beeldende vakken CPE GL en TL tekenen

Examen VMBO-GL en TL

2013 gedurende 720 minuten

beeldende vakken CPE GL en TL tekenen

Naam kandidaat ____________________________

Kandidaatnummer ____________

Opgavenboekje Dit examen bestaat uit de onderdelen A, B, C, D, E en F. Je moet alle onderdelen uitvoeren. Maak gebruik van de informatie uit het magazine.

Onderweg

Voor dit examen zijn maximaal 50 punten te behalen. Op pagina 2 staat het maximaal aantal te behalen scorepunten per onderdeel vermeld.

PT-0418-d-13-1-o

Thema: Onderweg Ontwerp en maak een autonoom of toegepast werkstuk waarin je 'jouw onderweg zijn' verbeeldt. Kies uit de begrippen op pagina 4 de mogelijkheden die je als uitgangspunten zou willen nemen en markeer deze. Of formuleer zelf andere mogelijkheden. Raadpleeg het magazine Onderweg; met name de inleiding op pagina 2 en 3.

Let op! 

Het werkstuk dient tweedimensionaal te zijn.

   

In dit examen moet je procesmatig werken. Verzamel al je schetsen, studies en materiaalproefjes. Geef daarbij de volgorde van ontstaan aan. Voeg er aantekeningen en opmerkingen aan toe als deze je keuzes en stappen verhelderen.



Het maximaal te behalen aantal scorepunten bij dit examen bedraagt 50. Hieronder zie je de maximumscore per onderdeel.

Onderdeel A: Oriënteren

4

Onderdeel B: Beeldend onderzoeken

9

Onderdeel C: Vaststellen ontwerp

2

Onderdeel D: Uitvoeren werkstuk

25

Onderdeel E: Analyseren en evalueren

7

Onderdeel F: Presenteren

3

PT-0418-d-13-1-o

2 / 15

lees verder ►►►

Tijdpad

De beoordeling van je tijdpad maakt deel uit van het onderdeel Presenteren (F).

Gebruik onderstaand schema om je tijdsbesteding bij te houden.

Onderdeel

Bestede tijd

(ongeveer 50 minuten)

..... minuten


..… minuten

Vaststellen ontwerp


….. minuten

D

Uitvoeren werkstuk


….. minuten

E

Analyseren en evalueren


..… minuten

F

Presenteren


….. minuten

A

Oriënteren

B

Beeldend onderzoeken

C

+

Totaal:

PT-0418-d-13-1-o

720 minuten

3 / 15

+

….. minuten


A: Oriënteren

ongeveer 50 minuten

Bij de beoordeling van dit onderdeel wordt gekeken naar de mate waarin jij je breed op de mogelijkheden van het thema hebt georiënteerd.

1

Je oriënteert je bij dit onderdeel op verschillende mogelijkheden. Markeer in elk van de kolommen hieronder tenminste twee mogelijkheden waar jij je op wilt oriënteren en/of formuleer onderaan in elk van de kolommen zelf twee mogelijkheden.

Waar ben je onderweg?

Wat doe je allemaal?

Wat ervaar je zoal?

Wat/wie heb je zeker bij je?

in een exotisch land

ontdekken

ontroering

vriend(in)

bij mij in de buurt

bezoeken

verschil

mascotte

in de lucht

ontmoeten

schoonheid

schetsboek

op de noordpool

hangen

(be)dreiging

usb-stick / laptop

te water / onder water

speuren

genegenheid

camera

in een metropool

aanraken

heimwee

rugzak

op een festival

schuilen

herkenning

reisgids

op internet

bekijken

vrijheid

navigatiesysteem

in een droom

zwerven

ontspanning

potlood

in de ruimte

surfen

opwinding

(smart)phone

zweven

terughoudendheid

souvenir

eenzaamheid

2

Maak een (digitaal) moodboard waaruit blijkt dat jij je op de hierboven gemarkeerde en/of genoteerde mogelijkheden breed hebt georiënteerd.

PT-0418-d-13-1-o

4 / 15


B: Beeldend onderzoeken

ongeveer 100 minuten

Bij de beoordeling van dit onderdeel wordt gekeken naar de mate waarin jij diep en samenhangend beeldend onderzoek hebt verricht.

Diep de mogelijkheden die je bij onderdeel A hebt geformuleerd of gemarkeerd verder uit. Maak schetsen, studies en proefjes en bewaar deze. Ze hoeven niet perfect te zijn. Het gaat erom dat je laat zien dat je onderzoek hebt gedaan en wat dat onderzoek heeft opgeleverd. Doe dit beeldend onderzoek aan de hand van de volgende onderzoeksvragen.

Wat wordt de inhoud? Waar ben je onderweg? Wat doe je allemaal? Wat ervaar je zoal? Wat/wie heb je zeker bij je?

Wat: aspecten van de voorstelling Welke aspecten van de voorstelling ga je onderzoeken?

