ARTIKEL 51-VRAGEN: TOERMALIJN, ASBESTINVENTARISATIE, INFORMATIEVOORZIENING Op donderdag 12 februari is een interpellatiedebat gehouden in de gemeenteraad van Zaanstad. Tijdens dit debat is er gesproken over de ontwikkelingen rondom de bouwwerkzaamheden van basisschool de Toermalijn in Wormerveer. Er werd vragen gesteld over de vondst van asbest op 4 februari. Door verschillende partijen is duidelijk aangegeven dat het dossier ‘Toermalijn’ dusdanig belangrijk is, dat we graag nauwgezet geïnformeerd worden over eventuele nieuwe ontwikkelingen. De wethouder gaf tijdens de interpellatie aan dat in het proces geen regels zijn overtreden. Groot was onze verbazing toen wij, enkele dagen na het interpellatiedebat, hoorden dat er in een december 2014 al een rapport over asbestinventarisatie is opgesteld. En dat er in dat Oesterbaai-rapport al werd gemeld dat er op verschillende locaties asbest was aangetroffen. In de Raadsinformatiebrief van 10 maart jl. wordt duidelijk toegegeven dat er fouten zijn gemaakt. Het was bekend dat er vijf asbestverdachte locaties waren gevonden, en er had eerst een destructief onderzoek (type B) moeten worden uitgevoerd. In de Raadsinformatiebrief wordt geschreven dat er per ongeluk een verkeerd hokje was aangekruist. Terwijl het Oesterbaai-rapport ons inziens vrij helder is. Op pagina 6 staat namelijk expliciet in de conclusies het volgende: “Tijdens het onderzoek zijn direct waarneembare asbesthoudende toepassingen gevonden” én: “De vergunningverlener verplicht in de omgevingsvergunning tot de aanvullende inventarisatie (Type B).” In de Raadsinformatiebrief wordt verder geconcludeerd dat er geen enkel moment een risico is geweest voor de volksgezondheid. Vragen die leven bij onderstaande partijen zijn: 1. In de Raadsinformatiebrief wordt gesteld dat er geen type B-onderzoek is uitgevoerd omdat er een verkeerd hokje was aangekruist. Zijn er al maatregelen genomen om dergelijke fouten in de toekomst te voorkomen? 2. In de Raadsinformatiebrief wordt gesteld dat er geen destructief onderzoek kon worden uitgevoerd omdat het gebouw in december nog gebruikt werd door de biljartvereniging. Bent u het met ons eens dat dat bepaald geen legitieme reden is om voorafgaand aan sloopwerkzaamheden géén destructief onderzoek uit te voeren? 3. Een deel van de asbest lijkt per ongeluk in het slooppuin terecht te zijn gekomen. Hoe kan de wethouder desondanks met zekerheid beweren dat er geen gezondheidsrisico’s zijn gelopen? 4. Klopt het (zoals bijvoorbeeld - door een woordvoerder van de gemeente - op de website van De Orkaan wordt gemeld) dat de gemeente al in december 2014 op de hoogte was van de vondst van asbest?
5. Waarom heeft de gemeente de direct betrokkenen hiervan niet op de hoogte gesteld? 6. Waarom heeft wethouder Emmer de gemeenteraad niet op de hoogte gesteld van het Oesterbaai-rapport? 7. Waarom heeft wethouder Emmer zelfs tijdens het interpellatiedebat niet over het Oesterbaai-rapport gesproken? 8. Klopt het dat de gemeente handhavend had moeten optreden tegen de sloop, omdat er (ondanks het aangekruiste hokje) geen type Bonderzoek is gedaan naar locaties die in het type A-onderzoek wél als asbestverdacht zijn aangemerkt? En is het college het met ons eens dat er op dat vlak dus wel degelijk regels zijn overtreden? 9. Is de wethouder het met ons eens dat er veel onzekerheid voorkomen had kunnen worden, als hij wél eerder over dit rapport gesproken had?
Graag ontvangen wij, vanwege de urgentie van het onderwerp, zo spoedig mogelijk antwoord op bovenstaande vragen.
