Bedrijfschap Afbouw
Lichte scheidingswanden en plafonds – Opbouw en samenstelling van calculatietijdnormen voor het monteren van lichte scheidingswanden en plafonds
PRC B.V.; Bodegraven, september 2010
Copyright 2010, Bedrijfschap Afbouw
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever is zich volledig bewust van haar taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Niettemin kan zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventueel in deze uitgave voorkomende onjuistheden en onvolledigheden. Aan de overgenomen overzichten kunnen geen rechten of plichten worden ontleend. Oorsprong van de gegevens: De tijdgegevens in deze publicatie zijn gebaseerd op gedetailleerde tijdstudies van montagewerkzaamheden
van
lichte
scheidingswanden
en
plafonds
en
op
gegevens
uit
het
SAOB
(grond)tijdenarchief.
2
COLOFON
Opdrachtgever
: Bedrijfschap Afbouw
Project
: Opbouw en samenstelling van calculatietijdnormen voor het monteren van lichte scheidingswanden en plafonds
Projectnummer
: Y 0090.01.01
Datum
: September 2010
Status
: Eindrapport
Auteur
: ing. L. Brokelman
Bijdragen
: W.J. Balk
Autorisatie inhoud
: Door de werkgroep ‘Lichte scheidingswanden en plafonds’ in de vergadering van d.d. 20 september 2010
3
Woord vooraf Als een montagebedrijf opdracht krijgt lichte scheidingswanden of plafonds te monteren, dan moet het de kostprijs en de aanbiedingsprijs berekenen. De kostprijs geeft aan wat het kost om de opdracht te kunnen uitvoeren en bestaat voor een groot deel uit loonkosten. Die zijn gelijk aan het begrote aantal montage-uren maal de gemiddelde uurloonkosten van de monteurs.
Om het aantal montage-uren te kunnen begroten is het noodzakelijk te weten hoeveel tijd voor de montagewerkzaamheden nodig is. Daarvoor worden nu veelal ervaringscijfers gebruikt. Maar ervaringscijfers verouderen snel door het hoge tempo van ontwikkelingen op het gebied van materialen en technieken, de bedrijfsvoering, wet- en regelgeving et cetera. Ontwikkelingen die ook de bedrijven in de plafond- en wandensector niet ongemoeid hebben gelaten.
De laatste jaren is dan ook meer en meer de behoefte gegroeid te kunnen beschikken over objectieve calculatietijdnormen. Calculatietijdnormen waarmee snel, eenvoudig en verantwoord calculaties kunnen worden gemaakt voor het monteren van lichte scheidingswanden en plafonds. Daarom heeft het Bedrijfschap Afbouw aan PRC B.V. de opdracht gegeven om op arbeidstechnisch verantwoorde wijze deze calculatietijdnormen samen te stellen. Tijdnormen waarin veilig en gezond werken is verdisconteerd en die kunnen worden toegesneden op locatie gebonden werkomstandigheden waaronder monteurs hun werkzaamheden verrichten.
Met deze publicatie - die met behulp van praktijkdeskundigen uit de branche werd samengesteld - beschikt de branche over een: • bestand van calculatietijdnormen voor de montage van gangbare, lichte scheidingswanden en plafonds • toeslagen waarmee de effecten van bouwplaats- en werkplekomstandigheden op de calculatietijdnormen kunnen worden gekwantificeerd.
De afbouwbranche is een dynamische wereld die voortdurend in beweging is. Daarom zal het bestand van calculatietijdnormen niet volledig zijn en ook aan veranderingen onderhevig zijn. Aanleiding voor het Bedrijfschap Afbouw u uit te nodigen om uw ervaringen met het gebruik van de calculatietijdnormen en toeslagen met haar te delen.
Werkgroep: Lichte scheidingswanden en -plafonds
4
Opbouw en samenstelling van calculatietijdnormen voor het monteren van gangbare lichte scheidingswanden en plafonds
INHOUDSOPGAVE
Blz.
Woord vooraf
4
Inhoudsopgave
5
1
8
Inleiding 1.1 1.2 1.3 1.4
2
2.3 2.4 2.5
Inleiding Directe en indirecte handelingen Rust en persoonlijke verzorging Aan- en afloop Tijdbesteding
16 16 16 16 17 17
Inleiding Opbouw netto- calculatietijdnormen
19 19 19
Bevoorraden werklocaties 5.1 5.2 5.3
5.4
6
10 10 10 11 12 13 14 15 15
Prepareren werklocatie 4.1 4.2
5
Inleiding Van grondtijd naar calculatietijdnorm 2.2.1 Handelingen en grondtijd 2.2.2 Van grondtijd naar netto-bewerkingstijd 2.2.3 Van netto-bewerkingstijd naar richttijd 2.2.4 Van richttijd naar calculatietijdnorm Samenvatting en leeswijzer Fasering van het montageproces Bronnen
10
Toeslagberekening 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
4
8 8 8 9
Verantwoording uitvoering onderzoek 2.1 2.2
3
Achtergrond Opdracht Afbakening Werkgroep
Bevoorradingsmethoden Uitgangspunten Bevoorrading werklocatie(s) met platen, isolatiemateriaal en folie 5.3.1 Waargenomen situaties 5.3.2 Analyse en toetsing 5.3.3 Netto-deelbewerkingstijden 5.3.4 Alternatieven 5.3.5 Netto-bewerkingstijden Bevoorrading werklocatie(s) met metalen profielen 5.4.1 Waargenomen situaties 5.4.2 Analyse en toetsing 5.4.3 Netto-deelbewerkingstijden 5.4.4 Netto bewerkingstijden
21 21 22 22 22 22 23 23 25 28 28 29 29 29
Monteren metalen frames 6.1
Wanden 6.1.1 Waargenomen situatie
35 35 35
5
6.1.2 6.1.3 6.1.4 6.1.5 6.1.6 6.1.7 6.1.8 6.1.9 6.2
7
8.8
46 46 46 46 46 47 51 52 52 53 54 55
Inleiding Netto-bewerkingstijden
57 57 57
Inleiding Maatvoeren en passnijden of –zagen van platen Transport van de platen Stellen en plaatsen van platen Schroeven Afstemverlies Netto-bewerkingstijden – éénzijdig – in mu/m2 voor het enkel en dubbel beplaten van wanden Netto-bewerkingstijden in mu/m2 voor het beplaten van plafonds
59 59 60 61 62 63 65 65 66
Afvoegen en afwerken 9.1 9.2 9.3 9.4
10
39 42 42 44 44 45
Beplaten 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7
9
Plafonds 6.2.1 Uitgangspunten 6.2.2 Vrijdragende plafonds 6.2.2.1 Samenstelling plafond 6.2.2.2 Montagemethode 6.2.2.3 Netto-deelbewerkingstijden 6.2.2.4 Netto-bewerkingstijden 6.2.3 Verlaagde plafonds 6.2.3.1 Samenstelling plafond 6.2.3.2 Montagemethode 6.2.3.3 Netto-deelbewerkingstijden 6.2.3.4 Netto-bewerkingstijden
36 37
Isolatie en folie aanbrengen 7.1 7.2
8
Netto-deelbewerkingstijden voor de maatvoering Netto-deelbewerkingstijden voor het monteren van de onder- en bovenregel Netto-deelbewerkingstijden voor het monteren van de stijlen Netto-deelbewerkingstijden voor het monteren van wandstijlen Netto-bewerkingstijden Netto-bewerkingstijden voor het aanbrengen van PUR-schuim Netto-bewerkingstijden voor het aanbrengen van achterhout Netto-bewerkingstijden voor het aanbrengen van sparingen voor deuren raamkozijnen
Inleiding Netto-deelbewerkingstijden Netto-bewerkingstijden voor de afwerkingsniveaus van wanden Netto-bewerkingstijden voor de afwerkingsniveaus van plafonds
68 68 68 70 72
Bouwplaatscoëfficiënten 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5
Uitgangspunt Projectcategorieën (BC1) Aan- en afloop (BC2) Organisatietoeslag (BC3) Seriematig werk (BC4)
73 73 73 73 75 77
BIJLAGEN 1
Veilig en gezond werken
78
2
Berekeningen (deel)bewerkingstijden
80
6
7
Hoofdstuk 1
Inleiding
1.1
Achtergrond Op tal van gebieden is sprake van een hoog tempo van ontwikkelingen. Dynamiek alom, alles beweegt. Die dynamiek heeft de bedrijven in de plafond- en wandensector niet ongemoeid gelaten. Want ter wille van de continuïteit van de bedrijfsvoering dien(d)en zij immers in te spelen op nieuwe trends en producten, op innoverende technologieën en op veranderende en nieuwe wet- en regelgeving. Bovendien zijn consumenten en afnemers van bouwproducten mondiger geworden. Zij vragen meer keuzemogelijkheden en duurzame, gegarandeerde producten met concurrerende prijs-/ kwaliteitsverhoudingen en een transparante prijsopbouw. Daarbij komt dat de concurrentie hevig is en traditionele rollenpatronen in het bouwproces wijzigen. In zo’n markt kunnen bedrijven hun marge alleen nog vergroten door efficiënt te werken en door het verminderen van faalkosten. In dit decor is de laatste jaren meer en meer de behoefte gegroeid te kunnen beschikken over objectieve calculatietijdnormen. Ook voor de montage van lichte scheidingswand- en plafondsystemen. Calculatietijdnormen die op arbeidstechnisch verantwoorde wijze worden samengesteld, waarin veilig en gezond werken is verdisconteerd en die kunnen worden toegesneden op locatie gebonden werkomstandigheden waaronder monteurs hun werkzaamheden verrichten.
1.2
Opdracht Gelet op het voorgaande gaf het Bedrijfschap Afbouw aan PRC B.V. de opdracht: Ontwikkel op arbeidstechnisch verantwoorde wijze calculatietijdnormen waarmee snel, eenvoudig en verantwoord calculaties kunnen worden gemaakt voor het monteren van lichte scheidingswand- en plafondsystemen in woningen en utiliteitsgebouwen; calculatietijdnormen waarin veilig en gezond werken is verdisconteerd en die kunnen worden toegesneden op locatie gebonden werkomstandigheden waaronder monteurs hun werkzaamheden verrichten.
1.3
Afbakening 1
De begrippen wandsysteem en plafondsysteem zijn als volgt nader te omschrijven en af te bakenen: Licht scheidingswandsysteem Met het begrip licht scheidingswandsysteem wordt een lichte, niet-dragende wand bedoeld die, nadat deze is aangebracht, in het werk wordt voorzien van een afwerking. Tijdens de bouw wordt een frame van metalen of houten profielen gemaakt waartegen aan één of aan beide zijden in één of meer lagen beplating wordt aangebracht. Die beplating kan een gipskarton- of gipsvezelplaat zijn of een cementgebonden plaat. De calculatietijdnormen zullen worden samengesteld voor de wandsystemen: - enkel metalen frame, isolatie en aan beide zijden één en twee lagen gipsbeplating - dubbel metalen frame, isolatie en aan beide zijden twee lagen gipsbeplating 1
Zie ook: Stabu Standaard Technische Bepalingen
8
- voorzetwand opgebouwd uit een metalen frame, isolatie, folie en één laag beplating. Licht plafondsysteem Met het begrip licht plafondsysteem wordt een plafond bedoeld die, nadat, deze is aangebracht, in het werk wordt afgewerkt. Tijdens de bouw worden houten of metalen rachels gemonteerd (enkel, dubbel of profielen) waartegen beplating wordt aangebracht. Die beplating kan een gipskarton- of gipsvezelplaat zijn of een cementgebonden plaat. De calculatietijdnormen hebben betrekking op met metalen profielen samengestelde plafonds met uitzondering van: - bijzondere constructies zoals koven - plafonds met gipsvezelplaten en cementgebonden platen. Afwerkingniveaus 2
Voor de wand- en plafondsystemen zijn als afwerkingsniveaus gekozen : A: glad oppervlak voor hoge visuele eisen B: glad oppervlak voor normale visuele eisen C: egaal oppervlak (voegen gevuld en gefinisht) D: egaal oppervlak (voegen gevuld). 1.4
Werkgroep Het onderzoek naar en de samenstelling van de calculatietijdnormen werd begeleid door de werkgroep Lichte scheidingswanden en plafonds waarin zitting hadden: • Steven van der Stroom van ITG, en Jan van Strijp van MAT Afbouw • Hans Geerken en Hermen de Hek, beiden van het Bedrijfschap Afbouw • Wim Balk (onderzoek) van Personic, en Lenard Brokelman (onderzoek en rapportage) van PRC.
2
Brochure: Afwerkingsniveaus van in het werk af te werken gipskarton- en gipsvezelplaten op systeemwanden en – plafonds, Bedrijfschap Afbouw, versie 2007
9
Hoofdstuk 2
Verantwoording uitvoering onderzoek
2.1
Inleiding Dit rapport bevat calculatietijdnormen voor de montage van lichte scheidingswanden en plafonds. De tijdnormen zijn samengesteld op bases van gedetailleerde arbeidstechnische waarnemingen van montagehandelingen op diverse bouwplaatsen. Ook is gebruik gemaakt van de ervaringskennis van wand- en plafondmonteurs en van het zogenaamde (grond)tijdenarchief 3 van SAOB . In dit hoofdstuk wordt de opbouw van calculatietijdnormen toegelicht. Beschreven wordt hoe vanuit grondtijden netto-bewerkingstijden worden opgebouwd, vanuit netto-bewerkingstijden zogenaamde richttijden en vanuit richttijden de calculatietijdnormen. Verder bevat dit hoofdstuk de toelichting op de opbouw van het rapport, de fasering van het montageproces van lichte scheidingswanden en plafonds en het overzicht van geraadpleegde bronnen.
2.2
Van grondtijd naar calculatietijdnorm
2.2.1
Handelingen en grondtijd Begripsbepaling Zoals hiervoor al werd aangehaald berusten calculatietijdnormen op arbeidskundige gegevens die zijn verkregen uit observaties en tijdmetingen van werkzaamheden op bouwplaatsen. Voor die observaties en tijdmetingen worden werkzaamheden aan een gehele constructies ver4 deeld in kleine werkeenheden , zoals bijvoorbeeld het inslaan van een draadnagel, of het fixeren van een metalen profiel of het vastschroeven van een gipsplaat. Zo’n ‘kleine werkeenheid’ wordt handeling genoemd. Onderscheiden worden directe en handelingen. • Directe handelingen zijn handelingen die – zoals de benaming al doet vermoeden – direct noodzakelijk zijn voor de voortgang van het werk en waar van te voren de frequentie per eenheid product te bepalen is. Meer daarover zo dadelijk in deze paragraaf. • Handelingen die niet direct, maar indirect noodzakelijk zijn voor de voortgang van het werk en waar van te voren de frequentie per eenheid product niet is te bepalen, worden indirecte handelingen genoemd. Zie verder paragraaf 2.2.3.
3 4
Stichting Arbeidstechnisch Onderzoek Bouwnijverheid (1953 t/m 1998) In de arbeidskunde worden zogenaamde activiteitenniveaus onderscheiden, te weten: beweging, handeling, (deel)bewerking, taak en proces. De niveaus omvatten elkaar. Dat wil zeggen, dat elk niveau is begrepen in het eerst volgend hoger gelegen niveau. Zo vormt een samenhangend en doelgericht geheel van bewegingen een handeling, een samenhangend en doelgericht geheel van handelingen een (deel)bewerking et cetera. Handelingen worden uitgevoerd door één persoon of een machine. De tijd voor een handeling wordt als grondtijd uitgedrukt in centiminuten (afgekort als: cmin.) per handeling. (Deel)bewerkingen worden door één persoon of meer personen uitgevoerd. De tijd voor een deelbewerking wordt uitgedrukt in manminuten (afgekort als: manmin.) per eenheid van productie. (Deel)bewerkingstijden worden uit grondtijden opgebouwd of met behulp van tijdwaarnemingen (MMO) gemeten.
10
Directe handelingen Van iedere directe handeling wordt de tijd gemeten die nodig is om de handeling uit te voeren. Ook wordt vastgesteld welke factoren die tijdsduur beïnvloeden. Zo zal uit gemeten tijden van het inslaan van draadnagels blijken, dat die tijden niet voor alle draadnagels dezelfde zijn. Grote draadnagels vragen immers meer tijd, evenals spijkeren op moeilijke plaatsen. En uit het vergelijken van transporttijden zal volgen: hoe langer de afstand, hoe hoger de tijd. Kortom, uit analyses van tijdmetingen kan worden afgeleid welke factoren welke invloed hebben op de tijdsduur van een handeling. Het resultaat van dergelijke arbeidstechnische tijdstudies en analyses wordt een grondtijd genoemd. Een grondtijd geeft de tijd aan voor de uitvoering van een handeling, en ook welke factoren in welke mate die tijd beïnvloeden. Voorbeelden van invloedsfactoren zijn: materiaalsoort en materiaalafmetingen, het in te zetten materieel, het te gebruiken gereedschap en de 5 omstandigheden op de werkplek . 2.2.2
Van grondtijd naar netto-bewerkingstijd De berekening van een netto-bewerkingstijd verloopt volgens de onderstaande stappen: Stap 1: De handelinganalyse De eerste stap omvat het verzamelen en bestuderen van de beschikbare gegevens om hieruit af te leiden welke directe handelingen voor zullen komen. Hiervoor is nodig: - de werkmethode: uit de werkmethode volgt welke directe handelingen in welke volgorde voorkomen in de bewerking - de ploeggrootte: het aantal personen dat nodig is om de bewerking uit te voeren. Stap 2: De frequenties van elke directe handeling Hiervoor wordt nagegaan hoe vaak elke directe handeling in de bewerking voorkomt. Bijvoorbeeld het aantal keren schroeven om een gipskartonplaat op het frame te bevestigen. Stap 3: De grondtijd voor elke directe handeling meten of in een zogenaamd grondtijdenarchief opzoeken Hiervoor moeten de invloedsfactoren worden vastgesteld, zoals de materiaalsoort, de materiaalafmetingen, het in te zetten materieel, het te gebruiken gereedschap en de omstandigheden zoals deze op de werkplek verwacht worden. Stap 4: De berekening van de netto-bewerkingstijd In figuur 2.1 is een voorbeeld gegeven van de berekeningen van de nettobewerkingstijd voor het horizontale transport van gipskartonplaten met behulp van een (kantelbare) platenwagen. De situatie is de volgende: De platen - met een afmeting van 1.200 x 2.600 x 12 ½ mm - worden met een vrachtwagen - en op pallets (40 platen per pallet) - aangevoerd.
5
Onder directe handelingen worden de eigenlijke montagehandelingen (maatvoeren, zagen en/of snijden, schroeven et cetera) verstaan inclusief: – Gebruiksgereed maken van materiaal, materieel en gereedschap. – Op- en afklimmen van steigers en ladders tot een maximale werkhoogte van 3 meter inclusief het positie innemen en het verplaatsen van het klimmaterieel. – Pakken en wegleggen van gereedschappen en van materiaal. – Afstemverlies binnen de werkmethode. – Overgangen binnen de werkplek. – Aan- en afvoeren van materialen, gereedschappen en materieel tussen de werkplekken en de materiaalopslagen. Het gaat hier om: . het aanvoeren van benodigdheden aan het begin van de werkdag en na reguliere pauzes . het afvoeren van materialen, gereedschappen en materieel aan het einde van de werktijd en voor reguliere pauzes . en tenslotte geldt, dat onder werktijd het aan- en afvoeren van benodigdheden tussen werkplek en materiaal(sub-)opslag binnen 25 meter onderdeel is van aan- en afvoer.
11
Als de vrachtwagen voor de te bevoorraden woning staat, manoeuvreert de vrachtwagenchauffeur met behulp van de autokraan de platen per pallet voor het openstaande vensterraam. Nabij het vensterraam staan in de woning twee monteurs die de platen over een zogenaamde vensterrol trekken, de platen vervolgens handmatig op de platenwagen zetten en de platen over een afstand van 25 meter naar de opslagplaats in de nabijheid van de verwerkingplek vervoeren en daar de platen van de wagen halen en ze plat op de grond neerleggen. Per vracht worden 8 platen op de wagen vervoerd. Handelingenanalyse
Frequentie
Grondtijd
Nettotijd (in mancmin)
Werkmethode (directe handelingen)
Ploeggrootte
A
B
C
D
E = B x C x D
Platen per stuk op wagen plaatsen.
2 man
8 platen per vracht
18 cmin / plaat
Wagen belast nabij verwerkingsplaats rijden.
2 man
Per vracht over A = 25 meter
10+0,5 x A
Platen per stuk van wagen halen en plat opstapelen. Wagen onbelast terug rijden.
2 man
8 platen per vracht
18 cmin / plaat
288 mancmin / vracht 45 mancmin / vracht 288 mancmin / vracht
2 man
Per vracht over 25 meter
6,0+0,5 x A
37 mancmin / vracht
Netto-bewerkingstijd per vracht van 8 platen:
658 mancmin / vracht
Netto-bewerkingstijd per plaat = 658 mancmin : 8 platen =
82,25 mancmin / plaat
Netto-bewerkingstijd in mu / plaat = 82,25 : 100 (cmin) : 60 (min) =
0,0137 mu / plaat
Netto-bewerkingstijd in mu / m2 plaat = 0,0137 : (2,60m x 1,20m) =
0,0044 mu / m2 plaat
Figuur 2.1: Van grondtijd naar netto-bewerkingstijd (zie ook figuur 4.5) 2.2.3
Van netto-bewerkingstijd naar richttijd Het werk kan binnen de berekende netto-bewerkingstijd niet worden gedaan. Daar is meer tijd voor nodig. Tijd die nodig is om van de schaftkeet of van het toilet naar de werkplek te lopen, tijd die nodig is voor verplaatsingen van de ene naar de andere werkplek, voor rustpauzes, voor tekening lezen, voor het voeren van overleg met collega’s of leidinggevenden, voor gereedschapsonderhoud et cetera. Bedoelde activiteiten worden ondergebracht in drie categorieën en ze hebben drie gemeenschappelijke kenmerken. Categorieën
Gemeenschappelijke kenmerken
•
• Het is op voorhand niet vast te stellen hoe vaak ze voorkomen (frequentie). • Het is op voorhand vaak niet exact vast te stellen hoe lang ze duren. • Geen van de activiteiten draagt direct bij aan de voortgang van het werk.
• •
Indirecte handelingen, te weten: – bijkomende handelingen (onderhoud gereedschap et cetera) – onregelmatige handelingen (herstellen van fouten et cetera) – organisatorische handelingen (tekening lezen, overleg et cetera). Rust en persoonlijke verzorging zoals nodig voor de soort werkzaamheden (zwaar of licht werk et cetera). Aan- en afloop (verplaatsing bij het begin en het einde van de werk- en schafttijd, bij toiletbezoek et cetera).
Figuur 2.2: Activiteiten categorieën en hun kenmerken Omdat frequentie en tijdsduur van deze activiteiten van te voren niet (exact) zijn vast te stellen kan de tijd, die voor het verrichten ervan nodig is, niet worden berekend op de wijze van de
12
netto-bewerkingstijd. Daarom wordt de tijd via een zogenaamde toeslag verdisconteerd. In figuur 2.3 is de methode van toeslagberekening weergegeven (zie ook hoofdstuk 3). Omschrijving
Toeslagfactor
Tijd in mu/plaat (zie fig. 2.1)
A
-,-
0,0137 mu / plaat
B C D
Netto bewerkingstijd (zie figuur 2.1) Indirecte handelingen 15% van A Rust en persoonlijke verzorging 18% van (A + B)
1,15 x A
0,0158 mu / plaat
1,18 x (A+B)
0,0186 mu / plaat
Aan- en afloop 5% van (A + B + C)
1,05 x (A+B+C)
Richttijd = 0,0195 mu / plaat
Figuur 2.3: Methode van toeslagberekening Figuur 2.3 is de in de arbeidskunde gebruikelijke rekenwijze toegepast om toeslagen als vermenigvuldiging uit te voeren. De reden hiervoor is, dat elke toeslag hoort bij het totaal van de vorige. Deze rekenwijze wordt als volgt gemotiveerd: • Directe (A) en indirecte handelingen (B) veroorzaken vermoeidheid. De rusttoeslag moet dus over A + B worden berekend. • Aan- en afloop vinden plaats ten gevolge van de directe (A) en indirecte handelingen (B) en rust en persoonlijke verzorging (C). Bijgevolg worden aan- en afloop berekend over A + B + C. De toeslagen komen altijd in deze volgorde voor. De hoogte van de toeslagen volgt uit zogenaamde toeslagstudies. Met een toeslagstudie wor6 den met behulp van MultiMomentOpnamen (MMO) alle handelingen waaraan monteurs hun totale werktijd besteden waargenomen en vastgelegd. Bij voldoende waarnemingen bij ver7 schillende personen en op verschillende bouwplaatsen kan worden afgeleid welke hoogte van toeslagen normaal is. De toeslag voor rust en persoonlijke verzorging wordt niet uit de waarnemingen verkregen. Die wordt bepaald op basis van een methode om uit de soort werkzaamheden en de omstandigheden waaronder deze worden verricht de benodigde tijd voor rust en persoonlijke verzorging te berekenen. In paragraaf 3.3 wordt hierop nader ingegaan. Het uiteindelijke resultaat uit de vermenigvuldigingen heet Richttijd = netto-bewerkingstijd x toeslagen en is gedefinieerd als de tijd die benodigd is • voor courante constructies en uitvoeringsmethoden handelingen / werkzaamheden • die onder normale omstandigheden worden uitgevoerd • bij genoemde invloedsfactoren (materiaalsoort en –afmeting, materieel en gereedschap en aantal monteurs). 2.2.4
Van richttijd naar calculatietijdnorm Uit de definitie van het begrip richttijd volgt dat richttijden onder andere zijn gebaseerd op normale omstandigheden. Deze normale omstandigheden slaan niet alleen op de in voetnoot 5 genoemde werkplekomstandigheden, zoals: werkhoogte en transportafstanden, maar ook de kwaliteit van de bouwplaatsorganisatie, de seriematigheid van de uit te voeren werkzaam-
6
7
Onder MultiMomentOpnamen (MMO) wordt de methode verstaan waarbij op willekeurige tijdstippen – dus steekproefsgewijs – productiemedewerk(st)ers en/of machines worden waargenomen met als doel vast te stellen of en waaraan zij op het moment van waarneming werken. De waarnemer gaat alle medewerk(st)ers en/of machines langs die deel uitmaken van het te onderzoeken proces(deel) en noteert van elke medewerk(st)er en/of machine wat hij of zij doet op het moment van de waarneming. Door dit een aantal keren te herhalen wordt tenslotte een hoeveelheid waarnemingen verkregen die na verwerking een indruk geven van de tijdbesteding van de waargenomen medewerk(st)ers en/of machines gedurende de waarnemingsperiode. In procenten van de totale werktijd.
