Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
Beleidsplan Groevenbeheer Stichting Ir. D.C. van Schaïk
Stichting Ir. D.C. van Schaïk Postbus ### 62## ## Maastricht
Bestuur: Voorzitter: Wilfred Schoenmakers Vice Voorzitter: Jim Janssen Secretaris: Moses Rathbun Penningmeester: Bram Borsboom Rekening: SNS-Bank: 92.98.12.034 Postbank: ### KBC: 745-0030689-09 Kamer van Koophandel Zuid Limburg: 14056739
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 1 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
Inleiding In 1977 is de Studiegroep Onderaardse Kalksteengroeven (SOK) opgericht door een groep geïnteresseerden. Het doel van deze groep is het doen van onderzoek in de Limburgse kalksteengroeven, beter bekend als de mergelgrotten. Deze groep heeft toen een comfortabele paraplu gevonden bij het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg. Een warm dak werd verkregen bij het Natuurhistorisch Museum in Maastricht alwaar de ledenbijeenkomsten van de SOK tot op de dag van vandaag worden gehouden. Daarnaast zijn er in de loop der jaren enkele door de SOK ingerichte tentoonstellingen over de kalksteengroeven in het museum gepresenteerd. Sinds 1977 is het SOK-ledenaantal geleidelijk aan uitgegroeid tot 130. Zij houden zich bezig met diverse studies in de kalksteengroeven. De resultaten van deze studies worden regelmatig gepubliceerd in een eigen uitgave, SOK-Mededelingen. Er staan allerhande artikelen in die de biologische, geologische, historische, aardkundige, cartografische, mijnbouwtechnische en nog vele andere onderwerpen tot studie hebben. Uit het werk dat de afgelopen jaren door de SOK verricht is, is gebleken dat de onderaardse kalksteengroeven boeiende maar ondergewaardeerde monumenten zijn die al onze zorg, studie, erkenning en bescherming verdienen. Dit is onder andere ook al onderkend door verschillende instanties en overheden waar de SOK mee in contact was en is. In april 1981 werd voor de afsluiting van de Apostelgroeve in het Maastrichtse Jekerdal een oplossing gezocht. Ook voor de Koeleboschgroeven en de Roothergroeve was een afsluitingsoplossing noodzakelijk. Dichtschuiven of -metselen van de ingang was geen opties wegens de natuurbeschermingswaarde. Ed de Grood en Ton Breuls, toenmalige bestuursleden van de SOK, hebben namens het Natuurhistorisch Genootschap In Limburg deze groeven geadopteerd door ze in beheer te nemen. Hierdoor zijn groeven behouden die anders misschien verloren waren gegaan voor onderzoek. Het blijkt ook dat de groeven die onder SOK beheer vallen in de loop van de jaren uitgegroeid zijn tot belangrijke overwinterplaatsen voor vleermuizen. Vervolgens zijn nog enkele groeven aan de inventaris van de SOK toegevoegd, te weten de Nieuwe Groeve, de Theunisgroeve, de Fallenberggroeve en als laatste in 1998 de Scharnderberg. Voor iedere groeve hebben vele vrijwilligers van de SOK zich ingezet om ze afgesloten te krijgen en te houden. Meer dan 15 jaar beheer van deze kalksteengroeven heeft geresulteerd in goed onderhouden overwinteringsplaatsen voor de vleermuizen en publikaties in SOK-Mededelingen. De aanwas van groeven in beheer bij het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg legt een grote druk op de vrijwilligers van de SOK en het Natuurhistorisch Genootschap. Om de waarden van de onderaardse kalksteengroeven veilig te stellen voor het nageslacht is daarom een beheerstichting opgericht onder de naam "Stichting Ir. D.C. van Schaïk, Beheer onderaardse kalksteengroeven". Deze beheerstichting is gelieerd aan het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg en haar studiegroep de SOK. De Stichting Ir. D.C. van Schaïk heeft evenals de SOK binnen de muren van het Natuurhistorisch Museum Maastricht haar onderdak gevonden. De Stichting Ir. D.C. van Schaïk is opgericht door het bestuur van de SOK. De initiatiefnemers waren Ed de Grood en Joep Orbons. Het idee om een groevenstichting op te richten heeft al langer binnen de SOK en binnen het Genootschap gespeeld. In december 1997 is besloten de Stichting op te richten, mede naar aanleiding van een steeds groter wordend aantal groeven dat door de SOK beheerd zou kunnen worden. De naamgever van de Stichting is de heer Ir. D. C. van Schaïk die als ingenieur bij de Kalkmergel Maatschappij Sint Pietersberg, de voorloper van de huidige ENCI, belast was met een onderzoek naar de mogelijkheden van de gangen in de Sint Pietersberg. Tijdens dit werk is de heer van Schaïk zo zeer geboeid geraakt door de schoonheid van het onderaardse, dat hij zijn verdere leven heeft gewijd aan onderzoek naar de groeven. Hij wordt door velen gezien als een pionier voor het moderne wetenschappelijke onderzoek in de mergelgroeven.
Doelstellingen van de Stichting De doelstelling van de groevenstichting is tweeledig.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 2 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
Ten eerste zullen door de Stichting groeven in beheer genomen worden zodat de cultuur- en natuurhistorische waarden van de groeven veilig worden gesteld. De mergelgroeven zijn reeds sinds jaren algemeen erkende vleermuisreservaten. Iedere winter verschaffen de mergelgroeven aan vele duizenden vleermuizen een veilig onderdak. Verder vormen de mergelgroeven een archief waar men doorheen kan wandelen. In dit archief zijn vele sporen te vinden van de Limburgse blokbrekers die hier eeuwen lang hun arbeid verricht hebben met het winnen van mergelbouwsteen voor de bouw van vele Limburgse bouwwerken zoals kerken, kastelen, vestingwerken, boerderijen etc. etc. Veel van deze sporen zijn nog niet onderzocht. Echter, als er onderzoek wordt gedaan naar deze sporen, dan komen interessante zaken naar voren die anders niet belicht zouden zijn. Vooral sporen en opschriften van de "gewone" man zoals de blokbreker, de voerman en de knecht leveren vaak boeiende wetenswaardigheden op die in de geëigende archieven niet zijn terug te vinden. Ten tweede verschaft de Stichting onderzoekers van ondermeer de SOK een werkterrein om de hierboven beschreven waarden zo goed mogelijk te kunnen documenteren en bestuderen. De doelstellingen worden verwezenlijkt door allereerst de groeven van het Natuurhistorisch Genootschap over te nemen en het beheer ervan te continueren. Inmiddels is het beheer van de Apostelgroeve, de Koeleboschegroeve, De Nieuwe groeve, de Scharnderberg en de Fallenberg van het Genootschap overgenomen door met de eigenaren langlopende huurcontracten af te sluiten. Met de eigenaren van de resterende groeven, Theunisgroeve, Roothergroeve en een achteringang van de Scharnderberg, zijn momenteel gesprekken gaande. Het streven van de Stichting om van anderen groeven het beheer over te nemen heeft geresulteerd in twee nieuwe groeven te weten het Houbensbergske en de keldertjes van Slavante. Er zijn nog gesprekken gaande met enkele andere eigenaren van groeven om het beheer bij de Stichting onder te brengen. De Stichting is verder van mening dat niet-commerciële educatie met betrekking tot de groeven ook een taak is waarmee de doelstellingen verwezenlijkt kunnen worden. Deze bezoeken zullen volgens duidelijke afspraken geschieden waarbij zowel de natuur- en cultuurwaarden gerespecteerd dienen te worden alsmede de veiligheidsvoorwaarden zeker in acht genomen moeten worden. Dit heeft inmiddels enkele malen plaatsgevonden tot grote tevredenheid van de Stichting, de leden van de SOK die deze excursies verzorgd hebben en bij degene die rondgeleid werden. Zoals in de inleiding aangegeven, is de Stichting opgestart vanuit het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg. De banden met het Genootschap zijn zeer sterk. Één bestuurslid is belast met het contact met het Genootschap en het Genootschap moet statutair accoord gaan met nieuwe bestuurleden en overeenkomsten door de Stichting te sluiten. De contacten met de SOK zijn ook zeer sterk. Juridisch gezien is de SOK een studiegroep van het Genootschap en dus geen partij, maar feitelijk wordt de Stichting een werkstichting van de SOK waaruit de SOK weer kan putten voor het groevenonderzoek. Momenteel zijn dan ook twee van de drie bestuursleden van de Stichting ook bestuurslid van de SOK. Het Natuurhistorisch Museum in Maastricht is de thuisbasis voor zowel het Genootschap als voor de Stichting. De samenwerking met de directie van het museum is uitstekend. Het Stichtingsbestuur heeft een aantal personen bereidt gevonden om als adviseur op te treden. Er is een juridisch adviseur in de persoon van mr. Ed de Grood die reeds vele jaren de juridische zaken van de SOK groeven behartigde. De financieel adviseur is drs. A. Lagas die vele jaren ervaring heeft met financieel beleid onder meer bij de Universiteit van Maastricht en in de gezondheidszorg. In het mijnbouwkundige aspecten van het groevenbeheer wordt de Stichting bijgestaan door dr. R. Bekendam die in Delft gepromoveerd is op gesteentemechanische stabiliteitsvraagstukken in de Limburgse Mergelgroeven. De Stichting ziet haar activiteiten gesteund zien door een "Comité van aanbeveling". De personen die deel uitmaken van dit Comité van aanbeveling hebben een algemene belangstelling voor de groeven en steunen de Stichting in haar doel de groeven voor de toekomst zeker te stellen en onderzoek mogelijk te maken in de groeven. Zij dragen de Stichting en haar doelen een warm hart toe en zijn bereid hun naam aan de Stichting
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 3 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
te verbinden. De leden van het comite van aanbeveling zijn: G. Beijer, A. Lagas, G. van Lijf, C. Oostwegel en S. Sleijpen. Door het comite van aanbeveling is de “Vrienden van de van Schaïk Stichting” opgericht. Deze “vrienden” steunen de stichting met een jaarlijkse donatie. Voor deze vrienden, en iedereen die de stichting steunt, wordt twee maal per jaar een nieuwsbrief “Steunpilaar” uitgebracht en wordt een maal per jaar een Groevendag georganiseerd waar door de medewerkers van de Stichting getoond wordt hoe het gaat met het beheer en de studie van de groeven. De Stichting ziet haar activiteiten en het beleidsplan gesteund door een referentie-raad die bestaat uit externe, onafhankelijke personen en/of instanties uit alle vakgebieden die met de groeven te maken hebben. De leden van de Referentie-raad worden door de Stichting op de hoogte gehouden van de activiteiten van de Stichting. Van de leden van de Referentie-raad wordt gevraagd of ze deze activiteiten critisch willen volgen en als er opmerkingen zijn, deze dan aan het bestuur te melden, zodat het bestuur daar in het beleid rekening mee kan houden. Momenteel bestaat deze referentieraad uit: K. Huntjes, J. Felder Tot slot is de Stichting gehouden om al het mogelijke te doen met betrekking tot de veiligheid van de groeven. De veiligheid moet zijn gewaarborgd en voldoen aan het gestelde in het Groevenreglement voor het waarborgen van de gesteentemechanische veiligheid.
