Belastingen
Belastingspecial 2014 (aangifte inkomstenbelasting 2013) Leo van Heesch Inleiding De meest voorkomende aftrekposten en kortingen betreffende de inkomstenbelasting (IB) worden besproken. Voor ouderen minder relevante posten zijn weggelaten. De in 2014 komende veranderingen zijn ook vermeld, zodat u daarmee rekening kunt houden. Voor uw aangifte over 2013 gebruikt u de voor 2013 geldende regelingen, percentages en bedragen. De boxenstructuur van de inkomstenbelasting De belastingdienst belast inkomen op 3 verschillende manieren (boxen): Box 1 Belastbaar inkomen uit werk en woning (betreft bijna elke belastingplichtige). Box 2 Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang. (geldt slechts voor weinig belastingplichtigen). Box 3 Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (als u spaargelden of andere tegoeden hebt).
Tabel 1 Tarieven box 1 (belastingjaar 2013) Belastbaar inkomen: meer dan tot
– 19.645 33.363 56.531
– 19.645 33.363 55.991
Tarief en premie Totaalheffing in % in euro belas- premie totaal ting v.v. Jonger dan AOW-leeftijd 19.645 7.268 5,85 31,15 37 33.363 10,85 31,15 42 13.029 55.991 42 42 22.532 52 52 AOW-leeftijd en ouder Geboren na 1 januari 1946 19.645 5,85 13,25 19,10 3.752 33.363 10,85 13,25 24,10 7.058 55.991 42 42 16.561 52 52 Geboren vóór 1 januari 1946 19.645 3.752 5,85 13,25 19,10 33.555 10,85 7.104 13,25 24,10 55.991 42 16.527 42 52 52
Volgorde in mindering brengen persoonsgebonden – aftrek 19.645 Persoonsgebonden aftrekposten kunnen zijn: de door u 33.555 betaalde alimentatie, ziektekosten die voor aftrek in 55.991 aanmerking komen, giften, studiekosten et cetera. Deze regeling; aftrekposten worden eerst in Box 1 in mindering gebracht, eventuele restanten kunt u aftrekken in Box 3 • Ze zijn gezamenlijk eigenaar van een woning die hun hoofdverblijf is. en daarna in Box 2. Blijft er dan nog een aftrekpost over, dan kan die in het volgende jaar worden verrekend. Tarief Box 2: Verdeling inkomensbestanddelen over partners Tarief op inkomen uit aanmerkelijk belang blijft 25%. In Bij fiscaal partnerschap mogen echtgenoten en 2014 voor inkomens tot 250.000 euro verlaagd tot 22%. samenwonende partners bepaalde inkomsten en aftrekposten, zoals negatieve inkomsten eigen Tarief Box 3: woning en giften naar eigen inzicht, over de partners Over het belastbare vermogen wordt een forfaitair verdelen. Meestal is het voordelig om aftrekposten te (fictief) rendement gerekend van 4% waarover 30% laten vallen bij de partner met het hoogste inkomen. belasting moet worden betaald. Het tarief komt zo per Ongehuwd samenwonenden worden als partners saldo uit op 1,2% van het belastbare vermogen uit spadoor de fiscus erkend als zij voldoen aan één van de ren en beleggen. volgende voorwaarden: • Ze hebben een notarieel samenlevingscontract; Heffingskortingen • Ze hebben samen een kind; Op de berekende belastingen en premies uit de drie • Eén partner heeft een kind en de andere partner boxen worden afhankelijk van de persoonlijke situatie heeft het kind erkend; kortingen in mindering gebracht, waardoor het te betalen bedrag aan belastingen lager wordt. • Ze zijn als partners aangemeld voor een pensioen-J
20 | januari/februari 2014 | Belastingspecial
Belastingen Tabel 2 Heffingskortingen
1a 1b 2a 2b 3 4a 4b 4c 5 6 7
