Bedieningshandleiding
Inhoudsopgave
>>>
INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave
2
>D
Veiligheidsvoorschriften
4
> GB
De Traffic Assist Gebruik
6 6
>F
Navigatie
De Traffic Assist uitpakken
>I >E > NLK
Levering controleren Levering Bij reclamaties Behandeling van de verpakking
6 7 7 7
Beschrijving van het apparaat
7
Traffic Assist - basisapparaat Kabel voor voedingsspanning via sigarettenaansteker Accu USB-verbindingskabel Apparaathouder Kaartgegevens Accessoires Voeding stopcontact Externe GPS-antenne Hoofdtelefoon
Aanwijzingen ten aanzien van de documentatie Quick Start Guide Bedieningshandleiding
2
6
6
8 8 8 8 8 8 9 9 9 9
9 9 9
Registratie Reparatie Emissie en afvoer
10 10 10
Overzicht Traffic Assist
11
Algemene bediening Onderhoud en verzorging Accukwaliteit Displaykwaliteit Ingebruikname Voedingsspanning Voeding via accu's Aansluiting op sigarettenaansteker Aansluiting op een stopcontact Voedingsspanning aansluiten
TMC-antenne GPS-Antenne Apparaatantenne Externe antenne aansluiten
Geheugenkaart Geheugenkaart plaatsen De geheugenkaart verwijderen
Apparaathouder
14 14 15 15 15 15 16 16 17 17
17 17 17 18
18 18 18
19
De apparaathouder aanbrengen Op de voorruit De apparaathouder verstellen De Traffic Assist plaatsen Traffic Assist verwijderen
19 20 20 20 20
Traffic Assist in-/uitschakelen
20
Inschakelen Uitschakelen
Het touchscreen Bediening Kalibrering
20 21
22 22 22
De menu's Invoeren met behulp van het invoermenu Tekens invoeren Suggesties overnemen In de lijsten bladeren Speciale tekens en trema's Cijfers invoeren Omschakeling hoofdletters/kleine letters Tekens wissen Spatie invoegen De Becker-toets
Bestanden overdragen Installatieprogramma Overdragen met behulp van USB-interface Kaarten overdragen
22 22 23 23 23 24 24 24 25 25 25
25 25 26 26
Bij storingen
26
Navigatie Wat is navigatie? De snelle toegang
27 27 28
Opbouw van de snelle toegang Menu Bestemmingen invoeren en kaartweergave De lijst met bestemmingen Gebruikte symbolen Bediening van de snelle toegang Met beschikbare bestemming starten In het bestemmingengeheugen bladeren Bestemming weergeven of bewerken
28 28 28 29 29 29 29 29
INHOUDSOPGAVE Naar de kaartweergave wisselen Actuele positie weergeven Menu Bestemming invoeren oproepen
30 31 31
De toets Autom. aan/uit De toet Kalibrering De toets Fabrieksinstelling
48 48 48
Het menu Bestemmingen invoeren
31
Wat is dynamische navigatie?
49
Structuur van het menu Bestemming invoeren Adres Bijzondere bestemming Instellingen Menu Bestemming invoeren: Adres Land kiezen Adres selecteren en starten De navigatie afbreken Menu Bestemming invoeren: Bijzondere bestemming Bijzondere bestemming: In omgeving Bijzondere bestemming: In het hele land Bijzondere bestemming: In een plaats Menu Bestemming invoeren: Instellingen De toets Route-info De toets Routeopties De toets Snelheid De toets Helderheid De toets Energie De toets Volume De toets Tonen De toets Formaat De toets Tijdzone De toets Taal De toets Informatie
31 31 31 31 32 32 32 38 38 38 39 40 41 41 43 44 44 45 45 46 46 46 47 47
Weergave van TMC-berichten op de wegenkaart TMC gebruiken Melding lezen Betreffende straat in de kaart weergeven Meldingen actualiseren
De kaartweergave Opbouw van de kaartweergave Kaartweergave zonder navigatie Navigatie met volledige kaart Gedeeld beeldscherm met navigatie Navigatie met pijlen Bediening van de kaartweergave Laatste aanwijzing herhalen Volume van aankondigingen veranderen Kaart in-/uitzoomen (toolbar) Kaartweergave met toolbar De toets Navigatieopties Routebeschrijving weergeven/bewerken De toets Kaartopties De toets POI op route De toets TMC De toets Dag / nacht
49 50 50
>>>
Technische specificaties
64
NORMEN EN RICHTLIJNEN EG-conformiteitsverklaring Afvoer van het apparaat Afvoer van de accu
65 65 66 67
>D
67 67
>I
Informatieplicht conform het Besluit verwijdering batterijen Accu uitbouwen
> GB >F
>E
51 51
> NL
51 51 51 52 53 53 54 54 54 54 55 55 56 57 58 58 59
Terminologie
60
Trefworden
62
De specificaties en gegevens in deze documentatie kunnen niet zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd. Zonder de uitdrukkelijke schriftelijke goedkeuring van HARMAN/BECKER Automotive Systems GmbH mag geen enkel onderdeel van deze documentatie voor ongeacht welk doel worden verveelvoudigd of overgedragen. Alle technische specificaties, tekeningen enz. worden beschermd door het auteursrecht. © Copyright 2008, HARMAN/BECKER Automotive Systems GmbH Alle rechten voorbehouden. 3
>>>
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Veiligheidsvoorschriften
>D
!Veiligheidsvoorschriften
> GB
• Het apparaat mag alleen dan worden bediend wanneer de verkeerssituatie dat toelaat en u er absoluut zeker van bent, dat u uwzelf, uw medeweggebruikers of andere verkeersdeelnemers niet in gevaar kunt brengen, kunt hinderen of tot last zult zijn.
>F >I
• In ieder geval gelden de voorschriften van de wegenverkeerswet. Alleen wanneer de auto stilstaat mag een bestemming worden ingevoerd.
>E > NLK
• Het navigatiesysteem is slechts een hulpmiddel, in afzonderlijke gevallen kunnen de gegevens/aanwijzingen onjuist zijn. De bestuurder moet in iedere situatie zelf beslissen, of hij of zij de aanwijzingen wel of niet opvolgt. De aansprakelijkheid voor onjuiste aanwijzingen door het navigatiesysteem is uitgesloten. Op grond van gewijzigde verkeerssituaties of afwijkende gegevens kan het gebeuren, dat onnauwkeurige of onjuiste aanwijzingen worden gegeven. Daarbij moeten altijd de concrete verkeerstekens en verkeersregels worden opgevolgd. Het navigatiesysteem mag in het bijzonder bij slechte zichtomstandigheden niet als oriëntatiehulp worden gebruikt. • Het apparaat mag alleen overeenkomstig de reglementaire bestemming worden gebruikt. Het volume van het navigatiesysteem moet zodanig worden ingesteld, dat geluiden van buiten het voertuig nog kunnen worden waargenomen. • In geval van een storing (bijv. rook- of stankontwikkeling) moet het apparaat onmiddellijk worden uitgeschakeld. • Uit veiligheidsoverwegingen mag het apparaat alleen door een technicus worden geopend. Neem wanneer reparatie noodzakelijk is, contact op met uw leverancier.
4
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
>>>
• De spanningswaarden (volt) op de voeding, de voertuiglaadadapter en het toestel mogen niet worden overschreden. Als u dat toch doet, kunnen het toestel en het laadapparaat onherstelbaar worden beschadigd en kan de accu exploderen.
>D
• Open het toestel en de accu onder geen beding. Elke andere wijziging aan het toestel is niet toegestaan en leidt tot verlies van de vergunning.
>F
> GB
>I • Gebruik uitsluitend originele accessoires van BECKER. Zo zorgt u ervoor dat alle geldende bepalingen worden aangehouden en voorkomt u letsel en materiële schade. Voer onbruikbare toestellen of de accu volgens de geldende wettelijke bepalingen af.
>E > NL
• Door ondeskundig gebruik komt elke aanspraak op garantie te vervallen! Deze veiligheidsvoorschriften gelden ook voor de originele BECKER-accessoires.
5
>>>
DE TRAFFIC ASSIST Gebruik De Traffic Assist
>D
Met de Traffic Assist beschikt u over een krachtige PND (Personal Navigation Device) voor het gebruik in voertuigen. Het apparaat moet tegen vocht en verontreinigingen worden beschermd.
> GB >F >I >E > NLK
6
Navigatie Door het GPS = Global Positioning System vervalt het moeizame zoeken in wegenkaarten. Door de in het apparaat geïntegreerde ontvangstantenne heeft u buiten gebouwen een permanente toegang tot de navigatiemogelijkheden. In gebouwen kan de navigatiefunctie, afhankelijk van de ontvangst, niet worden gebruikt. Bij het gebruik in voertuigen kan het afhankelijk van de inbouwpositie van de Traffic Assist gebeuren dat er onvoldoende ontvangst van de GPS-gegevens mogelijk is. Voor dit geval kan een externe antenne worden aangesloten (wordt niet meegeleverd). De Traffic Assist beschikt over TMC, waardoor het mogelijk is via de meegeleverde TMC-antenne verkeersberichten te ontvangen. Als TMC actief is, wordt u op de hoogte gehouden van verkeersbelemmeringen.
De Traffic Assist uitpakken Opmerking: Uw Traffic Assist wordt in een stevige verpakking geleverd. Wanneer de verpakking of de inhoud van de verpakking ernstig beschadigd is, mag het apparaat niet verder worden uitgepakt. Neem in dat geval contact op met uw leverancier.
Levering controleren Voordat de Traffic Assist in gebruik wordt genomen, moet de volledigheid en de toestand van de levering worden gecontroleerd (zie ook pagina 11). > Pak de inhoud van de verpakking voorzichtig uit en controleer deze.
DE TRAFFIC ASSIST Bij reclamaties
Levering
Neem in geval van reclamaties contact op met uw leverancier. Het apparaat kan ook in de originale verpakking rechtstreeks aan Harman/Becker worden gestuurd.
1 2
Behandeling van de verpakking 3 5
1 2 3 4 5
4
Traffic Assist Apparaathouder TMC-antenne USB-kabel Auto-adapter 12 V/24 V voor sigarettenaansteker 6 Dvd met installatieprogramma voor kaartgegevens, de kaartgegevens zelf en de handleidingen (niet afgebeeld).
De originele verpakking moet minimaal gedurende de garantietijd op een droge plaats worden bewaard. Opmerking: De verpakking moet overeenkomstig de landspecifieke voorschriften als afval worden behandeld. De verpakking mag niet worden verbrand. Afhankelijk van het land waar het product wordt geleverd kan de verpakking bij de leverancier worden ingeleverd.
>>>
Beschrijving van het apparaat
>D
De Traffic Assist bestaat uit het basisapparaat Traffic Assist en de accessoires die worden meegeleverd. De afzonderlijke onderdelen worden weergegeven onder: • "Overzicht Traffic Assist" op pagina 11
> GB
Opmerking: Het basisapparaat en de accessoires mogen niet worden geopend en op geen enkele wijze worden gewijzigd.
> NL
>F >I >E
7
>>>
DE TRAFFIC ASSIST Traffic Assist - basisapparaat Het basistoestel bevat de gehele elektronica: • een geïntegreerde GPS-antenne, • een TMC-ontvanger voor het ontvangen van verkeersmeldingen, • een touchscreen, • een geïntegreerde luidspreker voor navigatieaanwijzingen. Bovendien bevinden zich aan de zijkanten van het apparaat diverse aansluitingen en interfaces.
>D > GB >F >I >E > NLK
Zie voor aanvullende gegevens: • "Technische specificaties" op pagina 64
Kabel voor voedingsspanning via sigarettenaansteker Deze kabel maakt het mogelijk om het apparaat op de sigarettenaansteker van het voertuig aan te sluiten. Eisen die aan de voedingsspanning worden gesteld zijn: • gelijkstroom 12/24 volt 0,5 ampère
Accu Na het ontladen van de geïntegreerde accu kan deze door het aansluiten van de Traffic Assist op de voeding weer worden opgeladen. Daartoe sluit u het toestel via de auto-adapter op een 12/24 V-bus in de auto aan of via de optioneel verkrijgbare netsteker op het 230V-net aan. Opmerking: U kunt uw Traffic Assist via de meegeleverde laadkabel voor in de auto of via de optioneel verkrijgbare netsteker voor het stopcontact opladen. Terwijl uw Traffic Assist met een pc verbonden is, wordt het toestel via de pc van stroom voorzien en verbruikt het toestel geen stroom van de accu.
8
USB-verbindingskabel Met behulp van de USB-verbindingskabel kan het apparaat op een normale personal computer met USB-interface worden aangesloten. Om het apparaat samen met de pc te kunnen gebruiken moet uiteraard de gratis software "Active Sync" van Microsoft® zijn geïnstalleerd.
Apparaathouder De Traffic Assist kan met behulp van de apparaathouder in het voertuig worden bevestigd.
