Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding

Condensatieketel voor gas

Voor de vakman

6 720 617 786 - 10/2008 BE

Logano plus GB202-62/95

Voor montage en onderhoud zorgvuldig lezen.

Voorwoord

Voorwoord Geachte klant, Warmte is ons element – en dat al meer dan 275 jaar. Wij zetten constant al onze energie en passie in, om voor u individuele oplossingen voor een comfortabel klimaat te ontwikkelen. Of het nu gaat om verwarming, tapwater of ventilatie – met een Buderus-product krijgt u zeer efficiënte verwarmingstechniek in de bewezen Buderus-kwaliteit, die u lang en betrouwbaar behaaglijkheid zal schenken. Wij fabriceren volgens de modernste technologieën en letten er speciaal op, dat onze producten efficiënt op elkaar zijn afgestemd. Rendement en milieuvriendelijkheid staan daarbij altijd voorop. Hartelijk dank, dat u voor ons heeft gekozen en daarmee ook voor efficiënt energiegebruik bij tegelijkertijd een hoog comfort. Om te zorgen dat dit ook op langere termijn zo blijft, verzoeken wij u het bedieningsvoorschrift zorgvuldig door te lezen. Indien er toch een keer problemen mochten optreden, verzoeken wij u contact op te nemen met uw installateur. Hij helpt u graag verder. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe Buderus-product! Uw Buderus-team

2

Logano plus GB202-62/95- Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave 1

Veiligheidsaanwijzingen en toelichting van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 1.1 Toelichting van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . 4 1.2 Algemene veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . 4

2

Gegevens betreffende het apparaat . . . . . . . . . . . . . 2.1 CE-conformiteitverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2 Voorgeschreven toepassing . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3 Identificatie van de CV-ketel . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.4 Waterkwaliteit (vul- en bijvulwater) . . . . . . . . . . . . 2.5 Afval . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

5 5 5 5 5 5

3

Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 3.1 Elementen van het bedieningspaneel . . . . . . . . . 6 3.2 Temperaturen instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 3.2.1 Streefwaarde van het warme tapwater aangeven 7 3.2.2 Ketelwatertemperatuur instellen . . . . . . . . . . . . . . 8 3.3 Waarden op het display weergeven . . . . . . . . . . 9 3.4 Handmatig bedrijf (noodbedrijf) . . . . . . . . . . . . . 10 3.5 Nalooptijd pomp instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 3.6 Extra bedieningseenheid (RCxx) . . . . . . . . . . . . 11

4

Werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 4.1 Bedrijfsdruk controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 4.2 CV-installatie bijvullen en ontluchten . . . . . . . . . 12

5

CV-installatie buiten werking stellen . . . . . . . . . . . 14 5.1 CV-installatie via het regeltoestel buiten bedrijf stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 5.2 CV-installatie in geval van nood buiten werking stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 5.3 Afval . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

6

Inspectie en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 6.1 Waarom is regelmatig onderhoud van belang? 15 6.2 Reiniging en verzorging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

7

Bedrijfs- en storingsmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . 16 7.1 Bedrijfsmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 7.2 Storingen herkennen en resetten . . . . . . . . . . . . 17

Informatie over de handleiding Montage en onderhoud mogen alleen worden uitgevoerd door installateurs die door Buderus zijn geautoriseerd. V Deze Logano plus bedieningshandleiding voor het bedienen zorgvuldig doorlezen. V Voorschrift goed bewaren.

Trefwoordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18


3

1

Veiligheidsaanwijzingen en toelichting van de symbolen

1

Veiligheidsaanwijzingen en toelichting van de symbolen

1.1

Toelichting van de symbolen Veiligheidsaanwijzingen in de tekst worden aangegeven met een gevarendriehoek met grijze achtergrond en een kader.

Signaalwoorden geven de graad van gevaar aan, wanneer de maatregelen ter vermindering van schade niet gerespecteerd worden. – Opgelet betekent, dat lichte materiële schade kan ontstaan. – Waarschuwing betekent, dat er lichte letstels of zware materiële schade kan ontstaan. – Gevaar betekent, dat er zware letsels kunnen ontstaan. In bijzonder ernstige gevallen bestaat levensgevaar. Aanwijzingen in de tekst worden met nevenstaand symbool aangegeven. Ze worden gescheiden van de tekst door een horizontale lijn onder en boven de tekst. Aanwijzingen bevatten belangrijke informatie betreffende situaties die geen gevaar inhouden voor de mens of het apparaat.

