Bach Weihnachtsoratorium (BWV 248) In scratchvorm
Onder leiding van Lex Wiersma Met medewerking van
Catherine Putters | sopraan Daniëlla Buijck | alt Harald Quaaden | tenor Peter-Paul van Beekum | bas
Instrumentalisten van het Zuid-Nederlands Begeleidingsorkest
29 november 2014 Lambertuskerk | Vught
Over het Weihnachtsoratorium Het Weihnachtsoratorium (BWV 248) (Kerstoratorium; Oratorium Tempore Nativitatis Christi) is een oratorium, bestaande uit zes afzonderlijke, maar inhoudelijk verbonden cantates, geschreven door Johann Sebastian Bach voor de periode van Kerst 1734 tot en met Driekoningen 1735. De teksten zijn ontleend aan het Evangelie volgens Lucas en het Evangelie volgens Matteüs en waarschijnlijk geschreven door librettist Picander (pseudoniem van Christian Friedrich Henrici). Deel 1. Voor de eerste Kerstdag (de geboorte van Jezus in de stal; de menswording van Christus, het wonder waar de mensheid vol deemoed en ontroering tegenover staat, wordt bezongen) 1. Koor. Jauchzet, frohlocket, auf, preiset die Tage. Het koor roept op tot jubelen en zang voor wat God voor de mens heeft bereid. Een oproep tot het vieren van een zestal feestelijke dagen. 2. Recitatief, evangelist. Es begab sich aber zu der Zeit. De beroemde woorden uit het kerstverhaal die vertellen dat Jozef en Maria naar Judea gingen om zich in te laten schrijven vanwege een volkstelling. Ook de aankondiging van de barenstijd van Maria. 3. Recitatief, alt. Nun wird mein liebster Bräutigam. 4. Aria, alt. Bereite dich, Zion. De volgelingen van Jezus wordt met korte uitroepen gevraagd zich voor te bereiden om Jezus, ‘de schoonste!’, ‘de liefste!’ te ontvangen. 5. Koraal, koor. Wie soll ich dich empfangen. Na deze oproep vraagt de gemeente zich af hóe zij hem zullen ontvangen. Als een kind, is het antwoord. 6. Recitatief, evangelist. Und sie gebar ihren ersten Sohn. Een expressieve verklanking van de geboorte van Jezus meteen gevolgd door mineur klanken waar de kribbe genoemd wordt, zo de vernedering daarvan verwoordend. 7. Koraal, koorsopraan, met recitatief bas. Er ist auf Erden kommen arm / Wer will die Liebe recht erhöhn. De bas becommentarieert en mediteert over de liefde van het pasgeboren mensenkind. 8. Aria, bas. Großer Herr, o starker König. Het arme kind uit nr. 7 is wel de zoon van de Allerhoogste, dus een koning. Bezongen wordt het belang van de komst van de brenger van al dit goeds, dat in contrast staat tot de schamele ontvangst op aarde.
9. Koraal, koor. Ach mein herzliebes Jesulein. Het volk reageert in stemmige aanbidding op het koningslied nr.8.
Deel 2. Voor de tweede Kerstdag (de engel verkondigt de geboorte van Jezus aan de herders: de blijde boodschap is een vervulling van een belofte) 10.Sinfonia. Een werk voor orkest: een pastorale, een herderslied. 11.Recitatief , evangelist. Und es waren Hirten in derselben Gegend. Een engel van de Heer verschijnt en de heerlijkheid omstraalt hen. 12.Koraal, koor. Brich an, o schönes Morgenlicht. De herders worden toegesproken niet te schrikken omdat het mensenkind de duivel zal verdrijven en vrede zal brengen. 13.Recitatief, evangelist, engel. Und der Engel sprach zu ihnen. De blijde boodschap wordt verkondigd door de engel, opnieuw klinkt ‘Wees niet bang, Christus is geboren’. 14.Recitatief, bas. Was Gott dem Abraham verheißen. Aan de herders wordt als eerste de vervulling van de oudtestamentische belofte aan Abraham (die ook herder was) verteld. 15.Aria, tenor. Frohe Hirten, eilt, ach eilet. Hier krijgen de herders de opdracht het kind te gaan zoeken. 16.Recitatief, evangelist. Und das habt zum Zeichen. De verkondiging door de engel uit het evangelie gaat verder. 17.Koraal, koor. Schaut hin, dort liegt im finstern Stall. Nederigheid wordt uitgedrukt. 18.Recitatief, bas. So geht denn hin, ihr Hirten, geht. Nogmaals worden de herders toegesproken, om de Zoon te gaan zoeken en vervolgens een wiegelied voor Hem te zingen. 19.Aria, alt. Schlafe, mein Liebster, genieße der Ruh. Een wiegelied voor Christus. 20.Recitatief, evangelist. Und alsobald war da bei dem Engel. Een groot engelenkoor wordt aangekondigd. 21.Koor, koor. Ehre sei Gott in der Höhe. Het hemelkoor van engelen zingt een jubellied om God te eren. 22.Recitatief, bas. So recht, ihr Engel, jauchzt und singet. De bas roept ook de mensen, de gemeente, op een loflied te zingen. 23.Koraal, koor. Wir singen dir in deinem Heer. De gemeente antwoordt de bas stralend en verheerlijkend.