Kaartgegevens De kaartgegevens voor de navigatie zijn voorgeprogrammeerd in een intern geheugen van 2 GB.
DE TRAFFIC ASSIST Accessoires Voeding stopcontact Met deze voeding kunt u de Traffic Assist op een stopcontact aansluiten. De eisen m.b.t. de voeding zijn: • Wisselstroom 100-240 volt 0,2 ampère 50-60 hertz Externe GPS-antenne Met behulp van een externe antenne kunt u in voertuigen, waar slechts een beperkte GPS-ontvangst mogelijk is, een verbetering in de ontvangst realiseren (wordt niet meegeleverd).Vraag hiertoe informatie bij uw leverancier. De aansluiting wordt nader beschreven onder "Externe antenne aansluiten" op pagina 18.
Hoofdtelefoon Op de Traffic Assist kan een in de handel verkrijgbare hoofdtelefoon met 3,5mmsteker of geschikte adapter worden aangesloten (niet meegeleverd).
Aanwijzingen ten aanzien van de documentatie
!Gevaar!
Voor een snelle inleiding tot de bedieningsopties van uw Traffic Assist verwijzen wij u naar de Quick Start Guide. In de Quick Start Guide vindt u nadere uitleg over de meest belangrijke basisfuncties van de Traffic Assist.
Gehoorschade vermijden Het gebruik van hoofdtelefoons en oortelefoons gedurende een lange periode met een hoog volume kan permanente gehoorbeschadiging veroorzaken. De conformiteit met de grenswaarden voor geluidsdruk volgens de norm NF EN 50332-1:2000 overeenkomstig French Article L. 5232-1 wordt gegarandeerd.
>>> >D > GB
Quick Start Guide
>F >I >E > NL
Bedieningshandleiding Een uitvoerige beschrijving van de werking van de Traffic Assist vindt u in deze handleiding.
Opmerking: Tijdens het rijden is het gebruik van hoofdtelefoons niet toegestaan. Neem hiervoor de wettelijke voorschriften en bepalingen voor het betreffende land in acht.
9
>>>
DE TRAFFIC ASSIST Registratie
>D
U kunt zich laten registreren bij onze software-service. U krijgt dan informatie over updates en ander nieuws.
> GB >F >I
U kunt zich laten registreren op de Becker-homepage www.mybecker.com.
>E > NLK
„Software update“ vindt u op de pagina „SERVICE/SUPPORT“.
Reparatie In geval van storingen mag het apparaat niet worden geopend. Neem contact op met uw leverancier.
Emissie en afvoer Gegevens over emissies, elektromagnetische compatibiliteit en afvoer vindt u in "NORMEN EN RICHTLIJNEN" op pagina 65.
10
OVERZICHT TRAFFIC ASSIST
>>> >D
1
> GB >F >I >E
2
5
4
> NL
3
Omvang levering 1 Traffic Assist - PND (Personal Navigation Device) 2 USB-verbindingskabel 3 Apparaathouder 4 Kabel voor voedingsspanning via sigarettenaansteker van voertuig (12/24 volt) 5 TMC-antenne Overzicht Traffic Assist
11
>>>
OVERZICHT TRAFFIC ASSIST
>D
1
> GB >F >I >E
2
> NL
3
Apparaatfront met bedienings- en weergave-elementen 1 anraakscherm met snelle toegang 2 Touchscreen-toets indrukken = activeren van het desbetreffende toetscommando 3 Becker-toets ( ) Drukken = in de meeste toepassingen de functie Terug Lang indrukken = in- en uitschakelen van de Traffic Assist
12
4
Achterkant apparaat 4 Aansluitmogelijkheid voor externe antenne (externe antenne wordt niet meegeleverd)
OVERZICHT TRAFFIC ASSIST
>>> >D > GB
1
>F
4
>I
2
>E
3
> NL
5
Linker apparaatzijde 1 Opening geheugenkaart (Micro-SD) 2 3,5 mm-aansluiting voor hoofdtelefoon/aansluitbus TMCantenne (hoofdtelefoon wordt niet meegeleverd) 3 Mini-USB-aansluiting
Bovenkant van het apparaat 4 Reset-toets Onderkant van het apparaat 5 Contacten voor de verbinding met de draagplaat
13
>>>
ALGEMENE BEDIENING Onderhoud en verzorging Algemene bediening
>D
Het toestel is onderhoudsvrij. Ter verzorging kan een standaard reinigingsmiddel voor elektronische apparatuur met een vochtige, zachte doek worden aangebracht.
> GB >F >I
!Gevaar!
>E
Levensgevaar door elektrische schokken. Schakel het toestel vóór het verzorgen van het toestel, de meegeleverde onderdelen en de accessoires altijd uit en verwijder de voeding.
> NLK
Opmerkingen: gebruik geen agressieve of schurende middelen of wislappen die het oppervlak bekrassen. Het toestel mag niet met water in aanraking komen.
14
Uw mobiele navigatietoestel is met grote zorgvuldigheid ontwikkeld en moet ook zorgvuldig worden behandeld. Neem de onderstaande aanbevelingen in acht om zo veel mogelijk plezier aan uw mobiele navigatietoestel te beleven: • Bescherm uw mobiele navigatietoestel tegen nat worden en vocht. Schakel het toestel bij blootstelling aan vocht uit en koppel de voeding los. Laat het apparaat op kamertemperatuur drogen. • Gebruik en bewaar uw navigatietoestel niet in een stoffige of vuile omgeving. • Bewaar uw mobiele navigatietoestel niet in warme omgevingen. Hoge temperaturen kunnen de levensduur van elektronische onderdelen in uw toestel verkorten, accu’s beschadigen en bepaalde kunststoffen vervormen of doen smelten.
• Bewaar uw mobiele navigatietoestel niet in koude omgevingen. Wanneer het bij gebruik weer tot bedrijfstemperatuur opwarmt, kan er sprake zijn van interne condensvorming die schade aan de elektronische componenten toebrengt. • Laat uw mobiele navigatietoestel niet vallen, stel het niet bloot aan schokken en schud het niet. Door ondeskundig behandelen kunt u componenten in het toestel beschadigen. • Gebruik voor het reinigen nooit bijtende chemicaliën, reinigingsoplossingen of scherpe reinigingsmiddelen. Alle instructies gelden navenant voor het mobiele navigatietoestel, de accu, de neten voertuiglaadadapter en alle accessoires. Neem contact op met uw dealer wanneer één van deze onderdelen niet goed functioneert.
ALGEMENE BEDIENING Accukwaliteit
Displaykwaliteit
De capaciteit van de accu van uw mobiele navigatietoestel neemt bij elke laad-/ontlaadcyclus af. Ook kan de capaciteit als gevolg van ondeskundige opslag bij een te hoge of lage temperatuur langzamerhand afnemen. Op deze wijze kan de bedrijfstijd ook bij een volle accu aanzienlijk worden verkort. In elk geval is de constructie van de accu zodanig dat deze ook na gebruik gedurende 6 maanden na aankoop van uw mobiele navigatietoestel nog kan worden geladen en ontladen.
Bij uitzondering kunnen er door de specifieke technologie een paar puntjes (pixels) met een andere kleur op het display verschijnen. Ook kunnen sommige schermpuntjes een lichter of donkerder kleur hebben. In deze gevallen is er echter geen sprake van gebreken.
Ingebruikname Wanneer de Traffic Assist is uitgepakt en is gecontroleerd of het geheel vrij van schade is, kan het apparaat in gebruik worden genomen. De afzonderlijke stappen zijn: • Voedingsspanning aansluiten • Toestel inschakelen • Voor antenneontvangst zorgen (indien navigatie gewenst)
>>>
Voedingsspanning >D Opmerking: U kunt uw Traffic Assist via de meegeleverde laadkabel voor in de auto of via de optioneel verkrijgbare netsteker voor het stopcontact opladen. Terwijl uw Traffic Assist met een pc verbonden is, wordt het toestel via de pc van stroom voorzien en verbruikt het toestel geen stroom van de accu.
> GB >F >I >E > NL
15
>>>
ALGEMENE BEDIENING Voeding via accu's De interne voeding wordt verzorgd via een ingebouwde accu. De accu is onderhoudsvrij en behoeft geen bijzondere verzorging.
>D > GB >F
Opmerking: Bij een volledig ontladen accu kan het tot een minuut duren voordat het toestel weer kan worden ingeschakeld.
>I >E > NLK
Opmerking: Neem bij een defecte accu contact op met de dealer. Probeer de accu niet zelf uit te bouwen.
16
Aansluiting op sigarettenaansteker Opmerking: Wanneer de sigarettenaansteker net gebruikt is en nog heet is, moet u wachten tot de houder van de sigarettenaansteker is afgekoeld. Met behulp van de meegeleverde kabel voor de sigarettenaansteker wordt de voedingsspanning als volgt via het boordnet van het voertuig aangesloten. > Pak de USB-aansluiting bij het geribbelde gedeelte en schuif deze tot aan de aanslag zonder veel kracht in de aansluitbus van de Traffic Assist of in de aansluitbus op de draagplaat.
> Steek de adapter in de sigarettenaansteker. Opmerking: De voedingsspanning via de sigarettenaansteker zorgt er voor dat de accu van het voertuig langzaam wordt ontladen als de motor is uitgeschakeld! Gebruik op grond daarvan de Traffic Assist niet gedurende een langere tijd wanneer de motor is uitgeschakeld.
ALGEMENE BEDIENING Aansluiting op een stopcontact !Levensgevaar! Let er op dat u geen vochtige handen heeft en de voedingsadapter droog is. Sluit de voedingsadapter alleen op een daarvoor goedgekeurd stroomnet aan.
TMC-antenne De bijgevoegde TMC-antenne wordt gebruikt voor het ontvangen van radio-verkeersberichten. > Druk de aansluitsteker van de TMCantenne zonder veel kracht in de daarvoor bedoelde bus aan de achterkant van de draagplaat.
Voedingsspanning aansluiten Sluit het toestel als volgt met de optioneel verkrijgbare voeding op een stopcontact aan: > Pak de USB-aansluiting bij het geribbelde gedeelte en schuif deze tot aan de aanslag zonder veel kracht in de aansluitbus van de Traffic Assist of in de aansluitbus op de draagplaat. > Plaats de voedingsadapter met de stekker in het stopcontact. Opmerking: Verwijder de voedingsadapter wanneer u de Traffic Assist langere tijd niet gebruikt.
>>>
GPS-Antenne >D
Apparaatantenne
> GB
De GPS-antenne is in de behuizing geïntegreerd.
>F >I
Opmerking: De geïntegreerde GPS-antenne is niet bruikbaar in auto’s met zonwerende ruiten (opgedampt metaal of metaalfolie, te herkennen aan de opdruk SIGLA SOL, SIGLA CHROM, SIGLA, KOOL-OF, SUNGATE o. a.) en in auto’s met fijnmazige verwarmingsdraden in de ruiten. Gebruik in die gevallen een externe GPSantenne. Informeer daarnaar bij uw dealer.
>E > NL
Opmerking: De TMC-antenne moet zo worden gelegd dat deze u tijdens het rijden niet hindert.
17
>>>
ALGEMENE BEDIENING Externe antenne aansluiten Voor ontvangst onder slechte omstandigheden kan een externe GPS-antenne worden aangesloten (niet meegeleverd). Hiervoor bevindt er zich op de achterkant van de behuizing een afsluitbare aansluitbus. Sluit deze aansluiting altijd af als er geen externe antenne wordt aangesloten.
>D > GB >F >I >E
Geheugenkaart Uw Traffic Assist beschikt over een sleuf voor een micro-SD-geheugenkaart. Omdat bij de Traffic Assist de kaartgegevens in een intern geheugen opgeslagen zijn, wordt de sleuf voor een micro-SDgeheugenkaart alleen voor updates gebruikt.
> NLK
Geheugenkaart plaatsen > Haal de Memory Card uit de verpakking zonder de contacten aan te raken en vuil te laten worden. > Pak de Memory Card zodanig vast dat de contacten naar het toestel en in de richting van de achterkant van het toestel wijst. > Schuif de geheugenkaart in het kaartvak. > Schuif de geheugenkaart met lichte druk in het kaartvak, waarna de kaart automatisch wordt vergrendeld.
De geheugenkaart verwijderen > Open het kapje door voorzichtig aan de bovenkant ervan te trekken. > Sluit de externe antenne met de als optie verkrijgbare adapter aan.
Aan de linkerkant van het toestel bevindt zich de kaartsleuf. Het kaartvak is voorzien van een veerbediend vastklik- en uitwerpmechanisme. Opmerkingen: De geheugenkaart mag alleen bij een uitgeschakeld apparaat geplaatst en verwijderd worden. Wanneer dit niet in acht wordt genomen bestaat het risico dat de gegevens verloren gaan.