Hoe: beeldende aspecten Welke beeldende aspecten (zoals vorm, licht, lijn, ruimte, kleur, textuur, ordening) ga je onderzoeken?

Waarmee: materiaal en techniek Welke materialen en welke technieken ga je onderzoeken?

PT-0418-d-13-1-o

5 / 15


C: Vaststellen ontwerp

ongeveer 10 minuten

Bij de beoordeling van dit onderdeel wordt gekeken naar de wijze waarop jij de resultaten uit het onderzoek bij onderdeel B hebt verwerkt in je definitieve ontwerp.

Je hebt bij onderdeel B een aantal mogelijkheden onderzocht. Neem nu een paar beslissingen en stel je ontwerp vast. Wat: Inhoud Schrijf hieronder op wat de inhoud van je werkstuk wordt. .................................................................................................................. .................................................................................................................. .................................................................................................................. .................................................................................................................. ..................................................................................................................

Wat: aspecten van de voorstelling Noem de twee belangrijkste aspecten van de voorstelling waarmee je de inhoud - zoals hierboven beschreven - gaat verbeelden en geef bij elk aspect een korte toelichting. 1 ............................................................................................................... .................................................................................................................. 2 ............................................................................................................... ..................................................................................................................

PT-0418-d-13-1-o

6 / 15


Hoe: beeldende aspecten Noem de twee belangrijkste beeldende aspecten waarmee je de inhoud gaat verbeelden en geef bij elk aspect een korte toelichting. 1 ............................................................................................................... .................................................................................................................. 2 ............................................................................................................... ..................................................................................................................

Waarmee: materiaal en techniek Noem het belangrijkste materiaal waarmee en de belangrijkste techniek waarin je de inhoud gaat verbeelden. Geef zowel bij het materiaal als bij de techniek een korte toelichting. materiaal: .................................................................................................. .................................................................................................................. techniek: ................................................................................................... ..................................................................................................................

Geef je werkstuk een voorlopige en toepasselijke titel. ..................................................................................................................

PT-0418-d-13-1-o

7 / 15


D: Uitvoeren werkstuk

ongeveer 500 minuten

Bij de beoordeling van dit onderdeel wordt gekeken naar de mate waarin jij 'jouw onderweg zijn' verbeeldt.

Maak je werkstuk. Misschien bracht je veranderingen aan in je oorspronkelijke ontwerp. Als je dat gedaan hebt, schrijf dan hieronder welke veranderingen dat zijn. Licht toe waarom je die veranderingen aanbracht. Geef je werkstuk vervolgens een definitieve titel. Heb je geen veranderingen aangebracht, noteer dan onderaan op deze pagina de definitieve titel van je werkstuk en ga daarna naar pagina 9. Belangrijkste verandering(en) in de inhoud: .................................................................................................................. Toelichting: ............................................................................................... Belangrijkste verandering(en) in de aspecten van de voorstelling: .................................................................................................................. Toelichting: ............................................................................................... Belangrijkste verandering(en) in de beeldende aspecten: .................................................................................................................. Toelichting: ............................................................................................... Belangrijkste verandering(en) in materialen en/of technieken: .................................................................................................................. Toelichting: ...............................................................................................

Geef je werkstuk een definitieve titel. ..................................................................................................................

PT-0418-d-13-1-o

8 / 15


E: Analyseren en evalueren

ongeveer 40 minuten

Bij de beoordeling van dit onderdeel wordt gekeken naar de wijze waarop jij jouw eigen werkstuk en werkproces hebt geanalyseerd en geëvalueerd en het werkstuk en werkproces van een andere kandidaat.

Analyseer en evalueer je eigen werkstuk en werkproces aan de hand van de vragen op pagina 10 en 11. Analyseer en evalueer vervolgens een werkstuk en het werkproces van een andere kandidaat. Kies daarvoor een werkstuk dat sterk verschilt met dat van jou. Noteer deze analyse en evaluatie op pagina 13 en 14. Evalueren doe je door het doen van een uitspraak over de wijze waarop de uitvoering van het werkstuk aansluit bij de uitgangspunten. Je oordeel kan bestaan uit een goed, een voldoende en een onvoldoende. Markeer welke uitspraak (goed / voldoende / onvoldoende) volgens jou van toepassing is en licht vervolgens je oordeel toe.

PT-0418-d-13-1-o

9 / 15


Analyse-evaluatieschema eigen werkstuk en werkproces

Titel: ......................................................................................................... Het werkstuk dat ik maakte is een 0 (strip)tekening 0 collage 0 schildering 0 leporello 0 iets anders, namelijk een ........................................................................ Inhoud In mijn werkstuk verbeeldde ik de volgende omgeving: ................................................................................................. .................................................................................................................. .................................................................................................................. activiteit: ................................................................................................... .................................................................................................................. .......................................................................................................... en/of ervaring: ................................................................................................... .................................................................................................................. .......................................................................................................... en/of object/persoon: ......................................................................................... .................................................................................................................. .................................................................................................................. Voorstelling Geef aan in hoeverre (goed / voldoende / onvoldoende) de twee belangrijkste aspecten van de voorstelling aansluiten bij jouw inhoud. Licht beide aspecten toe. 1 ............................................................................................................... .................................................................................................................. .................................................................................................................. 2 ............................................................................................................... .................................................................................................................. ..................................................................................................................

