Bedieningshandleiding
Fijn dat u hebt gekozen voor deze digitale camera van PENTAX. Dit is de handleiding voor “PENTAX PHOTO Browser 2.0” en “PENTAX PHOTO Laboratory 2.0”, software voor uw Windows- of Macintosh-computer waarmee u met de camera gemaakte opnamen kunt weergeven en bewerken. Lees de afzonderlijke handleiding bij de camera en deze handleiding aandachtig door alvorens met de camera, “PENTAX PHOTO Browser 2.0” of “PENTAX PHOTO Laboratory 2.0” te gaan werken. U weet dan zeker dat u alle voorzieningen en functies optimaal kunt benutten. Bewaar de bedieningshandleiding van de camera en deze handleiding op een veilige plek. Het kunnen waardevolle hulpmiddelen zijn om inzicht te krijgen in alle mogelijkheden van de camera. Auteursrechten Met deze camera gemaakte opnamen die voor elk ander doel dan strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd, mogen niet worden gebruikt zonder toestemming volgens de rechten zoals neergelegd in de auteursrechtwetgeving. Houd altijd rekening met het volgende: in sommige gevallen is zelfs het fotograferen voor persoonlijk gebruik aan beperkingen gebonden, zoals bij demonstraties, industriële bedrijvigheid of als publicatie-elementen. Opnamen die zijn gemaakt met het doel om auteursrechten te verkrijgen, kunnen ook niet worden gebruikt buiten het gebruiksbereik van het auteursrecht zoals beschreven in de auteursrechtwetgeving. Ook hiermee dient men rekening te houden. Handelsmerken • PENTAX en smc PENTAX zijn handelsmerken van PENTAX Corporation. • PENTAX PHOTO Browser, PENTAX PHOTO Laboratory en PENTAX REMOTE Assistant zijn handelsmerken van Pentax Corporation. • Het SD-logo is een handelsmerk. • Alle overige merk- of productnamen zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven. Meer over PictBridge Met PictBridge kan de gebruiker de digitale camera rechtstreeks aansluiten op een printer, waarbij gebruik wordt gemaakt van de universele standaard voor de rechtstreekse uitvoer van opnamen. Met een paar eenvoudige handelingen kunt opnamen rechtstreeks vanuit de camera afdrukken. Disclaimer • PENTAX aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor enige schade voortvloeiend uit het directe of indirecte gebruik van deze software of gevolgschade, schade aan gegevens, programma’s of ander niet-tastbaar eigendom, derving van winst of verwachte winst, of geschil met een derde partij voortvloeiend uit het gebruik van deze software. • De specificaties van deze software kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
De symbolen die in deze handleiding worden gebruikt hebben de volgende betekenissen: Verwijst naar informatie die handig is om te weten. Verwijst naar waarschuwingen en opmerkingen over de werking.
De schermafbeeldingen in deze handleidingen kunnen afwijken van wat u op uw eigen beeldscherm ziet, afhankelijk van het type computer dat u gebruikt.
1 INHOUDSTAFEL Werken met opnamen van uw digitale camera ........................................2 Wat kunt u doen met PENTAX PHOTO Browser 2.0? .............................4 Meegeleverde software ......................................................................................... 4 Systeemvereisten .................................................................................................. 5
De software installeren ..............................................................................7 Voor Windows ....................................................................................................... 7 Voor de Macintosh............................................................................................... 11
Opnamen opslaan op de computer.........................................................13 Opnamen opslaan door de camera aan te sluiten op de PC (Windows)............. 13 Opnamen opslaan door de camera aan te sluiten op de Macintosh (voor Macintosh).................................................................................................. 18 Andere methoden voor het opslaan van opnamen.............................................. 21
PENTAX PHOTO Browser 2.0 ..................................................................22 PENTAX PHOTO Browser 2.0 openen ............................................................... 22 Het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0 ......................................................... 24 Hoofdopnamevenster .......................................................................................... 33 Opnamen weergeven .......................................................................................... 38 Een lijst met opnamegegevens opslaan.............................................................. 48 Doorlopende weergave van opnamen in een diavoorstelling.............................. 49 Een opname afdrukken ....................................................................................... 52 De instellingen van PENTAX PHOTO Browser 2.0 wijzigen ............................... 60 Opnamebestanden en mappen beheren............................................................. 67
PENTAX PHOTO Laboratory 2.0..............................................................76 PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 openen ........................................................... 76 Het venster PENTAX PHOTO Laboratory 2.0..................................................... 78 Opnamen weergeven .......................................................................................... 84 RAW-opnamen eenvoudig wijzigen..................................................................... 86 Verwerkingsinstellingen voor RAW-opnamegegevens instellen ......................... 87 Opnamebestanden opslaan ................................................................................ 91 Aanpassingen in opnamebestanden opslaan...................................................... 93 Aanpassingen in opnamebestanden laden ......................................................... 93 Instellingen van PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 wijzigen ................................ 94
Verklarende woordenlijst .........................................................................98
2
Werken met opnamen van uw digitale camera Op de computer kunt u de opnamen die u met de digitale camera hebt gemaakt, organiseren en bewerken.
Rechtstreeks De camera rechtstreeks aansluiten op een PictBridge-compatibele printer met de USBkabel. (Niet beschikbaar op w.)
Opnamen weergeven en maken op AV-apparatuur De camera met een AV-kabel aansluiten op een TV, DVD-recorder of andere audiovisuele apparatuur om opnamen weer te geven en/of opnamen te maken.
Uw computer heeft... • een standaard USB-aansluiting. • Windows Me/2000/XP of Mac OS 9.01/ 9.2/X (versie 10.1, 10.2 of 10.3) als besturingssysteem. De camera met de USBkabel aansluiten op een computer om de opnamen van de camera naar de computer te kopiëren.
Uw computer heeft... • Windows 95/98/98 SE/NT of Mac OS 8.6 als besturingssysteem.
Uw fotozaak gebruiken U kunt opnamen die op de kaart zijn opgeslagen, laten afdrukken bij een fotozaak. • DPOF-instellingen op de camera instellen en afdrukken bestellen bij een fotozaak. • De opnamen selecteren die moeten worden afgedrukt.
U kunt opnamen overbrengen met behulp van een ingebouwde kaarthouder + een PCkaartadapter of een kaartlezer. • Haal de kaart uit de camera. Als u opnamen op de kaart met een ander apparaat overbrengt naar een computer, lees dan de gebruikershandleiding bij dat apparaat.
3
De opnamegegevens gebruiken Met uw e-mailprogramma kunt u opnamen als bijlagen bij e-mailberichten verzenden. U kunt de opnamen ook op uw website plaatsen. • Zie de handleiding van uw e-mailprogramma voor aanwijzingen aangaande het toevoegen van bijlagen aan e-mailberichten. • Zie de handleiding bij het programma dat u gebruikt voor aanwijzingen aangaande het plaatsen van foto’s en films op uw website.
Uw printer gebruiken
PENTAX PHOTO Browser 2.0 (blz.22 - blz.74) PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 (blz.76 - blz.97) • Opnamen • Opnamen organiseren en opslaan weergeven • Opnamen • Alle opnamen hernoemen afdrukken • Alle opnamegegevens opslaan • PENTAX-specificatie verwerking van RAW-gegevens Maak gebruik van in de handel verkrijgbare beeldbewerkingssoftware voor formaatwijziging, bijsnijden en andere beeldbewerkingstaken.
Op de printer kunnen opnamen worden afgedrukt die zijn overgebracht naar de computer. Sommige printers kunnen rechtstreeks vanaf een geheugenkaart afdrukken. • Zie voor nadere bijzonderheden de handleiding bij de printer die u gebruikt.
De opnamegegevens opslaan Opnamen die zijn overgebracht naar de computer, kunnen op een cd-r of op andere opslagmedia worden opgeslagen.
4
Wat kunt u doen met PENTAX PHOTO Browser 2.0? PENTAX PHOTO Browser 2.0 is software waarmee u opnamen die zijn gemaakt met de digitale camera en die zijn opgeslagen op de computer, kunt weergeven, afdrukken en beheren. Wanneer u een map met opgeslagen opnamen selecteert, worden opnamen die compatibel zijn met PENTAX PHOTO Browser 2.0, automatisch weergegeven als miniaturen. U kunt een miniatuuropname selecteren om de opname op een groter formaat weer te geven. Bestanden met de extensies .bmp (BMP), .jpg (JPEG), .pef (RAW), .pct (PICT), .png (PNG) en .tif (TIFF) worden ondersteund. Deze handleiding gaat over PENTAX PHOTO Browser 2.0 en PENTAX PHOTO Laboratory 2.0. De schermafbeeldingen zijn gemaakt in Windows XP. Deze toepassingen werken op de Macintosh vrijwel hetzelfde als onder Windows. Alleen enkele toetsen zijn anders. Informatie over Macintosh-specifieke instructies is te vinden in de gedeelten met de titel “Voor Macintosh” of in de on line Help.
Meegeleverde software De meegeleverde cd-rom (S-SW28) bevat de volgende software: • PENTAX PHOTO Browser 2.0 • PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 PENTAX PHOTO Browser 2.0 Met PENTAX PHOTO Browser 2.0 kunt u de volgende taken uitvoeren: • Opnamebestanden opslaan onder dezelfde of een andere naam, bestandsnamen en bestandstypen wijzigen en bestanden kopiëren, knippen, plakken, roteren en verwijderen. • Nieuwe mappen maken, mapnamen wijzigen en mappen kopiëren, knippen, plakken en verwijderen. • Een lijst met opnamegegevens opslaan. • Opnamegegevens controleren. • RAW-opnamegegevens weergeven. • Opnamen afdrukken. U kunt ook software voor bewerking van RAW-opnamegegevens (PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 of PENTAX REMOTE Assistant*1), starten vanuit PENTAX PHOTO Browser 2.0. *1: PENTAX REMOTE Assistant kan alleen worden gebruikt in combinatie met w.
PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 Hiermee kunt u kleurscheidingen instellen en andere verwerkingstaken uitvoeren voor CCD RAW-opnamegegevens die zijn opgeslagen in de eigen indeling van de PENTAX digitale camera. Daardoor kunnen opnamen worden opgeslagen voor weergave en bewerking in commerciële software voor weergave en bewerking van beelden. PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 kan ook worden gebruikt als afzonderlijke toepassing.
Systeemvereisten De volgende systeemeisen worden aanbevolen als u opnamen van de camera naar een computer wilt overbrengen en PENTAX PHOTO Browser 2.0 en PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 wilt installeren en gebruiken.
Systeemvereisten voor Windows USB-aansluiting • Computer waarop Windows Me/2000/XP (Home Edition/Professional) is geïnstalleerd. • USB-poort moet tot standaarduitrusting behoren. Toepassingssoftware
(9 talen: Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans, Russisch, Chinees [traditioneel en vereenvoudigd], Koreaans, Japans) • Besturingssysteem: Windows Me/2000 Windows XP (Home Edition/Professional) • Processor : Pentium III of hoger (Pentium 4 of hoger aanbevolen) • Geheugen : minimaal 256MB (512MB of hoger aanbevolen) • Monitor : 1024×768 (1280×1024 of hogere resolutie aanbevolen) in 24-bits volledige kleuren (ca. 16,77 miljoen kleuren) • Vrije schijfruimte : 250MB of meer (500MB of meer aanbevolen) • In Windows 95/98/NT kunt u geen bestanden overbrengen met de USB-kabel. • Het verdient aanbeveling een netvoedingsadapter te gebruiken wanneer de camera is aangesloten op de computer. Als de batterijen leegraken tijdens het overbrengen van opnamen, kunnen de opnamegegevens of de SD-geheugenkaart beschadigd raken.
5
6 Systeemvereisten voor Macintosh USB-aansluiting • Macintosh waarop Mac OS 9.01/9.2/X (versie 10.1, 10.2 of 10.3) is geïnstalleerd. • USB-poort moet tot standaarduitrusting behoren. * Installatie van het USB-stuurprogramma is niet nodig. Toepassingssoftware (9 talen: Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans, Russisch, Chinees [traditioneel en vereenvoudigd], Koreaans, Japans) • Besturingssysteem: Mac OS 9.0 of hoger (CarbonLib 1.5 of hoger) Mac OS X 10.1.3 of hoger • Processor : PowerPC G3 of hoger (G4 1,0 GHz of hoger aanbevolen) • Geheugen : minimaal 256MB (512MB of hoger aanbevolen) • Monitor : 1024×768 (1280×1024 of hogere resolutie aanbevolen) in 24-bits volledige kleuren (ca. 16,77 miljoen kleuren) • Vrije schijfruimte : 250MB of meer (500MB of meer aanbevolen) • Het verdient aanbeveling de (apart verkrijgbare) netvoedingsadapter te gebruiken wanneer de camera is aangesloten op de computer. Als de batterijen leegraken tijdens het overbrengen van opnamen, kunnen de opnamegegevens of de SDgeheugenkaart beschadigd raken. • Onder Mac OS 8.6 kunt u geen bestanden overbrengen met de USB-kabel.
De software installeren Hierna wordt de procedure beschreven voor het installeren van PENTAX PHOTO Browser 2.0 en PENTAX PHOTO Laboratory 2.0. PENTAX PHOTO Browser 2.0 en PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 kunnen worden geïnstalleerd over andere versies van deze software heen, die zijn geleverd bij w. Als u meerdere accounts hebt ingesteld in Windows 2000/XP of Mac OS X, moet u zich eerst aanmelden met een account met beheerdersrechten voordat u de software gaat installeren.
Voor Windows
1
Zet de computer aan. Sluit alle geopende programma’s af.
2
Plaats de meegeleverde cd-rom (S-SW28) in het cd-rom-station van de computer. Het scherm PENTAX Software Installer verschijnt. • Als het scherm PENTAX Software Installer niet verschijnt Ga als volgt te werk om het scherm PENTAX Software Installer weer te geven. 1) Dubbelklik op [My Computer] (Deze computer) in het menu Start. 2) Dubbelklik op het pictogram van het cd-rom-station met de cd-rom (S-SW28). 3) Dubbelklik op [Setup.exe].
3
U hebt de keus uit de talen die staan weergegeven op het scherm. Het scherm voor selectie van de software verschijnt.
7
8
4
5
Klik op [PENTAX Digital Camera Utility].
Selecteer de gewenste taal in het venster Select Language (Taal selecteren) en klik op [OK].
Bij sommige besturingssystemen wordt de taal automatisch geselecteerd. Ga in dat geval verder met de installatie in stap 6. Het installatieprogramma wordt gestart.
6
Het installatieprogramma wordt gestart. Klik op [Next] (Volgende).
9
7
8
Bevestig bij Destination Map (Doelmap) de naam van de map waarin de programmabestanden moeten worden geïnstalleerd. Klik op [Next] als u de aangeboden map wilt accepteren.
Klik op [Next] om de installatie te starten. Het kopiëren van de programmabestanden begint.