18
Het kaartvak schuift de kaart zover naar buiten, dat u deze met twee vingers kunt beetpakken. > Druk met de vinger lichtjes tegen de veerdruk in tegen de geheugenkaart en laat gelijk los. De kaart wordt naar buiten geschoven. > Trek de Memory Card eruit en leg deze in de verpakking zonder de contacten aan te raken.
ALGEMENE BEDIENING Apparaathouder
1
De Traffic Assist kan met de apparaathouder rechtstreeks op de voorruit worden bevestigd.
De apparaathouder aanbrengen
6
Opmerking: De Traffic Assist en de apparaathouder mogen niet gedurende langere tijd worden blootgesteld aan de rechtstreekse inwerking van zonnestralen. Binnentemperaturen van +70 C en hoger kunnen de onderdelen van de houder beschadigen.
2 1 2 3 4 5 6
3
4
>>>
5
>D
Opmerking: Bevestig de toestelhouder zodanig dat deze uw zicht met gemonteerde Traffic Assist niet inperkt en zich niet in het activeringsgebied van de airbag bevindt. U moet er op letten dat de elektrische aansluitkabel geen hinder oplevert voor het gebruik van de bedieningselementen van het voertuig. Reinig het bevestigingsvlak op de voorruit zodat het vetvrij en schoon is. Gebruik geen smerende, zeephoudende reinigingsmiddelen.
> GB >F >I >E > NL
Zuignap Hendel Voet Klemschroef Draagplaat Beugel
19
>>>
ALGEMENE BEDIENING Op de voorruit Via het zuigmechanisme kan de apparaathouder rechtstreeks op de voorruit worden bevestigd. > Zoek een geschikte plaats. > Druk de voet 3 met het zuigvlak 1 tegen de voorruit. > Daai de apparaathouder zodanig dat de dragerplaat ongeveer in de gewenste kijkrichting staat. > Druk de hefboom 2 naar beneden. De houder heeft zich aan de voorruit vastgezogen. Deze kan aansluitend nauwkeurig worden ingesteld. Om de houder te kunnen verwijderen moet de hendel 2 opnieuw worden gebruikt.
>D > GB >F >I >E > NLK
De apparaathouder verstellen > Draai de klemschroef los 4 tot de draagplaat 5 zonder veel kracht kan worden bewogen. > Zet de draagplaat 5 in de gewenste positie en houd de draagplaat in deze positie vast. > Draai de klemschroef 4 weer zodanig vast dat de Traffic Assist tijdens het rijden veilig vast blijft zitten.
Met behulp van de toets wordt het apparaat in- en uitgeschakeld.
De Traffic Assist plaatsen > Zet de Traffic Assist met de bevestigingspunten op de onderkant van de behuizing op de draagplaat 5 . > Druk de Traffic Assist zonder al te veel krachtsinspanning op de draagplaat 5 totdat de beugel 6 in de houder vastklikt. Traffic Assist verwijderen Druk met één vinger op de beugel 6 van de apparaathouder en haal het toestel met de vrije hand uit de apparaathouder.
20
Traffic Assist in-/uitschakelen
Inschakelen > Druk enkele tellen op de toets . Het apparaat wordt ingeschakeld. Op het touchscreen verschijnt het fabriekslogo.
5003
ALGEMENE BEDIENING Als u de Traffic Assist voor de eerste keer start, wordt automatisch de taalkeuze weergeven.
Opmerking: Het gebruik van de Traffic Assist is alleen toegestaan in overeenstemming met de op dat moment geldende nationale wegenverkeerswetgeving!
Uitschakelen Met de toetsen kunt u in de desbetreffende pijlrichting in de lijstweergave bladeren. > Druk op het keuzeveld van de gewenste taal. Kort daarop verschijnt de volgende melding: Volg de verkeersregels!
> Wanneer u accoord gaat met deze melding, moet u de toets OK indrukken.
U kunt het apparaat te allen tijde uitschakelen. Indien dit is gewenst moeten eerste nieuwe bestemmingen worden opgeslagen. > Druk enkele seconden op de toets .
>>>
Opmerking: Bij korte onderbrekingen (tot een week) in het gebruik raden wij u aan de Traffic Assist alleen in de slaapmodus te zetten. De inschakeltijd wordt hierdoor aanzienlijk korter en de Traffic Assist satellieten die voor de navigatie noodzakelijk zijn, worden veel sneller gevonden.
>D > GB >F >I >E > NL
Als u niets indrukt, schakelt de Traffic Assist na 5 seconden in de slaapstand. > Druk op de toets Afsluiten om de Traffic Assist helemaal uit te schakelen.
21
>>>
ALGEMENE BEDIENING Het touchscreen
>D
De Traffic Assist is voorzien van een touchscreen.
> GB >F >I >E
Bediening Als u een keuzeveld van het touchscreen aanraakt, verschijnt ter bevestiging van uw keuze kort een rood kader om dit keuzeveld. Als een keuzeveld aanraakt dat momenteel niet actief is, klinkt een kort signaal.
Kalibrering
> NLK
Opmerking: Om het oppervlak van het display niet te beschadigen, mag dit alleen met de vingers of een stomp, niet smerend voorwerp worden aangeraakt.
Indien het touchscreen onnauwkeurig reageert, bijv. wanneer de button alleen buiten het midden van de button op het indrukken met de vinger reageert, moet een kalibrering worden uitgevoerd. De kalibratiefunctie wordt vanuit het menu Instellingen gestart (zie ook pagina 48).
De menu's Bij de bediening wordt u geholpen door middel van de verschillende menu's en het invoerscherm.
Invoeren met behulp van het invoermenu In enkele toepassingen is het invoeren met behulp van het invoermenu noodzakelijk. Het invoermenu wordt net als een toetsenbord bediend.
6007
In de bovenste schrijfregel geeft het invoermenu de via het toetsenbord ingevoerde tekens aan. Het middengebied dient voor het invoeren van de tekens. In de onderste regel worden de hulpfuncties aangegeven. Hieronder wordt het gebruik beschreven.
22
ALGEMENE BEDIENING Tekens invoeren De tekens worden door het indrukken van de toetsen in het middengebied ingevoerd.
6007
verschijnt, kunt u dit voorstel meteen overnemen. Opmerking: Ook moet in zuidelijke landen (bijv. Italië) de naamsoort (bij via Gran Mundo) op de tweede positie worden ingevoerd (bijv. Gran Mundo_via).
>>>
In de lijsten bladeren Indien al enkele letters van de gewenste keuze zijn ingevoerd, kunt u met behulp van de keuzelijst alle bestemmingen met de in aanmerking komende lettercombinaties laten weergeven.
>D > GB >F >I >E
6007 Nadat de invoer is beëindigd, wordt deze met behulp van de toets OK afgesloten en voor bewerking aan de Traffic Assist doorgegeven. Suggesties overnemen Bij de invoer van de navigatiebestemming vergelijkt de Traffic Assist de gegevens met het databestand. U kunt steeds alleen kiezen uit de op dat moment mogelijke letters. De tot nu toe ingevoerde letters worden met een voorstel aangevuld. Het voorstel en de niet-selecteerbare tekens worden in licht gemarkeerde letters weergegeven. Als daarom na het invoeren van de eerste letters of getallen de gewenste informatie reeds bovenaan het display
> Als u accoord gaat met het voorstel, drukt u op de toets OK drukken.
> NL
> Om de keuzelijst te kunnen openen moet u de toets indrukken. De keuzelijst verschijnt.
6008
> Druk op de pijltjestoetsen op de rechter beeldschermrand om door de lijst te bladeren. > Klik de gewenste bestemming aan. De bestemming wordt overgenomen en de keuzelijst wordt gesloten. 23
>>>
ALGEMENE BEDIENING Speciale tekens en trema's Tijdens het invoeren van plaats- of straatnamen hoeft u geen speciale tekens en trema's in te voeren. De Traffic Assist wijzigt indien nodig de invoer in AE, OE en UE. > Als u bijvoorbeeld de plaats 'Würzburg' zoekt, typt u 'WUERZBURG' of 'WURZBURG'. Speciale tekens kunnen bij het benoemen van bestemmingen en routes nuttig zijn.
>D > GB >F >I >E > NLK
> Om naar het toetsenbord voor speciale tekens te kunnen wisselen, moet u op de toets drukken. Het toetsenbord met speciale tekens wordt weergegeven.
5004
> Voer het gewenste speciale teken in. Zodra u een speciaal teken heeft ingevoerd, wordt automatisch teruggeschakeld naar het normale toetsenbord. Cijfers invoeren Voor het invoeren van cijfers moet naar het numerieke toetsenbord worden gewisseld. > Druk op de toets . Het numerieke toetsenbord wordt weergegeven.
5024
> Om weer terug te kunnen gaan naar de normale alfabetische weergave, moet u op de toets drukken. 24
Omschakeling hoofdletters/kleine letters Bij het invoeren van vrije tekst kan tussen hoofdletters en kleine letters worden geschakeld. > Druk op . Het display schakelt over op kleine letters.
> Druk op de toets om weer terug te keren naar hoofdletters.
ALGEMENE BEDIENING Tekens wissen Om het laatst ingevoerde teken te kunnen wissen moet de backspace-toets worden ingedrukt.
De Becker-toets De toets is in de hoek linksonder van de behuizing geïntegreerd.
>>>
Bestanden overdragen >D Opmerking: Alleen de meegeleverde kaarten mogen in de Traffic Assist worden gebruikt. De installatie of het overdragen van bestanden of programma's, die de functie van de Traffic Assist beperken of veranderen, is verboden!
> GB >F >I >E > NL
> Druk op de toets om het laatst ingevoerde teken te wissen. Spatie invoegen Wanneer twee woorden, bijv. bij namen van steden, moeten worden ingevoerd, moeten deze door middel van een spatie van elkaar worden gescheiden.
6007
Installatieprogramma Deze heeft verschillende functies: • Door lang drukken wordt de Traffic Assist in- of uitgeschakeld. • Afhankelijk van de menucontext zorgt de toets bij kortstondig indrukken voor de terugkeer naar een voorgaand invoerscherm.
Op de kaarten-DVD is een kaarteninstallatieprogramma opgeslagen, dat nadat de DVD in een personal comuper met DVD-station is geplaatst normaal gesproken automatisch wordt gestart. Het programma voert u door de installatie. Wanneer dit niet gebeurt moet u het programma met de hand starten. > Open de Windows®-verkenner. > Selecteer de map van uw DVD-station. > Dubbelklik op het bestand "Setup.exe".
> Om een spatie in te kunnen voegen moet u de toets indrukken.
25
>>>
ALGEMENE BEDIENING
>D
Overdragen met behulp van USB-interface De Traffic Assist wordt rechtstreeks via de USB-interface met de personal compuiter verbonden. Voor de overdracht moet op de computer het programma Microsoft® Active Sync geïnstalleerd zijn. Microsoft® Active Sync bevindt zich op de meegeleverde dvd.
> GB >F >I >E > NLK
De verbinding wordt in meerdere stappen uitgevoerd: > De Traffic Assist uitschakelen. > De Traffic Assist en de computer met behulp van de USB-kabel met elkaar verbinden. > Schakel Traffic Assist weer in (druk na het inschakelen niet op het beeldscherm!). ActiveSync maakt automatisch een verbinding met de Traffic Assist. 26
Kaarten overdragen
Bij storingen
Voor de overdracht moet de installatiesoftware op de DVD worden gebruikt. Dit gebeurt in onderstaande stappen: > De Traffic Assist uitschakelen. > Sluit de Traffic Assist met de USB-kabel op de computer aan. > De computer opstarten en de DVD plaatsen. > Met behulp van het installatieprogramma de gewenste kaart overdragen. > Verwijder de USB-kabel zoals voorgeschreven. > De Traffic Assist opnieuw inschakelen. De nieuwe kaart is onmiddellijk beschikbaar.
Storingen in het besturingssysteem of in het toestel worden als zodanig gemeld. Als de gewenste functie vervolgens niet kan worden uitgevoerd, moet de Traffic Assist via de reset-toets opnieuw worden opgestart. Indien de meldingen terugkeren of het apparaat door andere oorzaken niet goed werkt, verzoeken wij u om contact op te nemen met uw leverancier. U kunt ook op de homepage van Becker op www.mybecker.com onder Support bij de veelgestelde vragen een oplossing voor uw probleem proberen te vinden. Opmerking: Probeer nooit het toestel zelf te openen. Neem contact op met uw dealer wanneer u de opgetreden storingen niet zelf kunt verhelpen.
