BALLONNETJE OPLATEN?
De “ideale seniorenwoning” volgens de Seniorenkerngroep Zeist, april 2011
1
INHOUD
bladzijde
Inleiding
2
Hoofdstuk I
Het grondoppervlak
4
Hoofdstuk II
Gebouwen en eventuele andere opstallen 2.1 Algemeen 2.2 Toegang gebouw
4 8
Hoofdstuk III
De woning 3.1 Algemeen 3.2 Toegang woning 3.3 Binnenkant woning 3.4 Woonkamer 3.5 Slaapkamers 3.6 Keuken 3.7 Badruimte, tevens ruimte voor wasmachine 3.8 Inpandige berging
17 19
Hoofdstuk IV
Zorg
20
Hoofdstuk V
Domotica
21
Hoofdstuk VI
Naschrift
22
2
10 12 13 14 15 16
INLEIDING Aan de beraadslagingen tot het herschrijven van dit boekje werd deelgenomen door de leden van de Seniorenkerngroep. Namens de woongroepen: Meester de Klerkstraat
mw. F. Hoogerwerf hr. W. van Lith
Namens de seniorencomplexen: Delta Residence mw. L.J. Pronk Hofwijck
hr. A.C. Koning mw. M. Henricks-Schouten mw. G. de Rooy
Nieuw Brinkhove
hr. W. Meijering
Zelfstandig wonende senioren
mw. N. Dissel-Kosterman mw. J. Dijkstra hr. W. van Rijkom
Ter oriëntatie hebben de leden van de Seniorenkerngroep net als de schrijvers van de eerdere uitgave van “Ballonnetje oplaten??” een bezoek gebracht aan alle seniorencomplexen van de Kombinatie. Ook hebben zij een rondleiding gehad door de gebouwen van St. Joseph in Hilversum. De leden van de Seniorenkerngroep rekenen erop, dat zij bij de ontwikkeling- en uitvoeringsfase door de directie van de Kombinatie betrokken worden. Zo hebben zij invloed en blijven zij invloed houden op het realiseren van het ontwerp, de tekening en het bestek. 3
De eigen belevenissen en ervaringen met het wonen in een seniorenwoning van de Kombinatie spelen hierbij natuurlijk een rol. Het is nuttig met een architect te werken die naast het esthetische vooral ook naar het praktische zaken kijkt. Indien bestaande voorzieningen nog niet worden toegepast is het zinnig om met de bouw alvast rekening te houden met latere toepassing. Aangezien de leden van de Seniorenkerngroep geen van allen bouwkundigen zijn, is niet gekeken naar de maatvoering en bouwvoorschriften. Zij hebben ideeën opgeschreven die zij graag gerealiseerd willen zien. De gevraagde deskundigheid is uiteraard aanwezig bij de Kombinatie zelf en bij de te zijner tijd in te schakelen architect en aannemer. Discussie daarover zal, naar zij verwachten, mogelijk zijn.
4
HOOFDSTUK I Het grondoppervlak Het beschikbare grondoppervlak moet op de meest efficiënte manier in gebruik worden genomen. Dat verlangt een slimme manier van ruimteplanning waardoor een optimaal rendement kan worden bereikt. De Seniorenkerngroep heeft bij haar leden geen kennis van grondmechanica. Aangenomen mag worden dat er voor het bouwen grondonderzoek zal worden uitgevoerd en zo nodig grondverbetering zal worden toegepast, zodat de kans op zetscheuren geminimaliseerd wordt. Rondom (en/of binnen) het gebouw dienen voldoende groenvoorzieningen met bankjes te zijn waarbij er op moet worden gelet dat dit geen hangplek voor jongeren kan worden. HOOFDSTUK II Gebouwen en eventuele andere opstallen 2.1 Algemeen Teneinde de (schaarse) ruimte zo efficiënt mogelijk te gebruiken moet niet alleen zo hoog mogelijk, maar ook diep de grond in worden gebouwd. Hier kunnen de auto’s en scooters e.d. van de bewoners worden geparkeerd. Ook de individuele bergingen kunnen hier hun plek vinden voor o.a. een tandem, elektrische scootmobielen en minimaal drie fietsen. Scootmobielen moeten, indien nodig, ook in of bij de woning kunnen staan. Alle bergingen dienen te zijn voorzien van verlichting met een wandcontactdoos met 5
randaarde en de mogelijkheid tot het kunnen plaatsen van een oplaadapparaat ten behoeve van een scootmobiel of elektrische fiets. Deze elektriciteitsinstallatie dient aangesloten te zijn op de desbetreffende huisinstallatie.