Beheerstrategie In het verleden is gebleken dat landeigenaren die een groeve op hun grondgebied hebben daar eigenlijk geen raad mee weten. Men weet dat men een bepaalde verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid heeft met betrekking tot de veiligheid, maar hoe dat precies zit weet men vaak niet. Ook blijkt dat bij vele terreinbeherende organisaties niet de vereiste deskundigheid aanwezig is om de groeven op hun grondgebied te beheren. De terreinen zijn aangekocht om hun natuurwetenschappelijke of landschappelijke waarden waarbij de groeven als een onbeheerd bijproduct worden meegeleverd. De Stichting wil deze groeven dan ook graag in beheer nemen waarbij een integratie met het beheer van de terreinbeherende organisatie centraal staat. Vaak vertonen deze landschappelijke waarden onverwachte samenhang met de groeven en kan in goed onderling overleg tot een voor iedereen bevredigend beheer gekomen worden. Groeven die bij de Stichting in beheer zijn, worden beheerd op een wijze waarvan is gebleken dat die effectief is. Dit bestaat uit het veilig afsluiten van de ingang(en) zodat Tot nu toe is het een passief beheer geweest gericht op een stabilisatie van de groeve en een sterke terughoudendheid in het bezoeken van de groeven. De Stichting wil een beheer voeren dat meer actief is. Hierbij moet gedacht worden aan actief werven van groeven, actief onderhoud en stabilisatie zodat de groeven voor de toekomst ook behouden blijven en een actief gebruik van de groeve mogelijk blijft voor zowel onderzoek als voor educatie. Dit betekent dat voor iedere groeve een afsluitingsplan wordt gemaakt. Deze afsluiting omvat een poort waar de vleermuizen en andere dieren doorheen kunnen. De poort wordt zo ontworpen dat ze de landschappelijke waarden van het gebied niet onnodig verstoort. De afsluiting heeft een deurtje waardoor toegang tot de groeve mogelijk is. Verder zal in samenwerking met Staatstoezicht op de Mijnen een inspectie uitgevoerd worden gericht op de veiligheid. De conclusies van deze inspectie worden gebruikt om de toegang tot de groeve te reguleren. Iedere groeve krijgt een beheerder die geworven wordt uit het ledenbestand van de SOK. Binnen de SOK zijn vele enthousiaste leden die het beheerderschap van een groeve als een eer beschouwen. Deze beheerder is belast met de dagelijkse gang van zaken rondom de groeve. Zijn taken zijn omschreven. Verder heeft de Stichting een groevenopzichter nodig die belast is met de veiligheid. Dit alles conform het Groevenreglement. De taken van deze groevenopzichter zijn omschreven.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 4 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
De groevenbeheer zal in samenwerking met de groevenopzichter een veiligheidsmonitoring opzetten om de stabiliteit van de groeve te bewaken zodat op tijd ingegrepen kan worden als de veiligheid in gevaar dreigt te raken. Ook zal er in overleg met de hulpdiensten een calamiteitenplan worden ontwikkeld. Als er werkzaamheden uitgevoerd moeten worden zal dat, voor zover mogelijk, gedaan worden met vrijwilligers van de SOK. De technisch commissaris van de Stichting assisteert daarbij met gereedschap, materiaal en hulp. Specialistische werkzaamheden zullen uitgevoerd worden door daarvoor ingehuurde bedrijven.
Financieel kan er een duidelijke tweedeling gemaakt worden. Ten eerste de incidentele kosten waarbij er een (bouwkundig) werk uitgevoerd moet worden zoals een aflsuiting van een groeve. Bij een dergelijk project is een duidelijk begin en einde te onderscheiden. Voor dit soort kosten is vroeger altijd op projectbasis subsidie aangevraagd en dit wil de Stichting voor de toekomst ook zo blijven doen. Ten tweede zijn er de structurele kosten. Dit zijn de kosten die jaarlijks nodig zijn om het beheer van de groeven te continueren. De financieen voor deze jaarlijkse beheerkosten zijn tot nu toe met veel moeite op allerhande manieren bij elkaar verzameld waarbij ondermeer een sterk beroep is gedaan op de inzet en zelfs de eigen beurs van de vrijwilligers. Aangezien het aanbod van groeven groter wordt, kan niet blijvend een beroep op de beurs van de vrijwilligers worden gedaan. Daarom dat voor de structurele kosten een structurele oplossing gezocht wordt. De structurele kosten bestaan uit de volgende onderdelen: - Vergoeding van de vrijwilligers van de SOK. Nu gaat alles op kosten van de beheerder en technisch commissaris. Voor een actiever beheer van de groeven voor de toekomst wordt het heel moeilijk dit te vragen van de vrijwilligers. Daarom dat een vergoeding binnen de vrijwilligersregeling van de Belastingdienst een mogelijkheid is. - Een reservering per groeve voor groot onderhoud. De afsluiting met hek, poort en muur hebben periodiek groot onderhoud nodig. Daarnaast zijn in de meeste groeven regelmatig werkzaamheden nodig die te groot zijn voor klein onderhoud, die te klein zijn voor een speciaal project, maar die wel noodzakelijk zijn voor de veiligheid. Hierbij dient gedacht te worden aan het afhalen van loszittende wakken, het metselen van een afscheidingmuur naar een instabiel deel of zelfs het versterken van een pilaar om verdere instabiliteit te voorkomen. - Afschrijving van het gereedschap. Door het Genootschap zijn voor het groevenbeheer een generator en een lasapparaat aangeschaft. Deze apparatuur wordt geheel niet afgeschreven, echter deze apparatuur is wel op een bepaald moment aan vervanging toe. Ditzelfde geldt ook voor ander gereedschap. - Doordat de Stichting een eigen rechtspersoon is, dienen alle verzekeringspremies ook door de Stichting betaald te worden. Voorheen viel dat allemaal onder de polis van het Genootschap waarbij er niets werd doorberekend. Voor 1999 vormen de verzekeringspremies zelfs de grootste kostenpost. - Het opzetten van plannen als een veiligheidsmonitoring en een calamiteitenplan kost per groeve een nog onbekend bedrag per jaar. De begroting komt dan uit op f 11.000,00 per jaar. Dit komt voor de zeven SOK-groeven neer op een bedrag van f 1.575,00 per groeve per jaar. Natuurlijk is dit bedrag nog niet direct beschikbaar. De uitgaven en vergoedingen zullen daarom aangepast worden aan de realiteit van de beschikbare financiële middelen. Er wordt door de Stichting uiteraard wel naar gestreefd de financiële middelen zo ruim mogelijk te maken. Van het Genootschap is jaarlijkse een garantiebijdrage van f 500,00 beschikbaar. Deze bijdrage vervalt als de Stichting zich geheel uit eigen middelen kan bedruipen. Verder zal de Stichting in het begin zeker proberen inkomsten te generen uit activiteiten en subsidieaanvragen bij bijvoorbeeld het Struyscomité. Een structurele oplossing om structurele inkomsten te genereren voor het jaarlijkse beheer wil de Stichting een waardevast "Groevenbeheerfonds" opzetten. Dit betekent dat naast de jaarlijkse exploitatiekosten ook de jaarlijkse inflatie uit de renteopbrengsten gedekt moet worden. Uitgaande van een effectieve rente (rente minus inflatie) van 2.5 procent en een gewenste opbrangst van f 11.000,00 zou dan voor de huidige zeven SOK-groeven een Groevenbeheerfonds van f 450.000,00 nodig zijn. Het vormen van dit fonds wordt een van de kerntaken van het bestuur van de Stichting voor de komende jaren.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 5 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
Zodra een groeve toegevoegd wordt aan het beheerbestand zal getracht worden door middel van een extra actie geld verworven worden om het Groevenbeheerfonds op te hogen en daarmee op pijl te houden zodat ook de nieuwe groeven tot in lengte van dagen beheerd kunnen worden. Het is dus de bedoeling dat de Stichting uit de opbrengsten van haar Groevenbeheerfonds het beheer voert zodat er geen structurele subsidies nodig zijn.
Activiteiten 1998-1999 Het jaar 1998 is besteed aan het leggen van een organisatorische basis voor de Stichting. Er is hard gewerkt aan het opstellen van dit beleidsplan en de direct daaraan gekoppelde uitwerkingen van verschillende punten. Er is in nauwe samenwerking met de juridisch adviseur een plan opgezet waar alle juridische aspecten van het groevenbeheer zijn geïnventariseerd. Met de financieel adviseur is een financieel, sponsoren fiscaal plan opgezet. De zaken besproken in deze plannen zouden in 1999 in werking moeten treden. Verder is er een begin gemaakt met een veiligheidsplan waarbij calamiteiten-, veiligheidsmonitoring en afsluitingsbeleid centraal staan. Het jaar 1999 zal in het teken staan van drie hoofdactiviteiten die zeer nauw met elkaar verband houden. - Ten eerste zal door middel van een gerichte PR-actie de Stichting bekend gemaakt worden bij die instanties en overheden die voor de groeven direct van belang zijn. Hierbij valt te denken aan de gemeentes, provincie, ministerie van LNV, terreinbeherende instanties, etc. - Ten tweede zal met deze instanties overleg gepleegd worden voor een bijdrage in het Groevenbeheerfonds zodat de Stichting bij voldoende opbrengsten van dat fonds, ook daadwerkelijk met het beheer aan de slag kan en nog meerdere groeven kan toevoegen aan haar bestand. - Ten derde zullen besprekingen gestart worden met de eigenaren van de groeven die momenteel bij het Genootschap in beheer zijn met als doel om deze groeven over te nemen. Dit moet resulteren dat op 31 december 1999 de Stichting minstens een goede organisatorische en financiële basis heeft om het beheer van de huidige Genootschapsgroeven te continueren. In 1998 is de Stichting toegetreden tot de Limburgse Contactcommissie Monumentenzorg (LCM) Deze is verbonden is aan het Monumentenhuis Limburg. Dit overlegorgaan voor monumentenzorg in Limburg wordt door de Stichting gezien als het centrale orgaan voor contact met andere instanties die zich met monumentenzorg bezig houden. De Stichting is ervan overtuigd dat zij een nuttige bijdrage in de LCM kan leveren voor deze ondergewaardeerde Limburgse monumenten. In 1999 zal ook de eerste groevendag georganiseerd worden. Hierbij is iedereen welkom die de Stichting ondersteunt. Het is de bedoeling dat deze dag eenmaal per jaar wordt georganiseerd. Deze dag wordt een presentatie van de activiteiten van de Stichting gegeven, een lezing gehouden over een groevenonderwerp gevolgd door een bezoek aan een van de groeven.
Dit heeft er toe geleid dat in 2001 het Houbensbergske en de keldertjes van Slavante aan het groevenbeer van de Stichting zijn toegevoegd. Toekomst Voor de periode na 1 januari 2000 zal gewerkt worden aan een uitbreiding van de financiële basis van de Stichting zodat er een actiever groevenbeheer gevoerd kan worden dan voorheen. Dit houdt in dat enerzijds het beheer van de huidige groeven uitgebreid kan worden met bijvoorbeeld stabilisatiewerkzaamheden en andere bouwkundige voorzieningen. Anderzijds kan dan actief geworven worden om meer groeven aan het beheerbestand toe te voegen. Na 1 januari 2000 zal de Stichting voorts:
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 6 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
- actief een bijdrage gaan leveren aan het KING project van de SOK. Bij dit project wordt gewerkt aan het op Internet brengen van de gegevens van de SOK en de Stichting, waaronder de data van de beheerde groeven. - op zoek gaan naar een goede groevenopzichter die deze zware taak op een verantwoorde manier kan uitvoeren. - actief contacten leggen met collega organisaties in het buitenland, bijvoorbeeld om te komen tot een Europees project van groevenbeheer. De veranderingen die momenteel ingezet zijn in de Mijnwet, met daaraan gekoppeld het Groevenreglement, zullen door de Stichting nauwkeurig worden gevolgd, zodat voor de toekomst het beleidsplan op de nieuwe wetgeving aangepast kan worden.