Deel 3. Voor de derde Kerstdag (het bezoek van de herders aan de stal; dankbaarheid staat centraal) 24.Koor, koor. Herrscher des Himmels, erhöre das Lallen. Een zeer feestelijk openingskoor, ons welzijn is nu een feit! 25.Recitatief, evangelist. Und da die Engel von ihnen gen Himmel fuhren. De evangelist kondigt de herders aan. 26.Koor, koor. Lasset uns nun gehen gen Bethlehem. De herders gaan met haast en ongeduld naar Betlehem. 27.Recitatief, bas. Er hat sein Volk getröst. Bezinnend wordt stilgestaan bij de weldaden van Jezus die ons lijden beëindigd heeft. 28.Koraal, koor. Dies hat er alles uns getan. Ook de gemeente spreekt haar grote dankbaarheid uit voor het goeddoen van Jezus; eeuwige dankbaarheid. 29.Duet, sopraan en bas. Herr, dein Mitleid, dein Erbarmen. Een liefdesduet van bas en sopraan tot de Heer. Daarna vervolgt het evangelieverhaal. 30.Recitatief, evangelist. Und sie kamen eilend. De evangelist vertelt hoe de herders daadwerkelijk moeder en kind vinden en dit nieuws verspreiden. 31.Aria, alt. Schließe, mein Herze, dies selige Wunder. Maria mediteert over het godswonder dat ons geloof sterkt. 32.Recitatief, alt. Ja, ja, mein Herz soll es bewahren. Bezongen wordt hoe het goddelijk wonder in het hart van Maria wordt gesloten. 33.Koraal, koor. Ich will dich mit Fleiß bewahren. De herders zingen in de ikvorm hun wiegelied tot het Godskind. Het hele bezoek van de herders aan Jezus wordt beschreven in termen van liefde. 34.Recitatief, evangelist. Und die Hirten kehrten wieder um. De evangelist vertelt verder over de terugkeer van de herders. 35.Koraal, koor. Seid froh dieweil. Nu is hij er echt, als mens van vlees en bloed: het wonder van de menswording van God is een feit. Nr. 24 da capo. Herrscher des Himmels, erhöre das Lallen. De cantate eindigt zoals hij begonnen is, “Herscher des Himmels”, als een omarming om deel 3.
