





Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2014 Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt





Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2013 Status van het initiatief: In voorbereiding 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt





Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1


Decreet houdende instemming met (1°) de overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Volksrepubliek China tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontduiken van belasting inzake belastingen naar het inkomen, en het protocol, ondertekend te Brussel op 7 oktober 2009, en (2°) de briefwisseling van 30 mei en 11 juli 2011 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

9/12/2011

9/12/2011

11/05/2012

01/06/2012

13/07/2012

10/09/2012



Decreet houdende instemming met 1° de overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting naar het inkomen en naar vermogenswinsten, ondertekend te Brussel op 1 juni 1987, gewijzigd door het protocol van 24 juni 2009, 2° het protocol tot wijziging van de overeenkomst vermeld onder 1°, ondertekend te Parijs op 24 juni 2009 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

9/12/2011

9/12/2011

4/05/2012

1/06/2012

13/07/2012

11/09/2012



Decreet houdende instemming met 1° de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg tot het vermijden van dubbele belasting en tot regeling van sommige andere aangelegenheden inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, en het desbetreffende slotprotocol, ondertekend te Luxemburg op 17


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

85

september 1970, zoals gewijzigd door de avenanten van 11 december 2002 en 16 juli 2009; 2° het avenant tot wijziging van de overeenkomst, zoals eerder gewijzigd, vermeld onder 1°, met de daarbij gevoegde briefwisseling, ondertekend te Brussel 16 juli 2009 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

9/12/2011

9/12/2011

4/05/2012

1/06/2012

13/07/2012

6/09/2012



Decreet houdende instemming met 1° het verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met protocol I en II, ondertekend te Luxemburg op 5 juni 2001, zoals gewijzigd door het protocol, ondertekend te Berlijn op 23 juni 2009, 2° het protocol tot wijziging van het verdrag en de protocollen, vermeld onder 1°, ondertekend te Berlijn op 23 juni 2009 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

9/12/2011

9/12/2011

4/05/2012

1/06/2012

13/07/2012

6/09/2012



Decreet houdende instemming met 1° de overeenkomst tussen België en Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting en tot regeling van wederzijdse administratieve en juridische bijstand inzake inkomstenbelastingen, ondertekend te Brussel op 10 maart 1964 en gewijzigd door de avenanten van 15 februari 1971, 8 februari 1999, 12 december 2008 en 7 juli 2009; 2° het avenant tot wijziging van de overeenkomst, zoals eerder gewijzigd, vermeld onder 1°, ondertekend te Brussel op 7 juli 2009 Status van het initiatief: Afgewerkt


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1


2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

9/12/2011

9/12/2011

4/05/2012

1/06/2012

13/07/2012

10/09/2012



Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

11/5/2012

25/5/2012

25/5/2012

13/7/2012

24/7/2012


Inwerkingstreding: 25/7/2012 met uitzonderingen

Decreet houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

27/2/2012

9/3/2012

17/4/2012

13/7/2012

23/7/2012



Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering betreffende de financiën en de begrotingen Status van het initiatief: Afgewerkt


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

87

1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

9/03/2012

9/03/2012

1/06/2012

nvt

1/06/2012

12/07/2012



Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de schalen van de administratieve boete inzake eurovignet Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

17/10/2010

18/03/2011

nvt

18/03/2011

5/04/2011





Decreet houdende diverse fiscale en financiële bepalingen Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

29/10/2010

21/01/2011

23/03/2011

8/07/2011

20/07/2011






Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

88

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 1995 houdende vaststelling van de regelen betreffende de werking en het beheer van het Vlaams Fonds voor de Lastendelging. Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

niet ingevuld nvt

22/07/2011

27/01/2012

nvt

27/01/2012

22/02/2012





Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 februari 2006 houdende de modaliteiten tot invoering van het centraal kasbeheer voor de Vlaamse verzelfstandigde agentschappen opgericht ingevolge het decreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, wat betreft de rekeningstructuur en de CFOafrekening Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