NAVIGATIE Wat is navigatie? Navigatie
Onder navigatie (lat. navigare = ter zee varen) wordt over het algemeen de plaatsbepaling van een voertuig, de bestemming, de richting en de afstand tot de gewenste bestemming en de bepaling en het volgen van de route daar naar toe bedoeld.Als navigatiepunten worden o.a. sterren, markante punten, kompas en satellieten gebruikt. Bij de Traffic Assist gebeurt de plaatsbepaling door middel van de GPS-ontvanger. Het Global Positioning System (GPS) is in de jaren 70 door de Amerikaanse defensie ontwikkeld, om als wapenbesturingssysteem te dienen. GPS is gebaseerd op 24 satellieten, die rond de aarde cirkelen en daarbij een signaal uitzenden. De GPS-ontvanger ontvangt deze signalen en berekent uit de tijd die signalen nodig hebben de afstand tot de afzonderlijke satellieten. Vanuit dat gegeven wordt wederom de actuele geografische positie bepaald.
Voor de positiebepaling zijn de signalen van minimaal drie satellieten noodzakelijk, vanaf de vierde satelliet kan ook de hoogte ten opzichte van het zeeniveau worden bepaald). De Traffic Assist bepaalt de richting en afstand tot de bestemming met behulp van de navigatiecomputer en een digitale wegenkaart in het interne geheugen. Uit veiligheidsoverwegingen worden de navigatieaanwijzingen overwegend in gesproken vorm weergegeven. Ter ondersteuning wordt de richting en de kaart op het touchscreen weergegeven.
>>>
!Veiligheidsvoorschriften
>D
• Hierbij heeft de wegenverkeerswet altijd voorrang boven de aanwijzingen van het navigatiesysteem. Het navigatiesysteem is slechts een hulpmiddel, in afzonderlijke gevallen kunnen de gegevens/aanwijzingen onjuist zijn. De bestuurder moet in iedere situatie zelf beslissen, of hij of zij de aanwijzingen wel of niet opvolgt. De aansprakelijkheid voor onjuiste aanwijzingen door het navigatiesysteem is uitgesloten. • Wanneer het systeem voor de eerste keer wordt gebruikt kan het wel 30 minuten duren voordat een positie kan worden bepaald. • Verkeersborden en plaatselijke voorschriften hebben altijd voorrang boven de aanwijzingen. • De navigatie heeft uitsluitend betrekking op personenauto's. Er wordt geen rekening gehouden met speciale rijadviezen en voorschriften voor andere voertuigen (bijv. vrachtwagens). • Alleen wanneer de auto stilstaat mag een bestemming worden ingevoerd.
> GB >F >I >E > NL
27
>>> >D > GB >F >I
NAVIGATIE De snelle toegang
Opbouw van de snelle toegang
De snelle toegang biedt een keuze uit de belangrijkste functies voor het snel opstarten van de navigatie. De snelle toegang wordt hierna met behulp van voorbeeldbestemmingen weergegeven.
Menu Bestemmingen invoeren en kaartweergave In de snelle toegang wordt op de bovenste regel links de toets Invoer bestemming weergegeven. Rechts daarnaast zit een toets met kaartsymbool.Deze dient voor het omschakelen naar de kaartweergave. De lijst met bestemmingen wordt in de daaronder liggende regels weergegeven.
>E
6001
> NLK
Opmerking: Af fabriek bevat de bestemmingslijst al enkele bestemmingen (Europese bezienswaardigheden).
28
De lijst met bestemmingen De lijst met bestemmingen geeft per regel alle beschikbare bestemmingen aan. Op de onderste regel kunt u de navigatie naar het thuisadres starten, als u deze al hebt ingevoerd. Iedere regel is verdeeld in twee velden. Ieder lijstveld wordt als toets weergegeven. Op de rechter toets staat de bestemming en met het linker symbool worden de eigenschappen van de bestemming weergegeven. Opmerking: In de bestemmingenlijst worden automatisch de laatste 100 bestemmingen opgeslagen. Wanneer de max. geheugencapaciteit is bereikt wordt de oudste bestemming automatisch vervangen door de nieuwste. Belangrijke bestemmingen kunnen echter worden beveiligd.
NAVIGATIE Gebruikte symbolen In de lijst met bestemmingen worden de onderstaande symbolen gebruikt. Symbool Betekenis Deze bestemming is een standaardbestemming zonder bijzonderheden. Deze bestemming is beveiligd. Wanneer het bestemmingengeheugen vol is, wordt deze bestemming niet automatisch vervangen. Wanneer dat nodig is kan dat handmatig worden gedaan. Bij een beveiligde vermelding kunt u de positie ook in de snelle toegang vastleggen. Deze bestemming is het huidige thuisadres.
Bediening van de snelle toegang Met beschikbare bestemming starten In het bestemmingengeheugen beschikbare bestemmingen worden in de lijst met bestemming opgevoerd. > Druk op de toets met de gewenste bestemming om de routeberekening te starten. De berekening wordt gestart. Nadat de berekeningen zijn beëindigd wordt de kaart weergegeven en begint de navigatie. In het bestemmingengeheugen bladeren Met behulp van de toets kan in de desbetreffende pijlrichting door de lijst worden gebladerd. Tussen de toetsen verschijnt de actuele pagina van de lijst en het totale aantal pagina's.
>>>
Bestemming weergeven of bewerken Elk van de in het bestemmingengeheugen beschikbare bestemming kan weergegeven of bewerkt worden. > Druk op het naast de gewenste bestemming aanwezige symbool. > Er verschijnt een keuzemenu.
>D > GB >F >I >E
3001
> NL
Keuze
Betekenis Details De volledige gegevens tonen van de bestemming en de positie op de kaart worden weergegeven. Invoer benoe- De naam van de bestemmen ming kan worden gewijzigd. Invoer wissen De bestemming wordt uit het bestemmingengeheugen gewist.
29
>>>
NAVIGATIE
>D
Invoer beschermen
De bestemming wordt tegen automatisch wissen beveiligd. Deze functie is alleen bij onbeveiligde bestemmingen beschikbaar. Bescherming De beveiliging van de beopheffen stemming wordt ongedaan gemaakt. Deze functie is alleen bij beveiligde bestemmingen beschikbaar. Invoer omDe bestemming wordt hoog een positie naar voren verschoven. Deze functie is alleen bij beveiligde bestemmingen beschikbaar. Invoer omDe bestemming wordt laag een positie naar achteren verschoven. Deze functie is alleen bij beveiligde bestemmingen beschikbaar.
> GB >F >I >E > NLK
30
Lijst wissen
Alle bestemmingen (ook de beveiligde) worden uit de lijst gewist. Het thuisadres wordt niet gewist.
Vermeldingen in het keuzemenu die vervolgens verschijnen, als een thuisadres ingevoerd is:
Naar de kaartweergave wisselen Vanuit de snelle toegang kan met behulp van de onderstaande toetsen naar het kaartaanzicht worden gewisseld.
6027 > Druk op de toets met het kaartsymbool. De kaartweergave met de verschillende functies verschijnt.
3001 6028 Keuze
Betekenis Details tonen De volledige gegevens van de bestemming en de positie op de kaart worden weergegeven. Instellen Als er nog geen adres is ingevoerd, kunt u het nu hier kiezen. Wijzigen Het opgeslagen thuisadres kan worden gewijzigd. Thuisadres Het opgeslagen thuiswissen adres wordt gewist.
NAVIGATIE Actuele positie weergeven U kunt (voor zover GPS beschikbaar is) uw huidige positie in de kaartweergave laten weergeven. > Druk in de snelle toegang op de toets met het kaartsymbool in de bovenste beeldschermrand.
Het menu Bestemmingen invoeren Als geen snelkeuze van een bestemming gewenst is of de geplande bestemming nog niet in het geheugen staat, kunt u via het menu Bestemmingen invoeren een nieuwe bestemming bepalen.
6027 Menu Bestemming invoeren oproepen Druk op de toets Invoer bestemming om het menu Bestemmingen invoeren op te roepen. • Pagina "Het menu Bestemmingen invoeren" op pagina 31.
> Druk in de snelle toegang op de toets Invoer bestemming op de bovenste beeldschermrand. Op het display verschijnt het menu Bestemming invoeren.
6002
>>>
Structuur van het menu Bestemming invoeren
>D
Adres Met de toets Adres worden de verschillende stappen van het kiezen van een bestemming tot aan het starten van de navigatie mogelijk gemaakt. • Pagina "Menu Bestemming invoeren: Adres" op pagina 32.
> GB >F >I >E > NL
Bijzondere bestemming Met de toets Bijzondere bestemming kunt u een bijzondere bestemming als b. v. vliegvelden en veerhavens, restaurants, hotels, tankstations of openbare instellingen selecteren en een navigatie erheen starten. • Pagina "Menu Bestemming invoeren: Bijzondere bestemming" op pagina 38. Instellingen Via de toets Instellingen zijn diverse algemene specificaties voor de navigatiemodus en het apparaat in het algemeen mogelijk. • Pagina "Menu Bestemming invoeren: Instellingen" op pagina 41.
31
>>>
NAVIGATIE
>D
Menu Bestemming invoeren: Adres Vanuit Navigatiemenu wordt met behulp van de toets Adres een keuzevenster voor de bestemming geopend.
> GB >F >I
6002
>E > NLK
Land kiezen Het keuzeveld Land levert alle landen die op de Memory Card voor navigatie beschikbaar zijn. Na het kiezen van een land wordt dit automatisch in het menu voor het invoeren van adressen overgenomen. Als er al een land van bestemming is opgegeven, is dat vermeld in de eerste regel en dientengevolge geldig.
6003 > Druk in het menu Bestemmingen invoeren op het keuzeveld Adres. Het keuzevenster bestemming verschijnt.
6004
6004
> Druk op de toets Land van bestemming om in de keuzelijst van landen te kunnen komen. De keuzelijst verschijnt.
6003
> Druk op de toets van het gewenste land.
32
> Druk indien nodig op de pijltjestoetsen in de rechter beeldschermrand om door alle bestemmingslanden te kunnen bladeren. Adres selecteren en starten In het adresvenster kunt u het precieze adres van bestemming invoeren.
6004
In het adresseervenster kunnen onderstaande gegevens worden ingevoerd: • Stad • Postcode • Straat met huisnummer • Dwarsstraten als oriëntatiehulp
NAVIGATIE Tevens bestaat de mogelijkheid om: • de bestemming op de kaart te laten weergeven • de opties voor het rijprofiel vast te leggen • direct met de navigatie te beginnen. De stad selecteren Een bestemmingsstad kan via de naam van de stad of de postcode worden ingevoerd. Hierbij wordt na het invoeren van iedere letter een mogelijke stad c.q. een cijfer van een mogelijke postcode aangegeven. Bij de weergave van de steden wordt aan grote steden voorrang gegeven boven de alfabetische volgorde. Voorbeeld: U voert de beginletter 'K' in, Traffic Assist toont dan als mogelijke stad 'Keulen', en niet de stad die alfabetisch gezien op de eerste plaats staat. Traffic Assist sluit alle onmogelijke lettercombinaties en postcodes uit en activeert alleen nog letter- c.q. cijfervelden, die bij een bestaande stad c.q. postcode horen (Smart Speller).
> Geef aan of u de bestemming via plaatsnaam of postcode wilt zoeken.
6006
> Voer achter elkaar de letters van de naam van de plaats van bestemming of de cijfers van de postcode in. Opmerking: • Bedenk bij het invoeren dat in zuidelijke landen (b. v. Italië) het soort weg (b. v. via Gran Mundo) op de tweede positie moet worden ingevoerd (b. v. Gran Mundo_via). • Na het invoeren van een postcode verdwijnt in het invoermenu eerst de naam van de stad. Voer vervolgens de straatnaam in. Vervolgens verschijnt dan ook de naam van de stad.
>>>
De OK-toets Met behulp van de OK-toets kan de gekozen bestemming in het routeberekeningsmenu worden overgenomen. Wanneer na het invoeren van de eerste letters c.q. cijfers de gewenste bestemming in de bovenste display verschijnt, kunt u zonder dat u gebruik maakt van de lijstfunctie de bestemming met behulp van OK overnemen. > Druk op de OK-toets om uw bestemming in het routeberekeningsmenu over te nemen.
>D > GB >F >I >E > NL
Opmerking: Wanneer twee woorden zijn ingevoerd moeten deze met behulp van het teken van elkaar worden gescheiden.
33
>>>
NAVIGATIE De stedenlijst gebruiken Indien al enkele letters van de gewenste stad zijn ingevoerd, kunt u met behulp van de Lijst-functie alle steden met de in aanmerking komende lettercombinaties laten weergeven. > Druk op de toets rechtsboven in de hoek van het scherm om het stedenlijst op te vragen. > U kunt een stad selecteren door de desbetreffende button in te drukken.
>D > GB >F >I >E > NLK
6047
De straat selecteren In het menugedeelte straat van bestemming kunnen met behulp van een letteren cijferveld de staat en het huisnummer gescheiden worden ingevoerd. Ook hierbij wordt na het invoeren van iedere letter een mogelijke straat weergegeven. Traffic Assist sluit alle lettercombinaties die niet mogelijk zijn uit en activeert alleen nog lettervelden, die tot een bestaande straat leiden. Er kan pas een huisnummer worden gekozen wanneer de straat is geselecteerd, c.q. wanneer ook huisnummers beschikbaar zijn. > Druk achtereenvolgens op de letters van de straat van bestemming.