13
heden et cetera horen bij de omstandigheden die de benodigde tijd beïnvloeden. Wanneer één of meer omstandigheden duidelijk van het normale afwijken, wordt dit voor iedere afwijkende omstandigheid met een zogenaamde bouwplaatscoëfficiënt (BC) als volgt in rekening gebracht: Calculatietijdnorm = Richttijd x (1 + BC1 + BC2 …. + BCn). Voor het monteren van lichte scheidingswanden en plafonds zijn door praktijkdeskundigen de volgende omstandigheden aangewezen waarvoor bouwplaatscoëfficiënten zijn bepaald: • projectcategorie (nieuwbouw of renovatie) • aan- en afloop (horizontaal → van keet naar werkplek v.v.; vertikaal → gebouwhoogte) • werkhoogte (invloed van de hoogte van wanden en plafonds is verdisconteerd in de nettobewerkingstijd) • kwaliteit van de bouwplaatsorganisatie • seriematig werk. De hoogte van de bouwplaatscoëfficiënten zijn bepaald met behulp van mmo’s (zie voetnoot 6) en op basis van praktijkervaringen van monteurs. Samenvatting en leeswijzer In figuur 2.4 is de opbouw van grondtijd naar calculatietijdnorm schematisch verbeeld. In de figuur is tevens aangegeven welke onderwerpen die met die opbouw samenhangen waar in dit rapport worden behandeld. Calculatietijdnorm = Richttijd x (1 + BC1 + BC2 …. + BCn) Richttijd = Netto-bewerkingstijd x Toeslagen
Calculatietijdnorm Bouwplaatscoëfficiënten (BC1, BC2 … BCn) (Hoofdstuk 10)
Afwijkingen van normale omstandigheden voor bijvoorbeeld de bouwplaatsorganisatie, klimmen en lopen en voor seriematig werk.
Richttijd Aan- en afloop (Hoofdstuk 3)
Rust en persoonlijke verzorging (Hoofdstuk 3)
Organisatorische handelingen Indirecte handelingen
2.3
(Hoofdstuk 3)
Onregelmatige handelingen (Hoofdstuk 3)
Bijkomende handelingen Netto- bewerkingstijd
(Hoofdstuk 3)
Directe (productieve montage) handelingen en deelbewerkingen (Hoofdstukken 4 tot en met 9)
Tijdverliezen bij begin en einde werk- en schafttijd. Zwaarte van het werk.
Tekening lezen, overleg et cetera.
Herstellen fouten et cetera.
Onderhoud gereedschap et cetera.
Voorkomende directe handelingen met hun frequenties.
Figuur 2.4: De opbouw van grondtijd naar calculatietijdnorm verbeeld
14
2.4
Fasering van het montageproces De hoofdstukken 4 tot en met 9 – de hoofdstukken over de direct productieve montage handelingen – volgen de fasering van het montageproces van lichte scheidingswanden en plafonds. Die fasen zijn: • Prepareren van de werklocatie (hoofdstuk 4). • Bevoorrading van de werklocatie (hoofdstuk 5). • Maatvoering en metalen frame plaatsen (hoofdstuk 6). • Isolatie en folie aanbrengen (hoofdstuk 7). • Beplaten (hoofdstuk 8). • Afvoegen en afwerken (hoofdstuk 9). Tijdens de arbeidstechnische observaties op de bouwplaatsen bleek dat de werkregeling per bedrijf kan verschillen. Het ene bedrijf werkt met koppels van twee of drie medewerk(st)ers waarbij ieder koppel een eigen taak heeft – bijvoorbeeld: koppel 1 monteert het frame en koppel 2 beplaat – terwijl bij een ander bedrijf een koppel medewerkers (vrijwel) alles doet. Belangrijk criterium bij de keuze voor de ene of voor de andere werkwijze is de seriematigheid van de uit te voeren werkzaamheden.
2.5
Bronnen • •
• • • • • • •
•
Laan, B. ter, Handboek droge afbouw, Bedrijfschap Afbouw, 2008 Bedrijfschap Afbouw, BA-richtlijn 1.1.: Gipsgebonden plafondstucwerk op stijve pleisterdraagconstructies, bestaande uit houten of metalen regelwerk met stucplaten, januari 2008 Put, ir. W.; Harsta, ir. A., Arbohulpmiddelen Afbouw en Onderhoud, mogelijkheden en belemmeringen, Samen Beter, Arboconvenant Afbouw en Onderhoud, augustus 2004 Mol, drs. E.; Molen, dr. H.F.; Frings-Dresen, prof. dr. M.H.W., Smallere gipsplaten maken lichter werk?, Tijdschrift voor ergonomie, jaargang 30, nr. 5, oktober 2005 BPB Nederland, Met z’n tweeën is beter dan alleen, Aannemer, april 2006 Progresbouw, Het repetitie-effect in de woningbouw, Bodegfraven, mei 1982 Jongenelen, J.A.M., Werken op stelten, VHP Ergonomie, augustus 2003 Brokelman, ing. L, Opbouw en samenstelling van calculatietijdnormen voor het monteren van gangbare systeemplafonds, Bedrijfschap Afbouw, januari 2008 Balk, W.J.; Brokelman, ing. L., Bouwplaatssurveys, MMO’s voor tijdbestedingsonderzoeken en klokstudies voor cyclische werkzaamheden bij de volgende projecten: – Latherusbuurt fase 2 Amsterdam-Noord – Bioscoop in het gebouwencomplex Raaks te Haarlem – Christiaan Huygens College te Eindhoven – Hogeschool INHolland te Haarlem Bedrijfschap Afbouw, Brochure: Afwerkingsniveaus van in het werk af te werken gipskarton- en gipsvezelplaten op systeemwanden en –plafonds, versie 2007
15
Hoofdstuk 3
Toeslagberekening
3.1
Inleiding In paragraaf 2.2.3 is uiteengezet dat er voor drie categorieën van activiteiten toeslagen worden onderscheiden: voor aan- en afloop, voor rust en persoonlijke verzorging en voor indirecte handelingen (zie ook figuur 2.4). In dit hoofdstuk worden die toeslagen samengesteld.
3.2
Directe en indirecte handelingen Op bouwplaatsen is met behulp van mmo’s de tijdbesteding van monteurs geobserveerd. Analyse van de observaties toont aan, dat een monteur gemiddeld ruim 6 uur van de 7 ½ uren tel8 lende werkdag bezig is met het uitvoeren van directe en indirecte handelingen. Onderscheiden naar nieuwbouw en renovatie is de verdeling direct- indirect in figuur 3.1 weergegeven. Activiteiten
Tijdbesteding per werkdag van directe en indirecte handelingen in uren per monteur Nieuwbouw
Renovatie
A
Directe handelingen
5,3 uur / monteur
= 100%
4,9 uur / monteur
= 100%
B
Indirecte handelingen
0,8 uur / monteur
= 15% van A
1,2 uur / monteur
= 25% van A
Totaal
6,1 uur / monteur per dag
6,1 uur / monteur per dag
Figuur 3.1: Gemiddeld gemeten tijdbesteding per werkdag van directe en indirecte handelingen Bij renovatieprojecten ligt het aandeel directe handelingen lager dan bij nieuwbouwprojecten en het aandeel indirecte handelingen hoger. De verklaring hiervoor is dat bij renovatieprojecten meer overleg en improvisatie nodig is om in te spelen op omstandigheden die niet konden worden voorzien (zie figuur 3.2).
Figuur 3.2: Renovatieprojecten In renovatieprojecten wordt het monteren van frames soms bemoeilijkt door wanden die uit het lood staan, door kabels en leidingen die in de weg liggen enzovoort. Het vinden van oplossingen daarvoor vereist niet alleen veel passen en meten, maar ook en vooral veel overleg, vakmanschap en improvisatietalent van de monteurs. 3.3
Rust en persoonlijke verzorging Voor rust en persoonlijke verzorging is een percentage van 18 berekend over A + B. Dit komt neer op 18% van 6,1 uren is 1 uur per werkdag per monteur. De 18 procentpunten zijn toegekend voor:
8
CAO-afbouw, Hoofdstuk 3, artikel 13, lid 2, 2008-20092008.
16
• • • • • • •
Persoonlijke verzorging Spierbelasting Dynamisch en statisch werk Visuele inspanning Lawaai of trillingen Concentratie Werkomstandigheden
3% 4% (zwaar handwerk) 6% (voortdurend bukken en boven het hoofd werken) 0% 1% 3% (cyclisch werk) 1%
Bij de berekening van het percentage is bij ‘dynamisch en statisch werk’ rekening gehouden met zogenaamde micropauzes van 1 minuut per half uur. Geen rekening is gehouden met het verschil in de zwaarte van het werk aan wanden en aan 9 plafonds . Bij plafonds wordt immers meer boven het hoofd gewerkt dan bij wanden het geval is. Daarom is het percentage rust en persoonlijke verzorging bij plafonds zo’n 20%; voor wanden 16%. Echter is voor het gemiddelde van 18% gekozen omdat monteurs vaak zowel wanden als plafonds monteren. 3.4
Aan- en afloop Een in de arbeidskunde gebruikelijk gehanteerd uitgangspunt voor het berekenen van het 10 tijdsbeslag voor aan- en afloop is dat zes keer per dag de afstand van de keet naar de werkplek v.v. over een horizontale afstand van 150 meter wordt gelopen met een snelheid van 4 km/uur. De tijd die daar per dag en per monteur mee gemoeid is, bedraagt (6 x 150m) / 4.000 meter / uur = 0,225 uur x 60 minuten = 14 minuten per dag per monteur. Om de werkplek te bereiken moet vaak niet alleen een horizontale afstand worden overbrugd, maar ook een verticale afstand. De tijd om die verticale afstand te overbruggen wordt ook tot de aan- en afloop gerekend. Om die tijd te kunnen berekenen wordt als uitgangspunt gehan11 teerd een snelheid van 500 meter per uur met een gemiddelde verticale afstand die voor de 12 toeslagberekening op 10 meter wordt gesteld . Het tijdbeslag is dus (6 x 10m) / 500 meter / uur = 0,12 uur x 60 minuten ≈ 7 minuten per dag per monteur. In totaal bedraagt de aan- en afloop 14 + 7 = 21 minuten per dag per monteur ≈ 0,4 uur per dag per monteur.
3.5
Tijbesteding In figuur 3.3 is de gemiddelde tijdbesteding over een werkdag van een monteur weergegeven. De figuur bevat ook de toeslagberekeningen. Activiteiten
Gemiddelde tijdbesteding van een monteur Nieuwbouw In uren
9 10
11
12
In % van totaal
Renovatie Toeslagberekening
In uren
In % van totaal
Toeslagberekening
A
Directe handelingen
5,3
69,0 %
100%
4,9
64,0 %
100%
B
Indirecte handelingen
0,8
11,0 %
15% van A
1,2
16,0 %
25% van A
Voor wanden is het percentage voor ‘dynamisch en statisch werk’ ca. 4% en voor plafonds ca. 8%. De zes keer wordt als volgt gemotiveerd: ’s ochtends, bij het begin van de werkdag, van keet naar werkplek, tijdens de ochtendschaft eerst van de van werkplek naar de keet en na de schaft weer terug naar de werkplek, voor de middagschaft ook weer naar de keet en vervolgens terug naar de werkplek, en ’s avonds, aan het einde van de werkdag, van werkplek terug naar de bouwkeet. Klim- en daalsnelheid zijn gebaseerd op het veilige gebruik van een ladder of normale trap. Voor een ladder opgaan is de grondtijd 2 cminuten per trede, voor het afdalen 1,7 cminuten per trede. Gemiddelde snelheid personenlift bedraagt inclusief wachttijden zo’n 10 m1 / minuut. Een gemiddelde van 10 meter betekent een hoogte tussen de 0 meter als minimum en 20 meter als maximum.
17
Vervolg figuur 3.3 C
Rust & persoonlijke verzorging
1,0
13,0 %
18% van A+B
1,0
13,0 %
18% van A+B
D
Aan- en Afloop
0,4
7,00 %
5% van A+B+C
0,4
7,00 %
5% van A+B+C
7,5
100,0 %
7,5
100,0 %
Totaal: Toeslagfactor: 1,B x 1,C x 1,D =
1,15 x 1,18 x 1,05 =
1,42
1,25 x 1,18 x 1,05 =
1,55
Figuur 3.3: Gemiddelde tijdbesteding De berekende toeslagen komen overeen met de in de arbeidskunde gebruikelijk toe te passen toeslagen voor werkzaamheden als het monteren van lichte scheidingswanden en plafonds.
18
Hoofdstuk 4
Prepareren werklocatie
4.1
Inleiding Het prepareren van de werklocatie omvat de in figuur 4.1 opgesomde bewerkingen die in de regel door 2 monteurs worden uitgevoerd. De ene monteur haalt het gereedschap en indien nodig de kamersteiger of de trap, de laser et cetera, terwijl de andere monteur de uitvoeringsomstandigheden inspecteert en de hoofdmaatvoering voor de plaatsbepaling van de wanden en/of de plafonds voorbereidt en uitvoert. Bewerking
Prepareren werklocatie
Deelbewerkingen
1
Inspecteren uitvoeringsomstandigheden werkplek / ruimte (veiligheid – zie figuur 4.2 -, conditie werkplek/ruimte et cetera).
2
Halen van gereedschap, kamer- of rolsteiger(s) of hoogwerker, trap, laser et cetera.
3
Bestuderen tekening voor bepaling plaats wand(en) en/of plafond(s).
4
Plaatsbepaling wanden en/of de plafonds voorbereiden en uitvoeren.
5
Controleren of er obstakels zijn op de plaats van de wand(en) en/of plafond(s).
6
Vaststellen montagerouting (waar beginnen, waar eindigen) alsmede de opstelplaats van de laser, opslagplaats van materialen in de nabijheid van de werkplek / ruimte et cetera.
7
Gesignaleerde knelpunten melden bij / overleggen met uitvoerder 13.
Figuur 4.1: Deelbewerkingen voor het prepareren van de werklocatie
Figuur 4.2: Inspecteren of er veilig gewerkt kan worden is geen overbodige luxe! 4.2
Opbouw netto- calculatietijdnormen Op verschillende locaties is de tijd gemeten die met de in figuur 4.1 opgesomde bewerkingen gemoeid is. Uit die metingen blijkt dat de situationele omstandigheden in belangrijke mate het tijdsbeslag bepalen. Enkele van die situationele omstandigheden zijn: de fysieke omstandigheid van de werklocatie (zie onder andere figuur 4.2), de aanwezigheid en de kwaliteit van te-
13
De tijd die nodig is om gesignaleerde knelpunten bij de uitvoerder c.s. te melden en/of te bespreken is verdisconteerd in de toeslagfactor onder indirecte handelingen.
19
keningen, obstakels op de plek waar wanden komen te staan of die de vrije plafondhoogte blokkeren. Figuur 4.3 bevat de netto calculatietijdnormen voor het prepareren van de werklocatie met als variabele de oppervlakte van de ruimte waar de wanden en/of plafonds worden gemonteerd. Bewerking / hande- Normaalling tijd in cmin
Voorbereiden en inspecteren werkplek / ruimte inclusief halen laser, trap of steiger of hoogwerker, gereedschap et cetera.
Eenheid
Frequentie
Totaaltijd in Opmerking manmin.
1.500
Per monteur en voor ruimte met A ≥25m2
2 monteurs. 1 ruimte.
30 manmin.
750
Per monteur en voor ruimte met A ≥5m2 <25m2
2 monteurs. 1 ruimte.
15 manmin.
450
Per monteur en voor ruimte met A <5 m2
2 monteurs. 1 ruimte.
9 manmin.
Netto bewerkingstijd in mu per ruimte:
A = Oppervlakte ruimte in m2
A ≥ 25m2 = 0,50 mu. Ploeggrootte 2 monA ≥5m2 < 25m2 = 0,25 mu. teurs. A < 5 m2 = 0,15 mu.
Figuur 4.3: Netto-calculatietijdnormen voor het prepareren van de werklocatie
Figuur 4.4: Kamersteiger De foto laat een kamersteiger zien. In de regel wordt een kamersteiger gebruikt met een breedte van 0,75 m (kan door een deur) en een lengte van 1,85 m. De hoogte waarop het werkplatform maximaal mag worden ingesteld bedraagt 2,50 m. Met een rolsteiger mag binnen tot maximaal 12,00 m. hoogte (= hoogte werkplatform) worden gewerkt. Bepalend voor de keuze van het type hoogwerker is de werkhoogte.
20
Hoofdstuk 5
Bevoorraden werklocatie
5.1
Bevoorradingsmethoden Voor het bevoorraden van werklocaties zijn voor het verticale en horizontale transport van gipsplaten verscheidene hulpmiddelen voorhanden. Het transport van het isolatiemateriaal en de folie wordt vaak gecombineerd met het transport van een vracht platen (zie figuur 5.1). Metalen profielen worden apart vervoerd.
Figuur 5.1: Vervoer van platen en isolatiemateriaal In het overzicht van figuur 5.2 zijn methoden om werklocaties te bevoorraden op rij gezet Verticaal transport 1
Horizontaal transport 2 Handmatig
Platenwagen
• (kantelbare) pallethaak Verreiker of hijskraan of hydraulische (auto)kraan met ……. :
• smartlift
Opmerkingen
(Kantelbare)
(Verlengde) 3
Palletwagen
4
Platen één voor één handmatig door het venster naar binnen trekken en lopend of met behulp van een platenwagen naar de verwerkingsplaats brengen. Maak gebruik van vensterrol.
Platen kunnen in een keer op platenwagen of palletwagen worden gezet.
Tillimiet
Platen kunnen ook op bokjes worden gezet die daarna met de (verlengde) palletwagen verder kunnen worden getransporteerd
Platen handmatig overzetten vanuit gipsplatenbak op platenwagen. Maak Tillimiet gebruik van vensterrol. Op de plaats waar het verticale transport overgaat in horizontaal transport moeten de platen door een opening in de gevel in het gebouw gebracht kunnen worden: liggend of rechtopstaand of diagonaal. Lukt dat niet dan moeten de platen handmatig door het venster naar binnen worden getrokken. Horizontaal transport met wagens stelt eisen aan de ondergrond die schoon en vrij van obstakels moet zijn. Ook moet in de ruimte met de wagen kunnen worden gemanoeuvreerd. Platenwagens zijn er met 2 of 4 wielen. De kantelbare platenwagen is geschikt voor het horizontale transport van 8 platen en biedt de mogelijkheid de platen op goede werkhoogte te bewerken. De palletwagen is in een verlengde versie leverbaar en ook als elektrisch aangedreven. • gipsplatenbak
1
2 3 4
Figuur 5.2: Methoden om werklocaties te bevoorraden
21
5.2
Uitgangspunten Uitgangspunten bij het samenstellen van de calculatietijdnormen zijn: • Verticaal transport wordt niet in de calculatietijdnormen verdisconteerd. Aangenomen is dat verticaal transport (in de regel) niet door het montagebedrijf wordt uitgevoerd, maar door de leverancier van het materiaal of – bij hoogbouw – door een bedrijf dat de logistiek verzorgt. • Het horizontale transport wordt wel in de calculatietijdnormen verdisconteerd. Daarvoor is een horizontale afstand van 25 meter aangenomen. Die afstand wordt gemeten vanaf de plaats waar de platen het gebouw of de woning binnenkomen tot een plek waar de platen in de buurt van de werklocatie worden opgeslagen. • Rekening wordt gehouden met de tillimiet (zie bijlage 1) en met een vloer die schoon en vrij is van obstakels en waarop de platen stabiel kunnen worden opgeslagen.
5.3
Bevoorrading werklocatie(s) met platen, isolatiemateriaal en folie
5.3.1
Waargenomen situaties Tijdens het onderzoek is het horizontale transport van platen, isolatie en folie geobserveerd. De geobserveerde situatie is als volgt: De bouwmaterialenhandel voert de materialen met een vrachtwagen aan. De platen – met afmetingen van 1,20m en 0,60m breed, 2,60m lang en 12,5 mm dik – liggen per 40 stuks op een pallet. Het isolatiemateriaal en de folie worden in rollen aangevoerd. Met behulp van een autokraan en een kantelbare pallethaak positioneert de chauffeur de platen voor een venster. Daar trekken twee monteurs de platen over een vensterrol naar binnen en lopen de platen naar de opslag in de buurt van de verwerkingsplek. Geobserveerd is het door beide monteurs uitgevoerde horizontale transport. Dat leverde transporttijden op die samengevat en in cmin. ( = 1/100 minuut) zijn weergegeven in figuur 5.3.
1.200 x 2.600 x 12 ½ 600 x 2.600 x 12 ½
Afmeting van de platen [mm.]
Transportafstand platen [enkele afstand in m.] 2,40 m.
6,60 m.
Aantal waargenomen platen (n) = 22
Aantal waargenomen platen (n) = 21
Gemiddelde transporttijd (cmin) = 25 Maximaal waargenomen transporttijd (cmin) = 74 Minimaal waargenomen transporttijd (cmin) = 14
Gemiddelde transporttijd (cmin) = 36 Maximaal waargenomen transporttijd (cmin) = 87 Minimaal waargenomen transporttijd (cmin) = 30
Aantal waargenomen platen (n) = 17
Aantal waargenomen platen (n) = 11
Gemiddelde transporttijd (cmin) = 27 Maximaal waargenomen transporttijd (cmin) = 64 Minimaal waargenomen transporttijd (cmin) = 17
Gemiddelde transporttijd (cmin) = 37 Maximaal waargenomen transporttijd (cmin) = 66 Minimaal waargenomen transporttijd (cmin) = 30
Figuur 5.3: Waargenomen transporttijden in cmin/plaat 5.3.2
Analyse en toetsing Analyse van de waarnemingen brengt aan het licht, dat: • de transporttijd niet afhankelijk is van de afmeting van de plaat, maar van de transportafstand
22
•
de betrekking tussen transporttijd per plaat (= procestijd in cmin/plaat) en de transportafstand de volgende is: Transporttijd per plaat = 20 + (2 ½ x A)
Waarin: Transporttijd in cmin / plaat A = Enkele afstand in m1
Om de formule te verifiëren is deze vergeleken met transportformules uit het SAOB grondtijdenarchief. Het archief bevat formules voor de opeenvolgend uit te voeren activiteiten: materiaal pakken, belast lopen, materiaal neerleggen en onbelast teruglopen. Die formules zijn: 18 + 2,55 x A (voor baddinghout en kleine platen), en 24 + 2,55 x A (voor grotere platen). De beide formules benaderen gemiddeld genomen de op de observaties gebaseerde formule. 5.3.3
Netto-deelbewerkingstijden Voor het samenstellen van de netto-deelbewerkingstijden zijn de uitgangspunten in paragraaf 5.2 genoemd. Plaatafmeting [mm.]
Netto-deelbewerkingstijden voor het horizontale transport van platen, isolatie en folie over 25 m (enkele afstand) Transport door 1 monteur
Transport door 2 monteurs
Overschrijding van de tillimiet.
[20+(2½x25)]x2 = 165 mancmin/plaat = 0,0275 mu / plaat.
[20+(2½x25)]x1 = 82,5 mancmin/plaat = 0,01375 mu / plaat.
[20+(2½x25)]x2 = 165 mancmin/plaat = 0,0275 mu / plaat.
1.200 x 2.600 x 12 ½ 600 of 900 x 2.600 x 12 ½
Figuur 5.4: Netto-deelbewerkingstijden voor het handmatig bevoorraden van de werkplek met platen, isolatie en folie (transport horizontaal en gemeten over een enkele afstand van 25 m) 5.3.4
Alternatieven Naast handmatig transport zijn er ook andere mogelijkheden om platen horizontaal te vervoeren. Die mogelijkheden zijn (zie ook tabel 5.1): • (kantelbare) platenwagen • (verlengde) palletwagen. Hoewel deze wagens bij de montagebedrijven bekend zijn, worden ze niet (veel) gebruikt. Want vaak zijn de situationele omstandigheden van dien aard (ondergrond niet vlak en vrij van obstakels, ruimte te klein om te manoeuvreren) dat de wagens niet efficiënt gebruikt kunnen worden. Het gebruik van de wagens is niet geobserveerd. Maar toch kunnen met behulp van de gegevens uit het SAOB grondtijdenarcief netto-deelbewerkingstijden voor het gebruik van beide wagens worden samengesteld. •
(Kantelbare) platenwagen
Het gebruik van de (kantelbare) platenwagen gebeurt in de regel door twee personen omdat het manoeuvreren en het trekken en duwen aan de wagen door één persoon voor die persoon lastig en te belastend is. Onderscheiden worden de volgende activiteiten: – Op de wagen plaatsen van 8 platen = 18 [cmin / plaat] – Belast transport naar opslagplek in nabijheid werkplek = 16 + 1,0 x A [cmin / 8 platen] – Overstapelen van de 8 platen vanaf wagen op bokjes of plat op de grond = 18 [cmin / plaat] – Met onbelaste wagen teruglopen = in formule belast transport.
23
In acht genomen de in paragraaf 5.2 opgesomde uitgangspunten, bedraagt de transporttijd per plaat bij vrachten van 8 platen per rit: Transporttijd per plaat = 38 + (0,125 x A)
Waarin: Transporttijd in cmin / plaat A = Enkele afstand in m1
Figuur 5.5 bevat de netto-deelbewerkingstijden (zie ook figuur 2.1). Plaatafmeting [mm.]
Netto-deelbewerkingstijden voor het horizontale transport van platen, isolatie en folie over 25 m (enkele afstand) Transport door 1 monteur
Transport door 2 monteurs [38+(0,125x25)]x2 = 82,25 mancmin/plaat =
1.200 x 2.600 x 12 ½
Overschrijding van de tillimiet. 0,0137 mu / plaat.
600 of 900 x 2.600 x 12 ½
Een niet gebruikelijke toepassing.
[38+(0,125x25)]x2 = 82,25 mancmin/plaat = 0,0137 mu / plaat.
Figuur 5.5: Netto-deelbewerkingstijden voor het met een (kantelbare) platenwagen bevoorraden van de werkplek met platen, isolatie en folie (transport horizontaal gemeten over een enkele afstand van 25 m) •
(Verlengde) palletwagen
Evenals bij de (kantelbare) platenwagen zijn ook voor het gebruik van de (verlengde) palletwagen twee monteurs nodig omdat ook nu het manoeuvreren en het trekken en duwen aan de wagen voor één persoon lastig en te belastend is. Onderscheiden worden de volgende activiteiten: – Lepels in pallet rijden en pallet opkrikken = 22 [cmin / 40 platen] – Belast transport naar opslagplek in nabijheid werkplek = 16 + 1,0 x A [cmin / 40 platen] – Pallet neerkrikken en lepels uit pallet rijden = 22 [cmin / 40 platen] – Met onbelaste wagen teruglopen = in formule belast transport. In acht genomen de in paragraaf 5.2 opgesomde uitgangspunten, bedraagt de transporttijd per plaat bij vrachten van 40 platen per rit: Transporttijd per plaat = 1,5 + (0,025 x A)
Waarin: Transporttijd in cmin / plaat A = Enkele afstand in m1
Figuur 5.6 bevat de netto-deelbewerkingstijden. Plaatafmeting [mm.]
Netto-deelbewerkingstijden voor het horizontale transport van platen, isolatie en folie over 25 m (enkele afstand) Transport door 1 monteur
Transport door 2 monteurs [1,5+(0,025x25)]x2 = 4,25 mancmin/plaat =
1.200 x 2.600 x 12 ½
Overschrijding van de tillimiet. 0,0007 mu / plaat.
600 of 900 x 2.600 x 12 ½
Een niet gebruikelijke toepassing.
[1,5+(0,025x25)]x2 = 4,25 mancmin/plaat = 0,0007 mu / plaat.