Namens de fracties van:
GroenLinks, Paul Laport
ROSA, Aad Verburg
Democratische Zaanstad, Juliette Rot
POV, Harrie van der Laan
SP, Patrick Zoomermeijer
Zaanse Inwoners Partij, René de Heer
*2015084956* 2015/84956
gemeente Zaanstad Burgemeester & Wethouders
De leden van de gemeenteraad Zaanstad
Stadhuisplein 100 1506 MZ Zaandam Postbus 2000 1500 GA Zaandam Telefoon 14 075 www.zaanstad.nl
DATUM ONS KENMERK BIJLAGE(N) DOORKIESNUMMER PORTEFEUILLEHOUDER ONDERWERP
22-04-2015 2015/84934 +31 75 6552467 D. Emmer Beantwoording artikel 51 vragen van GrL, DZ, POV, Rosa en ZIP inzake informatievoorziening over de asbestverwijdering op de bouwlocatie voor basisschool de Toermalijn
Geachte leden van de gemeenteraad,
Door de fracties van GroenLinks, ROSA, Democratische Zaanstad, POV, SP en de Zaanse Inwoners Partij vragen gesteld op grond van artikel 51 van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad van Zaanstad, De gestelde vragen beantwoorden wij als volgt: Vraag 1: In de Raadsinformatiebrief wordt gesteld dat er geen type B-onderzoek is uitgevoerd omdat er een verkeerd hokje was aangekruist. Zijn er al maatregelen genomen om dergelijke fouten in de toekomst te voorkomen? Wij gaan ervan uit dat hier sprake is van een incident aangezien het een gecertificeerd bureau betreft. Wij blijven het beleid zoals dat is vastgelegd in het Beleidsplan Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving dat door de raad op 5 april 2012 is vastgesteld volgen (de rapportages op hoofdlijnen controleren). Ook zal er steekproefsgewijs op de volledigheid van de rapportages worden gecontroleerd. Vraag 2: In de Raadsinformatiebrief wordt gesteld dat er geen destructief onderzoek kon worden uitgevoerd omdat het gebouw in december nog gebruikt werd door de biljartvereniging. Bent u het met ons eens dat dat bepaald geen legitieme reden is om voorafgaand aan sloopwerkzaamheden géén destructief onderzoek uit te voeren? Ja. Het is voor ons van belang te benadrukken dat de bedoeling van de betreffende passage uit de raadsinformatiebrief van 10 maart jl. was om aan te geven wat de reden van Oesterbaai is geweest om geen destructief onderzoek uit te voeren. Wij zijn van mening dat los van het feit of het gebouw van de biljartvereniging nog in gebruik was, er een type B rapportage uitgevoerd had moeten worden. Als dat niet kon toen het gebouw nog in gebruik was, had dat later gemoeten.
ONDERWERP
PAGINA
Beantwoording artikel 51 vragen van GrL, DZ, POV, Rosa en ZIP inzake informatievoorziening over de asbestverwijdering op de bouwlocatie voor basisschool de Toermalijn
2/3
gemeente Zaanstad
Vraag 3: Een deel van de asbest lijkt per ongeluk in het slooppuin terecht te zijn gekomen. Hoe kan de wethouder desondanks met zekerheid beweren dat er geen gezondheidsrisico’s zijn gelopen? Aangezien de sloopwerkzaamheden zijn stilgelegd toen asbestverdacht materiaal werd aangetroffen, het gevonden asbest hecht gebonden was en het bouwterrein is afgesloten, is er op geen enkel moment enig risico ontstaan voor de volksgezondheid. Nadat onderzoek had uitgewezen dat er asbesthoudende stelplaatjes aanwezig waren in de fundering is de asbestsanering gestart en is om enig risico op verspreiding uit te sluiten ook het op dat moment aanwezige puin onder asbestcondities afgevoerd. Vraag 4: Klopt het (zoals bijvoorbeeld - door een woordvoerder van de gemeente - op de website van De Orkaan wordt gemeld) dat de gemeente al in december 2014 op de hoogte was van de vondst van asbest? De gemeente is vanaf 2013 al op de