Die kelders dienen via de centrale lift(en) bereikbaar te zijn vanaf het maaiveld en van en naar de woonverdiepingen. Deze liften zijn goed verlicht en voorzien van een telefoonnoodlijn. De liften moeten groot genoeg zijn voor een (elektrische) fiets, (elektrische) rolstoel of scootmobiel en voor een ambulancebrancard (=brandweerlift). De liften hebben een traagsluitende deur. Een speciale knop voor “snel sluiten” is echter wel aanwezig. De liften moeten van een goede kwaliteit en verhuisvriendelijk zijn. Boven de parterre begint het wonen. Door middel van een videofoon kan de veiligheid in de gaten worden gehouden. Ook op de omgeving wordt goed gelet. Die omgeving moet rustig zijn, veilig en netjes met goed onderhouden wegen en paden. 6
De nabijheid van winkels en een bushalte is gewenst. Er dient in zowel de liften als in de overige openbare ruimtes noodverlichting te worden aangebracht. De bouw behoort sober, doelmatig, vakkundig, duurzaam, milieubewust en goed geïsoleerd te zijn, zowel geluids- als temperatuurtechnisch (dus niet te koud en niet te warm). Te denken valt aan een warmtekrachthitte-installatie en/of zonne-energie alsmede aan een glazen dak met goede ventilatie (klimaatcontrole). Op basis van vochtigheid, temperatuur en windsnelheid kan zo’n dak open en dicht gaan. Ook de keteltemperatuur valt hieronder. Alle deuren in de gemeenschappelijke ruimtes dienen voorzien te zijn van een elektrische deuropener. De binnengangen zijn minimaal 2 meter breed. In doorsteekjes tussen gangen kunnen, zeker in de eventuele zorgafdeling, linnenkasten e.d. worden gebouwd. Ook kunnen hier zitjes (in de vorm van klapstoeltjes aan de wand) worden geplaatst, zodat de brandweer er geen last van heeft als die onverhoopt in het gebouw moet zijn.
7
Er dienen in de gangen brandwerende scheidingswanden met kleefmagneten te worden aangebracht. Hoeken in gangen e.d. afronden zodat beschadigingen door bijvoorbeeld rolstoelen aanzienlijk verminderd worden. Rechte hoeken dienen te worden afgeplakt met stootstrippen. De woonvorm is levensloopbestendig en flexibel. Flexibel in die zin dat bestaande woningen eventueel omgebouwd kunnen worden tot twee kleinere wooneenheden of omgekeerd. Een en ander conform Woonkeur van de SEV (Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting). Buiten de gebouwen zijn er voldoende openbare parkeerplaatsen, voorzien van voldoende verlichting. Voor eventuele overkappingen kunnen glasvezelversterkte lichtdoorlatende kunststof golfplaten of gehard glas worden gebruikt.
8
2.2. Toegang gebouw Vanaf de veilige parkeerplaatsen behoort er een ruime toegang naar het woongebouw te zijn: - kwalitatief goede entree- en tochtdeuren, - voorzien van voldoende verlichting, zowel binnen als buiten, - het lichtknopje meteen na binnenkomst bereikbaar (of via een bewegingsmelder), - automatische deuren met intercom, zodat er “zicht is op wie er aanbelt” (videofoon), - bellen die duidelijk hoorbaar zijn, - bellenplateaus en brievenbussen goed bereikbaar, ook vanuit een rolstoel, - bellen op bellenplateau niet achter elke naam maar nummers dienen ingetoetst te worden, - brievenbussen moeten kunnen scharnieren naar links of naar rechts. (naar de hoogte van de brievenbussen moet goed gekeken worden, vooral aan de binnenkant, dit kan lastig zijn afhankelijk van de lengte van de bewoners). Het trappenhuis behoort aansluitend op de liftkoker te zijn met luie treden en tredenmarkering. De personenliften behoren: - van gerenommeerde kwaliteit te zijn, - bij voorkeur van glas i.v.m. fobieën, - breed genoeg voor rolstoel en ambulancedraagbaar, - hoog genoeg voor kasten i.v.m. verhuizingen, d.w.z. minimaal 220 cm, - aan te geven op welke etage men is, - voorzien te zijn van knoppen op rolstoelhoogte (ca 1 meter).
