Maandag 24 januari 2011, Balk Zaterdagmorgen (de 29e) vliegen collega sporter Pyter en ik met de KLM naar Parimaribo. De volgende dag reizen we dan met een kleiner vliegtuigje verder naar het plaatsje Palumeu, wat een stuk zuidelijker richting Braziliaanse grens ligt. Van daar uit gaan we dan een weekje op jungle expeditie richting het Kasikasimagebergte. Een beschrijving van de reis kun je eventueel hier http://www.surinameholidays.nl/ga/expedities.php?id=32 lezen. Behalve dan dat het er smoorheet is, extreem vochtig en er totaal geen luxe aanwezig zal zijn, moet dit wel een speciale ervaring worden. Helaas of gelukkig (?), in de jungle geen internetverbinding en elektriciteit beschikbaar voor de laptop, deze laat ik dan ook thuis achter. Ik ben wel van plan om handgeschreven wat aantekeningen te maken en dan eventueel na thuiskomst nog een reisverslag te produceren. Maar even kijken hoe dat gaat en hoe groot of klein de motivatie daarvoor dan is. De foto’s komen in ieder geval na thuiskomst wel online. Ook daar zal ik me bij gebrek aan voorzieningen wel een klein beetje in moeten houden deze keer. Verder zijn alle voorbereidingen zo langzamerhand onder controle, visum zit in het paspoort. De nodige vaccinaties gehaald, de eerste malaria pillen geslikt, beide tot nu toe zonder nare bijwerkingen. Nu nog 2 nachtdiensten werken en dan kan de koffer gepakt worden, ik begin er zo langzamerhand echt zin in te krijgen. Groeten Henck
Vrijdag 28 januari 2011, Balk Zo de koffer is gepakt, zoals gebruikelijk weer een strakke last minute actie van gemaakt. Het blijft een sport omdat zo lang mogelijk uit te stellen.
Beetje chaotisch wel allemaal, maar oefening baart kunst en het komt allemaal goed toch? We zijn al online ingecheckt voor de heenreis, met 10 uren vliegen en 4 uren tijdverschil komen we dan lokale tijd rond de klok van 16:00 uur aan in Paramaribo. De weervoorspelling is 30+ graden en dagelijks een buitje voor de komende dagen. Lekker weertje wel, zal de nodige zweetdruppels wel kosten. De batterijen van de camera’s opgeladen, kwaliteit van de foto’s één tandje omlaag gezet. Zo kan ik (zonder laptop) theoretisch ongeveer 2.000 foto’s maken, beetje krap aan, maar het is niet anders. We hebben morgen om 6:00 uur bij dat prima “Schotse Restaurant” in Lemmer afgesproken. Reisgenoot Pyter stapt daar bij mij in de auto, we parkeren de auto in Aalsmeer, vandaar zijn we met de shuttle bus in een paar minuten op Schiphol. Zo meteen alleen nog even de vlucht boeken voor de volgende vakantie en dan ben ik er klaar voor. Groeten Henck
Zaterdag 29 januari 2011, Paramaribo
Het is intussen al eind maart en ik ben nu in Fujairah voor een volgende vakantie. De komende dagen ga ik gebruiken om mijn notulen van de Suriname reis alsnog om te zetten in een verslag. Al lezende staat het meeste me nu nog wel op helder op het netvlies, maar eens kijken of ik er een verhaal van kan smeden. Vanmorgen na een onrustige nacht om 4:30 uur opgestaan, buiten is het 6 graden onder nul. Bij de Mac is het al een komen en gaan van carpoolers, verassend op zaterdagmorgen. Er ligt iemand te slapen in een auto met draaiende motor.. Pieter wordt in Lemmer afgeleverd door Tineke en zoon, afscheid genomen en we zijn klaar voor de reis.
Onderweg naar de parkeerplaats in Aalsmeer wordt mijn auto nog even 2x keer gezoutstraald. Bij thuiskomst zaten de zoutkristallen op het kleppendeksel, wel heel erg grof spul om mee te strooien. In Aalsmeer moeten we even zoeken naar de juiste ingang van voorheen de EndeMol studios. Ruimte zat in ieder geval en met de shuttle bus zijn we in 10 minuten op Schiphol, lekker vlot verlopen allemaal. Bij vertrek maken we voor het eerst kennis met de “rubberen tijd”, het duurt even voordat je een vliegtuig vult met meest Surinamers. Gevolg met 40 minuten vertraging vertrokken, niemand die zich daar druk om maakt hoor. Met een snelle vliegtijd van 8 uur en 35 minuten komen ook nog bijna op de geplande tijd aan op het JA. Pengel vliegveld oftewel Zanderije. Via de trap afdalen en we staan buiten in de tropische warmte, het is 25 graden na een regenbui, heerlijk. Verder geen enkel ander vliegtuig te bekennen, buiten 2 SLM toestellen die onder een afdak staan. Er staan een paar bussen klaar voor transport naar de terminal, maar niemand die daar gebruik van maakt. De douane vlot gepasseerd, helemaal geen probleem, wel lang wachten op mijn koffer. Die van Pieter komt als één van de eersten en die van mij als één van de laatste, eigenaardig er vanuit gaande dat ze tegelijk het vliegtuig in zijn gegaan. Bij de “DSB” (de Surinaamse Bank) wat Surinaamse dollars (SRD) gepind, er gaan er ongeveer 4,5 in één euro. Buiten worden we al met naambordje en al opgewacht door ons transport naar de stad. Het is een rit van ruim een door een exotisch landschap en creatief verkeersbeeld. We rijden hier trouwens aan de linkerkant van weg, hoe zou dat kunnen in een voormalige Nederlandse kolonie? Van de Rotterdamse buurvrouw in de bus krijgen we de nodige nuttige tips en trucks voor ons korte verblijf in Paramaribo. Pieter laat bij aankomst aan de Waterkant waar ons guesthouse staat zijn rugtas nog even in de bus liggen. Geen probleem hoor, paar telefoontjes en 10 minuten later is de tas al weer terug, ze zijn hier nog ouderwets service gericht.