Dit beleidsplan is geschreven door het bestuur van de Stichting Ir. D.C. van Schaïk, met medewerking van de adviseurs, de beheerders en vele anderen.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 7 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
Overzicht bijlagen
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 8 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
Verandering t.o.v. vorige beleidsplan: - Tekst beleidsplan aangepast aan de huidige situatie. - Beschrijving technische commissie uitgebreid en aangepast aan de situatie zoals die gebouwd is. - Functie van Groevenopzichter is vervallen en bij het bestuur ondergebracht. Dit vooruitlopend op de herziening van de Mijnwet waarin deze functie ban Groevenopzichter zal komen te vervallen. - Taakverdeling bestuur is beter gedefinieerd. NOG TOEVOEGEN: - Bordjes bij groeven, Hier staat nummer museum op en naam beheerder. Bij museum is lijst van adressen, tel van de beheerders, museum geeft dit door aan iedereen die er om vraagt. - Beheerder zporgt dat bordjes netjes blijven, bij vies, los of grafitit etc, vervangen. Bij bestuur op tijd nieuwe bordjes bestellen. - IKL noemen en prov subsidie.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 9 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
- BIJLAGE 1: Juridische zaken Wettelijk kader en definities - Dit beleidsplan is opgezet met inachtneming van het Groevenreglement 1947 (Staatsblad H27 d.d. 20 januari 1947), laatstelijk gewijzigd in 1997, voorts te noemen "Groevenreglement". - Daar waar in dit beleidsplan gesproken wordt over "de Stichting" wordt bedoeld "de Stichting Ir. D.C. van Schaïk, beheer onderaardse kalksteengroeven". - Daar waar in dit beleidsplan gesproken wordt over "het bestuur" wordt bedoeld "het bestuur van de Stichting Ir. D.C. van Schaïk, beheer onderaardse kalksteengroeven". - Daar waar in dit beleidsplan gesproken wordt over "het Genootschap" wordt bedoeld "het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg". - Daar waar in dit beleidsplan gesproken wordt over "de SOK" wordt bedoeld "de Studiegroep Onderaardse Kalksteengroeven van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg". Aansprakelijkheid De eigenaar van de groeve is verantwoordelijk voor veiligheidszaken en vanuit die verantwoordelijk in het geval van schade eventueel aansprakelijk conform het Groevenreglement en het Burgerlijk Wetboek. Indien een groeve niet meer in gebruik is dient deze deugdelijk gesloten te worden en is de eigenaar verantwoordelijk voor de afsluiting van de ingang. Voor het (weer) in gebruik nemen van een groeve is vergunning van het Ministerie van Economische Zaken nodig. De verantwoordelijkheid kan dan contractueel bij de vergunninghouder en/of de eigenaar liggen. Vervolgens kan de eigenaar of de vergunninghouder een groevenopzichter aanstellen die de verantwoordelijkheid met betrekking tot de veiligheidsaspecten overneemt (conform het Groevenreglement en eventueel het Burgerlijk Wetboek).
De Stichting ziet de verantwoordelijkheid met betrekking tot de veiligheid als volgt: Natuurhistorisch Genootschap in Limburg
Ministerie van Economische Zaken
Studiegroep Onderaardse Kalksteengroeven
Staatstoezicht op de Mijnen (groevenveiligheid conform het Groevenreglement)
Bestuur Stichting Ir. D.C. van Schaïk
Groevenbeheerders
Veiligheid groeven
Met de op hande zijnde verandering in de Mijnwet zal de taak van met Minsisterie van Economische Zaken en van Staatstoezicht op de Mijnen komen te vervallen en zal deze overgedragen worden aan de Gemeente waarin de ingang van de groeve gelegen is. De Stichting is van mening dat deze taak eerder bij de provincie thuishoort en is ook bezig om dit met het Ministerie en de Provincie te communiceren. Inspecties en vergunningen De Stichting vraagt een deskundige om de groeve iedere vijf jaar te inspecteren. Vóór ingebruikname van een groeve door de Stichting wordt deze deskundige uitgenodigd voor een inspectie. Bij de inspectie wordt gekeken naar de geschiktheid van de groeve voor het doen van onderzoek en voor het houden van educatieve excursies.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 10 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
De bevindingen van de deskundige worden verwerkt in een kaart van de groeve met daarop aangegeven de gebieden die afgekeurd zijn voor bezoek in bovenbedoelde twee categorieën. In de groeve worden deze gebieden door de Stichting duidelijk gemarkeerd. Met het keuringsrapport als leidraad zal bij de bevoegde instantie (Momenteel Staatstoezicht op de Mijnen) een vergunning worden aangevraagd volgens artikel 1.1 van Groevenreglement. Veiligheidsaspecten In overleg met een deskundige kunnen plannen gemaakt worden om groeven te stabiliseren. Dit zal voornamelijk bestaan uit het afstoten van loshangend dakgesteente en het beveiligen van pilaren. Voor deze werkzaamheden zal per project financiering gezocht worden. Hierbij dient te worden vermeld dat deze werkzaamheden altijd door deskundigen zullen worden uitgevoerd. Groeven(delen) die zijn afgekeurd worden afgesloten voor bezoek. De Stichting stelt zich ten doel om voor iedere bij de Stichting in beheer zijnde groeve een rampenplan op te stellen. Dit in overleg met betrokken hulpdiensten, gemeente en Staatstoezicht op de Mijnen. Veiligheidsmonitoring Door de Stichting zal een veiligheidsmonitoring opgezet worden. Dit betekent dat direct na het in beheer nemen van de groeve een nauwkeurige kaart gemaakt wordt, waarop de nul-situatie met betrekking tot de veiligheid wordt vastgelegd, ondersteund met foto's en opmetingen. Deze kaart wordt jaarlijks door de groevenbeheerder bijgewerkt. Voor locaties waar in de loop der tijd een verandering in de veiligheidssituatie optreedt zal in overleg met deskundigen een plan ontwikkeld worden om een stabiele situatie te creëren. Eigendom Indien de eigenaar van de groeve een ander is dan de Stichting blijven door de Stichting gedane investeringen eigendom van de Stichting voor zover het Burgerlijk Wetboek zich daar niet tegen verzet. De kosten van investeringen, gedaan door de Stichting, welke door natrekking één geheel met de groeve zijn geworden kunnen door de Stichting na afloop van de overeenkomst worden teruggevorderd, mits dit terugvorderingsrecht van tevoren door partijen uitdrukkelijk is overeengekomen. Aangebrachte voorzieningen welke noodzakelijk zijn voor de gesteentemechanische veiligheid mogen door geen der partijen worden verwijderd. Meerdere gebruikers van een groeve Alle bezoek aan een groeve dat binnen de verantwoordelijkheid van de Stichting valt, dient te voldoen aan de reglementering van de Stichting. Indien een groeve meerdere beheerders/gebruikers heeft, is de Stichting niet verantwoordelijk voor hetgeen buiten de Stichting om gebeurt.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 11 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
BIJLAGE 2: Het bestuur Het bestuur bestaat momenteel uit: Voorzitter Wilfred Schoenmakers Vice-Voorzitter Jim Janssen Secretaris Moses Rathbun Penningmeester Bram Borsboom
Het bestuur heeft onderling de volgende taakverdeling. Deze taakverdeling is niet rigide en kan met wisseling van personen of door andere redenen veranderen. Naast de statutaire taken van het bestuur zijn er nog enkele andere taken: - Het bestuur draagt er zorg voor dat er een continue terugkoppeling is naar het bestuur van de SOK en het bestuur van het Genootschap. - Het bestuur is verantwoordelijk voor het beheer van de groeven. - Het bestuur zorgt voor stroomlijning van het beheer van de groeven. - Het bestuur organiseert een groevenbeheerdersbijeenkomst, minimaal eens per jaar. Het bestuur van de Stichting zorgt voor de noodzakelijke verzekeringen voor een ieder die voor de Stichting werkzaam is. De kosten hiervan zijn voor de Stichting. De functies zijn onbezoldigd. Voor zover de financiële middelen dat toelaten kan binnen de grenzen van de "vrijwilligersregeling" van de Belastingdienst bijgedragen worden in de reiskosten en telefoonkosten. Taakverdeling bestuursleden: - Contactpersoon met het Genootschap. - Beheerders: Het eerste aanspreekpunt voor de beheerders m.b.t. beheerderszaken. Dit bestuurslid wordt hierna aangeduid met de term “beheerdersaanspreekpunt”. De SOK en het bestuur zullen een basisbeschrijving maken van iedere groeve. Deze basisbeschrijving bevat een korte geschiedenis, kaartmateriaal, kadastrale gegevens eigendomsgegevens en al het overige materiaal dat bekend is. Deze basisbeschrijving staat voor ieder onderzoek ter beschikking.
Onvoorziene zaken In zaken waarin de statuten of het beleidsplan van de Stichting niet voorziet, beslist het bestuur van de Stichting.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 12 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
BIJLAGE: Groevenopzichter De Stichting heeft het plan om in de toekomst een groevenopzichter aan te stellen. De groevenopzichter zal door het bestuur bij de Minister van Economische Zaken worden voorgedragen die, na aanvaarding door deze Minister, belast wordt met de zorg voor de naleving van de voorschriften, conform het gestelde in artikel 9, lid 2, van het Groevenreglement. Samengevat gaat het om de volgende taken: - De groevenopzichter houdt zich bezig met de veiligheid van de groeven in de meest ruime zin van het woord. - Activiteiten die de veiligheid van de groeve kunnen aantasten, worden gemeld bij het Staatstoezicht op de Mijnen en bij het bestuur. - Ongevallen, instortingen en andere voorvallen waarbij de veiligheid gemoeid is worden gemeld bij het Staatstoezicht op de Mijnen (art. 17 Groevenreglement) en bij het Bestuur. Aanstelling van de groevenopzichter: - Een kandidaatgroevenopzichter wordt persoonlijk benaderd voor deze functie door het bestuur van de Stichting. - De groevenopzichter wordt door het bestuur van de Stichting voorgedragen aan de Minister van Economische Zaken. Na schriftelijke aanvaarding door de Minister van Economische Zaken is hij/zij als groevenopzichter in functie. - De groevenopzichter krijgt een schriftelijke aanstelling van het bestuur van de Stichting. - Een groevenopzichter die wenst te stoppen met zijn taak maakt dit schriftelijk kenbaar bij zowel Staatstoezicht op de Mijnen als bij het bestuur. - De groevenopzichter is regulier aanwezig bij alle vergaderingen van de Stichting. Werkafspraken: - De groevenopzichter is bekend met het Groevenreglement. - De groevenopzichter is verplicht alle correspondentie via het secretariaat van de Stichting te laten lopen.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 13 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
BIJLAGE: Groevenbeheerders Voor iedere groeve wordt door de Stichting een beheerder aangesteld. Faciliteiten voor de groevenbeheerder: - Beheerders worden door het bestuur van de Stichting en de groevenopzichter goed geinstrueerd met betrekking tot hun taak. - Binnen het bestuur is één bestuurslid belast met de taak van hoofdbeheerder. Hij is voor de beheerders het eerste aanspreekpunt. Dit bestuurslid wordt hierna aangeduid met de term “beheerdersaanspreekpunt”. - Groevenbeheerders krijgen kopieën van alle correspondentie die betrekking heeft op hun groeve. Ze worden ook betrokken bij alle plan- en besluitvorming met betrekking tot hun groeve. - Minimaal éénmaal per jaar wordt door het bestuur van de Stichting een groevenbeheerdersbijeenkomst belegd. Hier komen lopende zaken aan de orde. Agendapunten kunnen bij de secretaris van de Stichting worden ingediend. Een agenda wordt ruim vantevoren rondgestuurd. - Groevenbeheerders krijgen van de ledenadministratie van de SOK regelmatig een bijgewerkte ledenlijst toegestuurd. - Groevenlogboeken worden door de Stichting ter beschikking gesteld. Het groevenlogboek blijft eigendom van de Stichting. Als het groevenlogboek vol is, wordt dit in het archief van de Stichting ondergebracht. - Vergunningen met bijbehorende gevarenkaarten worden door de Stichting gemaakt en aan de groevenbeheerders ter beschikking gesteld. - De beheerder worden door de Stichting voorzien van documentatie, plattegronden en andere noodzakelijke gegevens over de groeve die hij/zij in beheer heeft. De groevenbeheerder heeft de volgende taken: - De beheerder van de groeve laat iedere bezoeker de kaart, waarop de bevindingen van het Staatstoezicht op de Mijnen, ondertekenen voor gezien, met daar bijgevoegd een toestemming tot bezoek, als beschreven in de juridische bijlage onder het kopje "Inspecties en vergunningen". - De beheerder houdt een groevenlogboek bij. Hierin staan de datum van ieder bezoek en een korte beschrijving van hetgeen uitgevoerd is. Bezoeken van de groevenopzichter en bevindingen van de groevenbeheerder worden in dit groevenlogboek opgenomen. Inspecteurs van het Staatstoezicht op de Mijnen wordt voor iedere groeve het groevenlogboek ter beschikking gesteld waarin deze de inspecties en hun eventuele bevindingen kunnen opnemen. - De groevenbeheerder controleert de toegang(en) tot de groeve minimaal eens per twee weken. Verslag van deze bezoeken worden in het groevenlogboek opgenomen. Onregelmatigheden en/of ongevallen worden bij de groevenopzichter per ommegaande gemeld. - De groevenbeheerder meldt bij het bestuur van de Stichting te nemen beheermaatregelen, zodanig dat het bestuur een plan kan maken voordat een probleem optreedt. - De groevenbeheerder verzorgt klein onderhoud aan de groeve zoals het vervangen of repareren van sloten, opruimwerkzaamheden, het schilderen van de poort, etc. Materialen zoals verf, borstels, sloten e.d. kunnen bij de technische commissie worden besteld. Als de TC deze materialen niet in voorraad heeft, dan kan de beheerder ze na overleg met het beheerdersaanspreekpunt. Grotere werkzaamheden worden in samenwerking met de technische commissie uitgevoerd. - Activiteiten die de veiligheid van de groeve aantasten worden gemeld bij het beheerdersaanspreekpunt. - De beheerder regelt de toegang tot de groeve. Een ieder die de groeve wenst te betreden dient met de groevenbeheerder contact op te nemen. - Werk aan een groeve zal op projectbasis plaatsvinden. Voor ieder project zal met een aparte begroting worden gewerkt. Groevenbeheerders zijn vrij zelf projecten te initiëren en inkomsten daarvoor te genereren. Hierover dient echter te allen tijde met het bestuur van de Stichting te worden overlegd. Een financieel overschot van een project zal in de algemene middelen van het Stichting worden opgenomen. De verantwoordelijkheid voor een project ligt geheel bij het bestuur van de Stichting. Aanvragen voor projecten en subsidies dienen derhalve ook door het bestuur van de Stichting te worden gedaan.