9
De eventuele deurmatverdieping van minimaal 2 cm diep met dikke matten ligt achter de toegangsdeuren om inloopvuil tegen te gaan. Bij de entree en in de lift behoren zitmogelijkheden te zijn (zie Achterheuvel). Er behoort goede ventilatie in collectieve ruimtes, gangen en portalen te zijn. Deze ruimtes dienen bruikbaar te zijn voor visueel gehandicapten. Overal waar nodig behoren zonwerende maatregelen getroffen te worden en een goede ventilatie aanwezig te zijn. Tevens dient er goede verlichting te zijn, zowel door daglicht als ook door energiezuinige elektriciteit.
10
HOOFDSTUK III De woning 3.1 Algemeen Er mag zo weinig mogelijk van de ene woning, vanuit welk vertrek dan ook, in een andere woning gekeken kunnen worden. Vloeroppervlakken dienen allemaal vlak te zijn en stroef; waar mogelijk antisliptegels die goed te reinigen zijn. In de estrichlaag de leidingen van water, elektra en verwarming aanbrengen; verwarmingsleidingen ruimschoots aanbrengen, zodat een semivloerverwarming ontstaat. Er mogen geen drempels zijn, met uitzondering van die in bad- en toiletruimte waarin een opstandje dient te worden aangebracht. Deze dient bolrond en beslist niet hoger te zijn dan 2 cm, mits gezorgd wordt voor een duidelijk afschot. Er dienen uitsparingen en inplugpunten (loze leidingen) in alle ruimtes te komen voor: - veiligheidssignalering, telefoon, rtv-kabel en andere domotica (zie hoofdstuk V), - energiebewuste, veilige stook- en kookuitrustingen. De kabels voor tv en telefoon moeten naar alle vertrekken worden doorgetrokken. Er wordt gestookt op gas en gekookt op elektra of inductie. De radiatoren moeten aangepast zijn aan de inhoud van de betrokken ruimte.
11
Water-, warmte en elektraverbruik worden door de energiebedrijven rechtstreeks aan de bewoner gefactureerd. Iedere woning heeft een eigen meter, eventueel wordt via de Kombinatie gezamenlijk ingekocht. De ramen mogen niet tot aan de vloer reiken, maar voorzien zijn van een borstwering van circa 1 meter. De woningen dienen voorzien te zijn van: - Hr++-beglazing (= dubbel glas) of een nog betere soort. - Kantel-draai-kiep-ramen. De kiepramen mogen niet al te zwaar zijn. Daarom moeten de ramen die open kunnen van kleiner formaat zijn. - Ventilatieopeningen op gemakkelijke hoogte te bedienen, - Een gebruiksvriendelijke thermostaat. De muren worden kaal en glad opgeleverd (behangklaar). Betegeling rondom in ruimtes die hiervoor in aanmerking komen. De badkamer moet betegelt tot aan het plafond, de keuken tot 160 cm en het toilet tot 120 cm. De tegelsoort is naar keuze van de eerste bewoner. Sleutelgaten dienen indien mogelijk minimaal 10 cm boven de handgreep van de deurknop te komen. In ieder geval dient er een goede verlichting op het sleutelgat te vallen. (Hiervoor zijn speciale lampjes verkrijgbaar). Elektraschakelaars, wandcontactdozen en (binnen)deurknoppen/krukken op rolstoelhoogte. Officiële deurmaten zijn minimaal 93 x 211,5 cm (Aanpasbaar bouwen – Woonkeur is te smal). 12
Inbraakwerende maatregelen die minimaal voldoen aan het politiekeurmerk veilig wonen (pkvw-instelling) en inclusief rook- en brandmelders. 3.2 Toegang woning De toegangsdeur dient minimaal 231,5 cm hoog en 93 cm breed te zijn, zodat een rolstoel er gemakkelijk door kan. De toegangsdeur is inbraakwerend en brandvertragend. De toegangsdeur is beveiligd met een driepunts-sluiting. Er dient één geclassificeerde sleutel voor alle ruimtes te zijn, dus voor zowel de toegangsdeur als van de berging en balkondeur(en). De bewoners dienen voldoende sleutels te krijgen; ook van de meterkast, indien die aan de buitenkant zit. De deurbel zit op circa 1 meter hoogte. Naast de deur of in de woonkamer dient een videofoon te zijn aangebracht.