Het guesthouse, onze kamer en de omgeving kunnen we prima mee leven. Aan het begin van de avond bij de stalletjes aan de waterkant ons eerste Parbo biertje gescoord, helemaal niks mis mee, voor 1 euro koop je een literfles van dat spul. We verblijven in het oude koloniale centrum, veel oude gebouwen, fort Zeelandia en het paleis van de president zijn echt vlakbij. Morgen bij daglicht maar fotograferen die hap. Best handig trouwens dat alles hier gewoon in het Nederlands gaat, heerlijk accentje en heel fatsoenlijk allemaal. Zelfs als ze je iets willen verkopen, bedelen eigenlijk en je daar voor bedankt, wordt ons nog allervriendelijkst een prettige avond gewenst. Bij het restaurant het Vat op het terras “POM” gegeten, dat is Surinaams gerecht dat prima smaakt, maar waarvan ik de samenstelling niet meer weet. Voor omgerekend 10 euro pp inclusief een paar drankjes en nagerecht zijn we klaar. Om 22:00 uur dat is 2:00 uur Nederlandse tijd hebben we alleen nog maar zin om te gaan slapen. Langs de Waterkant begint het nu ineens te leven, er is steeds meer volk op de been en auto’s met veel decibels muziek rijden af en aan onder het raam van onze kamer.
Zondag 30-01-2011, Paramaribo Ik heb niet veel van die “decibielen” die afgelopen nacht voorbij kwamen mee gekregen maar Pieter wel geloof ik. Na het opstaan eerst even lekker douchen, het ziet er allemaal netjes uit, maar zo nu en dan moet je wel even een paar minuten geduld hebben voor dat er weer wat water uit de kraan komt. Om 8:00 zitten we buiten aan het ontbijt, éénvoudig maar niks mis mee, een regenbui zorgt ervoor dat we de 2e helft van het ontbijt binnen nuttigen. Na het ontbijt geprobeerd om contact op te nemen met de lokale agent van reisorganisator Metz, er had een informatie pakket klaar moeten liggen in het guesthouse. We hebben nu geen idee van hoe laat en waar we ons morgen moeten
melden voor de vlucht naar Palumeu en ook wat informatie over de dolphin en sunset tour die voor vanmiddag op het programma staat lijkt ons wel handig. Blijkt dat de lokale agent Catherin niet is geïnformeerd over de lastminute wijziging van het guesthouse waar we verblijven. Geluk bij een ongeluk dat we zelf het initiatief hebben genomen om contact te zoeken. We nemen een taxi naar het Kerkplein waar we haar ontmoeten. Met de taxi chauffeur afgesproken dat hij ons over een uur weer ophaalt en dan voor een prijsje per uur ons rond gaat rijden in Paramaribo. Net voor we vetrekken met de taxi telefonisch nog de vraag of we het goed vinden dat er een cameraploeg mee gaat op de jungle expeditie? Wat ons betreft prima, maar we zijn wel benieuwd hoe dat nu zit dan, krijgen we vast nog wel te horen. Catherin is een aardige vrouw die weer van Nederland terug is gemigreerd naar Suriname. Gezellig koffie gedronken, de juiste informatie gekregen en haar verhaal aangehoord, het uur was zo voorbij. Buiten een pittige bui en de taxi chauffeur is nergens te bekkenen. Dan maar even in de kerk kijken, de dienst is net afgelopen, geen gebrek aan belangstelling. Niet ver van het kerkplein staat de volledig houten cathedraal, prachtig gebouw dat gerestaureerd is met Unesco geld. Intussen is het weer droog en heeft de taxi chauffeur ons ook gevonden, tijd voor een ritje. Wondere wereld hier, waar onze tijdelijke gids niet zo heel veel over weet te vertellen buiten de hotel namen dan. Alle winkels zijn op zondag gesloten, gelukkig is er wel een markt op de Totollenlaan. De zaak eerst met de auto verkend en daarna een rondje gelopen, bijzondere omgeving. Na de 2e helft van het rondje rijden ons af laten zetten bij Fort Zeelandia. Hier speelt een groot deel van de koloniale en ook moderne historie in de vorm van de decembermoorden zich af. De rondleiding is heel interessant als je ooit in de buurt bent. Aansluitend nog wat rond gelopen in de buurt van het guesthouse, het is hier echt zwaar vergane glorie, prachtig oude gebouwen in zeer slechte staat. Wel tilt de wereld hier op van de ministeries, de borden met naamsvermelding zien er
meest beter uit dan de gebouwen. Later begrijpen we het, het enigste wat er ontbreekt om de boel op de rit te krijgen is het ministerie voor de ministeries. De buurvrouw uit de bus nog een keer ontmoet, wel heel toevallig. Ze is onderweg naar haar moeder die hier woont. Aan het einde van de middag met de taxi naar Leonsberg, dat is een stuk stroomopwaarts langs de rivier gereden. Taxi laten we trouwens door het guesthouse regelen, ze zijn hier niet herkenbaar als taxi en iedereen die daar zin in heeft rijd taxi. Een meter hebben ze nog nooit van gehoord, maar het schijnt dat de club waar wij mee rijden wel een systeem hanteert. We rijden nog door de plaatselijke goudkust, het huis van Bouterse wordt ons nog aangewezen. Er zijn hier wel mensen met geld, maar die zitten meest in de “waspoeder” handel als je begrijpt wat ik bedoel. Bij Leonsberg aangekomen is het niet al te duidelijk waar we moeten zijn maar gelukkig al snel is het zonnetje is huis Simone in de buurt die alles onder controle heeft. Met meest dames en 2 Friese heren gaan we opzoek naar de ongeveer 200 dolfijnen die in de monding van de rivier leven. Speciaal soort, het water is hier namelijk niet zo zout als in de zee. Het is een spelletje om ze te vinden en hun aandacht vast te houden. Goede foto’s maken is nog een hele kunst. Bij Margaretha III een dorpje van niks bij een plantage een stop gemaakt en wat rondgelopen. Beetje achterlijke boel hier wat ons betreft. Tijdens de boottocht van naar Margaretha III, valt er in de vorm van mangrove, ibissen, erg grote verpoppende vlinders wel genoeg te zien trouwens, alleen die sunset komt niet veel van terecht door de bewolking. Terug in het guesthouse onze bagage maar eens voorbereid op morgen, we mogen 8 kg pp meenemen op de vlucht, de rest moeten we achterlaten in het guesthouse, waar we voor de thuisreis ook nog een nacht logeren. Onderweg naar het Vat voor een hapje eten, komen we nog een creatieve bedelaar tegen. Met een mooi Surinaams accent roept hij tegen iedereen die wil luisteren dat hij in zijn been is geschoten “jonge”, hij heeft geld nodig voor een
taxi om naar de dokter te gaan. Geweldig zoiets, maar toch maar niet mee bemoeien. Tijdens het eten 2 djogo’s (literfles) Parbo weg gewerkt, we zijn al bijna ingeburgerd hier.