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 14 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de groevenbeheerder. - Groevenbeheerders worden slechts aangesproken bij grove schuld en aanwijsbare nalatigheid. De verantwoordelijkheid voor veiligheidsaspecten ligt geheel bij de groevenopzichter en voor beheerzaken geheel bij het bestuur van de Stichting. - Groevenbeheerders ondertekenen een beheerdersverklaring. Deze beheerdersverklaring is een beschrijving van de werkzaamheden die de groevenbeheerder tot zijn taak rekent. Aanstelling groevenbeheerder: - Groevenbeheerders zijn SOK-lid. - Bij een vacante positie van groevenbeheerder gaat het bestuur van de Stichting op zoek naar een nieuwe groevenbeheerder. Dit kan geschieden door persoonlijke benadering of door een oproep in SOK-INFO. - Groevenbeheerders dienen door het bestuur van de Stichting en de groevenopzichter te worden geaccepteerd. - Een beheerder krijgt een schriftelijke aanstelling van het bestuur van de Stichting. - Een groevenbeheerder die niet handelt volgens hetgeen vermeld is in de beheerdersverklaring, kan door het bestuur van zijn functie worden ontheven. - Een groevenbeheerder die wenst te stoppen met zijn taak maakt dit schriftelijk kenbaar aan het bestuur van de Stichting.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 15 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
BIJLAGE: Technische commissie Binnen de Stichting is een technische commissie opgericht. Leden van de technische commissie worden door het bestuur aangesteld. Deze technische commissie heeft de volgende taken: - Ondersteuning van de groevenbeheerders bij het onderhoud van de groeven zoals kleine reparaties uitvoeren aan toegangspoort e.d. - Deelname aan grotere reparaties en bouwkundige projecten. - Het opzetten van een voorraad materiaal (Verf, borstels, balken, betonblokken, etc) zodat de beheerders voorzien kunnen worden in hun klein onderhoud. - Ieder lid van de technische commissie is oproepbaar om in een dringende situatie hulp te bieden bij een calamiteit zoals bijvoorbeeld het afsluiten van een open gebroken groeve. (ANDERS FORMULEREN) De technische commissie wordt geleid door een coordinator. Deze “coordinator technische commissie” is een van de leden van de technische commissie en wordt door het bestuur van de Stichting schriftelijk aangesteld. Zijn/haar taken zijn: - In december een budget aan het bestuur van de Stichting aanvragen voor materiaal voor het daaropvolgende jaar. - In maart financiële verantwoording over het budget van het voorafgaande jaar aan het bestuur overleggen. - Er voor zorgen dat het materiaal in goede staak is en blijft. - Tijdig voor vernieuwing van afgeschreven of defect materiaal zorgen. - Ter beschikking stellen/uitlenen van materiaal aan de groevenbeheerders en groevenonderzoekers van de SOK. - sleutelbeheer en de sleuteluitgifte verzorgen. - Coördinatie van grotere reparaties en bouwkundige projecten - Aansturing van de andere leden van de technische commissie in hun taken zoals hierboven beschreven. De technische commissie heeft de beschikking over een werkplaats en opslagruimte, gelegen op de terreinen van bij Huize Sint Joseph. Ieder lid van de technische commissie heeft een sleutel tot deze werkplaats en kan hier zelfstandig, of vergezeld van assistenten, werkzaamheden verrichten voor de Stichting. Prive werk in deze werkplaats is niet toegestaan. Uitvoering van werkzaamheden vindt plaats op projectbasis met een vooraf ingediend plan. De coordinator van de technische commissie kan zelf brieven uit laten gaan naar de beheerders onder de volgende afspraken: - Deze brieven gaan over technische aspecten. - Het secretariaat van de Stichting krijgt een afschrift van deze brieven.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 16 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
BIJLAGE: Comité van aanbeveling en de “vrienden van de van Schaïk Stichting” De Stichting ziet zijn activiteiten en het beleidsplan gesteund door een comité van aanbeveling. De personen die deel uitmaken van dit Comité van aanbeveling hebben een algemene belangstelling voor de groeven en willen de Stichting steunen in haar doel de groeven voor de toekomst zeker te stellen en onderzoek mogelijk te maken in de groeven. Zij dragen de Stichting en haar doelen een warm hart toe en zijn bereid hun naam aan de Stichting te verbinden. De leden van het comite van aanbeveling zijn: G. Beijer, A. Lagas, G. van Lijf, C. Oostwegel en S. Sleijpen. Door het comite van aanbeveling is de “Vrienden van de van Schaïk Stichting” opgericht. Deze “Vrienden” (momenteel 90 personen en bedrijven) steunen de stichting met een jaarlijkse donatie. Voor deze vrienden, en iedereen die de stichting steunt, wordt twee maal per jaar een nieuwsbrief “Steunpilaar” uitgebracht en wordt een maal per jaar een Groevendag georganiseerd waar door de medewerkers van de Stichting getoond wordt hoe het gaat met het beheer en de studie van de groeven. Iedereen kan toetreden tot de “vrienden” door het jaarlijks doneren van een bepaald bedrag aan de Stichting. De jaarlijkse donatie kan bestaan uit een vrijwillig bedrag, maar ook door een groeve te adopteren. Momenteel hebben alle groeven van de Stichting een donateur. De donateur van een groeve ontvangt een attentie en zal een exclusief bezoek aan de groeve mogen brengen onder begeleiding van deskundigen van de Stichting.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 17 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
BIJLAGE: Adviseurscollectief Het Adviseurscollectief bestaat uit personen die met hun specifieke kennis vrijblijvend maar zeer actief de Stichting adviseren. Gedacht kan worden aan juridische, financiële, mijnbouwtechnische, verzekeringstechnische en andere adviseurs. Dit dient alle vakgebieden te bestrijken die nodig zijn om het groevenbeheer goed te kunnen uitvoeren. Het bestaat uit de volgende adviseurs. - Juridische zaken: Ed de Grood - Financiële zaken: Ad Lagas - Mijnbouwkundige zaken: Roland Bekendam
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 18 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
BIJLAGE: Referentie-raad De Stichting wil zijn activiteiten en het beleidsplan gesteund zien door enkele externe, onafhankelijke personen en/of instanties. Deze personen die door de Stichting gevraagd worden of ze deel willen uitmaken van deze Referentie-raad dienen uit alle vakgebieden te komen die met de groeven te maken hebben, van vleermuizen tot fossielen, van mijnbouw tot financieen. Het zijn personen die de Stichting en zijn doelen een warm hart toedragen en bereid zijn hun naam aan de Stichting te verbinden. De leden van de Referentie-raad worden door de Stichting op de hoogte gehouden van de activiteiten van de Stichting door middel vban de tweejaarlijke nieuwsbrief “Steunpilaar”. Van de leden van de Referentie-raad wordt gevraagd of ze deze activiteiten critisch willen volgen en als er opmerkingen zijn, deze dan gevraagd of ongevraagd aan het bestuur te melden, zodat het bestuur daar in het beleid rekening mee kan houden. De personen in onderstaande lijst zullen met het beleidsplan benaderd worden en gevraagd worden of men in deze Referentie-raad zitting wil nemen. Bijlagen worden in eerste instantie niet meegestuurd. Pas als daar nadrukkelijk om gevraagd word, kan dat gebeuren. Personen die mogelijk in de "Referentie-raad" kunnen zitten zijn: - Iemand van het Hoofdbestuur van het Genootschap. (Via Huub Gilissen te benaderen) - Iemand van de Gemeente Maastricht (bv. Theo Bovens, door Erik te benaderen) - Iemand van de Gemeente Margraten (via John Knubben te benaderen) - Iemand van de Gemeente Valkenburg (Joep via Anton Houberigs navragen) - Iemand van de Gemeente Meerssen (Joep via Har van den Borch navragen) - Iemand van de Gemeente Riemst, bv Jan Peumans, alvast vooruitlopend op uitbreiding activiteiten naar België - Iemand van de Gemeente Visé, bv Claude Puts, alvast vooruitlopend op uitbreiding activiteiten naar België - Roel Brandt, directeur Archeologisch Dienstencentrum. (Via Joep benaderen) - Lee Vos van Natuurmonumenten (Vragen via Erik via RRB) - Iemand van Stichting Limburg Landschap. - Iemand van Staatsbosbeheer - Iemand van de Ministerie van LNV, bv Peter Lina (Via Ed benaderen) - Sander van der Leeuw, Prof. Archeologie Sorbonne, Parijs. (Via Joep benaderen) - Directeur Limburgs Monumentenhuis. (Officiele brief sturen met verzoek en beleidsplan zonder bijlagen) - Camille Oostwegel (Via Erik te benaderen) - Wim van Schaïk (Accoord) - Iemand uit de vleermuizen wereld (Nog nadenken wie, misschien Aldo Voûte) - Iemand uit de geologische wereld, een van de gebroeders Felder. (Via Joep benaderen) - Douwe de Graaf van het Natuurhistorisch Museum. (Douwe eens polsen) - Wiel Miseré of iemand anders van Staatstoezicht op de Mijnen. Mogelijk wil Staatstoezicht de neutraliteit bewaren, maar vragen kan altijd.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 19 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
BIJLAGE: Financiële zaken Begroting In de uitgaven zowel als in de inkomsten zijn twee categorieën te onderkennen. Uitgaven: - Structurele kosten. Deze kosten keren regelmatig terug. Dit zijn bijvoorbeeld kosten voor: sloten, verf, drukwerk, kopieën, portokosten, vergaderkosten, verzekeringskosten, etcetera. - Incidentele kosten. Hiervoor wordt een project gemaakt met een eigen begroting. Inkomsten: - Structurele inkomsten. Dit zijn inkomsten die doorgaans jaarlijks binnen komen. Dit kunnen structurele subsidies zijn, maar ook de bijdragen die groeveneigenaren doen in het onderhoud van de groeven en de bijdrage uit het Groevenbeheerfonds. - Incidentele inkomsten. Er wordt naar gestreefd de incidentele kosten te dekken met incidentele inkomsten uit acties en/of door subsidies aan te vragen voor projecten. - De jaarlijkse begroting (Zie volgende bijlage) zal enkel uit de structurele kosten en inkomsten bestaan. - Door het bestuur zal een sponsorplan worden ontwikkeld. Zie verderop in de bijlagen. Structurele kosten: - Voor de structurele kosten wordt jaarlijks een begroting gemaakt. - Voor het financieren van de structurele kosten zal een waardevast "Groevenbeheerfonds" worden opgezet. Dit Groevenbeheerfonds zal waardevast moeten blijven, zodat gelijklopend met de inflatie het Groevenbeheerfonds groeit. Van de reële rente (rente minus inflatie) zullen (het overgrote deel van) de structurele kosten betaald worden. Dit Groevenbeheerfonds moet goed beheerd worden, waarbij een maximaal rendement gehaald wordt zonder risico's. - Het is mogelijk om jaarlijks extra financiën te werven om de druk op het waardevaste Groevenbeheerfonds te ontlasten. Hierbij kan gedacht worden aan subsidies of acties door SOK-leden of via bijdragen van de groeveneigenaren. - Er wordt naar gestreefd het Groevenbeheerfonds op peil te brengen als er een nieuwe groeve in beheer wordt genomen. Hiervoor zal met de groeveneigenaar overleg gepleegd worden over zijn bijdrage aan het Groevenbeheerfonds, zowel als een bijdrage aan de eenmalige kosten die gepaard gaan met de afsluiting. Er dient absoluut naar gestreefd te worden om een groeve pas aan het beheerbestand toe te voegen als dit totaalbedrag rond is. - Om geld voor het Groevenbeheerfonds te werven zal een "Verzoek tot ondersteuning" worden geschreven waarin de Stichting zich presenteert, gesteund door het Comité van aanbeveling. Met dit "Verzoek tot ondersteuning" zullen de potentiële donateurs voor het Groevenbeheerfonds persoonlijk worden benaderd voor een bijdrage.