9
Nadat de installatie van de software is voltooid, verschijnt er een bericht. Klik op [Finish] (Voltooien) om het installatieprogramma af te sluiten. De installatie is nu gereed.
10 Productregistratie op het internet Klik op het scherm voor selectie van de software op [Product Registration] bij stap 4 (blz.8). Er verschijnt een wereldkaart voor de Internet Productregistratie. Als uw computer is aangesloten op het internet, klikt u op het weergegeven land of de weergegeven regio en volgt u de aanwijzingen om uw product te registreren. Hartelijk dank voor uw medewerking. Alleen klanten in de weergegeven landen en regio’s kunnen hun producten registreren via de Internet Productregistratie.
11 Voor de Macintosh
1
Zet de Macintosh aan. Sluit alle geopende programma’s af.
2 3
Plaats de meegeleverde cd-rom (S-SW28) in het cd-rom-station van de Macintosh. Dubbelklik op het pictogram van de cd-rom (S-SW28). De inhoud van de cd-rom verschijnt.
4
Dubbelklik op het pictogram [PENTAX Installer]. Het scherm PENTAX Software Installer verschijnt.
5
U hebt de keus uit de talen die staan weergegeven op het scherm. Het scherm voor selectie van de software verschijnt.
12
6
Klik op [PENTAX Digital Camera Utility].
De installatie begint.
7
Het bericht [Installation was successful....] (Software is met succes geïnstalleerd) verschijnt. Klik op [Quit] (Afsluiten).
Productregistratie op het internet Klik op het scherm voor selectie van de software op [Product Registration] bij stap 6 (blz.12). Er verschijnt een wereldkaart voor de Internet Productregistratie. Als de Macintosh is aangesloten op het internet, klikt u op het weergegeven land of de weergegeven regio en volgt u de aanwijzingen om uw product te registreren. Hartelijk dank voor uw medewerking. Alleen klanten in de weergegeven landen en regio’s kunnen hun producten registreren via de Internet Productregistratie.
Opnamen opslaan op de computer
13
Hierna wordt de procedure beschreven voor het opslaan van opnamen die met de digitale camera zijn gemaakt op de computer. In dit gedeelte wordt de methode beschreven voor het opslaan van opnamen door de camera met de USB-kabel op de computer aan te sluiten. Ook andere methoden komen aan bod.
Opnamen opslaan door de camera aan te sluiten op de PC (Windows) [Transfer Mode] (Overdrachtfunctie) op de camera instellen op [PC] J wordt hier als voorbeeld genomen. Bij gebruik van w hoeft de [Transfer Mode] niet te worden ingesteld. Ga naar “De camera aansluiten op de computer”.
1
Druk op de knop 3 op de camera. Het menu [A Rec. Mode] of het menu [Q Playback] verschijnt.
2 3 4
Druk op de vierwegbesturing (5) om het menu [H Set-up] te openen. Selecteer [Transfer Mode] met de vierwegbesturing (23). Druk op de vierwegbesturing (5). Er verschijnt een afrolmenu.
5
Selecteer [PC] met de vierwegbesturing (23).
Set-up Brightness Level Video Out Transfer Mode Auto Power Off File # Sensor Cleaning
0 NTSC PC PictBridge PC-F
Cancel
OK
OK
14
6
Druk op de knop 4 op de camera. • Sluit de camera niet aan op de computer terwijl [PictBridge] is geselecteerd bij [Transfer Mode]. • Als de USB-transmissiesnelheid van de computer lager is dan die van de camera, kan er een fout optreden bij het overbrengen van gegevens. Als dit gebeurt, stelt u de overdrachtfunctie in op [PC-F]. De snelheid wordt dan ingesteld op de gegevenstransmissiesnelheid van USB 1.1, waardoor er minder kans op fouten is.
De camera aansluiten op de computer
1 2
Zet de computer aan. Zet de camera uit en sluit de camera met de USB-kabel aan op de PC. Controleer of er een SD-geheugenkaart in de camera is geplaatst.
3
Zet de camera aan. De camera wordt herkend als [Removable Disk] (Verwisselbare schijf) in [My Computer] (Deze computer). • Als het dialoogvenster [Verwisselbare-schijfstation] in Windows XP verschijnt, selecteert u [Open folder to view files using Windows Explorer] (Map openen om bestanden weer te geven in Windows Verkenner) en klikt u op [OK]. Het venster in stap 3 op p. 15 verschijnt. • Voor Windows XP: als de SD-geheugenkaart een volumelabel heeft, dan verschijnt de inhoud van de volumelabelnaam in plaats van [Removable Disk] (Verwisselbare schijf). Bij een nieuwe ongeformatteerde SD-geheugenkaart kan de naam van de fabrikant of het modelnummer verschijnen.
15 Opnamen van de camera opslaan op de PC Windows XP is hier als voorbeeld genomen.
1
2
3
Klik op [My Computer] (Deze computer) in het menu Start.
Dubbelklik op het pictogram [Removable Disk] (Verwisselbare schijf).
Dubbelklik op het pictogram [DCIM]. De map [XXXPENTX] verschijnt (XXX is een driecijferig getal). De opnamen van de camera staan in deze map.
4
Verplaats de map [XXXPENTX] door middel van slepen en neerzetten naar de gewenste map, zoals het bureaublad of de map [My Documents] (Mijn documenten). De opnamen van de camera worden op de PC opgeslagen als een volledige map.
16 De verbinding tussen de camera en de PC verbreken
Windows XP
1
Dubbelklik op het pictogram [Safely Remove Hardware] (Hardware veilig verwijderen) in de taakbalk. Het scherm [Safely Remove Hardware] (Hardware veilig verwijderen) verschijnt.
2
Controleer of [USB Mass Storage Device] (USB-apparaat voor massaopslag) is geselecteerd en klik op [Stop]. Het scherm [Stop a Hardware device] (Hardware stoppen) verschijnt.
3
Selecteer [USB Mass Storage Device] (USB-apparaat voor massaopslag) en klik op [OK]. Er verschijnt een bericht dat aangeeft dat de hardware veilig kan worden verwijderd.
4 5
Klik op [OK]. Zet de camera uit en haal de USBkabel uit de camera en de computer.
Windows Me/2000
1
Dubbelklik op het pictogram [Unplug or Eject Hardware] (Hardware ontkoppelen of uitwerpen) in de taakbalk. Het scherm [Unplug or Eject Hardware] (Hardware ontkoppelen of uitwerpen) verschijnt.
2
Controleer of [USB Mass Storage Device] (USB-apparaat voor massaopslag) is geselecteerd en klik op [Stop]. Het scherm [Stop a Hardware device] (Hardware stoppen) verschijnt.
3
Selecteer [USB Mass Storage Device] (USB-apparaat voor massaopslag) en klik op [OK]. Er verschijnt een bericht dat aangeeft dat de hardware veilig kan worden verwijderd.
4
Klik op [OK].
5
Zet de camera uit en haal de USB-kabel uit de camera en de computer. Het USB-apparaat voor massaopslag stopt niet wanneer de bestanden die zijn opgeslagen op de verwisselbare schijf, door toepassingen worden gebruikt.
17
18 Opnamen opslaan door de camera aan te sluiten op de Macintosh (voor Macintosh) De USB-aansluitfunctie instellen op [PC] J wordt hier als voorbeeld genomen. Bij gebruik van w hoeft de [Transfer Mode] niet te worden ingesteld. Ga naar “De camera aansluiten op de Macintosh” (blz.19).
1
Druk op de knop 3 op de camera. Het menu [A Rec. Mode] of het menu [Q Playback] verschijnt.
2 3 4
Druk op de vierwegbesturing (5) om het menu [H Set-up] te openen. Selecteer [Transfer Mode] met de vierwegbesturing (23). Druk op de vierwegbesturing (5). Er verschijnt een afrolmenu.
5
6
Selecteer [PC] met de vierwegbesturing (23).
Set-up Brightness Level Video Out Transfer Mode Auto Power Off File # Sensor Cleaning
0 NTSC PC PictBridge PC-F
Cancel
OK
OK
Druk op de knop 4 op de camera. • Sluit de camera niet aan op de computer terwijl [PictBridge] is geselecteerd bij [Transfer Mode]. • Als de USB-transmissiesnelheid van de computer lager is dan die van de camera, kan er een fout optreden bij het overbrengen van gegevens. Als dit gebeurt, stelt u de overdrachtfunctie in op [PC-F]. De snelheid wordt dan ingesteld op de gegevenstransmissiesnelheid van USB 1.1, waardoor er minder kans op fouten is.
19 De camera aansluiten op de Macintosh
1 2
Zet de Macintosh aan. Zet de camera uit en sluit de camera met de USB-kabel aan op de Macintosh. Controleer of er een SD-geheugenkaart in de camera is geplaatst.
3
Zet de camera aan. De camera wordt op het bureaublad herkend als [NO_NAME] (of het volumelabel van de SD-geheugenkaart, als dat is ingesteld). U kunt de mapnaam wijzigen. Wanneer het scherm iPHOTO verschijnt, sluit u het. Mac OS 9.0: de camera wordt herkend als [Naamloos] (of het volumelabel van de SD-geheugenkaart, als dat is ingesteld).
20 Opnamen van de camera opslaan op de Macintosh Mac OS X (versie 10.2) is hier als voorbeeld genomen.
1
2
Dubbelklik op het pictogram [NO_NAME] op het bureaublad.
Dubbelklik op het pictogram [DCIM]. De map [XXXPENTX] verschijnt (XXX is een driecijferig getal).
De opnamen van de camera staan in deze map.
3
Dubbelklik op het pictogram [Macintosh HD] op het bureaublad. De map [Macintosh HD] wordt geopend.
21
4
Verplaats de map [XXXPENTX] door middel van slepen en neerzetten naar de gewenste map, zoals de map [Macintosh HD]. De opnamen van de camera worden in de map [Macintosh HD] opgeslagen als een volledige map.
De camera loskoppelen van de Macintosh
1
2
Sleep [NO_NAME] (of de volumelabelnaam op de SDgeheugenkaart) van het bureaublad naar de prullenbak.
Zet de camera uit en maak de USB-kabel los van de camera en de Macintosh.
Andere methoden voor het opslaan van opnamen Met behulp van een kaartlezer of een kaartadapter kunt u opnamebestanden rechtstreeks naar de computer sturen vanaf een geheugenkaart waarop opnamen zijn opgeslagen. U hoeft de camera dan niet met de USB-kabel aan te sluiten op de computer. Nadere bijzonderheden zijn te vinden in de handleiding bij de computer of de kaartlezer.
PENTAX PHOTO Browser 2.0
22
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u PENTAX PHOTO Browser 2.0 opent en sluit en het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0 weergeeft. Ook worden de functies van dit venster uitgelegd.
PENTAX PHOTO Browser 2.0 openen Voor Windows
1 2
Selecteer het menu Start op het bureaublad. Selecteer [PENTAX PHOTO Browser] bij [PENTAX Digital Camera Utility] in het programmamenu. PENTAX PHOTO Browser 2.0 wordt geopend en het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0 verschijnt.
PENTAX PHOTO Browser 2.0 afsluiten Selecteer [Exit] (Afsluiten) in het menu [File] (Bestand).
23 Voor Macintosh
1 2
Dubbelklik op de map [PENTAX Digital Camera Utility] in [Programma’s] op de vaste schijf. Dubbelklik op het pictogram van het programma [PENTAX PHOTO Browser]. PENTAX PHOTO Browser 2.0 wordt geopend en het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0 verschijnt.
PENTAX PHOTO Browser 2.0 afsluiten Select [Quit PENTAX PHOTO Browser] (PENTAX PHOTO Browser afsluiten) in [PENTAX PHOTO Browser] op de menubalk van het bureaublad.
24 Het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0 In dit gedeelte worden de indeling, namen en functies van het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0 beschreven. Elk deelvenster kan horizontaal en verticaal worden verkleind of vergroot. Sleep of dubbelklik op de adresbalk, het mappenvenster, het opnamegegevensvenster of het voorbeeldvenster om het uit het bladervenster te verwijderen en naar een andere positie te verplaatsen. U kunt ook klikken op in de rechterbovenhoek van elk deelvenster om het te sluiten. (Bij de Macintosh klikt u op een deelvenster of sleept u de vensterrand om het deelvenster te verwijderen.) Klik op (standaardpositie) om de standaardpositie van het deelvenster te herstellen. Menubalk Mappenvenster
Voorbeeldvenster
Tool bar (Werkbalk)
Miniaturenvenster Adresbalk
Opnamegegevensvenster
Statusbalk
Adresbalk Hier staat het adres van de weergegeven map. Dubbelklik op de adresbalk om deze uit het bladervenster te verwijderen en naar een andere positie te verplaatsen. (Macintosh: klik op de adresbalk of sleep de rand om de adresbalk te verwijderen.) Mappenvenster De interne gegevens op de computer worden hier weergegeven als mappenstructuur. Hier selecteert u de map met opgeslagen opnamebestanden. In het mappenvenster kunt u ook bewerkingen uitvoeren zoals nieuwe mappen maken, mappen verwijderen en mappen verplaatsen of kopiëren. Dubbelklik op of sleep de bovenste balk om het mappenvenster te verwijderen uit het bladervenster en het te verplaatsen naar een andere positie. (Macintosh: klik op het mappenvenster of sleep de rand om het deelvenster te verwijderen.) Miniaturenvenster Hierin verschijnen bestanden in de map die is geselecteerd in het mappenvenster. Er zijn vijf methoden voor de weergave van bestanden. Wanneer een miniatuuropname is geselecteerd in het miniaturenvenster, verschijnt de opname in het voorbeeldvenster en verschijnen de opnamegegevens in het opnamegegevensvenster. Voorbeeldvenster In dit deelvenster verschijnt een opname die is geselecteerd in het miniaturenvenster. Dubbelklik op of sleep de bovenste balk om het voorbeeldvenster te verwijderen uit het bladervenster en het te verplaatsen naar een andere positie. (Macintosh: klik op het voorbeeldvenster of sleep de rand om het deelvenster te verwijderen.) Opnamegegevensvenster In dit deelvenster verschijnen de opnamegegevens voor de opname die is geselecteerd in het miniaturenvenster. Dubbelklik op of sleep de bovenste balk om het opnamegegevensvenster te verwijderen uit het bladervenster en het te verplaatsen naar een andere positie. (Macintosh: klik op het opnamegegevensvenster of sleep de rand om het deelvenster te verwijderen.) Plaats de aanwijzer op een scheidslijn tussen cellen boven in het deelvenster en sleep om de grootte van de cel te wijzigen. (Macintosh: sleep naar de gewenste positie om de grootte van de cel te wijzigen.) De volgende items verschijnen: Gegevens Lens name Focal length Shutter speed Aperture Capture mode Metering mode White balance
Inhoud Geeft het type objectief aan
Voorbeeld
smc PENTAXFA 50mm F1.4 Brandpuntsafstand bij maken van opname 50mm (in mm) Sluitertijd bij maken van opname 1/250sec (in seconden) Diafragmawaarde bij maken van opname F8.0 Opnamefunctie bij maken van opname Auto Picture (normaal) Lichtmeetfunctie bij maken van opname Meervlaks lichtmeting Witbalansfunctie Automatisch
25
26 Gegevens Color temperature Fine tune A-B Fine tune M-G Sensitivity Recorded pixels Quality Exposure compensation Autofocus mode Autofocus area mode
Firmware/Software version Shooting date/time
Inhoud Kleurtemperatuur (eenheid: Kelvin) *1 Amber - fijnafstemming van blauw *1 Magenta - fijnafstemming van groen *1 ISO-gevoeligheid bij maken van opname Aantal opnamepixels Opnamekwaliteit Exposure compensation Autofocusfunctie bij maken van opname Autofocusveldfunctie bij maken van opname Kleurruimtefunctie Instellingen voor foto-afwerking Instellingen voor verzadiging Instellingen voor scherpte Instellingen voor contrast Instellingen voor Drive-functie bij maken van opname Instellingen voor flitsfunctie bij maken van opname Instellingen voor automatisch belichtingstrapje bij maken van opname Instellingen voor dubbelopname bij maken van opname Versie van de software toen opnamen voor het laatst werden opgeslagen *2 Datum en tijd van opname
Camera model
Camera model
Color space Photo finish Saturation Sharpness Contrast Drive mode Flash mode Bracket Multi-exposure
Voorbeeld ------------200 3008×2000 Beter 0.0 Eenmalige AF Automatisch sRGB Helder 0 0 0 Enkelbeeldopname Flitser uit Uit Uit *ist DS ver. 1.00 2004/11/01 10:00:00 PENTAX *ist DS
*1: Bij gebruik van PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 verschijnen er verwerkingsgegevens. *2: Voor gemaakte opnamen verschijnt er informatie over de firmware van de camera.