Maandag 31 januari 2011, Palumeu We waren vanmorgen beide al vroeg wakker, buiten regent het een complete wolkbreuk, maar onder de douche komt het water weer met onderbrekingen Stevig ontbijt naar binnen gewerkt, we hebben geen idee hoe de rest van dag er uit ziet voor wat betreft de catering. Uitgecheckt en onze koffers in bewaring gegeven, 7 februari zijn we hier weer terug voor één nachtje. Taxi besteld en om 9:30 vertrokken naar vliegveld “Zorg en Hoop” dat in de wijk ligt met dezelfde naam. Vergane glorie en creatieve veiligheidsregels, maar wel heel gemoedelijk allemaal. Uiteindelijk zitten we met ongeveer 20 personen in de wachtruimte. Met 2 kleine vliegtuigen een Chesna Caravan en een Twin Otter vliegen we naar het plaatsje Palumeu. De ene helft van de groep blijft in Palumeu en de andere helft van de groep vertrekt morgen richting Kasikasima gebergte. Gids Sjapoo of Chapeau (in het echt heet hij Kempris) doet de briefing voor de vlucht, aardige kerel en vlotte prater. Hij vertelt ook nog een keer over de filmploeg van Metz die mee op reis gaat. Wie, wie is weten we nog niet, maar dat komt vast nog wel. Wij belanden in de Chesna Caravan, weer heel anders dan een groot vliegtuig of een helikopter, om te vliegen in zo’n klein vliegtuig. Je ziet, voelt en beleeft het veel meer als vliegen. Wel net zo krap allemaal als in een groot vliegtuig trouwens. Redelijk uitgestrekt dat Paramaribo, weinig hoge gebouwen. Al snel vliegen we boven de jungle of het bos zoals de indianen het noemen. Hier zijn geen wegen, je moet vliegen of varen op de rivier om hier heen te reizen.
Tussen de wolken door zien we het Brokopondo stuwmeer een verzameling deels illegale goudmijnen en hier en daar een dorpje. De piloot vliegt trouwens op een soort van TomTom scherm waarop de route in rood aan is gegeven. Omdat ik achter de piloot zat kon ik mooi mee kijken op de metertjes, hoogte, snelheid en kunstmatige horizon haal ik er wel uit, voor de rest heb ik meer verstand van autorijden. Na ruim een uur vliegen landen we in Palumeu op het gras van de landingsbaan, een speciale ervaring wel. Dit één van de landingsbanen die zo’n 50 jaar gelden in opdracht van de regering door Amerikanen zijn aangelegd in de jungle om de binnenlanden van Suriname bereikbaar te maken. Moet een heel avontuur geweest zijn in die tijd. Suriname is ruim 4x zo groot als Nederland en heeft ongeveer 450.000 inwoners, waarvan de grootste helft in Paramaribo woont. In de jungle kom je dus niet veel mensen tegen en dat zijn dan vooral de oorspronkelijke indiaanse bewoners. De Surinaamse bevolking langs de kustlijn is vooral met dank aan de slavenhandel door de Nederlanders. Het schijnt trouwens dat in Nederland net zoveel Surinamers wonen als in Suriname… In Palumeu belanden we eerst voor wat tekst en uitleg en een kennismaking in de gemeenschappelijke geairconditioneerde ruimte, dat wil zeggen een gebouw met dak, maar zonder muren. De Kasiskasima groep bestaat uit Cees en Thea, Wouter, Jos, Pieter en ik, Armand de directeur van Metz, zijn vriend Ted directeur van Mediavision, zijn zoon Rafael (Rafi) en cameraman Maaikel. Het plan en voor de filmploeg is om nieuwe beelden te maken voor de Kasikasima trip, voor op de website en ander reclame doeleinden. Wij zijn daar dan dus de onbezoldigde figuranten voor. De rest van de dag trekken we op met het deel van de groep die morgen in Palumeu achter blijven. Palumeu is een indianen dorp met daarnaast en accommodatie van touroperator Metz. De plaatselijke bevolking is daar waar mogelijk betrokken bij en wordt op allerlei manieren gesteund door. Maatschappelijk ondernemen en een prima formule in één.
We gaan met zijn allen de korjaal (boot) in en varen naar een eilandje in de rivier voor een picknick lunch, barbecue, zwemmen en zo. Geen verkeerde tijdbesteding op een mooie plaats. De rivier nog even over gezwommen samen met Pieter en Jos, best breed en het stroomt behoorlijk. Vlak voor vertrek een beste bui, het is het einde van de kleine regentijd, zo’n dagelijks buitje hoort er dan bij. Bij terugkomst in Palumeu een korte wandeling door het dorp genaakt, iets te toeristisch naar onze mening. Behoorlijk warm ook in het dorp trouwens alhoewel we de temperatuur tot nu toe wel als aangenaam hebben ervaren. Totaal andere omgeving hier dan in de stad, we zitten hier midden in de natuur, geen radio, televisie, telefoon of internet, tijd is hier ineens ook niet al te belangrijk meer. Na de gezamenlijke maaltijd krijgen we tekst en uitleg van Sjapoo over ons aanstaande avontuur. Het streven is om 9:30 uur te vertrekken. Na een paar Parbootjes, het kan nu nog gaan we een paar uurtjes slapen, de accommodatie is niet echt heel bijzonder, ook onze eerste nacht onder een klamboe by the way. Nou ja wat maakt het uit, het gaat de komende week vast nog wel bijzonderder worden.
Dinsdag 1 februari 2011, “tussenkamp” De dag begint met veel regen, geen prettig vooruitzicht om zo de rest van de dag in een open boot te moeten zitten. Na het ontbijt wordt het gelukkig droog. Met z’n allen al onze bagage, alle proviand voor de komende dagen, reservebuitenboordmotor, paraplu’s en weet ik veel wat allemaal nog meer aan boord gesleept.