Incidentele inkomsten en uitgaven in verband met incidentele grotere onderhoudswerkzaamheden. Incidentele onderhoudswerkzaamheden worden op projectbasis uitgevoerd. Tevens worden de kosten geraamd en inkomsten geworven. Een project behoeft met de begroting goedkeuring van het bestuur. Inkomsten gegenereerd uit het beheer van de groeve, bijvoorbeeld een bijdrage voor een rondleiding, kunnen aan concrete projecten worden toegewezen. Indien dit niet mogelijk is, zullen deze aan het Groevenbeheerfonds worden toegevoegd, om als zodanig voor het algemene beheer van de groeven tot nut te zijn.
- Bijgevoegd is een overzicht van de structurele kosten. - Het is een kostenplanning waarbij alles is opgenomen zoals de Stichting dat wenst, het actieve beheer. Hierbij wordt geld gereserveerd om groot onderhoud in de groeven aan te pakken, kunnen alle medewerkers voldoende worden beloond voor hun vrijwillige inzet en zijn alle kosten gedekt. - De werkelijke begroting op jaarbasis zal afhankelijk zijn van de hoogte van het Groevenbeheerfonds. Afhankelijk daarvan kunnen sommige posten geheel of gedeeltelijk worden ingevuld.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 20 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 21 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
BIJLAGE: Begroting Stichting Ir. D.C. van Schaïk voor 1998 en 1999 Na de oprichting van de Stichting Ir. D.C. van Schaïk in december 1997 is besloten om in het jaar 1998 te werken aan het leggen van de fundamenten voor de Stichting. In het jaar 1998 is gewerkt aan het schrijven van een beleidsplan en werkplan voor de Stichting. Dit betekent dat in 1998 geen economische activiteiten hebben plaatsgevonden. In 1999 moet het beleidsplan en werkschema in werking treden en zal de Stichting dus daadwerkelijk activiteiten gaan ontplooien en uitgaven gaan doen. Dit zal bestaan uit: a - Overname beheer-contracten groeven van het Natuurhistorisch Genootschap naar de Stichting. b - Bij aanbieden van groeve(n) deze mogelijk in beheer nemen. c - Noodzakelijke restauratie Apostelgroeve d - Werving gelden om het Groevenbeheerfonds op te zetten. e - Klein onderhoud f - Diverse kosten g - Diverse inkomsten Financieel zijn de volgende posten nog van belang voor 1999. X - Banksaldo Y - Garantiebijdrage Natuurhistorisch Genootschap Z - Achtergestelde renteloze lening Genootschap ad a: De eigenaren van de zeven groeven die momenteel bij het Natuurhistorisch Genootschap in beheer zijn, zullen benaderd worden. De bedoeling is dat een nieuw beheercontract gesloten zal worden, maar dan met de Stichting. De ervaringen uit het verleden hebben geleerd dat bij het minimale beheer een groeve per jaar gemiddeld voor de volgende kosten zorgen: - 3 sloten a f 15.00 f 45,00 - Drukwerk en porto f 15,00 ------------------------------------------------------- Totaal per groeve f 60,00 Het is de hoop dat de contacten met de zeven groeveneigenaren spoedig verlopen, dus dat de Stichting beheercontracten met deze 7 eigenaren kan afsluiten. Dit komt dan neer op een kostenpost van f 420,00 voor 1999. ad b: De Stichting is gepolst of er belangstelling is voor overname van het beheer van twee nieuwe groeven. Het beheer zal dan volgens bovenstaand schema worden aangepakt, dus 2 maal f 60,00 wordt f 120,00. Eventuele kosten voor afsluiting en beheerklaar maken van deze twee groeven zijn hier niet in opgenomen en zijn momenteel nog onbekend. Hiervoor zal op projectbasis een begroting gemaakt worden, waarvoor afzonderlijk subsidie zal worden gezocht. ad c: De ingang van de Apostelgroeve is dringend aan restauratie toe. Dit project wordt door het IKL aangenomen en begeleidt door leden van de SOK. De Stichting voert hier geen werkzaamheden uit, maar heeft slechts het beheer over een deel van de fondsen die voor dit project ter beschikking zijn gesteld te weten f 2.686,28 als donatie van de opgeheven "Vereniging ter Bevordering van Wetenschappelijk Onderzoek Sint Pietersberg" en f 5.000,00 als subsidie van de Nederlandse Spoorwegen. Zodra het project uitgevoerd gaat worden, dit zou in 1999 moeten gebeuren, zal dit geld aan het IKL worden overgemaakt. ad d: Voor de dekking van de beheerkosten zal een Groevenbeheerfonds worden opgericht. Door de Stichting is met de provincie overleg gepleegd over een eenmalige subsidie om de exploitatie en de aanloopkosten te dekken. Verder zal er worden gewerkt aan het werven van nadere gelden om dit Groevenbeheerfonds te vullen. De opbrengsten van dit fonds zullen in 1999 zelf nog verwaarloosbaar zijn. In 1999 zal veel aandacht aan de opbouw van dit Groevenbeheerfonds moeten worden besteed. De uitgaven voor 2000 en later zullen geheel of nagenoeg geheel gedekt moeten worden door de opbrengsten van dit Groevenbeheerfonds. Het aanloopverlies van de jaren 1998 en 1999 zal ook uit deze opbrengsten gedekt moeten worden. Tevens zal de achtergestelde renteloze lening (Z) terug betaald moeten worden uit deze opbrengsten.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 22 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
ad e: De groeven als geheel hebben regelmatig klein onderhoud nodig. Daarvoor zijn materialen en gereedschappen nodig. Dit bestaat uit las-elektroden, slijpschijven, af en toe een nieuwe schep of kruiwagen, verf, en ander los materiaal. Voor dit klein onderhoud wordt een totaalbedrag van f 150,00 per jaar ingeschat. ad f: - De verzekeringskosten van de Stichting zijn momenteel nog onbekend. Ingeschat wordt dat dit ongeveer f 1.500,00 zal zijn. - Voor de beheerders zal een maal per jaar een beheerdersbijeenkomst worden gehouden. De kosten hiervan worden op f 25,00 ingeschat. - Voor drukwerk en porto wordt geschat dat hiervoor f 150,00 voor 1999 nodig zijn. - De inschrijvingskosten bij de Kamer van Koophandel zijn f 86,54 per jaar. - De notariskosten van de oprichting in december 1997. - De kosten voor het ontwerpen en drukken van briefpapier en enveloppes voor de Stichting. - In verband met de afsluiting van de Scharnderberg is een kostenpost van f 40,00 opgevoerd voor een bijdrage in de ontvangst van enkele gasten. ad g: Door de Stichting zijn in 1998 enkele losse inkomsten gecreëerd. Voor één rondleiding is het bedrag van f 75,00 ontvangen en het restant van het project "afsluiting Scharnderberg" is ook aan de Stichting geschonken. ad X: De Stichting heeft momenteel (11-11-98) f 9.645,48 op de banknummer 92.98.12.034 staan. Dit is het restant van de inkomsten en de uitgaven over 1998 plus het geparkeerde geld voor het project "Restauratie Apostelgroeve". ad Y: Het Genootschap zal bij exploitatietekort een bijdrage geven van maximaal f 500,00 op jaarbasis voor het beheren van de groeven. Deze "Garantiebijdrage Natuurhistorisch Genootschap" zal voor 1999 zeker nodig zijn. ad Z: Om de Stichting van de grond te krijgen is door het Genootschap een "Achtergestelde renteloze lening" van f 4.000,00 aan de Stichting verstrekt. Deze lening zal terug betaald worden als de financiële middelen van de Stichting dat toelaten. Zolang dat niet het geval is, zal deze post blijven staan. Exploitatiebegroting 1998 en 1999 Inkomsten 1998 en 1999 Opbrengsten Groevenbeheerfonds (d) f Garantiebijdrage Genootschap 1999 (Y)f 500,00 Diverse inkomsten (g) f 315,00
0,00
Totaal f 815,00
Uitgaven 1998 Uittreksel register Kamer van Koophandel (f) f 18,00 Inschrijving 1997 Kamer van Koophandel (f) f Inschrijving 1998 Kamer van Koophandel (f) f Notaris (f) f 442,98 Ontvangst speciale gasten Scharnderberg (f) f 40,00 Drukwerk (f) f 1.002,28 Ontwerp briefpapier (f) f 705,00 Uitgaven 1999 Groevenbeheer (a) f 420,00 Nieuwe groevenbeheer (b) f Klein onderhoud (e) f 150,00 Verzekering (f) f 1.500,00 Beheerdersbijeenkomst (f) f 25,00
Voorsteltekst: mei 2001
61,00 86,54
120,00
Pagina 23 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
Drukwerk en porto (f) f 150,00 Inschrijving Kamer van Koophandel (f) f
86,54
Totaal f 4.799,34 Het aanlooptekort op de exploitaitie van 1998 en 1999 van f 3.984,34 zal gedekt worden door de "Achtergestelde renteloze lening" van het Genootschap.