Statusbalk Hier verschijnt de status van PENTAX PHOTO Browser 2.0. De volgende items verschijnen: • Aantal objecten in de geselecteerde map, totale grootte van de map (exclusief submappen) of aantal geselecteerde objecten en totale grootte • Beschikbare schijfruimte voor geselecteerd station • Voortgangsstatus bij het laden van miniaturen • Aanduiding van lokale schijf, verwisselbare schijf en netwerk
27 Menubalk Hiermee kunt u functies uitvoeren of verschillende instellingen verrichten in PENTAX PHOTO Browser 2.0. Macintosh: de menubalk staat boven aan het bureaublad. Menu File (Bestand) Create New Folder
Hiermee maakt u een nieuwe map op de locatie die is aangegeven in het mappenvenster. (blz.73)
Open
Hiermee opent u de geselecteerde map. Bij een opname die is geselecteerd in het miniaturenvenster, verschijnt de opname in nieuw opnamevenster.
Rename
Hiermee wijzigt u de naam van het geselecteerde bestand of de geselecteerde map. (blz.71)
Rename All
Hiermee wijzigt u de namen van alle geselecteerde bestanden. (blz.72)
Page Setup
Hiermee stelt u afdrukopties in, zoals marges, kop/voetteksten en aantal exemplaren. (blz.57)
Print
Hiermee drukt u het geselecteerde opnamebestand af. (blz.52)
Properties
Hiermee geeft u de eigenschappen van het geselecteerde bestand of de geselecteerde map weer. (blz.74)
Exit
Hiermee sluit u PENTAX PHOTO Browser 2.0 af. (Macintosh: selecteer [Quit PENTAX PHOTO Browser].)
Menu Edit Undo
Hiermee maakt u de vorige bestandsbewerking ongedaan.
Cut
Hiermee verwijdert u het geselecteerde bestand of de geselecteerde map, voor verplaatsing naar een andere locatie. (blz.67)
Copy
Hiermee kopieert u het geselecteerde bestand of de geselecteerde map. (blz.67)
Paste
Hiermee kopieert u het bestand dat of de map die u hebt gekopieerd, naar de geselecteerde map. (blz.67)
Delete
Hiermee verwijdert u de geselecteerde map of opname. Wanneer een map wordt verwijderd, worden ook alle bestanden in de map verwijderd. (blz.70)
Check Selected Image
Hiermee vinkt u het geselecteerde bestand aan.
Uncheck Selected Image
Hiermee maakt u het aanvinken van het geselecteerde bestand ongedaan.
Uncheck All
Hiermee maakt u de aanvinking van alle opnamen ongedaan.
Select All
Hiermee selecteert u alle bestanden in de geopende map.
Invert Selection
Hiermee heft u de selectie van alle geselecteerde bestanden op en selecteert u alle niet-geselecteerde bestanden in de geopende map.
28 Menu View (Beeld) Tool Bar
Hiermee kunt u de werkbalk weergeven of verbergen.
Map Tree
Hiermee kunt u het mappenvenster weergeven of verbergen.
Preview
Hiermee kunt u het voorbeeldvenster weergeven of verbergen.
Address Bar
Hiermee kunt u de adresbalk weergeven of verbergen.
Status Bar
Hiermee kunt u de statusbalk weergeven of verbergen.
Image Data
Hiermee kunt u het opnamegegevensvenster weergeven of verbergen.
Default Position
Hiermee herstelt u de standaardpositie van elk deelvenster.
Filter
Hiermee stelt u het type bestand in dat in het miniaturenvenster verschijnt. Hef de aanvinking van items die u wilt verbergen op. U kunt kiezen uit de volgende vier items: PENTAX Image : Opnamen die zijn gemaakt met uw PENTAX camera Other Image : Andere opnamen dan de opnamen die zijn gemaakt met uw PENTAX camera (JPEG, TIFF, BMP, PNG, PICT) Folder : Mappen Other : Bestanden die niet compatibel zijn met PENTAX PHOTO Browser 2.0
Sort by
Hiermee geeft u aan in welke volgorde objecten in het miniaturenvenster verschijnen en geeft u aan of er oplopend of aflopend moet worden gesorteerd. U kunt kiezen uit de volgende sorteercriteria: bestandsnaam, bestandsgrootte, datum/tijd van bestand, bestandstype, datum/tijd van opname, opnamegrootte en naam van objectief.
Thumbnail Caption
Hiermee stelt u de bijschriften in voor objecten die in het miniaturenvenster verschijnen. Standaard verschijnen de volgende bijschriften: bestandsnaam, bestandsdatum en bestandstijd.
Thumbnail (Smallest)
In het miniaturenvenster verschijnen miniaturen in het kleinste formaat.
Thumbnail (Small)
In het miniaturenvenster verschijnen miniaturen in een klein formaat.
Thumbnail (Medium)
In het miniaturenvenster verschijnen miniaturen in een normaal formaat.
Thumbnail (Large)
In het miniaturenvenster verschijnen miniaturen in een groot formaat.
Details
In het miniaturenvenster verschijnen opnamedetails zonder de opname.
Move
Selecteer [Back] (Terug) om terug te gaan naar de vorige geopende map, [Forward] (Verder) om één map verder te gaan of [Up] (Omhoog) om één map omhoog te gaan in de mappenstructuur.
Slideshow
Geselecteerde of aangevinkte opnamen worden opeenvolgend weergegeven. (blz.49)
29 Menu Tool (Extra) Save Image Data List
Gebruik de aankruisvakjes om opnamegegevens uit meerdere mappen op te slaan in één bestand in CSVindeling. Als er geen opnamen zijn geselecteerd of aangevinkt, worden alle opnamegegevens in de huidige map opgeslagen. (blz.48)
PENTAX PHOTO Laboratory Hiermee start u PENTAX PHOTO Laboratory 2.0. Geef de gewenste opnamebestanden op in het miniaturenvenster PENTAX PHOTO Browser 2.0. (blz.76) PENTAX REMOTE Assistant*1
Hiermee start u PENTAX REMOTE Assistant. PENTAX REMOTE Assistant kan worden gebruikt door het programma te installeren in dezelfde map als PENTAX PHOTO Browser 2.0. Het programma kan worden gebruikt in combinatie met w.
Options
Hiermee kunt u verschillende instellingen voor PENTAX PHOTO Browser 2.0 verrichten. (blz.60)
Menu Help Help Topics
Hiermee geeft u de inhoud van de Help van PENTAX PHOTO Browser 2.0 weer.
Index
Hiermee geeft u de index van de Help van PENTAX PHOTO Browser 2.0 weer, waarin u kunt zoeken. (Deze opdracht is niet beschikbaar voor de Macintosh.)
What’s This?
Hiermee geeft u tips weer die verschijnen wanneer u klikt op een pictogram of een opdrachtknop.
About PHOTO Browser
Hiermee geeft u de versiegegevens van PENTAX PHOTO Browser 2.0 weer. (Macintosh: selecteer [About PENTAX PHOTO Browser] in het menu [PENTAX PHOTO Browser].)
*1: PENTAX REMOTE Assistant staat niet op de cd-rom (S-SW28). De meest recente versie kan worden gedownload van de website van PENTAX. Deze menufunctie is beschikbaar wanneer PENTAX REMOTE Assistant is geïnstalleerd.
30 Tool Bar Voor veelgebruikte functies zijn er knoppen op de werkbalk. U kunt deze functies eenvoudig uitvoeren vanaf de werkbalk. Dubbelklik op de werkbalk om deze te verwijderen uit het bladervenster en naar een andere positie te verplaatsen. 1
2
3
4
14
5
6
7
8
15
16
17
18
9
19
10
20
11
21
12
22
13
23
Nummer Pictogram (knop)
Inhoud
1
Hiermee opent u de vorige geopende map.
24
25
Back 2
Hiermee opent u de map die open was voordat u de knop [Back] gebruikte. Forward
3
Hiermee gaat u één map omhoog in de mappenstructuur. Up
4
Hiermee wijzigt u de namen van alle geselecteerde bestanden. (blz.72) Rename All
5
Hiermee drukt u het geselecteerde opnamebestand af. (blz.52) Print
6
Hiermee maakt u de vorige bestandsbewerking ongedaan. Undo
7
Hiermee verwijdert u het geselecteerde bestand of de geselecteerde map, voor verplaatsing naar een andere locatie. (blz.67) Cut
31 Nummer Pictogram (knop)
Inhoud
8
Hiermee kopieert u het geselecteerde bestand of de geselecteerde map. (blz.67) Copy
9
Hiermee kopieert u het bestand dat of de map die u hebt gekopieerd, naar de geselecteerde map. (blz.67) Paste
10
Hiermee verwijdert u het geselecteerde bestand of de geselecteerde map. (blz.70) Delete
11
Het geselecteerde opnamebestand verschijnt in het hoofdweergavevenster voor opnamen. (blz.38) View Image
12 Filter
13 Sort by 14
Klik op om het type bestand te selecteren dat verschijnt in het miniaturenvenster. Hef de aanvinking op van items die u wilt verbergen. U kunt kiezen uit de volgende vier items: PENTAX Image : Opnamen die zijn gemaakt met uw PENTAX camera Other Image (Andere opname): Andere opnamen dan de opnamen die zijn gemaakt met uw PENTAX camera (JPEG, TIFF, BMP, PNG, PICT) Folder : Mappen Other : Bestanden die niet compatibel zijn met PENTAX PHOTO Browser 2.0 Klik op om het sorteercirterium en de sorteervolgorde (oplopend/aflopend) te selecteren in het keuzemenu. Miniaturen worden gesorteerd op basis van de geselecteerde sorteervolgorde. In het miniaturenvenster verschijnen miniaturen in het kleinste formaat. (blz.38)
Thumbnail (Smallest) 15
In het miniaturenvenster verschijnen miniaturen in een klein formaat. (blz.38) Thumbnail (Small)
16
In het miniaturenvenster verschijnen miniaturen in een normaal formaat. (blz.38) Thumbnail (Medium)
17
In het miniaturenvenster verschijnen miniaturen in een groot formaat. (blz.38) Thumbnail (Large)
32 Nummer Pictogram (knop)
Inhoud
18
In het miniaturenvenster verschijnen opnamedetails zonder de opname. Details
19
Hiermee wordt de standaard vensterindeling van PENTAX PHOTO Browser 2.0 hersteld. Default Position
20
Geselecteerde of aangevinkte opnamen worden opeenvolgend weergegeven. (blz.49) Slideshow
21 Save Image Data List 22
Hiermee wordt aanvullende informatie voor alle opgegeven opnamebestanden die compatibel zijn met PENTAX PHOTO Browser 2.0, opgeslagen in één bestand in CSV-indeling. (blz.48) Hiermee start u PENTAX PHOTO Laboratory 2.0. Geef de gewenste opnamebestanden op in het miniaturenvenster PENTAX PHOTO Browser 2.0. (blz.76)
PENTAX PHOTO Laboratory 23 PENTAX REMOTE Assistant 24
Hiermee start u PENTAX REMOTE Assistant. PENTAX REMOTE Assistant kan worden gebruikt door het programma te installeren in dezelfde map als PENTAX PHOTO Browser 2.0. Het programma kan worden gebruikt in combinatie met w. Hiermee kunt u verschillende instellingen voor PENTAX PHOTO Browser 2.0 verrichten. (blz.60)
Options 25
Hiermee geeft u de inhoud van de Help van PENTAX PHOTO Browser 2.0 weer. Help
33 Hoofdopnamevenster Menubalk
Tool bar (Werkbalk)
Opnamegegevensvenster
Weergavegebied voor opnamen
Menubalk Hiermee voert u functies uit of stelt u verschillende instellingen in voor het hoofdopnamevenster. Menu File (Bestand) View Browser
Hiermee geeft u het bladervenster voor bestanden weer.
Open
Hiermee opent u het dialoogvenster [Open], waarin u een bestand kunt selecteren om te openen. Als er naast “Open in new venster” (In nieuw venster openen) een vinkje staat, wordt er een nieuw hoofdvenster voor weergave van de opname geopend en verschijnt de geselecteerde opname wanneer er een bestand is geselecteerd en op [Open] is geklikt. (blz.38)
Save as
Hiermee slaat u de weergegeven opname op in de indeling JPEG, TIFF, BMP, PNG of PICT. (blz.45)
Page Setup
Hiermee stelt u pagina-instellingsgegevens in voor het afdrukken van de geselecteerde opname. (blz.57)
34 Menu File (Bestand) Print
Hiermee drukt u de huidige opname af. (blz.52)
Properties
De gegevens van het opnamebestand verschijnen. (blz.44)
Close
Hiermee sluit u het hoofdopnamevenster.
Menu View (Beeld) Tool Bar
Hiermee kunt u de werkbalk weergeven of verbergen.
Image Data
Hiermee kunt u het opnamegegevensvenster weergeven of verbergen.
Previous Image
De vorige opname verschijnt wanneer er meerdere opnamen in één hoofdopnamevenster staan of wanneer er opnamen uit dezelfde map in een ander venster staan. Deze knop kan niet worden geselecteerd als er geen opnamen worden weergegeven.
Next Image
De volgende opname verschijnt wanneer er meerdere opnamen in één hoofdopnamevenster staan of wanneer er opnamen uit dezelfde map in een ander venster staan. Deze knop kan niet worden geselecteerd als er geen opnamen worden weergegeven.