Maximale algemene heffingskorting lagere inkomens Minimale algemene heffingskorting lagere inkomens Maximale algemene heffingskorting hogere inkomens Minimale algemene heffingskorting hogere inkomens Maximale werkbonus Ouderenkorting Ouderenkorting bij een inkomen boven 35.450 euro Alleenstaande ouderenkorting Korting groene beleggingen van de vrijstelling in box 3 Tijdelijke heffingskorting voor VUT en prepensioen Levensloopverlofkorting per jaar van deelname tot 2012
Toelichting heffingskortingen 1a Algemene heffingskorting Iedere belastingplichtige heeft recht op de algemene heffingskorting. Als één van de partners geen of weinig inkomsten heeft, kan de heffingskorting worden uitbetaald door de belastingdienst, mits de andere partner voldoende inkomen heeft en daarover belasting betaalt. De uitbetaling aan de minst verdienende partner wordt in 15 jaar afgebouwd. Over 2013 wordt ten hoogste 66,67% van de heffingskorting uitbetaald en over 2014 hoogstens 60%. Deze afbouw geldt niet voor hen geboren vóór 1-1-1963. 1b Algemene heffingskorting hogere inkomens Met ingang van 2014 is de algemene heffingskorting inkomensafhankelijk. Vanaf 19.645 euro aan inkomen daalt de algemene heffingskorting, voor werkenden tot minimaal 1.366 euro en voor AOW-gerechtigden tot minimaal 693 euro 2a Maximale arbeidskorting lagere inkomens Met inkomen uit werk, winst uit onderneming of resultaat overige werkzaamheden heeft u hierop recht. 2b Arbeidskorting hogere inkomens De arbeidskorting wordt voor inkomens vanaf 40.000 euro verder afgebouwd. 3. Werkbonus Geldt voor mensen die op 1 januari 2013 een inkomen
Jonger dan AOW-leeftijd 2014 2013 2.103 2.001 1.366 2.097 1.723 367 550 1.119 1.100
0,7% 121 205
0,7% 182 205
AOW-leeftijd en ouder 2014 2013 1.065 1.034 693 1.062 890 186 284 1.032 150 429 0,7%
1.032 150 429 0,7%
uit arbeid hebben en minimaal 60 maar nog geen 64 jaar zijn. De opbouw van de bonus begint bij 90% van het minimumloon. Bij een inkomen tussen 100% en 120% van het wettelijk minimum loon geldt de volledige bonus; tussen 120% en 175% van dat minimumloon wordt de bonus recht evenredig afgebouwd naar 0. 4. Ouderenkortingen Wie op 31 december 2013 de AOW-leeftijd heeft bereikt, krijgt maximaal 1.032 euro aan ouderenkorting, maar bij een aan verzamelinkomen hoger dan 35.450 euro bedraagt de ouderenkorting 150 euro. Wie recht heeft op een AOW-uitkering voor een alleenstaande, krijgt een aanvullende korting van 429 euro. 5. Korting groene beleggingen In 2013 bedragen deze kortingen 0,7% van de vrijgestelde bedragen in Box 3. 6. Tijdelijke heffingskorting voor VUT en prepensioen Hebt u de AOW-leeftijd nog niet bereikt en krijgt u een uitkering van pensioen of VUT, dan komt u in aanmerking voor een tijdelijke heffingskorting. Over 2013 is deze 1% van de uitkering tot een maximum van 182 euro. Over 2014 bedraagt de korting 0,67% van de uitkering tot een maximum van 121 euro. 7. Levensloopverlofkorting Deze regeling is per 1 januari 2012 afgeschaft; de eerder opgebouwde rechten blijven in tact.
Belastingspecial | januari/februari juli/augustus 2014 2011 | 21
Belastingen Box 1: Belastbaar inkomen uit werk en woning
De bedragen in 2014 zijn hetzelfde als in 2013.
Welk inkomen valt in Box 1 De belastingdienst onderscheidt hier: 1. Winst uit onderneming, loon uit arbeid en ziektewetuitkeringen; 2. Loon uit vroegere arbeid, pensioen- en prepensioenuitkeringen, ww en wachtgeld, invaliditeitspensioenen, WAO- en WIA-uitkeringen en bijtelling privégebruik van de auto van de zaak; 3. Ontvangen alimentatie en inkomen uit overige werkzaamheden, zoals freelancers en bijverdiensten.