hoogte van het feit dat er asbest in het gebouw is aangetroffen. De asbest die is aangetroffen is beschreven in de type A onderzoeken van bijvoorbeeld Broomans. Verder zijn er in de type A rapporten plaatsen aangegeven waar een vermoeden van asbest aanwezig was. Feitelijk waren we dus al op de hoogte dat er asbest in het pand aanwezig was. Dit is overigens niet ongewoon bij een pand van die leeftijd. De daadwerkelijke aanwezigheid van asbest die in februari 2015 is aangetroffen was na ontvangst van het rapport als vermoeden bij ons bekend en tot de aanvang van de sloopwerkzaamheden nog niet feitelijk. Vraag 5: Waarom heeft de gemeente de direct betrokkenen hiervan niet op de hoogte gesteld? In het debat van 12 februari jl. heeft wethouder Emmer al aangegeven dat hij niet gelukkig was met de communicatie van Agora naar de omwonenden. Met Agora is afgesproken dat zij de omwonenden maandelijks op de hoogte houden van de ontwikkelingen op de bouwplaats of vaker als dat nodig is. Agora is als bouwheer verantwoordelijk en is tevens opdrachtgever van de bouw. Vraag 6: Waarom heeft wethouder Emmer de gemeenteraad niet op de hoogte gesteld van het Oesterbaai-rapport? Zie antwoord onder vraag 7. Vraag 7: Waarom heeft wethouder Emmer zelfs tijdens het interpellatiedebat niet over het Oesterbaairapport gesproken? In het debat van 12 februari jl. is vooral gesproken over de gevonden asbest in februari 2015 en of de regels naar aanleiding van deze vondst goed zijn nageleefd. Op dat moment waren de voorbereidende werkzaamheden reeds afgerond. Naar aanleiding van het debat is het proces rond de asbestsanering geëvalueerd (zie vraag 1). Hierbij is vast komen te staan dat het rapport van Oesterbaai geen type B rapport bleek te zijn, maar een type A rapport. De raad is hierover zo snel als mogelijk bij raadsinformatiebrief van 10 maart jl. (2015/50408) geïnformeerd. Vraag 8: Klopt het dat de gemeente handhavend had moeten optreden tegen de sloop, omdat er (ondanks het aangekruiste hokje) geen type B-onderzoek is gedaan naar locaties die in het type Aonderzoek wél als asbestverdacht zijn aangemerkt? En is het college het met ons eens dat er op dat vlak dus wel degelijk regels zijn overtreden? Door de afdeling handhaving is gecontroleerd of er voor de sloop een sloopmelding is gedaan en of deze melding door de gemeente is bevestigd. Dit is het geval. Dit houdt in dat de melder kon gaan slopen.
ONDERWERP
PAGINA
Beantwoording artikel 51 vragen van GrL, DZ, POV, Rosa en ZIP inzake informatievoorziening over de asbestverwijdering op de bouwlocatie voor basisschool de Toermalijn
3/3
gemeente Zaanstad
Vervolgens is er tijdens de werkzaamheden asbest aangetroffen welke niet in de melding voor kwam. De afdeling handhaving heeft gecontroleerd of de werkzaamheden conform de regelgeving zijn stilgelegd. Dit was het geval. De verplichting om een nadere asbestinventarisatie te doen is vervolgens nagekomen, deze is aan de gemeente gestuurd en is door de gemeente bevestigd. Er is dientengevolge niet handhavend opgetreden aangezien er geen regels zijn overtreden. Vraag 9: Is de wethouder het met ons eens dat er veel onzekerheid voorkomen had kunnen worden, als hij wél eerder over dit rapport gesproken had? Zie antwoord onder vraag 7.
In het vertrouwen u voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Zaanstad,
mr. G.H. Faber, burgemeester Digitaal ondertekend door burgemeester G.H. Faber op 22-04-2015
drs. C. Vermeer, gemeentesecretaris Digitaal ondertekend door secretaris C. Vermeer op 21-04-2015