Slideshow
Geselecteerde of aangevinkte opnamen worden opeenvolgend weergegeven. (blz.49)
Fit to Window
Hiermee wordt de opname aangepast aan de venstergrootte. (blz.42)
Enlarge
Hiermee wordt het weergavepercentage van de opname in het weergavegebied verdubbeld. De maximale vergrotingsfactor is 4 keer. (blz.42)
Reduce
Hiermee wordt het weergavepercentage van de opname in het weergavegebied gehalveerd. De minimale verkleiningsfactor is 1/16. (blz.42)
Life size
Hiermee wordt het weergavepercentage van de opname in het weergavegebied ingesteld op ware grootte. (blz.42)
Rotate View (Counterclockwise 90°)
Hiermee roteert u de opname 90° linksom. De rotatie heeft geen invloed op de gegevens.
Rotate View (Clockwise 90°)
Hiermee roteert u de opname 90° rechtsom. De rotatie heeft geen invloed op de gegevens.
Arrange Windows
Hiermee bepaalt u de vensterschikking van meerdere hoofdopnamevensters.
35 Menu Tool (Extra) Auto Image Fix
Hiermee past u automatisch de helderheid, het contrast en de kleurtoon aan. Selecteer Strong (Sterk) of Slight (Licht).
Rotate Image
De opnamegegevens worden geroteerd. Ongecomprimeerde opnamen worden als zodanig geroteerd. Bij rotatie zonder verlies van een niet-verwerkte JPEGopname wordt het dialoogvenster [Save File] (Bestand opslaan) geopend voordat de opname verschijnt. (blz.46)
Options
Hiermee kunt u verschillende instellingen voor PENTAX PHOTO Browser 2.0 verrichten. (blz.60)
Menu Help Help Topics
Hiermee geeft u de inhoud van de Help van PENTAX PHOTO Browser 2.0 weer.
Index
Hiermee geeft u de index van de Help van PENTAX PHOTO Browser 2.0 weer, waarin u kunt zoeken. (Deze opdracht is niet beschikbaar voor de Macintosh.)
What’s This?
Hiermee geeft u tips weer die verschijnen wanneer u klikt op een pictogram of een opdrachtknop.
About PHOTO Browser
Hiermee geeft u de versiegegevens van PENTAX PHOTO Browser 2.0 weer. (Macintosh: selecteer [About PENTAX PHOTO Browser] in het menu [PENTAX PHOTO Browser].)
Tool bar (Werkbalk) Voor veelgebruikte functies zijn er knoppen op de werkbalk. U kunt deze functies eenvoudig uitvoeren vanaf de werkbalk. Haal het vinkje naast [Tool Bar] in het menu [View] weg om de werkbalk te verbergen. 1
2
3
4
5
6
7
13
8
9
14
10
15
11
16
12
17
18
19
36 Nummer Pictogram (knop)
Inhoud
1
Hiermee geeft u het bladervenster voor bestanden weer. View Browser
2 Open
3
Hiermee opent u het dialoogvenster [Open], waarin u het te openen bestand kunt selecteren. Als er een vinkje staat naast “Open in new venster” (In nieuw venster openen), wordt er een nieuw hoofdopnamevenster geopend en verschijnt de geselecteerde opname wanneer u een bestand selecteert en op [Open] klikt. Hiermee slaat u de weergegeven opname op in de indeling JPEG, TIFF, BMP, PNG of PICT. (blz.45)
Save as 4
Hiermee drukt u de huidige opname af. (blz.52) Print
5
Hiermee geeft u de eigenschappen van het geselecteerde bestand weer. (blz.44) Properties
6 Previous Image 7 Next Image 8
De vorige opname verschijnt wanneer er meerdere opnamen in één hoofdopnamevenster staan of wanneer er opnamen uit dezelfde map in een ander venster staan. Deze knop kan niet worden geselecteerd als er geen opnamen worden weergegeven. De volgende opname verschijnt wanneer er meerdere opnamen in één hoofdopnamevenster staan of wanneer er opnamen uit dezelfde map in een ander venster staan. Deze knop kan niet worden geselecteerd als er geen opnamen worden weergegeven. Geselecteerde of aangevinkte opnamen worden opeenvolgend weergegeven. (blz.49)
Slideshow 9
Hiermee wordt de opname aangepast aan de venstergrootte. (blz.42) Fit to Window
10 Reduce 11 Enlarge
Hiermee wordt het weergavepercentage van de opname in het weergavegebied gehalveerd. De minimale verkleiningsfactor is 1/16. (blz.42) Hiermee wordt het weergavepercentage van de opname in het weergavegebied verdubbeld. De maximale vergrotingsfactor is 4 keer. (blz.42)
37 Nummer Pictogram (knop)
Inhoud
12
Hiermee stelt u het weergavepercentage van de opname in het weergavegebied van het opnamevenster in op ware grootte (1:1). (blz.42)
Life size 13 Zoom 14
Het huidige weergavepercentage verschijnt. U kunt het weergavepercentage ook instellen door het te selecteren in de vervolgkeuzelijst, of door het weergavepercentage rechtstreeks te typen. (blz.42) Hiermee roteert u de opname in het weergavegebied 90° linksom (tegen de klok in). (blz.41)
Rotate View (Counterclockwise 90°) 15
Hiermee roteert u de opname in het weergavegebied 90° rechtsom (met de klok mee). (blz.41) Rotate View (Clockwise 90°)
16 Auto Image Fix 17 Rotate Image
18 Options 19
Klik op en selecteer of om automatisch de helderheid, het contrast en de kleurtoon aan te passen. Selecteer Strong (Sterk) of Slight (Licht). Klik op en selecteer of om de opnamegegevens te roteren. Ongecomprimeerde opnamen worden als zodanig gerotateerd. Bij rotatie zonder verlies van een niet-verwerkte JPEG-opname wordt het dialoogvenster [Save File] (Bestand opslaan) geopend voordat de opname verschijnt. (blz.46) Het venster met instellingen voor PENTAX PHOTO Browser 2.0 verschijnt. Hier kunt u verschillende instellingen voor PENTAX PHOTO Browser 2.0 opgeven. (blz.60) Hiermee geeft u de inhoud van de Help van PENTAX PHOTO Browser 2.0 weer.
Help
Image View Area De opname die is geselecteerd in het miniaturenvenster PENTAX PHOTO Browser 2.0 verschijnt. Opnamegegevensvenster Voor de opname in het weergaveebied verschijnen opnamegegevens. Haal het vinkje naast [Image Data] (Opnamegegevens) in het menu [View] weg om het opnamegegevensvenster te verbergen. Plaats de aanwijzer op een scheidslijn tussen cellen boven in het deelvenster en sleep om de grootte van de cel te wijzigen. (Macintosh: sleep naar de gewenste positie om de grootte van de cel te wijzigen.)
38 Opnamen weergeven De opnamen die zijn opgeslagen op de computer weergeven.
1
Open PENTAX PHOTO Browser 2.0.
39
2
Selecteer in de mappenstructuur de map waarin het weer te geven opnamebestand staat. Opnamen in de geselecteerde map verschijnen als miniaturen in het miniaturenvenster.
U kunt de grootte van de miniatuuropname wijzigen. Selecteer in het menu [View] de optie [Thumbnail (Smallest)], [Thumbnail (Small)], [Thumbnail (Medium)] of [Thumbnail (Large)]. U kunt ook klikken op het pictogram , , of op de werkbalk.
3
Selecteer een opname in het miniaturenvenster. Selecteer een van de volgende methoden voor het weergeven van een opname: • Klik op de weer te geven opname. Om de opname komt een blauw kader te staan. Houd de Ctrl-toets of de Shift-toets ingedrukt om meerdere opnamen te selecteren. (Macintosh: houd de Command-toets of de Shift-toets ingedrukt om meerdere opnamen te selecteren.) • Vink O de weer te geven opname aan. U kunt meerdere opnamen selecteren, en ook opnamen uit meerdere mappen. • Klik op de weer te geven opname en selecteer [Check Selected Image] [Invert Selection] in het menu [Edit].
40
4
Selecteer [Open] in het menu [File] of klik op het pictogram op de werkbalk. Het hoofdopnamevenster wordt geopend en de opname verschijnt. Dubbelklik op het opnamebestand om het weer te geven in het miniaturenvenster. Het hoofdopnamevenster wordt geopend en de opname verschijnt.
RAW-opnamebestand weergeven In PENTAX PHOTO Browser 2.0 kunt u kiezen tussen [Simple display] (Eenvoudige weergave) en [Auto RAW display] (Automatische RAW-weergave) wanneer u RAW-opnamebestanden weergeeft in het hoofdopnamevenster. (blz.62) Simple display : Opnamen kunnen snel worden weergegeven, maar de weergavekwaliteit is inferieur. Auto RAW display : De weergave van de RAW-gegevens neemt meer tijd in beslag, maar de weergavekwaliteit is superieur. Op het tabblad [View] van het dialoogvenster [Options] kunt u kiezen uit drie niveaus voor de gegevensverwerking. (blz.62)
41 De weergegeven opname roteren De opname in het weergavegebied kan 90°, 180° of 270° rechtsom (met de klok mee) of linksom (tegen de klok in) worden geroteerd.
1
Selecteer [Rotate View (Clockwise 90°)] of [Rotate View (Counterclockwise 90°)] in het menu [View] in het hoofdopnamevenster. U kunt ook klikken op het pictogram of op de werkbalk. De opname wordt geroteerd weergegeven. Om de geroteerde opname op te slaan, kiest u [Rotate Image] in het menu [Tool]. (blz.46)
42 Het weergavepercentage wijzigen U kunt het weergavepercentage wijzigen van de opname in het weergavegebied.
1
Selecteer [Fit to Window], [Enlarge], [Reduce] of [Life size] in het menu [View] in het hoofdopnamevenster. U kunt ook klikken op het pictogram , , of op de werkbalk. Het weergaveniveau voor opnamen kan worden aangepast van 1/16 tot 4 keer. Vergrote weergave
Verkleinde weergave
U kunt de weergave ook vergroten of verkleinen door het weergavepercentage rechtstreeks te typen in het vak Weergavepercentage op de werkbalk.
43
44 De werkbalk en het opnamegegevensvenster verbergen U kunt bepalen of u de werkbalk en het opnamegegevensvenster in het hoofdopnamevenster wilt weergeven of verbergen.
1
Selecteer [Tool Bar] of [Image Data] in het menu [View] in het hoofdopnamevenster en haal het vinkje van het item weg. De werkbalk of het opnamegegevensvenster wordt verborgen.
Om de werkbalk of het opnamegegevensvenster weer te geven, selecteert u [Tool Bar] of [Image Data] in het menu [View] in het hoofdopnamevenster en vinkt u het item aan.
Opname-eigenschappen weergeven U kunt bestandsgegevens weergeven voor het opnamebestand dat in het hoofdopnamevenster wordt weergegeven. (blz.74)
45 Een opname opslaan U kunt de weergegeven opname opslaan in een van de volgende bestandsindelingen. RAW-gegevens kunnen in al deze indelingen worden opgeslagen, zodat u de opname kunt weergeven in een beeldbewerkingsprogramma. JPEG TIFF (8 bit) TIFF (16 bit) BITMAP PNG PICT
1
: : : : : :
JPEG-opname met opnamegegevens TIFF-opname met opnamegegevens Hoogwaardige TIFF-opname met opnamegegevens BMP-opname zonder opnamegegevens PNG-opname zonder opnamegegevens PICT-opname zonder opnamegegevens
Selecteer [Save as] in het menu [Bestand] in het hoofdopnamevenster of klik op het pictogram op de werkbalk. Het dialoogvenster [Save as] verschijnt. Als er RAW-gegevens worden weergegeven in de eenvoudige weergave of als deze verkleind worden weergegeven, verschijnt het bericht [Image is shown in simple display mode. Do you wish to return image to full size?] (Opname wordt weergegeven in eenvoudige weergavefunctie. Wilt u de opname weergeven op ware grootte?). Als u [No] selecteert, wordt de opname opgeslagen zoals deze wordt weergegeven. De kwaliteit is veel minder goed dan bij een opname die op ware grootte wordt verwerkt.
2
Kies de gewenste instellingen bij [Save in], [File Name] en [Save as type] en klik op [Save].
De opname wordt opgeslagen.
46 Een geroteerde opname opslaan De gegevens van de weergegeven opname worden 90° linksom of rechtsom geroteerd. De rotatie van de opname kan enige tijd in beslag nemen, afhankelijk van de grootte van de opname. Er verschijnt een waarschuwingsbericht wanneer het hoofdopnamevenster wordt gesloten zonder dat de opname wordt opgeslagen of wanneer op wordt geklikt.
1
Selecteer [Rotate Opname], [Counterclockwise 90°] of [Clockwise 90°] in het menu [Tool] in het hoofdopnamevenster, of klik op rechts van het pictogram en klik daarna op het pictogram of .
De opnamegegevens worden geroteerd weergegeven. Bij rotatie zonder verlies van een niet-verwerkte JPEG-opname wordt het dialoogvenster [Save File] geopend voordat de opname verschijnt.
2
Selecteer [Save as] in het menu [Bestand] in het hoofdopnamevenster of klik op het pictogram op de werkbalk. Het dialoogvenster [Rotate Image] verschijnt.
47
3
Kies de gewenste instellingen bij [Save in], [File Name] en [Save as type] en klik op [Save].
De opname wordt geroteerd en opgeslagen.
48 Een lijst met opnamegegevens opslaan Gebruik de aankruisvakjes om de gegevens van opnamen uit meerdere mappen op te slaan in één bestand in de CSV-indeling. Als er geen opnamen zijn geselecteerd of aangevinkt, worden alle opnamegegevens in de huidige map opgeslagen.
1
Selecteer [Save Image Data List] in het menu [Tool] in het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0 of klik op het pictogram op de werkbalk. Het dialoogvenster [Save Image Data List] verschijnt.
2
Typ de bestandsnaam, selecteer de doelmap en klik op [Save]. De opnamegegevens worden opgeslagen in de CSV-indeling. Wanneer er miniatuuropnamen zijn aangevinkt, worden er alleen gegevens voor die opnamen opgeslagen. Er worden ook opnamegegevens opgeslagen voor aangevinkte opnamen in andere mappen. Wanneer er een miniatuuropname is geselecteerd, worden alleen gegevens voor de geselecteerde opname opgeslagen.
49 Doorlopende weergave van opnamen in een diavoorstelling In dit gedeelte worden de instellingen en het bedieningspaneel van de diavoorstelling beschreven.
1 2
Selecteer een opname of map in het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0. Selecteer [Slideshow] (Diavoorstelling) in het menu [View] of klik op het pictogram op de werkbalk. Het venster en het bedieningspaneel van de diavoorstelling verschijnen. Diavoorstellingvenster
Bedieningspaneel van diavoorstelling
1
2
3
4
5
6
7
8
50 Nummer Pictogram (knop)
Inhoud
1
Eerste opname
Hiermee gaat u terug naar de eerste opname. Wanneer u hierop drukt tijdens een diavoorstelling, verschijnt de eerste opname en wordt de diavoorstelling onderbroken.