De eigen woning Met ingang van 2013 geldt de vertrouwde hypotheekrenteaftrek alleen nog voor hypotheken, waarop in 30 jaar wordt afgelost met minimaal een annuïtair aflossingsschema. Voor hen die op 31 december 2012 een eigen woning hadden, blijft de hypotheekrente aftrekbaar ook al wordt er niet op afgelost of als zij deze lening in of na 2013 oversluiten.
Zaken die het belastbaar inkomen kunnen verlagen zijn: reisaftrek openbaar vervoer, inkomsten eigen woning (door hypotheekrente vaak negatief), uitgaven voor premies lijfrente, persoonsgebonden aftrekposten voor giften en specifieke zorgkosten. Enkele van deze posten krijgen hieronder extra aandacht. Reisaftrek Voor woon-werkverkeer met het openbaar vervoer kan de reisaftrek van toepassing zijn mits: • U beschikt over een openbaar vervoerverklaring of een reisverklaring; • De per openbaar vervoer afgelegde enkele reisafstand minimaal 10 km is; • U regelmatig (40 keer per jaar of minimaal 1 keer per week) heen en weer reist tussen woning en werkplek. Wie drie, twee of één keer per week naar dezelfde werkplek per openbaar vervoer reist krijgt bij een afstand tot en met 80 km driekwart, de helft respectievelijk een kwart van het in de tabel aangegeven bedrag. Vanaf vier dagen het volledige tabelbedrag. Tabel 3 Reisaftrek openbaar vervoer Enkele reisafstand woon-werkverkeer meer dan niet meer dan 0 km 10 km 10 km 15 km 15 km 20 km 20 km 30 km 30 km 40 km 40 km 50 km 50 km 60 km 60 km 70 km 70 km 80 km 80 km -
Aftrek 2013 en 2014 436 582 974 1.207 1.574 1.751 1.943 2.008 2.036
22 | januari/februari 2014 | Belastingspecial
Aftrekbare kosten Vanaf 2014 wordt het tarief, waarmee aftrekbare kosten met betrekking tot de eigen woning in de vierde schijf kunnen worden afgetrokken elk jaar met een half procent verminderd tot uiteindelijk een tarief van 38% wordt bereikt in plaats van de huidige 52%. Het eigen woningforfait De periode van het eigen woningforfait sluit aan bij de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. De tarieven gaan in 2014 verder omhoog. Het eigen woningforfait wordt berekend over de WOZwaarde. Bij tijdelijk verhuur wordt het forfait berekend over het gehele kalenderjaar en is 70% van de huurinkomsten belast. Tabel 4 WOZ-waarde
groter dan 0 12.500 25.000 50.000 75.000 1.040.000
maar niet boven 12.500 25.000 50.000 75.000 1.040.000 onbeperkt
2014 forfait %
2013 forfait %
nihil nihil 0,25 0,20 0,40 0,35 0,55 0,45 0,70 0,60 6.360 euro 7.350 euro plus 1,55% plus 1,80% van de van de meerwaarde van de eigen woning boven de 1.040.000 euro
Kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening of beleggingsrecht Deze vrijstellingen zijn per 1 januari 2013 vervallen voor degenen die op 31-12-2012 niet een dergelijk product hadden.