Project Exploitatiebegroting 1998 en 1999 Project "Restauratie Apostelgroeve" (c) Inkomsten 1998 Bijdrage NS f 5.000,00 Bijdrage "Vereniging ter Bevordering van Wetenschappelijk Onderzoek Sint Pietersberg" f 2.686,28 Totaal f 7.686,28
Uitgaven 1999 Restauratiebijdrage aan IKL
f
7.686,28
Totaal f 7.686,28
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 24 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
BIJLAGE: Sponsorplan Stichting Ir. D.C. van Schaïk Organisatorisch - Er worden sponsorcontracten gemaakt. Hierin worden de vooraf met de fiscus gemaakte afspraken vermelden. Altijd in tweevoud. Een voor de sponsor en een voor de Stichting. - Sponsorbeleid valt onder het bestuur. - Sponsorcontracten worden door het bestuur afgesloten. - De secretaris houdt een relatiebestand bij van alle sponsoren, ex-sponsoren en potentiële sponsoren. In dit bestand staan afgesproken sponsorbijdragen, looptijden, moment van benaderen, adressen, namen contactpersonen en hun functie bij de sponsor en of ze handelingsbevoegd zijn, ontwerp logo, kopieën oude en lopende contracten, - De penningmeester zorgt voor de facturering. Mogelijke tegenprestatie voor de sponsor - Sponsoren worden vermeld op de Web-site van de Stichting - Sponsoren die specifiek aan een groeve hebben bijgedragen worden vermeld op het bordje bij die groeve. - Bij de opening van een nieuwe groeve of project, vlaggen en/of borden van de sponsor en PR (Krant, TV uitnodigen). In het persbericht de sponsoren noemen. - Vermelding in jaarverslag van de Stichting. - Eenmaal per jaar wordt een sponsorendag gehouden. Hiervoor worden alle sponsoren met een officiële brief uitgenodigd (routebeschrijving). De sponsorendag bestaat uit een presentatie waarbij verslag van het jaar wordt gedaan en waarbij een interessante lezing wordt gegeven, gevolgd door een bezoek aan een van de groeven. Deze jaarlijkse bijeenkomst kan door sponsoren gebruikt worden als netwerking in een prettige omgeving. De medewerkers van de Stichting, het adviseurscollectief, de Referentieraad en het Comité van aanbeveling bij deze dag ook uitnodigen. (bijvoorbeeld in het Natuurhistorisch Museum. Hierover nog met Douwe overleggen) - Er wordt overwogen om regelmatig een nieuwsbrief uit te brengen. - Het geven van rondleidingen voor de sponsoren in de groeven is gezien de doelstellingen van de Stichting geen wenselijke zaak. - In overleg met de sponsor kan gekozen worden uit een presentje. Dit kan bestaan uit: - Foto van de groeve die iets met de sponsor heeft en deze mooi ingelijst aan de sponsor aanbieden. Lijst en omlijsting laten ontwerpen door iemand uit de SOK. - Sponsoren krijgen bij aanvang een mergel pilaartje als "ondersteuning" van de zaak. Dit in overleg met Peter Kleynen laten maken. Werving van sponsoren - Sponsoren persoonlijk benaderen met het beleidsplan, het "Verzoek tot ondersteuning" en een nog te maken portfolio met mooie foto's van de groeven, actiefoto's van werkzaamheden, resultaten opruimacties, krantenartikelen over de Stichting en hun groeven, etc. - Duidelijk sponsoren zoeken die relatie met groeven hebben, zoals petroleumverkopers etc. Leveranciers nagaan die mogelijk nog willen sponsoren. - In de relatienetwerken van de SOK-leden zullen waarschijnlijk potentiële sponsoren en donateurs te vinden zijn. - Sponsoring ook zoeken in materialen, bijvoorbeeld als er werk verzet moet worden. Behoud van sponsoren - Vele zaken die in de tegenprestatie staan. Als een foto of mergelzuiltje in de kantine van de sponsor kan worden geplaatst is dat een dagelijkse herinnering. Deze herinnering kan misschien af en toe ververst worden met een nieuwe foto. - Verder is aandacht voor de sponsor van groot belang. Het kost meer moeite een sponsor te krijgen dan een te behouden, dus de jaarlijkse sponsorendag is een goede basis voor een lange samenwerking. Fiscale zaken Door opneming in het R&S van de Belastingdienst is duidelijk dat de Stichting een ideële organisatie is. Verder zijn met de Belastingdienst afspraken gemaakt waar de grenzen van ondernemersschap en stichtingsactiviteiten liggen.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 25 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
Sommige gemeenten heffen belasting op reclame. Nagaan of dat voor de gemeenten in ons werkgebied geldt. Mogelijke sponsoren Jaarlijkse inkomsten kunnen gegenereerd worden uit: - f 500.00 van het Genootschap. Het Genootschap is dit bedrag nu per jaar aan groevenonderhoud kwijt, en wil dit als sponsoring aan de Stichting blijven schenken zolang er geen andere inkomsten zijn. Uiteindelijk moet dit afgebouwd worden. - Activiteiten zoals het Preuvenemint, waarbij SOK-leden assistentie verlenen. Dit levert een aardige bijdrage op, bijvoorbeeld f 2000.00 per jaar. Eenmalige bijdrage aan het Groevenbeheerfonds. - Subsidie van provincie Limburg/Ministerie. Er wordt voorzichtig gesproken over een bedrag van f 100.000,00. - Gerichte bedelactie bij SOK-leden en abonnées van SOK-Mededelingen die bereid zijn hun geld in de Stichting te steken. - Gerichte bedelactie bij instanties, bedrijven of personen die belangstelling hebben om een eenmalige bijdrage te leveren aan het Groevenbeheerfonds. - Euregio. Bijvoorbeeld in het kader van een op te zetten multi-nationaal onderhoudsprogramma voor groeven. Hiervoor zijn al contacten met collega groevenonderzoekers in Duitsland gelegd. Dit samen met Nederland en België vormt een degelijke Euregionale basis. - Europese Gemeenschap. Bijvoorbeeld in het kader van een op te zetten multi-nationaal onderhoudsprogramma voor groeven. Hiervoor zijn al contacten met collega groeve-onderzoekers in Duitsland en Engeland gelegd. Dit samen met Nederland en België vormt een degelijke internationale basis. Mogelijk ook nog inbreng vanuit Tsjechië, Italië, Frankrijk en IJsland. Sponsoring voor projecten Voor concrete projecten zijn de volgende sponsoren en instanties te benaderen: - ENCI. Zeer SOK- en Genootschaps-minded. ENCI geeft gaarne steun aan concrete projecten. - Lions club. Met een goed projectvoorstel is hier heel ver te komen. - Rotary club. Met een goed projectvoorstel is hier heel ver te komen. - Ankerpoort. Zal moeten worden benaderd. - Gemeente van de groeve waar project plaatsvindt, vaak gelden in het kader van allerhande natuuren inrichtingsprojecten. - IKL (Ook in de vorm van hand- en spandiensten) - Prins Bernhardfonds/Anjerfondsen (Deze geven alleen gericht aan projecten) (Mogelijk een project "Stichting op poten zetten") - Bouwbedrijven die in het kader van een specifiek project benaderd worden voor een donatie in de vorm van materialen en/of diensten. (Bijvoorbeeld: stenen, cement, container, apparatuur etc.) Bedrijven die niet benaderd dienen te worden voor sponsoring: - Peter Kleynen, Mergelbouwsteen Sibbe. Dit bedrijf verzorgt reeds sponsoring van SOKactiviteiten.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 26 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
BIJLAGE: Fiscale zaken Wegens de aard van de Stichting zijn het Groevenbeheerfonds en de rente daarvan vrij van belasting. Dit zal ook naar de sponsoren duidelijk gemaakt worden. De Stichting geldt niet als ondernemer en hoeft daarom ook geen omzet- of vennootschapsbelasting te betalen. Dit moet pas als er sprake is van ondernemersschap en er economische activiteiten plaatsvinden. Economische activiteiten die de Stichting zou kunnen uitvoeren zijn: - Het beheren van groeven uit naam van de eigenaar. Op dat moment wordt een economische activiteit van de eigenaar overgenomen, dus ook de erbij behorende fiscale verplichting. Bij beheer door de Stichting moet dus duidelijk zijn dat het een beheer is vanuit de doelstellingen van de Stichting waar de eigenaar geen verdere belangen bij heeft. - Het geven van betaalde rondleidingen op structurele basis. Een enkele rondleiding waarvoor een geringe vergoeding gegeven wordt is geen probleem. Pas als er veel rondleidingen gegeven worden en er veel geld binnen komt, gaat dit gelden als economische activiteit. Gezien de doelstellingen van de Stichting zal dit niet het geval zijn. - Het verrichten van tegenprestaties voor sponsoren. In principe is iedere tegenprestatie, hoe gering dan ook, aanleiding om als ondernemer aangemerkt te worden. In overleg met de Belastingdienst is echter afgesproken dat zolang deze tegenprestaties binnen normale proporties blijven, dit geen fiscale gevolgen heeft. - Het in dienst nemen van personen. De Stichting zal betalingen verrichten aan de medewerkers volgens de vrijwilligersregeling van de Belastingdienst. Indienstneming behoort vooralsnog niet tot de mogelijkheden. De Belastingdienst heeft de Stichting opgenomen in haar bestand. Èènmaal in de drie jaren zal de Belastingdienst de jaarverslagen opvragen en kijken of de situatie nog onveranderd is. Als er veranderingen zijn die fiscale gevolgen hebben, zullen deze niet met terugwerkende kracht worden doorberekend an de Stichting; deze zullen pas vanaf dat moment in werking treden. Daarentegen is de Stichting verplicht veranderingen die relevant zijn voor de fiscale situatie te melden bij de Belastingdienst. De Stichting is aangemeld en geaccepteerd voor registratie bij de "Belastingdienst Registratie en Sucessie" zodat de fiscale aspecten van giften e.d. geregeld zijn.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 27 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
BIJLAGE: Verzekeringen Door het bestuur zijn bij het assuratiekantoor Salden te Roermond de volgende verzekeringen geregeld: - De aansprakelijkheidsverzekering loopt via de aansprakelijkheidsverzekering van het Genootschap. De premie is afhankelijk van het aantal leden van het Genootschap. De bijdrage van de Stichting in deze premie is f 0,07 cent per genootschapslid. Voor 1998 komt dat bij 1128 Genootschapsleden neer op een premie van f 78,96. - Materiaaldekking is een verzekering t.b.v. materiaal en gereedschappen voor schade t.g.v. brand en inbraak mits aanwezig in gebouwen. Buiten gebouwen (dus ook in afgesloten steengroeves) alleen voor schade door brand. Verzekerd bedrag f 10.000,00 bij een premie van f 75,00 per jaar. - Voor alle personen die voor de Stichting in functie zijn wordt een ongevallenverzekering afgesloten. Dit zijn de bestuursleden, de beheerders, de groevenopzichter, de technisch commissaris en de adviseurs. Deze verzekering kost f 2,75 per persoon per jaar. Bij overlijden of invaliditeit wordt dan een bepaald bedrag uitgekeerd. - Er wordt een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Deze wordt ondergebracht op de polis van de bestuursleden van het Genootschap. De hoogte van deze premie is nog niet bekend, maar zal tussen de f 600,00 en f 1.000,00 per jaar liggen. Een aansprakelijkheidsverzekering die schade dekt aan groeven t.g.v. het beheer en onderhoud is niet mogelijk. Bij grote projecten kan wel op projectbasis een CAR-verzekering afgesloten worden waarbij dan uitgebreide informatie en bestektekeningen aanwezig moeten zijn. Het afsluiten van een rechtsbijstandsverzekering is momenteel nog niet noodzakelijk. Als het groevenbestand duidelijk grotere vormen aanneemt, zal dit door het bestuur wel overwogen worden.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 28 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