2
Terugspoelen
Hiermee spoelt u de diavoorstelling terug. Wanneer u hierop drukt tijdens een diavoorstelling, verschijnt de volgende opname en wordt de diavoorstelling onderbroken.
3
Vorige Opname
De diavoorstelling wordt in omgekeerde volgorde afgespeeld.
4
Onderbreken
Hiermee onderbreekt u de diavoorstelling.
5
Afspelen
Hiermee speelt u de diavoorstelling af.
6
Snel vooruitspoelen Hiermee spoelt u de diavoorstelling snel vooruit. Wanneer u snel vooruitspoelt tijdens een diavoorstelling, verschijnt de volgende opname en wordt de diavoorstelling onderbroken.
7
Laatste opname
Hiermee geeft u de laatste opname weer. Wanneer u hierop drukt tijdens een diavoorstelling, verschijnt de laatste opname en wordt de diavoorstelling onderbroken.
8
Stoppen
Hiermee stopt u de diavoorstelling.
3
Druk op de knop Afspelen. De diavoorstelling begint.
Instellingen voor de diavoorstelling Voor de weergave van een diavoorstelling kunt u kiezen uit één venster of twee vensters. U kunt de diavoorstelling ook weergeven in de volledige schermmodus voor één of twee beeldschermen (alleen als de computer de dubbele-schermmodus ondersteunt). U kunt de volgorde voor de diavoorstelling instellen op het tabblad [Slideshow] van het dialoogvenster [Options]. De volgorde van de opnamen in de diavoorstelling wordt bepaald door de instelling van de weergavevolgorde op het tabblad [Frame Advance] (Opeenvolging van opnamen) van het dialoogvenster [Options]. (blz.65)
51
Kies een van de vier onderstaande weergavepatronen. Eén venster
Eén volledig scherm
Slideshow
A
A
Twee vensters Primary
Twee volledige schermen Secondary
A
A
B
B
Weergavevolgorde voor twee vensters Wanneer u gebruikmaakt van twee vensters of twee beeldschermen, selecteert u het weergavepatroon voor opnamen op de primaire en de secundaire monitor. Opeenvolging in volgorde Primair (A)
n
n+1
n+2
n+3
Secundair (B)
n+1
n+2
n+3
n+4
Afwisselende opeenvolging Primair (A)
n
n
n+2
n+2
Secundair (B)
n-1
n+1
n+1
n+3
52 Opeenvolging per twee opnamen Primair (A)
n-2
n
n+2
n+4
Secundair (B)
n-1
n+1
n+3
n+5
Primaire opname instellen Primair (A)
n
n
n
n
Secundair (B)
n+1
n+2
n+3
n+4
Een opname afdrukken Bij het afdrukken van opnamebestanden kunt u kiezen uit Print Index en Print Photo. Print Index Print photo
Hiermee drukt u een miniatuur en opnamegegevens af voor een opname. Hiermee maakt u een hoogwaardige afdruk van een opname. U kunt meerdere opnamen op één pagina afdrukken of één opname afdrukken op meerdere pagina’s met deelafdrukken.
Print Index gebruiken
1 2
Selecteer de opnamen die u wilt afdrukken in het miniaturenvenster van het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0. Selecteer [Print] in het menu [File]. U kunt ook klikken op het pictogram Het dialoogvenster [Print] verschijnt.
op de werkbalk.
53
3
Selecteer het tabblad [Print Index].
4
Geef de instellingen voor de indeling en het bijschrift op.
Onderdeel
Beschrijving
Preview
Hiermee geeft u een voorbeeld weer met de opgegeven instellingen.
Layout
U kunt kiezen uit drie indelingspatronen.
Number of images per page Geef in de lijst het aantal opnamen op dat moet worden afgedrukt op één pagina. Caption
De instellingen voor bijschriften worden verderop beschreven. Welke inhoud verschijnt, hangt af van de geselecteerde indeling.
Position
Selecteer de positie van het opnamebijschrift in de lijst.
Inhoud
Selecteer in de lijst de gegevens die moeten worden afgedrukt.
Font
Selecteer een lettertype in de lijst. De standaardinstelling is het standaardlettertype van het systeem.
Size
Selecteer een lettergrootte in de lijst.
Printer
Hier verschijnt de naam van de printer die wordt gebruikt.
54 • De opnamegrootte wordt automatisch berekend op basis van de marges, het aantal opnamen en de grootte van de bijschriften. • Klik op de knop [Page Setup] (Pagina-instelling) om pagina-instellingen op te geven. (blz.57) • Klik op de knop [Printer Settings] (Printerinstellingen) om printerinstellingen op te geven. (blz.58)
5
Klik op [OK]. Het afdrukken begint.
Print Photo gebruiken
1 2
Selecteer de opnamen die u wilt afdrukken in het miniaturenvenster van het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0. Selecteer [Print] in het menu [File]. U kunt ook klikken op het pictogram Het dialoogvenster [Print] verschijnt.
op de werkbalk.
55
3
Selecteer het tabblad [Print photo].
4
Geef de instellingen voor de indeling en bijschriften op.
Onderdeel
Beschrijving
Preview
Hiermee geeft u een voorbeeld weer met de opgegeven instellingen.
Layout
U kunt kiezen uit drie indelingspatronen. Indeling 1: Normale afdruk (zonder marges, afhankelijk van de printer) Indeling 2: Afdrukken op basis van indeling Indeling 3: Deelafdrukken (één opname afdrukken op meerdere pagina’s)
Images per page
Selecteer in de lijst het aantal opnamen dat op één pagina moet worden afgedrukt.
Multi-page printing
Selecteer in de lijst het aantal deelafdrukken per pagina.
Allocating images
Selecteer verwerkingsopties in de lijst wanneer het afdrukvlak en het opnameformaat verschillen. No trimming: De opname is niet groter dan het afdrukvlak. Trimming : Het volledige afdrukvlak wordt gebruikt en elk deel van de opname dat het afdrukvlak overschrijdt, wordt verwijderd.
Position
Selecteer in de lijst de positie van de opname binnen het afdrukvlak.
Space (Vertical)/Space (Horizontal)
Hier stelt u de verticale en horizontale tussenruimte in mm in.
56 Onderdeel
Beschrijving
Fit to page
Bij deze instelling wordt het afdrukvlak zo effectief mogelijk gebruikt. Vink deze optie aan om de opname zo nodig 90° te roteren om deze binnen het afdrukvlak te laten passen en af te drukken.
Print Shooting Date and Time
Hier geeft u instellingen op voor het afdrukken van de datum/ tijd van opnamen. Position : Hier selecteert u de positie voor het afdrukken van de datum/tijd van opnamen. Font : Selecteer een lettertype in de lijst. De standaardinstelling is het standaardlettertype van het systeem. Print Time : U kunt kiezen uit Do Not Print (Default) (Niet afdrukken - standaard) of Print (HH:MM, 24hour format only) (Afdrukken - UU:MM, alleen 24-uurs notatie) Separator : Hiermee stelt u het scheidingsteken voor tekst in. Format : Hiermee stelt u de datumnotatie in. Text color : Hiermee stelt u de kleur van het lettertype in. Size : Selecteer een lettergrootte in de lijst.
Printer
Hier verschijnt de naam van de printer die wordt gebruikt.
• De opnamegrootte wordt automatisch berekend op basis van de marges, de tussenruimte en het aantal opnamen. • De afdrukstand van de datum/tijd hangt af van de opnamegegevens (dit geldt alleen voor Windows). De afdrukpositie is gerelateerd aan de opnamegegevens. • Klik op de knop [Page Setup] (Pagina-instelling) om pagina-instellingen op te geven. (blz.57) • Klik op de knop [Printer Settings] (Printerinstellingen) om printerinstellingen op te geven. (blz.58)
5
Klik op [OK]. Het afdrukken begint.
57 Page Setup (Pagina-instelling) gebruiken Met Page Setup stelt u afdrukopties in zoals marges, kop/voetteksten en aantal exemplaren.
1
Selecteer [Page Setup] in het menu [File] van het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0 of klik op [Page Setup] in het dialoogvenster [Print]. Het dialoogvenster [Page Setup] verschijnt.
2
Verricht de gewenste instellingen.
Onderdeel Margins
Left, Right, Upper, Lower Header/ Footer Number of copies Header/ Text Footer Insert Page Number Insert Number of Pages Position
Beschrijving De standaardinstelling is 25 mm aan elke kant. De standaardinstelling is 15 mm vanaf de boven- en onderrand. Geef het aantal exemplaren op dat moet worden afgedrukt. Typ de tekst die moet worden afgedrukt voor de koptekst/ voettekst. Wanneer u hierop klikt, wordt [#Page number] ingevoegd op de locatie van de cursor in het veld Text. Wanneer u hierop klikt, wordt [#Number of pages] ingevoegd op de locatie van de cursor in het veld Text. Hiermee stelt u de positie van een koptekst/voettekst in. U hebt de keuze uit: Do Not Print (Default) (Niet afdrukken standaard), Align left (Linkslijnend), Align center (Gecentreerd) en Align right (Rechtslijnend).
58 Onderdeel Font Size
3
Beschrijving Selecteer een lettertype in de lijst. De standaardinstelling is het standaardlettertype van het systeem. Selecteer een lettergrootte in de lijst. De standaardinstelling is 10 punten.
Klik op [OK]. De opgegeven pagina-instellingen worden ingesteld.
Printerinstellingen gebruiken Controleer de printerinstellingen en wijzig ze zo nodig. Raadpleeg de handleiding bij de printer voor verdere informatie over de printerinstellingen. In dit gedeelte worden de printerinstellingen voor Windows beschreven. Bij de Macintosh hangen de printerinstellingen af van het besturingssysteem.
1
Klik op [Print Setup] in het dialoogvenster [Print] of [Page Setup]. Het dialoogvenster [Print Setup] verschijnt.
59
2
Verricht de gewenste instellingen.
Onderdeel
Beschrijving
Name
Selecteer de printer die u wilt gebruiken in de lijst. Klik op [Network] (Netwerk) om een printer in het netwerk te selecteren. Klik op [Properties] (Eigenschappen) voor geavanceerde printerinstellingen.
Paper
Size Source
Orientation
3
Selecteer het papierformaat. Selecteer de papiertoevoermethode. Hiermee stelt u de afdrukstand in. U hebt de keus uit [Portrait] (Staand) en [Landscape] (Liggend).
Klik op [OK]. De opgegeven printerinstellingen worden ingesteld.
60 De instellingen van PENTAX PHOTO Browser 2.0 wijzigen Hier kunt u bepalen met welke instellingen PENTAX PHOTO Browser 2.0 start, zoals de grootte waarop opnamen worden weergegeven, weergave van bijschriften bij miniaturen en weergave in de RAW-bestandsindeling.
1
Selecteer [Options] in het menu [Tool] van het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0. U kunt ook klikken op het pictogram op de werkbalk. Het dialoogvenster [Options] verschijnt.
Instellingen op het tabblad [General] (Algemeen) U wijzigt de instellingen waarmee PENTAX PHOTO Browser 2.0 start op het tabblad [General]. Onderdeel
Beschrijving
Map at Startup
Kies een van de volgende opties om te selecteren welke map moet worden geopend wanneer het programma wordt gestart. Last folder used: Hiermee opent u de map die het laatst is gebruikt in PENTAX PHOTO Browser 2.0. Desktop : Hiermee opent u het bureaublad. Always use this folder: Klik op [Browse] (Bladeren) om een map op te geven.
Status at Startup
Hiermee stelt u de status van PENTAX PHOTO Browser 2.0 bij het starten in. Status at last exit: De volgende keer dat PENTAX PHOTO Browser 2.0 wordt gestart, worden de instellingen van de vorige sessie gebruikt. Default : Het standaardscherm verschijnt.
Show Splash Screen at Startup
Hiermee wordt het welkomstscherm ingesteld dat verschijnt wanneer PENTAX PHOTO Browser 2.0 wordt gestart. On (Aan): Het welkomstscherm wordt weergegeven. Off (Uit) : Het welkomstscherm wordt niet weergegeven.
Het welkomstscherm is het titelscherm dat verschijnt wanneer PENTAX PHOTO Browser 2.0 wordt gestart.
61
62
Instellingen op het tabblad [View] Op het tab [View] wijzigt u de instellingen voor het hoofdopnamevenster.
Onderdeel
Beschrijving
Image Data Panel Height
Hier stelt u de hoogte in van het opnamegegevensvenster dat verschijnt wanneer het hoofdopnamevenster wordt geopend. Last size specified: Hiermee stelt u de hoogte van het opnamegegevensvenster in op de vorige hoogte wanneer het hoofdopnamevenster wordt geopend. Auto : De hoogte wordt automatisch aangepast. Fixed : Hier kunt u het aantal regels opgeven.
Main Image Window Size
Hier stelt u de grootte van het hoofdopnamevenster in. Last size specified: Het hoofdopnamevenster wordt geopend met de laatst opgegeven venstergrootte. Default : Het venster wordt geopend met de standaardgrootte. Set size : Hiermee geeft u de grootte van het hoofdopnamevenster in pixels op.
63 Onderdeel
Beschrijving
Showing Multiple Images
Wanneer er meerdere opnamen zijn geselecteerd in het miniaturenvenster, selecteert u hier de weergavemethode in het hoofdopnamevenster. Single window: De opnamen verschijnen in één hoofdopnamevenster. Klik op de pictogrammen op de werkbalk van het hoofdopnamevenster om te schakelen tussen weergaven van de opnamen. Separate window: De opnamen verschijnen in meerdere hoofdopnamevensters.
Main RAW File Image
Hiermee stelt u de weergave in bij het openen van een nieuw RAW-opnamebestand. Simple display: De gecomprimeerde opnamegegevens van het RAW-opnamebestand worden weergegeven. De opnamegegevens verschijnen sneller, maar er treedt wel kwaliteitsverlies op door de hoge mate van compressie. Daarom wordt deze functie niet aanbevolen voor het controleren van opnamedetails. Auto RAW display: De volledige RAW-gegevens worden weergeven. (Automatische verwerking) Size (Ratio): Selecteer de verwerkingsverhouding voor automatische RAW-weergave: [1:4], [1:2] of [Life size] (Ware grootte). Wanneer de snelheid van belang is, selecteert u [1:4]. Wanneer de kwaliteit van belang is, selecteert u [Life size].
64
Instellingen op het tabblad [Frame Advance] (Opeenvolging van de opnamen) Op het tabblad [Frame Advance] wijzigt u de instellingen voor de opeenvolging van opnamen in het hoofdopnamevenster.