Belastingen Kamerverhuurvrijstelling De vrijstelling voor kamerverhuur over 2013 is 4.536 euro en 4.748 euro over 2014. Verhuisregeling hypotheekrenteaftrek De maximale termijn voor het behoud van de hypotheekrenteaftrek bij pogingen tot verkoop van de voormalige eigen woning is drie jaar. Als dus de woning in 2011 te koop is gezet, is de over 2013 betaalde rente aftrekbaar. Voor woningen die in 2012 of later te koop zijn gezet, geldt een maximale termijn van twee jaar. Herleven hypotheekrenteaftrek na tijdelijk verhuur Sinds 1 januari 2010 kan de hypotheekrenteaftrek voor de voormalige te koop staande eigen woning herleven na een periode van tijdelijke verhuur tot maximaal de resterende termijnen van de verhuisregeling. Na 2014 vervalt deze regeling. Aftrek rente restschuld Nieuw in 2013 is, dat u ook aftrek kunt krijgen van de rente, die u betaalt op een schuld die u heeft als gevolg van een restschuld die is ontstaan na 29 oktober 2012 maar voor 1 januari 2018. Deze restschuld moet zijn ontstaan bij de verkoop van de eigen woning, waarbij de opbrengst lager was dan de op de woning rustende eigen woningschuld. De aftrek geldt voor een periode van 10 jaar na het moment van het ontstaan van de restschuld. Uitgaven voor inkomensvoorzieningen Premies voor lijfrenten en bedragen betaald voor een lijfrentespaarrekening of beleggingsrecht zijn aftrekbaar als is voldaan aan de voorwaarden voor lijfrentepremieaftrek en de volgende regels voor de hoogte van de premieaftrek: • Betaalde bedragen zijn aftrekbaar voor zover de belastingplichtige een pensioentekort heeft en de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt. De hoogte van de aftrek wordt bepaald door de jaarruimte of reserveringsruimte. Bij de berekening van de jaarruimte zijn het inkomen en de pensioenaangroei van het voorafgaande kalenderjaar bepalend. • De jaarruimte bedraagt maximaal 27.618 euro over 2013 en 25.181 euro over 2014. De reserveringsruimte bedraagt in 2013 ten hoogste 17% van de premiegrondslag en wordt 15,5% met een maximum van 6.989 euro in 2014. Voor belastingplichtigen die op 1 januari 2013 minimaal de leeftijd van 55 jaar en in 2014 55 jaar en twee maanden hebben bereikt, wordt het maximum verhoogd tot 13.802 euro.
• Premies voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en premies voor lijfrenten voor meerderjarige invalide (klein)kinderen zijn niet gebonden aan een maximum. • Voor 2012 is de maximale premiegrondslag 162.457 euro. De in te bouwen AOW-franchise bij de berekening van de jaarruimte is 11.829 euro. Voor tijdelijke oudedagslijfrenten is het maximale bedrag van de jaaruitkering 20.953 euro. Waarschuwing. Dit kan een ingewikkelde materie zijn, hulp van deskundigen is gewenst. Regeling specifieke zorgkosten Let op! Deze regeling wordt in 2014 fundamenteel gewijzigd. Grote uitgaven van deze aard over 2013 zijn nog wel aftrekbaar. De volgende kosten vallen onder de regeling specifieke zorgkosten, mits voortkomend uit ziekte of invaliditeit. • Genees- en heelkundige hulp, behalve ooglaserbehandeling; • Vervoer; • Medicijnen verstrekt op voorschrift van een arts; • Overige hulpmiddelen behalve visuele hulpmiddelen; • Extra gezinshulp; • Dieetkosten mits voorkomend in de dieetkosten-tabel; • Extra kleding en beddengoed; • Reiskosten voor ziekenbezoek (per auto 0,19 euro/km); • Ingaande 2014 zijn kosten voor scootmobielen, rolstoelen en woningaanpassingen niet langer aftrekbaar; • Voor specifieke zorgkosten geldt een vermenigvuldigingsfactor voor bovengenoemde aftrekposten, uitgezonderd genees- en heelkundige hulp. Deze factor geldt bij een drempelinkomen van maximaal 33.555 euro en is 2,13 voor hen die de AOW-leeftijd hebben bereikt, anders is deze factor 1,40; • Uitgaven voor specifieke zorgkosten komen slechts voor aftrek in aanmerking voor zover die kosten de drempels uit tabel 5 te boven gaan; Tabel 5 Drempelinkomens voor specifieke zorgkosten 2013 en 2014 Drempelinkomen van 7.457 39.618
Drempelinkomen tot
Drempel
125 7.457 1,65% v/h 39.618 inkomen 1,65% van 39.618 euro + 5,75% v/h meerdere
Belastingspecial | januari/februari 2014 | 23
Belastingen
Giftenaftrek Giften gedaan aan een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) zijn aftrekbaar. De lijst met deze instellingen staat op www.belastingdienst.nl Periodieke giften zijn volledig aftrekbaar, mits bij notariële akte voor ten minste 5 jaar vastgelegd. Voor andere dan periodieke giften geldt een drempel van 60 euro of als dat meer is 1% van het verzamelinkomen, vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek. Aftrekbaarheid van deze giften is gemaximeerd tot 10% van dat verzamelinkomen. Partners moeten hun giften en hun verzamelinkomens samenvoegen. Giften aan ANBI‘s die worden aangemerkt als culturele instelling kunnen tot een maximum van 5.000 euro met een factor 1,25 worden vermenigvuldigd. Meer informatie hierover op www.daargeefjeom.nl
Box 2: Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang Er is sprake van een aanmerkelijk belang als u samen met uw eventuele partner 5% of meer van de aandelen bezit in een NV of BV. Meestal zult u dan – ook in verband met andere posten – een belastingadviseur raadplegen.