Ongeveer anderhalf Surinaams uurtje later dan gepland vertrekken we richting Kasikasima berg. Het basiskamp waar we gaan verblijven ligt op 2 dagen stroomopwaarts varen van Palumeu. Samen met onze gids Sjapoo, schipper Jacca (indiaans voor vriend), bootsman James en zijn vrouw die voor ons gaat koken vormen we een gezelschap van 12 mannen en 2 vrouwen. Na vertrek eerst hier en daar nog wel een hutje, een kostgrondje, of een andere boot, maar daarna zijn we echt totaal omringd door de overweldigende natuur. Prachtig die overvliegende koppels ara’s , toekans, het geluid van de brulapen op de achtergrond, een anaconda die op de oever van de rivier in het zonnetje ligt uit te buiken. Alleen jammer van het geluid van de buitenboordmotor, dat past er niet echt bij. Op een prachtige plaats tussen een paar stroomversnellingen in gaan we lunchen, Ted en Rafi gaan direct er op uit met hun hengels, deze vismaniakken hebben het nuttige met het aangename verenigd tijdens deze expeditie zo te zien. Rond 15:30 komen we bij het tussenkamp aan waar we één nacht gaan verblijven. Alle spullen weer uit de boot geladen, cursusje hangmat en klamboe ophangen van Sjapoo gehad, zal mij benieuwen hoe dat slaapt vannacht. De kokkin heeft intussen op haar 2 pits, op tropisch hardhout gestookte fornuis een maaltijd bereid, lang niet slecht gezien de mogelijkheden. Na het eten nog even met de boot erop uit om te vissen met behulp van een lijn met haak en stukjes kleine vis als aas. Alleen Jacca vangt 3 meervalachtige vissen, die boosaardige geluiden produceren als ze in de boot liggen. Net voor donker (19:00 uur) zijn we weer terug in het kamp, de hoofdlampjes die we van thuis mee hadden genomen komen nu goed van pas. Het is hier namelijk echt pikdonker als je geen lamp bij je hebt. De net gevangen vis en een piranha die Jacca tijdens de lunch heeft gevangen gaan nog de pan in als midnight snack, het is weer eens wat anders dan een lekkerbekje.
Om 21:00 uur een complete wolkbreuk, we kruipen onwennig in de hangmat om te gaan slapen. Pieter en ik hebben beide een lakenzak meegebracht, dan heb je toch iets om je heen, dekentje erbij, klamboe goed afsluiten en pitten maar. Om ons heen een orkest van geluiden uit de natuur, mooi achtergrond geluid om in te slapen.
Woensdag 2 februari 2011, “basiskamp” Het afdak zonder wanden waar we vannacht in onze hangmatten onder hebben geslapen was nou niet echt helemaal waterdicht. Het drupte hier en daar lekker in de hangmat. Maar wat maakt het uit, koud krijg je het hier niet. Aan het einde van de nacht nog weer een keer veel regen, als ik om 6:30 uur op sta is het wel droog. Baden en scheren in de rivier, waar het water vandaag een flink stuk hoger staat dan gister. De kokkin doet de afwas van gisteravond naast mij in de rivier (!), als dat maar goed komt met de hygiëne… Om 9:30 na het ontbijt met wel mooi vers gebakken broodjes, zijn we klaar voor vertrek naar het basiskamp. Na ongeveer een half uurtje varen komen we bij een stroomversnelling (Soela) die we met de boot niet kunnen passeren. Alle spullen moeten uit de boot, over de heuvel en daarmee voorbij de soela gesleept worden. Daar ligt een andere (kleinere) boot op ons te wachten voor het laatste deel van de reis Normaal gesproken duurt dat ongeveer 2 uren, het is even zweten, maar het lukt ons in veel minder tijd. Respect voor mannetjesputter Jacca, die met 40 kilo buitenboordmotor in zijn nek de heuvel op en weer afwandelt alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Bij de andere boot wachten 2 indianen die in het dorp dichtbij het basiskamp wonen ons op met een 2e boot. Waardoor we tegelijk met onze bagage bij het basiskamp aankomen.
Onderweg naar het kamp kunnen we vanuit de boot de eerste blikken op de Kasikasima berg werpen. De rots torent hoog boven de jungle uit. Morgen gaan we lopend die kant op. Het basiskamp ligt bij een volgende niet te nemen soela, hoog op de oever is een nieuw hangmatten verblijf gebouwd. Dicht bij het water staat ook nog het één en ander, maar door de regelmatig hoge waterstanden wordt de rivier steeds breder en gaan de gebouwtjes er uiteindelijk ook aan. Na installeren van de hangmatten lekker even zwemmen in de rivier. Sterke stroming waarmee als je het slim aanpakt weer op dezelfde plaat terecht kunt komen als je bent begonnen. Echt prachtig die overweldigende, onbedorven natuur en rust hier! Voor de lunch vandaag iets met varkensvlees, gewoon met bot en al in stukken gehakt net als de kip en de vis, zelf maar afkluiven die hap Later op de middag stuurt Jacca de boot met veel vaardigheid in het midden van de grote soela naar een rotseilandje dat midden in de soela ligt. Vismaniakken Ted en Rafi gaan hengelen en Pieter, Jos en ik verkennen met Sjapoo de omgeving. Je kunt hier languit in de stroomversnelling liggen op sommige plaatsen, dat is wel een lekker gevoel. Cameraman Maaikel maakt net als de rest van de dag de nodige opnamen, we doen maar net alsof hij er niet bij is. Na terugkeer bij het kamp ben ik nog samen met de vismaniakken en Jacca een paar bochten verderop in de rivier gaan vissen vanuit de boot, zij met de hengel en Jacca en ik met de lijn. We zijn zeker wel 2 uren weg geweest, maar het voelde als 5 minuten, een heerlijk gevoel om zo ontspannen te zijn. S’avonds bij het hardhouten kampvuur dat wel wat start problemen kent (gelukkig ben ik pyromaan geweest in mijn vorige leven) de voorbereiding op de wandeling naar en beklimming van de Kasikasima berg. Het is een paar uurtjes heuvel op heuvel af door de jungle, met aansluitend een steil stuk klimmen naar de voor ons hoogst bereikbare plaats op de rots. Voldoende proviand en drinken zelf meesjouwen graag, hoge wandelschoenen, lange broek en een goede conditie zijn vereist.
Vooral de beide directeuren kijken wel een beetje tegen deze fysieke uitdaging op geloof ik, zij hebben besloten om net als in de boot samen met Jacca in de achterhoede te blijven. Twintig jaar geleden hebben zij samen als vrienden deze tocht voor het eerst gemaakt met een lokale gids. Ted zijn ouders waren missionarissen hij is daarom vroeger veel in de binnenlanden geweest en spreekt de taal van de indianen ook. Ik weet niet hoe hij en Armand elkaar hebben leren kennen en waar het idee tot een commerciële vorm van deze expeditie tot stand is gekomen? Hoe dan ook, tijdens deze eerste tocht raakten ze verdwaald omdat ze dachten dat ze de weg beter wisten dan de lokale gids. Daarna was het wel wat krap tijd om voor donker weer thuis te zijn. De lokale gids was zeker niet van plan om in de buurt van de rots te overnachten. Voor de indianen is het een mystieke plaats waar ze in het verleden veel strijd met elkaar hebben geleverd, met veel dodelijke slachtoffers. Verder doet er nog een verhaal de ronde van een stenen deur waarachter …. Er schijnt nog één persoon in leven te zijn die deze deur in het echt heeft gezien, latere expedities hebben de deur nooit weer terug kunnen vinden. Weet niet wat hier van te geloven, maar het is wel een mooi verhaal Het avontuur kan mijn niet snel genoeg beginnen.