Deel 4. Bij het feest van de naamgeving en de besnijdenis (Nieuwjaarsdag, de zoetheid van de naam van Christus en de betekenis van Zijn naam staan centraal) 36.Koor, koor. Fallt mit Danken, fallt mit Loben. Een openingskoor vol dank, lof en liefde voor (de komst van) de Verlosser. 37.Recitatief, evangelist. Und da acht Tage um Waren. Het evangeliebericht dat het mens geworden kind de naam Jezus ontvangt. 38.Recitatief met koraal, koorsopraan met recitatief bas. Immanuel, o süßes Wort! Een ernstig duet tussen bas (recitatief) en sopranen (koraal) mediterend over de liefde voor Jezus (en Zijn naam). 39.Aria, sopraan en echo-sopraan. Flöst, mein Heiland. De sopraan adviseert ‘Schrik? Nee!’, ‘Verheugen? Ja!’ waar de woorden ‘nee’ en ‘ja’ soms door de hobo, soms door de menselijke stem geëchood worden. Een soort spirituele dialoog tussen de gelovige ziel en het reddende Christuskind. 40.Recitatief met koraal, bas en sopraan in duet. Wohlan, dein Name soll allein / Jesu, meine Freud und Wonne. Nu de angst voor de dood is overwonnen is de vraag hoe (de naam van) Jezus in het gesloten kan worden. 41.Aria, tenor. Ich will nur dir zu Ehren leben. De tenor maakt meditaties op de kernwoorden ‘leven’, ‘kracht’, ‘genade’ en ‘dank’. Benadrukt wordt dat Jezus een mens is, van vlees en bloed, één van ons, en voor ons. 42.Koraal, koor. Jesus richte mein Beginnen. Een meditatie op de Naam als slot: elke regel begint met ‘Jezus’. Deel 5. Op de zondag na Nieuwjaar (de drie wijzen uit het oosten zijn terug in Jeruzalem bij Herodes; dit deel vertelt over het licht dat de wijzen gezien hebben) 43.Koor, koor. Ehre sei dir, Gott, gesungen. 44.Recitatief, evangelist. Da Jesus geboren war zu Bethlehem. Het verhaal verplaatst zich van het evangelie van Lucas naar het evangelie van Matteüs. De drie wijzen komen aan in Jeruzalem en vragen: 45.Koor met Recitatief, koor, alt. Wo ist der neugeborne König der Jüden? De wijzen vragen waar ze Jezus kunnen vinden. De vraag blijft in de lucht hangen. Maria antwoord dat je Jezus in je hart kunt vinden. Vervolgens zegt de een na de ander Zijn ster gezien te hebben. Maria reageert met een beschouwing over het goddelijke licht. 46.Koraal, koor. Dein Glanz all Finsternis verzehrt. De gemeente reageert stralend en onderstreept nogmaals de ‘Glanz’ en het ‘Licht’. Bezongen
wordt het licht dat Christus heeft gebracht, gesymboliseerd door de ster die aan de wijzen verschijnt. 47.Aria, bas. Erleucht auch meine finstre Sinnen. De straling van Christus, het Woord, is zelf verlicht en zal al het donker en duister verlichten. 48.Recitatief, evangelist. Da das der König Herodes hörte. De schrik van Herodes door het bericht van de wijzen uit nr. 45). 49.Recitatief, alt. Warum wollt ihr erschrecken? De alt, Maria, reageert ontsteld op de schrik van Herodes; hij krijgt een uitbrander voor zijn angst. 50.Recitatief, evangelist. Und ließ versammlen alle Hohenpriester. Herodes vraagt de Joodse theologen waar hij dan geboren is. 51.Terzet, sopraan, tenor en alt. Ach, wenn wird die Zeit erscheinen? De gelovigen, in de vorm van sopraan, tenor en viool solo, zingen van hun wens dat Jezus zal verschijnen: ‘O, wanneer?’. Ze worden onderbroken door de alt ‘Zwijg, hij is er al!’ Maria wacht niet meer omdat zij Hem al gevonden heeft en rotsvast gelooft. Daarna roepen tenor en sopraan in canon Jezus tot zich. 52.Recitatief, alt. Mein Liebster herrschet schon. De alt gaat verder en legt uit wat Jezus’ aanwezigheid in het hier en nu betekent. 53.Koraal, koor. Zwar ist solche Herzensstube. Het koor vat ter afsluiting samen wat het licht en stralen met een donker hart zal doen. Deel 6. Bij Driekoningen (zes januari: het bezoek van de drie wijzen aan Jezus. Centraal in deze cantate staat dat Jezus, en met Zijn bescherming de gelovigen, het volk, ons, geen schade door vijandelijke machten toegebracht kan worden) 54.Koor, koor. Herr, wenn die stolzen Feinde schnauben. De tekst benadrukt dat het om ons gaat: wíj geloven, vertrouwen en overwinnen. 55.Recitatief, tenor en bas. Da berief Herodes die Weisen heimlich / Ziehet hin und forschet fleißig. De valse Herodes (de bas) roept de wijzen op het kind te zoeken, zodat hij het ook kan aanbidden. 56.Recitatief, sopraan. Du Falscher, suche nur den Herrn zu fällen. De sopraan verdedigt zich als anonieme gelovige tegen tegen Herodes’ onechte motieven. 57.Aria, sopraan. Nur ein Wink von seinen Händen. De sopraan vervolgt haar recitatief met een dansende aria met een spottende versiering op de trots (‘Stolz’) van de vijand Herodes.
