Temperatuurmanagement
Vloerverwarmingsthermostaat Art.nr.: ..FTR 231 ..
Bedieningshandleiding Vloerverwarmingsthermostaat
1. Toepassingsgebied Voor het reguleren van de temperatuur van elektrische vloerverwarmingsinstallaties.
2. Functie De vloerthermostaat bestaat uit twee delen: • Controleunit voor het instellen van de juiste vloertemperatuur. • Sensor in de vloer voor het juist functioneren van de controleunit. Controleunit: – 6 op Stel met de knop de gewenste vloertemperatuur in. De getallen de knop corresponderen met een temperatuurrange van 10 – 50 °C. De instelvoorschriften van de fabrikant van de vloerver.-warming in acht nemen. Zodra de temperatuur beneden de ingestelde waarde komt vraagt de controller om verwarming; deze status wordt ook via een LED boven de instelknop kenbaar gemaakt. Het is mogelijk de instelrange van de knop te beperken. De bedrijfstoestand van de vloerverwarming kan worden geschakeld via de 0 – I schakelaar. Men kan ook een nachtverlagingstemperatuur instellen via een externe tijdschakelklok. Als dit het geval is wordt de interval voor het verlagen van de nachttemperatuur aangegeven door het oplichten van de groene LED boven de instelknop. De temperatuurverlaging bedraagt ca. 5 °C. Voorbeeld: De ingestelde temperatuur bedraagt 34 °C (stand 4 op de knop). Dat houdt in dat de nachttemperatuur tot 29 °C kan dalen, zonder dat de verwarming wordt ingeschakeld. Sensor: De sensor is in de vloer gemonteerd. Hij regelt en controleert de ingestelde vloertemperatuur en geeft de schakelcommando's voor de verwarming. Pas na een verdere verlaging van de temperatuur zal de verwarming weer worden ingeschakeld.
Stand: Apr-08 240 9090 1
Temperatuurmanagement
Vloerverwarmingsthermostaat Art.nr.: ..FTR 231 ..
Sensor: De sensor dient in een buis gelegd te worden. Hierdoor is hij beschermd tegen vocht en kan bij eventuele reparaties eenvoudig vervangen worden. Veiligheidsinstructies Let op! Het installeren van elektrische apparaten dient door een vakbekwaam iemand te gebeuren. Het niet in acht nemen van de installatievoorschriften kan schade aan het apparaat, brand of andere gevaren tot gevolg hebben. In geval van storing kan de sensor onder spanning staan. L De schakelaar 0 – I van de controleunit scheidt het apparaat enkelpolig van het net en onderbreekt de stroomketen naar het verwarmingselement. L Bij het werken aan de installatie dient de netspanning afgeschakeld te zijn. L Bij een onderbreking van de sensor is het relaiscontact gesloten, bij kortsluiting is het contact geopend.
3. Ansluiting en montage Controleunit In een inbouwdoos volgens DIN 49 073 inbouwen. Attentie! De unit altijd met de draagring op het behang monteren! •
Sluit alle leidingen aan volgens schema (afb. (1)). Massieve draden, doorsnede 1 tot 2,5 mm2. Geen aardedraad noodzakelijk. De aardklem dient slechts voor doorlussen. Bij het correct inbouwen kan beschermingsklasse II bereikt worden. Abb.1
Schakelschema (afb. (1)) L : fase N : nulleider TA : verbinding met tijdschakelklok voor nachtverlaging 2
Temperatuurmanagement
w NTC
Vloerverwarmingsthermostaat Art.nr.: ..FTR 231 .. : belasing : Connection for remote sensor
•
De thermostaat met de meegeleverde schroeven bevestigen.
•
Plaats de afdekking samen met het afdekraam op het bodemdeel. Afdekking linksboven in bodemdeel inklikken.
•
Schroef (A in afb. (2)) vastdraaien.
• Instelknop (B) monteren. Abb.2
4. Sensor De sensor dient in een buis gelegd te worden. Hierdoor is hij beschermd tegen vocht en kan bij eventuele reparaties eenvoudig vervangen worden. Afmetingen van de sensor: afb. (3).
5. Beperking van het temperatuur-instelbereik Fabrieksmatig is de thermostaat op het maximale instelbereik van bis 6 ingesteld. In de instelknop bevinden zich twee ringen (afb. (4)), met een instelling van 5 tot 30 °C. De instelling wordt uitgevoerd volgens bijgaande diagram (afb. (5)).:
3
Temperatuurmanagement
Vloerverwarmingsthermostaat Art.nr.: ..FTR 231 ..
Abb.4
Abb.5 x = instelling van de instelknop y = instelbereik thermostaat z = voelertemperatuur °C
6. Technische gegevens De thermostaat voldoet aan DIN EN 60 730 type 1 en is cf. VDE 0875 en EN 55 014 radio-ontstoord.
6.1. Controleunit Nominale spanning
AC 230 V~ 50/60 Hz
Temperatuurschaal Nominale stroom bij AC 230 V ~ Schakelaar
…6 (= 10 … 50 °C)
Schakelvermogen Rode LED Grooene LED Relaiscontact Temperatuurverlaging (TA) Differential in switching Hysterese
10 A bei cos ϕ = 1 Net „aan/uit” 1-polig “ 2,3 kW Warmtevraag Temperatuurverlaging actief 1 maak (verwarmen), (niet potentiaalvrij) ca. 5 K approx. 1 K
Beschermingsgraad volgens 4
Temperatuurmanagement
EN 60529 Omgevingstemperatuur Opslagtemperatuur
Vloerverwarmingsthermostaat Art.nr.: ..FTR 231 .. IP 30 0...+40 °C –25...+70 °C
6.2. Sensor Sensor NTC Sensorkabel PVC, 2 x 0,75 mm², 4 m Beschermingsgraad volgens EN 60529 IP 67 Omgevingstemperatuur –20...+ 70 °C Opslagtemperatuur –20…+ 70 °C Technische wijzigingen voorbehouden. De sensorkabel mag tot 50 m verlengd worden bij toepassing van een aderdoorsnede van 1,5 mm2, zonder de nauwkeurigheid van de thermostaat te beïnvloeden. Een afgeschermde kabel dient gebruikt te worden als de kabel in een goot en/of in de nabijheid van voedingskabels wordt gelegd.
6.3. Karakteristieke waarden van de sensor Meetinstrument Ri > 1 MΩ Voor de verhouding tussen temperatuur en weerstandswaarde, zie de tabel in de afbeelding (6). Temperature °C Weerstand kΩ 05 85,279 10 66,785 15 52,330 20 41,272 25 33,000 30 26,281 35 21,137 40 17,085 45 13,846 50 11,277 De weerstandswaarden kunnen alleen bij een niet aangesloten sensor worden gemeten.
5
Temperatuurmanagement
Vloerverwarmingsthermostaat Art.nr.: ..FTR 231 ..
7. Garantie Wij bieden garantie in het kader van de wettelijke bepalingen. U gelieve het apparaat franco met een beschrijving van de fout/storing aan onze centrale serviceafdeling te zenden: ALBRECHT JUNG GMBH & CO. KG Service-Center Kupferstr. 17-19 D-44532 Lünen Service-Line: 0 23 55 . 80 65 51 Telefax: 0 23 55 . 80 61 89 E-Mail:
[email protected] Technische dienst (algemeen) Service-Line: 0 23 55 . 80 65 55 Telefax: 0 23 55 . 80 62 55 E-Mail:
[email protected] Technische dienst (KNX) Service-Line: 0 23 55 . 80 65 56 Telefax: 0 23 55 . 80 62 55 E-Mail:
[email protected]
6