1.2

Algemene veiligheidsinstructies

Ontploffingsgevaar bij gasgeur V Gaskraan sluiten (Æ pagina 14). V Ramen en deuren openen. V Bedien geen elektrische schakelaars, ook geen telefoon, stekker of deurbel. V Open vlammen doven! Niet roken! Geen aansteker gebruiken! V Waarschuw de andere bewoners van het huis van buiten af, gebruik daarbij de bel niet! Buiten contact opnemen met gasdistributiemaatschappij en erkend installateur. V Bij hoorbaar uitstromen direct het gebouw verlaten. Verhinder betreden door derden; waarschuw de politie en de brandweer buiten het gebouw. Gevaar bij rookgasgeur V CV-ketel uitschakelen (Æ pagina 14). V Ramen en deuren openen. V Contact opnemen met erkend vakman. Gevaar door explosie van ontvlambare gassen V Werkzaamheden aan gasvoerende onderdelen alleen door een erkend installateur laten uitvoeren.

4

Explosieve of licht ontvlambare materialen V Sla geen brandbare materialen of vloeistoffen in de directe omgeving van de CV-ketel op. V Houd de minimale afstanden aan tot brandbare materialen. Gevaar door elektrische stroom bij een geopende CV-ketel V Voordat de CV-ketel wordt geopend: schakel de CVinstallatie stroomloos door middel van de CV-noodschakelaar of verbreek de verbinding naar het stroomnet via de betreffende hoofdzekering. Het is niet voldoende het regeltoestel uit te schakelen. V Beveilig de CV-installatie tegen onbedoeld opnieuw inschakelen. Schade door bedieningsfouten Bedieningsfouten kunnen persoonlijk letsel en/of materiële schade tot gevolg hebben. V Waarborg dat kinderen dit toestel niet zonder toezicht kunnen bedienen of ermee kunnen spelen. V Waarborg, dat alleen personen toegang hebben, die in staat zijn dit toestel deskundig te bedienen. Opstelling, bedrijf V Toestel alleen door een erkende installateur laten opstellen. V Rookgasafvoerende delen niet wijzigen. V Gebruik het toestel nooit met ontoereikende hoeveelheid water! V Alleen toegelaten brandstoffen conform de typeplaat gebruiken. V Be- en verluchtingsopeningen in deuren, vensters en wanden niet afsluiten of verkleinen. Inspectie/Onderhoud V Aanbeveling voor de klant: laat de CV-ketel en de boiler jaarlijks onderhouden door een erkend installateur. De gebruiker is verantwoordelijk voor de veiligheid en de milieuvriendelijke werking van de installatie. V Veiligheidsaanwijzingen uit de montage- en onderhoudshandleiding in het hoofdstuk "onderhoud en reiniging" respecteren. V Gebruik alleen originele reserve-onderdelen! Verbrandings-/kamerlucht V Verbrandings-/ruimtelucht vrij houden van agressieve stoffen (b.v. halogeenkoolwaterstoffen, die chloor- of fluorverbindingen bevatten). Corrosie wordt zo voorkomen.


Gegevens betreffende het apparaat

2

Gegevens betreffende het apparaat

2.1

CE-conformiteitverklaring

Dit product voldoet qua constructie en werking aan de Europese richtlijnen evenals aan de bijkomende nationale vereisten. De conformiteit wordt aangetoond door het CE-kenmerk. De conformiteitverklaring van het product staat u op Internet onder www.buderus.de/konfo ter beschikking of kan bij het betreffende Buderus-filiaal worden aangevraagd.

2.2

< 100 kW < 50 kW

Voorgeschreven toepassing

De Logano plus GB202-62/95 is ontworpen voor de verwarming van CV-water en de tapwaterbereiding b.v. voor één- of meergezinshuizen. Een andere toepassing is niet toegestaan. De CV-ketel kan worden uitgerust met de bedieningseenheid RCxx Logamatic 4121 of met een aan/uit-kamerthermostaat (24V) (toebehoren).