Figuur 5.6: Netto-deelbewerkingstijden voor het met een (verlengde) palletwagen bevoorraden van de werkplek met platen, isolatie en folie (transport horizontaal gemeten over een enkele afstand van 25 m)
24
5.3.5
Netto-bewerkingstijden Met de netto-deelbewerkingstijden voor transportmethoden voor platen en de formules voor 2 de hoeveelheden bepaling uit bijlage 2 zijn netto-bewerkingstijden in mu/m wand samengesteld voor het horizontale transport van platen over 25 meter. Figuur 5.7 bevat – in drie tabellen (verschillende wandhoogtes) – het resultaat. In de nettobewerkingstijd is ook het transport van isolatiemateriaal en folie begrepen. Ook moet worden opgemerkt dat gerekend is met een snij- en/of zaagverlies van circa 5%. Hierbij wordt aangetekend, dat de hoogte van het verliespercentage sterk afhankelijk is van de omvang van het project. Want met het oog op het bestellen van de profielen en de platen zullen montagebedrijven in de regel zo vaak als mogelijk is proberen om van te voren exact de maat in meten (zie ook bijlage 1, hoofdstuk 2). Maar dit kan alleen bij grote(re) projecten waar het materiaal rechtstreeks aangevoerd kan worden. Bij de kleine(re) klussen komt het materiaal met standaardafmetingen uit het magazijn van het montagebedrijf. Hoe het ook zij: normaal rekent het montagebedrijf met een verliespercentage van tussen de 4 en 6 voor profielen, platen et cetera. Gemiddeld dus zo’n 5%. Tabel 1: Wandhoogte van 2,50 meter H
Hoogte wand in m
2,50
L
Lengte wand in m
1,00
2,00
4,00
8,00
10,00
Plaatafmeting 1.200 x 2.500 mm A
Aantal platen in stuks
Bijlage 2
1
2
4
7
9
Handmatig bevoorraden B
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.4
0,0275
0,0275
0,0275
0,0275
0,0275
C
Transporttijd in mu
C = AxB
0,0275
0,0550
0,1100
0,1925
0,2475
= C/HxL
0,0110
0,0110
0,0110
0,0096
0,0099
0,0137
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Bevoorraden met (kantelbare) platenwagen D
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.5
0,0137
0,0137
0,0137
0,0137
E
Transporttijd in mu
E = AxD
0,0137
0,0274
0,0548
0,0959
0,1233
= E/HxL
0,0055
0,0055
0,0055
0,0048
0,0049
0,0007
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Bevoorraden met (verlengde) palletwagen F
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.6
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
G
Transporttijd in mu
G = AxF
0,0007
0,0014
0,0028
0,0049
0,0063
= G/HxL
0,0003
0,0003
0,0003
0,0003
0,0003
2
3
5
9
13
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Plaatafmeting 900 x 2.500 mm A
Aantal platen in stuks
Bijlage 2
Handmatig bevoorraden B
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.4
0,0138
0,0138
0,0138
0,0138
0,0138
C
Transporttijd in mu
C = AxB
0,0275
0,0413
0,0688
0,1238
0,1788
= C/HxL
0,0110
0,0083
0,0069
0,0062
0,0072
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Bevoorraden met (kantelbare) platenwagen D
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.5
0,0137
0,0137
0,0137
0,0137
0,0137
E
Transporttijd in mu
E = AxD
0,0274
0,0411
0,0685
0,1233
0,1781
= E/HxL
0,0110
0,0082
0,0069
0,0062
0,0071
0,0007
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Bevoorraden met (verlengde) palletwagen F
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.6
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
G
Transporttijd in mu
G = AxF
0,0014
0,0021
0,0035
0,0063
0,0091
= G/HxL
0,0006
0,0004
0,0004
0,0003
0,0004
2
4
7
15
18
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Plaatafmeting 600 x 2.500 mm A
Aantal platen in stuks
Bijlage 2
25
Vervolg figuur 5.7 Handmatig bevoorraden B
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.4
0,0138
0,0138
0,0138
0,0138
0,0138
C
Transporttijd in mu
C = AxB
0,0275
0,0550
0,0963
0,2063
0,2475
= C/HxL
0,0110
0,0110
0,0096
0,0103
0,0099
0,0137
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Bevoorraden met (kantelbare) platenwagen D
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.5
0,0137
0,0137
0,0137
0,0137
E
Transporttijd in mu
E = AxD
0,0274
0,0548
0,0959
0,2055
0,2466
= E/HxL
0,0110
0,0110
0,0096
0,0103
0,0099
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Bevoorraden met (verlengde) palletwagen F
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.6
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
G
Transporttijd in mu
G = AxF
0,0014
0,0028
0,0049
0,0105
0,0126
= G/HxL
0,0006
0,0006
0,0005
0,0005
0,0005
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Tabel 2: Wandhoogte van 5,00 meter H
Hoogte wand in m
5,00
L
Lengte wand in m
1,00
2,00
4,00
8,00
10,00
Plaatafmeting 1.200 x 2.500 mm A
Aantal platen in stuks
Bijlage 2
2
4
8
15
19
Handmatig bevoorraden B
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.4
0,0275
0,0275
0,0275
0,0275
0,0275
C
Transporttijd in mu
C = AxB
0,0550
0,1100
0,2200
0,4125
0,5225
= C/HxL
0,0110
0,0110
0,0110
0,0103
0,0105
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Bevoorraden met (kantelbare) platenwagen D
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.5
0,0137
0,0137
0,0137
0,0137
0,0137
E
Transporttijd in mu
E = AxD
0,0274
0,0548
0,1096
0,2055
0,2603
= E/HxL
0,0055
0,0055
0,0055
0,0051
0,0052
0,0007
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Bevoorraden met (verlengde) palletwagen F
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.6
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
G
Transporttijd in mu
G = AxF
0,0014
0,0028
0,0056
0,0105
0,0133
= G/HxL
0,0003
0,0003
0,0003
0,0003
0,0003
4
6
11
19
25
0,0138
0,0138
0,0138
0,0138
0,0138
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Plaatafmeting 900 x 2.500 mm A
Aantal platen in stuks
Bijlage 2
Handmatig bevoorraden B
Transportnorm in mu/plaat
C
Transporttijd in mu
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Fig. 5.4 C = AxB
0,0550
0,0825
0,1513
0,2613
0,3438
= C/HxL
0,0110
0,0083
0,0076
0,0065
0,0069
0,0137
Bevoorraden met (kantelbare) platenwagen D
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.5
0,0137
0,0137
0,0137
0,0137
E
Transporttijd in mu
E = AxD
0,0548
0,0822
0,1507
0,2603
0,3425
= E/HxL
0,0110
0,0082
0,0075
0,0065
0,0069
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Bevoorraden met (verlengde) palletwagen F
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.6
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
G
Transporttijd in mu
G = AxF
0,0028
0,0042
0,0077
0,0133
0,0175
= G/HxL
0,0006
0,0004
0,0004
0,0003
0,0004
4
8
15
29
36
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Plaatafmeting 600 x 2.500 mm A
Aantal platen in stuks
Bijlage 2
Handmatig bevoorraden B
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.4
0,0138
0,0138
0,0138
0,0138
0,0138
C
Transporttijd in mu
C = AxB
0,0550
0,1100
0,2063
0,3988
0,4950
26
Vervolg figuur 5.7 Netto-bewerkingstijd in mu/m2
= C/HxL
0,0110
0,0110
0,0103
0,0100
0,0099
0,0137
Bevoorraden met (kantelbare) platenwagen D
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.5
0,0137
0,0137
0,0137
0,0137
E
Transporttijd in mu
E = AxD
0,0548
0,1096
0,2055
0,3973
0,4932
= E/HxL
0,0110
0,0110
0,0103
0,0099
0,0099
0,0007
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Bevoorraden met (verlengde) palletwagen F
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.6
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
G
Transporttijd in mu
G = AxF
0,0028
0,0056
0,0105
0,0203
0,0252
= G/HxL
0,0006
0,0006
0,0005
0,0005
0,0005
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Tabel 3: Wandhoogte van 7,50 meter H
Hoogte wand in m
7,50
L
Lengte wand in m
1,00
2,00
4,00
8,00
10,00
Plaatafmeting 1.200 x 2.500 mm A
Aantal platen in stuks
Bijlage 2
3
6
13
22
28
Handmatig bevoorraden B
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.4
0,0275
0,0275
0,0275
0,0275
0,0275
C
Transporttijd in mu
C = AxB
0,0825
0,1650
0,3575
0,6050
0,7700
= C/HxL
0,0110
0,0110
0,0119
0,0101
0,0103
0,0137
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Bevoorraden met (kantelbare) platenwagen D
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.5
0,0137
0,0137
0,0137
0,0137
E
Transporttijd in mu
E = AxD
0,0411
0,0822
0,1781
0,3014
0,3836
= E/HxL
0,0055
0,0055
0,0059
0,0050
0,0051
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Bevoorraden met (verlengde) palletwagen F
Transportnorm in mu/plaat
G
Transporttijd in mu
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Fig. 5.6 G = AxF
0,0021
0,0042
0,0091
0,0154
0,0196
= G/HxL
0,0003
0,0003
0,0003
0,0003
0,0003
6
9
16
28
38
Plaatafmeting 900 x 2.500 mm A
Aantal platen in stuks
Bijlage 2
Handmatig bevoorraden B
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.4
0,0138
0,0138
0,0138
0,0138
0,0138
C
Transporttijd in mu
C = AxB
0,0825
0,1238
0,2200
0,3850
0,5225
= C/HxL
0,0110
0,0083
0,0073
0,0064
0,0070
0,0137
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Bevoorraden met (kantelbare) platenwagen D
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.5
0,0137
0,0137
0,0137
0,0137
E
Transporttijd in mu
E = AxD
0,0822
0,1233
0,2192
0,3836
0,5206
= E/HxL
0,0110
0,0082
0,0073
0,0064
0,0069
0,0007
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Bevoorraden met (verlengde) palletwagen F
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.6
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
G
Transporttijd in mu
G = AxF
0,0042
0,0063
0,0112
0,0196
0,0266
= G/HxL
0,0006
0,0004
0,0004
0,0003
0,0004
6
13
22
44
54
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Plaatafmeting 600 x 2.500 mm A
Aantal platen in stuks
Bijlage 2
Handmatig bevoorraden B
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.4
0,0138
0,0138
0,0138
0,0138
0,0138
C
Transporttijd in mu
C = AxB
0,0825
0,1788
0,3025
0,6050
0,7425
= C/HxL
0,0110
0,0119
0,0101
0,0101
0,0099
0,0137
0,0137
0,0137
0,0137
0,0137
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Bevoorraden met (kantelbare) platenwagen D
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.5
27
Vervolg figuur 5.7 E
Transporttijd in mu
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
E = AxD
0,0822
0,1781
0,3014
0,6028
0,7398
= E/HxL
0,0110
0,0119
0,0100
0,0100
0,0099
0,0007
Bevoorraden met (verlengde) palletwagen F
Transportnorm in mu/plaat
Fig. 5.6
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
G
Transporttijd in mu
G = AxF
0,0042
0,0091
0,0154
0,0308
0,0378
= G/HxL
0,0006
0,0006
0,0005
0,0005
0,0005
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
2
Figuur 5.7: Netto-bewerkingstijden in mu per m (eenzijdig) wand voor het bevoorraden van de werkplek met platen, isolatiemateriaal en folie (transport horizontaal gemeten over een enkele afstand van 25 m) 5.4
Bevoorrading werklocatie(s) met metalen profielen
5.4.1
Waargenomen situaties Tijdens het onderzoek is het horizontale transport van metalen profielen geobserveerd. De bouwmaterialenhandel voert de profielen met een vrachtwagen aan en levert ze in rekken af bij één van de op de bouwplaats gesitueerde opslagplaatsen (zie figuur 5.8). De profielen zijn per 8 stuks gebundeld en hebben lengtes van 4.000 mm en 2.530 mm en wegen per bundel respectievelijk zo’n 30 en 20 kilo.
Figuur 5.8: Een van de opslagplaatsen voor de profielen Twee monteurs halen bundels profielen bij de opslag op en brengen die lopend naar de naar de verwerkingsplek. De bundels met profielen van 4.000 mm lengte worden door twee monteurs vervoerd; de bundels met profiellengtes van 2.530 door één monteur. De observaties van het uitgevoerde horizontale transport leverden transporttijden op die samengevat en in cmin. ( = 1/100 minuut) zijn weergegeven in figuur 5.9. Transportafstand profielen in bundels van 8 stuks [enkele afstand in m.]
4m 2,53 m
Profiellengte
Ca 25 m.
Ca 50 m.
Aantal waargenomen bundels (n) = 10
Aantal waargenomen bundels (n) = 8
Gemiddelde transporttijd (cmin) = 95 Maxim. Waargenomen transporttijd (cmin) = 105 Minimaal waargenomen transporttijd (cmin) = 74
Gemiddelde transporttijd (cmin) = 160 Maxim. Waargenomen transporttijd (cmin) = 200 Minim. Waargenomen transporttijd (cmin) = 120
Aantal waargenomen bundels (n) = 15
Aantal waargenomen bundels (n) = 12
Gemiddelde transporttijd (cmin) = 80 Maxim. Waargenomen transporttijd (cmin) = 104 Minimaal waargenomen transporttijd (cmin) = 74
Gemiddelde transporttijd (cmin) = 145 Maxim. Waargenomen transporttijd (cmin) = 174 Minim. Waargenomen transporttijd (cmin) = 140
Figuur 5.9: Waargenomen transporttijden in cmin / bundel
28
5.4.2
Analyse en toetsing Analyse van de waarnemingen leert, dat: • de transporttijd minder afhankelijk is van de profiellengte, dan van de transportafstand • de betrekking tussen transporttijd per bundel van 8 profielen (= procestijd in cmin / bundel) en de transportafstand de volgende is: Waarin: Transporttijd in cmin/bundel A = Enkele afstand in m1
Transporttijd voor 8 profielen à 4,00 m lang = 30 + (2,6 x A) Transporttijd voor 8 profielen à 2,53 m lang = 15 + (2,6 x A)
Om de formule te verifiëren is deze vergeleken met transportformules uit het SAOB grondtijdenarchief. Het archief bevat formules voor de opeenvolgend uit te voeren activiteiten: materiaal pakken, belast lopen, materiaal neerleggen en onbelast teruglopen. Die formules zijn: 18 + 2,55 x A voor baddinghout en kleine platen, en 29 + 2,55 x A voor baddinghout van 4 m of langer. De beide formules benaderen vrij nauwkeurig de op de observaties gebaseerde formule. 5.4.3
Netto-deelbewerkingstijden Voor het samenstellen van de netto-deelbewerkingstijden zijn uitgangspunten in paragraaf 5.2 genoemd. Profiellengte [mm.]
2.530
Netto-deelbewerkingstijden voor het horizontale transport van bundels met 8 profielen over 25 m (enkele afstand) Transport door 1 monteur
Transport door 2 monteurs
[15+(2,6x25)]x1 = 80 mancmin/bundel = 0,0133 mu / bundel
[15+(2,6x25)]x2 = 160 mancmin/bundel = 0,0266 mu / bundel
= 0,0007 mu / m 4.000
1
Overschrijding van de tillimiet.
= 0,0013 mu / m
1
[30+(2,6x25)]x2 = 190 mancmin/bundel = 0,0317 mu / bundel = 0,0010 mu / m
1
Figuur 5.10: Netto-deelbewerkingstijden voor het handmatig bevoorraden van de werkplek met bundels van 8 profielen (transport horizontaal gemeten over een enkele afstand van 25 m) 5.4.4
Netto-bewerkingstijden Nu voor het transport van de metalen profielen netto-calculatietijden zijn afgeleid, en in bijlage 2 2 de formules voor de hoeveelheden bepaling, kunnen de netto-bewerkingstijden in mu/m wand worden samengesteld voor het horizontaal transporteren van metalen profielen over 25 meter. Figuur 5.11 bevat – in drie tabellen (verschillende wandhoogtes) – het resultaat. Gerekend is met een knipverlies van circa 5% (zie onder andere paragraaf 5.3.4). Tabel 1: Wandhoogte van 2,50 meter H
Hoogte wand in m
2,50
L
Lengte wand in m
1,00
2,00
4,00
8,00
10,00
Hart op hart afstand van de regels = wandhoogte Hart op hart afstand van de stijlen = 0,40 m. A
Lengte regels in m
B
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0010
0,0010
0,0010
C
Transporttijd regels in mu
C = AxB
0,0015
0,0029
0,0084
0,0168
0,0210
Bijlage 2
2,10
4,20
8,40
16,80
21,00
29
Vervolg figuur 5.11 D
Lengte stijlen in m
Bijlage 2
10,50
15,75
28,88
55,13
68,25
E
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
F
Transporttijd stijlen in mu
F = DxE
0,0074
0,0110
0,0202
0,0386
0,0478
G
Transporttijd regels + stijlen
G = C+F
0,0088
0,0140
0,0286
0,0554
0,0688
I
Oppervlakte wand in m2
I = HxL
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
=G/I
2,50
5,00
10,00
20,00
25,00
0,0035
0,0028
0,0029
0,0028
0,0028
Hart op hart afstand van de regels = wandhoogte Hart op hart afstand van de stijlen = 0,60 m. A
Lengte regels in m
Bijlage 2
2,10
4,20
8,40
16,80
21,00
B
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0010
0,0010
0,0010
C
Transporttijd regels in mu
C = AxB
0,0015
0,0029
0,0084
0,0168
0,0210
D
Lengte stijlen in m
Bijlage 2
7,88
13,13
21,00
39,38
47,25
E
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
F
Transporttijd stijlen in mu
F = DxE
0,0055
0,0092
0,0147
0,0276
0,0331
G
Transporttijd regels + stijlen
G = C+F
0,0070
0,0121
0,0231
0,0444
0,0541
I
Oppervlakte wand in m2
I = HxL
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
=G/I
2,50
5,00
10,00
20,00
25,00
0,0028
0,0024
0,0023
0,0022
0,0022
12,60
25,20
31,50
Hart op hart afstand van de regels = ½ x wandhoogte Hart op hart afstand van de stijlen = 0,40 m. A
Lengte regels in m
Bijlage 2
3,15
6,30
B
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0010
0,0010
0,0010
C
Transporttijd regels in mu
C = AxB
0,0022
0,0044
0,0126
0,0252
0,0315
D
Lengte stijlen in m
Bijlage 2
10,50
15,75
28,88
55,13
68,25
E
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
F
Transporttijd stijlen in mu
F = DxE
0,0074
0,0110
0,0202
0,0386
0,0478
0,0096
0,0154
0,0328
0,0638
0,0793
2,50
5,00
10,00
20,00
25,00
0,0038
0,0031
0,0033
0,0032
0,0032
G
Transporttijd regels + stijlen
G = C+F
I
Oppervlakte wand in m2
I = HxL
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
=G/I
Hart op hart afstand van de regels = ½ x wandhoogte Hart op hart afstand van de stijlen = 0,60 m. A
Lengte regels in m
Bijlage 2
3,15
6,30
12,60
25,20
31,50
B
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0010
0,0010
0,0010
C
Transporttijd regels in mu
C = AxB
0,0022
0,0044
0,0126
0,0252
0,0315
D
Lengte stijlen in m
Bijlage 2
7,88
13,13
21,00
39,38
47,25
E
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
F
Transporttijd stijlen in mu
F = DxE
0,0055
0,0092
0,0147
0,0276
0,0331
G
Transporttijd regels + stijlen
G = C+F
0,0077
0,0136
0,0273
0,0528
0,0646
I
Oppervlakte wand in m2
I = HxL
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
=G/I
2,50
5,00
10,00
20,00
25,00
0,0031
0,0027
0,0027
0,0026
0,0026
Hart op hart afstand van de regels = 1/3 x wandhoogte Hart op hart afstand van de stijlen = 0,40 m. A
Lengte regels in m
Bijlage 2
4,20
8,40
16,80
33,60
42,00
B
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0010
0,0010
0,0010
C
Transporttijd regels in mu
C = AxB
0,0029
0,0059
0,0168
0,0336
0,0420
D
Lengte stijlen in m
Bijlage 2
10,50
15,75
28,88
55,13
68,25
E
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
F
Transporttijd stijlen in mu
F = DxE
0,0074
0,0110
0,0202
0,0386
0,0478
G
Transporttijd regels + stijlen
G = C+F
0,0103
0,0169
0,0370
0,0722
0,0898
I
Oppervlakte wand in m2
I = HxL
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
=G/I
2,50
5,00
10,00
20,00
25,00
0,0041
0,0034
0,0037
0,0036
0,0036
30
Vervolg figuur 5.11
Hart op hart afstand van de regels = 1/3 x wandhoogte Hart op hart afstand van de stijlen = 0,60 m. A
Lengte regels in m
Bijlage 2
4,20
8,40
16,80
33,60
42,00
B
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0010
0,0010
0,0010
C
Transporttijd regels in mu
C = AxB
0,0029
0,0059
0,0168
0,0336
0,0420
D
Lengte stijlen in m
Bijlage 2
7,88
13,13
21,00
39,38
47,25
E
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
0,0007
F
Transporttijd stijlen in mu
F = DxE
0,0055
0,0092
0,0147
0,0276
0,0331
G
Transporttijd regels + stijlen
G = C+F
0,0085
0,0151
0,0315
0,0612
0,0751
I
Oppervlakte wand in m2
I = HxL
2,50
5,00
10,00
20,00
25,00
0,0034
0,0030
0,0032
0,0031
0,0030
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
=G/I
Tabel 2: Wandhoogte van 5,00 meter H
Hoogte wand in m
5,00
L
Lengte wand in m
1,00
2,00
4,00
8,00
10,00
Hart op hart afstand van de regels = wandhoogte Hart op hart afstand van de stijlen = 0,40 m. A
Lengte regels in m
Bijlage 2
2,10
4,20
8,40
16,80
21,00
B
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0010
0,0010
0,0010
C
Transporttijd regels in mu
C = AxB
0,0015
0,0029
0,0084
0,0168
0,0210
D
Lengte stijlen in m
Bijlage 2
21,00
31,50
57,75
110,25
136,50
E
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
F
Transporttijd stijlen in mu
F = DxE
0,0210
0,0315
0,0578
0,1103
0,1365
G
Transporttijd regels + stijlen
G = C+F
0,0225
0,0344
0,0662
0,1271
0,1575
I
Oppervlakte wand in m2
I = HxL
5,00
10,00
20,00
40,00
55,00
0,0045
0,0034
0,0033
0,0032
0,0032
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
=G/I
Hart op hart afstand van de regels = wandhoogte Hart op hart afstand van de stijlen = 0,60 m. A
Lengte regels in m
Bijlage 2
2,10
4,20
8,40
16,80
21,00
B
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0010
0,0010
0,0010
C
Transporttijd regels in mu
C = AxB
0,0015
0,0029
0,0084
0,0168
0,0210
D
Lengte stijlen in m
Bijlage 2
15,77
26,25
42,00
78,75
94,50
E
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
F
Transporttijd stijlen in mu
F = DxE
0,0158
0,0263
0,0420
0,0788
0,0945
G
Transporttijd regels + stijlen
G = C+F
0,0172
0,0292
0,0504
0,0956
0,1155
I
Oppervlakte wand in m2
I = HxL
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
=G/I
5,00
10,00
20,00
40,00
50,00
0,0034
0,0029
0,0025
0,0024
0,0023
Hart op hart afstand van de regels = ½ x wandhoogte Hart op hart afstand van de stijlen = 0,40 m. A
Lengte regels in m
Bijlage 2
3,15
6,30
12,60
25,20
31,50
B
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0010
0,0010
0,0010
C
Transporttijd regels in mu
C = AxB
0,0022
0,0044
0,0126
0,0252
0,0315
D
Lengte stijlen in m
Bijlage 2
21,00
31,50
57,75
110,25
136,50
E
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
F
Transporttijd stijlen in mu
F = DxE
0,0210
0,0315
0,0578
0,1103
0,1365
G
Transporttijd regels + stijlen
G = C+F
0,0232
0,0359
0,0704
0,1355
0,1680
I
Oppervlakte wand in m2
I = HxL
5,00
10,00
20,00
40,00
55,00
0,0046
0,0036
0,0035
0,0034
0,0034
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
=G/I
31
Vervolg figuur 5.11
Hart op hart afstand van de regels = ½ x wandhoogte Hart op hart afstand van de stijlen = 0,60 m. A
Lengte regels in m
Bijlage 2
3,15
6,30
12,60
25,20
31,50
B
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0010
0,0010
0,0010
C
Transporttijd regels in mu
C = AxB
0,0022
0,0044
0,0126
0,0252
0,0315
D
Lengte stijlen in m
Bijlage 2
15,77
26,25
42,00
78,75
94,50
E
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
F
Transporttijd stijlen in mu
F = DxE
0,0158
0,0263
0,0420
0,0788
0,0945
G
Transporttijd regels + stijlen
G = C+F
0,0180
0,0307
0,0546
0,1040
0,1260
I
Oppervlakte wand in m2
I = HxL
5,00
10,00
20,00
40,00
50,00
0,0036
0,0031
0,0027
0,0026
0,0025
16,80
33,60
42,00
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
=G/I
Hart op hart afstand van de regels = 1/3 x wandhoogte Hart op hart afstand van de stijlen = 0,40 m. A
Lengte regels in m
Bijlage 2
4,20
8,40
B
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0010
0,0010
0,0010
C
Transporttijd regels in mu
C = AxB
0,0029
0,0059
0,0168
0,0336
0,0420
D
Lengte stijlen in m
Bijlage 2
21,00
31,50
57,75
110,25
136,50
E
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
F
Transporttijd stijlen in mu
F = DxE
0,0210
0,0315
0,0578
0,1103
0,1365
G
Transporttijd regels + stijlen
G = C+F
0,0239
0,0374
0,0746
0,1439
0,1785
I
Oppervlakte wand in m2
I = HxL
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
=G/I
5,00
10,00
20,00
40,00
55,00
0,0048
0,0037
0,0037
0,0036
0,0036
Hart op hart afstand van de regels = 1/3 x wandhoogte Hart op hart afstand van de stijlen = 0,60 m. A
Lengte regels in m
Bijlage 2
4,20
8,40
16,80
33,60
42,00
B
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0010
0,0010
0,0010
C
Transporttijd regels in mu
C = AxB
0,0029
0,0059
0,0168
0,0336
0,0420
D
Lengte stijlen in m
Bijlage 2
15,77
26,25
42,00
78,75
94,50
E
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
F
Transporttijd stijlen in mu
F = DxE
0,0158
0,0263
0,0420
0,0788
0,0945
G
Transporttijd regels + stijlen
G = C+F
0,0187
0,0321
0,0588
0,1124
0,1365
I
Oppervlakte wand in m2
I = HxL
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
=G/I
5,00
10,00
20,00
40,00
50,00
0,0037
0,0032
0,0029
0,0028
0,0027
Tabel 3: Wandhoogte van 7,50 meter H
Hoogte wand in m
7,50
L
Lengte wand in m
1,00
2,00
4,00
8,00
10,00
Hart op hart afstand van de regels = wandhoogte Hart op hart afstand van de stijlen = 0,40 m. A
Lengte regels in m
Bijlage 2
2,10
4,20
8,40
16,80
21,00
B
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0010
0,0010
0,0010
C
Transporttijd regels in mu
C = AxB
0,0015
0,0029
0,0084
0,0168
0,0210
D
Lengte stijlen in m
Bijlage 2
31,50
47,25
86,63
165,38
204,75
E
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
F
Transporttijd stijlen in mu
F = DxE
0,0315
0,0473
0,0866
0,1654
0,2048
G
Transporttijd regels + stijlen
G = C+F
0,0330
0,0502
0,0950
0,1822
0,2258
I
Oppervlakte wand in m2
I = HxL
7,50
15,00
30,00
60,00
75,00
0,0044
0,0033
0,0032
0,0030
0,0030
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
=G/I
32
Vervolg figuur 5.11
Hart op hart afstand van de regels = wandhoogte Hart op hart afstand van de stijlen = 0,60 m. A
Lengte regels in m
Bijlage 2
2,10
4,20
8,40
16,80
21,00
B
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0010
0,0010
0,0010
C
Transporttijd regels in mu
C = AxB
0,0015
0,0029
0,0084
0,0168
0,0210
D
Lengte stijlen in m
Bijlage 2
23,63
39,38
64,00
118,13
141,75
E
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
F
Transporttijd stijlen in mu
F = DxE
0,0236
0,0394
0,0640
0,1181
0,1418
G
Transporttijd regels + stijlen
G = C+F
0,0251
0,0423
0,0724
0,1349
0,1628
I
Oppervlakte wand in m2
I = HxL
7,50
15,00
30,00
60,00
75,00
0,0033
0,0028
0,0024
0,0022
0,0022
12,60
25,20
31,50
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
=G/I
Hart op hart afstand van de regels = ½ x wandhoogte Hart op hart afstand van de stijlen = 0,40 m. A
Lengte regels in m
Bijlage 2
3,15
6,30
B
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0010
0,0010
0,0010
C
Transporttijd regels in mu
C = AxB
0,0022
0,0044
0,0126
0,0252
0,0315
D
Lengte stijlen in m
Bijlage 2
31,50
47,25
86,63
165,38
204,75
E
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
F
Transporttijd stijlen in mu
F = DxE
0,0315
0,0473
0,0866
0,1654
0,2048
G
Transporttijd regels + stijlen
G = C+F
0,0337
0,0517
0,0992
0,1906
0,2363
I
Oppervlakte wand in m2
I = HxL
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
=G/I
7,50
15,00
30,00
60,00
75,00
0,0045
0,0034
0,0033
0,0032
0,0032
Hart op hart afstand van de regels = ½ x wandhoogte Hart op hart afstand van de stijlen = 0,60 m. A
Lengte regels in m
Bijlage 2
3,15
6,30
12,60
25,20
31,50
B
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0010
0,0010
0,0010
C
Transporttijd regels in mu
C = AxB
0,0022
0,0044
0,0126
0,0252
0,0315
D
Lengte stijlen in m
Bijlage 2
23,63
39,38
64,00
118,13
141,75
E
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
F
Transporttijd stijlen in mu
F = DxE
0,0236
0,0394
0,0640
0,1181
0,1418
G
Transporttijd regels + stijlen
G = C+F
0,0258
0,0438
0,0766
0,1433
0,1733
I
Oppervlakte wand in m2
I = HxL
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
=G/I
7,50
15,00
30,00
60,00
75,00
0,0034
0,0029
0,0026
0,0024
0,0023
Hart op hart afstand van de regels = 1/3 x wandhoogte Hart op hart afstand van de stijlen = 0,40 m. A
Lengte regels in m
Bijlage 2
4,20
8,40
16,80
33,60
42,00
B
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0010
0,0010
0,0010
C
Transporttijd regels in mu
C = AxB
0,0029
0,0059
0,0168
0,0336
0,0420
D
Lengte stijlen in m
Bijlage 2
31,50
47,25
86,63
165,38
204,75
E
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
F
Transporttijd stijlen in mu
F = DxE
0,0315
0,0473
0,0866
0,1654
0,2048
G
Transporttijd regels + stijlen
G = C+F
0,0344
0,0531
0,1034
0,1990
0,2468
I
Oppervlakte wand in m2
I = HxL
7,50
15,00
30,00
60,00
75,00
0,0046
0,0035
0,0034
0,0033
0,0033
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
=G/I
Hart op hart afstand van de regels = 1/3 x wandhoogte Hart op hart afstand van de stijlen = 0,60 m. A
Lengte regels in m
Bijlage 2
4,20
8,40
16,80
33,60
42,00
B
Transportnorm in mu/m1
Fig 5.10
0,0007
0,0007
0,0010
0,0010
0,0010
C
Transporttijd regels in mu
C = AxB
0,0029
0,0059
0,0168
0,0336
0,0420
D
Lengte stijlen in m
Bijlage 2
23,63
39,38
64,00
118,13
141,75
33
Vervolg figuur 5.11 E
Transportnorm in mu/m1
F
Transporttijd stijlen in mu
F = DxE
0,0236
0,0394
0,0640
0,1181
0,1418
G
Transporttijd regels + stijlen
G = C+F
0,0266
0,0453
0,0808
0,1517
0,1838
I
Oppervlakte wand in m2
I = HxL
Netto-bewerkingstijd in mu/m2
Fig 5.10
=G/I
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
0,0010
7,50
15,00
30,00
60,00
75,00
0,0035
0,0030
0,0027
0,0025
0,0025
2
Figuur 5.11: Netto-bewerkingstijden in mu per m (eenzijdig) wand voor het bevoorraden van de werkplek met metalen profielen (transport horizontaal gemeten over een enkele afstand van 25 m)
34
Hoofdstuk 6
Monteren metalen frame
6.1
Wanden
6.1.1
Waargenomen situatie De montage van de metalen frames verloopt als volgt: Op de vloer en het plafond bepaalt men de plaats van de wand en daarmee de plaats van het frame. Ook wordt op de vloer de plaats van de aansluitende wanden, deuropeningen et cetera aangegeven. Voor het aftekenen wordt gewoonlijk een projectielaser of een smetlijn gebruikt.