13
3.3 Binnenkant woning
Bron: Roeleveld- Sikkes Architecten
In principe zou de seniorwoning kunnen worden ingedeeld naar het voorbeeld van die in het Binnenhof, de Hofwijck of Nieuw Brinkhove. Indien nodig dienen de woningen te zijn voorzien van SUSkasten maar liever een per woning regelbaar afzuigsysteem. In de vertrekken dient individueel bedienbare ventilatie te worden aangebracht. Bij een doorlopende strook van 1 meter aan de buitenruimte kan een ieder zelf de ramen wassen hetgeen niet alleen een besparing op de servicekosten betekent, maar ook een aangename ruimtelijke uitbreiding zou zijn. Als dan ook nog een schuifpui tussen woning en balkon/loggia van voldoende rolstoelbreedte en gelijke vloerhoogte gerealiseerd zou kunnen worden, is hiermee de IDEALE SENIORWONING een feit.
14
Woonkeur adviseert een balkon van minimaal 3 meter breed en een minimale oppervlakte van 12 m2. 3.4 Woonkamer De gewenste oppervlakte is 25 of meer m2; het handboek Woonkeur zegt: minimaal 28 m2. Bij een kamerbreedte van 4 m is dit een gunstige maat. De meubels kunnen tegenover elkaar staan met behoud van voldoende loopruimte. Bovendien is het een gunstige maat voor aankoop van vloerbedekking. Er dienen meerdere inplugpunten voor rtv-kabel, telefoon, elektra en andere domotica te worden aangebracht. Vensterbanken moeten tenminste 30 cm breed zijn.
15
3.5 Slaapkamers
De gewenste oppervlakte van de (eerste) slaapkamer is minimaal 15 m2. Hierdoor ontstaat voldoende ruimte voor een flinke hang- en legkast. Alle deuren zijn minimaal 93 cm x 231,5 cm. Voldoende inplugpunten voor rtv-kabel, telefoon, elektra en andere domotica in beide slaapvertrekken. Woonkeur adviseert 2 slaapkamers van gelijke grootte van minimaal 12 m2, is totaal 24 m2. De voorkeur van de seniorenkerngroep gaat uit naar 2 kamers van verschillend oppervlak van totaal 25 m2.
16
3.6 Keuken
De gewenste oppervlakte is minimaal 7 m2. Woonkeur geeft aan minimaal 12 m2. Het aanrechtblad is van kunststof of ander materiaal dat mooi blijft en gemakkelijk is in het onderhoud. Er dient ruimte (evt. in een keukenkastje) te zijn voor een vaatwasmachine. Indien niet in de badruimte, dan dient er in de keuken ruimte te zijn voor een wasmachine en een droger. Er dienen minimaal zes wandcontactdozen met voldoende groepen aanwezig te zijn voor keukenapparatuur zoals koffie- en keukenmachines, elektrisch fornuis, koelkast, magnetron etc. Er moet voldoende daglicht in de keuken komen.
17
Verwarmingsbuizen lopen vanuit de berging, in de vloer verwerkt, door de keuken naar de andere vertrekken, zodat in de keuken geen radiator nodig is. Aan de onderzijde van de gemonteerde keukenbovenkastjes behoort een lichtpunt met schakelaar aanwezig te zijn. Boven de kookhoek dient een individueel schakelbare afzuiging in tenminste drie standen aanwezig te zijn, alsmede een lichtpunt dat apart ingeschakeld kan worden. Voor GFT-, huis- en grofvuilafvoer ruime voorzieningen dichtbij de woning aanbrengen. 3.7 De badruimte, tevens ruimte voor wasmachine en droger Er dient een dubbele schakelaar met een aparte groep aanwezig te zijn, zodat tegelijkertijd gewassen en gedroogd kan worden. Een aparte toiletruimte is vereist. Woonkeur adviseert dit ter verhoging van het woongenot. De oppervlakte zou minimaal 100 x 140 cm moeten zijn. Het toilet dient er een met een verhoogde pot te zijn (voorkeur voor een 6+ pot).