2.3

Identificatie van de CV-ketel

De benaming van de CV-ketel is uit de volgende delen samengesteld: GB:

Condensatieketel voor gas

202:

Type

62, 95:

Maximaal CV-vermogen in kW

2.4

2

Waterkwaliteit (vul- en bijvulwater)

Niet geschikt of vervuild water kan storingen in de CVketel en schade aan de warmtewisselaar of de tapwatervoorziening door o.a. slibvorming, corrosie of verkalking tot gevolg hebben. – Bronnen en grondwater zijn als vulwater niet geschikt. – Om het toestel voor zijn gehele levensduur te beschermen tegen kalkbeschadigingen en een storingsvrije werking te garanderen, moet het totale volume aan afzettingsmateriaal in het vul- en bijvulwater van de verwarmingskringloop beperkt worden. Ter controle van de toegelaten waterhoeveelheden afhankelijk van de vulwaterkwaliteit is het diagram bedoeld in afb. 1.

0

Afb. 1 1 2 3 4

30

Eisen aan het ketelvulwater voor losse ketels tot 100 kW

Watervolume over de gehele levensduur van de CV-ketel (in m3) Waterhardheid (in °dH) Onbehandeld water Boven de grenscurve zijn maatregelen nodig. Systeemscheiding direct onder de CV-ketel met behulp van een warmtewisselaar uitvoeren. Wanneer dit niet mogelijk is, bij de Buderus-dealer informeren naar vrijgegeven maatregelen. Idem bij cascade-installaties.

– Is de daadwerkelijk benodigde hoeveelheid vulwater groter dan het watervolume over de gehele levensduur, dan is een waterbehandeling noodzakelijk. Daarbij mag enkel gebruik gemaakt worden van door Buderus goedgekeurde chemicaliën, waterbehandelingsmiddelen, enz. Goedgekeurde maatregelen voor waterbehandeling kunt u opvragen bij Buderus. – Het is niet toegestaan het water te behandelen b.v. met pH-verhogende/ verlagende middelen (chemische toevoegmiddelen of antivriesmiddel). – Alvorens de installatie te vullen, deze grondig spoelen.

2.5

Afval

V Laat het verpakkingsmateriaal op een milieuvriendelijke wijze verwerken. V Laat de componenten van de CV-installatie die vervangen moeten worden, door een erkende instantie op milieuvriendelijke wijze verwerken.


5

3

Bediening

3

Bediening

3.1

Elementen van het bedieningspaneel

Achter de plaat voor de regeling bevindt zich de basiscontroller (BC10), die de basisbediening van de CV-installatie of de CV-ketel Logano plus GB202-62/95 mogelijk maakt. Indien uw CV-installatie uit meerdere CV-ketels bestaat (cascadesysteem), dient u de instellingen op het regeltoestel van elke CVketel uit te voeren. V Klep van het regeltoestel omhoog klappen, om het bedieningspaneel van de basiscontroller te kunnen bereiken.

Wanneer de brander na het terugzetten van de storing weer in storing gaat, zie hoofdstuk 7. Eventueel de erkende installateur opdracht geven de storing op te lossen.

d-toets "schoorsteenveger"

Door middel van de toets d [11] kan de CV-ketel in het handmatige bedrijf (handbediening) worden geschakeld, wanneer b.v. de regeling van de CV-installatie (b.v. bedieningseenheid) defect is (Æ tab. 4, pagina 10).

e-toets "statusindicatie" 2 3

4

Met de toets e [10] kan de actuele ketelwatertemperatuur, de actuele werkdruk enz. op het display worden getoond (Æ tab. 3, pagina 9).

5 6

Aansluitmogelijkheid voor de diagnosestekker Hier kan de installateur een diagnosestekker (Service Tool) aansluiten [9].

1

12 11 10 9 8

7 6 720 617 694-01.1RS

Afb. 2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

Bedieningselementen op de basis-controller BC10

Bedrijfsschakelaar (aan/uit) Draaiknop voor de ingestelde warmwaterwaarde LED "Warmwaterbereiding" Display voor de statusindicatie Draaiknop voor maximale ketelwatertemperatuur LED "Warmtevraag" Afdekking van de insteekplaats voor bedieningseenheid RCxx LED "Brander" (aan/uit) Aansluitstekker voor de diagnosestekker Toets "Statusaanduiding" Toets "Schoorsteenveger" voor rookgastest en handmatige modus Toets "Reset" (ontstoringstoets)

Bedrijfsschakelaar Door middel van de netschakelaar [1] de CV-ketel aan- en uitschakelen. Toets "Reset" Opnieuw starten van de CV-ketel in geval van een storing met behulp van de toets "Reset" [12]. Dit is alleen noodzakelijk bij vergrendelende storingen (display knippert). Blokkerende fouten worden automatisch teruggezet, als de oorzaak is verholpen. Op het display verschijnt "rE", terwijl de reset uitgevoerd wordt.

