Technical Publications
Z-30 20 Z-30 20HD ®
®
Bedieningshandleiding Voor serienummer 2214
First Edition, Second Printing Part No. 19052DU
Inhoud Pagina Veiligheidsvoorschriften ............................................... 3 Inspectie voor het gebruik en veiligheidsinspectie ...... 4 Bedieningsinstructies .................................................. 6 Transport .................................................................... 12 Onderhoud en periodieke service ............................... 12 Specificaties ............................................................... 14
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN BEDIENINGSINSTRUCTIES Stel u op de hoogte van en houd u aan deze veiligheidsvoorschriften en bedieningsinstructies voordat u Genie Boom Z-30/20HD of Genie Boom Z-30/20 bedient. Sta niet toe dat de machine wordt gebruikt door iemand die de informatie in dit document niet begrijpt. Bewaar deze instructies altijd in de waterdichte kunststof buis op de machine voor naslag door de bediener. Bel Genie Industries in de Verenigde Staten, +1 (800) 536-1800 of +1 (425) 881-1800, als iets niet duidelijk is of als u vragen hebt over de bediening van deze machine.
2
De machine mag niet worden gebruikt en het platform mag niet worden geplaatst indien deze zich binnen 3 m van elektriciteitsdraden bevinden.
Breng het platform alleen omhoog als de machine vlak staat.
Ga niet op de veiligheidsreling staan en plaats hier geen ladingen op.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Voorafgaand aan gebruik van Genie Boom Z-30/20HD of Genie Boom Z-30/20 moet de machine grondig worden geïnspecteerd op beschadigingen als gescheurde lasnaden, hydraulische lekken, beschadigde stuurkabels, losse draden en aansluitingen en beschadigde banden. Beschadigde apparatuur mag niet worden gebruikt. (Neem contact op met Genie Industries voor instructies.) Het bedienings- of veiligheidssysteem mag niet worden gewijzigd. • Breng het platform alleen omhoog als de machine vlak staat. • Controleer het werkgebied altijd op een gevaarlijke ondergrond, zoals gaten, afgereden kanten, hobbels en puin voordat u het platform heft. Rijd alleen met de machine in geheven stand op een stevige, horizontale ondergrond en bij een helling van minder dan 1°. • Zorg ervoor dat de snelheid van de machine naar beneden op een helling nooit boven 4,8 km/u (wandeltempo) komt. • Kijk altijd omhoog en om u heen voor hoog aangebrachte obstakels en elektrische geleiders. De machine mag niet worden bediend en het platform mag niet worden geplaatst indien deze zich binnen 3 m van elektriciteitsdraden bevinden. DEZE MACHINE IS NIET ELEKTRISCH GEÏSOLEERD. • Laat de afsluitstang van het platformtoegangsmiddenstuk neer voor de toegang nadat u het platform hebt betreden. • Gebruik altijd een door OSHA vereiste veiligheidsgordel wanneer u op het platform staat. • Accu’s mogen niet worden geladen in de buurt van vonken of open vuur; bij het laden geven accu’s een zeer explosief waterstofgas af. • Zit, sta of klim niet op de veiligheidsreling of het middenstuk. • Bevestig geen overhangende ladingen en vergroot de afmetingen van het platform niet. WAARSCHUWING: ALS DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN BEDIENINGSINSTRUCTIES NIET WORDEN BEGREPEN EN NAGELEEFD, KAN DIT LEIDEN TOT ERNSTIG LETSEL OF OVERLIJDEN.