17/12/2011

01/04/2011

nvt

1/04/2011

21/06/2011





Decreet houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof Status van het initiatief: Afgewerkt


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

89

1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

8/12/2010

8/07/2011

05/08/2011


Implementatie (uitvoeringsbesluiten: nieuw initiatief, omzendbrief, ...): verschillende uitvoeringsbesluiten



Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 1995 betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

21/01/2011

06/05/2011

nvt

6/05/2011

18/05/2011





Decreet houdende de overname van de dienst van de verkeersbelastingen Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

21/10/2011

16/12/2011

17/01/2012

16/03/2012

5/04/2012




Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

90 Andere: niet ingevuld


Besluit van de Vlaamse Regering tot herlibellering in de begroting van de Vlaamse Gemeenschap van namen van entiteiten en programma's betrekking hebbend op kabinetsbegrotingen en aanduiding van de kenletter van ordonnancerend minister in begrotingsdocumenten Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

13/07/2009

nvt

13/07/2009

22/07/2009





Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de boekhoudregels en de aanrekeningsregels die van toepassing zijn op de vlaamse ministeries, en betreffende de controle op de vastleggingskredieten Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

15/07/2011

15/07/2011

14/10/2011

nvt

14/10/2011

01/03/2012






Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

91

Decreet houdende de wijziging van diverse bepalingen van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen betreffende de belasting op de inverkeerstelling op grond van milieukenmerken Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire

Bekrachtiging

Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Vlaamse Regering

staatsblad

15/07/2011 (VR PV

23/09/2011

18/11/2011 (VR PV

22/11/2011

17/02/2012 (VR PV

23/02/2012

2012/06 - punt 0036)

(2012035189)

2011/46 - punt 0028)

2011/29 - punt 0139)





Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 januari 2009 houdende toekenning van 3 gewestwaarborgen Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

17/07/2009

nvt

17/07/2009

19/04/2010





Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de begroting en de boekhouding van de vlaamse rechtspersonen Status van het initiatief: Afgewerkt


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1


2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

15/7/2011

15/7/2011

14/10/2011

nvt

14/10/2011

2/02/2012





Decreet houdende instemming met het protocol tot wijziging van het verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, teneinde 1) te voldoen aan richtlijn 2006/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 tot wijziging van richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen en 2) de introductie overeen te komen tussen de regeringen van het Koninkrijk Belgi, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden van een papierloos vignetsysteem in hun gemeenschappelijk stelsel voor de heffing van het gebruiksrecht, ondertekend in Brussel op 20 oktober 2010 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

15/10/2011

15/10/2012

27/05/2011

29/06/2011

9/12/2011

10/01/2012





Besluit van de Vlaamse Regering tot delegatie van de bevoegdheid tot aanwijzing van de ambtenaren, vermeld in artikel 94 van het decreet van 18 december 2009 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2010 Status van het initiatief: Afgewerkt


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

93

1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

22/01/2010

nvt

22/01/2010

23/02/2010





Decreet houdende de eindregeling van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap en van instellingen van openbaar nut voor het begrotingsjaar 2007 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

15/03/2010

16/07/2010

04/03/2011





Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van de compensatie voor de gederfde opbrengsten uit de gemeentelijke en de provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing op materieel en outillage en op energiezuinige gebouwen Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

18/06/2010

23/07/2010

nvt

23/07/2010

30/08/2010




Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1


Inwerkingstreding: aanslagjaar 2009


2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

4/05/2011

10/06/2011

29/07/2011





Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 1995 betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, en van artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 1995 betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder ressorteren Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

2/03/2012

11/05/2012

nvt

11/05/2012

19/09/2012






Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

95

Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder een waarborg kan worden verleend voor de terugbetaling van de leningen, toegestaan door het Fonds ter reductie van de globale energiekost Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

21/05/2010

9/07/2010

10/09/2010

nvt

10/09/2010

3/11/2010






2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

20/02/2012

13/07/2012

21/09/2012





Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2001 houdende regeling van de begrotingscontrole en -opmaak Status van het initiatief: Afgewerkt