Onderdeel
Beschrijving
View Attributes to Maintain Hier selecteert u de weergavekenmerken die behouden moeten blijven tijdens het opnametransport. U kunt meerdere kenmerken selecteren. Zoom : Het weergavepercentage wordt gehandhaafd. Position : De positie wordt gehandhaafd. Direction : De richting wordt gehandhaafd. View Order
Hier selecteert u de volgorde voor de opeenvolging van de opnamen. De diavoorstelling wordt in dezelfde volgorde afgespeeld. Maak uw keuze uit de onderstaande opties. File name : De opnamen volgen elkaar op in de volgorde van de bestandsnamen. Shooting date/time : De opnamen volgen elkaar op in de volgorde van de datum/tijd van de opnamen. File date/time : De opnamen volgen elkaar op in de volgorde van de datum/tijd van de bestanden.
Instellingen op het tabblad [Slideshow] (Diavoorstelling) Op het tabblad [Slideshow] wijzigt u de instellingen voor een diavoorstelling. (blz.49)
Onderdeel
Beschrijving
Slideshow Settings
Stel het patroon in voor de weergave van een diavoorstelling. Single window: De diavoorstelling wordt weergegeven in één venster. Dual window: De diavoorstelling wordt weergegeven in twee vensters (primair en secundair). Single full screen: De diavoorstelling wordt op één volledig scherm weergegeven op één monitor. Dual full screen: De diavoorstelling wordt op twee volledige schermen weergegeven op twee monitoren.
Interval
Hier stelt u het interval voor de opeenvolging van opnamen tijdens een diavoorstelling. Second(s): Hiermee stelt u het interval (in seconden) in voor de opeenvolging van opnamen.
65
66 Onderdeel
Beschrijving
Frame Advance During Dual View
Hier stelt u de methode voor de opeenvolging van opnamen in bij weergave van twee opnamen tegelijk. (blz.51) Advance in order: De opnamen worden opeenvolgend weergegeven. In het secundaire venster wordt de opname weergegeven die volgt op de opname in het primaire venster. Advance alternate: De opnamen worden afwisselend in het primaire en het secundaire venster weergegeven. Als de eerste opname start op nul, verschijnen de even genummerde opnamen in het primaire venster en de oneven genummerde opnamen in het secundaire venster. Advance two frames: De opnamen volgen elkaar in stappen van twee opnamen op. Set primary image: In het primaire venster wordt een vaste opname weergegeven. In het secundaire venster worden de opnamen opeenvolgend weergegeven.
Loop view
De ingestelde weergave wordt ingesteld op herhaling. No (Nee) : Wanneer alle opnamen zijn weergegeven, stopt de diavoorstelling. Yes (Ja) : Nadat een diavoorstelling is afgelopen, wordt deze herhaald tot op wordt geklikt.
2
Als u de gewenste instellingen hebt geselecteerd, klikt u op [OK]. De opties worden ingesteld en het dialoogvenster [Options] wordt gesloten. Klik op [Reset] om de standaardinstellingen van alle opties te herstellen. Wanneer op [Reset] wordt geklikt, worden alle standaardinstellingen op het tabblad hersteld, met inbegrip van de instellingen van het geopende tabblad.
67 Opnamebestanden en mappen beheren Opnamebestanden verplaatsen/kopiëren
1 2
3
Selecteer in het miniaturenvenster van het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0 de miniatuuropname die u wilt verplaatsen of kopiëren. Selecteer [Cut] (Knippen) of [Copy] (Kopiëren) in het menu [Edit] (Bewerken). U kunt ook klikken op het pictogram of op de werkbalk.
Geef in het mappenvenster de doelmap voor het verplaatsen of kopiëren op.
68
4
Selecteer [Paste] (Plakken) in het menu [Edit]. U kunt ook klikken op het pictogram op de werkbalk.
Het opnamebestand wordt verplaatst of gekopieerd naar de opgegeven map.
• U kunt een opname ook verplaatsen door een miniatuuropname middels slepen en neerzetten naar de doelmap te verplaatsen. Om de opname te kopiëren, houdt u de Ctrl-toets ingedrukt terwijl u het bestand sleept en neerzet. (Macintosh: houd de Option-toets ingedrukt terwijl u het bestand sleept en neerzet.) • Met dezelfde procedure kunt u een map verplaatsen of kopiëren. Selecteer in het mappenvenster de map die u wilt verplaatsen of kopiëren. De opgegeven map wordt verplaatst of gekopieerd naar de doelmap.
69
70 Opnamebestanden/mappen verwijderen
1 2
Selecteer in het miniaturenvenster van het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0 de miniatuuropname die u wilt verwijderen. U kunt de map die u wilt te verwijderen ook selecteren in het mappenvenster. Selecteer [Delete] (Verwijderen) in het menu [Edit]. U kunt ook klikken op het pictogram op de werkbalk.
Er verschijnt een scherm met het verzoek om de verwijdering te bevestigen.
3
Klik op [Yes] (Ja). Het opnamebestand of de map wordt verwijderd.
71 Namen van opnamebestanden/mappen wijzigen
1 2
Selecteer in het miniaturenvenster van het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0 de miniatuuropname die u wilt hernoemen. U kunt de map die u wilt hernoemen ook selecteren in het mappenvenster. Selecteer [Rename] (Hernoemen) in het menu [File] (Bestand). U kunt ook rechtstreeks op de bestandsnaam of de mapnaam klikken in het miniaturenvenster of het mappenvenster. De bestandsnaam of mapnaam kan nu worden gewijzigd.
3
Typ de bestandsnaam of mapnaam. Het opnamebestand of de map wordt hernoemd.
72 Alle bestandsnamen hernoemen
1
Selecteer in het miniaturenvenster van het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0 de miniatuuropnamen die u wilt hernoemen (u kunt ze ook aanvinken). Selecteer [Select All] (Alles selecteren) in het menu [Edit] om alle opnamen in het miniaturenvenster te selecteren. Er kunnen slechts opnamen in één map worden geselecteerd.
2
Selecteer [Rename All] (Alles hernoemen) in het menu [File]. U kunt ook klikken op de knop op de werkbalk. Het dialoogvenster [Rename All] verschijnt.
3
Bevestig de instellingen en geef zo nodig de gewenste informatie op.
Onderdeel
Beschrijving
Base file name
Geef de naam op die aan bestandsnamen moet worden toegevoegd. Standaard wordt “IMGP” toegevoegd.
Number of digits
Geef het aantal cijfers op dat wordt toegevoegd aan bestandsnamen. U kunt 1 tot 5 cijfers toevoegen. Standaard worden 4 cijfers toegevoegd. (Voorbeeld: IMGP1234.pef) Als in de map al bestanden staan met de opgegeven basisbestandsnaam, wordt het aantal cijfers verhoogd wanneer het maximale aantal bestanden wordt overschreden.
Put base file name last
Wanneer deze optie is geselecteerd, wordt de bestandsnaam die is opgegeven bij [Base file name], toegevoegd aan het einde van alle bestandsnamen. (Voorbeeld: 0123IMGP.pef) De basisbestandsnaam wordt standaard aan het begin van bestandsnamen toegevoegd.
Start number
Hier stelt u het beginnummer in. Als in de map al bestanden staan met dezelfde opgegeven basisbestandsnaam, begint de nummering automatisch met het nummer volgend op het hoogste nummer van het bestaande bestand. Als er geen bestand is met de opgegeven basisbestandsnaam, begint de nummering met 1.
73
4
Klik op [OK]. Alle bestanden krijgen de opgegeven naam.
Een nieuwe map maken
1 2
Selecteer in het mappenvenster van het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0 de map waarin u een nieuwe map wilt maken. U kunt ook het miniaturenvenster selecteren. Selecteer [Create New Map] (Nieuwe map maken) in het menu [File]. Er wordt een nieuwe map gemaakt in de opgegeven map of in het miniaturenvenster.
74 Eigenschappen van opnamebestanden/mappen weergeven (voor Windows) De inhoud van het dialoogvenster Properties (Eigenschappen) hangt af van de versie van Windows waarmee u werkt. Raadpleeg de Help in Windows voor informatie over de instellingen in het dialoogvenster Properties.
1
2
Selecteer in het miniaturenvenster van het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0 de miniatuuropname waarvoor u eigenschappen wilt weergeven. U kunt ook in het mappenvenster de map selecteren waarvoor u eigenschappen wilt weergeven. Selecteer [Properties] in het menu [File]. Het dialoogvenster [XXX Properties] verschijnt.
3 4
Bevestig de instellingen en geef zo nodig de gewenste informatie op. Klik op [OK]. Het dialoogvenster Properties wordt gesloten.
75 Eigenschappen van opnamebestanden/mappen weergeven (voor Macintosh) Het standaarddialoogvenster met informatie van de Macintosh verschijnt. Raadpleeg de Help van de Macintosh voor informatie over instellingen in dialoogvensters met informatie.
1
2
Selecteer in het miniaturenvenster van het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0 de miniatuuropname waarvoor u eigenschappen wilt weergeven. U kunt ook in het mappenvenster de map selecteren waarvoor u eigenschappen wilt weergeven. Selecteer [Properties] in het menu [File]. Het dialoogvenster [XXX Info] verschijnt.
3 4
Bevestig de instellingen en geef zo nodig de gewenste informatie op. Klik op de knop
.
Het dialoogvenster met informatie wordt gesloten.
PENTAX PHOTO Laboratory 2.0
76
PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 is een programma voor het instellen van kleurscheidingen en andere verwerkingstaken van CCD RAW-opnamegegevens die zijn opgeslagen in een indeling die wordt ondersteund door een PENTAX digitale camera. De verwerking van RAW-gegevens maakt het mogelijk opnamen weer te geven in commerciële software voor weergave en bewerking van beelden. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 opent en sluit en hoe u het venster PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 weergeeft. Ook komen de functies van dit venster aan de orde.
PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 openen Voor Windows
1 2
Selecteer het menu Start op het bureaublad. Selecteer [PENTAX PHOTO Laboratory] bij [PENTAX Digital Camera Utility] in het programmamenu. PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 wordt gestart en het venster PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 verschijnt.
PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 afsluiten Selecteer [Exit] in het menu [File] van het venster PENTAX PHOTO Laboratory 2.0.
77 Voor Macintosh
1 2
Dubbelklik op de map [PENTAX PHOTO Laboratory] in [PENTAX Digital Camera Utility] op de vaste schijf. Dubbelklik op het pictogram van het programma [PENTAX PHOTO Laboratory]. PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 wordt gestart en het venster PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 verschijnt.
PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 afsluiten Selecteer [Quit PENTAX PHOTO Laboratory] in [PENTAX PHOTO Laboratory] op de menubalk van het bureaublad. PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 kan ook worden gestart vanuit PENTAX PHOTO Browser 2.0. (blz.29)
78 Het venster PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 In dit gedeelte worden de indeling, namen en functies van het venster PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 beschreven. PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 is onderverdeeld in vijf deelvensters. Deze deelvensters zijn zelfstandige vensters, die overal op het scherm kunnen worden geplaatst. Selecteer [Arrange Windows] (Vensters schikken) in het menu [View] (Beeld) om de vensters te schikken. Vier van de deelvensters kunnen worden weergegeven of verborgen. Het hoofddeelvenster kan niet worden verborgen. Voorbeeldvenster
Hoofddeelvenster Menubalk
Deelvenster Other settings (Overige instellingen)
Deelvenster Tone (Kleurtoon)
Tool bar (Werkbalk)
Deelvenster White balance (Witbalans)
• Wanneer de verwerkingsmodus is ingesteld op automatische verwerking , verschijnen de deelvensters White balance (Witbalans), Tone (Kleurtoon) en Other settings (Overige instellingen) niet. (blz.82) • Wanneer er geen RAW-opnamegegevens zijn geselecteerd, verschijnt de voorbeeldopname niet. (blz.83)
Hoofddeelvenster Van hieruit voert u functies van PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 uit of stelt u verschillende instellingen in. Macintosh: het hoofddeelvenster bevat alleen de werkbalk. De menubalk verschijnt boven aan het bureaublad. Voorbeeldvenster U kunt de geselecteerde RAW-opname in vier stappen weergeven, opgegeven gebieden vergroot weergeven en voorbeelden van aanpassingen uit de andere deelvensters weergeven. U kunt aanpassingen in real-time weergeven of ze weergeven door op de knop Refresh (Vernieuwen) te drukken. Deelvenster White balance (Witbalans) Hier selecteert u de witbalans of stelt u de kleurtemperatuur in. U kunt de kleurtoon van de opname aanpassen, bijvoorbeeld wanneer de opname een blauwe of gele zweem vertoont. (blz.88) Deelvenster Tone (Kleurtoon) Hier kunt u de tooncurve en de histogramgegevens van de weergegeven opname bekijken. (blz.89) Met de tooncurve past u de kleurtoon van de opname aan. Deelvenster Other settings (Overige instellingen) Hier past u kenmerken aan zoals gevoeligheid, contrast, kleurdiepte en randen. (blz.90) Menubalk Van hieruit voert u functies van PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 uit of stelt u verschillende instellingen in. Menu File (Bestand) Open
Hiermee selecteert u het opnamebestand dat moet worden verwerkt in PENTAX PHOTO Laboratory 2.0. Deze opdracht is alleen beschikbaar wanneer de software zelfstandig wordt gestart, en kan niet worden gebruikt wanneer PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 wordt gestart vanuit het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0. (blz.84)
Save
Hiermee worden de RAW-opnamegegevens verwerkt en wordt het bestand opgeslagen in de opgegeven indeling. De beschikbare indelingen zijn: JPEG (5 compressieniveaus), TIFF-8 en TIFF16. Kies [Save Mode] (Opslagmodus) in het menu [Tool] (Extra) om de indeling op te geven. (blz.91)
Recall Adjustment
Met deze functie kunt u eerder opgeslagen instellingen voor de verschillende deelvensters laden. (blz.93)
Save Adjustment
Met deze functie slaat u de instellingen op die in de verschillende deelvensters worden gebruikt. (blz.93)
Exit
Hiermee sluit u PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 af. (Macintosh: selecteer [Exit PENTAX PHOTO Laboratory] in het menu [PENTAX PHOTO Laboratory].)
79
80 Menu View (Beeld) Full Auto Processing
Alle RAW-opnamen worden verwerkt met de opgegeven instellingen. Alle deelvensters behalve het voorbeeldvenster zijn verborgen. (blz.86)
Custom Processing
Hiermee worden de opnamen verwerkt met verwerkingsinstellingen die door de gebruiker zijn opgegeven. De verwerkingsinstellingen worden ingesteld in de deelvensters White balance, Tone en Other settings. (blz.87)
Eerste opname
Wanneer er meerdere opnamen zijn geselecteerd, verschijnt het voorbeeld van de eerste opname in de registratievolgorde.
Previous Image
Wanneer er meerdere opnamen zijn geselecteerd, verschijnt het voorbeeld van één opname verder in de registratievolgorde.
Next Image
Wanneer er meerdere opnamen zijn geselecteerd, verschijnt het voorbeeld van één opname terug in de registratievolgorde.
Laatste opname
Wanneer er meerdere opnamen zijn geselecteerd, verschijnt het voorbeeld van de laatste opname in de registratievolgorde.