58.Recitatief, evangelist. Als sie nun den König gehöret hatten. Het evangelie vertelt verder over de reis van de wijzen begeleid door de ster. In de stal vinden zij Maria en Jezus, vallen voor Hem op de knieën en geven hun geschenken. 59.Koraal, koor. Ich steh an deiner Krippen hier. De overgave en aanbidding van de wijzen slaat over op de hele gemeente: vol eerbied en bewondering knielen ook zij bij de kribbe. 60.Recitatief, evangelist. Und Gott befahl ihnen im Traum. De wijzen keren niet terug naar Herodes maar kiezen een ándere weg. Dit is het laatste evangeliebericht uit het Weihnachtsoratorium. 61.Recitatief, tenor. So geht! Genug, mein Schatz geht nicht von hier. De relatie tussen de ziel en Jezus wordt gereflecteerd. Hij spreekt over de liefde waarmee Christus in het hart van de gelovigen blijft wonen, gered van de bedreiging van Herodes. Die liefde is innig en zachtmoedig, zoals die van een bruidegom of goede vriend. 62.Aria, tenor. Nun mögt ihr stolzen Feinde schrecken. De tenor vervolgt met een aria over de kracht van het geloof: de gelovige heeft de zekerheid dat God bij hem blijft. 63.Recitatief, kwartet solo. Was will der Hölle Schrecken. In canon wordt gezongen over de overwonnen angst. 64.Koraal, koor. Nun seid ihr wohl gerochen. Bezongen wordt de triomfantelijke overwinning van Christus op het kwaad. Lijden wordt omgezet in jubelen, nu door Christus’ menswording de positie van heel de mensheid bij God verzekerd is. Iedereen maakt op zijn manier deel uit van de totale vreugde!
Over Projectkoor Brabant Projectkoor Brabant is in 2012 op initiatief van enkele zangers samen met en rond dirigent Lex Wiersma opgericht en bestaat uit een groep enthousiaste en zeer gemotiveerde zangers en zangeressen die in korte tijd een werk instudeert en kwalitatief hoogwaardige uitvoeringen geeft. Het koor zingt voornamelijk vanuit de operatraditie, hetgeen dramatisch en klanktechnisch interessante uitvoeringen oplevert, gebaseerd op de Bel Canto-traditie en een levendige beleving van de muziek. In 2014 heeft Projectkoor Brabant Messiah van Händel in scratchvorm succesvol uitgevoerd. Verder heeft het koor geparticipeerd in het ‘Bosch Mysterie’, als onderdeel van het Miraokuls Spektaokul ter viering van 132 jaar Oeteldonk. De volgende uitdaging voor het koor is de uitvoering van Bach’s Matthäus Passion op Goede Vrijdag 3 april 2015 in de Lambertuskerk in Vught. Projectkoor Brabant heeft een beperkt aantal sponsoren en opereert geheel zonder subsidies en fondsen. Om ook in de toekomst interessante en uitdagende projecten te kunnen bieden zou het koor graag een kistorgel en een eenvoudig klavecimbel willen aanschaffen. Draagt u Projectkoor Brabant een warm hart toe en wilt u ons in onze ambities steunen? Voor een financiële bijdrage in de aanschaf van een kistorgel of klavecimbel zijn wij u zeer dankbaar! Voor meer informatie kunt u mailen naar
[email protected]. Meer informatie over het koor en de komende projecten op www.projectkoorbrabant.nl. Like en volg ons ook op Facebook: www.facebook.com/projectkoorbrabant
Over Lex Wiersma | dirigent
Dirigent Lex Wiersma studeerde aanvankelijk piano- en schoolmuziek aan het Brabants Conservatorium in Tilburg. Later verruilde hij deze opleiding voor orkest- en koordirectie aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam bij Joop van Zon, waar hij in 1994 zijn studie afrondde. Hij werkte als begeleider mee bij het Internationaal Vocalisten Concours in 's-Hertogenbosch en was als assistent-dirigent verbonden aan de Vlaamse Opera. In de loop van de jaren heeft hij vele uitvoeringen gedirigeerd zoals Die Zauberflöte, Nozze di Figaro, Idomeneo, Der