3
INSPECTIE VOOR HET GEBRUIK EN VEILIGHEIDSINSPECTIE • Open de module-afdekkingen. (Foto 1, 2, 3 en 4) • Inspecteer de machine visueel op schade of ontbrekende onderdelen. • Controleer of het platform is vastgezet en alle bevestigingen zich op hun plaats bevinden. • Controleer het peil van de hydraulische olie terwijl het platform volledig is neergelaten en de arm volledig is ingeschoven. Het oliepeil moet binnen 2,5 cm van de bovenzijde van de tank liggen. (Foto 5) BELANGRIJK: Als hydraulische olie nodig is, dient u uitsluitend Shell Tellus nr. 46 of gelijkwaardig te gebruiken. • Controleer het vloeistofpeil van de accu’s. VOORZICHTIG: Voor een juiste verzorging van de accu’s moet accuvloeistof na het laden worden toegevoegd. • Controleer of de connectors goed op de accupolen vastzitten en of de polen schoon zijn. (Foto 6) • Controleer of de stroommeter op de acculader de laadstroom aangeeft. (Foto 7) • Controleer de banden dagelijks. Zorg ervoor dat een luchtdruk van 310 kPa wordt gehandhaafd. Zorg ervoor dat alle wielmoeren goed zijn vastgedraaid. Haal de wielmoeren aan tot 289 - 334 Nm. (Foto 8) • Nadat u de voorgaande controles hebt uitgevoerd, bedient u de machine vanaf de grond en stelt u alle functies in werking om te controleren of de machine en de bedieningselementen veilig functioneren. (Foto 9)
4
BESTUDEER DE INSTRUCTIES OP DE VORIGE PAGINA ZORGVULDIG
1-Open module-afdekking
2-Open module-afdekking
3-Open module-afdekking
4-Open module-afdekking
6-Controleer accupolen
7-Controleer acculader
5-Controleer hydraulische olie
8-Controleer banden en wielen
9-Bedien machine vanaf grond
5
BEDIENINGSINSTRUCTIES ZORG ERVOOR DAT U DE FUNCTIE VAN ALLE BEDIENINGSELEMENTEN BEGRIJPT VOORDAT U DE MACHINE BEDIENT MACHINE INSCHAKELEN • Selecteer modus POWER ON (AAN) op de bedieningsconsole. (Foto 10) NOODSTOP ACTIVEREN • Sluit het rode afdekklepje van de EMERGENCY STOP (NOODSTOPSCHAKELAAR) om de bedieningselementen voor het heffen en rijden op het platform te deactiveren en de parkeerrem van de machine vast te zetten. (Foto 11) HELLING AFRIJDEN • Voordat u een helling afrijdt, moet u ervoor zorgen dat het platform volledig is ingeschoven en neergelaten. (Foto 12) • Selecteer modus DRIVE (RIJDEN) op de bedieningsconsole. (Foto 13) • Druk de voetschakelaar in. (Foto 14) • Zet de servicerem vrij en laat de machine uitbollen door de gashendel enigszins uit het midden te verplaatsen. (Foto 15) • Nadat de machine ongeveer 1 meter heeft uitgebold, activeert u de servicerem en brengt u de machine VOLLEDIG tot stilstand door de gashendel in de neutrale stand terug te zetten en de voetschakelaar los te laten. • Herhaal bovenstaande drie stappen tot de machine zich onder aan de helling bevindt. • WAARSCHUWING: Hoe steiler de helling, des te minder afstand mag de machine uitbollen. Zorg ervoor dat de snelheid van de machine naar beneden op een helling NOOIT boven 4,8 km/u (wandeltempo) komt. VOORDAT de snelheid te hoog wordt, activeert u de servicerem en brengt u de machine VOLLEDIG tot stilstand door de gashendel in de neutrale stand terug te zetten en de voetschakelaar los te laten. RIJDEN MET PLATFORM NEER — HORIZONTALE ONDERGROND • De maximale rijsnelheid kan alleen worden behaald wanneer het platform is neergelaten. • Controleer altijd of de route vrij is van mensen en obstakels. • Selecteer modus DRIVE (RIJDEN) op de bedieningsconsole. (Foto 13) • Druk de voetschakelaar in. (Foto 14) • Wijzig de snelheid door de gashendel langzaam naar voren of achteren te bewegen. (Foto 15) • Verminder de snelheid door de gashendel in de richting te bewegen die tegengesteld is aan de