B-088 Green Deal Haalbaarheidsstudie Nationaal Fonds Energiebesparing Partijen: 1.
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de heer drs. M.J.M. Verhagen en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mevrouw mr. drs. J.W.E. Spies, ieder handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, samen hierna te noemen: Rijksoverheid; 2. Delta n.v., Eneco b.v., Essent n.v., Ing bank n.v., Rabobank, Abn Amro bank n.v., N.v. Nuon energy, Spaar het klimaat, Uneto vni, Fme-cwm, PriceWaterhouseCoopers, Clifford Chance llp; Hierna samen te noemen: Partijen;
Algemene overwegingen: 1.
2.
3.
4.
5.
Het kabinet beoogt een algemene Green Deal met de samenleving, die bijdraagt aan verduurzaming van de maatschappij op korte en langere termijn en die lonend is voor overheid en maatschappij. Doel van de Green Deal is laten zien dat groen en groei hand in hand gaan. Maatschappelijke partijen zien publiekprivate samenwerking als de beste manier om verduurzaming van de Nederlandse economie te versnellen en hier ook economisch van te profiteren. Deze unieke gezamenlijke aanpak is in Nederland op andere terreinen zeer succesvol en de Green Deal zal hierop voortbouwen. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn onmisbaar om deze verduurzaming mogelijk te maken. Bij de Green Deal gaat het om concrete duurzame initiatieven, waarbij barrières verdwijnen, innovaties ontwikkeld, gefinancierd en toegepast worden en duurzame kansen worden benut. In de praktijk loopt de maatschappij tegen belemmeringen aan die in de weg staan aan initiatieven die leiden tot een verdere verduurzaming. In de Green Deal willen partijen concrete afspraken maken die deze belemmeringen wegnemen, zodat de initiatieven die anders moeilijk van de grond komen ruim baan krijgen. Deze initiatieven kunnen vervolgens ook als voorbeeldfunctie dienen voor andere maatschappelijke partijen en daarmee de totale markt in beweging zetten. De voor de Green Deal geïnventariseerde projecten van initiatiefnemers zijn door het wegnemen van de beschreven belemmeringen potentieel succesvol, kunnen op korte termijn resultaten opleveren en kunnen uitmonden in nieuwe economische activiteiten of kostenbesparingen op korte of langere termijn voor het bedrijfsleven. De resultaten van een concrete Green Deal kunnen daarna toepasselijk zijn op andere, vergelijkbare projecten, waardoor de reikwijdte van de Green Deal kan worden vergroot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid tegenover staat.
1 | Green Deal
Specifieke overwegingen Green Deal Haalbaarheidsstudie Nationaal Fonds Energiebesparing: 1.
2.
3.
4.
5.
Het kabinet beschouwt energiebesparing in de gebouwde omgeving als een belangrijk thema binnen de Green Deal aanpak. Met energiebesparing in de gebouwde omgeving is een verduurzaming van de maatschappij te bereiken op korte en langere termijn die lonend is voor overheid en maatschappij. Bij energiebesparing in de gebouwde omgeving gaat groen en groei hand in hand, te meer omdat energiebesparende maatregelen in financiële zin in veel gevallen rendabel zijn. In de Green Deal beogen Partijen met ondersteuning van de Rijksoverheid een haalbaarheidsstudie naar een Nationaal Fonds Energiebesparing uit te voeren. Met deze publiekprivate samenwerking wordt een belangrijke eerste stap gezet richting verduurzaming van de maatschappij en versterking van de Nederlandse economie. Met het Nationaal Fonds Energiebesparing verwachten Partijen een energielabelsprong te realiseren van rood (D-G) naar groen (A-C) in 2020 voor 1 miljoen woningen. Dit kan volgens Partijen leiden tot een energiebesparing van15-20% per huishouden en jaarlijkse CO2 reductie van 2,8 Mton in 2020, met jaarsprongen van circa 0,35 tot 0,4 Mton. Daarnaast worden naar verwachting op deze manier duizenden nieuwe banen gecreëerd in de bouw- en installatiesector. In het Nationaal Fonds Energiebesparing voorzien Partijen en Rijksoverheid een innovatieve aanpak die het mogelijk moet maken Nederlandse huishoudens een aantrekkelijke consumentenpropositie aan te bieden. Deze consumentenpropositie betreft een combinatie van aanbod (technische maatregelen) en een laagdrempelige, commercieel aantrekkelijke en betrouwbare financieringsconstructie via de energierekening. Deze consumentenpropositie moet het Nationaal Fonds Energiebesparing mogelijk gaan maken door kostenvoordelen en risicoreductie in het beheer en de projectbeoordeling te bereiken, aantrekkelijke constructies voor financiers te ontwikkelen, alsook door uitvoerende marktpartijen bij elkaar te brengen om maatregelen te kunnen bundelen en kwaliteit van de uitvoering te waarborgen. Partijen zetten erop in om oplossingen te verkennen voor knelpunten voor de opzet van een Nationaal Fonds Energiebesparing. Knelpunten zijn onder meer aan de orde bij stimulering van de vraag naar energiebesparende oplossingen bij de consument, koppeling van een lening aan een woning, het wegnemen van financiële restricties voor energieleveranciers, en aflossing van de financiering via de energierekening. Partijen en Rijksoverheid achten het van belang dat het Nationaal Fonds Energiebesparing open is voor toetreding van alle relevante actoren uit de sector zoals leveranciers, installateurs en energieaanbieders. Hiermee kan de reikwijdte van de Green Deal worden gemaximaliseerd.