18
De gewenste oppervlakte is ongeveer 7 m2. Woonkeur adviseert meerdere maten afhankelijk van het aantal wastafels en bad en/of douche. Er dient in ieder geval rekening mee gehouden te worden dat rolstoeltoegankelijke ruimtes meer dan normaal aan oppervlakte kosten. De vloertegels moeten stroef en waterdicht zijn. De kraan in de douche mag geen hendel hebben: stel dat men valt en die hendel wordt daardoor doorgedrukt naar warm….! Het moeten dus thermostaatkranen zijn. Boven de wastafel een kantelspiegel die goed is voor grote en kleine(re) mensen. Er dienen voorzieningen te worden aangebracht, zodat ter zijner tijd aanpassingen in het kader van de WMO zonder veel problemen gerealiseerd kunnen worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan beugels en een douchezitje.
19
Het realiseren van een scheerwandcontactdoos in de badruimte is nodig. Bij raampartijen gematteerd of gefigureerd glas gebruiken. 3.8 Inpandige berging De gewenste oppervlakte is 7 m2. Deze ruimte kan bereikbaar zijn via de galerij. Door deze berging lopen de ventilatiekanalen. Vanuit de meterkast kunnen indien nodig allerlei kabels worden getrokken. In de berging is plaats voor een combiketel met warmwatervoorziening. Tussen deze voorziening en blokverwarming moet gekozen worden op basis van een kosten-/ batenanalyse ten behoeve van de bewoners. Een radiator in deze ruimte is overbodig, omdat de hoofdleidingen van de centrale blokverwarming er door lopen, waar vanuit de in de vloer verwerkte cv-leidingen gedistribueerd worden naar de woonvertrekken.
20
HOOFDSTUK IV Zorg Zoals in hoofdstuk II al vermeld is, kan de parterre voor allerlei doeleinden worden gebruikt, o.a. voor het houden van (familie)feestjes, concerten en/of sociaal-culturele manifestaties. Een sociaalbeheerder fungeert als sociaal- en technisch aanspreekpunt voor de bewoners. Hij/zij lost kleine technische probleempjes op, houdt een oogje in het zeil, let op het wel en wee van de bewoners, beheert de algemene (logeer-)ruimten, en draagt zo bij aan de (sociale) kwaliteit van het wonen en de woonomgeving. Met instanties zoals VITRAS en Meander/Omnium kunnen wellicht afspraken worden gemaakt inzake diensten aan huis zoals zij die in haar portefeuille hebben. Via deze instanties kan men, indien gewenst, alarmering via een oproeppieper laten aanbrengen
21
HOOFDSTUK V Domotica Domotica zijn elektrotechnische voorzieningen in en aan de woning die een bijdrage leveren aan het comfort van het wonen. Soms zijn die zelfs fysiologisch noodzakelijk. Het vergemakkelijkt de bediening van allerlei huishoudelijke apparatuur, zoals: met een afstandsbediening diverse apparaten in-/uit kunnen schakelen. verlichting, kooktoestellen of alarminstallatie worden met één simpele druk op een knopje bediend. bij het thuiskomen kan men met één enkele sleutel alle (espagnolet)sloten van de voordeur openen. en….als men in het duister binnenkomt, floept automatisch de verlichting aan. de verwarmingsthermostaat kan geprogrammeerd worden. met één druk op de knop is het inbraakalarm geactiveerd en ook het brandalarm voor binnenshuis. de alarminstelling kan via hulpapparatuur ook elders in huis worden gebruikt. bij de ingang van het huis het bellenplateau niet op een knopje hoeven drukken, maar het gewenste huisnummer intoetsen. Voor deze nieuw te bouwen woningen zou het aanbevelingswaardig zijn om deze voorzieningen al in te bouwen.
22
HOOFDSTUK VI NASCHRIFT Natuurlijk zijn er zaken niet benoemd. Deze zijn te vinden in de Opplusnota (Nederlandse Woonbond), in het handboek “Aanpasbaar bouwen” en/of in “Woonkeur”. Anders komt het bij de discussie wel ter sprake. Mocht de lezer van dit stuk iets willen toevoegen, dan kan men schriftelijk contact opnemen met (postzegel is niet nodig): De Seniorenkerngroep p/a de Kombinatie Antwoordnummer 6354 3700 WB ZEIST
23