richting waarin de machine rijdt. • Stop de machine door de servicerem te activeren. Dit doet u door de gashendel in de neutrale stand terug te zetten en de voetschakelaar los te laten. STUREN • Controleer altijd of het gebied rondom de wielen vrij is van mensen en obstakels. • Selecteer modus DRIVE (RIJDEN) op de bedieningsconsole. (Foto 13) • Beweeg de stuurtuimelschakelaar naar links of rechts zoals gewenst. (Foto 16) • OPMERKING: De stuurbediening is niet zelfcentrerend — gebruik de tuimelschakelaar om de wielen terug te zetten in de richting recht vooruit. 6
BESTUDEER DE INSTRUCTIES OP DE VORIGE PAGINA ZORGVULDIG
10-Modus POWER ON (AAN)
11-EMERGENCY STOP (NOODSTOP)
12-Arm ingeschoven en neergelaten
13-Modus DRIVE (RIJDEN)
14-Voetschakelaar
15-Gashendel
16-Stuurschakelaar
7
BEDIENINGSINSTRUCTIES (vervolg) PLATFORM NIVELLEREN (Z-30/20) • Voordat u het platform omhoogbrengt of neerlaat, moet de borgpen van het platform altijd zijn losgemaakt zodat zelf-nivellering van het platform kan plaatsvinden. Maak de borgpen los door aan de knop te trekken en deze 90° in willekeurige richting te draaien. (Foto 17) • Zodra de gewenste werkpositie is bereikt, zet u de borgpen van het platform vast door de knop te draaien tot de borgpen wordt vergrendeld. • Wanneer u met de machine rijdt, moet het platform zich altijd in de vergrendelde stand bevinden. PLATFORM ROTEREN (Z-30/20HD) • Het platform kan naar de gewenste werkpositie worden geroteerd door de handslinger rechtsom of linksom te draaien. (Foto 18) STANG VAN ARM OMHOOGBRENGEN • Controleer op hoog aangebrachte obstakels. • Selecteer modus LIFT (HEFFEN) op de bedieningsconsole. (Foto 19) • Beweeg de tuimelschakelaar BOOM RISER UP (STANG ARM OP) op de bedieningsconsole. (Foto 20) • De functie BOOM RISER (STANG ARM) kan onafhankelijk van BOOM UP (ARM OP) of BOOM EXTEND (ARM UITSCHUIVEN) worden bediend. ARM OMHOOGBRENGEN • Selecteer modus LIFT (HEFFEN) op de bedieningsconsole. (Foto 19) • Beweeg de tuimelschakelaar BOOM UP (ARM OP) op de bedieningsconsole. (Foto 21) • OPMERKING: De functie BOOM UP (ARM OP) kan onafhankelijk van BOOM RISER (STANG ARM) of BOOM EXTEND (ARM UITSCHUIVEN) worden bediend. ARM UITSCHUIVEN • Selecteer modus LIFT (HEFFEN) op de bedieningsconsole. (Foto 19) • Beweeg de tuimelschakelaar BOOM EXTEND (ARM UITSCHUIVEN) op de bedieningsconsole. (Foto 22) • De functie BOOM EXTEND (ARM UITSCHUIVEN) kan onafhankelijk van BOOM RISER (STANG ARM) of BOOM UP (ARM OP) worden bediend.
8
BESTUDEER DE INSTRUCTIES OP DE VORIGE PAGINA ZORGVULDIG
17-Borgpen van platform
18-Platformrotatie
19-Modus LIFT (HEFFEN)
20-BOOM RISER UP (STANG ARM OP)
21-BOOM UP (ARM OP)
22-BOOM EXTEND (ARM UITSCHUIVEN)
9
BEDIENINGSINSTRUCTIES (vervolg) KOEPEL ROTEREN • Controleer rond de draaitafel op de koepel en rond het platform op obstakels. • Selecteer modus LIFT (HEFFEN) op de bedieningsconsole. (Foto 19) • Beweeg de tuimelschakelaar TURRET ROTATION (KOEPELROTATIE) op de bedieningsconsole. (Foto 23) De koepel kan in beide richtingen worden gedraaid. RIJDEN MET PLATFORM OP — HORIZONTALE ONDERGROND • Als het platform omhooggebracht is, wordt de rijsnelheid van de machine beperkt. • Controleer altijd of de route vrij is van mensen en obstakels. • Selecteer modus DRIVE (RIJDEN) op de bedieningsconsole. (Foto 13) • Druk de voetschakelaar in. (Foto 14) • Wijzig de snelheid door de gashendel langzaam naar voren of achteren te bewegen. (Foto 15) • Verminder de snelheid door de gashendel in de richting te bewegen die tegengesteld is aan de richting waarin de machine rijdt. • Stop de machine door de servicerem te activeren. Dit doet u door de