6

LED "Brander" (aan/uit) De LED "Brander" (aan/uit) [8] signaleert de bedrijfstoestand van de brander. De LED brandt, wanneer de brander in bedrijf is en het ketelwater wordt opgewarmd. De LED is uit, wanneer het ketelwater binnen het gewenste temperatuurbereik ligt of wanneer er geen warmtevraag is. LED "Warmtevraag" De LED "Warmtevraag" [6] brandt, wanneer door de regeling een warmtevraag is ontstaan (b.v. wanneer de kamers die verwarmd moeten worden, te koud worden). Draaiknop voor maximale ketelwatertemperatuur Door middel van de draaiknop voor de maximale temperatuur van het ketelwater [5] kunt u de bovenste grenstemperatuur van het ketelwater instellen (Æ hoofdstuk 3.2.2). De eenheid is °C. Display Op het display [4] kunt u de status en de waarden van de CV-installatie aflezen. In geval van een storing geeft het display direct de fout in de vorm van een foutcode aan. Bij een vergrendelende fout knippert de statusindicatie. Draaiknop voor de streefwaarde voor het tapwater Geef met de draaiknop "streefwaarde tapwater" [2] de gewenste tapwatertemperatuur in (Æ hoofdstuk 3.2.1). De eenheid is °C. LED "Warmwaterbereiding" De LED "Tapwaterbereiding" [3] brandt, wanneer een warmtevraag in het tapwater is ontstaan (b.v. wanneer warm/heet water nodig is).


3

Bediening

3.2

Temperaturen instellen

3.2.1 Streefwaarde van het warme tapwater aangeven V Geef met de draaiknop streefwaarde tapwater [1] de gewenste tapwatertemperatuur in de tapwaterboiler in.

1

De LED [2] onder de draaiknop licht op wanneer tapwater wordt nageladen of de tapwatertemperatuur onder de streefwaarde ligt (warmtevraag).

2 Afb. 3

6 720 617 694-04.1RS

Draaiknop "streefwaarde tapwater"

Toestand

Toelichting

LED

Uit

Geen toevoer van warmwater (enkel verwarmingsbedrijf).

Uit

Energiespaarbedrijf1),

Aan2)

Tapwatertemperatuur 60 °C

Het tapwater wordt pas opgewarmd tot 60 °C, als de temperatuur aanzienlijk gedaald is. Daardoor wordt het aantal branderstarts gereduceerd en wordt er energie gespaard. Het water kan dan echter eerst wel wat kouder zijn.

30 – 60

Directe instelling op BC101) in °C

De temperatuur wordt aan de BC10 ingesteld en kan niet gewijzigd worden met behulp van een bedieningseenheid.

Aan2)

Aut

Instelling via bedieningseenheid1)

De temperatuur wordt ingesteld op de bedieningseenheid (RCxx). Indien er geen bedieningseenheid is aangesloten, bedraagt de maximum tapwatertemperatuur 60 °C.

Aan2)

0 Eco

(vooringesteld)

Tab. 1 Instellingen aan de draaiknop voor "streefwaarde tapwater" 1) Het verwarmingsprogramma (schakelklok) van de kamerthermostaat blijft actief, daardoor wordt gedurende de nacht geen warm tapwater bereidt. 2) De LED onder de draaiknop brandt, wanneer tapwater wordt bijgevuld of wanneer de tapwatertemperatuur onder de streefwaarde ligt (warmtevraag).


7

3

Bediening

3.2.2 Ketelwatertemperatuur instellen V Bij de draaiknop Maximale ketelwatertemperatuur [1] kunt u de bovenste grenstemperatuur van het ketelwater voor het CV-bedrijf instellen overeenkomstig tab. 2.

1

Voorzichtig: Schade aan de installatie bij vloerverwarming door oververhitting van de leidingen! V Bij vloerverwarming de maximale ketelwatertemperatuur niet hoger dan 40 °C instellen. Om energie te besparen, stelt u de maximale ketelwatertemperatuur zo laag in, dat het altijd nog warm genoeg is. Wanneer de temperatuur te laag is ingesteld, kan de gewenste kamertemperatuur niet worden bereikt. Overige aanwijzingen m.b.t. de energiebesparing vindt u in de gebruikshandleiding van de bedieningseenheid of het regeltoestel. Regelaarpositie

Instelling voor

0

40

6 720 617 694-05.1RS

Afb. 4 1

Bedieningsveld van de basiscontroller

Draaiknop voor maximale ketelwatertemperatuur

Toelichting CV-bedrijf is uitgeschakeld (evt. alleen tapwaterbedrijf).