34
De OK-toets Met behulp van de OK-toets kan de gekozen bestemming in het routeberekeningsmenu worden overgenomen. Wanneer na het invoeren van de eerste letters c.q. cijfers de gewenste bestemming in de bovenste display verschijnt, kunt u zonder dat u gebruik maakt van de lijstfunctie de bestemming met behulp van OK overnemen. > Druk op de OK-toets om uw bestemming in het routeberekeningsmenu over te nemen.
NAVIGATIE De stratenlijst gebuiken Indien al enkele letters van de gewenste straat zijn ingevoerd, kunt u met behulp van de Lijst-functie alle straten met de in aanmerking komende lettercombinaties laten weergeven. > Druk op de toets rechtsboven in de hoek van het scherm om het stratenlijst op te vragen. > U kunt de straat selecteren door de desbetreffende button in te drukken.
6008
Opmerking: Door aanraken van het veld links naast de straatnaam kunt u nadere informatie over de straat bekijken. Dit kan handig zijn als de gezochte straat meerdere malen in de lijst voorkomt.
De Dwarsstraat selecteren Nadat u de stad en de straat van de bestemming hebt ingevoerd, kunt u ter verdere aanvulling een dwarsstraat invoeren.
Het huisnummer kiezen Nadat u de stad en de straat van de bestemming hebt ingevoerd, kunt u ter verdere aanvulling een huisnummer invoeren.
Opmerking: In plaats van de dwarsstraat kunt u ook een huisnummer invoeren, maar beide tegelijkertijd is niet mogelijk.
Opmerking: In plaats van het huisnummer kunt u ook een dwarsstraat invoeren, maar beide tegelijkertijd is niet mogelijk.
> Druk op de toets Dwarsstraat. Het invoermenu voor de naam van de dwarsstraat verschijnt. > Voer de naam van de dwarsstraat in en druk vervolgens op OK. U gaat hierbij op dezelfde manier te werk als bij het invoeren van de straat, zie “De straat selecteren” op pagina 34. > Bij het invoeren van de dwarsstraat kunt u ook de straatnamenlijst gebruiken, zie “De stratenlijst gebuiken” op pagina 35.
> Druk op de toets Nr. Het invoermenu voor het huisnummer verschijnt. > Voer het huisnummer in en druk vervolgens op OK. U gaat hierbij op dezelfde manier te werk als bij het invoeren van de straat, zie “De straat selecteren” op pagina 34. Bij het invoeren van het huisnummer kunt u ook de huisnummerlijst gebruiken. U gaat hierbij op dezelfde manier te werk als bij de straatnamenlijst, zie “De stratenlijst gebuiken” op pagina 35.
>>> >D > GB >F >I >E > NL
35
>>>
NAVIGATIE Bestemming op de kaart laten weergeven Na het invoeren van de bestemming bestaat de mogelijkheid om een omgevingskaart te laten weergeven. > Druk op de toets In kaart, om de geselecteerde bestemming op de kaart te laten weergeven.
>D > GB >F >I >E
6009
> NLK
Het adres wordt op de kaart weergegeven. Met de toetsen links op het scherm hebt u de volgende opties: • Met de toets Opties de opties voor het rijprofiel vastleggen. • Met de toets Starten direct met de navigatie naar de ingevoerde bestemming beginnen.
36
Opties voor het routeprofiel In het adresseringsvenster kunt u ook uw rijprofiel instellen. Druk hiervoor op de toets Opties. De hier geconfigureerde instelling heeft invloed op de berekening van de vermoedelijke reistijden en de lengte van het traject.
Optie Profiel:
Soort route
6010
> Kies de gewenste instellingen. > Druk op toets om de overige opties weer te geven.
TMC
Betekenis Kies de manier waarop u zich verplaatst door op het keuzeveld te drukken. Kies één van de opties door op het keuzeveld te drukken. • optimaal - de met het oog op de benodigde tijd en de af te leggen afstand optimale route • snel - de met het oog op de benodigde tijd snelste route • kort - de met het oog op de af te leggen afstand kortste route • mooi - een route met zo veel mogelijk bochten Kies tussen Ja en Nee. Bij de keuze Ja wordt bij de routeberekening rekening gehouden met ontvangen verkeersmeldingen en wordt de route automatisch opnieuw berekend.
NAVIGATIE Optie Snelwegen Veren Tolwegen
Betekenis Kies één van de opties door op het betreffende keuzeveld te drukken. • Toegestaan - Het soort weg wordt in de berekening van de route opgenomen. • Vermijden - Het soort weg wordt zo mogelijk vermeden. • Blokkade - Het soort weg wordt niet in de berekening van de route opgenomen.
> Druk op de toets om de navigatie naar de ingevoerde bestemming te starten.
De navigatie starten Met behulp van de button Starten kan onmiddellijk met de navigatie worden begonnen. Alle tot dusver ingevoerde gegevens worden tijdens het berekenen van de route verwerkt. > Druk op de toets Starten, om met het navigeren te beginnen.
>>>
De route wordt berekend. Aansluitend verschijnt de kaartweergave en wordt begonnen met de navigatie.
>D > GB
Opmerking: Als er bij het berekenen van de route geen GPS-signaal beschikbaar is, verschijnt de volgende melding.
>F >I >E > NL
6058
Als het GPS-signaal ter beschikking staat, wordt de routeberekening automatisch gestart. Door te drukken op Simulatie verschijnt er een kort traject als simulatie tot aan de bestemming.
37
>>>
NAVIGATIE
>D
De navigatie afbreken > Druk op de toets .
> GB
6058
>F >I >E
> Druk op de toets Ja, om het beëindigen te bevestigen.
> NLK
Menu Bestemming invoeren: Bijzondere bestemming Bijzondere bestemmingen, ook wel kortweg POI (Point of Interest) genoemd, zijn in de kaart opgenomen en kunnen daar worden weergegeven. Tot de bijzondere bestemmingen behoren vliegvelden en veerhavens, restaurants, hotels, tankstations, openbare instellingen en andere. Bijzonder bestemmingen kunnen als navigatiebestemming worden gebruikt. Opmerking: Bijzondere bestemmingen uit de actuele omgeving kunt u alleen dan selecteren, wanneer de ontvangst voor de positiebepaling voldoende is. U heeft de keuze tussen: • een bestemming in de omgeving, • een bestemming in het hele land en • een bestemming in een plaats.
6004
38
> Druk op de toets Bijzondere bestemming, om de bijzondere bestemmingen te laten weergeven. Het keuzevenster zoekgebied verschijnt.
6011
Nu heeft u de mogelijkheid om met behulp van de buttons het zoekgebied te selecteren. Bijzondere bestemming: In omgeving > Raak In de omgeving aan.
6062
In het bijzondere bestemmingenvenster kunt u de onderstaande zoekcriteria invoeren. > Voer in de bovenste button de straal in kilometers aan, waarin u een bijzondere bestemming zoekt.
NAVIGATIE > Kies uit het veld Alle categorieën een hoofdcategorie (bijv. Benzinestation). Nu worden alleen de voor de actuele omgeving beschikbare bijzondere bestemmingen weergegeven. > Kies in het volgende menu de subcategorie (bijv. Aral, Esso). Informatie vindt u in het hoofdstuk "In de lijsten bladeren" op pagina 23. Opmerking: Als u geen subcategorie kiest, worden alle bijzondere bestemmingen van de hoofdcategorie in de gekozen omgeving weergegeven. > Druk op Bijzondere bestemming om naar het invoermenu te gaan. > Kies de gewenste bijzondere bestemming via het invoermenu.
Informatie over het werken met het invoermenu vindt u in het hoofdstuk "Invoeren met behulp van het invoermenu" op pagina 22. Informatie over het bladeren in lijsten vindt u in het hoofdstuk "In de lijsten bladeren" op pagina 23. Opmerking: De categorie-velden hoeven niet te worden ingevuld. Deze hebben slechts ten doel om de lijst met bijzondere bestemmingen te beperken. Deze lijst kan, in het bijzonder in grote steden, heel lang worden.
>>>
Bijzondere bestemming: In het hele land > Klik de button In het hele land aan.
>D > GB
6055
>F >I >E
> Selecteer het gewenste land. > Druk op Alle categorieën.
> NL
6048
> Selecteer de gewenste categorie. > Klik de toets Bijzondere bestemming aan om in het invoermenu te kunnen komen. > Selecteer via het invoermenu de gewenste bijzondere bestemming.
39
>>>
NAVIGATIE In het hoofdstuk "Invoeren met behulp van het invoermenu" op pagina 22 is de informatie vermeld ten aanzien van het werken met het invoermenu. In het hoofdstuk "In de lijsten bladeren" op pagina 23 is de informatie vermeld ten aanzien van het bladeren in de lijsten.
>D > GB >F >I
Opmerking: Het Categorie-veld hoeft niet te worden ingevuld. Deze heeft slechts ten doel om de lijst met bijzondere bestemmingen te beperken. Deze lijst kan, afhankelijk van de kaart die u op dat moment gebruikt, heel lang worden.
>E > NLK
40
Bijzondere bestemming: In een plaats > Klik de button In een plaats aan.
6054
> Selecteer het gewenste land. > Voer in het veld Plaats of Postcode de plaats in, waar u naar een bijzondere bestemming wilt zoeken. > Druk op Alle categorieën. > Kies een hoofdcategorie (bijv. Cultuur). Alleen de in de opgegeven plaats beschikbare categorieën worden weergegeven. > Kies in het volgende menu de subcategorie (bijv. Museum). > Klik de toets Bijzondere bestemming aan om in het invoermenu te kunnen komen. > Selecteer via het invoermenu de gewenste bijzondere bestemming.
In het hoofdstuk "Invoeren met behulp van het invoermenu" op pagina 22 is de informatie vermeld ten aanzien van het werken met het invoermenu. In het hoofdstuk "In de lijsten bladeren" op pagina 23 is de informatie vermeld ten aanzien van het bladeren in de lijsten. Opmerking: De Categorie-velden hoeven niet te worden ingevuld. Deze hebben slechts ten doel om de lijst met bijzondere bestemmingen te beperken. Deze lijst kan, in het bijzonder in grote steden, heel lang worden. Bedieningsopties in de invoermenu’s Bijzondere bestemmingen Met de toetsen rechts op het scherm hebt u na het selecteren van een bijzondere bestemming de volgende opties: • Met de toets In kaart bijzondere bestemmingen op de kaart weergeven. • Met de toets Opties de opties voor het rijprofiel vastleggen. • Met de toets Starten rechtstreeks met de navigatie naar de bijzondere bestemming beginnen.
NAVIGATIE Menu Bestemming invoeren: Instellingen In het menu Instellingen bevinden zich alle voor de navigatie en het apparaat relevante instellingen. Opmerking: Alle instellingen moeten worden bevestigd door op de toets OK te drukken. Met de toets kunt u op elk gewenst moment het huidige instellingsniveau verlaten zonder iets te hebben gewijzigd.
Opbouw In het instellingenmenu heeft u de beschikking over diverse buttons:
6014
>>>
De toets Route-info In het venster Route-info kunt u instellen, welke extra informatie tijdens de navigatie wordt weergegeven. > Druk in het instellingenmenu op de toets Route-info.
>D > GB >F >I >E
De functies van de verschillende toetsen worden hier achtereenvolgens uitgelegd.
Het venster Route-info wordt weergegeven.
> NL
6018
> Druk in het menu Bestemmingen invoeren op het keuzeveld Instellingen. U komt in het menu Instellingen.
Afhankelijk van de instelling onder "De toets Kaartopties" op pagina 57 zijn de volgende instellingen mogelijk.
41
>>>
NAVIGATIE
>D
Hele kaart:
> GB
Instelling
Instelmogelijkheden voor de instelling Betekenis Gereduceerd • geen weergave van informatie voor bestemming en tussenbestemming • weergave van de huidige en de volgende straat • geen weergave van borden • geen weergave van rijstrookinformatie • geen weergave van snelheid en hoogte Alleen pijl• geen weergave van informatie voor bestemweergave ming en tussenbestemming • weergave van de huidige en de volgende straat • weergave van borden • weergave van rijstrookinformatie • geen weergave van snelheid en hoogte
>F >I >E > NLK
42
Instelling Vol
Betekenis • weergave van informatie voor bestemming en tussenbestemming • weergave van de huidige en de volgende straat • weergave van borden • weergave van rijstrookinformatie • weergave van snelheid en hoogte
Instelmogelijkheden voor de instelling Gesplitst scherm en Alleen pijl: Instelling
Betekenis Gereduceerd • weergave van informatie voor bestemming en tussenbestemming • weergave van de huidige en de volgende straat • geen weergave van borden • geen weergave van rijstrookinformatie • weergave van snelheid en hoogte • weergave van afstandsbalk
Instelling Vol
Betekenis • weergave van informatie voor bestemming en tussenbestemming • weergave van de huidige en de volgende straat • weergave van borden • weergave van rijstrookinformatie • weergave van snelheid en hoogte • weergave van afstandsbalk
Opmerking: Sommige informatie kan alleen worden weergegeven als deze in het kaartmateriaal aanwezig is. > Kies de gewenste instelling door meerdere keren op het keuzeveld te drukken. > Bevestig uw keuze door middel van het indrukken van de toets OK.