Figuur 6.1 Voorbeeld van de plaatsbepaling van de wand: Loodrecht onder een vast punt (op de foto: dagstukken van het kozijn) wordt met een waterpas een punt op de vloer gemarkeerd. Vanuit dat punt wordt de plaats van de grondregel uitgemeten en met laser en smetlijn afgetekend over de volle lengte van de vloer en het plafond. Met een driesteek (zie foto) wordt een haakse hoek uitgezet voor de aansluitende wand. Na de maatvoering volgt het bevestigen van de onderregels, U-profielen, op de vloer en de bovenregels, U-profielen, aan het plafond. De onder- en bovenregels, die van te voren zijn voorzien van akoestisch band, worden op steenachtig materiaal bevestigd met slagpluggen h.o.h. 800 mm, minimaal 2 stuks per wandlengte. De stijlen, C-profielen, worden 10 tot 15 mm korter geknipt dan de afstand tussen boven- en onderregel. Voorzien van akoestisch band, worden als eerste de stijlen die tegen de aansluitende bouwkundige constructie worden geplaatst met slagpluggen of schietnagels h.o.h. 800 mm vastgezet, minimaal 3 stuks per wandhoogte. De overige stijlen worden tussen de boven en onderregel geschoven met een h.o.h. afstand van 600 of 400 mm en ten slotte met behulp van een fixeertang gefixeerd of met schroeven bevestigd.
Figuur 6.2: Frames (rechts: voorzetwand, links aansluiting van een wand op een plafond) Zoals de foto laat zien komt het ook voor dat bovenregels aan plafondregels of houten vloerbalken worden bevestigd of stijlen aan stijlen. In die gevallen gebruikt men schroeven als bevestigingsmiddel.
35
Bij het monteren van bovenregels en stijlen en bij het verbinden van de stijlen aan de bovenregel moet boven ooghoogte worden gewerkt. In de plafond- en wandenbranche worden diverse hulpmiddelen gebruikt om boven ooghoogte te kunnen werken. Omdat montagehandelingen vaak kortdurend en repeterend zijn (schroeven, fixeren, stijlen plaatsen et cetera), is het belangrijk is dat die hulpmiddelen het mogelijk maken dat monteurs zich frequent kunnen verplaatsen. Om die reden behoort de rolsteiger niet tot de favoriete hulpmiddelen. Want rolsteigers mogen niet verplaatst worden als er personen en/of materialen op staan. Van de meest gebruikte hulpmiddelen zijn hierna de werkhoogten (= stahoogte + ooghoogte = stahoogte + 1,75 m) aangegeven: • Stukadoorstrapje: stahoogte tussen de 0,40 m tot 0,60 m, werkhoogte 2,15m tot 2,20 m. • Trap: stahoogte 1,50 m, werkhoogte 3,25 m. • Stelten: stahoogtes tussen de 0,35 m tot 1,00 m, werkhoogte 2,10 m tot 2,75 m. • Kamersteiger: stahoogte werkplatform maximaal 2,50 m, werkhoogte maximaal 4,25 m. • Hoogwerker. 6.1.2
Netto-deelbewerkingstijden voor de maatvoering Met de plaatsbepaling van de onder- en bovenregel wordt de plaats van de wand bepaald. Er zijn twee methoden om de plaats van de regels af te tekenen, te markeren. De eerste die vooral gebruikt wordt in kleinere en/of minder hoge ruimten is de smetlijn. De tweede methode bedient zich van de projectielaser en wordt vooral gebruikt in grotere en/of hoge ruimten. Voor beide methoden wordt de netto-calculatietijdnorm opgebouwd. Handeling
Grondtijd in cmin
Frequentie
Totaaltijd in manmin.
65 per referentiepunt
1 man 2 punten
1,30
10 per keer 20 per keer N.v.t. 10 per keer
1 man 1 man N.v.t. 1 man
0,10 0,20 N.v.t. 0,10
Methode met de projectielaser 1
2 3 4 5
Loodrecht onder een vast punt referentiepunt op vloer aftekenen - waterpas pakken, richten, punt afschrijven Projectielaser pakken Laser richten op referentiepunten Monteren regel (zie figuur 6.4) Projectielaser opbergen
Totaal per wand
1,70 manmin / wand
Methode met de smetlijn 1
Loodrecht onder een vast punt 2 referentiepunten op vloer aftekenen - waterpas pakken, richten, punt afschrijven (Stukadoors)trapje op voor plaatsbepaling bovenregel 2 referentiepunten op plafond aftekenen - waterpas, richten, punt afschrijven
65 per referentiepunt
1 man 2 punten
4
1 man
65 per referentiepunt
1 man 2 punten
4 5 6
(Stukadoors)trapje af Waterpas wegleggen Smetlijn pakken en smetten onderregel
4 5 10 + 5.L
1 man 1 man 2 man
7
(Stukadoors)trapje op voor smetten bovenregel Smetten bovenregel Smetlijn oprollen (Stukadoors)trapje af Smetlijn wegleggen
4
2 man
1,30 (incl. verplaatsen van ene naar andere punt) 0,04 0,05 0,20 + 0,10.L (L = Lengte wand) 0,08
5.L 2,5.L 4 5
2 man 2 man 2 man 1 man
0,10.L 0,05.L 0,08 0,05
2 3
8 9 10 11
Totaal per wand
1,30 (incl. verplaatsen van ene naar andere punt) 0,04
3,14 + 0,25 x L (in manmin per m1 wandlengte)
36
Figuur 6.3: Netto-deelbewerkingstijden voor de plaatsbepaling van de wand 6.1.3
Netto-deelbewerkingstijden voor het monteren van de onder- en bovenregel In figuur 6.4 worden netto-deelbewerkingstijden voor het monteren van de onder- en bovenregel samengesteld. Bevestiging van de regel vindt plaats met slagpluggen, h.o.h. 0,80 meter. Voor de samenstelling van de netto-calculatietijdnorm voor de bovenregel is gerekend met het monteren met behulp van een (stukadoors)trap en stelten voor ruimten met een hoogte tot 2,60 meter, met een kamersteiger voor ruimten met een hoogte tot zo’n 4,00 meter en met een hoogwerker voor ruimten met een hoogte van meer dan 4,00 meter. Handeling
Grondtijd in cmin
Frequentie
Totaaltijd in manmin.
A=6m Lengte profiel 4 m 1 man 6 gaten op 4 meter h.o.h. 0,8 m. 1 man 6 pluggen op 4 meter h.o.h. 0,8 m. 1 man. Over profiellengte van 4 m 5 keer 0,8 m verplaatsen. 1 man. 1 keer per regel (aanname). 1 man.
0,0983 manmin/m1
Onderregel 1
Profiel onderregel halen vanuit opslag nabij werklocatie (enkele afstand 6 meter). Uitgangspunt is profiellengte van 4 meter.
24+2,55A
2
Profiel op vloer positioneren, boor pakken en door het profiel heen in de vloer gaten boren
34 per gat
3
Hamer en slagpluggen pakken, pluggen inslaan en daarna hamer wegleggen
28 per plug
4
Per 4 meter profiellengte 5 verplaatsingen van gat naar gat over 0,80 meter per keer
5+6A per keer
5
Afkorten regel met blikschaar. Uitgangspunt voor de berekening is dat elke regel 1 keer wordt afkort.
15 per keer
0,5100 manmin/m1
0,4200 manmin/m1
0,1225 manmin/m1
0,0375 manmin/m1
1,1883 x L (in manmin per m1 wandlengte)
Totaal
Bovenregel (montage tot ca. 2,60 hoogte met behulp van (stukadoors)trap en stelten) 1
Profiel bovenregel halen vanuit opslag nabij werklocatie (enkele afstand 6 meter). Uitgangspunt is profiellengte van 4 meter.
24+2,55A
2
Regel tegen plafond positioneren voor maatvoering afkorten Afkorten regel met blikschaar. Uitgangspunt voor de berekening is dat elke regel 1 keer wordt afkort.
18 per keer
4
Regel tegen plafond positioneren, boor pakken en door het profiel heen in het plafond gaten boren
34 per gat
5
Hamer en slagpluggen pakken, pluggen inslaan en daarna hamer wegleggen
28 per plug
6
Per 4 meter profiellengte 5 verplaatsingen van gat naar gat over 0,80 meter per keer - (stukadoors)trap
3
6A
15 per keer
13+1,35A per keer
A=6m Lengte profiel 4 m 1 man 1 man 1 keer per regel (aanname). 1 man. 6 gaten op 4 meter h.o.h. 0,8 m. 1 man 6 pluggen op 4 meter h.o.h. 0,8 m. 1 man. Over profiellengte van 4 m 5 keer 0,8 m verplaatsen.
0,0983 manmin/m1
0,045 manmin/,m1 0,0375 manmin/m1
0,5100 manmin/m1
0,4200 manmin/m1
0,1760 manmin/m1
37
6B
- op stelten
7+1,3A per keer
1 man.
0,1005 manmin/m1
4 per keer
1 man
0,1200 manmin/m1
Vervolg figuur 6.4 7
(Stukadoors)trap 6 keer op en 6 keer af
1,4068 x L (in manmin per m1 wandlengte)
Totaal voor montage met (stukadoors)trap (Bewerkingen 1+2+3+4+5+6A+7)
1,2113 x L (in manmin per m1 wandlengte)
Totaal voor montage met stelten (Bewerkingen 1+2+3+4+5+6B)
Bovenregel (montage tot ca. 4,00 hoogte met behulp van kamersteiger) 1
Profiel bovenregel halen vanuit opslag nabij werklocatie (enkele afstand 6 meter) en monteur op steiger aanreiken. Uitgangspunt is profiellengte van 4 meter.
24+2,55A
2
Regel tegen plafond positioneren voor maatvoering afkorten Afkorten regel met blikschaar. Uitgangspunt voor de berekening is dat elke regel 1 keer wordt afkort.
18 per keer
4
Regel tegen plafond positioneren, boor pakken en door het profiel heen in het plafond gaten boren
34 per gat
5
Hamer en slagpluggen pakken, pluggen inslaan en daarna hamer wegleggen
28 per plug
6
Per 4 meter profiellengte 5 verplaatsingen van de kamersteiger van gat naar gat over 0,80 meter per keer
13+1,35A per keer
7
Kamersteiger 1 keer op 1 keer af per 4 m profiellengte
4 per keer
3
15 per keer
A=6m Lengte profiel 4 m 2 man 1 man
0,1966 manmin/m1
1 keer per regel (aanname). 1 man. 6 gaten op 4 meter h.o.h. 0,8 m. 1 man 6 pluggen op 4 meter h.o.h. 0,8 m. 1 man. Over profiellengte van 4 m 5 keer 0,8 m verplaatsen. 1 man. 1 man
0,0375 manmin/m1
0,045 manmin/,m1
0,5100 manmin/m1
0,4200 manmin/m1
0,1760 manmin/m1
0,020 manmin/m1
1,4051 x L (in manmin per m1 wandlengte)
Totaal voor montage met kamersteiger Bovenregel (montage met behulp van hoogwerker) 1
Profiel bovenregel halen vanuit opslag nabij werklocatie (enkele afstand 6 meter) en monteur op steiger aanreiken. Uitgangspunt is profiellengte van 4 meter.
24+2,55A
2
Hoogwerker omhoog
6H
2
Regel tegen plafond positioneren voor maatvoering afkorten Afkorten regel met blikschaar. Uitgangspunt voor de berekening is dat elke regel 1 keer wordt afkort.
18 per keer
4
Regel tegen plafond positioneren, boor pakken en door het profiel heen in het plafond gaten boren
34 per gat
5
Hamer en slagpluggen pakken, pluggen inslaan en daarna hamer wegleggen
28 per plug
6
Per 4 meter profiellengte 5 verplaatsingen van de hoogwerker van gat naar gat over 0,80 meter per keer
6A per keer
3
15 per keer
A=6m Lengte profiel 4 m 2 man H = hoogte = 6 meter. 1 man 1 man 1 keer per regel (aanname). 1 man. 6 gaten op 4 meter h.o.h. 0,8 m. 1 man 6 pluggen op 4 meter h.o.h. 0,8 m. 1 man. Over profiellengte van 4 m 5 keer 0,8 m
0,1966 manmin/m1
0,09 manmin/m1
0,045 manmin/,m1 0,0375 manmin/m1
0,5100 manmin/m1
0,4200 manmin/m1
0,06 manmin/m1
38
verplaatsen. 1 man. Vervolg figuur 6.4 7
Hoogwerker omlaag
6H
H = hoogte = 6 meter. 1 man
Totaal voor montage met hoogwerker
0,09 manmin/m1
1,4491 x L (in manmin per m1 wandlengte)
Figuur 6.4: Netto-deelbewerkingstijden voor het monteren van onder- en bovenregels 6.1.4
Netto-deelbewerkingstijden voor het monteren van stijlen Voor het monteren van de stijlen zijn twee methoden in gebruik: één voor korte(re) stijlen en één voor de langere stijlen. Korte(re) stijlen Voor de korte(re) stijlen – stijlen met een lengte tot maximaal 4,00 meter – is de montagemethode de volgende: • Iedere stijl wordt afzonderlijk voor de onder- en bovenregel geplaatst. 14 • De hoogtemaat – de plaats waar de stijl moet worden afgekort - wordt vervolgens gemarkeerd door de flens van het profiel met een blikschaar iets in te knippen. • Dan wordt de stijl voor onder- en bovenregel weggenomen en met een blikschaar afgekort. • Daarna wordt de stijl tussen de onder- en bovenregel geplaatst. • Als alle stijlen op deze wijze op hun plaats staan, dan worden ze met behulp van een rolmaat h.o.h. precies op hun plaats gezet en met een fixeertang vastgezet. Lange(re) stijlen Voor lange(re) stijlen – stijlen met een lengte van meer dan 4,00 meter – is de montagevolgorde deze: • Eén stijl wordt voor de onder- en bovenregel geplaatst: één monteur loopt met de stijl naar de werklocatie toe en houdt de stijl onderaan bij de onderregel vast; een tweede monteur’, die op een kamersteiger staat of vanuit een hoogwerker werkt, houdt de regel bovenaan bij de bovenregel vast. • Die monteur op de steiger of in de hoogwerker markeert met blikschaar of viltstift de plek waar de stijl moet worden afgekort. • Daarna loopt de monteur, die de stijl onderaan vasthoudt, met de stijl terug naar de plek waar de stijlen liggen opgeslagen. • Daar kort hij de stijl af. • Met de afgekorte stijl als mal worden vervolgens de overige benodigde stijlen afgekort. • Daarna worden de afgekorte stijlen stuk voor stuk naar de montageplaats gebracht en tussen de onder- en bovenregel geplaatst. • Staan de stijlen op hun plaats staan, dan worden ze door twee monteurs – één boven en één beneden – met behulp van een rolmaat h.o.h. precies op hun plaats gezet en door twee monteurs – één boven en één beneden – met een fixeertang vastgezet. In figuur 6.5 zijn als volgt de netto-deelbewerkingstijden samengesteld voor het monteren van de stijlen: • Tot hoogte van 2 ½ m.: methode korte(re) stijlen met (stukadoors)trap en stelten. • Tot hoogte van 4 m.: methode korte(re) stijlen met kamersteiger.
14
Stijlen, C-profielen, worden 10 tot 15 mm korter geknipt dan de afstand tussen boven- en onderregel
39
•
Tot hoogte boven 4 m.: methode lange(re) stijlen met hoogwerker. Handeling
Grondtijd in cmin
Frequentie
Totaaltijd in manmin.
Stijlen (montage tot ca. 2,60 hoogte met behulp van (stukadoors)trap en stelten) 1
10+2,55A
A=6m 1 man Per stijl
0,1265 manmin/stijl
2
2 stijlen – C-profiel – per keer halen vanuit opslag nabij werklocatie (enkele afstand 6 meter) en tegen onder- en bovenregel plaatsen. Plaats afkorting markeren
5
0,05 manmin/stijl
3
Afkorten stijl
11
4
Stijl tussen onder- en bovenregel plaatsen
18
5
Overgang naar volgend profiel
5 + 6A
6
Stijlen h.o.h. plaatsen
9
7
Stijlen fixeren
4
8
Overgang naar volgend profiel
5 + 6A
9
(stukadoors)trap op en af
4
1 man Per stijl 1 man Per stijl 1 man Per stijl A = 0,40 of 0,60 m (gerekend is met o,5 m) 1 man. Twee keer (onder en boven) 1 man Twee keer onder en twee keer boven. 1 man A = 0,40 of 0,60 m (gerekend is met o,5 m) 1 man. Twee keer: monteren stijl en bij fixeren 1 man
Totaal voor montage met (stukadoors)trap
0,11 manmin/stijl 0,18 manmin/stijl 0,08 manmin/stijl
0,18 manmin/stijl
0,16 manmin/stijl
0,08 manmin/stijl
0,08 manmin/stijl
1,0465 manmin/stijl
(Bewerkingen 1+2+3+4+5+6+7+8+9)
Totaal voor montage met stelten
0,9665 manmin/stijl
(Bewerkingen 1+2+3+4+5+6+7+8)
Stijlen (montage tot ca. 4,00 hoogte met behulp van kamersteiger) 1
2 stijlen – C-profiel – per keer halen vanuit opslag nabij werklocatie (enkele afstand 6 meter) en schuin tegen bovenregel plaatsen.
24+2,55A
2
Kamersteiger op één keer per ca. 8 stijlen
12
3
Stijl pakken en plaats afkorting markeren
5
4
Afkorten stijl
20
5
Stijl tussen onder- en bovenregel plaatsen
18
6
Verplaatsing steiger na 4 profielen
13 + 1,35A
7
Kamersteiger af één keer per ca. 8 stijlen
12
A=6m 1 man Per stijl 1 man Per stijl 2 man Per stijl 1 man Per stijl 2 man Per stijl A = 0,40 of 0,60 m (gerekend is met 0,5 m) 1 man. 1 man Per stijl
0,1965 manmin/stijl
0,015 manmin/stijl 0,10 manmin/stijl 0,20 manmin/stijl 0,36 manmin/stijl 0,034 manmin/stijl
0,015 manmin/stijl
40
Vervolg figuur 6.5 8
Stijlen onderaan h.o.h. plaatsen
9
9
Stijlen onderaan fixeren
4
10
Verplaatsing steiger na 4 profielen
13 + 1,35A
11
Kamersteiger op één keer per ca. 8 stijlen
12
12
Stijlen bovenaan h.o.h. plaatsen
9
13
Stijlen bovenaan fixeren
4
14
Verplaatsing steiger na 4 profielen
13 + 1,35A
15
Kamersteiger af één keer per ca. 8 stijlen
12
Een keer onder 1 man Twee keer onder 1 man A = 0,40 of 0,60 m (gerekend is met 0,5 m) 1 man. 1 man Per stijl Een keer boven 1 man Twee keer boven 1 man A = 0,40 of 0,60 m (gerekend is met 0,5 m) 1 man. 1 man Per stijl
0,09 manmin/stijl
0,08 manmin/stijl
0,034 manmin/stijl
0,015 manmin/stijl 0,09 manmin/stijl
0,08 manmin/stijl
0,034 manmin/stijl
0,015 manmin/stijl
1,3585 manmin/stijl
Totaal voor montage met kamersteiger Stijlen (montage met behulp van hoogwerker) 1
Hoogwerker één keer omhoog voor 16 profielen
2
1 stijl – C-profiel – halen vanuit opslag nabij werklocatie (enkele afstand 6 meter) en opsteken
3
Afkorting markeren
4 5
Met stijl terug naar opslag Afkorten stijl (m.b.v. mal)
6
Met afgekort profiel terug naar frame
7
Profiel tussen onder- en bovenregel plaatsen
8
Stijlen boven en onder h.o.h. plaatsen
9
Stijlen boven en onder fixeren
10
Hoogwerker één verplaatsen per 6 stijlen
11
Hoogwerker één keer omlaag voor 16 profielen
Totaal voor montage met hoogwerker
H = hoogte = 6 meter. 1 man 29+2,55A A=6m 1 man Per stijl 5 2 man Per stijl (in punt 2 begrepen) 50 1 man Per stijl (29+2,55A)1/2 A=6m 1 man Per stijl 25 2 man Per stijl Een keer 10 onder en een keer boven 2 man Twee keer 4 onder en twee keer boven 2 man 6A A = 21/2 m 1 man H = hoogte 6H = 6 meter. 1 man 6H
0,0225 manmin/stijl
0,4430 manmin/stijl
0,1000 manmin/stijl
0,5000 manmin/stijl 0,2215 manmin/stijl
0,5000 manmin/stijl 0,20 manmin/stijl
0,16 manmin/stijl
0,025 manmin/stijl 0,0225 manmin/stijl
2,1945 manmin/stijl
41
Figuur 6.5: Netto-deelbewerkingstijden voor het monteren van stijlen 6.1.5
Netto-deelbewerkingstijden voor het monteren van wandstijlen Stijlen die tegen de aansluitende bouwkundige constructie worden geplaatst worden met slagpluggen h.o.h. 800 mm vastgezet, minimaal 3 stuks per wandhoogte. Ook worden de stijlen wel met nagels vastgeschoten. Uit tabel 6.4 volgt dat als de stijl met slagpluggen aan de bouwkundige constructie wordt bevestigd voor het boren van het gat 34 cmin. per gat nodig is en voor het inslaan van de plug 1 28 cmin. In dus totaal 62 cmin. per 800 mm., ofwel 78 cmin. per m lengte van de wandstijl = hoogte van de wand (H). Omdat een wandstijl niet behoeft te worden gefixeerd is de tijd die per m1 wandhoogte in rekening gebracht moet worden voor het bevestigen van de twee wandstijlen (één voor beide wandeinden) gelijk aan (78 x H) – 4 fixatiepunten x 4 cmin per fixa1 tie] x 2 wandstijlen = 156 x H – 32 = 1,56 x H – 0,32 [manmin/m wandhoogte].