gashendel in de neutrale stand terug te zetten en de voetschakelaar los te laten. ARM INSCHUIVEN • Selecteer modus LIFT (HEFFEN) op de bedieningsconsole. (Foto 19) • Beweeg de tuimelschakelaar BOOM RETRACT (ARM INSCHUIVEN) op de bedieningsconsole. (Foto 24) • De functie BOOM RETRACT (ARM INSCHUIVEN) kan onafhankelijk van BOOM RISER (STANG ARM) of BOOM DOWN (ARM NEER) worden bediend. PLATFORM NEERLATEN • Controleer onder het platform op obstakels. • Selecteer modus LIFT (HEFFEN) op de bedieningsconsole. (Foto 19) • Beweeg de tuimelschakelaar BOOM DOWN (ARM NEER) om de arm neer te laten. (Foto 25) • Beweeg de tuimelschakelaar BOOM RISER DOWN (STANG ARM NEER) om de stang van de arm neer te laten. (Foto 26) NOOD-/GRONDBEDIENINGSELEMENTEN • KLIM NOOIT LANGS DE ARM NAAR BENEDEN INDIEN HET PLATFORM NIET KAN WORDEN INGESCHOVEN OF NEERGELATEN. Vraag iemand op de grond om de juiste noodbedieningselementen te activeren en zo het platform in te schuiven, te roteren en neer te laten. Deze bedieningselementen bevinden zich aan de voorzijde van de draaitafel. (Foto 27)
10
BESTUDEER DE INSTRUCTIES OP DE VORIGE PAGINA ZORGVULDIG
13-Modus DRIVE (RIJDEN)
14-Voetschakelaar
15-Gashendel
19-Modus LIFT (HEFFEN)
23-TURRET ROTATION (KOEPELROTATIE)
24-BOOM RETRACT (ARM INSCHUIVEN)
25-BOOM DOWN (ARM NEER)
26-BOOM RISER DOWN (STANG ARM NEER)
27-Noodbedieningselementen
11
TRANSPORT HEFFEN • Genie Boom Z-30/20HD weegt ongeveer 4.082 kg. Genie Boom Z-30/20 weegt ongeveer 2.495 kg. • Gebruik de pockets voor een vorkheftruck die aan beide zijden van de machine aanwezig zijn onder de contragewichten. (Foto 28) VASTZETTEN VOOR VERVOER OVER DE WEG • Voordat u de machine transporteert, moet de pen in het sluitgat voor transport worden geplaatst. (Foto 29) • Gebruik kettingen of banden die een grote belasting aankunnen. • Blokkeer de wielen altijd op de laadvloer van het transportvoertuig of de aanhangwagen. (Foto 30) • Gebruik de vastzetpunten op het chassis voor bevestiging aan de laadvloer van het transportvoertuig of de aanhangwagen. (Foto 31)
ONDERHOUD EN PERIODIEKE SERVICE ACCU-ONDERHOUD • Controleer het vloeistofpeil van de accu’s dagelijks, met name als de machine in een warm, droog klimaat wordt gebruikt. (Foto 32) • Ontladen accu’s moeten aan het einde van elke dienst, of eerder, worden geladen. ACCU’S LADEN • Laat het deksel van het accupak open tijdens het laden. Tijdens het laden zijn gevaarlijke gassen aanwezig. Zorg ervoor dat dit in een goed geventileerde ruimte gebeurt. (Foto 4) • Sluit het AC-laadsnoer aan op juist geaarde voeding van 115V, 60HZ, met voldoende bescherming van zekeringen. (Foto 33) • De laadsnelheid ligt tussen 20 en 29A, afhankelijk van de mate van ontlading van de accu’s. De laadsnelheid neemt geleidelijk af naar een eindsnelheid van 5 tot 10A wanneer alle cellen zijn geladen. • De lader wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de accu’s volledig zijn geladen. • Vervang defecte snoeren of draden onmiddellijk. • Houd alle ventilatie-openingen van de lader vrij van obstakels. • Zorg ervoor dat de bovenzijde van accu’s niet wordt bedekt met een vochtig, vet laagje. VOORZICHTIG • Deze lader is bestemd voor gebruik met accusystemen van het type en het vermogen zoals aangegeven op het naamplaatje van de lader (36V). Enig ander gebruik leidt tot beschadiging van de lader en/of de accu’s. • Stel de lader niet bloot aan regen. • Volg de uitgebreide instructies in de gebruikershandleiding van de fabrikant van de accu’s voor een lange levensduur van de accu’s. • GEVAAR: Voer nooit service uit aan de machine terwijl het platform of de armconstructie is geheven.