Donderdag 3 feburari 2011, “basiskamp” Ik ben vanmorgen half dronken, volgens mij zijn dat de bijwerkingen van de wekelijkse malariapil die ik gister heb genomen. Alle anderen hebben een pil per dag met minder heftige bijwerkingen. Het leek mij wel handig om het tot één per week te kunnen beperken. Heb dit thuis 2 weken geleden ook al een keer gehad, na een uurtje sporten was het weer weg. Om 6:45 uur lig ik al in het bad met doorstroming tot aan de oceaan, niks mis mee. Inclusief een paar Surinaamse half uurtjes vertraging gaan we rond 9:30 uur bepakt en bezakt op pad.
Het is een prachtige wandeling door de jungle, al snel is iedereen nat van het zweet of van de regen die regelmatig valt. Het tempo ligt niet al te hoog, de heuvels zijn behoorlijk steil en alles is behoorlijk glibberig en modderig, de wandelstokken die klaar stonden bij vertrek zijn best handig. We stoppen maar één keer even kort voordat we aan de voet van de rots komen. Het is voor iedereen nog wel te doen, alhoewel er duidelijk wel verschil is in de mate van fitheid van de wandelaars op deze tocht. Het laatste stukje voor de beklimming is rotsachtig met veel lianen, hier woont het rotshaantje, een zeldzame knaloranje vogel die een opvallend geluid produceert en zich gedraagt als een soort van kemphaantje. We hebben er een paar gespot en Maaikel heeft prima opnames gemaakt met de camera. Bij aanvang van de echte klim wordt het wat Rafi en mij betreft wel tijd om het tempo eens en beetje op te schroeven. Hij gaat er als een raket vandoor, met mij in zijn kielzog. Voor zo ver ik weet is hij hier eerder geweest, dan verdwalen we hopelijk niet. Na een paar minuten blijkt het toch zwaarder te zijn dan hij dacht, ik mag wel voorop, nou moe hij is twintig jaar jonger dan mij en we zijn nog maar net begonnen. Het volgende half uur moet ik een keer of 4 op hem wachten, kon hem niet meer zien en ik heb geen idee wat de juiste route is. Na iets van 45 minuten pittig klimmen, stappen we vanuit de begroeiing op de kale rots. De beloning een prachtig utzicht over de jungle met achter ons het hogere deel van de rots, 70 mijl naar rechts is de Braziliaanse grens. Als je wilt kun je nog ongeveer een dag verder stroomopwaarts varen en dan is het nog 6 dagen lopen voordat je er bent. Van de Braziliaanse grens hebben de indianen trouwens nog nooit van gehoord, dat boeit hen ook helemaal niet. Toen iedereen boven was de inwendige mens versterkt met de meegebrachte proviand en een uurtje genoten van het uitzicht. De directeuren waren samen met Jacca, hij draagt een koddig oranje Unox mutsje als laatste boven. Iedereen is nat van het zweet door de inspanning, maar voor Jacca is het blijkbaar gewoon een wandelingetje in het bos, hij wordt er heet nog koud van.
Bij afdaling van de rots achteraan gesloten, later een paar keer gewacht op de groep, waarvan het tempo me veel te laag is. Rafi en Wouter zijn samen al een paar minuten vooruit. Opeens loop ik alleen in een voor mij totaal vreemde wereld op een niet al te duidelijk spoor in een complete wolkbreuk. Ik heb geen zin meer om te wachten en eigenlijk is het ook wel prettig om in mijn uppie in deze prachtige wereld rond te lopen. Zo nu en dan herken ik wel eens een voetstap van Rafi en Wouter en op de top van de heuvels kan ik de stroomversnelling in de rivier steeds wel horen. Als ik maar bij de rivier uit kom, dan vinden ze me wel weer terug als ik verdwaal toch… Heb zo ongeveer 1,5 uur alleen gelopen voordat ik zeker ben dat het kamp dicht bij is. Op het pad ineens een joekel van een schildpad, geen foto gemaakt. Het regende zo hard dat ik mijn camera daar niet aan bloot wilde stellen. (de kok had de schilpad overigens maar wat graag in de pan gegooid vertelde Sjapoo me later..) Alleen de binnenkant van mijn Ecco wandelschoenen is nog grotendeels droog verder geen droge draad meer aan mijn lijf, een heerlijk gevoel met die lauw warme regen. Schoenen uit en zo met kleren en al de rivier in om af te koelen en alles weer een beetje moddervrij te krijgen. Het komende uur druppelt de rest van de groep binnen, om 16:00 uur is iedereen weer in het kamp. Sommige mensen waren geloof ik wel een beetje bezorgd over of ik het kamp ook weer terug had gevonden… Kokkie had nasi goreng klaar staan, met heerlijke pinda sambal, hoe ze het allemaal op verantwoorde wijze voor elkaar krijgt met de primitieve middelen die ze tot haar beschikking heeft, ik weet het niet? In ieder geval eten we er allemaal smakelijk van en niemand die last heeft van zijn ingewanden.