Vloerverwarming

75 – 90

Radiatoren

90

Convectoren

Aut

Vloerverwarming Radiatoren Convectoren

Gewenste ketelwatertemperatuur in °C

De temperatuur wordt met een bedieningseenheid RCxx automatisch via de verwarmingskarakteristiek bepaald. Wanneer geen bedieningseenheid is aangesloten, geldt 90 °C als maximale ketelwatertemperatuur.

Tab. 2 Instellingen op de draaiknop voor maximale ketelwatertemperatuur

8


Bediening

3

3.3

Waarden op het display weergeven Met de toets e [1] kan informatie over de bedrijfstoestand van de CV-ketel op het display worden opgeroepen. De actueel gemeten waarden worden getoond: – Ketelwatertemperatuur (continue weergave) – Bedrijfsdruk – Bedrijfscode Statusindicaties Stap

Display

e

[\/2/4|

Actueel gemeten aanvoertemperatuur in °C.

e

[p/1.6|

Actueel gemeten bedrijfsdruk in bar.

e

[-/h/\|

Bedrijfscode (in dit geval CVketel in verwarmingsbedrijf).

e

[\/2/4|

Terug naar menu: actueel gemeten aanvoertemperatuur.

of 5 minuten wachten

1 Afb. 5 1

6 720 617 694-02.1RS

Basiscontroller BC10

Toets "Statusaanduiding"

Tab. 3 Informatie over de bedrijfstoestand aflezen


9

3

3.4

Bediening

Handmatig bedrijf (noodbedrijf)

Tijdens handmatig bedrijf kan de CV-installatie onafhankelijk van een bedieningseenheid (RCxx) gestuurd worden (noodbedrijf wanneer er een storing in de bedieningseenheid is). De CV-ketel wordt met de op de draaiknop voor maximale ketelwatertemperatuur ingestelde temperatuur als streefwaarde gebruikt. De CVinstallatie mag alleen gedurende korte tijd in handmatig bedrijf blijven. Waarschuwing: Schade aan de installatie door bevriezing! De CV-installatie kan bij het uitvallen van de elektriciteit of het uitschakelen van de voedingsspanning bevriezen. V Activeer het handmatige bedrijf na het inschakelen opnieuw, zodat de CV-installatie in bedrijf blijft (met name bij vorstgevaar).

Menu handmatig bedrijf in-/uitschakelen Stap

Display

d > 5 secon-

[\/2/4|

Actueel gemeten aanvoertemperatuur in °C.

[/2/4}

Activeren handmatig bedrijf: toets d langer dan 5 seconden ingedrukt houden. Zodra er rechts beneden op het display een knipperende punt verschijnt, is handmatig bedrijf geactiveerd.

[\/2/4|

Beëindigen van het handmatig bedrijf (na een netspanningsonderbreking wordt het handmatig bedrijf ook beëindigd).

den

d > 2 seconden

Tab. 4 Handmatig bedrijf (noodbedrijf)

10


Bediening

3.5

3

Nalooptijd pomp instellen Bij een regeling op basis van de buitentemperatuur en temperaturen beneden de 3 °C wordt de pomp automatisch in continu bedrijf geschakeld.

De fabrieksinstelling van de nalooptijd van de pomp is geschikt voor de meeste situaties. Uitzondering bij kamerthermostaat-regeling: wanneer vorstgevaar bestaat voor onderdelen van de CVinstallatie, die buiten het bereik van de kamerthermostaat liggen (b.v. radiatoren in de garage), moet de pompnalooptijd op 24 uur worden ingesteld (Æ tab. 5). Menu Instellingen Stap

Display

e e

[\/2/4|

Actueel gemeten aanvoertemperatuur in °C (weergave in normaal bedrijf)

[\f//5|

Pompnalooptijd in minuten d-toets indrukken voor [f/d1| (24 uur) c-toets ingedrukt houden tot de gewenste pompnalooptijd is bereikt (minimaal [f//0| = 15 seconden)

[\/2/4|

Terug naar normaal bedrijf

(2-maal)

e e (2-maal) of 5 minuten wachten

Tab. 5 Nalooptijd pomp

3.6

Extra bedieningseenheid (RCxx)