PT-0418-d-13-1-o

10 / 15


Beeldende aspecten Geef aan in hoeverre (goed / voldoende / onvoldoende) de twee belangrijkste beeldende aspecten aansluiten bij jouw inhoud. Licht beide aspecten toe. 1 ............................................................................................................... .................................................................................................................. .................................................................................................................. 2 ............................................................................................................... .................................................................................................................. .................................................................................................................. Materiaal Geef aan in hoeverre (goed / voldoende / onvoldoende) het gekozen materiaal aansluit bij jouw inhoud. Geef een toelichting. .................................................................................................................. .................................................................................................................. .................................................................................................................. Techniek Geef aan in hoeverre (goed / voldoende / onvoldoende) de gekozen techniek aansluit bij jouw inhoud. Geef een toelichting. .................................................................................................................. .................................................................................................................. ..................................................................................................................

Waarover ben je in jouw werkstuk erg enthousiast en waarover ben je weinig enthousiast? erg enthousiast: ........................................................................................ .................................................................................................................. .................................................................................................................. weinig enthousiast: ................................................................................... .................................................................................................................. ..................................................................................................................

PT-0418-d-13-1-o

11 / 15


De naam van de kandidaat van wie ik het werkstuk en werkproces op de volgende pagina's analyseer en evalueer is ............................................... .................................................................................................................. De titel van het werkstuk is ........................................................................ ..................................................................................................................

De reden om juist dit werkstuk te analyseren en te evalueren is ................ .................................................................................................................. .................................................................................................................. .................................................................................................................. .................................................................................................................. .................................................................................................................. .................................................................................................................. .................................................................................................................. ..................................................................................................................

PT-0418-d-13-1-o

12 / 15


Analyse-evaluatieschema andermans werkstuk en werkproces

Titel: ......................................................................................................... Het werkstuk dat hij/zij maakte is een 0 (strip)tekening 0 collage 0 schildering 0 leporello 0 iets anders, namelijk een ........................................................................ Inhoud In het werkstuk verbeeldde hij/zij de volgende omgeving: ................................................................................................. .................................................................................................................. .................................................................................................................. activiteit: ................................................................................................... .................................................................................................................. .......................................................................................................... en/of ervaring: ................................................................................................... .................................................................................................................. .......................................................................................................... en/of object/persoon: ......................................................................................... .................................................................................................................. .................................................................................................................. Voorstelling Geef aan in hoeverre (goed / voldoende / onvoldoende) de twee belangrijkste aspecten van de voorstelling aansluiten bij zijn/haar inhoud. Licht beide aspecten toe. 1 ............................................................................................................... .................................................................................................................. .................................................................................................................. 2 ............................................................................................................... .................................................................................................................. ..................................................................................................................

PT-0418-d-13-1-o

13 / 15


Beeldende aspecten Geef aan in hoeverre (goed / voldoende / onvoldoende) de twee belangrijkste beeldende aspecten aansluiten bij zijn/haar inhoud. Licht beide aspecten toe. 1 ............................................................................................................... .................................................................................................................. 2 ............................................................................................................... .................................................................................................................. Materiaal Geef aan in hoeverre (goed / voldoende / onvoldoende) het gekozen materiaal aansluit bij zijn/haar inhoud. Geef een toelichting. .................................................................................................................. .................................................................................................................. .................................................................................................................. Techniek Geef aan in hoeverre (goed / voldoende / onvoldoende) de gekozen techniek aansluit bij zijn/haar inhoud. Geef een toelichting. .................................................................................................................. .................................................................................................................. ..................................................................................................................

Waarover ben je in zijn/haar werkstuk erg enthousiast en waarover ben je weinig enthousiast? erg enthousiast: ........................................................................................ .................................................................................................................. .................................................................................................................. weinig enthousiast: ................................................................................... .................................................................................................................. ..................................................................................................................

PT-0418-d-13-1-o

14 / 15


F: Presenteren

ongeveer 20 minuten

Bij de beoordeling van dit onderdeel wordt bekeken of jouw werkstuk in de presentatie tot zijn recht komt, welke uitgangspunten je hebt gehanteerd en in hoeverre de presentatie zicht geeft op jouw tijdpad en werkproces.

Maak een presentatie waarin  jouw werkstuk zo goed mogelijk tot zijn recht komt.  je toont waar je onderweg bent, wat je allemaal doet en/of wat je zoal ervaart en/of wat of wie je zeker bij je hebt.  jouw tijdpad en werkproces duidelijk zichtbaar zijn.

PT-0418-d-13-1-o

15 / 15

lees verdereinde ►►► 

beeldende vakken CPE GL en TL tekenen

Recommend Documents