Vrijdag 4 februari 2011, “basiskamp” Het was gisteravond bij het kampvuur dat na al die regen bijna niet wilde starten, nog erg lang gezellig. Zo’n gezamenlijk avontuur zorgt wel voor de nodige teamspirit in een reisgezelschap. Bovendien had Armand 2 flessen Surinaamse rum (Borgoe) mee
genomen uit Palumeu. Heerlijk spul om puur te drinken en daar worden de tongen natuurlijk ook wel wat losser van. Op de laptop van Maaikel hebben we wat eerste impressies van de gemaakte opnames gezien, prima kwaliteit. Zij hebben de nodige apparatuur en een klein aggregaat mee gesleept op onze reis. De nieuwe beelden worden dagelijks vanuit de camera’s op een harde schijf gezet. Bijkomend voordeel is dat wij onze camera batterijen nu ook kunnen laden. Het plan is dat wij als figuranten in de opnames, na thuiskomst ook nog wat materiaal gaan ontvangen en kunnen downloaden van internet. Armand is benieuwd naar onze mening over 2 elementen die hij eventueel toe wil voegen aan de Kasikasima trip. Hij mediteert zelf dagelijks, hij vraagt zich af of een stoomcursus mediteren tijdens de expeditie van toegevoegde waarde is voor toekomstige gasten. Maaikel moet in ieder geval bij voorkeur wel beelden van ons maken als of we aan het mediteren zijn…. Daarnaast speelt hij met de gedachte om met de toekomstige groepen een nacht te overnachten in het indianen dorp dat op loopafstand van het basiskamp ligt. Dat is minimaal een logistieke uitdaging, omdat alle benodigde spullen, bagage en proviand daar dan ook heen gesleept moeten worden. Het was wel een aardige brainstormsessie waar we na het bezoek aan het dorp (vandaag) onder het genot van de volgende fles Borgoe onze gedachten best nog eens over willen laten gaan. Het is al niet al te vroeg meer als we beginnen aan de wandeling van deze dag. We stoppen nu regelmatig voor de nodige achtergrond informatie over planten, bomen en dieren. Sjapoo kan hier heel onderhoudend over vertellen. De jungle is voorraadkast en apotheek in één voor de indianen, ze hebben overal wel een oplossing voor. Wat te denken van, de schors van de bitterboom als jodium, hars van 10 graden als cooling gel of afdichting, de telefoonboom voor als je de weg kwijt bent… Vogels die je herkent aan hun geluid, waar de naam ook op aan is gepast, bijvoorbeeld de bospolitie en de boskoe. Prachtige vlinders vooral de Morpheus of Morpho vlinder een grote vlinder met veel fluorescerend blauw is prachtig, maar zo beweeglijk dat je er geen foto van kunt maken. Dan de wondere wereld van de sleepmieren honderdduizenden zijn hier aan de slag, het
lijkt wel een snelweg met een verkeerstroom heen en een verkeerstroom terug. Veel prachtige paddestoelen, volgens Sjapoo weten de indianen niet welke soorten er giftig zijn en eten ze daarom helemaal geen paddestoelen. Het schijnt dat hier ook de nodige slangen rondkruipen, je ziet ze niet, maar ze zijn er wel, vooral de bushmaster (giftig) moet je met een boog om heen lopen. Het laatste stukje naar het dorp kun je alleen per boot bereiken, we moeten pedellen omdat de enigste buitenboordmotor kapot is. Wonder mooie plaats hier op een voormalige landingsbaan die niet meer in gebruik is. In het dorp nu maar 8 inwoners, maar een deel van het jaar is het hier een bijbelkamp, dat zoiets nog bestaat… Stukje gelopen door het dorp, Jos ging nog even voor gebed in de kerk… daarna mogen we op audiëntie bij de kapitein van het dorp. Met Sjapoo als tolk volgt er een goed gesprek tussen de bezoekers en de kapitein. Op het laatst is er iemand zo melig om te vragen wat de kapitein zijn mening is over onlusten in Egypte en de sterke daling van de aandelen koersen? Van beide heeft deze beste man helemaal nog nooit gehoord en het boeit hem ook helemaal niet. Bij de thee die we kregen, gewoon rivier water koken (helemaal geen probleem) gaan we zoals regelmatig weer aan de pompelmoes. Ziet er uit als een meloen, na schillen ziet het er uit als een sinaasappel. De dikke witte laag verwijderen en je houd grote partjes over waarvan je het velletje niet op eet. Voor wat betreft de smaak, houd het midden tussen sinasappel en grapefruit, heerlijk verfrissend en goed voor de dorst. Onder leiding van de kapitein nog een wandelingetje naar hun kostgrondje, zeg maar volkstuintje. Machette mee als een soort van wandelstok, er moet constant wel iets weg gekapt worden. Verse suikerriet geproefd op het kostgrondje en genoten van het uitzicht op de Kasiskasima berg dat we hier hebben. Is hier vandaan zo te zien toch nog wel een flink stuk lopen. Terug in het dorp mogen we voor weinig geld eventueel nog souvenirs kopen, er zat deze keer niks van mijn gading bij. Waarschijnlijk geen verkeerd idee om hier met toekomstige groepen een nacht te blijven slapen. Wondermooie plaats hier en ruimte zat buiten het bijbelkamp seizoen.
Ik blijf het trouwens een onzinnige gedachte vinden die goed bedoelde hulp aan deze mensen. Als hier nooit weer een “baakra” (scheldwoord voor blanke man) komt, dan blijven ze zo eenvoudig leven zoals ze dat altijd al deden. Stress hebben ze hier nog nooit van gehoord. Eigenlijk hebben ze het veel beter voor elkaar dan wij met alle materialistische onzin waar je ook best zonder kunt. Pensioen, hypotheek, carrière, wat heb je er aan…. Als het donker wordt ga je slapen, als het licht wordt ben je weer wakker en als je honger hebt ga je wat eten, zo heerlijk ongecompliceerd is het leven hier. Deze keer houden we het droog tijdens de terugweg en alle natte spullen van gister zijn ook weer min of meer droog. Kokkie heeft de warme maaltijd alweer klaar staan, het is weer dik in orde! Tijd zat om nog lekker te zwemmen en hangmatteren als de rest van de groep naar het eilandje in de stroomversnelling gaat. Morgen vertrekken we voor de terugreis naar Palumeu, omdat het nu met de stoom mee gaat, lukt dat in één dag als we vroeg kunnen vertrekken.
Zaterdag 5 februari 2011, Palumeu Iedereen is vanmorgen vroeg op om alles op te ruimen en klaar te maken voor het vertrek, om 9:30 uur zijn we zover. De beide mannetjes uit het indianendorp zijn ook weer van de partij om de 2e boot te bemannen. De kapotte buitenboordmotor gaat met ons mee voor reparatie in Paramaribo. Indrukwekkend 3 kilometer lopen door de jungle met zo’n motor op de rug, geweer in de ene hand, machette in de andere hand, heel bijzonder. Voor vertrek genieten zijn nog van de restanten van ons ontbijt, je ziet het er zo aan af dat ze niet bepaald dagelijks een broodje met pindakaas eten. Humor om gade te slaan hoe ze dat aanpakken. Ted voert voor vertrek nog een gesprekje met één van de beide, ze zijn eigenlijk maar teleurgesteld dat hij nu al weer vertrekt zij zien hem als hun vriend. Alleen
is de benadering / denkwijze heel anders dan de onze begrijp ik later van Ted. Ze treuren niet om het aanstaande afscheid, maar vragen zich vooral af wanneer het volgende weerzien gaat beginnen. Ik vind het wel een mooie logica eigenlijk? Dan is het echt zover we gaan weer op weg richting Palumeu. Eerst een klein stukje varen tot aan de soela. Onderweg nog een nestelend koppel blauwe ara’s gespot die ons volkomen negeren, prachtig mooi. Deze keer maar 2x lopen over de heuvel, alle proviand hebben we intussen al op gegeten. Op de heuvel apen van dichtbij gezien, je ruikt ze al voordat je ze ziet, schijnt ook een soort verdedigingsmechanisme te zijn van de apen. Poepen op alle bedreiging op de grond…….. Verder nog een koppel rode ara’s van dichtbij gezien, mooie vogels. De indianen stoppen de ara’s trouwens bij voorkeur in de soep. Dat schijnt prima te smaken. Alleen vinden ze eigenlijk dat er niet genoeg vlees aan zit om er een dure kogel aan op te offeren. Het varen gaat stroomafwaarts lekker vlot, zo nu en dan een stukje drijven om zonder het geluid van de buitenboordmotor te kunnen genieten van de natuur en de geluiden om ons heen. Tijdens de lunch op dezelfde plaats als tijdens de heenreis de schaduw maar wat opgezocht, het is vandaag zonovergoten en we zitten de hele dag in de zon. Om Ted en Rafi een plezier te doen en een laatste kans te geven om dan eindelijk toch nog een anjoemara vis te vangen maken we een stop in een creek die in de rivier uitkomt. Die anjoemara’s zijn roofvissen die behoorlijk aan de maat kunnen worden en als de situatie daar om vraagt in teamverband opereren. De grootste anjoemara die Ted ooit heeft gevangen was 20 kg zwaar. Hij was op dat moment bezig om zijn dochter vissen te leren, zij heeft daarna geloof ik nooit weer gevist.. Prachtige wereld daar in die creek, jammer voor Ted en Rafi, het enigste wat we vangen is een enorm grote wandelende tak. Het visdeel van deze expeditie is dan ook niet geslaagd, grootste boosdoener is volgens de heren de hoge waterstand.