Bij gebruik van een extra bedieningseenheid moet de Basiscontroller (BC10) als volgt worden ingesteld:

1

2

V Plaats aan de basiscontroller de beide draaiknoppen [1 en 2] in de positie "AUT", zodat alle instellingen via de bedieningseenheid geregeld kunnen worden. V Bedrijfsschakelaar [3] in stand "1" zetten (Aan). Op de bedieningseenheid raden wij aan om het volgende te controleren resp. in te stellen: – – – –

bedrijfssoort automatisch gewenste kamertemperatuur gewenste tapwatertemperatuur gewenst verwarmingsprogramma In de bedieningshandleiding wordt beschreven, hoe u die instellingen moet invoeren en welke voordelen ze bieden. V Lees altijd zorvuldig de bedieningshandleiding van de bedieningseenheid door en respecteer deze.

3 Afb. 6

6 720 617 694-03.1RS

Bedieningspaneel basiscontroller


11

4

4

Werking

Werking

Om ervoor te zorgen dat de CV-installatie operationeel blijft, moet de bedrijfsdruk regelmatig worden gecontroleerd.

4.1

Bedrijfsdruk controleren

Bij pas gevulde CV-installaties dient de bedrijfsdruk eerst dagelijks en vervolgens in steeds grotere intervallen te worden gecontroleerd. De maximale druk in de CV-installatie, die direct aan de CV-ketel wordt gemeten, mag 2,5 bar niet overschrijden. De bedrijfsdruk kan op het display van het bedieningsveld worden afgelezen. Wanneer een manometer [1] in de retour is aangebracht, kan de bedrijfsdruk ook hier worden afgelezen.

Afb. 7 1

Module (optie) in retour

Manometer

V De toets e [1] indrukken. Het display toont de bedrijfsdruk (b.v. P1.5 voor 1,5 bar). Bedrijfsdruk Minimale druk (bij koude installatie)

1,0 bar

Aanbevolen bedrijfsdruk

1,5 bar

Maximale druk

2,5 bar

Tab. 6 Grenswaarde voor de bedrijfsdruk V Bij een bedrijfsdruk van minder dan 1,0 bar CV-installatie vullen (Æ hoofdstuk 4.2). V De toets e [1] 2-maal indrukken of 5 minuten wachten, om naar het normaal bedrijf terug te keren.

4.2

1 Afb. 8 1

6 720 617 694-02.1RS

Basiscontroller BC10

Toets "Statusaanduiding"

CV-installatie bijvullen en ontluchten Waarschuwing: Gevaar voor de gezondheid door verontreiniging van het drinkwater! V Laat een installateur uitleggen, hoe de CV-installatie met water wordt gevuld. Voorzichtig: Schade aan de installatie door ongeschikt bijvulwater! V Het bijvullen van de CV-installatie laten uitvoeren door de installateur, wanneer het vulwater is behandeld.

12


Werking

4

V Sluit een met water gevulde slang [2] aan op de vul- en aftapkraan van de retour [1] van de ketel. V Vul- en aftapkraan openen. V Waterkraan voorzichtig openen en de CV-installatie langzaam vullen. Hierbij de drukindicatie voor het CVcircuit in acht nemen (Æ hoofdstuk 4.1). V De grenswaarden voor de bedrijfsdruk respecteren (Æ tab. 6, pagina 12). Het aansluitende ontluchten van de CV-installatie is zeer belangrijk, omdat alle lucht in de CV-installatie zich tijdens het vullen op het hoogste punt verzamelt. V Waterkraan en vul- en aftapkraan sluiten. V Ontlucht de CV-installatie met behulp van de ontluchtingsventielen op de radiatoren. Begin hierbij op de onderste verdieping van het gebouw en ga daarna telkens een verdieping hoger. V Bedrijfsdruk opnieuw aflezen. Wanneer de druk minder dan 1,0 bar bedraagt, moet de CV-installatie volgens de beschrijving worden bijgevuld. V Waterkraan sluiten. V Vul- en aftapkraan van de CV-ketel sluiten. V Slang lostrekken, slangtule afschroeven en bewaren, afsluitkap opschroeven.