6.1.6
Netto-bewerkingstijden Met de netto-deelbewerkingstijden, en in bijlage 2 de formules voor de hoeveelheden bepa2 ling, kunnen de netto-bewerkingstijden in mu/m wand worden samengesteld voor het monteren van de metalen frames. De netto-bewerkingstijden zijn samengesteld voor h.o.h. afstanden van de stijlen van 0,40 meter en 0,60 meter en voor combinaties van maatvoering- en montagemethoden. Figuur 6.6 bevat – in zeven tabellen opgedeeld – het resultaat.
Tabel 1: Montage met behulp van (stukadoors)trap Hoogte wand in m
2,50
5,00
Lengte wand in m
1,00
2,00
4,00
8,00
10,00
1,00
2,00
4,00
8,00
10,00
Montagemethode Plaatsbepaling wand
0,0226
0,0121
0,0069
0,0043
0,0038
Monteren onderregel
0,0079
0,0079
0,0079
0,0079
0,0079
Monteren bovenregel
0,0094
0,0094
0,0094
0,0094
0,0094
0,0518
0,0329
0,0252
0,0213
0,0205
Mont. stijlen h.o.h. 0,60
0,0448
0,0294
0,0199
0,0161
0,0149
Tot. in mu / m2 h.o.h. 0,40
0,0917
0,0623
0,0494
0,0429
0,0416
0,0847
0,0588
0,0441
0,0377
0,0360
Mont. stijlen h.o.h 0,40
Smetlijn
Trap
Met trap geen gebruikelijke toepassing
2
Tot. in mu / m h.o.h. 0,60
Tabel 2: Montage met behulp van stelten Hoogte wand in m
2,50
5,00
Lengte wand in m
1,00
2,00
4,00
8,00
10,00 0,0038
1,00
2,00
4,00
8,00
10,00
Montagemethode Plaatsbepaling wand
0,0226
0,0121
0,0069
0,0043
Monteren onderregel
0,0079
0,0079
0,0079
0,0079
0,0079
Monteren bovenregel
0,0081
0,0081
0,0081
0,0081
0,0081
Mont. stijlen h.o.h 0,40
Smetlijn
Stelten
0,0496
0,0313
0,0237
0,0199
0,0191
Mont. stijlen h.o.h. 0,60
0,0432
0,0280
0,0189
0,0151
0,0140
Tot. in mu / m2 h.o.h. 0,40
0,0882
0,0594
0,0466
0,0402
0,0389
0,0818
0,0561
0,0418
0,0354
0,0338
Met stelten geen gebruikelijke toepassing
2
Tot. in mu / m h.o.h. 0,60
42
Tabel 3: Montage met behulp van (kamer- of rol)steiger Hoogte wand in m
2,50
5,00
Lengte wand in m
1,00
2,00
4,00
8,00
10,00
1,00
2,00
4,00
8,00
10,00
Montagemethode Plaatsbepaling wand
0,0226
0,0121
0,0069
0,0043
0,0038
Monteren onderregel
0,0079
0,0079
0,0079
0,0079
0,0079
Monteren bovenregel
0,0094
0,0094
0,0094
0,0094
0,0094
Mont. stijlen h.o.h 0,40
Smetlijn
Steiger
0,0601
0,0391
0,0309
0,0268
0,0259
Mont. stijlen h.o.h. 0,60
0,0510
0,0346
0,0241
0,0200
0,0187
Tot. in mu / m2 h.o.h. 0,40
0,1000
0,0685
0,0551
0,0484
0,0470
0,0909
0,0640
0,0483
0,0416
0,0398
Met smetlijn geen gebruikelijke toepassing
2
Tot. in mu / m h.o.h. 0,60
Tabel 4: Montage met behulp van (stukadoors)trap Hoogte wand in m
2,50
Lengte wand in m
1,00
5,00 2,00
4,00
8,00
10,00
1,00
2,00
4,00
8,00
10,00
Montagemethode Plaatsbepaling wand
0,0028
0,0014
0,0011
Monteren onderregel
0,0079
0,0079
0,0079
Monteren bovenregel
0,0094
0,0094
0,0094
0,0252
0,0213
0,0205
0,0199
0,0161
0,0149
0,0453
0,0400
0,0389
0,0400
0,0348
0,0333
Mont. stijlen h.o.h 0,40
Laser
Trap
Mont. stijlen h.o.h. 0,60
Met trap geen gebruikelijke toepassing
2
Tot. in mu / m h.o.h. 0,40 2
Tot. in mu / m h.o.h. 0,60
Tabel 5: Montage met behulp van stelten Hoogte wand in m
2,50
Lengte wand in m
1,00
5,00 2,00
4,00
8,00
10,00
1,00
2,00
4,00
8,00
10,00
Montagemethode Plaatsbepaling wand
0,0028
0,0014
0,0011
Monteren onderregel
0,0079
0,0079
0,0079
Monteren bovenregel
0,0081
0,0081
0,0081
0,0237
0,0199
0,0191
Mont. stijlen h.o.h. 0,60
0,0189
0,0151
0,0140
Tot. in mu / m2 h.o.h. 0,40
0,0425
0,0373
0,0362
0,0377
0,0325
0,0311
Mont. stijlen h.o.h 0,40
Laser
Stelten
Met stelten geen gebruikelijke toepassing
2
Tot. in mu / m h.o.h. 0,60
Tabel 6: Montage met behulp van (kamer- of rol)steiger Hoogte wand in m
2,50
Lengte wand in m
1,00
5,00 2,00
4,00
8,00
10,00
1,00
2,00
4,00
8,00
10,00
0,0028
0,0014
0,0011
0,0057
0,0028
0,0014
0,0007
0,0006
0,0079
0,0079
0,0079
0,0040
0,0040
0,0040
0,0040
0,0040
Montagemethode Plaatsbepaling wand Monteren onderregel
Laser
43
Monteren bovenregel
Steiger Mont. stijlen h.o.h 0,40 Vervolg tabel 6 van figuur 6.6 Mont. stijlen h.o.h. 0,60
0,0094
0,0094
0,0094
0,0047
0,0047
0,0047
0,0047
0,0047
0,0309
0,0268
0,0259
0,0430
0,0261
0,0187
0,0150
0,0143
0,0241
0,0200
0,0187
0,0385
0,0238
0,0153
0,0116
0,0106
0,0510
0,0455
0,0443
0,0574
0,0376
0,0288
0,0244
0,0236
0,0442
0,0387
0,0371
0,0529
0,0353
0,0254
0,0210
0,0199
2
Tot. in mu / m h.o.h. 0,40 2
Tot. in mu / m h.o.h. 0,60
Tabel 7: Montage met behulp van hoogwerker Hoogte wand in m
5,00
7,50
Lengte wand in m
1,00
2,00
4,00
8,00
10,00
1,00
2,00
4,00
8,00
10,00
0,0057
0,0028
0,0014
0,0007
0,0006
0,0038
0,0019
0,0009
0,0005
0,0004
Montagemethode Plaatsbepaling wand
Laser
Monteren onderregel
0,0040
0,0040
0,0040
0,0040
0,0040
0,0026
0,0026
0,0026
0,0026
0,0026
Monteren bovenregel
0,0048
0,0048
0,0048
0,0048
0,0048
0,0032
0,0032
0,0032
0,0032
0,0032
Mont. stijlen h.o.h 0,40
Hoogwerker
0,0542
0,0344
0,0263
0,0223
0,0215
0,0535
0,0316
0,0219
0,0170
0,0161
Mont. stijlen h.o.h. 0,60
0,0469
0,0308
0,0209
0,0168
0,0157
0,0486
0,0292
0,0182
0,0134
0,0122
Tot. in mu / m2 h.o.h. 0,40
0,0687
0,0460
0,0365
0,0318
0,0309
0,0631
0,0393
0,0286
0,0233
0,0223
Tot. in mu / m2 h.o.h. 0,60
0,0614
0,0424
0,0311
0,0263
0,0251
0,0582
0,0369
0,0249
0,0197
0,0184
2
Figuur 6.6: Netto-bewerkingstijden in mu per m (eenzijdig) wand voor het monteren van de metalen frames exclusief het aanbrengen van achterhout en PUR-schuim 6.1.7
Netto-bewerkingstijden voor het aanbrengen van PUR-schuim Bij voorzetwanden wordt bij iedere stijl om de 1½ meter tussen stijl en muur een dotje PURschuim aangebracht. Zo wordt voorkomen dat de stijlen te veel zullen doorbuigen door de kracht die op de stijl wordt uitgeoefend als de beplating wordt vastgeschroefd. De tijd om een dot PUR-schuim aan te brengen is gemeten en analytisch berekend op gemiddeld 6, 8 en 10 cmin per keer bij respectievelijke wandhoogten van 2,50 m., 5,00 m. en 7,50 m. ofwel gemiddeld 0,001 mu per keer; 0,0013 mu per keer en 0,0017 mu per keer. Tabel 6.7 bevat de netto bewerkingstijden.
Lengte van de voorzetwand in meters
1,00
2,00
Hoogte van de voorzetwand in meters
4,00
8,00
10,00
2,50
2
0,0016
0,0012
0,0011
0,0011
0,0010
2
0,0012
0,0010
0,0008
0,0008
0,0007
- Totaal in mu / m bij een h.o.h. afstand van de stijlen van 0,40 meter - Totaal in mu / m bij een h.o.h. afstand van de stijlen van 0,60 meter
Hoogte van de voorzetwand in meters
5,00
2
0,0021
0,0016
0,0014
0,0014
0,0014
2
0,0016
0,0013
0,0010
0,0010
0,0009
- Totaal in mu / m bij een h.o.h. afstand van de stijlen van 0,40 meter - Totaal in mu / m bij een h.o.h. afstand van de stijlen van 0,60 meter
Hoogte van de voorzetwand in meters
7,50
2
0,0036
0,0027
0,0025
0,0024
0,0024
2
0,0027
0,0023
0,0018
0,0017
0,0016
- Totaal in mu / m bij een h.o.h. afstand van de stijlen van 0,40 meter - Totaal in mu / m bij een h.o.h. afstand van de stijlen van 0,60 meter 2
Figuur 6.7: Netto-bewerkingstijden in mu per m voor het aanbrengen van PUR-schuim dotjes (h.o.h. 1½ meter) tussen stijl en muur van voorzetwanden 6.1.8
Netto-bewerkingstijden voor het aanbrengen van achterhout
44
In de frames wordt op bepaalde plaatsen zogenaamd achterhout aangebracht voor de montage later van kastjes, sanitair et cetera (zie figuur 6.8) Achterhout voor gordijnrails
Achterhout voor kastjes
Figuur 6.8: Achterhout voor de bevestiging van gordijnrails en kastjes Tijdens de arbeidstechnische waarnemingen op de bouwplaats is 18 keer het aanbrengen van achterhout gemeten dat voor de toepassing al op maat gezaagd was. De gemeten tijden liepen uiteen van 0,5 manmin. tot maximaal 5 manmin. met een gemiddelde netto-tijd per keer aanbrengen van 2 manmin., ofwel 0,035 manuur/stuk. 6.1.9
Netto-bewerkingstijden voor het aanbrengen van sparingen voor deur- en raamkozijnen In de frames worden voor deurkozijnen en raamkozijnen sparingen aangebracht waarvoor extra regels en/of stijlen in het frame geplaatst moeten worden. De tijd die daarmee gemoeid is, wordt onderstaand berekend. Sparing voor deurkozijn Voor de berekening van de indicatieve calculatietijdnorm zijn de uitgangspunten: •
Montage van één extra stijl 1,3585 manmin/stijl (zie figuur 6.5).
•
Montage van één extra regel 1,4051 manmin/m1 regel (zie figuur 6.4).
•
Totaal 2,7631 manmin/deursparing = 0,05 mu/deursparing.
Sparing voor raamkozijn Voor de berekening van de indicatieve calculatietijdnorm zijn de uitgangspunten: •
Montage van drie extra stijlen à 1,3585 manmin/stijl (zie figuur 6.5) = 4,0755 manmin/kozijnsparing
•
Montage van twee extra regels à 1,4051 manmin/m1 regel (zie figuur 6.4) = 2,8102 manmin/kozijnsparing
• Totaal 6,8857 manmin/kozijnsparing = 0,11 mu/kozijnsparing.
45
Figuur 6.9: Netto-bewerkingstijden voor het aanbrengen van sparingen in frames voor deuren raamkozijnen 6.2
Plafonds
6.2.1
Uitgangspunten Plafonds kunnen al naar gelang het doel, de uitvoering of de montagetechniek op diverse manieren worden ingedeeld. De plafonds waarvoor in dit onderzoek calculatietijdnormen worden samengesteld zijn – zie ook paragraaf 1.3 – vaste, niet uitneembare plafonds die bestaan uit een draagconstructie van metaal waarop gipskartonplaten zijn bevestigd. Het samenstellen van de calculatietijdnormen richt zich in het bijzonder op de zogenaamde vrijdragende plafonds en de verlaagde plafonds.
6.2.2
Vrijdragende plafonds 6.2.2.1 Samenstelling plafond Bij vrijdragende plafonds – waarvan figuur 6.10 de opbouw laat zien – is er geen koppeling met de bovenliggende bouwkundige constructie. De draagstructuur van dit type plafonds wordt met zogenaamde U-profielen aan de muur bevestigd. 1 = U-randprofiel met pluggen (zie 4) op muur bevestigd. 2 = Plaatdragend C-profiel 3 = Gipskartonplaat 4 = Pluggen h.o.h. 600 mm. Bij brandeisen metalen pluggen gebruiken.
Figuur 6.10: De opbouw van een vrijdragend plafond 6.2.2.2 Montagemethode De waargenomen montagemethode van de draagstructuur, die door twee monteurs werd aangebracht, is de volgende: • Eén van de twee monteur voert materialen en gereedschap aan, maakt de werklocatie zo nodig schoon et cetera.
46
•
De andere bepaalt vanuit een vast punt (zie ook figuur 6.1) de hoogte van de onderkant van het U-randprofiel en tekent vanuit dit referentiepunt de hoogtemaat op de wanden af met behulp van een laser en een smetlijn en met hulp van de monteur die de materialen aanvoert. Met slagpluggen bevestigen beide monteurs de U-profielen aan de muur. De ene monteur werkt op stelten, de andere maakt gebruik van een (stukadoors)trapje. Vervolgens wordt door de monteurs de h.o.h. afstand van de C-profielen met behulp van een mal (lees: een stukje C-profiel van de juiste lengte) afgetekend in het U-profiel. Met een rolmaat meten de monteurs daarna de lengte van ieder te monteren C-profiel op. Eén monteur kort de C-profielen met een blikschaar op de juiste lengte af. De andere monteur, die op stelten loopt, positioneert de afgekorte C-profielen nauwkeurig op de afgetekende plaats en zet ze met de fixeertang vast.
• • • • •
Figuur 6.11: Details van vrijdragende plafonds aangebracht onder een houten verdiepingsvloer (rechts: aansluiting C-profielen op U-randprofiel, links: aansluiting draagstructuur op frame van een voorzetwand) 6.2.2.3 Netto-deelbewerkingstijden Bij het samenstellen van de netto-deelbewerkingstijden voor het monteren van de draagstructuur is uitgangspunt: • tot hoogte van 2 ½ m.: monteren vanaf een (stukadoors)trap of op stelten. • tot hoogte van 4 m.: monteren vanaf een kamersteiger. • hoogte boven 4 m.: monteren vanaf een hoogwerker. Maatvoering U-randprofiel Handeling
Grondtijd in cmin
Frequentie
Totaaltijd in manmin.
65 per referentiepunt
1 man 1 punt
0,65
2 3 4 5
Vanuit een vast punt een referentiepunt oploden en op wand aftekenen - stelwaterpas pakken, richten, punt afschrijven, trap op en af et cetera Laser pakken Laser richten op referentiepunten Smetlijn pakken (Stukadoors)trapje op voor smetten U-profiel
10 per keer 20 per keer 10 4
0,10 0,20 0,10 0,20
6
Smetten hoogtemaat U-profiel
5xO
1 man 1 man 1 man 2 man in totaal 5 keer trap op 2 man
Methode met de laser en smetlijn 1
0,10 x O (O = omtrek plafond)
47
7 8
Verplaatsen naar hoekpunten ruimte Smetlijn oprollen
6+ (1,2 x O) 2,5 x O
2 man 2 man
0,12+0,024 x O 0,05 x O
2 man in totaal 5 keer trap af 1 man 1 man
0,20
Vervolg figuur 6.12 9
(Stukadoors)trapje af
4
10 11
Smetlijn wegleggen Laser opbergen
5 10 per keer
0,05 0,10
1,72+0,174.O manmin
Totaal in manmin
1
(O = omtrek plafond in m )
Figuur 6.12: Netto-deelbewerkingstijden voor hoogtemaatvoering U-profiel Montage U-randprofiel Handeling
Grondtijd in cmin
Frequentie
Totaaltijd in manmin.
U-randprofiel (montage tot ca. 2,60 hoogte met behulp van (stukadoors)trap en stelten) 1
Profiel vanuit nabij werklocatie gelegen opslag halen (enkele afstand 6 meter). Uitgangspunt is profiellengte van 4 meter.
24+2,55A
2
Profiel tegen wand positioneren voor maatvoering afkorten Afkorten profiel met blikschaar. Uitgangspunt voor de berekening is dat elke profiel 1 keer wordt afkort.
18 per keer
4
Profiel tegen wand positioneren, boor pakken en door het profiel heen in de wand gaten boren
34 per gat
5
Hamer en slagpluggen pakken, pluggen inslaan en daarna hamer wegleggen
28 per plug
6 6A
Per 4 meter profiellengte 7 verplaatsingen van gat naar gat over 0,60 meter per keer - (stukadoors)trap
6B
- op stelten
7
(Stukadoors)trap 7 keer op en 7 keer af
3
15 per keer
13+1,35A per keer 7+1,3A per keer 4 per keer
A=6m Lengte profiel 4 m 1 man 1 man
0,0983 manmin/m1
1 keer per regel (aanname). 1 man. 7 gaten op 4 meter h.o.h. 0,6 m. 1 man 7 pluggen op 4 meter h.o.h. 0,6 m. 1 man. Over profiellengte van 4 m 7 keer 0,6 m verplaatsen. 1 man.
0,0375 manmin/m1
1 man
0,045 manmin/,m1
0,5950 manmin/m1
0,4900 manmin/m1
0,2417 manmin/m1
0,1362 manmin/m1 0,1400 manmin/m1
Totaal voor montage met (stukadoors)trap
1,6475 x O manmin
(Bewerkingen 1+2+3+4+5+6A+7)
O = m1 omtrek plafond)
Totaal voor montage met stelten
1,4220 x O manmin
(Bewerkingen 1+2+3+4+5+6B)
O = m1 omtrek plafond)
U-randprofiel (montage tot ca. 4,00 hoogte met behulp van kamersteiger) 1
Profiel halen vanuit opslag nabij werklocatie (enkele afstand 6 meter) en monteur op steiger aanreiken. Uitgangspunt is profiellengte van 4 meter.
24+2,55A
2
Profiel tegen wand positioneren voor maatvoering afkorten Afkorten profiel met blikschaar. Uitgangspunt voor de berekening is dat elke regel 1 keer wordt afkort.
18 per keer
3
15 per keer
A=6m Lengte profiel 4 m 2 man 1 man 1 keer per regel (aanname). 1 man.
0,1966 manmin/m1
0,045 manmin/,m1 0,0375 manmin/m1
48
Vervolg figuur 6.13 4
5
Profiel tegen wand positioneren, boor pakken en door het profiel heen in wanden gaten boren Hamer en slagpluggen pakken, pluggen inslaan en daarna hamer wegleggen
34 per gat
28 per plug
6
Per 4 meter profiellengte 2 verplaatsingen van de kamersteiger over circa 2 meter per keer
13+1,35A per keer
7
Kamersteiger 2 keer op 2 keer af per 4 m profiellengte
8 per keer
7 gaten op 4 meter h.o.h. 0,6 m. 1 man 7 pluggen op 4 meter h.o.h. 0,6 m. 1 man. 2 verplaatsingen over 2 m. 1 man.
0,5950 manmin/m1
1 man
0,0800 manmin/m1
0,4900 manmin/m1
0,0785 manmin/m1
1,5226 x O manmin
Totaal voor montage met kamersteiger
O = m1 omtrek plafond
U-randprofiel (montage met behulp van hoogwerker) 1
Profiel halen vanuit opslag nabij werklocatie (enkele afstand 6 meter) en monteur op steiger aanreiken. Uitgangspunt is profiellengte van 4 meter.
24+2,55A
2
Hoogwerker omhoog
6H
2
Profiel tegen wand positioneren voor maatvoering afkorten Afkorten regel met blikschaar. Uitgangspunt voor de berekening is dat elke regel 1 keer wordt afkort. Profiel tegen wand positioneren, boor pakken en door het profiel heen in wanden gaten boren Hamer en slagpluggen pakken, pluggen inslaan en daarna hamer wegleggen
18 per keer
Per 4 meter profiellengte 2 verplaatsingen van de hoogwerker over circa 2 meter per keer Hoogwerker omlaag
6A per keer
3
4
5
6
7
15 per keer
34 per gat
28 per plug
6H
A=6m Lengte profiel 4m 2 man H = hoogte = 6 meter. 1 man 1 man
0,1966 manmin/m1
1 keer per regel (aanname). 1 man. 7 gaten op 4 meter h.o.h. 0,6 m. 1 man 7 pluggen op 4 meter h.o.h. 0,6 m. 1 man. 2 verplaatsingen. 1 man.
0,0375 manmin/m1
H = hoogte = 6 meter. 1 man
0,0900 manmin/m1
0,0900 manmin/m1 0,0450 manmin/,m1
0,5950 manmin/m1
0,4900 manmin/m1
0,0600 manmin/m1
1,6041 x O manmin
Totaal voor montage met hoogwerker
O = m1 omtrek plafond
Figuur 6.13: Netto-deelbewerkingstijden voor het monteren van het U-randprofiel Montage C-profiel Handeling
Grondtijd in cmin
Frequentie
Totaaltijd in manmin.
C-profiel (montage tot ca. 2,60 hoogte met behulp van (stukadoors)trap en stelten) 1
2 C-profielen per keer halen vanuit opslag nabij werklocatie (enkele afstand 6 meter).
10+2,55A
2
H.o.h. afstand C-profielen met mal uitzetten en aftekenen in U-profiel
18
3
Lengte van C-profiel opmeten
18
4
Lengte C-profiel maatvoeren en profiel afkorten
35
A=6m 1 man 2 keer per profiel. 1 man 2 man per profiel 1 man per profiel
0,1265 manmin/profiel 0,3600 manmin/profiel
0,3600 manmin/profiel 0,3500 manmin/profiel
Vervolg figuur 6.14 5
C-profiel plaatsen en positioneren
50
6
C-profiel fixeren
5
1 man per profiel Vier keer per profiel. 1 man
0,5000 manmin/profiel 0,2000 manmin/profiel
49
7
Overgang naar volgend profiel
5 + 6A
8
(stukadoors)trap op en af
4
A = 0,30 tot 0,55 m (gerekend is met 0,4 m) 2 man. Door 2 man totaal 14 keer.
Totaal voor montage met (stukadoors)trap
0,148 manmin/profiel
0,56 manmin/profiel
2,4556 manmin/profiel
(Bewerkingen 1+2+3+4+5+6+8)
Totaal voor montage met stelten
2,0445 manmin/profiel
(Bewerkingen 1+2+3+4+5+6+7)
C-profiel (montage tot ca. 4,00 hoogte met behulp van kamersteiger) 1
2 C-profielen per keer halen vanuit opslag nabij werklocatie (enkele afstand 6 meter).
10+2,55A
2 3
Kamersteiger op één keer per ca. 6 profielen H.o.h. afstand C-profielen met mal uitzetten en aftekenen in U-profiel
12 18
4
Lengte van C-profiel opmeten
18
5
Kamersteiger af één keer per ca. 6 profielen
12
6
Verplaatsing steiger na 6 profielen over circa 2 tot 2,5 meter
13 + 1,35A
7
Bij opmeten lengte profiel tweede monteur trap op en af en verplaatsen trap
50
8
35
9
Lengte C-profiel maatvoeren, profiel afkorten en op kamersteiger leggen / opsteken Kamersteiger op één keer per ca. 6 profielen
10
C-profiel plaatsen en positioneren
50
11
C-profiel fixeren
5
12
Kamersteiger af één keer per ca. 6 profielen
12
13
Verplaatsing steiger na 6 profielen over circa 2 tot 2,5 meter
13 + 1,35A
12
A=6m 1 man 1 man 2 keer per profiel. 1 man 2 man per profiel 1 man Per profiel A = 2,50 m 1 man. 1 man. Per profiel 1 man per profiel 1 man Per profiel 1 man per profiel Vier keer per profiel. 1 man 1 man Per profiel A = 2,50 m 1 man.
0,1265 manmin/profiel 0,0200 manmin/profiel 0,3600 manmin/profiel
0,3600 manmin/profiel 0,0200 manmin/profiel 0,0273 manmin/profiel 0,5000 manmin/profiel 0,3500 manmin/profiel 0,0200 manmin/profiel 0,5000 manmin/profiel 0,2000 manmin/profiel
0,0200 manmin/profiel 0,0273 manmin/profiel
2,5311 manmin/profiel
Totaal voor montage met kamersteiger C-profielen (montage met behulp van hoogwerker) 1
2 C-profielen per keer halen vanuit opslag nabij werklocatie (enkele afstand 6 meter).
10+2,55A
2
Hoogwerker omhoog één keer per ca. 6 profielen
6.H
3
H.o.h. afstand C-profielen met mal uitzetten en aftekenen in U-profiel
18
4
Lengte van C-profiel opmeten
18
5
Hoogwerker omlaag één keer per ca. 6 profielen
6.H
A=6m 1 man H=6m. 1 man 2 keer per profiel. 1 man 2 man per profiel H=6m. 1 man
0,1265 manmin/profiel
A = 2,50 m 1 man. 1 man. Per profiel 1 man per
0,0250 manmin/profiel
0,0600 manmin/profiel 0,3600 manmin/profiel
0,3600 manmin/profiel 0,0600 manmin/profiel
Vervolg figuur 6.14 6
Verplaatsing hoogwerker na 6 profielen over circa 2 tot 2,5 meter
6A
7
Bij opmeten lengte profiel tweede monteur hoogwerker op en af en verplaatsen
50
8
Lengte C-profiel maatvoeren, profiel afkorten
35
0,5000 manmin/profiel 0,3500 manmin/profiel
50
9
en op hoogwerker leggen / opsteken Hoogwerker omhoog één keer per ca. 6 profielen
6.H
10
C-profiel plaatsen en positioneren
50
11
C-profiel fixeren
5
12
Hoogwerker omlaag één keer per ca. 6 profielen
6.H
13
Verplaatsing hoogwerker na 6 profielen over circa 2 tot 2,5 meter
6A
profiel H=6m. 1 man 1 man per profiel Vier keer per profiel. 1 man H=6m. 1 man A = 2,50 m 1 man.