Om 16:00 uur zijn we weer in Palumeu, de hoogste tijd voor een rondje Parbo op kosten van Armand. Daarna rapido een verfrissende duik in de rivier genomen. Later op de middag kennisgemaakt met de intussen nieuwe groep tijdelijke Palumeu bewoners. Het klikt niet echt tussen de beide groepen, niet ons soort publiek en ook geen wonder natuurlijk nadat wij al een week met elkaar op hebben getrokken. Zij hebben geen idee van ons avontuur ze denken dat we op een vistrip zijn geweest. Onze boogschiet kunsten geoefend onder leiding van een paar indianen, best lastig toch wel om goed gericht te schieten. We mogen de komende 2 nachten in plaats van in het grote gebouw (lodge) in de huisjes aan de rivier slapen. Dit zijn zeg maar 2 onder 1 kap bungalowtjes met een eigen badkamer, toilet en veranda met uitzicht op de rivier. Wij hebben Jos als buurman in het laatste huisje. Na de nodige Parbootjes om 22:30 uur gaan slapen. Het lukte mij voor geen meter om te slapen in een bed na een weekje hangmat. Mijn rug moet eerst weer wennen aan een bed, zo’n hangmat ligt eigenlijk helemaal niet verkeerd. Pieter en Jos lagen beide wel direct te snurken als een stel varkens..
Zondag 6 februari 2011, Palumeu Op verzoek van Armand staan we om 7:30 uur gereed bij de rivier zodat Maaikel vanaf de rivier beelden kan schieten terwijl wij doen als of we aan het mediteren zijn. Onzinnig gedoe, maar vooruit dan maar als hij daar blij van wordt. We gaan vandaag samen met de Palumeu groep op pad, zwemmen, vissen, luilakken en BBQen op een ruim een uur varen van Palumeu. Jammer dat maar niet wil klikken tussen ons en die lui. Er zitten een paar typetjes tussen uit het Goy, net best…. Armand heeft Cees wat huiswerk mee gegeven in de vorm van de huidige flyer van de Kasikasima trip, of we eens kritisch naar de tekst en het verhaal willen kijken. Wel een mooi klusje voor Cees en mij geloof ik?
Verder wil Armand onze adressen graag hebben, dat valt ook te regelen. Het grootste deel van de dag lekker liggen luilakken, in een hangmat, stukje zwemmen. Met de boot tot vlak bij een grote stroomversnelling varen, dan uit de boot springen en je met een rotgang terug laten drijven naar het beginpunt. Lekker gegeten na het pletten van een schorpioen die kwam buurten, klein maar wel gevaarlijk… Sjapoo vertelde ons vandaag nog dat hij op freelance basis door Metz in is gehuurd als gids. Hij heeft ook een eigen onderneming met een soortgelijke formule en een resort bij een indianendorp. Hij vind het niet netjes om uitgebreid reclame voor zich zelf te maken op het moment dat hij in dienst is van Metz, dat siert hem wat mij betreft. Natuurlijk wel iets om in gedachten te houden voor een eventueel volgende trip naar Suriname hij is namelijk echt een super goede gids. Kan me niet anders voorstellen dat hij zijn eigen bedrijf ook heel goed voor elkaar heeft. Voor vertrek naar huis e-mail adressen en websites uitwisselen dan maar. Met de boot een uitstapje gemaakt naar de grootste stroomversnelling tot nu toe, indrukwekkend mooie wereld hier. Je kunt hier wel een middagje rondlopen om alles te bekijken. Maaikel maakt nog wat dementerende (meditatie) opnames van Cees & Thea en mij de anderen drukken hun snor… Pieter en Cees vonden een ondiep plekje waar ze languit in de stroomversnelling konden liggen, niet echt verstandig. De anjoemara’s houden wel van een groot stuk vlees…. Op de terugweg naar Palumeu regende het bijna constant, gelukkig hadden sommige vooruitziende mensen een paraplu meegenomen. Onderweg zagen we nog en visarend met prooi vliegen, een losdrijvende kano die we op de heenweg al hadden gezien aan de wal vastgemaakt. De eigenaar komt vast wel een keer weer langs. Als we terug zijn in Palumeu is het weer droog, hoogste tijd voor een partijtje duiken en zwemmen in de rivier. We zijn het grootste deel van deze vakantie nat om de één of andere reden. Als het niet van het zweet of de regen is gaan we wel zwemmen.