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1


2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

23/07/2010

10/12/2010

nvt

10/12/2010

26/01/2011





Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van een Vlaamse controle-instantie voor de naleving van de wetten op de verkeersbelastingen en houdende wijziging van diverse bepalingen Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

17/09/2010

10/12/2010

nvt

10/12/2010

3/02/2011





Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de artikelen 140quinquies en 140sexiesvan het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en de artikelen 60/4 en 60/5 van het Wetboek der Successierechten Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

27/01/2012

2/03/2012

nvt

2/03/2012

14/03/2012



Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

97




Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2011 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

12/04/2011

12/04/2011

2/05/2011

4/05/2011

8/07/2011

25/07/2011





Decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2011 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

22/10/2010

22/10/2010

23/12/2010

29/12/2010






Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

98

Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

7/10/2012

7/10/2012

21/10/2012

26/10/2011

23/12/2011

30/12/2011


Implementatie (uitvoeringsbesluiten: nieuw initiatief, omzendbrief, ...): uitvoeringsbesluit familiale ondernemingen: Besluit van 2 maart 2012 tot uitvoering van de artikelen 140quinquies en 140sexies van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten en de artikelen 60/4 en 60/5 van het Wetboek der Successierechten; Omzendbrief familiale ondernemingen: Omzendbrief FB/201/1 van 20 juli 2012 Interpretatie van de regeling met betrekking tot overdrachten van familiale ondernemingen en vennootschappen zoals ingevoegd bij hoofdstuk 17 van het decreet van 23 december 2011



Decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2011 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

2/05/2011

4/05/2011

8/07/2011

10/04/2012






2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

16/03/2012

16/03/2012

30/03/2012

30/03/2012

1/06/2012

22/06/2012 Errata 5/7/2012


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

99





Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2011 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

2/05/2011

4/05/2011

8/07/2011

16/12/2011





Decreet houdende derde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2009 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

23/10/2009

26/10/2009

18/10/2009

26/10/2010





Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1


Decreet houdende tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2011 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

18/11/2011

21/11/2011

23/12/2011

26/01/2012





Decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2009 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

23/10/2009

26/10/2009

18/12/2009

15/10/2010





Decreet houdende tweede aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor begrotingsjaar 2011 Status van het initiatief: Afgewerkt


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

101

1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

18/11/2011

21/11/2011

23/12/2011

26/01/2012





Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2010 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

30/04/2010

18/12/2009

29/10/2009






2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

21/10/2011

25/10/2011

23/12/2011

20 /07/2012




Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1




2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

30/04/2010

18/12/2009

28/12/2009






2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

21/10/2011

25/10/2011

23/12/2011

29/12/2011






Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

103

Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de derde aanpassing van de begroting

2009 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

23/10/2009

23/10/2009

13/11/2009

13/11/2009

18/12/2009

29/01/2010





Decreet houdende de aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2010 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

30/04/2010

30/04/2010

09/7/2010

25/05/2011





Decreet houdende eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2012 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

23/03/2012

27/03/2012

1/6/2012


Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1






2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

23/10/2009

23/10/2009

13/11/2009

13/11/2009

18/12/2009

30/12/2009





Decreet houdende de aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2010 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

30/04/2010

30/04/2010

09/07/2010

13/01/2011






Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

105


2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

19/04/2010

19/4/2010

30/04/2010

30/04/2010

9/07/2010

28/07/2010





Decreet houdende tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2010 Status van het initiatief: Afgewerkt 1ste principiële

2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

15/10/2010

26/11/2010

27/05/2011






Stuk 1775 (2012-2013) – Nr. 1

106


2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

12/10/2010

12/10/2010

29/10/2010

29/10/2010

23/12/2010

31/10/2010 errata 5/7/2012






2de principiële

Definitieve

Parlementaire


Publicatie in

goedkeuring

goedkeuring

goedkeuring

behandeling

Regering

staatsblad

nvt

nvt

22/10/2010

22/10/2012

23/12/2010

27/05/2011






Beleidsprioriteiten

Recommend Documents