0,0600 manmin/profiel 0,5000 manmin/profiel 0,2000 manmin/profiel
0,0600 manmin/profiel 0,0250 manmin/profiel
2,6865 manmin/stijl
Totaal voor montage met hoogwerker Figuur 6.14: Netto-deelbewerkingstijden voor het monteren van stijlen 6.2.2.4 Netto-bewerkingstijden
Met de netto-deelbewerkingstijden, en in bijlage 2 de formules voor de hoeveelheden bepa2 ling, kunnen de netto-bewerkingstijden in mu/m plafond worden samengesteld voor het monteren van de draagstructuur. De netto-bewerkingstijden zijn samengesteld voor h.o.h. afstanden van de C-profielen van 0,30 meter, 0,40 meter en 0,50 meter en met een maximale overspanning van 4 meter. Met het oog op de plafondhoogte zijn combinaties van maatvoering- en montagemethoden doorgerekend. Figuur 6.15 bevat - in vier tabellen opgedeeld - het resultaat. Tabel 1: Plafondhoogte circa 2 ½ meter Lengte plafond in m
2,50
Breedte plafond in m
1,00
5,00 2,00
4,00
1,00
7,50 2,00
4,00
1,00
2,00
4,00
Montagemethode met (stukadoors)trapje │ Plafondhoogte circa 2,50 meter Maatvoering U-profiel
0,0196
0,0110
0,0066
0,0127
0,0069
0,0040
0,0104
0,0056
0,0032
Monteren U-profiel
0,0769
0,0494
0,0357
0,0659
0,0384
0,0247
0,0622
0,0348
0,0211
h.o.h 0,30m
0,1310
0,0655
0,0532
0,1310
0,0655
0,0327
0,1310
0,0655
0,0327
h.o.h 0,40m
0,0982
0,0491
0,0368
0,0982
0,0491
0,0246
0,0982
0,0491
0,0246
h.o.h 0,50m
0,0655
0,0327
0,0286
0,0737
0,0368
0,0184
0,0764
0,0382
0,0191
0,2275
0,1259
0,0955
0,2096
0,1108
0,0614
0,2036
0,1059
0,0570
Tot. in mu/m h.o.h. 0,40 m
0,1947
0,1095
0,0791
0,1768
0,0944
0,0533
0,1708
0,0895
0,0489
Tot. in mu/m2 h.o.h. 0,50 m
0,1620
0,0931
0,0709
0,1523
0,0821
0,04710
0,1007
0,0786
0,0434
Monteren Cprofiel incl. maatvoering
Tot. in mu/m2 h.o.h. 0,30 m 2
Tabel 2: Plafondhoogte circa 2 ½ meter Lengte plafond in m
2,50
Breedte plafond in m
1,00
5,00 2,00
4,00
1,00
7,50 2,00
4,00
1,00
2,00
4,00
Montagemethode met behulp van stelten │ Plafondhoogte circa 2,50 meter Maatvoering U-profiel
0,0196
0,0110
0,0066
0,0127
0,0069
0,0040
0,0104
0,0056
0,0032
Monteren U-profiel Monteren Cprofiel incl. maatvoering
0,0664
0,0427
0,0308
0,0569
0,0332
0,0213
0,0537
0,0300
0,0182
h.o.h 0,30m
0,1090
0,0545
0,0443
0,1090
0,0545
0,0273
0,1090
0,0545
0,0273
h.o.h 0,40m
0,0818
0,0409
0,0307
0,0818
0,0409
0,0204
0,0818
0,0409
0,0204
h.o.h 0,50m
0,0545
0,0273
0,0239
0,0613
0,0307
0,0153
0,0636
0,0318
0,0159
Tot. in mu/m2 h.o.h. 0,30 m 0,1950 Vervolg tabel 1 van figuur 15 Tot. in mu/m2 h.o.h. 0,40 m 0,1678
0,1082
0,0817
0,1786
0,0946
0,0526
0,1731
0,0901
0,0487
0,0946
0,0681
0,1514
0,0810
0,0457
0,1459
0,0765
0,0418
Tot. in mu/m2 h.o.h. 0,50 m
0,0810
0,0613
0,1309
0,0708
0,0406
0,1277
0,0674
0,0373
0,1405
Tabel 3: Plafondhoogte circa 4 meter
51
Lengte plafond in m
2,50
Breedte plafond in m
1,00
5,00 2,00
4,00
1,00
7,50 2,00
4,00
1,00
2,00
4,00 0,0032
Montagemethode met behulp van kamersteiger │ Plafondhoogte circa 4,00 meter Maatvoering U-profiel
0,0196
0,0110
0,0066
0,0127
0,0069
0,0040
0,0104
0,0056
Monteren U-profiel
0,0711
0,0457
0,0330
0,0609
0,0355
0,0228
0,0575
0,0321
0,0195
h.o.h 0,30m
0,1350
0,0675
0,0548
0,1350
0,0675
0,0337
0,1350
0,0675
0,0337
h.o.h 0,40m
0,1012
0,0506
0,0380
0,1012
0,0506
0,0253
0,1012
0,0506
0,0253
h.o.h 0,50m
0,0675
0,0337
0,0295
0,0759
0,0380
0,0190
0,0787
0,0394
0,0197
Monteren Cprofiel incl. maatvoering
Tot. in mu/m2 h.o.h. 0,30 m
0,2257
0,1242
0,0944
0,2086
0,1099
0,0605
0,2029
0,1052
Tot. in mu/m2 h.o.h. 0,40 m
0,1919
0,1073
0,0776
0,1748
0,093
0,0521
0,1691
0,0883
0,048
Tot. in mu/m2 h.o.h. 0,50 m
0,1582
0,0904
0,0691
0,1495
0,0804
0,0458
0,1466
0,0771
0,0424
0,0564
Tabel 4: Plafondhoogte boven de 4 meter Lengte plafond in m
2,50
Breedte plafond in m
1,00
5,00 2,00
4,00
1,00
7,50 2,00
4,00
1,00
2,00
4,00
Montagemethode met behulp van hoogwerker │ Plafondhoogte meer dan 4,00 meter Maatvoering U-profiel
0,0066
0,0040
0,0032
Monteren U-profiel
0,0348
0,0241
0,0205
h.o.h 0,30m
0,0582
0,0358
0,0358
h.o.h 0,40m
0,0403
0,0269
Monteren Cprofiel incl. maatvoering
h.o.h 0,50m
Geen gebruikelijke toepassing
2
0,0313
Geen gebruikelijke toepassing
0,0201
Geen gebruikelijke toepassing
0,0269 0,0209
Tot. in mu/m h.o.h. 0,30 m
0,0996
0,0639
0,0595
Tot. in mu/m2 h.o.h. 0,40 m
0,0817
0,0550
0,0506
Tot. in mu/m2 h.o.h. 0,50 m
0,0727
0,0482
0,0446
2
Figuur 6.15: Netto-bewerkingstijden in mu per m voor het monteren van de metalen draagstructuur van vrijdragende plafonds 6.2.3
Verlaagde plafonds 6.2.3.1 Samenstelling plafond Verlaagde plafonds – waarvan figuur 6.16 de opbouw laat zien – worden star tegen de bovenliggende bouwkundige constructie bevestigd met snelhangers of noniushangers. 1 = Randprofiel bevestigd met pluggen h.o.h. 0,60 m. 2 = Plafondprofiel 60/27 3 = Plafondprofiel 60/27 4 = Gipskartonplaat 5 = Snelhanger of noniushanger 6 = Kruisverbinder 7 = Ophangdraad (bij snelhangers)
Figuur 6.16: De opbouw van een verlaagd plafond De afgebeelde draagstructuur bezit een zogenaamde dubbele profiellaag. Maar de draagstructuur kan ook met een enkele profiellaag worden uitgevoerd. In figuur 6.17 zijn de bij de twee uitvoeringsvarianten behorende maten opgenomen.
52
Figuur 6.17: Maatvoering van verlaagde plafonds 6.2.3.2 Montagemethode De montagemethode wordt in de BA-richtlijn 1.1 (zie paragraaf 2.3) als volgt beschreven: Enkele profiellaag •
•
Monteer onder de constructieve ondergrond (zoals een houten balklaag of steenachtige plafondconstructies) een draagconstructie van metalen C profielen met een afmeting van 60 x 27 mm. Houd hierbij een hart op hart afstand van maximaal 400 mm aan. Bevestig deze metalen C profielen door middel van starre afhanging waarbij de hart op hart afstand van de starre afhanging 750 mm bedraagt.
Dubbele profiellaag •
• •
Monteer onder een constructieve ondergrond (zoals een houten balklaag of steenachtige plafondconstructies) een basis van metalen C profielen met een afmeting van 60 x 27 mm. Houd hierbij een hart op hart afstand aan van maximaal 1000 mm. Bevestig deze metalen C profielen door middel van starre afhanging waarbij de hart op hart afstand van de starre afhanging 750 mm bedraagt. Breng vervolgens haaks op deze basis een draagconstructie aan van dezelfde metalen C profielen en houd hier een hart op hart afstand van 400 mm aan.
6.2.3.3 Netto-deelbewerkingstijden
53
De montage van draagstructuren van verlaagde plafonds is niet geobserveerd. Om die reden zijn netto-deelbewerkingstijden samengesteld op basis van het in 2008 uitgevoerde arbeidstechnische onderzoek naar systeemplafonds en de analyse uit de vorige paragraaf van de hoogte maatvoering en bevestiging van het randprofiel. Figuur 6.18 bevat de netto deelbewerkingstijden. Deelbewerking
Netto-deelbewerkingstijd
Bron
Maatvoeren randprofiel
1,72 + 0,174xO [manmin.] O = Omtrek plafond in m1.
Tabel 6.11, paragraaf 6.2.2.3
Kamersteiger
1,5226xO [manmin.] O = Omtrek plafond in m1.
Hoogwerker
1,6041xO [manmin.] O = Omtrek plafond in m1.
Bevestigen randprofiel
Tabel 6.12, paragraaf 6.2.2.3
1,1794 manmin/stuk • Kamersteiger
Maatvoeren en plaatsen noniushangers
Bij maatpatroon 0,40 x 0,75 is deelbewerkingstijd 1,1794/0,40x0,75= 3,93 manmin/m2 plafondoppervlak (enkele profiellaag). • Bij maatpatroon 1,00 x 0,75 is deelbewerkingstijd 1,1794/1,00x0,75= 1,57 manmin/m2 plafondoppervlak (dubbele profiellaag). 1,2425 manmin/stuk •
Hoogwerker •
Plafondprofielen monteren
Kamersteiger Hoogwerker
Paragraaf 4.2.4 uit het rapport over de systeemplafonds
Bij maatpatroon 0,40 x 0,75 is deelbewerkingstijd 1,2425/0,40x0,75= 4,14 manmin/m2 plafondoppervlak (enkele profiellaag). Bij maatpatroon 1,00 x 0,75 is deelbewerkingstijd 1,2425/1,00x0,75= 1,65 manmin/m2 plafondoppervlak (dubbele profiellaag).
1,0987 manmin / m1 plafondprofiel 1
1,1575 manmin / m plafondprofiel
Paragraaf 5.3.3 uit het rapport over de systeemplafonds
Figuur 6.18: Netto-deelbewerkingstijden voor montage van draagstructuren van verlaagde plafonds 6.2.3.4 Netto-bewerkingstijden Met de netto-deelbewerkingstijden, en in bijlage 2 de formules voor de hoeveelheden bepa2 ling, kunnen de netto-bewerkingstijden in mu/m plafond worden samengesteld voor het monteren van de draagstructuur. De netto-bewerkingstijden zijn samengesteld voor structuren met een enkele en dubbele profiellaag. Figuur 6.19 bevat - in vier tabellen opgedeeld - het resultaat. Tijdens de montagewerkzaamheden van dit type draagstructuren is de stand van het lichaam en van het hoofd vaak licht achterover gebogen. Een dergelijke stand kan leiden tot evenwichtsproblemen als gemonteerd wordt vanaf een trap of op stelten. Bij het samenstellen van de netto-deelbewerkingstijden voor het monteren van de draagstructuur is daarom als uitgangspunt gekozen: • tot hoogte van 4 m.: monteren vanaf een kamersteiger. • hoogte boven 4 m.: monteren vanaf een hoogwerker.
Tabel 1: Verlaagde plafonds met enkele profiellaag C-profielen h.o.h. 0,40 meter; maatraster noniushangers 0,75 x 0,40 meter.
Lengte plafond in m
54
2,50
5,00
Breedte plafond in m 1 2 4 8
10
1
7,50 2
4
8
10
1
2
4
8
10
Montagemethode met kamersteiger │ Plafondhoogte tot circa 4,00 meter Maatvoering U-profiel 0,0196
0,0110
0,0066
0,0045
0,0040
0,0127
0,0069
0,0040
0,0026
0,0023
0,0104
0,0056
0,0032
0,0020
0,0017
0,0330
0,0266
0,0254
0,0609
0,0355
0,0228
0,0165
0,0152
0,0575
0,0321
0,0195
0,0131
0,0118
0,1067
0,1090
0,1094
0,1094
0,1094
0,1094
0,1090
0,1094
0,1094
0,1094
0,1094
0,1090
0,1094
0,1463
0,1401
0,1388
0,183
0,1518
0,1362
0,1281
0,1269
0,1773
0,1471
0,1321
0,1241
0,1229
Monteren U-profiel 0,0711
0,0457
Monteren C-profiel 0,1094
0,1094
Totaal in mu / m2 0,2001
0,1661
Tabel 2: Verlaagde plafonds met enkele profiellaag C-profielen h.o.h. 0,40 meter; maatraster noniushangers 0,75 x 0,40 meter.
Lengte plafond in m 2,50
5,00
Breedte plafond in m 1 2 4 8
10
1
7,50 2
4
8
10
1
2
4
8
10
Montagemethode met hoogwerker │ Plafondhoogte vanaf 4,00 meter en hoger Maatvoering U-profiel n.v.t. n.v.t. 0,0066
0,0045
0,0040
n.v.t.
n.v.t.
0,0040
0,0026
0,0023
n.v.t.
n.v.t.
0,0032
0,0020
0,0017
Monteren U-profiel n.v.t. n.v.t. 0,0348
0,0281
0,0267
n.v.t.
n.v.t.
0,0241
0,0174
0,0160
n.v.t.
n.v.t.
0,0205
0,0138
0,0125
Monteren C-profiel n.v.t. n.v.t. 0,1124
0,1148
0,1153
n.v.t.
n.v.t.
0,1153
0,1148
0,1153
n.v.t.
n.v.t.
0,1153
0,1148
0,1153
0,1474
0,146
n.v.t.
n.v.t.
0,1434
0,1348
0,1336
n.v.t.
n.v.t.
0,139
0,1306
0,1295
Totaal in mu / m2 n.v.t.
n.v.t.
0,1538
Tabel 3: Verlaagde plafonds met dubbele profiellaag C-profielen h.o.h.1,00 meter 1e laag en 0,40 meter 2e laag; maatraster noniushangers 0,75 x 1,00 meter
Lengte plafond in m 2,50
5,00
Breedte plafond in m 1 2 4 8
10
1
7,50 2
4
8
10
1
2
4
8
10
Montagemethode met kamersteiger │ Plafondhoogte tot circa 4,00 meter Maatvoering U-profiel 0,0196
0,0110
0,0066
0,0045
0,0040
0,0127
0,0069
0,0040
0,0026
0,0023
0,0104
0,0056
0,0032
0,0020
0,0017
0,0330
0,0266
0,0254
0,0609
0,0355
0,0228
0,0165
0,0152
0,0575
0,0321
0,0195
0,0131
0,0118
0,0573
0,0774
0,0774
0,0820
0,0861
0,0866
0,0779
0,0779
0,0845
0,0861
0,0866
Monteren U-profiel 0,0711
0,0457
Monteren C-profiel Vervolg tabel 3 van figuur 6.19 0,0774
0,0774
0,0545
0,0568
55
Totaal in mu / m2 0,1681
0,1341
0,0941
0,0879
0,0867
0,151
0,1198
0,1088
0,1052
0,1041
0,1458
0,1156
0,1072
0,1012
0,1001
Tabel 4: Verlaagde plafonds met dubbele profiellaag C-profielen h.o.h.1,00 meter 1e laag en 0,40 meter 2e laag; maatraster noniushangers 0,75 x 1,00 meter
Lengte plafond in m 2,50
5,00
Breedte plafond in m 1 2 4 8
10
1
7,50 2
4
8
10
1
2
4
8
10
Montagemethode met hoogwerker │ Plafondhoogte vanaf 4,00 meter en hoger Maatvoering U-profiel n.v.t. n.v.t. 0,0066
0,0045
0,0040
n.v.t.
n.v.t.
0,0040
0,0026
0,0023
n.v.t.
n.v.t.
0,0032
0,0020
0,0017
Monteren U-profiel n.v.t. n.v.t. 0,0348
0,0281
0,0267
n.v.t.
n.v.t.
0,0241
0,0174
0,0160
n.v.t.
n.v.t.
0,0205
0,0138
0,0125
Monteren C-profiel n.v.t. n.v.t. 0,0574
0,0598
0,0603
n.v.t.
n.v.t.
0,0863
0,0907
0,0912
n.v.t.
n.v.t.
0,0889
0,0907
0,0912
0,0924
0,091
n.v.t.
n.v.t.
0,1144
0,1107
0,1095
n.v.t.
n.v.t.
0,1126
0,1065
0,1054
Totaal in mu / m2 n.v.t.
n.v.t.
0,0988
2
Figuur 6.19: Netto-bewerkingstijden in mu per m voor het monteren van de metalen draagstructuur van verlaagde plafonds
56
Hoofdstuk 7
Isolatie en folie aanbrengen
7.1
Inleiding Vanwege de thermische en akoestische eigenschappen van steenwol en glaswol worden deze isolatiematerialen in de afbouw toegepast in wanden en plafonds. Steenwol - in platen geleverd – en glaswol – geleverd in platen of als deken op een rol – zorgen voor een goede geluidsabsorptie in de spouw van lichte scheidingswanden. Toegepast in plafonds beschermen ze de bovenliggende constructie tegen vuur en hitte. Isolatie materiaal wordt bij wanden tussen de Cprofielen geplaatst
Isolatie materiaal wordt bij plafonds boven over de Cprofielen gelegd.
Figuur 7.1: Aanbrengen van isolatiemateriaal (links: steenwolplaten in het frame van een wand; rechts: glaswoldeken over de draagstructuur van een plafond) Om de thermisch-hychrische kwaliteit van voorzetwanden te verbeteren wordt tussen de Cprofielen en de beplating een dampremmende folie op de stijlen geplakt. Zo wordt voorkomen dat in de isolatielaag, maar ook in het metselwerk, condensatie optreedt ten gevolge waarvan de warmteweerstand afneemt en vorstschade door ijsvorming en (hout)rot wordt voorkomen. 7.2
Netto-bewerkingstijden In de figuren 7.2 tot en met 7.4 zijn de bewerkingstijden verantwoord. MMO, Aanbrengen van isolatiemateriaal en folie in wanden │Ronde-interval 0:15 min│Observatietijd in totaal 4:00 uren Activiteit
Aantal waarnemingen absoluut A
A
Tijd in minuten
in % B (tot. van A)
C= B x 240
Aantal monteurs
D
Tijd in manminuten
Productie in m2
E= CxD
F
Norm
G= E/F
Isolatie aanbrengen
224
23%
56 min
1
56 manmin
36 m2
1,56 manmin / m2
Folie aanbrengen (vastlijmen op stijlen en regels van het frame)
388
40%
97 min
1
97 manmin
36 m2
2,69 manmin / m2
57
Vervolg figuur 7.2 B
Indirect (o.a. beschermkleding)
164
17%
41 min
1
41 manmin
C
Rust en pers. verzorging
136
14%
34 min
1
34 manmin
D
Aan- en afloop
48
5%
12 min
1
12 manmin
--------Totaal
-------------
960
100%
------------
------------
240 min
240 manmin
4 uren à 60 min à 1 monteur = 240 manmin
Figuur 7.2: MMO,aanbrengen van isolatiemateriaal en van folie in wanden
MMO, Aanbrengen van isolatiemateriaal in plafonds │Ronde-interval 0:30 min│Observatietijd in totaal 3:00 uren Activiteit
Aantal waarnemingen absoluut
Tijd in minuten
in %
Aantal monteurs
Tijd in manminuten
Productie in m2
E= CxD
F 27 m2
B (tot. van A)
C= B x 180
232
64 %
116 min
1
116 manmin
A
D
A
Isolatie aanbrengen
B
Indirect (o.a. beschermkleding)
52
14 %
26 min
1
26 manmin
C
Rust en pers. verzorging
52
14 %
26 min
1
26 manmin
D
Aan- en afloop
24
8%
12 min
1
12 manmin
--------Totaal
360
------------100%
------------
------------
180 min
180 manmin
Norm
G= E/F 3,1 manmin / m2
3 uren à 60 min à 1 monteur = 180 manmin
Figuur 7.3: MMO, aanbrengen van isolatiemateriaal in plafonds
Bouwdeel
Netto bewerkingstijd manmin / m2
Wanden
Scheidingswanden (isoleren) Voorzetwanden (isoleren en folie aanbrengen)
Plafonds
Bron / 0opmerking manuren / m2
1,56
0,026
Tabel 7.2
1,56+2,69 = 4,25
0,071
Tabel 7.2
3,1
0,052
Tabel 7.3
Isoleren 2
Figuur 7.4: Netto bewerkingstijden in mu/m voor het aanbrengen van isolatiemateriaal en/of folies in wanden en plafonds
58
Hoofdstuk 8
Beplaten
8.1
Inleiding Het proces van het beplaten van wanden en plafonds doorloopt de volgende bewerkingsfasen: maatvoeren van de (pas)platen, passnijden en/of –zagen van pasplaten, transport van de (pas)plaat naar de wand of het plafond, het plaatsen en stellen van de plaat en – tot slot – het vastschroeven van de plaat.
Bij het stellen van de plaat wordt de plaat met een voetof handhefboom tegen het plafond gedrukt
Bij plafonds wordt voor het beplaten gebruik gemaakt van de platenlift
Figuur 8.1: Twee details uit het proces van het beplaten Bij het beplaten van wanden en plafonds zijn twee of drie en soms wel vier monteurs betrokken. Wordt met twee monteurs gewerkt dan is één vaak hoofdzakelijk bezig met het plaatsen, stellen en vastschroeven van de beplating en de tweede met de maatvoering, het passnijden en transport van de platen. Platen zwaarder dan 25 kilo worden door beide monteurs getransporteerd. Ook is tijdens de bouwplaatssurveys wel waargenomen dat één monteur de beplating aanbracht, inclusief de maatvoering het passnijden et cetera, en de andere monteur de isolatie en folie aanbracht (zie hoofdstuk 7) of bezig is met de montage van het frame. Met drie monteurs is de werkverdeling vaak dat één monteur de platen plaatst en stelt en de pasmaten in de wand of het plafond opneemt, één monteur de platen maatvoert en passnijdt en één monteur de platen afschroeft, kopstukken aanbrengt of kleine(re) pasplaten verzorgt. Het transport van platen zwaarder dan 25 kilo wordt door twee monteurs gedaan. Een vierde monteur is soms nodig als montageplaatsen moeilijk bereikbaar zijn (veel leidingen door wanden, bij plafonds het opsteken platen vanwege de hoogte vertrekken) of wanneer er veel kleine(re) pasplaten met sparingen et cetera moeten worden aangebracht. Vaak beïnvloedt de situatie (afmeting wand of plafond en plaat, hoogte wand of plafond, veel of weinig paswerk, veel of weinig plek op de werklocatie, werkruimte en productietempo) de samenstelling van de montageploeg en de werkverdeling tussen de monteurs.
59
In de volgende hoofdstukken worden de netto-deelbewerkingstijden samengesteld voor het maatvoeren en passnijden of -zagen (paragraaf 8.2), het transport (paragraaf 8.3), het plaatsen en stellen (paragraaf 8.4) en voor het vastschroeven (paragraaf 8.5). Paragraaf 8.6 bevat de netto-bewerkingstijden. 8.2
Maatvoeren en passnijden of –zagen van platen Van 63 platen zijn de tijden geklokt van het maatvoeren van platen en het passnijden en/of – zagen van platen. Wat verwacht kon worden, en tijdens de observaties ook is gebleken, is de grote verscheidenheid aan pasplaten zowel qua patroon als wat de maatvoering betreft. Om die verscheidenheid voor het samenstellen van de deelbewerkingstijden tot hanteerbare proporties terug te brengen zijn vier basisvormen onderscheiden (zie ook figuur 8.2), te weten: – hele plaat – pasplaat die over de volle lengte en/of breedte wordt pasgemaakt (vaak toegepast bij het begin of het eind van een wand of plafond) – pasplaat met een hoek ook wel vlag genoemd (vaak toegepast bij kozijn- en/of deursparingen, hoeken in plafonds) – kopstuk (toegepast als sluitstuk tussen onderliggende platen en de bovenliggende bouwkundige vloerconstructie). Figuur 8.2 bevat het overzicht van de gemeten tijden en de analyse van de netto-deelbewerkingstijd voor het maatvoeren en passnijden en/of –zagen per onderscheiden plaat in cmin. In de figuur komt het begrip uitsnijding voor. Daarmee wordt bedoeld dat in de (pas)plaat bijvoorbeeld het doorsnedenprofiel van een stalen balk moet worden uitgesneden of -gezaagd. Tot slot wordt nog opgemerkt dat voor de gemiddelden berekening de tijd per plaat geldt exclusief platen met sparingen, uitsnijdingen en dergelijke. In de figuur zijn de tijden waarop de gemiddelden berekeningen zijn gebaseerd vet gemaakt. Voor sparingen, uitsnijdingen et cetera zijn ook de gemiddelde tijden berekend, maar dan als ‘meer’-tijd ten opzichte van de gemiddelde tijd per plaat exclusief sparingen en uitsnijdingen. Nr.:
Hele plaat
Pasplaat beginen einde wand
Pasplaat t.b.v. kozijn- en deursparingen (vlag)
Kopplaat
1.
0
50
90
50
2.
0
80
100
50
3.
0
90
110
60
4.
0
110
120
80
5.
0
110
130
80
6.
0
110
130
80
7.
0
120
160
90
8.
0
120
170
120
9.
0
150
180
200
(sparing)
10.
0
150
190
220
(sparing)
11.
0
150
240
230
(sparing)
12.
0
170
250
13.
30
(sparing)
170
260
14.
30
(sparing)
200
290
15.
40
(sparing)
220
340
16.
40
(sparing)
300
17.
60
(sparing)
18.
110
(bijsnijden) (bijsnijden)
260
(sparing)
350
(uitsnijding)
380
(uitsnijding)
(fout maatv.)
(uitsnijding)
(uitsnijding)
60
Vervolg figuur 8.2 Rekenkundig gemiddelde (ex. sparingen, uitsnijdingen etc.):
0 cmin/plaat.
135 cmin/plaat.
155 cmin/plaat.
75 cmin/plaat.
Standaard afwijking:
0 cmin/plaat.
45 cmin/plaat.
52 cmin/plaat.
20 cmin/plaat.
Mediaan:
0 cmin/plaat.
120 cmin/plaat.
145 cmin/plaat.
80 cmin/plaat.
Modus:
0 cmin/plaat.
110 cmin/plaat.