komen het volgende overeen: 1. Green Deal initiatief Artikel 1 Partijen voeren als eerste stap richting de mogelijke opzet van een Nationaal Fonds Energiebesparing een haalbaarheidsstudie uit met ondersteuning van de Rijksoverheid en andere relevante stakeholders. De haalbaarheidstudie is beschreven in het memorandum of understanding (MoU) dat de Partijen hierover ondertekend hebben. De haalbaarheidsstudie betreft onder meer een marktstudie met als doel te komen tot een aantrekkelijke consumentenpropositie, het in kaart brengen van relevante wet- en regelgeving en eventuele wijzigingen die daarin nodig zijn en het opstellen van de financiële structuur en het uitvoeringsmodel van het Nationaal Fonds Energiebesparing met onder andere aandacht voor de rol van de overheid waarbij rekening wordt gehouden met de uitgangspunten voor een revolverende fondsconstructie uit het Begrotingsakkoord 2013.
2 | Green Deal
Artikel 2 Inzet en acties [partij A] • PriceWaterhouseCoopers zal financiële en projectmanagement diensten leveren en daarmee de uitvoering van de haalbaarheidsstudie begeleiden. • Clifford Chance LLP zal juridisch advies verlenen over het benodigde kader van wet- en regelgeving. • Een aantal Partijen zullen zowel financieel als met hun expertise bijdragen aan de haalbaarheidsstudie. Het gaat per partij om de volgende financiële bijdragen: -- Nuon: 33000 euro -- Essent: 33000 euro -- Eneco: 31000 euro -- Delta: 3000 euro -- Uneto-VNI: 55000 euro -- Spaar het Klimaat: 5000 euro -- FME-CWM: 5000 euro • ING, Rabobank en ABN Amro zullen een in-natura bijdrage leveren door het ter beschikking stellen van mankracht voor het opstellen het onderdeel van de haalbaarheidsstudie over de financiële structuur van het Nationaal Fonds Energiebesparing. De in-natura bijdrage zal gekapitaliseerd een waarde hebben van 85.000 euro. Daarnaast zullen de bankpartijen een projectcoördinatie bijdrage leveren van elk 5000 euro (in totaal 15.000 euro). Artikel 3 Inzet en acties Rijksoverheid De Rijksoverheid stelt binnen de relevante wettelijke kaders en ter ondersteuning van de haalbaarheidsstudie Nationaal Fonds Energiebesparing een financiële bijdrage van maximaal 100.000 euro beschikbaar voor zover dit in overeenstemming is met de toepasselijke staatssteunregels. Daartoe zal Price WaterhouseCoopers mede namens de andere Partijen een subsidieaanvraag vergezeld van een projectplan indienen ter goedkeuring bij het Directoraat-generaal Wonen, Bouwen en Integratie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor 1 juli 2012.
2. Slotbepalingen Artikel 4 De afspraken van deze Green Deal zullen in overeenstemming met het Unierecht worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, staatssteun en technisch normen en voorschriften. Artikel 5 Partijen komen overeen dat de Green Deal afspraken niet in rechte afdwingbaar zijn. Artikel 6 Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening en loopt tot en met 2012. Alle in deze Green Deal genoemde afspraken worden zo snel mogelijk ter hand genomen. Artikel 7 Deze Green Deal zal samen met andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Green Deals, zodat navolging hiervan kan worden bevorderd.
3 | Green Deal
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te ’s-Gravenhage op Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
...................................................................... drs. M.J.M. Verhagen
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Delta
...................................................................... Vertegenwoordigd door Mark Dijk, manager public affairs
ING
...................................................................... mevrouw mr. drs. J.W.E. Spies
...................................................................... Vertegenwoordigd door Stephen Hibbert, global head of emissions products
NUON
ABN AMRO
...................................................................... Vertegenwoordigd door vice-president energiegerelateerde diensten, Rard Rijcken
...................................................................... Vertegenwoordigd door Pieter Brommelcamp, senior vice-president
Essent
Rabobank
...................................................................... Vertegenwoordigd door Mark Kortleve, manager Product & Service development
...................................................................... Vertegenwoordigd door Jan-Jaap Meindersma, head of alternative credit solutions
Eneco
Uneto-VNI
...................................................................... Vertegenwoordigd door Maarten Sessink, medewerker public affairs
...................................................................... Vertegenwoordigd door Harm van den Oever, hoofd beleidsafdeling
4 | Green Deal
Spaar het Klimaat
...................................................................... Vertegenwoordigd door Dick Tommel, voorzitter
FME-CWM
...................................................................... Vertegenwoordig door Ineke Dezentjé – Hamming, voorzitter
Clifford Chance
...................................................................... Vertegenwoordigd door Hein Tonnaer, advocaat
PriceWaterhouseCoopers
...................................................................... vertegenwoordigd door Hans Schoolderman, partner sustainability and responsible governance
5 | Green Deal