BIJLAGE: Verzoek tot ondersteuning Comité van aanbeveling: - De heer ing. W.C.L. van Schaïk. Geldrop. Adviseurscollectief: - De heer mr. E. de Grood, 's Gravenvoeren (B), juridisch adviseur. - De heer drs. A. Lagas, Maastricht, financieel adviseur. - De heer dr. R. Bekendam, Maastricht, mijnbouwkundig adviseur. Het bijgevoegde beleidsplan van de Stichting Ir. D.C. van Schaïk geeft een historisch overzicht van het groevenbeheer en een plan hoe dit groevenbeheer actief gecontinueerd en uitgebreid kan worden voor de toekomst. Er wordt summier ingegaan op de financiën om tot verwezenlijking van het beleidsplan te komen. In dit begeleidend schrijven zouden wij graag wat nader op de financiele kant van zaken in willen gaan. In het beleidsplan wordt duidelijk een onderscheid gemaakt tussen incidentele kosten en structurele kosten. Incidentele kosten zijn altijd direct verbonden aan een project waar een begin, een einde en een duidelijk kostenplaatje aan vast zit. Meestal bestaan dit soort projecten uit bouwkundige werkzaamheden zoals afsluitingspoorten, beschermingsmuren, restauraties van ingangspartijen ed. Voor dit soort incidentele orijecten wordt ook nu al altijd een losse begroting gemaakt gebruik makend van bestektekeningen e.d. Incidentele projecten worden nu altijd gedekt door een sponsoractie speciaal voor dat project en dit zal in de toekomst door de Stichting ook zo gedaan worden. Structurele kosten daarentegen zijn jaarlijks terugkomende kosten. In het beheer zoals dat tot nu toe is gevoerd besloegen de structurele kosten enkel die kosten die gemaakt werden voor het enkele slot dat af en toe sneuvelde, de pot verf, de slijpschijf en de las-electrode die nodig waren om het onderhoud te doen en de kopieën van de vergunningen en het groeven logboek. Aan deze kosten die zeer direct met het beheer van de groeven te maken hebben, zal geen verandering komen, echter in het verleden is nooit rekening gehouden met de kosten die verder ook met het groevenbeheer te maken hebben. Daarom dat het wenselijk is dat een totaalbedrag van f 1.575,00 per groeve per jaar wordt uitgetrokken. Deze kosten zijn onder te verdelen in de volgende posten: - Direct groevenbeheer Sloten, verf, kopieën, logboek en ander materiaal bedraagt ongeveer f 160,00 per groeve per jaar. Momenteel wordt slechts voor twee groeven huur betaald. Het is zeer wel mogelijk dat voor de toekomst voor iedere groeve huur betaald moet worden. Dit mag dan maximaal f 25,00 per groeve per jaar bedragen. De beheerdersbijeenkomst is een overlegpunt tussen de beheerders onderling en anderen die zich binnen de Stichting met het beheer van de groeven bezig houd. Per groeve komt dit neer op f 7,15 per jaar. Het directe groevenbeheer kost per groeve per jaar f 199,29 - Betaling vrijwilligerswerk De vele vrijwilligers van de Stichting zijn tot nu toe altijd onbezoldigd geweest. Een echte betaling van het werk is ook niet mogelijk, maar een bijdrage conform de vrijwilligersregeling van de belastingdienst is wel wenselijk. De beheerder, groevenopzichter en technisch commissaris samen kosten f 600,00 per groeve per jaar. Dit is inclusief het jaarlijkse etentje voor de medewerkers. - Indirect groevenbeheer De overheadkosten bestaan uit de sponsorendag, vergoedingen bestuursleden, verzekeringen en andere indirecte kosten zoals in de financiele bijlage zijn aangegeven. Jaarlijks komt dit per groeve neer op f 455,08 - Reserveringen: Voor iedere groeve wordt per jaar een bedrag van f 250,00 gereserveerd om groot onderhoud te plegen. Het opzetten van een restauratie-project kost erg veel tijd en soms is direct ingrijpen noodzakelijk om te voorkomen dat er zich in de groeve onveilige situaties voordoen. Hiervoor is deze reservering nodig
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 29 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
Verder wordt er ieder jaar een afschrijving van f 71,43 per groeve gedaan op de apparatuur. Dit is tot nu toe nog niet gebeurd, maar op een gegeven moment zal het aggregaat en de lasapparatuur aan vervanging toe zijn en dan moet het geld daarvoor beschikbaar zijn. Aan reserveringen wordt per groeve per jaar f 321,43 uitgegeven.
Dit opgeteld komt uit op f 1.5750,79 per groeve per jaar. Het Natuurhistorisch genootschap heeft zeven groeven in beheer. De Stichting zal in 1999 de besprekingen met de groeveneigenaren beginnen, zodat de Stichting in 2000 hopelijk alle zeven groeven in eigen beheer kan nemen. Daarna zullen actief meer groeven geworven worden. Een groter aantal groeven zal de prijs per groeve per jaar drukken. Voor het jaarlijkse onderhoud van de groeven wil de Stichting een "waardevast Groevenbeheerfonds" opzetten. Het bedrag van f 1.575,00 per groeve per jaar komt bij zeven groeven neer op een jaarlijks budget van f 11.000,00. Als dit bedrag verkregen moet worden uit een Groevenbeheerfonds waarvan de reële rente (rente minus inflatie) 2.5 % bedraagt, dan komt dit neer op een Groevenbeheerfonds van f 450.000,00. Zodra een groeve toegevoegd wordt aan het beheerbestand zal door middel van een actie geld verkregen moeten worden om het Groevenbeheerfonds te verhogen zodat uit de rente van het Groevenbeheerfonds de groeven tot in lengte van dagen beheerd kunnen worden. Bij een bedrag van f 1.500,00 per groeve en een effectieve rente van 2.5% komt dit neer op een bedrag van f 63.000,00 per groeve. Wij hopen dat u zich aangesproken voelt om een bijdrage te leveren aan het Groevenbeheerfonds dat feitelijk de financiële ruggegraat moet worden van het groevenbeheer door de Stichting. Voor een ieder die een financiële ondersteuning aan de Stichting doet wordt jaarlijks een dag gehouden waarvoor u persoonlijk wordt uitgenodigd. Deze dag bestaat uit een presentatie van de activiteiten die dat jaar door de Stichting zijn uitgevoerd, een lezing over een groevenonderwerp, gevolgt door een bezoek aan één van de groeven. Voor deze jaarlijkse bijeenkomst zullen ook alle medewerkers van de Stichting, het adviseurscollectief, de Referentieraad en het Comité van aanbeveling een uitnodiging ontvangen. Door de Stichting wordt aan de sponsor een geschenk aangeboden. Er valt dan te denken aan bijvoorbeeld een foto van de groeve waar de sponsor een bijdrage aan gedaan heeft of een mergel zuiltje om de steun te onderstrepen die de Stichting van de sponsor ontvangt. Verder zal op de web-site van de Stichting een vermelding met logo van de sponsor en donor komen en, indien aanwezig, een link naar de web-site van de sponsor. De Belastingdienst heeft geconcludeerd dat de Stichting voor het beheren van de onderaardse kalksteengroeven geen ondernemer is voor de omzet- danwel de vennootschapsbelasting. Ook voor de sponsoractiviteiten is de sponsor geen omzetbelasting verschuldigd over deze bijdrage. Verder is de Stichting geregistreerd bij de "Belastingdienst Registratie en Successie". Stichting Ir. D.C. van Schaïk, Beheer Onderaardse Kalksteengroeven Postbus 882, 6200 AW Maastricht. Bijlagen: - Beleidsplan Stichting Ir. D.C. van Schaïk 1997-2000 - Exploitatiebegroting 1997-1998 - Financieel overzicht
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 30 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
BIJLAGE: Werving groeven Overname huidige SOK-groeven - het Genootschap zal aan de eigenaren van de huidige SOK-groeven een brief sturen waarin de Stichting wordt voorgesteld. De Stichting voegt hier nog een brief aan toe waarin zij aankondigt binnenkort contact op te zullen nemen. - Daarna zal de Stichting met de eigenaar in overleg treden over een langdurend huur-contract (van bijvoorbeeld 30 jaar) of een goede bruikleenovereenkomst van eveneens lange duur. - De huurprijs zal een symbolisch karakter hebben. - Met de eigenaar zal overleg gepleegd worden over een financiële bijdrage in de bekostiging van de noodzakelijke bouwkundige voorzieningen van de groeve. Dit kan een eenmalige bijdrage aan de Stichting zijn of een periodieke bijdrage in de onderhoudskosten. Nieuw te werven groeven Particuliere groeveneigenaren - Die eigenaren van groeven waarvan bij de SOK of bij de Stichting de indruk bestaat dat ze het beheer niet kunnen of willen voeren op een manier zoals door de Stichting voorgestaan, zullen actief worden benaderd met het verzoek of hun groeve bij de Stichting in beheer kan komen. - Invalshoeken zijn het overdragen van de verantwoordelijkheid en het onderhoud. - Daarna zal de Stichting met de eigenaar in overleg treden over een langdurend huur-contract (van bijvoorbeeld 30 jaar) of een goede bruikleenovereenkomst van eveneens lange duur. - De huurprijs zal een symbolisch karakter hebben. - Met de eigenaar zal overleg gepleegd worden over een financiële bijdrage in de bekostiging van de noodzakelijke bouwkundige voorzieningen van de groeve. Dit kan een eenmalige bijdrage aan de Stichting zijn of een periodieke bijdrage in de onderhoudskosten. Eigenaren van grote groeven (LL, SBB, gemeenten, etc) - De Stichting zal actief deze eigenaren benaderen om, in eerste instantie, zich bekend te maken. Dit zal dan geleidelijk uitgebouwd kunnen worden tot bijvoorbeeld een adviserende functie over het beheer van de groeve. - Daarna zal de Stichting met de eigenaar in overleg treden over een langdurend huur-contract (van bijvoorbeeld 30 jaar) of een goede bruikleenovereenkomst van eveneens lange duur. - De huurprijs zal een symbolisch karakter hebben. - Met de eigenaar zal overleg gepleegd worden over een financiële bijdrage in de bekostiging van de noodzakelijke bouwkundige voorzieningen van de groeve. Dit kan een eenmalige bijdrage aan de Stichting zijn of een periodieke bijdrage in de onderhoudskosten. Belgische groeven - Op termijn zullen de eigenaren van deze groeven ook door de Stichting worden benaderd. Hiervoor wordt tegen die tijd een plan opgezet waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke Belgische regelgeving hieromtrent. Wervingsstrategie Groeven die in aanmerking komen voor opname in het beheerbestand van de Stichting worden eerst geïnspecteerd. Met de gegevens uit deze inspectie zal in samenwerking met Staatstoezicht op de Mijnen een plan worden gemaakt voor de uitvoering van direct noodzakelijke werkzaamheden in verband met de veiligheid zodat de groeve geschikt is om de doelstellingen van de Stichting te verwezenlijken. Deze werkzaamheden bestaan uit een afdoende afsluiting en direct noodzakelijk veiligheidsmaatregelen. Als dit plan rond is, inclusief de financiering, zal de groeve door de Stichting in beheer worden genomen. Zolang dit plan nog niet geheel is uitgevoerd en er geen eindinspectie door Staatstoezicht op de Mijnen heeft plaatsgevonden, zal de groeve gesloten blijven voor bezoek, anders dan noodzakelijk voor de uitvoering van het plan. Beëindiging beheer groeven Als de Stichting haar verplichtingen niet meer kan nakomen of haar doelen niet meer kan verwezenlijken, zal het beheer van de groeve, voor zover contractuele verplichtingen daaraan niet in de weg staan, worden teruggegeven aan de eigenaar.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 31 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 32 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