Freischütz, Nabucco, Mefistofele, Don Carlo, I Lombardi, Le Comte Ory en Cavaleria Rusticana. Ook dirigeerde hij alle betekenisvolle operettes meerdere malen en geldt hij als een specialist voor wat betreft operettes van Jacques Offenbach (Les Brigands, La Belle Hélène) en Gilbert & Sullivan (Trial by Jury, Pirates of Penzance, Mikado, Gondoleers).Hoogtepunten in zijn carrière zijn de uitvoeringen met de Bredase Opera van de Gouden Operamatinee in 2004, de Carmina Burana in 2005, de 9e symfonie van Beethoven in 2006, het Belcantoconcert in 2008 en de scenische uitvoering van
de opera I Puritani van Bellini in 2008. In 2009 heeft hij Die erste Walpurgisnacht van Mendelssohn en de Paukenmesse van Haydn gedirigeerd, in 2010 gevolgd door de opera Rienzi van Wagner. Begin 2012 heeft Lex samen met de Bredase Opera, Operavereniging Bel Canto, leden van kwaliteitskoor Karakter en Souvenir des Montagnards een geweldige Messa da Requiem van Verdi uitgevoerd. Op 3 februari 2013 dirigeerde hij de Bredase Opera en het Zuid-Nederlands Begeleidingsorkest tijdens het concert ter herdenking van het 200e geboortejaar van Giuseppe Verdi en Richard Wagner. Onder zijn bezielende muzikale én artistieke leiding is op 25 mei 2014 met de Bredase Opera Aida van Verdi geheel scenisch uitgevoerd. Lex Wiersma is vaste dirigent van de Bredase Opera, van de operakoren Bel Canto en Souvenir des Montagnards in Tilburg alsmede van Kwaliteitskoor Karakter in Boekel. Ook is hij oprichter en dirigent van het Zuid-Nederlands Begeleidingsorkest, een symfonieorkest dat gespecialiseerd is in symfonische begeleidingen. In de loop der jaren heeft hij vele uitvoeringen gedirigeerd, variërend van opera tot missen en andere klassieke werken. Met Projectkoor Brabant wil hij vanuit de operatraditie de Grote Klassieke Werken brengen. In 2012 en 2013 heeft hij met Projectkoor Brabant enkele succesvolle uitvoeringen van het Requiem van Mozart gegeven. In 2014 is Messiah van Händel als scratch uitgevoerd. In 2014 en 2015 staan werken van Bach op de agenda: na Bach’s Weihnachtsoratorium op zaterdag 29 november 2014 volgt op Goede Vrijdag 3 april 2015 zijn Matthäus Passion.
Over Catherine Putters | sopraan Catherine Putters studeerde na het behalen van een MA in English Language and literature zang aan het Fontys Conservatorium in Tilburg en studeerde af bij Hanneke Kaasschieter en Frans Fiselier in augustus 2006. Ook kreeg ze lessen muziektheater van Edward Hoepelman. Zij volgde masterclasses bij Barbara Hendricks, Charlotte Margiono, Emma Kirkby, en Suzie LeBlanc. Van jongs af aan verliefd
op het toneel nam ze gedurende haar opleiding dramalessen bij Judith Brokking en Veerle van Hecke. Ook Danslessen, zowel klassiek als modern, stonden op het programma. Catherine zong onder andere Missa in tempore belli ('Paukenmesse') en Die Schöpfung van Haydn, Saint-Saëns' 'Oratorio de Noël' , Mozart's 'Requiem' en 'Exultate Jubilate', het Requiem van Fauré, Gloria' en liederen van Francis Poulenc en Britten zowel als 'Sequenza III' van Berio. Ook Allegri's 'Miserere Mei', 'Vesperae Beatae Mariae Virginis' van Claudio Monteverdi, Gluck's 'Orfeo de Euridice', Bach's 'Johannes' en 'Matthäus Passion' evenals 'Weihnachtsoratorium' en diverse van zijn cantates, Hänndel's 'Messiah', 'Saul' en 'Ode for St. Cecilia's Day'. Tevens speelde ze de rol van 'Belinda' in Purcell's Dido And Aeneas, 'Hexe' in Humperdinck's Hansel und Gretel, 'Mabel' in The Pirates of Penzance geschreven door Gilbert and Sullivan en maakte ze van Bach's BWV 211( de koffie cantate) een huiskameropera. 'A Hand of Bridge' van Samuel Barber, en 'La Testa D'Adriana' van Raymond Murray Schafer staan ook op haar repertoire.