Na het dinner vraagt Sjapoo ons of een persoonlijke boodschap in zijn gastenboek willen schrijven, dat willen we natuurlijk wel. Daarna nagesproken over de expeditie, er waren lovende woorden voor bootsman James en zijn vrouw, vriend Jacca helaas niet meer gezien. Armand gaf nog wat uitleg en achtergrond van de werkwijze van Metz en de manier waarop de lokale bevolking hierbij betrokken is en ondersteund wordt. Moraal van het verhaal is dat ze hier op bescheiden schaal willen blijven werken en de ongerepte natuur & cultuur van de indianen graag willen behouden voor de toekomst. Milieu bewust en maatschappelijk verantwoord ondernemen eigenlijk wel, heel goed! Iedereen kreeg met persoonlijke korte persoonlijk boodschap van Armand een certificaat als bewijs van het succesvol beklimmen van de Kasikasima berg & als dank voor het meewerken aan de filmopnames een boek over de indianen stammen in Suriname. Nog wat afspraken gemaakt over hoe we via FTP te zijner tijd beelden via internet kunnen downloaden. Niet verkeerd om naast onze eigen foto’s ook nog wat professioneel beeld materiaal te hebben als herinnering aan ons avontuur. De rest van de avond gevuld met borgoe cola , heerlijk spul om op te gaan slapen. Pieter en Jos zijn van plan om samen met Sjapoo om 6:15 uur te gaan varen zodat ze de zonsopgang en het wakker worden van de jungle vanaf de rivier mee kunnen maken. Ik heb geen zin om vroeg op te staan en met Cees afgesproken dat we om 7:30 uur samen onze versie van de tekst voor de nieuwe Kasiskasima flyer voor Armand op papier gaan zetten.
Maandag 7 februari 2011, Paramaribo Aan het einde van de nacht regent het pijpenstelen ben ik even blij dat ik kan blijven liggen.
Pieter en Jos moeten eerst Sjapoo nog uit zijn bed rammelen, meneer versliep zich namelijk. Gelukkig kunnen ze toch nog op tijd vertrekken. Ik zit om 7:00 uur gedoucht en wel (met rivierwater) op de veranda van ons huisje aan de koffie. Werelds uitzicht op de rivier en een mooi oerwoud orkest op de achtergrond. Zo nu en dan komt er een kano voor bij gepeddeld, met dorpsbewoners op weg naar hun kostgrondje. Het is dat ik met Cees heb afgesproken om 7:30 uur, anders was ik nog lekker een half uurtje blijven zitten om te genieten van dit feest. Nog een deprimerende gedachte vandaag vliegen we terug naar Paramaribo……. In de huidige flyer staan wat ons betreft de nodige verbeterpunten voor wat ten aanzien van het ABN gehalte en hoe de tekst tot de verbeelding spreekt. Cees heeft als voormalige onderwijzer het hele verhaal keurig netjes op papier gezet, Armand moet maar kijken of en wat hij er mee doet. Na het ontbijt onze spullen in gepakt en klaargemaakt voor de vlucht naar Paramaribo. De rugtas die ik van zus Jette uit haar kerstpakket heb gekregen, aan de zoon van de mevrouw die ons huisje schoon kwam maken gegeven. Aan de blik in zijn ogen te zien was hij er meer dan modaal blij mee. Apart verhaal trouwens Jette haar werkgever had namelijk ook het plan opgevat om deze rugtassen bij de medewerkers in te zamelen en te doneren aan de Surinaamse schooljeugd. Waren wij ze toch mooi een slag voor met dit privé initiatief. Pieter heeft mijn voorbeeld nog gevolgd, zijn rugtas heeft nu ook een nieuwe eigenaar. Voor de lunch een wandeling gemaakt door het dorp, deze keer wat minder toeristisch allemaal. Dat had natuurlijk veel te maken met de charmes van Sjapoo, met een juist geplaatste kwinkslag hier en daar houd hij iedereen vrolijk en bij de les. Er zitten hier toch mooi een kleine 200 kinderen op de lagere school, voor voortgezet onderwijs moeten ze eventueel naar Paramaribo. Dat zal een behoorlijke cultuur schok zijn als je altijd in Palumeu hebt gewoond. De juffen op de school komen uit Paramaribo en blijven voor een aantal jaren in Palumeu.
Het mag duidelijk zijn dat de middelen beperkt zijn, maar toch heeft het wel iets. Langs de landingsbaan nog wat half vergaan Amerikaans materiaal dat is gebruikt om de landingsbaan aan te leggen. In het dorp mogen we nog wat souvenirs kopen in “the mall”, lachen geblazen als Sjapoo de commentaren van de verkopers op ons rijke maar niet al te veel kopende toeristen deels in het Nederlands vertaald. Er zitten wel mooi gemaakte spulletjes bij, maar wat moet je er thuis mee doen… Aan het einde van de morgen graag nog een evaluatie formulier invullen en snel nog een hapje eten. Op het menu staat anjoemara, gevangen in een net, het monster lag vanmorgen in een kruiwagen. Deze was lang geen 20 kilo, maar zag er best wel agressief uit en gewapend met een goed ontwikkeld gebit. Voor wat betreft de smaak, doe mij maar een schelvisje, daar zitten ook veel minder graten in. Nog wat adressen uitgewisseld en afscheid genomen van Sjapoo. Hij blijft in Palumeu om de groep die vandaag aankomt te gidsen. En dan is het zover de beide vliegtuigen zijn geland en wij mogen zo aan boord. Deze keer zitten we in de twin otter, deze vliegt wat hoger en sneller dan de chesna caravan waardoor we na minder dan een uur vliegen landen op vliegveld Zorg en Hoop. Hartelijk afscheid genomen van Armand, Ted en Maaikel, Rafi was al in geen velden of wegen meer te bekennen, eigenaardig ventje. Het was eigenlijk wel grappig om mee te werken aan de nieuwe reclame beelden voor deze expeditie en het extra gezelschap was ook niet verkeerd. Daarna afscheid genomen van de andere groepsleden, Pieter en ik hebben samen met Wouter één van de georganiseerde taxi’s gedeeld. Zijn guesthouse lag op de route naar ons guesthouse. Aangekomen aan de Waterkant, onze spullen rapido in de nieuwe kamer gedumpt en met de benenwagen naar het centrum gereisd om nog wat winkels te kunnen
bekijken. De pret is van korte duur omdat vooral de Aziatische winkeleigenaren om 17:00 de tent al sluiten, morgen herkansing dan maar. Bij de stalletjes aan de Waterkant lopen we toevallig Jos weer tegen het lijf. De rest van de avond in elkaars gezelschap onder het genot van de nodige drankjes en een voedzame maaltijd door gebracht. Het was hartstikke gezellig, telefoonummers uitgewisseld met Jos als ik een keer in Borculo ben waar hij werkt gaan we wat afspreken. Veiligheids halve vanuit ons guesthouse een taxi voor Jos besteld. Kon hij mooi meteen ook nog even informeren naar een kamer voor over een paar dagen als hij uit zijn huidige guesthouse moet vertrekken. Morgen reizen we weer richting Amsterdam, waarschijnlijk vetrekken we in verband met uitgebreide controles (drugs..) al vroeg richting vliegveld. Onze koffers voor het slapen nog voorbereid op de thuisreis.