Box 3: Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen Peildatum Vanaf 2011 geldt als peildatum voor de hoogte van het vermogen de situatie aan het begin van het jaar. Voor de aangifte 2013 is dat dus uw vermogen per 1–1–2013. Heffingvrij vermogen Bij de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen geldt een heffingsvrij vermogen van 21.139 euro per persoon. De gezamenlijke grondslag voor sparen en beleggen van partners kan tussen partners in elke gewenste verhouding worden verdeeld. Zo nodig kan het gehele heffingsvrij vermogen bij dat van de partner worden opgeteld. Ouderentoeslag Het heffingsvrij vermogen kan onder voorwaarden worden verhoogd met de ouderentoeslag. Om daarvoor in aanmerking te komen moet men op 31-12 van het voorafgaande jaar de AOW-leeftijd hebben bereikt. Bij een inkomen uit werk en woning (vóór de toepassing van de persoonsgebonden aftrek) kan de ouderen-
24 | januari/februari 2014 | Belastingspecial
Tabel 6 Berekening ouderentoeslag box 3 in 2013 en 2014 inkomen van 14.302 19.895
inkomen tot 14.302 19.895 ~
ouderentoeslag 27.984 13.992 nihil
toeslag worden berekend conform tabel 6. Om gebruik te mogen maken van deze ouderentoeslag, mag de rendementsgrondslag (vermogen minus de vrijstelling) niet hoger zijn dan 279.708 euro. Als de belastingplichtige het gehele jaar dezelfde fiscale partner heeft mag de rendementsgrondslag niet meer bedragen dan 559.416 euro. Vrijstelling groene beleggingen Van de vermogensrendementsheffing zijn vrijgesteld beleggingen fiscaal erkende groene fondsen tot een maximum van 56.420 euro. Heeft de belastingplichtige het gehele jaar dezelfde fiscale partner dan geldt een gezamenlijke vrijstelling tot 112.840 euro. Kapitaaluitkering uit levensverzekering (overgangsrecht) Al op 14 september 1999 bestaande kapitaalverzekeringen kunnen onder voorwaarden tot 123.428 euro zijn vrijgesteld. Voor fiscale partners (hele jaar) is de vrijstelling 246.856 euro. Schulden Van de rendementsgrondslag zijn schulden aftrekbaar voor zover hoger dan een drempel van 2.900 euro, voor fiscale partners is de drempel 5.800 euro. Vrijstelling contant geld Voor contant geld bedraagt de vrijstelling 512 euro, voor fiscale partners 1.024 euro. Bedragen boven dit bedrag moeten dus in Box 3 worden opgegeven.
Voor ingewikkelde aangiftes, verwijzen wij u naar de commerciële belastinggidsen die in de boekhandels en op internet te koop zijn. Voor vragen kunt u ook terecht bij de belastingtelefoon (0800-0543) of op de website van de belastingdienst (www.belastingdienst.nl) <<