NAVIGATIE De toets Routeopties In het instellingenvenster Routeopties kunt u uw routeprofiel instellen. De hier gemaakte instellingen hebben invloed op de routekeuze en de berekening van de vermoedelijke rittijden. > Druk in het instellingenmenu op de toets Routeopties.
Optie Profiel:
Soort route
Het venster Routeopties wordt weergegeven.
> Kies de gewenste instellingen. > Druk op toets om de overige opties weer te geven.
TMC
Betekenis Kies de manier waarop u zich verplaatst door op het keuzeveld te drukken. Kies één van de opties door op het keuzeveld te drukken. • optimaal - de met het oog op de benodigde tijd en de af te leggen afstand optimale route • snel - de met het oog op de benodigde tijd snelste route • kort - de met het oog op de af te leggen afstand kortste route • mooi - een route met zo veel mogelijk bochten Kies tussen Ja en Nee. Bij de keuze Ja wordt bij de routeberekening rekening gehouden met ontvangen verkeersmeldingen en wordt de route automatisch opnieuw berekend.
Optie Snelwegen Veren Tolwegen
>>>
Betekenis Kies één van de opties door op het betreffende keuzeveld te drukken. • Toegestaan - Het soort weg wordt in de berekening van de route opgenomen. • Vermijden - Het soort weg wordt zo mogelijk vermeden. • Blokkade - Het soort weg wordt niet in de berekening van de route opgenomen.
>D > GB >F >I >E > NL
> Bevestig uw keuze door middel van het indrukken van de toets OK.
43
>>>
NAVIGATIE De toets Snelheid In het instellingenvenster Snelheid kunt u instellen, of tijdens de navigatie snelheidsbegrenzingen moeten worden weergegeven en of u bij overschrijdingen van de max. snelheid akoestisch wilt worden gewaarschuwd.
>D > GB >F >I
Opmerking: Deze informatie kan alleen dan worden weergegeven, wanneer deze in het kaartenmateriaal is opgenomen.
>E > NLK
> Druk in het instellingenmenu op de toets Snelheid.
Het venster Snelheid wordt weergegeven.
6017
De onderstaande instellingen zijn mogelijk.
44
Instelling
Betekenis Borden tonen Geef aan of maximumsnelheden altijd of alleen bij het overschrijden van de snelheid worden weergegeven. Gesproken Kies (Ja of Nee) of u waarschuw. door een gesproken melding gewaarschuwd wilt worden dat u te hard rijdt. OverschrijGeef de limiet van de ding snelheidsoverschrijding aan vanaf welke u gewaarschuwd wilt worden. > Druk op een button en selecteer de gewenste instelling. > Bevestig uw keuze door middel van het indrukken van de toets OK.
!Gevaar voor ongevallen! De informatie in het kaartenmateriaal kan op grond van recente wijzigingen (bijv. bij wegwerkzaamheden) onjuist zijn! De verkeerssituatie en de borden ter plaatse hebben voorrang boven de informatie van het navigatiesysteem. De toets Helderheid Met de volgende toets kunt u tussen dagen nachtweergave van het scherm omschakelen:
> Druk op de toets Helderheid. De helderheid van de schermweergave wisselt van dag- naar nachtweergave en omgekeerd. Het pictogram van de actieve instelling wordt gemarkeerd. • Linker pictogram: Dagdisplay • Rechter pictogram: Nachtdisplay
NAVIGATIE De toets Energie Uw Traffic Assist kan via een externe voeding of via de ingebouwde accu worden gebruikt. Opmerking: Bij de voeding door middel van een accu is de laadtoestand van de accu van belang. Indien er onvoldoende voeding beschikbaar is, blijft de navigatie wellicht niet meer ingeschakeld tot u uw bestemming heeft bereikt. De voedingsspanning en de toestand van de accu wordt weergegeven in een statusaanduiding. Met de volgende toets kan de statusaanduiding worden geopend.
> Druk op de toets Energie. De statusaanduiding wordt geopend en de voedingsspanning wordt weergegeven.
De laadtoestand wordt aan de hand van een vulpeilaanduiding weergegeven. In het voorbeeld is de accu nog maar voor ca. 2/3 geladen. Het opladen worden door een stopcontactsymbool op het statusscherm aangeduid.
>>>
De toets Volume Met het venster Volume kunt u het volume van de verbale aanwijzingen voor elke start van Traffic Assist instellen of de verbale aanwijzingen helemaal uitschakelen. Afhankelijk van de situatie kan deze kaartweergave worden aangepast. > Druk in het instellingenmenu op de toets Volume.
>D > GB >F >I >E > NL
Het venster Volume wordt weergegeven. Statusaanduiding beëindigen Door op de toets OK te drukken, wordt de statusaanduiding beëindigd en verschijnt het instellingenmenu. > Kies het gewenste volume met de toetsen en . > Bevestig uw instellingen door middel van het indrukken van de toets OK.
45
>>>
NAVIGATIE De toets Tonen U kunt de signaaltonen van Traffic Assist in- en uitschakelen. Daaronder valt ook het klikken van de beeldschermtoetsen. > Druk op Tonen. Naargelang de vorige instelling schakelt u de signaaltonen in of uit. De huidige instelling wordt door de kleur van het desbetreffende pictogram aangegeven.
>D > GB >F >I >E > NLK
De toets Formaat In het instellingenvenster Formaat kunt u instellen, welke eenheden voor tijd en afstanden moeten worden gebruikt. > Druk in het instellingenmenu op de toets Formaat.
De toets Tijdzone In het instellingenvenster Tijdzone kunt u de voor uw standplaats geldende tijdzone instellen. Deze instelling is belangrijk voor de correcte berekening van vermoedelijke aankomsttijden. > Druk in het instellingenmenu op de toets Tijdzone.
Het venster Formaat wordt weergegeven. Het venster Tijdzone wordt weergegeven.
• Linker pictogram: tonen ingeschakeld • Rechter pictogram: tonen uitgeschakeld
Instelling Uur
Afstand
Betekenis Druk op dit veld om tussen 12 uurs- en 24 uursaanduiding om te schakelen. Druk op dit veld om tussen kilometer- en mijlenaanduiding om te schakelen.
> Bevestig uw instellingen door middel van het indrukken van de toets OK. 46
Met de toetsen kunt u in de desbetreffende pijlrichting in de lijstweergave bladeren. > Druk op het keuzeveld van de gewenste tijdzone.
NAVIGATIE De toets Taal De teksten op het beeldscherm kunnen in verschillende talen worden weergegeven. Met de volgende toets kunt u uit de verschillende talen kiezen.
> Druk op de toets Taal. De taalkeuze verschijnt.
Met behulp van de toets kan in de desbetreffende pijlrichting door de lijst worden gebladerd.
De toets Informatie Met de volgende toets wordt informatie over de Traffic Assist weergegeven.
Opmerking: • Wanneer u een andere taal kiest, wordt de software opnieuw gestart. • Door op de toets te drukken wordt de taalkeuze afgebroken en verschijnt het instellingenmenu.
> Druk op de toets Informatie. Het informatiedisplay verschijnt.
>>> >D > GB >F >I >E > NL
> Druk op de button van de gewenste taal.
Onder de taalkeuze treft u een lijst van meerdere pagina's aan, met daarin alle beschikbare talen. Ieder lijstveld wordt als button weergegeven. De afzonderlijke buttons zijn voorzien van de naam van een taal en de bijbehorende landsvlag.
Let met name op de productbenaming en de aangegeven softwareversie. Gebruik bij vragen aan de klantenservice van Harman/Becker altijd deze gegevens. > Druk op het keuzeveld Sluiten om het informatiescherm te sluiten.
47
>>>
NAVIGATIE De toets Autom. aan/uit Traffic Assist kan automatisch in de slaapstand schakelen als het contact van de auto wordt uitgeschakeld. Voorwaarden hiervoor: • Traffic Assist is op de sigarettenaansteker van de auto aangesloten (zie ook pagina 16). • De sigarettenaansteker is na het uitschakelen van het contact stroomloos. • De desbetreffende functie is op Traffic Assist ingeschakeld.
>D > GB >F >I >E > NLK
> Druk op Autom. aan/uit. Naargelang de vorige instelling schakelt u de functie in of uit. De huidige instelling wordt door de kleur van het desbetreffende pictogram aangegeven.
• Linker pictogram: De functie is ingeschakeld, Traffic Assist schakelt automatisch uit. • Rechter pictogram: De functie is uitgeschakeld, Traffic Assist schakelt niet automatisch uit. 48
De toet Kalibrering Als het touchscreen niet correct op de aanraking van de buttons reageert, moet een kalibrering worden doorgevoerd. Met de volgende toets kan de kalibrering worden gestart.
De toets Fabrieksinstelling U kunt de fabrieksinstellingen voor de Traffic Assist herstellen. Hierbij worden alle gewijzigde instellingen teruggezet en worden opgeslagen bestemmingen gewist.
> Druk op de toets Kalibrering. De kalibreerprocedure wordt gestart. Aanwijzingen op het scherm leiden u door de procedure.
> Druk op de toets Fabrieksinstelling.
> Druk op de toets Ja. De fabrieksinstellingen van de Traffic Assist worden hersteld.
NAVIGATIE Wat is dynamische navigatie? Met dynamische navigatie wordt de route berekend, rekening houdend met actuele verkeersberichten. Opmerking: Dynamische navigatie is niet in alle landen mogelijk (op het ogenblik alleen in België, Duitsland, Denemarken, Frankrijk, Italië, Nederland, Oostenrijk, Zweden, Zwitserland en Spanje). Om dynamische navigatie en de hierna beschreven functies toe te kunnen passen moet TMC-ontvangst mogelijk zijn. De verkeersberichten worden via het TMkanaal (Traffic Message Channel) van radiozenders tegelijk met het radioprogramma uitgezonden en door het navigatiesysteem ontvangen en verwerkt. De ontvangst van deze verkeersberichten is kosteloos.
Opmerking: Omdat de verkeersinformatie door radiozenders wordt uitgezonden, kunnen wij de volledigheid en juistheid van deze berichten niet garanderen. Oostenrijk: De lokatie- en eventcode wordt door de ASFINAG en de BMVIT ter beschikking gesteld. Er wordt voortdurend gecontroleerd of er relevante verkeersberichten voor de ingestelde route zijn. Verkeersbelemmeringen worden echter ook bij niet-actieve navigatie op de kaart weergegeven.
>>>
Weergave van TMC-berichten op de wegenkaart
>D
Actuele TMC-meldingen worden op de kaart grafisch weergegeven. Zo worden weggedeelten waarop zich een verkeersbelemmering bevindt, blauw gemarkeerd. Verder geven pijlen de richting van de rijstrook met de verkeersopstopping aan.
> GB >F >I >E
De kleurmarkering wordt aangevuld met een gevaarteken bij het desbetreffende weggedeelte.
> NL
6071
6071
Wordt daarbij geconstateerd dat een verkeersbericht voor de navigatie van belang is, dan wordt door het apparaat automatisch een nieuwe route naar de bestemming berekend.
49
>>>
NAVIGATIE TMC gebruiken Als u de TMC-antenne heeft aangesloten, ontvangt uw Traffic Assist actuele verkeersberichten, waardoor het mogelijk wordt een dynamische route (filevermijding) te berekenen. U kunt ook verkeersberichten direct bekijken. Voorinstelling van TMC zie “De toets Routeopties” op pagina 43 > Activeer de toolbar in het kaartscherm (zie ook pagina 55) en druk op TMC.
>D > GB >F >I >E > NLK
De lijst met meldingen verschijnt.
6069
Met de pijltoetsen aan de rechterkant van het beeldscherm kunt u door de lijst bladeren. Bij ieder verkeersbericht wordt het wegnummer (snelweg, autoweg of lokale weg), eventueel het weggedeelte met de rijrichting alsmede de aard van de belemmering aangegeven.
50
Melding lezen > Druk op de gewenste melding in de lijst. De melding wordt weergegeven.
Als de melding langer is dan de beschikbare ruimte op het scherm, verschijnt rechtsonder de toets . > Druk op de toets om de rest van de melding te kunnen lezen. > Druk op de pijltoetsen om door de meldingen te bladeren. > Druk op de toets om terug te gaan naar de lijst met meldingen.
NAVIGATIE Betreffende straat in de kaart weergeven > Druk in de melding op de toets . De betreffende straat verschijnt op de kaart.