12
BESTUDEER DE INSTRUCTIES OP DE VORIGE PAGINA ZORGVULDIG
4-Open module-afdekking
28-Pockets voor vorkheftruck
29-Plaats borgpen voor transport
30-Blokkeer wielen
31-Zet vast
32-Controleer accuvloeistof
33-Sluit laadsnoer aan * Vereist onderhoud SERVICE-INTERVAL SERVICEHANDELING
Vloeistofpeil van accu's controleren Accu’s laden Niveau hydraulische vloeistof controleren Wielmoeren controleren Controleren of parkeerrem juist functioneert en juist is afgesteld Smeren Hydraulisch filter vervangen Hydraulische vloeistof vervangen Borstels van elektrische motor controleren
* Dagelijks
• • • •
* Maandelijks of elke 50 uur
• •
* Elke 6 maanden of elke 250 uur
•
* Elke 2 jaar of elke 1.000 uur
• •
• Voor een volledige lijst met vereist onderhoud raadpleegt u de “Bedienings- en onderhoudshandleiding van de Genie Boom”.
13
AC-contactdoos op platform
Specificaties Z-30/20HD Maximum werkhoogte Maximum platformhoogte Transporthoogte
11,58 m 9,45 m 2m
Maximum horizontaal bereik
6,1 m
Breedte
1,8 m
Transportlengte
5,03 m
Maximum laadvermogen platform van 117 cm
227 kg
Wielbasis
1,83 m
Draaicirkel (buiten)
4,26 m
Draaicirkel (binnen)
2,13 m
Draaitafelrotatie (in graden) Draaitafeluitzwaai Krachtbron
360° 0 8 accu’s 6V 220AH
Rijsnelheden Rijsnelheid, transport
0 - 6,5 km/u
Rijsnelheid, geheven
0 - 1 km/u
Bedieningselementen
SCR
Afmetingen platform, (lengte x breedte) 4 voet 121 cm x 76 cm Platformnivellering Platformrotatie
14
zelfnivellerend 150°
standaard
Maximum druk hydraulisch systeem (armfuncties)
138 bar
Bandenmaat
11LT-15
Klimvermogen Bodemvrijheid Inhoud hydraulische tank Gewicht
20%
(11°) 14 cm 9,5 liter 3.855 kg
Het beleid van Genie is gericht op voortdurende verbetering van de producten. Productspecificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder verplichting worden gewijzigd.
AC-contactdoos op platform
Specificaties Z-30/20 Maximum werkhoogte Maximum platformhoogte Transporthoogte
11,28 m 9,14 m 2m
Maximum horizontaal bereik
6,1 m
Breedte
1,8 m
Transportlengte
4,11 m
Maximum laadvermogen platform van 117 cm
136 kg
Wielbasis
1,83 m
Draaicirkel (buiten)
4,26 m
Draaicirkel (binnen)
2,13 m
Draaitafelrotatie (in graden) Draaitafeluitzwaai Krachtbron
standaard
Maximum druk hydraulisch systeem (armfuncties)
138 bar
Bandenmaat Klimvermogen Bodemvrijheid Inhoud hydraulische tank Gewicht
11LT-15 25%
(14°) 14 cm 9,5 liter 2.495 kg
Het beleid van Genie is gericht op voortdurende verbetering van de producten. Productspecificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder verplichting worden gewijzigd.
360° 0 8 accu’s 6V 220AH
Rijsnelheden Rijsnelheid, transport
0 - 6,5 km/u
Rijsnelheid, geheven
0 - 1 km/u
Bedieningselementen
SCR
Afmetingen platform, (lengte x breedte) 4 voet 121 cm x 76 cm Platformnivellering
zwaartekracht
15
Copyright © 1985 Genie Industries
GEDRUKT IN DE VS.