Afb. 9

Vul- en aftapkraan openen

Wanneer de CV-ketel ongeveer een week in bedrijf is geweest en het display geeft een lagere druk aan dan 1,0 bar, moet de installatie worden bijgevuld. Het dalen van de druk in een CV-installatie wordt veroorzaakt door het uittreden van luchtbellen via koppelingen en de (automatische) ontluchter. Ook de in het verse CV-water aanwezige zuurstof zal na enige tijd uit het CV-water treden en zorgen dat de druk in de CV-installatie daalt. Het is dus normaal dat de CV-installatie na inbedrijfstelling enige malen bijgevuld moet worden. Daarna moet de installatie gemiddeld eenmaal per jaar worden bijgevuld. Wanneer de CV-installatie echter vaker moet worden bijgevuld, is er waarschijnlijk waterverlies aanwezig als gevolg van lekkage of een defect expansievat. In dit geval is het belangrijk de oorzaak zo snel mogelijk te verhelpen. Informeer dan uw installatiebedrijf.


13

5

CV-installatie buiten werking stellen

5

CV-installatie buiten werking stellen

5.1

CV-installatie via het regeltoestel buiten bedrijf stellen

De CV-installatie via het regeltoestel buiten bedrijf stellen Als het regeltoestel buiten bedrijf wordt gesteld, wordt automatisch ook de brander uitgeschakeld. Meer informatie over de bediening van het regeltoestel vindt u in hoofdstuk 4. V Klep van het regeltoestel omhoog klappen, om het bedieningspaneel van de basiscontroller te kunnen bereiken. V Bedrijfsschakelaar (Æ afb. 2, [1] pagina 6) op het bedieningspaneel van de basiscontroller op "0" (uit) zetten. V Sluit de hoofdafsluiter of de gaskraan. Waarschuwing: Schade aan de installatie door bevriezing! De CV-installatie kan bijvoorbeeld in geval van stroomuitval, uitschakelen van de voedingsspanning, foutieve gasvoorziening, ketelstoring, enz. na langere tijd bevriezen! V Zorg ervoor dat de CV-installatie steeds in bedrijf is (met name bij vorstgevaar).

Afb. 10 Gaskraan 1 2

Gaskraan gesloten Gaskraan geopend

Wanneer de CV-installatie bij vorstgevaar gedurende langere tijd buiten bedrijf moet worden gesteld, moet de CVinstallatie afgetapt worden. V De automatische ontluchter op het hoogste punt van de CV-installatie moet worden geopend. V Daarvoor op het laagste punt van de CV-installatie met behulp van de vul- en aftapkraan of de radiator het CVwater aftappen.

7 746 800 040-134.1RS

Afb. 11 CV-installatie bij vorstgevaar aftappen

5.2

CV-installatie in geval van nood buiten werking stellen

V Sluit de hoofdgaskraan. V Schakel de CV-installatie alleen in noodgeval via de zekering van de opstellingsruimte of de CV-noodschakelaar uit.

5.3

Afval

V Niet meer benodigde componenten van de CV-installatie op milieuvriendelijke wijze weggooien.

14


Inspectie en onderhoud

6

Inspectie en onderhoud

6.1

Waarom is regelmatig onderhoud van belang?

6

Om de volgende redenen moeten CV-installaties regelmatig worden onderhouden: – om een hoog rendement te behouden en om de CVinstallatie zuinig (gering brandstofverbruik) te laten draaien, – om een hoge bedrijfszekerheid te realiseren, – om de milieuvriendelijke verbranding optimaal te houden. Voorzichtig: Schade aan de installatie door ontbrekende of onvoldoende reiniging en onderhoud! V Laat de CV-installatie één keer per jaar door een installateur inspecteren, reinigen en onderhouden. V We raden aan om een contract af te sluiten voor een jaarlijkse inspectie en een behoefteafhankelijk onderhoud.

6.2

Reiniging en verzorging

Om de CV-ketel te reinigen, kan de mantel met een natte doek (water/zeep) worden gereinigd. In ieder geval geen schurende of agressieve reinigingsmiddelen gebruiken, die de lak of kunststof delen kunnen beschadigen.


15

7

Bedrijfs- en storingsmeldingen

7


7.1

Bedrijfsmeldingen

In de normale operationele toestand geeft het display de actuele ketelwatertemperatuur aan. V De toets e [1] 2-maal indrukken, tot in normaal geval een bedrijfsmelding voor de actuele toestand van de CV-installatie conform tab. 7 verschijnt (b.v. [-/h\| voor CV-ketel in CV-bedrijf). Het display geeft de bedrijfstoestand (b.v. een storing) door middel van driecijferige codes aan. Hoe storingen kunnen worden gereset vindt u in hoofdstuk 7.2. V De toets e [1] meerdere malen indrukken, om het menu "Info" te verlaten (Æ hoofdstuk 3.3).