De kaartweergave De kaartweergave wordt vanuit verschillende toepassingen in de miniatuurweergave van de kaart geopend.
6001
>>>
Opbouw van de kaartweergave
>D
De structuur is gericht op het actuele gebruik van de Traffic Assist en de instelling onder "De toets Route-info" op pagina 41 en "De toets Kaartopties" op pagina 57.
> GB >F >I
Kaartweergave zonder navigatie
>E > NL
6028 Meldingen actualiseren > Druk in de melding op de toets
.
> Druk op de toets met de miniatuurweergave. Daarop verschijnt de kaartweergave. Wanneer de navigatie niet actief is, wordt vrijwel het gehele oppervlak van het touchscreen door de kaart opgevuld. Hiernaast verschijnt in de hoek rechtsonder altijd een symbool voor het wisselen naar de instellingenmodus met toolbar.
51
>>>
NAVIGATIE Navigatie met volledige kaart
>D
5
> GB 7
>F
3
4
9
6
>I >E
8
2
1
1 Straat waar de volgende rijmanoeuvre naartoe leidt 2 Snelheid en hoogte boven zeeniveau van de auto 3 Route 4 Positie van auto 5 Maximumsnelheid voor de straat waarop u nu rijdt (aanduiding niet voor alle straten beschikbaar) 6 Rijstrookadvies (alleen bij bepaalde wegen met meerdere rijstroken te zien, rode pijlen = aanbevolen rijstroken)
> NLK
Opmerking: Als u het rijstrookadvies opvolgt, kunt u de volgende rijmanoeuvre uitvoeren zonder van rijstrook te hoeven wisselen.
52
7 Verwachte aankomsttijd, resterende reistijd en resterende afstand tot aan de bestemming 8 Afstand tot de volgende rijmanoeuvre en de straat waarop u momenteel rijdt 9 Volgende rijmanoeuvre Wanneer de navigatie actief is, wordt op de kaart uw actuele standplaats met behulp van het positiesymbool gevisualiseerd.
6030 Afhankelijk van de instelling in de optiemodus blijft het positiesymbool staan en de kaart beweegt of omgekeerd.
Verder wordt in de hoek linksonder de vooraankondiging met bijbehorende informatie getoond.
6032 Daarbij wordt de richtingsverandering met behulp van een pijltje, met daaronder de resterende afstand, weergegeven. Wanneer kort na elkaar meerdere richtingsveranderingen moeten worden doorgevoerd, verschijnt boven de eerste een kleiner pijltje voor de tweede richtingsverandering.
NAVIGATIE Gedeeld beeldscherm met navigatie 1
10 2
7 9
8
5
3
6
4
1 Maximumsnelheid voor de straat waarop u nu rijdt (aanduiding niet voor alle straten beschikbaar) 2 Route 3 Positie van auto 4 Straat waar de volgende rijmanoeuvre naartoe leidt of de huidige straat 5 Afstand tot de volgende rijmanoeuvre 6 Rijstrookadvies (alleen bij bepaalde wegen met meerdere rijstroken te zien, rode pijlen = aanbevolen rijstroken) Opmerking: Als u het rijstrookadvies opvolgt, kunt u de volgende rijmanoeuvre uitvoeren zonder van rijstrook te hoeven wisselen.
7 Snelheid en hoogte boven zeeniveau van de auto Opmerking: Bij twee aanstaande rijmanoeuvres korte tijd achter elkaar verschijnt in plaats van deze informatie een kleine pijl die de volgende rijmanoeuvre weergeeft. 8 Volgende rijmanoeuvre 9 Balk voor visualisatie van de afstand tot aan de volgende rijmanoeuvre 10 Verwachte aankomsttijd, resterende reistijd en resterende afstand tot aan de bestemming Navigatie met pijlen 1
8
>>>
3 Rijstrookadvies (alleen bij bepaalde wegen met meerdere rijstroken te zien, rode pijlen = aanbevolen rijstroken)
>D > GB
Opmerking: Als u het rijstrookadvies opvolgt, kunt u de volgende rijmanoeuvre uitvoeren zonder van rijstrook te hoeven wisselen.
>F >I >E
4 Straat waar de volgende rijmanoeuvre naartoe leidt of de huidige straat 5 Afstand tot de volgende rijmanoeuvre 6 Balk voor visualisatie van de afstand tot aan de volgende rijmanoeuvre 7 Snelheid en hoogte boven zeeniveau van de auto 8 Verwachte aankomsttijd, resterende reistijd en resterende afstand tot aan de bestemming
> NL
2
6
5 3
7
4
1 Maximumsnelheid voor de straat waarop u nu rijdt (aanduiding niet voor alle straten beschikbaar) 2 Volgende rijmanoeuvre 53
>>>
NAVIGATIE
>D
Bediening van de kaartweergave Laatste aanwijzing herhalen Tijdens de navigatie ontvangt u belangrijke informatie, b. v. de volgende afslag. De laatste aankondiging kan met geactualiseerde gegevens worden herhaald.
> GB >F >I
> Druk tijdens actieve navigatie en gedeactiveerde toolbar op het veld met de vooraankondiging.
>E > NLK
6032 > Druk tijdens actieve navigatie en gedeactiveerde toolbar op het veld met de vooraankondiging. De laatste aankondiging wordt herhaald met geactualiseerde gegevens. Bovendien wordt het geluidsvolume getoond. Volume van aankondigingen veranderen Het volume van de aankondigingen kan worden veranderd.
6032
54
Balken visualiseren het volume. > Druk op de toets of om het volume te verhogen of te verlagen. > Druk op toets om het geluid voor aankondigingen te onderdrukken. > Druk opnieuw op de toets om de geluidsonderdrukking op te heffen
!Let op! Stel het geluidsvolume zo in dat u de omgevingsgeluiden goed kunt waarnemen. Als er geen toets wordt ingedrukt, verdwijnen de balken na drie seconden van het scherm.
Kaart in-/uitzoomen (toolbar) Met de zoomtoetsen kunt u stapsgewijs op de kaart in- of uitzoomen.
Opmerking: De zoomtoetsen verschijnt alleen als de functie Autozoom onder "De toets Kaartopties" op pagina 57 is uitgeschakeled. > Druk op inzoomen om "op de kaart in te zoomen" waarmee weergegeven details dichterbij komen. > Druk op uitzoomen om "op de kaart uit te zoomen" en daarmee minder details maar een beter overzicht te krijgen.
NAVIGATIE Kaartweergave met toolbar Door op de volgende toets te drukken kan de toolbar worden geactiveerd en door nogmaals drukken worden gedeactiveerd:
Behalve de kaartweergave verschijnen extra functietoetsen.
De toets Navigatieopties Hiermee kunt u: • de navigatie afbreken, • een tussenbestemming invoeren • de volgende bestemming oproepen, • de routeopties oproepen, • de hele route laten weergeven, • een routebeschrijving weergeven en • de GPS-status oproepen. > Druk in de toolbar op de toets Navi opties. Het menu met de navigatieopties verschijnt. Met de toets kunt u het menu weer verlaten.
De volgende instellingen zijn mogelijk.
>>>
Optie
Betekenis Navigatie af- Bij actieve navigatie kunt breken u de navigatie beëindigen door op de toets te drukken. Tussenstop Bij actieve navigatie kunt invoegen u een bestemming als tussenbestemming invoeren. U hebt hierbij dezelfde mogelijkheden als bij de normale bestemmingsinvoer. Volgende be- Als meerdere bestemstemming mingen opgeslagen zijn, wordt de route naar de volgende bestemming (huidige bestemming wordt overgeslagen) berekend (alleen bij actieve navigatie). Routeopties Hiermee kunt u de routeopties wijzigen (alleen bij actieve navigatie). Pagina "De toets Routeopties" op pagina 43.
>D > GB >F >I >E > NL
55
>>>
NAVIGATIE Optie
Betekenis Hele route to- U kunt de actueel berenen kende route op de kaart laten weergeven. Door op de toets te drukken, kunt u naar de navigatie terugkeren. RoutebeU kunt een routebeschrijving schrijving laten weergegeven en afzonderlijke gedeelten van de route blokkeren. Pagina "Routebeschrijving weergeven/bewerken" op pagina 56. GPS-status Met deze functie kunt u de GPS-status opvragen. Er wordt weergegeven of de GPS-ontvangst voor de navigatie voldoende is en indien beschikbaar wordt ook de huidige positie als adres weergegeven.
>D > GB >F >I >E > NLK
56
Routebeschrijving weergeven/bewerken In de routebeschrijving kunt u de berekende route in delen laten weergeven. U kunt ook afzonderlijke gedeelten blokkeren en de route zonder deze gedeelten opnieuw laten berekenen. > Roep het optiemenu via de toolbar op. > Kies de optie Routebeschrijving.
> Druk op de pijltoetsen om door de delen van de route te bladeren. Door de toets Vernieuwen in te drukken, kunnen aangebrachte wijzigingen weer ongedaan worden gemaakt. Door op de toets Doorgaan te drukken, kunt u zonder wijzigingen naar de navigatie terugkeren.
Delen van de route blokkeren Druk op de toets vóór het betreffende deel van de route om dit deel te blokkeren. Een geblokkeerd gedeelte wordt door de toets aangeduid. Door op deze toets te drukken kan de blokkering weer worden opgeheven. > Druk op de toets Opnieuw berekenen nadat u het gewenste gedeelte van de route hebt geblokkeerd. De route wordt opnieuw berekend en het navigatiescherm wordt weergegeven.
NAVIGATIE De toets Kaartopties Met de kaartopties kunt u: • het type kaartweergave instellen, • de oriëntatie van de kaart vastleggen, • de kaartweergave (2D/3D) vastleggen, • de automatische zoomfunctie van de kaart in-/uitschakelen en • de inhoud van de kaart beïnvloeden. > Druk in de toolbar op de toets Kaartopties. De kaartopties worden weergegeven.
> Druk op toets om de overige opties weer te geven. De volgende instellingen zijn mogelijk:
Optie Kaartweergave
Oriëntatie
Betekenis U kunt kiezen welk type kaart bij de navigatie moet worden gebruikt: • Hele kaart - het hele beeldscherm wordt met de kaart gevuld • Alleen pijl - voor de navigatie worden alleen pijlen gebruikt. • Gesplitst scherm - op het ene deel van het beeldscherm wordt een kaart weergegeven en op het andere deel worden pijlen weergegeven. Raadpleeg ook de beschrijvingen onder "Opbouw van de kaartweergave" op pagina 51 en "De toets Route-info" op pagina 41. Kies of de kaart tijdens een navigatie met 2D-weergave standaard op het noorden of op de rijrichting georiënteerd moet worden weergegeven.
>>>
Optie
Betekenis KaartaanKies of de kaart standaard zicht in 3D of 2D moet worden weergegeven. Autozoom Bij actieve autozoom (Ja) wordt de zoomwaarde aangepast aan de rijsnelheid: Als u langzaam rijdt, wordt de schaal groter. Als u sneller rijdt, wordt de schaal kleiner. Bijzondere Bij actieve weergave van bestemmin- speciale bestemmingen gen (Ja) worden pictogrammen voor speciale bestemmingen op de kaart weergegeven. StraatnaBij actieve weergave van men straten (Ja) worden de straatnamen op de kaart weergegeven.
>D > GB >F >I >E > NL
> Bevestig uw keuze door het indrukken van de toets OK.
57
>>>
NAVIGATIE De toets POI op route Met de POI op route-toets kunt u op de route beschikbare bijzondere bestemmingen laten weergeven en een speciale bestemming als tussenstop overnemen. > Druk in de toolbar op de toets POI op route. De op de route beschikbare bijzondere bestemmingen worden weergegeven.
>D > GB >F >I >E > NLK
Tegelijkertijd kunnen maximaal zes bijzondere bestemmingen worden weergegeven. U herkent de categorie aan de pictogrammen links van de afstandsaanduidingen. De afstandsaanduidingen zijn de hemelsbrede afstanden tot aan de bijzondere bestemmingen. De gestileerde weg aan de linkerkant laat zien aan welke kant van de weg de bijzondere bestemmingen zich bevinden. De nummering van de bijzondere bestemmingen heeft betrekking op de 58
positie van de bijzondere bestemmingen in de rechterlijst (bijzondere bestemming 1 staat helemaal onder aan de lijst). Een bijzondere bestemming als tussenstop overnemen: > Druk op de gewenste bijzonder bestemming. De bestemming wordt als tussenstop overgenomen en Traffic Assist berekent de route tot aan de tussenstop. Categorieën voor bijzondere bestemmingen vastleggen: U kunt vastleggen in welke categorieën Traffic Assist de bijzondere bestemmingen moet weergeven. > Druk op de POI-toets . U ziet de huidige instelling.
> Druk op een van de ingestelde categorieën, bijv. Tankstation. De volledige lijst met categorieën wordt weergegeven.