Refresh Preview
Wanneer de real-time weergave van voorbeelden niet is ingeschakeld, wordt het voorbeeld vernieuwd op basis van de huidige instellingen.
Display Size
Hier geeft u de grootte aan van de opnamegegevens in het voorbeeld.
Preview
Hiermee kunt u het voorbeeldvenster weergeven of verbergen.
White balance
Hiermee kunt u het deelvenster White balance weergeven of verbergen.
Tone
Hiermee kunt u het deelvenster Tone weergeven of verbergen.
Other settings
Hiermee kunt u het deelvenster Other settings weergeven of verbergen.
Arrange Windows
Hiermee kunt u de weergegeven deelvensters schikken.
Menu Tool (Extra) Undo
In de aangepaste verwerkingsmodus kunt u met deze functie de vorige bewerking annuleren. U kunt maximaal vijf bewerkingen ongedaan maken.
Redo
In de aangepaste verwerkingsmodus kunt u met deze functie een bewerking opnieuw uitvoeren die was geannuleerd met de knop [Undo].
Image Mode
Hier selecteert u de typen opnamemodificaties. Wanneer de automatische verwerking is ingesteld, worden opnamen verwerkt met de afzonderlijke bestandsinstellingen. In de aangepaste verwerkingsmodus worden alle opnamen verwerkt met de geselecteerde verwerkingsmodus. Afhankelijk van het RAWbestandstype kunnen sommige verwerkingsmodi mogelijk niet worden ingesteld.
81 Menu Tool (Extra) Save Mode
Hiermee stelt u de kwaliteit in voor het opslaan van verwerkte opnamen. Opnamen kunnen worden opgeslagen in de JPEGindeling, met vijf verschillende compressieniveaus, of in de TIFF-indeling, met een van de twee bittypen. De standaardinstelling is JPEG (hoogste kwaliteit).
Save Size
Hiermee stelt u de grootte in pixels in bij het opslaan van verwerkte opnamen. (blz.91)
Options
Hiermee stelt u verschillende opties voor PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 in. (blz.94)
Menu Help Help Topics
Hiermee geeft u de Help-inhoud van PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 weer.
Index
Hiermee geeft u de zoekindex van de Help van PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 weer. (Deze opdracht is niet beschikbaar voor de Macintosh.)
What’s This?
Hiermee geeft u knopinfo weer.
About PHOTO Laboratory Hiermee geeft u de versiegegevens van PENTAX PHOTO (Info over PHOTO Laboratory 2.0 weer. (Macintosh: selecteer [About PENTAX Laboratory) PHOTO Laboratory] in het menu [PENTAX PHOTO Laboratory].)
Tool Bar Hiermee stelt u functies van PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 in of wijzigt u verschillende instellingen. 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Nummer Pictogram (knop)
Inhoud
1
Hiermee selecteert u het opnamebestand dat moet worden verwerkt in PENTAX PHOTO Laboratory 2.0. Deze opdracht is alleen beschikbaar wanneer de software zelfstandig wordt gestart, en kan niet worden gebruikt wanneer PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 wordt gestart vanuit het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0. (blz.84)
Open
2 Save
Hiermee wordt de verwerking van de RAW-opnamegegevens uitgevoerd en worden deze opgeslagen met de opgegeven opslagmodus en opnamegrootte. (blz.91)
82 Nummer Pictogram (knop)
Inhoud
3
Dit verschijnt wanneer Full Auto Processing is ingesteld. De verwerking wordt uitgevoerd met de verwerkingsinstellingen die zijn ingesteld in het RAW-bestand. Klik op om of te selecteren in het afrolmenu.
Full Auto Processing
Dit verschijnt wanneer Custom Processing (Aangepaste verwerking) is ingesteld. De verwerking wordt uitgevoerd met de verwerkingsinstellingen die zijn opgegeven door de Custom Processing gebruiker. De verwerkingsinstellingen worden verricht in de deelvensters White balance, Tone en Other settings. (blz.87) 4
In de aangepaste verwerkingsmodus roept u hiermee een opgeslagen aanpassingsbestand op. (blz.93) Recall Adjustment
5 Save Adjustment 6 Undo 7 Redo 8 Image Mode
Hiermee slaat u de verwerkingsinstellingen die zijn ingesteld in de aangepaste verwerkingsmodus, op als aanpassingsbestand. (blz.93) In de aangepaste verwerkingsmodus kunt u met deze functie de vorige bewerking annuleren. U kunt maximaal vijf bewerkingen ongedaan maken. In de aangepaste verwerkingsmodus kunt u met deze functie een bewerking opnieuw uitvoeren die was geannuleerd met de knop [Undo]. Hiermee geeft u de huidige opnamemodus weer. Wanneer automatische verwerking is ingesteld, worden opnamen verwerkt met de afzonderlijke bestandsinstellingen. In de aangepaste verwerkingsmodus klikt u op om de opnamemodus te selecteren. Alle opnamen worden verwerkt met de geselecteerde verwerkingsmodus. Afhankelijk van het RAW-bestandstype kunnen sommige verwerkingsmodi mogelijk niet worden ingesteld. (blz.86)
9 Save Mode
Hiermee geeft u de huidige opslagmodus weer. Klik op om de opslagindeling te selecteren voor het verwerkte opnamebestand. (blz.91)
Image Size
Hiermee geeft u de huidige opnamemodeus weer. Klik op om de grootte van het verwerkte opnamebestand te selecteren. (blz.91)
10
11
Hiermee wijzigt u de instellingen van PENTAX PHOTO Laboratory 2.0. (blz.94) Options
12
Hiermee geeft u de Help-inhoud van PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 weer. Help
83 Voorbeeldvenster Hiermee geeft u een voorbeeld van het RAW-bestand weer.
1 2
3
4
5
6
Nummer Pictogram (knop)
Inhoud
1
Klik op
7
8
om de grootte van de opnamegegevens in het
voorbeeldvenster te selecteren in het afrolmenu. Display Size
U kunt kiezen uit
Small (Klein),
Large (Groot) of 2 Enlarge Area 3 Refresh
Medium (Normaal),
Full Size (Ware grootte).
Wanneer deze optie wordt geselecteerd, verschijnt er een rood kader in het voorbeeldgebied. Het venster Enlarge area verschijnt en de vergroting kan worden geselecteerd. Klik hierop om het voorbeeld te vernieuwen met de huidige instellingen wanneer [Refresh Preview] (Voorbeeld vernieuwen) verandert in de knop [Refresh] in de instellingen van Options in PENTAX PHOTO Laboratory 2.0.
4
Wanneer er meerdere opnamen zijn geselecteerd, selecteert u de opname die u wilt weergeven in de lijst.
5
Wanneer er meerdere opnamen zijn geselecteerd, verschijnt het voorbeeld van de eerste opname in de registratievolgorde.
First Image 6 Previous Image 7 Next Image
Wanneer er meerdere opnamen zijn geselecteerd, verschijnt het voorbeeld van één opname verder in de registratievolgorde. Wanneer er meerdere opnamen zijn geselecteerd, verschijnt het voorbeeld van één opname terug in de registratievolgorde.
84 Nummer Pictogram (knop)
Inhoud
8
Wanneer er meerdere opnamen zijn geselecteerd, verschijnt het voorbeeld van de laatste opname in de registratievolgorde.
Last Image
Opnamen weergeven
1
Klik op de knop
in het venster PENTAX PHOTO Laboratory 2.0.
Het dialoogvenster [Open] verschijnt.
2
Geef de bestandsnaam op van een RAW-opnamebestand dat u wilt weergeven en klik op de knop [Open]. Er verschijnt een RAW-opname in het voorbeeldvenster van het venster PENTAX PHOTO Laboratory 2.0.
Selecteer meerdere opnamebestanden om meerdere opnamen tegelijk te openen. Klik op de knop , , of op de werkbalk om een voorbeeld van de gewenste opname weer te geven. • Wanneer PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 wordt gestart vanuit PENTAX PHOTO Browser 2.0, kunt u de volgende methoden gebruiken voor het weergeven van opnamebestanden. Selecteer RAW-opnamebestanden in PENTAX PHOTO Browser 2.0 en start daarna PENTAX PHOTO Laboratory 2.0. RAW-opnamebestanden kunnen ook worden geselecteerd in PENTAX Photo Browser 2.0 nadat PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 is gestart. • Om meerdere opnamebestanden te selecteren in PENTAX PHOTO Browser 2.0, vinkt u de miniatuuropnamen aan of houdt u de Ctrl-toets ingedrukt en klikt u op de miniatuuropnamen die u wilt selecteren. (Macintosh: houd de Command-toets ingedrukt en klik op miniatuuropnamen om meerdere opnamen te selecteren.) Bestanden kunnen worden geselecteerd met de aankruisvakjes als er geen bestanden zijn aangevinkt en geselecteerd (aangegeven door een blauw kader) wanneer PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 wordt gestart.
PENTAX PHOTO Browser 2.0 openen
1 2
Selecteer een RAW-opname in het venster PENTAX PHOTO Browser 2.0. Selecteer [PENTAX PHOTO Laboratory 2.0] in het menu [Tool] (Extra) van PENTAX PHOTO Browser 2.0 of klik op het pictogram . Er verschijnt een RAW-opname in het voorbeeldvenster van het venster PENTAX PHOTO Laboratory 2.0.
85
86 RAW-opnamen eenvoudig wijzigen Selecteer een opnamemodus om RAW-opnamen eenvoudig te verwerken op basis van de opnameomstandigheden. In de automatische verwerkingsmodus worden RAW-opnamen verwerkt met de opnamemodus die is geselecteerd op het moment van de opname. Deze instelling kan niet worden gewijzigd in PENTAX PHOTO Laboratory 2.0. In de aangepaste verwerkingsmodus kan de opnamemodus worden geselecteerd. Alle opnamen worden verwerkt met dezelfde geselecteerde opnamemodus. Bij gebruik van J kunt u kiezen uit de volgende zeven opnamemodi: Natural
Hiermee produceert u opnamen met natuurlijke kleuren.
Bright
Hiermee produceert u scherpe, heldere opnamen.
Picture (Portrait)
Hiermee produceert u opnamen met natuurlijke huidtinten.
Picture (Landscape)
Hiermee verbetert u de contouren en de verzadiging van opnamen met bomen en planten, blauwe luchten, enz., om opnamen met heldere kleuren te produceren.
Picture (Macro)
Hiermee produceert u opnamen met levendige closeups van bloemen en andere voorwerpen.
Picture (Moving Object) Hiermee produceert u scherpe opnamen van snel bewegende voorwerpen. Picture (Night Scene Portrait)
Hiermee produceert u opnamen van mensen tegen een zonsondergang of nachtelijke verlichting.
87 Verwerkingsinstellingen voor RAW-opnamegegevens instellen Stel afzonderlijke verwerkingsinstellingen in voor unieke modificaties van opnamen.
1
Selecteer [Custom Processing] in het menu [View] of klik op op het pictogram op de werkbalk en klik daarna op (Custom Processing) in de vervolgkeuzelijst. Het hoofdvenster, het voorbeeldvenster, het deelvenster White balance, het deelvenster Tone panel en het deelvenster Other settings verschijnen.
Om het deelvenster White balance, Tone of Other settings te sluiten, selecteert u [Full Auto Processing] in het menu [View] of klikt u op op het pictogram op de werkbalk en klikt u op (Full Auto Processing) in de vervolgkeuzelijst. De opname wordt verwerkt met de opnamemodus die is ingesteld op het moment van de opname. De instellingen kunnen niet worden gewijzigd in PENTAX PHOTO Laboratory 2.0.
88
2
Geef de gewenste instellingen op in elk deelvenster. De instellingen zijn zichtbaar in het voorbeeldvenster. Er zijn twee manieren om de instellingen zichtbaar te maken. (blz.94) • De instellingen onmiddellijk zichtbaar maken in real-time. • De instellingen zichtbaar maken wanneer u klikt op het pictogram in het voorbeeldvenster.
De witbalans instellen
Onderdeel
Inhoud
White Balance Settings
Selecteer een van de volgende instellingen: Camera setting: Hiermee past u de op de camera ingestelde witbalans toe. Override: Gebruik [White Balance Setting] om de witbalans te selecteren die u wilt toepassen. U kunt kiezen uit: [Daylight] (Daglicht), [Shade] (Schaduw), [Cloudy] (Bewolkt), [Daylight fluorescent light] (TL-daglicht), [Neutral white fluorescent light] (Neutraal wit TL-licht), [White fluorescent light] (Wit TL-licht), [Tungsten light] (Gloeilicht), [Flash] (Flitser) of [Color temperature setting] (Instelling kleurtemperatuur). Grey point setting: Selecteer het punt in de voorbeeldopname dat grijs moet worden. Geef met de aanwijzer de meest geschikte instelling voor de witbalans aan. U kunt kiezen uit 1 punt, 3 punten of 5 punten. Wanneer u opnamen maakt met de instelling voor het grijze punt in dit deelvenster, kan een meer nauwkeurige witbalans worden bereikt. Klik op [Reset] om de geselecteerde grijze punten te verwijderen.
89 Onderdeel
Inhoud
Color temperature
Dit kan worden ingesteld bij keuze van [Color temperature setting] bij [Override] in het venster [White Balance Settings]. Color temperature: Schuif de balk om de kleurtemperatuur in te stellen of selecteer de instelling in de lijst. U kunt kiezen uit 2500K tot 10000K (in Kelvin). Fine tune: Met Fine tune kunt u kleurfouten corrigeren bij het maken van opnamen met de deelvensters Amber, Blue, Magenta en Green. De fijnafstemming van gebieden is niet zichtbaar in de weergave van de kleurtemperatuur.
De tooncurve/het histogram instellen
Onderdeel
Inhoud
Tone curve
Hier past u de tooncurve aan om nauwkeurige aanpassingen aan te brengen in de densiteit en het contrast. Wijzig de tooncurve met de aanwijzer. Maak de curve hoger om de opname helderder te maken, of maak de curve lager om de opname donkerder te maken. Klik op een punt op de tooncurve om de curve op dat punt vast te zetten. Er verschijnt een zwarte stip. Sleep de zwarte stip om de vaste positie te verplaatsen. Klik met de rechtermuisknop op de zwarte stip om deze te verwijderen. (Macintosh: houd de Ctrl-toets ingedrukt terwijl u de zwarte stip sleept.)
Histogram
Brightness (Helderheid) geeft de helderheidsverdeling van de pixels weer wanneer R (rood), G (groen) en B (blauw) worden gecombineerd (RGB).
[Show White Portions]/ [Show Black Portions]
Klik op [Show White Portions] om witte delen van de opname in het voorbeeldvenster zwart weer te geven. Klik op [Show Black Portions] om zwarte delen van de opname in het voorbeeldvenster wit weer te geven.
[Reset]
Hiermee worden de tooncurve-instellingen verwijderd en wordt de rechte lijn hersteld.
90
Gevoeligheid/contrast/verzadiging/scherpte instellen Deze opties stelt u in op het deelvenster Other settings.