130 cmin/plaat.
80 cmin/plaat.
Gemiddelde extra tijd voor sparing:
40 cmin/sparing.
Niet waargenomen
Niet waargenomen
150 cmin/sparing.
Gemiddelde extra tijd voor uitsnijding:
110 cmin/uitsnijding.
(40 cmin + 150 cmin)/2 ≈ 100 cmin/sparing. 165 cmin/uitsnijding.
Niet waargenomen
290 cmin/uitsnijding.
(110 cmin + 165 cmin + 290 cmin ) / 3 ≈ 190 cmin/uitsnijding.
Figuur 8.2: Netto-deelbewerkingstijden voor het maatvoeren en passnijden of -zagen van platen in cmin per plaat Voor het passnijden en/of –zagen is tussen gipskarton- en gipsvezelplaat geen noemenswaardig verschil in tijd vastgesteld. De verklaring daarvoor is dat voor beide kwaliteiten eenzelfde werkmethode wordt toegepast, te weten: de platen worden met een ritsmes langs een rei ingesneden en daarna afgebroken en voor het uitsnijden van rechthoekige stukken wordt de korte kant ingezaagd. Door het verschil in materiaalstructuur is afbreken van een gipsvezelplaat weliswaar wat lastiger dan het afbreken van een gipskartonplaat – het afbreken van een gipsvezelplaat kost wat meer kracht – maar het tijdseffect daarvan is niet of nauwelijks waar te nemen. 8.3
Transport van de platen De tijd die met het transport van platen gemoeid is, is afhankelijk van: • het gewicht van de te transporteren plaat – 25 kilo of meer dan de plaat met twee monteurs naar de wand/plafond transporteren – minder dan 25 kilo dan mag de plaat door één monteur worden getransporteerd. • de horizontaal en verticaal gemeten afstand tussen de plaats waar de platen nabij de werklocatie liggen opgeslagen en daar ook vaak worden pasgesneden of –gezaagd en de plaats van de plaat in de wand of het plafond. – voor het onderzoek is de horizontale afstand gesteld op 6 meter – de verticale afstand (wandhoogte of plafondhoogte) is 2,50 meter, 5,00 meter en 7,50 meter met als transportmethoden: . tot 2,50 meter geen hulpmiddel nodig (opstapje o.i.d. is inbegrepen in de schroeftijd, zie paragraaf 8.5); bij plafonds gebruik van platenlift . tot 5,00 meter de platen opsteken en/of op een platenlift in combinatie met kamer- of rolsteiger . tot 7,50 meter bij een wand een hoogwerker; bij plafonds een vast steiger waarop ook de platen (6 stuks per stapel) liggen. In figuur 8.3 zijn de netto-deelbewerkingstijden in cmin/plaat voor het transport samengesteld. In de figuur is vermeld door hoeveel monteurs de platen worden getransporteerd. De aantallen betreffen aannames waarbij gelet is op de plaatkwaliteit (gipsvezelplaat is zwaarder dan gipskartonplaat) en de onderscheiden vier basisvormen.
61
▼ Transportbewegingen:
Hele plaat
Pasplaat begin- en einde wand
Pasplaat t.b.v. kozijnen deursparingen (vlag)
Kopplaat
Plaatkwaliteit ►
Karton
Vezel
Karton
Vezel
Karton
Vezel
Karton
Vezel
Transport door n monteurs ►
N=2
N=2
N=1
N=1
N=1
N=2
N=1
N=1
Horizontaal transport over 6 m.: - belast heen = (7 + 1,3.A).2 of 1
29,6
29,6
14,8
14,8
14,8
29,6
14,8
14,8
- onbelast terug = (6 + 1,2.A).2 of 1
26,4
26,4
13,2
13,2
13,2
26,4
13,2
13,2
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
44,0
44,0
22,0
22,0
22,0
44,0
22,0
22,0
120,0
120,0
60,0
60,0
60,0
120,0
60,0
60,0
- platenlift = 4.H = 4.2,50 = 10 cmin. op met 2 monteurs en 10 cmin. neer door 1 monteur (plafondhoogte 2,50 m.)
30,0
30,0
20,0
20,0
20,0
30,0
20,0
20,0
- opsteken plaat door 2 man = 22 cmin. per plaat (plafondhoogte 5,00 m.) en gebruik platenlift
44,0
44,0
44,0
44,0
44,0
44,0
44,0
44,0
23,00
23,00
12,00
12,00
12,00
23,00
12,00
12,00
Vertikaal transport t.b.v. wanden: - geen hulpmiddel (tot 2,50 m.) - opsteken plaat door 2 man = 22 cmin. per plaat (vanaf 2,50 m. tot max. 5,00 m.) - hoogwerker = 30 cmin. op en 30 cmin. neer per plaat (vanaf 2,50 m. tot max. 7,50 m.) Vertikaal transport t.b.v. plafonds:
- hoogwerker = 35 cmin. op en 35 cmin. neer per 6 platen (plafondhoogte 7,50 m.)
Figuur 8.3: Netto-deelbewerkingstijden voor het horizontale en verticale transport van platen in cmin per plaat 8.4
Stellen en plaatsen van platen Van de in paragraaf 8.2 genoemde 63 platen zijn ook de tijden geklokt van het stellen en plaatsen van de platen. Figuur 8.4 bevat het overzicht van de gemeten tijden en de analyse van de netto-deelbewerkingstijden. In de figuur zijn de tijden waarop de gemiddelden berekeningen zijn gebaseerd vet gemaakt. Nr.:
Hele plaat
Pasplaat beginen einde wand
Pasplaat t.b.v. kozijn- en deursparingen (vlag)
Kopplaat
1.
30
30
40
10
2.
30
30
40
10
3.
30
30
50
20
4.
30
30
70
30
5.
40
40
70
30
6.
40
40
80
40
7.
40
40
80
40
8.
40
40
80
40
9.
40
60
80
50
10.
50
60
80
50
11.
50
100
80
100
12.
50
100
120
100
62
Vervolg figuur 8.4 13.
50
110
14.
60
110
15.
60
130
Stijl los
130
Stijl los
16.
90
17.
100
Passchaven
18.
120
Overleg
120
Passchaven
130 130
100 130
Isolatie bij
Stijl
Rekenkundig gemiddelde (ex. sparingen, uitsnijdingen etc.):
40 cmin/plaat.
40 cmin/plaat.
70 cmin/plaat.
30 cmin/plaat.
Standaard afwijking:
10 cmin/plaat.
12 cmin/plaat.
17 cmin/plaat.
15 cmin/plaat.
Mediaan:
40 cmin/plaat.
40 cmin/plaat.
80 cmin/plaat.
40 cmin/plaat.
Modus:
40 cmin/plaat.
30 cmin/plaat.
80 cmin/plaat.
40 cmin/plaat.
Figuur 8.4: Netto-deelbewerkingstijden voor het plaatsen en stellen van platen in cmin per plaat 8.5
Schroeven De netto-deelbewerkingstijd voor het vastschroeven van de beplating is afhankelijk van de schroeftijd per schroef en het aantal schroeven. Gebaseerd op een serie van 20 metingen van in totaal ruim 250 schroeven bevat onderstaande figuur de tijdmetingen en de analyse van de schroeftijd per schroef. Nr.: Tijd in cmin.
Aantal schroeven A
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. Tot.:
Tijd in cmin per schroef B C=A:B
16 58 18 74 40 83 68 129 164 62 182 145 156 117 182 116 180 188 89 147 ------------+
4 13 4 15 7 14 11 18 22 8 22 16 17 11 16 10 15 15 7 10 ------------+
4,00 4,46 4,50 4,93 5,71 5,93 6,18 7,17 7,45 7,75 8,27 9,06 9,18 10,64 11,38 11,60 12,00 12,53 12,71 14,70 ------------
2.214
255
8,68
Opmerking:
Inclusief verplaatsen opstapje. Inclusief verplaatsen bankje en herschroeven Inclusief verplaatsen opstapje Inclusief boor pakken en verplaatsen opstapje Inclusief halen/pakken nieuwe voorraad schroeven Inclusief verplaatsen bankje en herschroeven Inclusief halen/pakken nieuwe voorraad schroeven Inclusief verplaatsen opstapje, overleg met collega
Inclusief halen/pakken nieuwe voorraad schroeven, verplaatsen opstapje en herschroeven
Klassenberekening
Frequentietabel
X max = 14,7 cmin. X min = 4,00 cmin. R = X max – X min = 14,7 – 4,00 = 13,7 cmin. k = √n = √ 20 = 4 à 5 = < 7. Dus 7 klassen. b = R/k = 13,7 / 7 ≈ 2,0 cmin.
04,00 cmin t/m 06,00 cmin. 07,00 cmin t/m 09,00 cmin. 10,00 cmin t/m 12,00 cmin. 13,00 cmin t/m 15,00 cmin.
7 6 6 1
63
Vervolg figuur 8.5
Uitbijter
Rekenwaarden
13,00 cmin t/m 15,00 cmin.
1
04,00 cmin t/m 06,00 cmin.
7
07,00 cmin t/m 09,00 cmin.
6
10,00 cmin t/m 12,00 cmin.
6
Statistische waarden Rekenkundig gemiddelde: Standaardafwijking:
8,18 cmin. Mediaan: 2,94 cmin. Modus:
7,75 cmin. N.v.t.
Figuur 8.5: Samenstelling van de netto schroeftijd in cmin. per schroef Uit de analyse volgt dat de gemiddelde schroeftijd gelijk is aan 8,18 cmin., ofwel 4,9 sec. per schroef. Inbegrepen zijn de tijden die nodig zijn om schroeven te halen, om verkeerd geschroefde schroeven te herschroeven en voor het verplaatsen van het opstapje of stucadoorstrapje. Om het samenstellen van de calculatietijdnormen niet te veel te compliceren wordt één gemiddelde schroeftijd gebruikt – de voornoemde schroeftijd – en wordt niet verder verbijzonderd naar schroeflengte en/of kwaliteit van de beplating (dikte plaat en gipskarton- of gipsvezelplaat). De tweede factor die de netto-deelbewerkingstijd voor het vastschroeven van de beplating bepaalt, is het aantal schroeven. Berekening daarvan leert dat dat aantal afhankelijk is van de plaatbreedte, de hart op hart afstand van de stijlen en de schroeven en van het aantal platen (enkele of dubbele beplating). In figuur 8.6 is het resultaat van de berekening samengevat. Aantal platen
Breedte van de plaat [m] 0,60
0,90
1,20
H.o.h. afstand van de stijlen [m] 0,60 Enkele beplating
0,45
15 stuks per m
2
0,60
15 stuks per m
2
0,40
10 stuks per m
2
15 stuks per m
2
Schroeven h.o.h. 250 mm
Dubbele beplating Schroeven binnenplaat h.o.h. 750 mm Schroeven buitenplaat h.o.h. 250 mm
20 stuks per m
2
20 stuks per m
2
15 stuks per m
2
20 stuks per m
2
Binnenplaat 5 st.
Binnenplaat 5 st.
Binnenplaat 5 st.
Binnenplaat 5 st.
Buitenplaat 15 st.
Buitenplaat 15 st.
Buitenplaat 10 st.
Buitenplaat 15 st.
2
Figuur 8.6: Aantal schroeven per m plaat In figuur 8.7 zijn de netto-deelbewerkingstijden berekend door de gemiddelde schroeftijd per 2 schroef te vermenigvuldigen met het aantal schroeven per m . Aantal platen
Breedte van de plaat [m] 0,60
0,90
1,20
H.o.h. afstand van de stijlen [m] 0,60 Enkele beplating
0,0205 mu / m
Dubbele beplating
0,0273 mu / m
0,45 2
2
0,0205 mu / m
0,0273 mu / m
0,60 2
2
0,0136 mu / m
0,0205 mu / m
0,40 2
2
0,0205 mu / m
0,0273 mu / m
Figuur 8.7:Netto-deelbewerkingstijd voor het vastschroeven van de beplating in mu/m
2
2
2
64
8.6
Afstemverlies Afstemverlies is de tijd die monteurs gedwongen – dat wil zeggen: als gevolg van de gekozen werkmethode – op elkaar moeten wachten. Twee voorbeelden om afstemverliezen te illustreren: Het eerste voorbeeld: een plaat met een collega willen transporteren, maar dan eerst moeten wachten tot die collega de plaat heeft pasgesneden. Het tweede voorbeeld: op de rolsteiger wachten tot een collega tijd heeft een plaat op te steken. Afstemverliezen behoren toe aan de categorie directe handelingen (zie ook paragraaf 2.2.1) en worden in een percentage van de tijd die met de directe handelingen gemoeid is uitgedrukt. Ook nu weer een voorbeeld: Stel dat met een MMO (zie paragraaf 2.2.3, voetnoot 6) is vastgesteld dat met directe handelingen een tijd van 420 manminuten is gemoeid waarvan 20 manmin afstemverlies. Dan is het percentage afstemverlies gelijk aan 20 x 100 / (420 – 20) = 5%. Bij het beplaten van wanden en meer nog bij plafonds komt veel afstemverlies voor. De oorzaak is meestal, dat platen ten gevolge van hun gewicht of omdat ze door hun lengte onhandelbaar zijn, door twee monteurs getransporteerd moeten worden terwijl voor de andere bewerkingen aan de platen één monteur volstaat. Op de verschillende locaties waar de tijdbesteding van monteurs is gemeten varieert het percentage afstemverlies tussen de 5 tot 10 procent. Voor het samenstellen van de calculatietijdnormen wordt het percentage voor wanden en voor plafonds gelijk gesteld op 7½ %.
8.7
2
Netto-bewerkingstijden in mu/m voor het enkel en dubbel beplaten van wanden Met behulp van de samengestelde netto-deelbewerkingstijdenzijn de netto bewerkingstijden 15 voor het beplaten van wanden samengesteld . Onderscheiden zijn: enkele en dubbele beplating en de breedte van de plaat in relatie tot de hart op hart afstand van de stijlen. De netto bewerkingstijden in figuur 8.8 hebben betrekking op één zijde van de wand. In figuur 8.9 zijn de bewerkingstijden voor uitsnijdingen en doorvoeren, sparingen voor kozijnen et cetera vermeld. Wandhoogte in m.
Wandlengte in m.
Enkele beplating
Dubbele beplating
Breedte van de plaat in mm.
Breedte van de plaat in mm.
600
600
900
1.200
H.o.h. afstand van stijlen in mm.
600
2,50
5,00
7,50
15
450
600
900
1.200
H.o.h. afstand van stijlen in mm.
400
600
450
600
400
1,00 2,00
0,0511
0,0511
0,0292
0,0366
0,0875
0,0875
0,0511
0,0584
0,0415
0,0390
0,0292
0,0366
0,0722
0,0653
0,0511
0,0584
4,00
0,0354
0,0330
0,0253
0,0328
0,0611
0,0542
0,0435
0,0508
8,00
0,0336
0,0312
0,0226
0,0300
0,0590
0,0521
0,0379
0,0452
10,00
0,0327
0,0303
0,0223
0,0298
0,0572
0,0503
0,0375
0,0448
1,00
0,0519
0,0519
0,0300
0,0374
0,0891
0,0891
0,0527
0,0600
2,00
0,0422
0,0398
0,0300
0,0374
0,0635
0,0669
0,0527
0,0600
4,00
0,0362
0,0338
0,0265
0,0339
0,0627
0,0558
0,0458
0,0531
8,00
0,0343
0,0318
0,0237
0,0312
0,0604
0,0535
0,0403
0,0476
10,00
0,0335
0,0310
0,0236
0,0310
0,0586
0,0517
0,0400
0,0473
1,00
0,0603
0,0603
0,0340
0,0414
0,0915
0,0915
0,0551
0,0624
2,00
0,0463
0,0438
0,0340
0,0414
0,0761
0,0727
0,0551
0,0624
4,00
0,0395
0,0371
0,0297
0,0371
0,0664
0,0647
0,0493
0,0567
Uit de analyses volgt dat grosso modo de helft van de tijd die het beplaten van wanden vraagt, besteed wordt aan het (af)schroeven van de platen.
65
Vervolg figuur 8.8
8,00
0,0369
0,0345
0,0262
0,0336
0,0642
0,0651
0,0438
0,0511
10,00
0,0361
0,0336
0,0261
0,0335
0,0627
0,0634
0,0438
0,0511
2
Figuur 8.8:Netto-bewerkingstijd voor het beplaten van wanden in mu/m éénzijdig en exclusief sparingen, doorvoeren, uitsnijdingen et cetera. Voorzieningen
Bron
Enkele beplating
Dubbele beplating
Sparing voor leiding doorvoer Uitsnijding van profiel. Boren uitsparing wandcontactdoos Kozijnopening voor deur of raam
Tabel 8.2: 100 cmin / sparing =
0,02 mu/sparing
0,04 mu/sparing
Tabel 8.2: 190 cmin / uitsnijding =
0,03 mu/uitsnijding
0,06 mu/uitsnijding
Tabel 8.2: 2 x 155 = 310 cmin / opening =
0,052 mu/opening
0,103 mu/opening
Afgeleidt op basis van Tabel 8.2 en tijdstudies.
Norm uit tabel 8.8 vermenigvuldigen met: • 1,3 tot wandhoogte < 2,5m. • 1,2 tot wandhoogte < 5,0m. • 1,1 tot wandhoogte < 7,5m.
Grondtijdenarchief en tijdstudies
N.v.t.
Aanbrengen van kopplaten (hoogte tot 400 mm) Aanbrengen elastische kitvoeg
0,7 mu / m
1
Figuur 8.9: Netto-bewerkingstijd voor het aanbrengen van voorzieningen tijdens het beplaten van wanden 8.8
2
Netto-bewerkingstijden in mu/m voor het enkel en dubbel beplaten van plafonds Evenals voor de wanden zijn ook voor de plafonds de netto bewerkingstijden voor het beplaten samengesteld. Ook nu zijn onderscheiden: enkele en dubbele beplating, de breedte van de plaat in relatie tot de hart op hart afstand van de regels en de plafondhoogte. De netto bewerkingstijden zijn in figuur 8.10 vermeld en de bewerkingstijden voor doorvoeren et cetera in figuur 8.11. Plafondafmeting in m.
Enkele beplating
Dubbele beplating
Breedte van de plaat in mm.
600
900
Breedte van de plaat in mm.
1.200
600
H.o.h. afstand van regels in mm.
300
300
450
300
900
1.200
H.o.h. afstand van regels in mm.
400
300
300
450
300
400
Plafondhoogte 2,50 meter │Gebruik van platenlift en opstapje of trap 2,50 x 1,00
0,0420
0,0420
0,0330
0,0693
0,0693
0,0513
2,50 x 2,00
0,0411
0,0366
0,0320
0,0674
0,0584
0,0493
2,50 x 4,00
0,0383
0,0338
0,0316
0,0619
0,0529
0,0484
2,50 x 8,00
0,0381
0,0324
0,0302
0,0614
0,0501
0,0456
2,50 x 10,00
0,0376
0,0322
0,0304
0,0604
0,0496
0,0460
5,00 x 1,00
0,0475
0,0475
0,0330
0,0813
0,0803
0,0568
5,00 x 2,00
0,0465
0,0398
0,0353
0,0793
0,0676
0,0553
5,00 x 4,00
0,0432
0,0370
0,0345
0,0730
0,0607
0,0546
5,00 x 8,00
0,0436
0,0357
0,0326
0,0733
0,0573
0,0512
5,00 x 10,00
0,0427
0,0368
0,0329
0,0713
0,0575
0,0517
66
Vervolg figuur 8.10 7,50 x 1,00
0,0457
0,0420
0,0330
0,0773
0,0693
0,0549
7,50 x 2,00
0,0450
0,0366
0,0339
0,0757
0,0584
0,0533
7,50 x 4,00
0,0415
0,0360
0,0335
0,0693
0,0581
0,0525
7,50 x 8,00
0,0418
0,0346
0,0318
0,0689
0,0549
0,0493
7,50 x 10,00
0,0410
0,0343
0,0321
0,0677
0,0543
0,0498
Plafondhoogte 5,00 meter │Platen opsteken en gebruik van platenlift, kamer- of rolsteiger 2,50 x 1,00
0,0448
0,0448
0,0347
0,0748
0,0748
0,0547
2,50 x 2,00
0,0434
0,0384
0,0334
0,0721
0,0621
0,0521
2,50 x 4,00
0,0403
0,0352
0,0327
0,0658
0,0558
0,0507
2,50 x 8,00
0,0399
0,0337
0,0311
0,0651
0,0526
0,0476
2,50 x 10,00
0,0394
0,0333
0,0313
0,0640
0,0520
0,0479
5,00 x 1,00
0,0511
0,0511
0,0347
0,0888
0,0875
0,0611
5,00 x 2,00
0,0498
0,0422
0,0372
0,0861
0,0729
0,0591
5,00 x 4,00
0,0460
0,0391
0,0362
0,0789
0,0650
0,0581
5,00 x 8,00
0,0465
0,0375
0,0340
0,0792
0,0610
0,0541
5,00 x 10,00
0,0455
0,0388
0,0344
0,0769
0,0613
0,0547
7,50 x 1,00
0,0490
0,0448
0,0347
0,0841
0,0748
0,0589
7,50 x 2,00
0,0481
0,0384
0,0355
0,0819
0,0621
0,0567
7,50 x 4,00
0,0441
0,0378
0,0351
0,0745
0,0619
0,0556
7,50 x 8,00
0,0443
0,0362
0,0331
0,0740
0,0582
0,0519
7,50 x 10,00
0,0434
0,0359
0,0334
0,0726
0,0575
0,0525
Plafondhoogte 7,50 meter │Platen per 6 stuks met hoogwerker of op vaste steiger, gebruik platenlift op steiger 2,50 x 1,00
0,0410
0,0410
0,0324
0,0672
0,0672
0,0501
2,50 x 2,00
0,0400
0,0358
0,0315
0,0653
0,0568
0,0483
2,50 x 4,00
0,0374
0,0332
0,0310
0,0601
0,0516
0,0473
2,50 x 8,00
0,0372
0,0319
0,0297
0,0597
0,0490
0,0447
2,50 x 10,00
0,0367
0,0316
0,0299
0,0587
0,0485
0,0451
5,00 x 1,00
0,0462
0,0462
0,0324
0,0785
0,0776
0,0553
5,00 x 2,00
0,0452
0,0388
0,0346
0,0766
0,0655
0,0539
5,00 x 4,00
0,0420
0,0362
0,0339
0,0706
0,0590
0,0532
5,00 x 8,00
0,0424
0,0349
0,0320
0,0709
0,0558
0,0500
5,00 x 10,00
0,0416
0,0360
0,0324
0,0690
0,0560
0,0505
7,50 x 1,00
0,0444
0,0410
0,0324
0,0747
0,0672
0,0536
7,50 x 2,00
0,0438
0,0358
0,0332
0,0732
0,0568
0,0520
7,50 x 4,00
0,0405
0,0352
0,0329
0,0671
0,0566
0,0513
7,50 x 8,00
0,0407
0,0339
0,0313
0,0667
0,0535
0,0482
7,50 x 10,00
0,0400
0,0336
0,0315
0,0656
0,0529
0,0487
2
Figuur 8.10:Netto-bewerkingstijd voor het beplaten van plafonds in mu/m exclusief sparingen et cetera. Voorzieningen
Bron
Enkele beplating
Dubbele beplating
Sparing voor leiding doorvoer Aanbrengen elastische kitvoeg
Tabel 8.2: 100 cmin / sparing =
0,02 mu/sparing
0,04 mu/sparing
Grondtijdenarchief en tijdstudies
N.v.t.
0,008 mu/m
1
Figuur 8.11: Netto-bewerkingstijd voor het aanbrengen van voorzieningen tijdens het beplaten van plafonds
67
Hoofdstuk 9
Afvoegen en afwerken
9.1
Inleiding Als de wanden en plafonds zijn beplaat, dan vindt zo laat mogelijk in het afbouwproces het zogenaamde afvoegen en afwerken plaats. De bedoeling daarvan is dat na het afvoegen en afwerken van naden, hoeken en schroefgaten het zichtoppervlak van de wand of het plafond vlak en strak overkomt. Daarvoor zijn door het Bedrijfschap Afbouw afwerkingsniveaus gede16 finieerd ingedeeld in de klassen A tot en met F. Klasse A is het hoogste niveau.
Figuur 9.1: Afgewerkte wand en plafond (klasse B) Verwijzend naar paragraaf 1.3 worden calculatietijdnormen ontwikkeld voor de afwerkingsniveaus: Klasse A: glad oppervlak voor hoge visuele eisen - naden en schroefgaten gevuld, gefinisht en geschuurd en oppervlak volledig ge17 filmd (aan te brengen dunne afwerklaag ). Klasse B: glad oppervlak voor normale visuele eisen - naden en schroefgaten gevuld, gefinisht en geschuurd. Klasse C: egaal oppervlak - naden en schroefgaten gevuld en gefinisht. Klasse D: egaal oppervlak - naden en schroefgaten gevuld. Voor het afvoegen van de naden wordt gebruik gemaakt van tape (papier- of glasvliestape of zelfklevend gaasband). Het tapeloos afvoegen is in Nederland geen gebruik. 9.2
Netto-deelbewerkingstijden Met behulp van multi-moment-opnamen (MMO) zijn de voor het samenstellen van de calcula18 tietijdnormen benodigde deelbewerkingen geobserveerd en de deelbewerkingstijden gemeten. Figuur 9.2 bevat het resultaat.