Over Daniëlla Buijck | alt Daniëlla Buijck studeerde Nederlands recht alvorens zij haar klassieke zangopleiding begon. In juni 2009 studeerde zij af bij Hanneke Kaasschieter en Xenia Meijer aan het Fontys Conservatorium in Tilburg. Tijdens haar opleiding ontving ze interpretatielessen van Frans Fiselier en masterclasses van Charlotte Margiono, Jard van Nes en Alexander Oliver. Daarnaast ontving zij dramalessen van Veerle van Hecke en Marc Krone. Momenteel wordt zij gecoacht door Xenia Meijer en Jard van Nes. Daniëlla heeft zich tijdens haar opleiding breed georiënteerd op de verschillende terreinen binnen de klassieke muziek en ook nu blijft haar interesse veelzijdig. Zij is solistisch actief op het gebied van zowel oratorium, opera als lied. Daarnaast zingt zij sinds 2008 als freelancer bij het Groot Omroepkoor in Hilversum en sinds 2010 in het koor van de Nationale Reisopera. Ze heeft een grote voorliefde voor acteren en voor literatuur en zij betrekt de luisteraar daarom erg graag bij de verhalen achter de muziek. Op oratoriumgebied zong zij onder andere de altsolo’s in het Weihnachtsoratorium en in de Mattheus en Johannes Passie van Bach, het Magnificat en het Gloria van Vivaldi, The Messiah, The Coronation Anthems, het Te deum laudamus en het Dixit Dominus van Händel, het Oratorio de Noël van Saint-Saëns, de Petite Messe Solennelle van Rossini, de Alt-rhapsody van Brahms, het Requiem, de Krönungsmesse en de Vesperae Solennes de Confessore van Mozart en het Stabat Mater van Pergolesi, Bononcini en Jenkins.
Zij zong solo onder leiding van dirigenten als Louis Buskens, Maria van Nieukerken, Martien van Woerkum, Martin van der Brugge en Paul Valk. In het operagenre zong zij de rol van Madame Flora in de opera The Medium van Menotti, onder regie van Jeroen Lopes Cardozo, de rol van Annina in La Traviata van Verdi en de rol van Madame de Croissy in Dialogues des Carmélites van Poulenc, onder regie van Marc Krone. Onder leiding van dirigent Jac van Steen zong ze in het koor van de opera Orfeo ed Euridice van Gluck, in Winterthur, Zwitserland. In 2008 was ze te zien in de absurdistische opera Stormval van Productiehuis Brabant op verschillende festivals, onder regie van Peerke Malschaert. In 2010 zong zij bij de Internationale opera producties tijdens een theatertour in Oekraïne, Nederland en België de rol van Mirabella in Der Zigeunerbaron van Strauss, onder leiding van Pieter Cox. In 2012 zong ze de rol van Olga in Die Lustige Witwe van Lehar, opnieuw bij de Internationale opera producties. Tenslotte vormt Daniëlla met de sopraan Kathelijn van Dongen het Duo Danca en samen verzorgen zij concerten en recitals voor verschillende gelegenheden en met diverse thema’s.