1

6 720 617 694-06.1RS

Afb. 12 Bedieningspaneel basiscontroller Display

Betekenins van de displaywaarde

Display

Betekenins van de displaywaarde

– Handbediening

=/– normaal bedrijf [-/h/\|

Verwarmingsketel in verwarmingsbedrijf

[=/h/\|

Verwarmingsketel in warmwatermodus

0 normaal bedrijf

[-/h/}

(met rechtsonder een knipperende punt) CV-ketel in handmatig bedrijf

H/E onderhoudsmeldingen

[0/a/\|

Schakeling branderinterval, 10 minuten vanaf de branderstart

[2/e/\| [h//7/|

[0/c/\|

CV-installatie vullen, streefwaarde > 1 bar

Brander wordt gestart

[h//3/|

[0/e/\|

Service nodig

De CV-ketel is bedrijfsklaar, er is een warmtevraag aanwezig. Er wordt echter te veel energie geleverd.

[h/11/|

[0/h/\]

Storing doorstroom- of koudwatervoeler, de software van de CV-ketel neemt de functie over.

Toestel staat standby (er is geen warmtevraag)

[h/12/|

[0/l/\|

Gasblok wordt geopend

Storing warmhoudtemperatuurvoeler, de software van de CV-ketel neemt de functie over.

[0/u/\|

Initialisatie van de regeling

[0/y/\|

Aanvoertemperatuur hoger dan ingesteld

A Storingsmeldingen van externe apparaten (b.v. Bedieningseenheid RCxx) [a11\|

– Servicebedrijf [-/a/\]

(met een constant aanwezige punt rechtsonder) CV-ketel in servicebedrijf (schoorsteenveegbedrijf)

Storing: tijd niet ingesteld (b.v. door langdurige uitval van de netspanning)

Reset [\/r/e|

Reset

Tab. 7 Bedrijfsmeldingen

Tab. 7 Bedrijfsmeldingen

16



7.2

7

Storingen herkennen en resetten

De storingsmeldingen zijn herkenbaar aan het knipperen van het display en beginnen met een ander symbool dan: – "0" – "–" – "=" Voorbeeld: "[6/a\|" = de brander start niet V De toets "Reset" gedurende ca. 5 seconden indrukken, om de storing te resetten. Het display toont "[/r/e/|". De ontstekingsautomaat probeert de storing te resetten. Als op het display vervolgens een normale bedrijfsmelding verschijnt, werd de storing verholpen. Wanneer een storing niet zelf kan worden opgeheven of wanneer het display een code toont die niet in de tabel staat, dan moet een installateur worden ingeschakeld.

7 747 010 720 76 1RS

Afb. 13 Deactiveer de storing met behulp van de toets "Reset"

Wanneer de storing niet kan worden teruggezet: V Noteer de storingsmelding en informeer uw installateur. Waarschuwing: Schade aan de installatie door bevriezing! De CV-installatie kan bij vorst bevriezen wanneer deze niet in werking is, b.v. door een uitschakeling door een storing. V Wanneer de CV-installatie vanwege een uitschakeling door storing gedurende meerdere dagen uitgeschakeld blijft, moet u het CV-water op het laagste punt van de CV-installatie aftappen, om te voorkomen dat de installatie zou bevriezen ingeval van vorst.


17

Trefwoordenlijst

Trefwoordenlijst D Diagnosestekker ............................................................. 6 Display .......................................................................... 6

I Installatiedruk controleren .............................................. 12

K Ketelwatertemperatuur, maximale ...................................... 6

L LED "Brander" ............................................................... 6 LED "Warmtevraag" ........................................................ 6 LED "Warmwaterbereiding" ............................................. 6

M Maximum ketelwatertemperatuur ....................................... 8

N Noodgeval ................................................................... 14

R Reset (toets) .................................................................. 6

S Schoorsteenveger (toets) ................................................. 6 Statusindicatie (toets)...................................................... 6 Streefwaarde warmwater ................................................. 6

T Toelichting van de symbolen ............................................. 4

V Veiligheidsaanwijzingen ................................................... 4 Vloerverwarming ............................................................. 8 Vorstgevaar ................................................................. 17

W Water bijvullen ............................................................. 12

Z Zomerbedrijf .................................................................. 8

18


Notities


19

Bedieningshandleiding

Recommend Documents