> Blader eventueel door de lijst en druk op een van de categorieën die u als nieuwe categorie wilt instellen, bijv. Station. U ziet opnieuw de huidige instelling. De categorie Tankstation is nu vervangen door de categorie Station.
> Ga indien nodig bij de andere twee categorieën op dezelfde wijze te werk. > Druk afsluitend op de toets OK. > Afhankelijk van de categoriewijziging verschijnt een bijgewerkte lijst met op de route beschikbare bijzondere bestemmingen. De toets TMC Met deze toets worden alle TMC-verkeersberichten getoond die door de op dat moment ingestelde zender zijn ontvangen. Pagina "TMC gebruiken" op pagina 50.
NAVIGATIE
>>>
De toets Dag / nacht Om het aanraakscherm aan de lichtomstandigheden aan te passen, kan tussen dag- en nachtdesign worden gewisseld.
>D > GB >F >I
Zo krijgt u een overzicht van de actuele verkeerssituatie. TMC-meldingen die op de route liggen, verschijnen boven aan de lijst. > Druk op de toets TMC. Een lijst met TMC-meldingen verschijnt. > Druk op de pijltoetsen rechts om door de lijst te bladeren.
>E > NL
> Druk in de toolbar op de toets Dag / nacht. Het design wordt gewisseld. Druk nog een keer om het vorige design weer op te roepen.
59
>>>
TERMINOLOGIE Active Sync Active Sync is een product van de firma Microsoft. Het gaat hierbij om standaard afstemmingssoftware voor mobiele Windows-apparatuur, zoals uw Traffic Assist. Het programma kan gratis van internet worden gedownload. Terminologie
>D > GB >F >I >E
GMT (Greenwich Mean Time) Midden-Europese tijd De tijd op de lengtegraad 0 (de lengtegraad die over Greenwich, Groot-Brittannië loopt). Deze tijd wordt wereldwijd als standaardtijd voor de synchronisatie van dataregistratie gebruikt.
> NLK
GPS (Global Positioning System) GPS bepaalt m.b.v. van satellieten uw actuele geografische positie. Dit wordt gedaan d.m.v. 24 satellieten, die rond de aarde cirkelen en daarbij een signaal uitzenden. De GPS-ontvanger ontvangt deze signalen en berekent aan de hand van de tijdsverschillen die de signalen nodig hebben, de afstand tot de afzonderlijke satellieten en daarmee de actuele positie in geografische lengte en breedte. Voor de positiebepaling zijn de signalen van minimaal drie satellieten nodig, vanaf de vierde satelliet kan tevens de hoogte waarop de satellietontvanger zich bevindt worden bepaald. HDOP (Horizontal Dilution Of Precision) HDOP geeft de kwaliteit van de positiebepaling aan. Theoretisch zijn waarden van 0 tot 50 mogelijk, waarbij geldt: hoe lager de waarde, hoe nauwkeuriger de positiebepaling (waarde 0 = geen afwijking van de daadwerkelijke positie). Waarden tot 8 zijn voor de navigatie acceptabel.
60
SD-kaart (Secure Digital) De SecureDigital-kaart is in 2001 door SanDisk op basis van een oudere MMCstandaard ontwikkeld. Een SD-kaart is een herschrijfbare wisselgeheugenkaart. Stylus Een stylus is een invoerstift, die voor de bediening van touchscreens, mobiele telefoons of PDA's wordt gebruikt. De stylus is meestal een kunststof stift met een zachtere kunststof kern. Het omhulsel is hard en ligt gemakkelijk in de hand, de zachte kern mondt uit in een punt en is bedoeld, om het scherm zo voorzichtig mogelijk (dus zonder gevaar voor krassen) aan te raken. De stylus is nauwkeuriger dan de vingers, omdat alleen de dunne punt het scherm aanraakt. Bovendien wordt zodoende de verontreiniging van het scherm door vingerafdrukken voorkomen.
TERMINOLOGIE
>>>
TMC (Traffic Message Channel) Verkeersberichten die door sommige FMzenders via RDS worden ovegebracht. Basis voor de dynamische navigatie.
>D > GB >F
USB (Universal Serial Bus) De Universal Serial Bus (USB) is een bussysteem om een computer aan te sluiten op externe USB-randapparatuur, voor het uitwisselen van data.
>I >E > NL
61
Trefworden
>>> >D > GB >F
TREFWORDEN A
H
M
Active Sync . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 60 Actuele positie weergeven . . . . . . . . . 31 Adres invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
HDOP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Maateenheden . . . . . . . . . . . . . . . . . Max. snelheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . Menu Bestemming invoeren . . . . 28, Structuur . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instellingen voor navigatie . . . . . . . . . . . 31, 41
B
>I
Beperkingen: veer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37, Bestemmingen beveiligde . . . . . . . . . . . . . . . . . invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . Standaard- . . . . . . . . . . . . . . . . . Bestemmingengeheugen . . . . . . . . . . bladeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bijzondere bestemmingen . . . . . . . . In omgeving . . . . . . . . . . . . . . . op de kaart laten weergeven . . . .
>E > NLK
43 29 31 29 29 29 29 38 38 41
Dwarsstraat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
G
62
K Kaartweergave . . . . . . . . . . . . . . . . . Bijzondere bestemmingen . . . . . Weergave van bestemming . . . . wisselen vanuit de snelle toegang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Keuze van de bestemming Adres invoeren . . . . . . . . . . . . . Bijzondere bestemming . . . . . . . Korte route . . . . . . . . . . . . . . . . . 36,
28 40 36 30 32 38 43
L
D
Geheugenkaart . . . . . . . . . . . . . . . . . GMT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . GPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . GPS-status . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
I
18 60 60 55
Land selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . Lijst met bestemmingen . . . . . . . . . . Lijsten Lijst met bestemmingen . . . . . . Stedenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . Stratenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . .
32 28 28 34 35
46 44 31 31
N Navigatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 beëindigen . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
R Reglementair gebruik . . . . . . . . . . . . . 4 Route bochtig . . . . . . . . . . . . . . . . 36, 43 kort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36, 43 snel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36, 43 Routeprofiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
TREFWORDEN S
V
SD-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Snelheidsbegrenzing . . . . . . . . . . . . . . 44 Snelle route . . . . . . . . . . . . . . . . .36, 43 Snelle toegang . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Snelweg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37, 43 Stad selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Straat selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Straatnamen weergeven . . . . . . . . . . . 41 Stylus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Veer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37, 43 Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . .4, 27 Volume instellen . . . . . . . . . . . . . . . .54
>>> >D > GB >F
W
>I
Waarschuwingen Max. snelheid . . . . . . . . . . . . . . . 44
>E > NL
T Tijdformaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 TMC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Berichten actualiseren . . . . . . . . . 51 Weergave op de kaart . . . . . . . . . 49 TMC-antenne . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Toets kaartsymbool . . . . . . . . . . . . . . 30 Tolweg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37, 43 Traffic Assist inschakelen . . . . . . . . . . 20 Tussenstop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
U USB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
63
>>>
TECHNISCHE SPECIFICATIES Technische specificaties
• Afmetingen: (b x h x d) in mm 125,3 x 82,4 x 17,6 • Gewicht: 168 gram • Processor: 400 MHz-processor CISC-architectuur • Beeldscherm: 4,3 inch touchscreen met 24 bit kleuren 16,7 Mio Kleuren Reflectie-arm • Geheugen: 2 GB ROM 64 MB SD-RAM • Micro SD-kaartlezer: Ondersteuning tot 4 GB FAT 32 formatteerd • USB-interface: USB Client 2.0 MINI USB • Hoofdtelefoonuitgang: 3,5 mm stereobus • 1 Interne luidsprekers: 1,8 watt max. • Voedingsspanning: 5 volt via USB-poort
>D > GB >F >I >E > NLK
64
• AC-adapter (niet meegeleverd): 110 - 230 volt 0,2 ampère 50 - 60 Hz Uitgangsspanning 5 volt
NORMEN EN RICHTLIJNEN Geachte klant, Dit apparaat mag volgens de geldende EG-richtlijn door iedereen worden gebruikt. Dit toestel voldoet aan de op dit moment geldende Europese en geharmoniseerde nationale richtlijnen. Het kenmerk biedt u de garantie, dat aan de voor het apparaat geldende specificaties m.b.t. elektromagnetische compatibiliteit is voldaan. Dat betekent, dat storingen bij andere elektrische/elektronische apparaten door uw radio, alsmede storende invloeden op uw radio door andere elektrische/elektronische apparaten zo veel mogelijk worden voorkomen.
>>>
NORMEN EN RICHTLIJNEN
De door Luxemburg verleende EG-typegoedkeuring (E13) conform de Europese EMC-richtlijn inzake motorvoertuigen, zoals laatstelijk gewijzigd in ECE-R10, staat inbouw en gebruik in voertuigen (categorie L, M, N en O) toe.
>D > GB
Z101
>F >I >E > NL
Z901
EG-conformiteitsverklaring Harman/Becker Automotive Systems GmbH verklaart dat Traffic Assist voldoet aan de fundamentele vereisten van de toepasselijke EG-richtlijnen en in het bijzonder aan de fundamentele vereisten en de andere relevante voorschriften van de R&TTE-richtlijn 1999/5/EG. Een uitgebreide EG-conformiteitsverklaring vindt u op de website http://www.mybecker.com bij het betreffende product onder 'Downloads'.
65
>>>
NORMEN EN RICHTLIJNEN Afvoer van het apparaat
>D
Informatie voor de klant m.b.t. de afvoer van elektrische en elektronische apparatuur (privéhuishoudens) Overeenkomstig de zelf voorgeschreven bedrijfsprincipes van Harman/Becker Automotive Systems GmbH werd dit product uit hoogwaardige en recyclebare materialen en componenten ontwikkeld en vervaardigd. Dit symbool op het product en/of de begeleidende documenten betekent, dat elektrische en elektronische producten aan het eind van hun levensduur gescheiden van het huisvuil moeten worden afgevoerd. Lever deze producten voor verdere verwerking of recycling kosteloos in bij de gemeentelijke inzamelpunten of milieuparken. Door een juiste afvoer van het product wordt het milieu ontzien en worden mogelijk schadelijke gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu verhinderd. Voor meer informatie over het dichtstbijzijnde inzamelpunt kunt u contact opnemen met het gemeentehuis in uw woonplaats.
> GB >F >I >E > NLK
Voor zakelijke klanten binnen de Europese Unie Neem contact op met de dealer of leverancier als u deze elektrische/elektronische apparatuur wilt afvoeren. Informatie over de afvoer in landen buiten de Europese Unie Dit symbool geldt alleen binnen de Europese Unie.
66
NORMEN EN RICHTLIJNEN
>>>
Afvoer van de accu >D
Informatieplicht conform het Besluit verwijdering batterijen
> GB
Batterijen en accu's horen niet in de vuilnisbak. De consument is wettelijk verplicht afgedankte batterijen en accu's in te leveren. U kunt deze op alle plaatsen waar batterijen worden verkocht en bij de verzamelpunten van uw gemeente inleveren. Hiermee levert u een concrete bijdrage aan de bescherming van het milieu.De leveranciers en fabrikanten zijn wettelijk verplicht deze batterijen en accu's kosteloos in te nemen en volgens de voorschriften te recyclen of als chemisch afval af te voeren. Uw batterijen en accu's kunt u bij ons inleveren door deze voldoende gefrankeerd naar het volgende adres te sturen:
>F >I >E
Fa. Harman/Becker Automotive Systems GmbH - Batterieverwertung Becker-Göring-Str. 16 D- 76307 Karlsbad- Ittersbach
> NL
Op de ingebouwde lithium-ion-accu van de Traffic Assist staat het hiernaast afgebeelde symbool van een afvalcontainer met een kruis erdoor en het soort accu. Accu uitbouwen Voordat u uw afgedankte apparaat weggooit, moet de accu uit het apparaat worden verwijderd.
Li-ion
Opmerking: Bij de hier beschreven instructies voor het uitbouwen van de accu kan uw apparaat onherstelbaar beschadigd raken. Bouw de accu alleen uit als u het apparaat daarna wilt weggooien.
67
>>>
NORMEN EN RICHTLIJNEN
>D
2
> GB
3
1
>F >I >E > NLK
1
> Zorg ervoor dat de accu helemaal ontladen is (apparaat zonder externe voeding ingeschakeld laten tot het vanzelf uitschakelt). > Draai de vier schroeven 1 met een kleine kruiskopschroevendraaier uit de behuizing. > Wip met een sleufschroevendraaier (bij de sleuven aan de zijkanten van de behuizing ) de achterkant van de behuizing 2 eraf. > Wip met een sleufschroevendraaier de op de printplaat gelijmde accu 3 eraf. > Trek de stekker van de aansluitkabel van de accu eruit. Opmerking: Sluit het door u geopende apparaat niet opnieuw op de voeding aan.
68