Over Harald Quaaden | tenor Harald Quaaden studeerde solozang aan het Maastrichtse Conservatorium, verdiepte zijn studie onder andere als lid van de operastudio van het Teatro dell'Opera di Roma en bij Henk Kooijmans. Na zijn studies brachten gastoptredens hem in theaters door heel Europa. In het oratoriumvak heeft hij een zeer uitgebreid repertoire uitgevoerd, variërend van vroege barok tot eigentijdse werken. Een van zijn meest uitgevoerde rollen uit dit repertoire is die van Evangelist
in Bach's Passionen, onder andere in het Amsterdamse Concertgebouw en als tenorsolist in Bach’s Weihnachtsoratorium, onder andere in de Dom van Graz. Hij nam deel aan verschillende barokopera's als: Orpheo van Sartorio in het Festival Musicale del Barocco di Fano in een regie van Pier Luigi Pizzi, in Purcell's King Arthur in het Holland Festival en in Campra's L'Europe Galante in een tournee door Nederland. Hij werkte daarbij met dirigenten als Simon Preston, Jan-Willem de Vriend, Jos van Veldhoven en Alessandro de Marchi. In het radioprogramma De Nederlanden voerde hij met pianist Rudolf Jansen liederen van Diepenbrock uit. Vervolgens zong hij in een groot aantal opera’s van Mozart en met name Rossini. Mede onder leiding van Rossini-specialist Alberto Zedda (Tancredi in de nationale opera van Warschau, in La Donna del Lago in de opera van Avignon en in la Scala di Seta in het Schleswig-Holstein Festival) volgden nog vele Rossini-rollen. De afgelopen jaren breidde zijn horizon zich uit door uitvoeringen van o.m. Elvino (La Sonnambula), Rosillon (Die Lustige Witwe), Don Ottavio (Don Giovanni), Hoffmann (Les Contes d’ Hoffmann), Ismaele (Nabucco), Alfredo (La Traviata) en Max (Der Freischütz). Hij zong verder onder meer onder leiding van Jeffrey Tate in Huit scènes de Faust in het Palafenice in Venetië; Adam Fischer in Il Mondo della Luna in het Muziekcentrum Vredenburg Utrecht; Kenneth Montgomery in A Midsummer Night's Dream; Claudio Desderi in Il Barbiere di Siviglia in Polen en Nikolay Alexeev in Pique Dame. In het eigentijdse muziektheater werkte hij mee aan producties van onder meer Het Huis van Bourgondië, ensemble Contraint en Struweel, met welke hij in de producties De Percessie van Sjerpenheuvel en Doodgoed op tournee ging. Hij werkte mee aan wereldpremieres als Hamelin van de Ierse componist Ian Wilson in Schleswig-Holstein en in Nederland in Jean Lambrechts' suite To Remember. Met Projectkoor Brabant heeft hij de tenorsolo in het Requiem van Mozart en Messiah van Händel gezongen.
Over Peter-Paul van Beekum | bas Peter-Paul van Beekum, bas-bariton, studeerde hoofdvak solozang aan het Fontys Conservatorium te Tilburg bij Xenia Meijer en Hanneke Kaasschieter. Tegenwoordig studeert hij bij Geert Berghs. Recentelijk zong hij solo in een concert met Philip Glass, Lavinia Meijer en het Attacca ensemble onder leiding van Fokko Oldenhuis in de Melkweg, de rol van Christus in de Johannes Passion met de Barbara Cantorij en Concerto da Fusignano onder leiding van Marijn Slappendel in Culemborg. Met Projectkoor Brabant zong hij in 2014 onder leiding van Lex Wiersma de bassolo’s in Messiah van Händel. Ruime ensemble ervaring heeft hij opgebouwd bij kamerkoren onder leiding van dirigenten als Klaas Stok, Fokko Oldenhuis en Daniel Reuss. Hij is sinds begin 2013 verbonden aan Studium Chorale onder leiding van Hans Leenders en was deelnemer bij Meesters & Gezellen en het Tenso Europe Chamber Choir onder leiding van Kaspars Putnins. De afgelopen jaren heeft hij masterclasses gevolgd bij Johanette Zomer, Henk Neven, Ian Honeyman, Anna Azéma, Harry Peeters en Sasha Zamler-Carhart. Als onderdeel van een stage zong hij bij het Groot Omroepkoor Das klagende Lied van Gustav Mahler onder leiding van Markus Stenz in het Concertgebouw. Naast zijn activiteiten als zanger dirigeert hij het Oosterhouts Kamerkoor, de cantorij van de San Salvator Gemeenschap en Het Koor te ‘s-Hertogenbosch en oratorium vereniging Cantate Corde te Raamsdonk.
Over de Matthäus Passion Inmiddels staat ook vast dat Projectkoor Brabant op Goede Vrijdag 3 april 2015 de Matthäus Passion van Bach zal uitvoeren. Op korte termijn zal meer informatie over de planning van de repetities beschikbaar komen. Houd de website dus in de gaten! Heb je belangstelling om aan dit project mee te doen? Aanmelden kan door het invullen van het aanmeldformulier op de website www.projectkoorbrabant.nl of door het sturen van een e-mail naar
[email protected].
Tot ziens bij een van onze volgende projecten!