Onderdeel
Inhoud
Sensitivity
Hiermee wijzigt u de gevoeligheid van de verwerking. + : De opname wordt helderder. – : De opname wordt donkerder.
Contrast
Hiermee past u het contrast tussen licht en schaduw aan. + : Hiermee verhoogt u het contrast tussen licht en schaduw. – : Hiermee verlaagt u het contrast tussen licht en schaduw.
Saturation
Hiermee past u de kracht van de kleuren aan na ontwikkeling van de RAW-gegevens. + : De kleuren worden sterker. – : De kleuren worden fletser.
Sharpness
Hiermee past u de scherpte van de randen aan. + : De contouren van de opname worden versterkt. – : De contouren van de opname worden verzacht.
91 Opnamebestanden opslaan U kunt de opnamebestanden opslaan die zijn verwerkt met automatische of aangepaste verwerking. Geef de bestandsindeling en de opnamegrootte op bij het opslaan van opnamebestanden. U kunt opnamen opslaan in de indeling JPEG, met vijf verschillende compressieniveaus, of in de indeling TIFF-8 of TIFF-16. Naarmate het compressieniveau toeneemt, neemt de bestandsgrootte af, maar daarmee ook de kwaliteit. Selecteer S, M of L voor de opnamegrootte. Size
Pixels 3008×2008 2400×1600 1536×1024
1
Selecteer [Save Mode] in het menu [Tool] of klik op rechts van het pictogram om de opslagindeling te selecteren. Selecteer de kwaliteit en de bestandsindeling bij het opslaan van RAW-opnamen. Bij JPEG-bestanden worden de opnamegegevens gecomprimeerd en opgeslagen. U hebt de keus uit de volgende opties: Highest Compression, High Compression, Medium Quality, High Quality en Highest Quality (Hoogste compressie, Hoge compressie, Normale kwaliteit, Hoge kwaliteit en Hoogste kwaliteit). Selecteer High Compression of Highest Compression om de bestandsgrootte te reduceren door de kwaliteit te verlagen. Selecteer High Quality of Highest Quality om de kwaliteit hoog te houden door de bestandsgrootte weinig of niet te reduceren. Selecteer TIFF-8 of TIFF-16 om kwaliteitsverlies door compressie te voorkomen. Selectie van TIFF-16 resulteert weliswaar in een groter bestand, maar het kwaliteitsverlies is minimaal wanneer het bestand wordt bewerkt met andere beeldbewerkingssoftware.
92
2
3
Selecteer [Save Size] in het menu [Tool] of klik op rechts van het pictogram om de opslaggrootte te selecteren.
Selecteer [Save] in het menu [Tool] of klik op het pictogram op de werkbalk. Het dialoogvenster [Save as] verschijnt.
4
Typ de bestandsnaam, selecteer de doelmap en klik op [Save]. Het opnamebestand wordt opgeslagen. Wanneer [Use queue list] (Wachtrijlijst gebruiken) is ingesteld bij [Options], wordt het opnamebestand toegevoegd aan een wachtrijlijst.
93 Aanpassingen in opnamebestanden opslaan Alle huidige aanpassingen kunnen worden opgeslagen als een parameterbestand. De opgeslagen aanpassing kan dan worden toegepast op andere RAW-opnamen die u wilt verwerken.
1
Klik op [Save Adjustments] (Aanpassingen opslaan) in het menu [Tool] van het hoofdvenster of klik op het pictogram . Het dialoogvenster [Save Adjustments] verschijnt.
2
Typ de bestandsnaam, selecteer de doelmap en klik op [Save]. De huidige instellingen worden opgeslagen als een aanpassingsinstellingenbestand (*.INI).
Aanpassingen in opnamebestanden laden
1 2
Geef een RAW-afbeeldingsbestand weer in het voorbeeldvenster. Klik op [Recall Adjustment] (Aanpassing laden) in het menu [Tool] in het hoofdvenster of klik op het pictogram . Het dialoogvenster [Open Adjustment File] (Aanpassingsbestand openen) verschijnt.
3
Selecteer een map en een parameterbestand en klik op [Open]. De huidige RAW-opname wordt verwerkt met de geladen aanpassing.
94 Instellingen van PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 wijzigen
1
Selecteer [Options] in het menu [Tool] van het hoofdvenster of klik op het pictogram op de werkbalk. Het dialoogvenster [Options] verschijnt.
2
Klik op het tabblad [General] (Algemeen). Wijzig de gewenste instellingen.
95 Onderdeel
Inhoud
Folder to Use
Selecteer de map die moet worden gebruikt. Folder with original file (Map met oorspronkelijk bestand): De map met RAW-gegevens wordt gebruikt. Always use this map (Altijd deze map gebruiken): Klik op [Browse] (Bladeren) om het dialoogvenster [Browse for Map] (Zoeken naar map) weer te geven en selecteer de map die moet worden gebruikt.
Status at Startup
Selecteer de status bij het starten. Status at last exit: De instellingen die werden gebruikt toen het programma voor het laatst werd afgesloten, blijven gehandhaafd. Dit verandert in [Arrange All] (Alles schikken) wanneer de laatst gebruikte instellingen bijvoorbeeld niet kunnen worden gebruikt door een verschil in het aantal of het type monitoren. Arrange All: Alle te gebruiken deelvensters worden geschikt. De weergavegrootte wordt ingesteld op Small (Klein) (de standaardinstelling), en andere instellingen worden weergegeven met de status die ze hadden toen het programma voor het laatst werd afgesloten. Default: De standaardstatus van elk deelvenster wordt hersteld.
Show Splash Screen at Startup
Hiermee stelt u het welkomstscherm in dat verschijnt wanneer PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 wordt gestart. ON (Aan):Het welkomstscherm wordt weergegeven. OFF (Uit):Het welkomstscherm wordt niet weergegeven.
Arrange Panels
Hiermee stelt u in of deelvensters links of rechts moeten worden uitgelijnd bij automatische schikking van de deelvensters.
Put in Secondary Monitor Except Preview
Stel deze optie in op [ON] om de deelvensters White balance, Tone en Other settings weer te geven op de secundaire monitor. In dat geval wordt de optie Arrange Panels (Deelvensters schikken) genegeerd.
Het welkomstscherm is het titelscherm dat verschijnt wanneer PENTAX PHOTO Laboratory 2.0 wordt gestart.
96
3
Klik op het tabblad [Advanced] (Geavanceerd). Wijzig de gewenste instellingen.
Onderdeel
Inhoud
Color Space
Selecteer [sRGB] of [AdobeRGB] als kleurruimte die het kleurbereik bepaalt. sRGB: Dit is momenteel de meest gangbare instelling voor de kleurruimte, die compatibel is met de meeste monitoren en beeldbewerkingssoftware. AdobeRGB: Deze kleurruimte biedt een groter kleurbereik dan [sRGB]. Gebruik deze instelling voor taken als het verrichten van gedetailleerde aanpassingen in opnamen of voor commercieel drukwerk.
Bij de weergave van opnamen die zijn verwerkt met AdobeRGB in een sRGBomgeving, kan de verzadiging lager zijn dan bij verwerking met sRGB. Processing
Hier kunt u kiezen uit twee opties: onmiddellijk beginnen met de verwerking van taken of een wachtrijlijst maken en taken later starten. Start immediately Taken worden onmiddellijk gestart. Er kunnen geen andere bewerkingen worden uitgevoerd voordat de verwerking voltooid is. Use queue list: Taken worden toegevoegd aan een wachtrijlijst. Vóór of tijdens de verwerking kunnen taken worden toegevoegd of verwijderd.
97 Onderdeel
Inhoud
Refresh Preview
Real time: Stel deze optie in om verwerkingsinstellingen toe te passen op de voorbeeldopname bij elke wijziging die wordt aangebracht in de instellingen van [Custom Processing] (Aangepaste verwerking). Refresh button: Stel deze optie in om verwerkingsinstellingen toe te passen op de voorbeeldopname nadat alle wijzigingen in de instellingen van [Custom Processing] zijn verricht, door te klikken op de knop [Refresh].
Saving Multiple Files
Selecteer de opslagmethode bij de verwerking van meerdere opnamen. U hebt de keus uit: [Save with Original file name + new extension] (Opslaan met oorspronkelijke bestandsnaam + nieuwe extensie), [Numbered files] (Genummerde bestanden) en [Save one at a time] (Eén bestand tegelijk opslaan). Selecteer Numbered files om de basisbestandsnaam en het aantal volgcijfers op te geven.
4
Klik na instelling van elk item op [OK]. De opties worden ingesteld en het dialoogvenster wordt gesloten. Klik op [Reset] om de standaardinstellingen van alle opties te herstellen. Wanneer op [Reset] wordt geklikt, worden alle standaardinstellingen op het tabblad hersteld, met inbegrip van de instellingen van het geopende tabblad.
98
Verklarende woordenlijst Adobe RGB Deze kleurruimte wordt door Adobe Systems (VS) aanbevolen voor commercieel drukwerk en de vervaardiging van documenten. Het kleurreproductiebereik is groter dan dat van sRGB en is afdoende voor de reproductie van kleuren in drukwerk. Kleurgegevens die alleen reproduceerbaar zijn op een printer, gaan daardoor niet verloren bij bewerking op een computer. Als AdobeRGB wordt gebruikt in combinatie met software die deze kleurruimte niet ondersteunt, komen de kleuren flets over. CCD RAW-gegevens CCD staat voor Charge Coupled Device, een halfgeleiderapparaat dat optische informatie omzet in elektrische signalen. RAW-opnamegegevens zijn ruwe gegevens die zijn opgeslagen op basis van CCD-uitvoer. Deze gegevens kunnen worden overgebracht naar een computer en worden met de meegeleverde software verwerkt tot opnamegegevens met unieke instellingen zoals JPEG en TIFF. CSV-indeling Bij deze gegevensindeling worden opnamevelden gescheiden door komma’s opgeslagen. Bij deze indeling worden tekenreeksen gewoonlijk tussen dubbele aanhalingstekens geplaatst. Sommige toepassingen hebben functies voor de inen uitvoer van gegevens in de CSV-indeling. Exif-JPEG-indeling Exif staat voor Exchangeable Image File Format. Deze indeling voor opnamebestanden is gebaseerd op de indeling JPEG en maakt het mogelijk miniatuuropnamen en opname-eigenschappen in te sluiten in de gegevens. Software die deze indeling niet ondersteunt, verwerkt de opname als een gewone JPEG-opname. Exif-TIFF-indeling Exif staat voor Exchangeable Image File Format. Deze indeling voor opnamebestanden is gebaseerd op de indeling TIFF en maakt het mogelijk miniatuuropnamen en opname-eigenschappen in te sluiten in de gegevens. Software die deze indeling niet ondersteunt, verwerkt de opname als een gewone TIFF-opname. JPEG Opname-indeling met compressie. Hoewel de opnamekwaliteit iets afneemt, kunnen opnamen worden gecomprimeerd tot kleinere bestanden dan mogelijk is met TIFF en andere indelingen.
Lossless rotation (Rotatie zonder verlies) Omdat JPEG werkt met onomkeerbare compressie (tijdens de compressie gaan gegevens verloren), neemt de kwaliteit van JPEG-opnamen af wanneer ze in ongecomprimeerde toestand worden geroteerd en opgeslagen. Bij rotatie zonder verlies kunnen JPEG-opnamen worden geroteerd zonder de gegevens opnieuw te comprimeren. Exif-gegevens en andere gegevens blijven behouden. Opnamen waarop rotatie zonder verlies wordt uitgevoerd, worden verwerkt als afzonderlijke bestanden; de geroteerde opname verschijnt nadat het de opnamebestand is opgeslagen. PNG-indeling Opnamen die in deze indeling worden opgeslagen, kunnen worden gecomprimeerd tot kleine bestanden, maar door de omkeerbare compressie van deze indeling is de bestandsgrootte groter dan bij JPEG. Deze indeling is bestemd voor full-color opnamen en voorkomt kwalteitsverlies, ook wanneer de opname opnieuw wordt bewerkt. PNG-bestanden kunnen echter niet worden weergegeven in oudere browsers (Internet Explorer 3.0 of lager of Internet Explorer 4.5 op de Macintosh). Bovendien kunnen miniatuuropnamen en opname-eigenschappen niet worden ingesloten in de gegevens. sRGB (standaard RGB) Internationale standaardkleurruimte, gedefinieerd door de IEC (International Electrotechnical Commission). Deze standaard is gebaseerd op de kleurruimte voor computermonitoren en wordt ook gebruikt als standaardkleurruimte voor Exif. TIFF-8 Bestandsindeling voor het opslaan van opnamegegevens. Elke opname wordt opgeslagen met 8-bits RGB-gegevens voor elke kleur. De opname wordt niet gecomprimeerd, waardoor de bestandsgrootte toeneemt, maar de opnamekwaliteit neemt niet af. TIFF-16 Hoewel TIFF-opnamen gewoonlijk 8-bits zijn, is dit een 16-bits TIFF-indeling. Bij de verwerking van opnamen moet meer rekenwerk worden verricht, omdat het dynamische bereik groter is.
99
PENTAX Corporation
2-36-9, Maeno-cho, Itabashi-ku, Tokyo 174-8639, JAPAN (http://www.pentax.co.jp/) PENTAX Europe GmbH Julius-Vosseler-Strasse, 104, 22527 Hamburg, (European Headquarters) GERMANY (HQ - http://www.pentaxeurope.com) (Germany - http://www.pentax.de) PENTAX U.K. Limited PENTAX House, Heron Drive, Langley, Slough, Berks SL3 8PN, U.K. (http://www.pentax.co.uk) PENTAX France S.A.S. 12/14, rue Jean Poulmarch, 95106 Argenteuil Cedex, FRANCE PENTAX Benelux B.V. (for Netherlands) Spinveld 25, 4815 HR Breda, NETHERLANDS (http://www.pentax.nl) (for Belgium & Luxembourg) Weiveldlaan 3-5, 1930 Zaventem, BELGIUM (http://www.pentax.be) PENTAX (Schweiz) AG Widenholzstrasse 1 Postfach 367 8305 Dietlikon, SWITZERLAND (http://www.pentax.ch) PENTAX Scandinavia AB P.O. Box 650, 75127 Uppsala, SWEDEN (http://www.pentax.se) PENTAX Imaging Company A Division of PENTAX of America, Inc. (Headquarters) 600 12th Street, Suite 300 Golden, Colorado 80401, U.S.A. (Distribution & Service Center) 16163 West 45th Drive, Unit H Golden, Colorado 80403, U.S.A. (http://www.pentaximaging.com) PENTAX Canada Inc. 1770 Argentia Road Mississauga, Ontario L5N 3S7, CANADA (http://www.pentaxcanada.ca)
De fabrikant behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande berichtgeving wijzigingen in specificaties, ontwerp en beschikbaarheid aan te brengen. AP008805/NL
Copyright © PENTAX Corporation 2004 FOM 01.11.2004 Printed in Belgium