BIJLAGE: Veiligheidsplan Afsluitingsbeleid: - Een afsluiting van een groeve in beheer bij de Stichting dient te voldoen aan de volgende voorwaarden: - Alle ingangen worden afgesloten met een afsluiting die een zo groot mogelijke opening laat voor klimaat en fauna-uitwisseling volgens een voor de Stichting eenduidig ontwerp. - Een afsluiting is een barrière die de groeve beschermt tegen illegaal bezoek, maar die toegang voor inspectie, onderzoek en andersoortig bezoek eenvoudig mogelijk maakt. - Een groeve heeft voldoende poorten om de toegang te garanderen. - Bij calamiteiten moeten hulpdiensten zich onmiddellijk toegang kunnen verschaffen. - Doorgangen naar groevendelen of andere groeven die niet onder het beheercontract van de Stichting vallen, worden afgesloten, zodanig dat niemand per ongeluk kan doorlopen. Wel dient deze afsluiting zodanig geconstrueerd te worden dat doorgang bij calamiteiten mogelijk blijft. - Bij de ingang van de groeve wordt duidelijk zichtbaar een bord geplaatst waarop staat vermeld: naam van de groeve, korte beschrijving van de groeve als cultuur- en natuurmonument, adres van de Stichting, contactadres beheerder en noodtelefoonnummer. Deze bordjes worden door de technisch commissaris gemaakt en gemonteerd volgens een eenduidig, nog nader te bepalen, ontwerp. Calamiteitenplan In 1999 zal met de hulpdiensten in Zuid-Limburg overleg opgestart worden over het opzetten van een calamiteitenplan.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 33 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
BIJLAGE: Toegangsregeling Voor de toegang tot een groeve worden de volgende twee doelen erkend met inachtneming van de erbij vermelde voorwaarden: 1: Onderzoek: (Iedere vorm van onderzoek, wetenschappelijk of documentalistisch) - Iedere onderzoeker tekent in tweevoud de vergunning en de gevarenkaart, als beschreven in hoofdstuk "Inspecties en vergunningen" in de bijlage "Juridische zaken". Één exemplaar voor de onderzoeker, één exemplaar voor het groeven-logboek. - Aan de toestand van de groeve mag niets worden veranderd. - Dieren, in het bijzonder de vleermuizen, mogen niet worden verstoord. 2: Niet-commerciële educatie: - Altijd onder begeleiding van de groevenbeheerder of een door hem gevolmachtigd persoon. - Aan de toestand van de groeve mag niets worden veranderd. - Dieren, in het bijzonder de vleermuizen, mogen niet worden verstoord. - Aan de groep die de educatieve rondleiding krijgt, kan een financiële bijdrage gevraagd worden. Deze zal worden besteed aan het beheer van de groeve. Inkomsten worden door de penningmeester van de Stichting beheerd. - Toegangsbeperkingen: - Vleermuisseizoen: (1 oktober - 31 maart) - Uiterste terughoudendheid in groevenbezoek. - Bij voorkeur elektrisch licht - Vleermuizen en hun directe omgeving ontzien - Veiligheid: - Als door Staatstoezicht op de Mijnen een groeve of een deel hiervan onveilig wordt geacht voor onderzoek en\of educatie, dan zal de groeve of betreffend deel gesloten blijven. - Bezoekers van de groeven moeten meerderjarig zijn, ze dienen bekend te zijn met groevenbezoek in het algemeen en ze dienen over voldoende verlichting te beschikken. - De toegang tot de groeven wordt getoetst aan de Natuurbeschermingswet, de monumentenwet en het Groevenreglement voor zover deze op de desbetreffende groeve van toepassing zijn. - Toegang: - SOK-leden hebben in principe toegang tot de groeven in beheer bij de Stichting, met inachtneming van de regels zoals door de beheerder in overleg met het bestuur worden aangegeven. Of deze toegang een onderzoekskarakter of een educatief karakter draagt is daarbij niet relevant. Een beheerder kan dit verzoek niet weigeren, anders dan op de gronden aangegeven in dit beleidsplan. - Anderen dan SOK-leden die een eenmalig bezoek aan een groeve willen brengen kunnen bij de groevenbeheerder om de sleutel verzoeken. De groevenbeheerder kan naar eigen inzicht dit verzoek inwilligen of gemotiveerd afwijzen. Indien de afgewezene het hier niet mee eens is kan deze hiertegen beroep aantekenen bij het bestuur van de Stichting. - Anderen dan SOK-leden die structureel een groeve willen bezoeken dienen schriftelijk een onderzoeksvoorstel in te dienen bij het bestuur. Bij goedkeuring van dit onderzoeksvoorstel door het bestuur wordt een vergunning uitgegeven. Na afloop dient men een verslag van het onderzoek uit te brengen aan de groevenbeheerder en het bestuur van de Stichting. - Een groevenbeheerder kan een aanvrager verzoeken zich te legitimeren. Een SOKlidmaatschapsbewijs is één van de legitimatiemogelijkheden. Een SOK-lidmaatschaps-kaart kan, vergezeld van een pasfoto, aangevraagd worden bij de secretaris van de SOK. - Per groeve kunnen uitzonderingen worden gemaakt op de regels, als dit in verband met veiligheid, bescherming of beheer noodzakelijk wordt geacht door het bestuur. - Een toestemming tot het betreden van een groeve kan op elk moment worden ingetrokken indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 34 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
BIJLAGE: Actiepunten per groeve - Apostelgroeve - Met eigenaar overleg plegen over langdurend huurcontract (bijvoorbeeld 30 jaar) - Met eigenaar overleg plegen over bijdrage in onderhoud - Eigendom van Stichting Lambrecht van Middelhoven. Door het Genootschap in bruikleen genomen. Dit contract liep tot 31 december 1984 en daarna tot wederopzegging. Huur lijkt hier misschien wel mogelijk, omdat de Stichting Lambert van Middelhoven geen direct belang bij de groeve heeft. - De verklaring van de beheerder ontbreekt. Deze zal opnieuw moeten worden opgestuurd. - Het muurwerk direct aan de ingang van de groeve is zeer dringend aan restauratie toe. De situatie dreigt nu zelfs kritiek te worden. - Binnen in de groeve zijn enkele wakken die loszitten en misschien afgestoten zouden moeten worden. - Beheerder: Ton Breuls - Fallenberg - In eigendom bij Stichting Elisabeth Strouven. Door Genootschap in bruikleen genomen. Dit contract geldt tot wederopzegging. Huur lijkt hier misschien wel mogelijk, omdat de Stichting Elisabeth Strouven geen direct belang bij de groeve heeft. - Momenteel afgekeurd. Door Staatstoezicht op de Mijnen zijn in het verleden zeer eisen gesteld aan de uitvoering van de afsluitingen in verband met de doorgang die mogelijk is naar het instortingsgebied. Mogelijk dat deze zware eisen nu niet meer zo zwaar zijn, en dat het in eigen beheer kan worden uitgevoerd, waarna deze groeve kan worden opengsteld voor onderzoek. - Er is een bereidverklaring van de pachter, de heer Bollen, dat voor zijn grond toestemming is voor betreding en werkzaamheden. Dit zal bij overname moeten worden vernieuwd. - Er is een contract zonder einddatum waarin Genootschap en de Stichting Jezuïetenberg aangeven niet in elkaars gebied te komen, zonder elkaar daarvan in kennis te stellen. Dit contract zal bij overname ook moeten worden vernieuwd. - Beheerder: Peter Houben. - Koeleboschgroeve - Eigendom van Stichting Limburgs Landschap. Door het Genootschap gehuurd tot 30 juni 1994, daarna stilzwijgend verlengd voor periodes van 5 jaar. Huurprijs is f 25.00 per jaar. Er is tussen 1985 en 1989 een vervelende affaire tussen NHG en LL geweest, dus mogelijk dat het op naam van de Stichting brengen van de huurovereenkomst zal worden aangewend om ons de groeve af te nemen. Waarschijnlijk is dat niet omdat sindsdien er in het bestuur van LL ook het een en ander veranderd is. - Verklaring beheerder ontbreekt. Moet vernieuwd worden. - Wakken afstoten om veiligheid te verbeteren. - Beheerder: Ed de Grood - Nieuwe groeve - Door het Genootschap gehuurd van Stichting Jeugdwerk Don Bosco (Huize Sint Joseph) tot 31 augustus 2002 voor een huurprijs van f 1.00 per jaar vooraf te voldoen voor de gehele periode. - De vergunning van Staatstoezicht is per 1 september 1996 afgelopen en dient verlengd te worden. - De heer Broeder Slenter heeft voor deze groeve een Genootschapsvergunning zonder tijdlimiet. Deze zal bij overname ook omgezet moeten worden. - Onderhoud is nodig bij het ingangsgedeelte en rondom de schacht zijn beveiligingsmaatregelen nodig. - Beheerder: Han Bochman - Roothergroeve - Eigendom van de heer Piet Pakbier. Door het Genootschap in bruikleen genomen. Dit contract liep tot 31 december 1984 en daarna tot wederopzegging. Huur lijkt niet waarschijnlijk omdat de heer Pakbier zelf ook de groeve gebruikt voor allerhande zaken. Hier zal voorzichtig gehandeld moeten worden. - Nagaan bij ministerie of op deze groeve de NB-wet van kracht is. Volgens Ed weas daar een mogleijkheid toe. - Ed biedt aan mee te gaan bij het overleg met Piet Pakbier. Dit omdat Ed de heer Pakbier goed kent en dit mogleijk de onderhandelingen over het toekomstige beheer van de Roothergroeve vergemakkelijkt.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 35 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
- Enkele locaties in de ingangstunnel moeten verstevigd worden. - Beheerder: John Hageman - Scharnderberg - Deze groeve heeft twee eigenaren. Beide hebben een huurovereenkomst met het Genootschap. Stichting Jeugdwerk Don Bosco (Huize Sint Joseph) tot 30 september 2002 voor een huurprijs van f 1.00 per jaar; vooraf te voldoen voor de gehele periode. Stichting Centrum Ontmoeting der Volken tot 30 september 2002 voor een huurprijs van f 1.00 per jaar; vooraf te voldoen voor de gehele periode. - Aanvraag ingebruikname ad Groevenreglement is ingediend. - Beheerder: John Knubben - Wakken afstoten en pilaren verstevigen - Een globale inspectie is gedaan, maar de feitenlijke inspectie met rapportage moet nog uitgevoerd worden. Dit kan, nu de kaart klaar is. - Grote stabilisatie werkzaamheden zijn noodzakelijk. Hiervoor zal een uitgebreid plan gemaakt worden in samenwerking met Staatstoezicht op de Mijnen. - Beheerdersverklaring moet nog worden geregeld. - Theunisgroeve - Eigendom van M. Fey-Nelen en L. Theunissen. Door het Genootschap in bruikleen genomen. Dit contract loopt tot wederopzegging. Huur is misschien wel mogelijk. - De verklaring van de beheerder ontbreekt. Deze zal moeten worden gemaakt. - Beheerder: Giel Bindels
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 36 van 37
Beleidsplan 2001-2010 Stichting Ir D.C. van Schaïk
BIJLAGE: Mogelijke beheervormen (Kan nog uitgebreid worden) - Eigendom - Voordelen: - Volledige controle en vrijheid van handelen - Nadelen: - Alle verantwoordelijkheid - Opmerkingen: - Huur - Voordelen: - Duidelijk omschreven wie voor welk deel verantwoordelijk is. - Nadelen: - Erg veel organisatie, regelen en kosten. - Opmerkingen: - De penningmeester van de Stichting dient er extra zorg voor te dragen dat de periodieke huur wordt betaald. Mocht dit niet gebeuren, hoe klein het bedrag ook is, en er ontstaat een conflict, dan kan dit voor problemen zorgen. - Pacht - Niet van toepassing voor groeven - Bruikleen - Voordelen: - Geen kosten - Alles kan in de bruikleenovereenkomst geregeld worden. - Nadelen: - Meestal voor kortere periode - Opmerkingen: - Juridisch goed onderbouwen.
Voorsteltekst: mei 2001
Pagina 37 van 37