16 17 18
Zie voetnoot 2. De dunne afwerklaag kan machinaal (airless) worden aangebracht of handmatig mits er in de afwerklaag geen aanzetten te zien zijn. Deze kwaliteitseis stelt hoge eisen aan het vakmanschap van de afwerker. Het voegen van de naden gebeurt handmatig en met een holle spaan
68
MMO, afvoegen en afwerken lichte scheidingswanden en plafonds │Ronde-interval 0:30 min│Observatietijd in totaal 6:12 uren (= 372 minuten)│ Activiteit Platen 1,20 x 2,6 m. │ stijlen h.o.h. 0,60 m. │ schroeven ca. 15 stuks per m2
Aantal waarnemingen absoluut
in % B (tot. van A)
A
Tijd in minuten
Aantal afwerkers
C= Bx 372
D
Tijd in manminuten
Productie
E= CxD
F
G= E/F
Afsteken propjes (bij gipsvezel)
30
4,0 %
15
2
30
83 m2
Aanbrengen gaasband of papiertape
40
5,4 %
20
2
40
228 m2
Vullen naden
76
10,2 %
38
2
76
228 m2
Vullen schroefgaten
64
8,6 %
32
2
64
228 m2
Vullen naden deur/kozijnopeningen/hoeken
52
7,0 %
26
2
52
228 m2
Aanmaken en pakken voegenvuller
44
5,9 %
22
2
44
228 m2
Afsteken en/of (licht) schuren
36
4,8 %
18
2
36
228 m2
Finish naden
68
9,2 %
34
2
68
228 m2
Finish schroefgaten
44
5,9 %
22
2
44
228 M2
Finish naden deur/kozijnopening/hoeken
24
3,2 %
12
2
24
228 M2
Aanmaken en pakken finish
44
5,9 %
22
2
44
228 m2
B
Indirect o.a.: klaarmaken voegenvuller /finisher
79
10,6 %
39
2
78
C
Rust en persoonlijke verzorging
108
14,5 %
54
2
108
D
Aan- en afloop
35
4,8 %
18
2
36
A
Totaal
------ +
------ +
------ +
------ +
744
100%
372 min
744 manmin
Norm
0,3614 manmin/m2 0,1754 manmin/m2 0,3333 manmin/m2 0,2808 manmin/m2 0,2281 manmin/m2 0,1930 manmin/m2 0,1579 manmin/m2 0,2982 manmin/m2 0,1929 manmin/m2 0,1053 manmin/stuk 0,1929 manmin/m2
6:12 uren à 60 min à 2 monteurs = 744 manmin
Figuur 9.2: MMO, afwerken hoeken, naden en schroefgaten van wanden en plafonds
69
9.3
Netto-bewerkingstijden voor de afwerkingsniveaus van wanden Nadere analyse van de kwaliteitsklassen leert, dat ze elkaar omvatten. Immers, klasse D geeft als bewerkingseis ‘naden en voegen vullen’ waaraan klasse C het ‘finishen’ toevoegt, klasse B weer het ‘schuren’ en klasse A – tot slot – het ‘filmen’. Door deze opeenvolgende toevoegingen van bewerkingseisen ligt het voor de hand de samenstelling van de netto-bewerkingstijden voor de afwerkingsniveaus te beginnen met klasse D, zie figuur 9.3. Bewerkingen:
Plaatbreedte 1,20 meter
Plaatbreedte 0,60 meter
Naden
Schroeven
Naden
Schroeven
A
B
C = 1,85 x A
D=B
Afwerkingsniveau klasse D Schroeven ca. 15 stuks per m2. Naadafwerking met wapeningstape, papierof glasvlies tape of zelfklevend wapeningstape. - 1e keer vullen schroefgaten
0,2808
0,2808
- 1e laag vullen naden / hoeken
0,5614
1,0385
- Tape aanbrengen
0,1754
0,3245
e
- 2 keer vullen schroefgaten
0,2808
- 2e laag vullen naden / hoeken
0,5614
- Vuller aanmaken en pakken
0,1930 ---------- + 1,4912
Totaal gipskartonplaat
In manmin / m2 In mu/m
In manmin / m In mu/m
---------- + 2,7585
---------- + 0,5616 3,3201
0,0342
0,0553
0,3614
0,3614
2,0528 + 0,3614 = 2,4142
3,3201 + 0,3614 = 3,6815
0,0402
0,0614
- Afsteken proppen (bij gipsvezelplaten)
Totaal gipsvezelplaat
0,3570 ---------- + 0,5616 2,0528
2
2
0,2808 1,0385
2
Figuur 9.3: Netto-bewerkingstijden in mu / m2 voor afwerkingsniveau klasse D
Bewerkingen:
Plaatbreedte 1,20 meter
Plaatbreedte 0,60 meter
Naden
Schroeven
Naden
Schroeven
A
B
C = 1,85 x A
D=B
Afwerkingsniveau klasse C Schroeven ca. 15 stuks per m2. Naadafwerking met wapeningstape, papierof glasvlies tape of zelfklevend wapeningstape. - 1e keer vullen schroefgaten
0,2808
- 1e laag vullen naden / hoeken
0,5614
- Tape aanbrengen
0,1754
- 2e keer vullen schroefgaten
0,3245 0,2808
- 2e laag vullen naden / hoeken
0,5614
- Finish schroefgaten
0,2808 1,0385
0,1929
- Finish naden / hoeken
0,4035
- Vuller en finisher aanmaken en pakken
In manmin / m2 In mu/m
2
- Afsteken proppen (bij gipsvezelplaten)
0,1929 0,7464
0,3860 ---------- + 2,0877
Totaal gipskartonplaat
0,2808 1,0385
0,7141 ---------- + 0,7545
---------- + 3,8620
---------- + 0,7545
2,8422
4,6165
0,0473
0,0779
0,3614
0,3614
70
Vervolg figuur 9.4
Totaal gipsvezelplaat
In manmin / m2
2,8422 + 0,3614 = 3,2036
4,6165 + 0,3614 = 4,9779
0,0533
0,0829
In mu/m2
Figuur 9.4: Netto-bewerkingstijden in mu / m2 voor afwerkingsniveau klasse C
Bewerkingen:
Plaatbreedte 1,20 meter
Plaatbreedte 0,60 meter
Naden
Schroeven
Naden
Schroeven
A
B
C = 1,85 x A
D=B
Afwerkingsniveau klasse B Schroeven ca. 15 stuks per m2. Naadafwerking met wapeningstape, papierof glasvlies tape of zelfklevend wapeningstape. - 1e keer vullen schroefgaten
0,2808
e
0,2808
- 1 laag vullen naden / hoeken
0,5614
1,0385
- Tape aanbrengen
0,1754
0,3245
- 2e keer vullen schroefgaten
0,2808
- 2e laag vullen naden / hoeken
0,2808
0,5614
1,0385
- Finish schroefgaten
0,1929
- Finish naden
0,1929
0,4035
0,7464
- (Licht) schuren
0,1579
0,2921
- Vuller en finisher aanmaken pakken
0,3860
0,7141
---------- + 2,2456
Totaal gipskartonplaat
In manmin / m2 In mu/m
2
- Afsteken proppen (bij gipsvezelplaten)
Totaal gipsvezelplaat
In manmin / m In mu/m
2
2
---------- + 0,7545
---------- + 4,1541
---------- + 0,7545
3,0001
4,9086
0,0500
0,0818
0,3614
0,3614
3,0001 + 0,3614 = 3,3615
4,9086 + 0,3614 = 5,27
0,0560
0,0878
Figuur 9.5: Netto-bewerkingstijden in mu / m2 voor afwerkingsniveau klasse B In figuur 9.6 zijn de netto-bewerkingstijden voor het filmen toegevoegd aan de in figuur 9.5 samengestelde tijden voor het uitvoeren van de bewerkingen voor het verkrijgen van afwerkingsniveau klasse B. De netto-bewerkingstijden voor de bewerkingen van het filmen zijn niet gemeten, maar zijn ervaringsnormen (zie paragraaf 1.4) die zijn getoetst aan normen uit het grondtijdenarchief (zie voetnoot 3). Bewerkingen:
Plaatbreedte
Afwerkingsniveau klasse A Schroeven ca. 15 stuks per m2. Naadafwerking met wapeningstape, papierof glasvlies tape of zelfklevend wapeningstape.
1,20 meter
0,60 meter
Gipskartonplaten: Norm behorend bij klasse B (zie ook figuur 9.5)
0,0500 mu/m2
0,0818 mu/m2 0,055 mu / m2
Filmen wand (manuaal)
Totaal:
0,1050 mu/m
2
0,1368 mu/m
2
71
Vervolg figuur 9.6
Gipsvezelplaten: Norm behorend bij klasse B (zie ook figuur 9.5)
0,0560 mu/m2
0,0878 mu/m2 0,055 mu / m2
Filmen wand (manuaal)
Totaal:
0,1110 mu/m
2
0,1428 mu/m
2
Figuur 9.6: Netto-bewerkingstijden in mu / m2 voor afwerkingsniveau klasse A Voor het afwerken van naden rondom deur- en kozijnopeningen et cetera wordt een netto-bewerkingstijd gehanteerd van 0,16 mu/opening. 9.4
Netto-bewerkingstijden voor de afwerkingsniveaus van plafonds Voor het voegen en afwerken van plafonds gebruiken afwerkers afhankelijk van de hoogte een opstapje (bankje) trap of stelten, een kamer-, rol- of vaste steiger of een hoogwerker. Voor het op- en afklimmen dienen de netto-bewerkingstijden voor de wanden – de figuren 9.3 tot en met 9.6 – met de volgende op ervaring gebaseerde percentages te worden verhoogd:
Klimhulpmiddel
Plafondhoogte 2½m
Opstapje
2 ½ m tot 5 m
4%
Trap
9%
Stelten
4%
Kamersteiger Rolsteiger Vaste steiger (Schaar)hoogwerker
5 m tot 7 ½ m
7% 12% 1à2% 5%
Figuur 9.7: Klimtoeslagen voor het bepalen van netto-bewerkingstijden in mu / m2 voor de afwerkingsniveau van plafonds klassen A tot en met D
72
Hoofdstuk 10
Bouwplaatscoëfficië nten
10.1
Uitgangspunt Uit de definitie van het begrip richttijd – zie paragraaf 2.2.3 – volgt dat richttijden zijn gebaseerd op normale omstandigheden. Deze normale omstandigheden hebben betrekking op bijvoorbeeld de gebouwhoogte en transportafstanden, de kwaliteit van de bouwplaatsorganisatie, de seriematigheid van de uit te voeren werkzaamheden et cetera. Wijken omstandigheden van het normale af, dan wordt iedere afwijkende omstandigheid met een zogenaamde bouwplaatscoëfficiënt (BC) als volgt in rekening gebracht: Calculatietijdnorm = Netto-bewerkingstijd x BC1 x (1 + BC2 + BC3 + BC4 ) =
Richttijd x (1 + BC2 + BC3 + BC4 )
Omstandigheden waarvoor bouwplaatscoëfficiënten zijn bepaald zijn: • projectcategorie (nieuwbouw of renovatie) = BC1 • aan- en afloop = BC2 • kwaliteit van de bouwplaatsorganisatie = BC3 • seriematig werk = BC4 10.2
Projectcategorieën (BC1) Twee projectcategorieën worden onderscheiden, te weten: nieuwbouwprojecten en renovatieprojecten. Voor nieuwbouwprojecten is de toeslagfactor vastgesteld op 1,42 en voor renovatie op 1,55 vanwege het grotere aandeel indirecte handelingen (zie paragraaf 3.5). En zo kan de eerste bouwplaatscoëfficiënt (BC1) als volgt in de formule worden ondergebracht: Calculatietijdnorm = Netto-bewerkingstijd x BC1 x (1 + BC2 + BC3 + BC4 ) Hierin is: Richttijd = Netto-bewerkingstijd x BC1 BC1 = Bouwplaatscoëfficiënt voor de projectcategorie renovatie = 1,55 = Bouwplaatscoëfficiënt voor de projectcategorie nieuwbouw = 1,42
10.3
Aan- en afloop (BC2) In paragraaf 3.4 is het onderscheid aangebracht tussen aan- en afloop horizontaal en verticaal. Voor horizontaal is aangehouden dat zes keer per dag de afstand van keet naar de werkplek v.v. over een horizontale afstand van 150 meter wordt overbrugd met een snelheid van 4 km/uur. De tijd die daar per dag en per monteur mee gemoeid is, bedraagt (6 x 150m) / 4.000 meter / uur = 0,225 uur x 60 minuten = 14 minuten per dag per monteur.
73
Voor verticaal is aangehouden dat zes keer per dag een gemiddelde verticale afstand wordt overbrugd met een snelheid van 0,5 km/u. Het tijdbeslag dat daarmee gemoeid is, bedraagt (6 x 10m) / 500 meter / uur = 0,12 uur x 60 minuten ≈ 7 minuten per dag per monteur. In totaal bedraagt de aan- en afloop 14 + 7 = 21 minuten per dag per monteur≈ 0,4 uur per dag per monteur. De praktijk leert dat op bijvoorbeeld uitgestrekte bouwterreinen of bij hoogbouw projecten voor aan- en afloop grotere horizontale en verticale afstanden overbrugd moeten worden. De extra tijd die hiermee gemoeid is wordt met bouwplaatscoëfficiënt BC2 in rekening gebracht. Figuur 10.1 bevat de berekening van die coëfficiënt met als variabelen de horizontale afstand (vanaf 150 meter tot 500 meter) en de verticale afstand (vanaf 10 meter gemiddeld tot 50 meter gemiddeld). Activiteiten
Situatie A
Situatie B
Situatie C
Situatie D
tie nieuwbouw
↔
↔
↔
↔
↔
↔
↔
↔
200 m
300 m
150 m
400 m
150 m
500 m
150 m
(zie figuur 3.3)
↕
150 m
Standaard situa-
↕
↕
↕
↕
↕
↕
10m 20m 10m 30m 10m 40m 10m Tijden in minuten per monteur per dag (dag = 7 ½ uren = 450 minuten)
↕
50m
A │Directe hand.
317
(100%)
313
311
307
305
300
300
293
295
B │ Indirecte hand.
48
(15%)
47
47
46
46
45
45
44
44
C │ Rust & Pers. ver.
64
(18%)
65
64
64
63
62
62
61
61
14
↑
18
14
27
14
36
14
45
14
(200m)
(150m)
(300m)
(150m)
(400m)
(150m)
(500m)
(150m)
7
14
7
22
7
29
7
36
D │ Aan- en afloop: - Horizontaal (6 keer/dag; 4 km/u) - Verticaal
(150m) 7
(5%) ↓
(6 keer/dag; 0,5 km/u)
(10m)
(10m)
(20m)
(10m)
(30m)
(10m)
(40m)
(10m)
(50m)
E │Tot. min/monteur
450
450
450
450
450
450
450
450
450
1,42
1,44
1,47
1,50
1,54
0,014
0,035
0,056
0,085
= A+B+C+D Toeslagfactor = E/A
Met horizontaal als variabele en verticaal als vaste waarde is BC Toeslagfactor = E/A
1,42
Met verticaal als variabele en horizontaal als vaste waarde is BC
1,45
1,48
1,50
1,53
0,021
0,042
0,056
0,077
Figuur 10.1: Berekening van de bouwplaatscoëfficiënten voor aan- en afloop bij variabele horizontale en verticale afstanden Figuur 10.2 toont het samenvattende resultaat van de berekening. Bouwplaatscoëfficiënt voor aan- en afloop A = Horizontaal afstand van keet naar werkplek in meters 150 m
In richttijd opgenomen
200 m
0,01
300 m
0,04
B = Gemiddelde verticale afstand in meters 10 m (gebouwhoogte maximaal 20 m)
20 m (gebouwhoogte maximaal 40 m)
30 m (gebouwhoogte maximaal 60 m)
In richttijd opgenomen 0,02 0,04
74
Vervolg figuur 10.2
400 m
0,06
500 m
0,09
40 m (gebouwhoogte maximaal 80 m)
50 m (gebouwhoogte maximaal 100 m)
0,06 0,08
BC2 = A + B Figuur 10.2: Bouwplaatscoëfficiënt voor aan- en afloop En zo kan nu ook de tweede bouwplaatscoëfficiënt (BC1) als volgt in de formule worden ondergebracht: Calculatietijdnorm = Richttijd x (1 + BC2 + BC3 + BC4 ) Hierin is: Richttijd = Zie paragraaf 10.2 BC2 = A + B, waarin: 0,00≤ A ≤0,09 en 0,00≤ B ≤0,08 (zie figuur 10.2) Bij coëfficiënt BC2 de volgende opmerkingen: Bij horizontale afstanden van 200 meter of meer verdient het aanbeveling te onderzoeken of dichter bij de werklocatie een verantwoorde schaft- en toiletvoorziening kan worden geplaatst. Bij hogere gebouwen (20 à 30 m en hoger) verdient het aanbeveling te verkennen of materialen op de verdieping (in af te sluiten containers) kunnen worden opgeslagen, monteurs op de verdieping een schaft- en toiletgelegenheid kan worden geboden et cetera. 10.4
Organisatietoeslag (BC3) Lichte scheidingswanden en plafonds worden in de afbouwfase geplaatst. In die fase zullen nog maar weinig onverwachte omstandigheden van buitenaf invloed op de werkzaamheden uitoefenen. Wel zal de montage en de afwerking van de wanden en de plafonds goed afgestemd dienen te worden op de werkzaamheden van de overige afbouwdisciplines. Tijdens de observaties en metingen werd echter vastgesteld, dat die afstemming niet als vanzelfsprekend (optimaal) plaatsvindt met als gevolg dat de montage en de afwerking vaak onder tijdsdruk moesten worden uitgevoerd. Die tijdsdruk bouwt zich gaandeweg in de productieketen op. Want loopt één of een aantal bedrijven in de productieketen een productie19 achterstand op , dan moet die achterstand door de volgende bedrijven in de keten worden opgevangen en ingelopen. Het doorgeven van productieachterstand heeft tot gevolg dat de tijdsdruk het hoogst is - het meest gevoeld wordt – bij die bedrijven die het laatst in de productieketen werkzaamheden uitvoeren zoals de montagebedrijven. Door tijdsdruk ontstaat er aan het eind van de afbouwfase een opeenhoping van disciplines waardoor men elkaar op de werkplek in de weg loopt, er veel afstemming ontstaat, men op elkaar moet wachten, elkaars werk vernielt et cetera. Door tijdsdruk slaat vakwerk vaak noodgedwongen om in haastwerk. En haastwerk roept ergernis op en leidt tot fouten die weer hersteld moeten worden. Dat kost tijd! Tijd die er onvoldoende is. Zo ontstaat een vicieuze cirkel van een steeds verder oplopende tijdsdruk die de efficiency, de voortgang en de kwaliteit aantasten.
19
Oorzaken van productie-achterstand kunnen zijn: start uitvoering is vertraagd maar opleverdatum wordt niet aangepast maar blijft gehandhaafd, informatie (tekeningen et cetera) te laat, wijzigingen in bouwplan, capaciteitstekorten (productiepersoneel, machines of materialen) op de bouwplaats, weersinvloeden (wind, vorst, hitte) en dergelijke.
75
Naast het risico van inefficiënties, stagnerende voortgang en kwaliteitsverlies zijn bij de montage en afwerking van wanden en plafonds ook een aantal arbo-risico’s te onderkennen, te weten: • hoge fysieke belasting omdat werkzaamheden boven het hoofd worden uitgevoerd • valgevaar omdat op een steiger wordt gewerkt • oogletsel door het bovenhoofds boren, schieten, nieten, schroeven, voegen et cetera. Wanneer er sprake is van inefficiënties waarvan de oorzaak buiten de invloedssfeer van de monteurs en/of de afwerkers ligt, dan kunnen die inefficiënties worden gecompenseerd door de zogenaamde uitvoeringstoeslag. Bouwplaats organisatie
Uitvoeringstoeslag (BC3)
Organisatiegraad Lage organisatiegraad
Hoge organisatiegraad
Van 0,0 tot en met + 0,05
Van 0,0 tot en met - 0,02
Figuur 10.3: Organisatietoeslag Voorbeelden van een lage organisatiegraad op de bouwplaats zijn: • Wachten op door de hoofdaannemer te verzorgen leveranties (profielen, platen, isolatiematerialen et cetera). • Op het laatste moment wordt op last van de hoofdaannemer van ruimte gewisseld waarin gewerkt moet worden met als gevolge, dat gereedschap, kamersteiger(s) et cetera verplaatst moeten worden en het risico aanwezig is dat niet de juiste materialen of hoeveelheden materialen aanwezig zijn / in voorraad zijn. • Er werken tegelijk te veel disciplines in de ruimte waar de monteurs en/of afwerkers hun werkzaamheden verrichten met als gevolg dat men elkaar in de weg loopt. • Men respecteert elkaars werk niet want om de voortgang van eigen werkzaamheden zeker te stellen of te bespoedigen vernielt men andermans werkzaamheden. Voorbeelden van een hoge organisatiegraad op de bouwplaats zijn: • Er wordt gewerkt met tussentijdse visuele controles en/of (deel)opleveringen, met proefvlakken et cetera. • Werkzaamheden van de verschillende disciplines worden vroegtijdig en in overleg met betrokkenen gecoördineerd en afgestemd. • Er is een aanspreekpunt bij de uitvoeringsleiding en bij de montage- en/of afwerkploeg. En zo kan nu ook de derde bouwplaatscoëfficiënt (BC1) als volgt in de formule worden ondergebracht: Calculatietijdnorm = Richttijd x (1 + BC2 + BC3 + BC4 ) Hierin is: Richttijd = Zie paragraaf 10.2 BC2 = A + B, waarin: 0,00 ≤ A ≤ 0,09 en 0,00 ≤ B ≤ 0,08 (zie figuur 10.2) BC3 = vanaf - 0,05 tot en met + 0,02 (zie figuur 10.3) Tot slot nog het volgende: Het gebruik van figuur 10.3 vraagt van de calculator, dat hij aan de hand van zijn eigen ervaringen de uitvoeringstoeslag kiest die past bij de redelijkerwijze te voorziene specifieke projectomstandigheden. Die omstandigheden kunnen betrekking hebben op (combinaties van): type project (nieuwbouw, renovatie, gebouw wel of niet in gebruik), eerdere ervaringen met de hoofdaannemer, of het leidinggevend uitvoeringsteam, of de opzichter et cetera.
76
10.5
Seriematig werk (BC4) Als werkzaamheden ononderbroken kunnen worden uitgevoerd en onderwijl de ploeggrootte en –samenstelling en de werkmethode niet wijzigen, dan kan de verrekeningsfactor voor seriematig werk worden toegepast. In figuur 10.4 zijn deze in de praktijk getoetste analytisch samengestelde verrekeningsfactoren weergegeven en wordt het gebruik toegelicht. De te monteren wanden en ook de plafonds zijn min of meer gelijk e
1 2e 3e 4e 5e 6e ne wand/plafond wand/plafond wand/plafond wand/plafond wand/plafond wand/plafond wand/plafond 25%
20%
15%
10%
5%
0%
0%
Figuur 10.4: Verrekeningsfactoren voor seriematig werk Om het gebruik van de verrekeningsfactoren te illustreren het volgende voorbeeld: Uitgangssituatie: • Project met 8 ruimten waar in elke ruimte 1 wand moet worden aangebracht • Berekende richttijd is 20,27 mu per wand • Tussen de wanden in de verschillende ruimten is weinig variatie Berekening: 1e wand
Te besteden tijd = 20,27 mu x 1,25 =
25,34 mu/wand
2e wand
Te besteden tijd = 20,27 mu x 1,20 =
24,32 mu/wand
3e wand
Te besteden tijd = 20,27 mu x 1,15 =
23,31 mu/wand
4e wand
Te besteden tijd = 20,27 mu x 1,10 =
22,30 mu/wand
e
5 wand
Te besteden tijd = 20,27 mu x 1,05 =
21,28 mu/wand
6e t/m 8e wand
Te besteden tijd = (8-5) x 20,27 mu x 1,00 =
60,81 mu/wand
Totaal:
177,36 mu voor 8 wanden
Gemiddelde = 177,36 mu : 8 wanden = 22,17 mu per wand, ofwel 1,9 mu meer dan de berekende richttijd van 20,27 mu / wand.
77
Bijlage 1
Veilig en gezond werken
1
Tillen 20
In Nederland worden voornamelijk gipsplaten verwerkt met een breedte van 1.200 mm en met een lengte tussen de 2.500 en 3.000 mm. Afhankelijk van de dikte en de samenstelling wegen deze platen per stuk zo’n 30 tot ruim 45 kilo. Volgens de Arboconvenant Afbouw en 21 Onderhoud en de beleidsregel Tillen , die voor de sector op 1 januari 2007 van kracht werd, mag 1 persoon maximaal 25 kilo met de hand tillen en 2 personen maximaal 50 kilo met de hand. Kortom, als gipsplaten niet machinaal maar met de hand getild en vervoerd worden, dan gelden de volgende regels: •
gipsplaten van ≤ 25 kilo mogen door 1 persoon met de hand getild en vervoerd worden
•
gipsplaten van › 25 ≤ 50 kilo mogen door 2 personen met de hand getild en vervoerd worden
•
2
Materialen en gereedschappen van › 50 kilo mogen niet met de hand, maar moeten machinaal getild en vervoerd worden.
Stof Monteurs hebben regelmatig met stof te maken. 53% heeft hier klachten over. Veel (kwarts)stof komt vrij bij het boren in plafonds. Ook bij het zagen met de cirkelzaag en bij het plaatsen van plafondplaten komt een grote hoeveelheid vrij. Of dit schadelijk is, hangt af van het soort materiaal. Werken met vezelhoudende materialen kan huidirritatie veroorzaken. Van de plafondmonteurs heeft 11% last van allergische huidaandoeningen. Om de grenswaarde voor kwartsstof niet te overschrijden en huidirritatie zoveel als mogelijk is te voorkomen kan de werkgever maatregelen treffen, te weten: • Laat (plafond)platen en het plafondmateriaal (isolatie) zoveel mogelijk op maat aanleveren. • Beperk de blootstelling aan stof door stofafzuiging toe te passen. • Laat stoffige werkzaamheden uitvoeren in een aparte ruimte (met afzuiging/ventilatie). • Zorg voor voldoende vonkvrije industriestofzuigers op de werkplek. • Verstrek bij stoffig werk en opruim- of schoonmaakwerk ademhalingsbescherming met P2-filter. • Verstrek bij zeer hoge stofconcentraties en/of langdurige stoffige werkzaamheden ademhalingsbescherming (een kap, helm of masker) voorzien van een aanblaasfilter (type 2 of 3).
20 21
Worden bij de totstandkoming van binnenruimtes gipsplaten gebruikt, dan wordt in 70 tot 80% van de gevallen de zogenaamde standaardplaat verwerkt die 1.200 mm breed is en 2.500 tot 3.000 mm lang. Per 1 januari 2007 is de nieuwe Arbo-wet van kracht geworden. Met deze nieuwe wet krijgen werkgevers en werknemers zelf meer ruimte om het arbobeleid in te vullen. In de nieuwe Arbo-wet stelt de overheid doelvoorschriften vast. Dat is het niveau van bescherming dat bedrijven moeten bieden aan de werknemers, zodat zij veilig en gezond kunnen werken. Werkgevers en werknemers maken samen afspraken over de wijze waarop zij binnen hun onderneming of branche invulling geven aan de door de overheid gestelde doelvoorschriften. Deze afspraken kunnen zij vastleggen in een arbocatalogus. Nadat werkgevers en werknemers in een bepaalde sector of branche een positief getoetste arbocatalogus hebben opgesteld, worden de beleidsregels voor die sector of branche ingetrokken. Per 1 januari 2010 worden alle beleidsregels ingetrokken.
78
•
Verstrek bij het zagen en bewerken van vezelhoudende materialen een goedsluitende overall, een stofbril of gelaatsscherm en werkhandschoenen.
79
Bijlage 2
Berekeningen deelbewerkingstijden
Bevoorraden werklocatie: - Platen: . plaatafmeting 600 x 2.500 mm . plaatafmeting 900 x 2500 mm . plaatafmeting 1.200 x 2500 mm - Profielen: . stijlen h.o.h. 0,40 m
. stijlen h.o.h. 0,60 m Montage frames wanden: - Stijlen h.o.h. 0,40 m - Stijlen h.o.h. 0,60 m
Aanbrengen PUR-schuimen dotjes. Montage draagstructuur plafond: - Vrijdragende plafonds - Verlaagde plafonds: . enkele profiellaag
. dubbele profiellaag Beplaten: - Wanden: . plaatafmeting 600 x 2.500 mm, stijlen h.o.h. 0,60 m . plaatafmeting 900 x 2500 mm, stijlen h.o.h. 0,45 m
. plaatafmeting 1.200 x 2500 mm, stijlen h.o.h. 0,60 m en 0,40 m - Plafonds: . plaatafmeting 600 x 2.500 mm, C-profielen h.o.h. 0,30 m . plaatafmeting 900 x 2500 mm, C-profielen h.o.h. 0,45 m en 0,30 m
. plaatafmeting 1.200 x 2500 mm, C-profielen h.o.h. 0,40 m en 0,30 m
80